DE ZEEDW tweede blad DE MATERIEELE SCHADE TENGEVOLGE VAN OORLOGSGEWELD. De ontbinding van bet Fransche Noorderieger. Binnenkort zal een registratie plaats hebben. Tegemoetkoming van overheidswege. Kolenvervoer door het Julianakanaal hersteld. FEUILLETON OVERBUREN Ordening van het vervoer. VAN DONDERDAG 20 JUNI 1940. Nr 217. (Van onzen militairen medewerkerJ De scherpe achtervolging, welke de Duitschers hebben ingezet na de door breking der z.g. Weygandlinie (een veld- verdedigingstelling zonder veel voorbe reiding) heeft hen rijpe vruchten in den schoot geworpen. Niet door geluk of meevallende omstandigheden, doch door wilskracht, inspanning, moed en volhar ding. De meeste achtervolgingen, zoo leert de krijgsgeschiedenis leverden nooit de volle winsten op, welke er uitgehaald hadden kunnen worden en wel meestal door vermoeidheid en onvoldoend krach tig doorzetten der achtervolgers, zoodat de achtervolgden aan den druk konden ontkomen. Ditmaal bleven de Duitschers verbeten aan hun prooi hangen en lie ten niet los. Daardoor slaagden de Fran- schen er niet in, ergens achter een na tuurlijke hindernis weer een stelling in te nemen en zich daarin te verdedigen, om weer op rust en orde te komen. Hadden de Franschen nog beschikt over voldoende reserves, welke nog be hoorlijk intact waren, dan zouden deze achterwaarts een stelling bezet hebben, waarachter hun strijdende troepen zich opnieuw konden verzamelen en zich weer tot ordelijke verbanden konden organi- seeren. Zij beschikten daar blijkbaar niet meer over, wat niet te verwonderen is, als men op de kaart ziet welk een uit gebreidheid hun front van het Kanaal tot de Zwitsersche grens inneemt. Dit breede front slokte al hun nog beschik bare troepen op. De Duitschers hebben hen tot dit breede front gedrongen, door zich streng te houden aan het oude veld- plan van Generaal Schieffen, die met een sterken rechtervleugel westwaarts om Parijs wilde heen zwaaien. De Franschen hebben daardoor een frontbreedte moe ten innemen, welke voor hun sterkte te groot is, en als gevolg nergens kracht genoeg, heeft om de steeds voortdurende Duitsche aanvallen te kunnen weerstaan. De Engelsche staf trachtte vergeefs het Fransche opperbevel er toe te bren gen, alles er op te zetten om Parijs te verdedigen en dus ten noorden van de hoofdstad krachtig verzet te bieden. De Fransche regeeiring heeft aan het lot der geliefde hoofdstad de voorkeur gegeven boven den wensch der bondgenooten om door hardnekkig standhouden tijd te winnen, en heeft Parijs tot een open, dus niet-verdedigde stad verklaard. Hier door werd de stad gespaard voor vernie ling, vielen zonder strijd in Duitsche handen. Welk een moreele slag dit was voor de Fransche bevolking en voor het leger laat zich denben. „Paris c'est la France!" Terwijl de Duitsche rechtervleugel na overschrijding der beneden-Seine west waarts om Parijs heen, de Fransche lin kervleugel terug joeg naar de Loire, werd oostwaarts van Parijs de Marne overgetrokken. Zooals we reeds een paar weken ge leden voorspelden, namen deze Duitsche troepen hun weg door de dalen van de Marne, Aube en boven-Seine en trokken op 16 Juni over het Plateau de Langres in de richting van Belfort. Een blik op de kaart doet zien waar het heen gaat! Nog maar 100 km en de Zwitsersch- Fransche grens is bereikt en daarmede de afsluiting van alle Fransche troepen in Lotharingen (dus ook de bezetting der Maginot-linie) Welk een aanvalsgeest de Duitsche troepen bezielt, valt op te maken uit de snelheid, waarmee Frank rijks sterkste vesting, Verdun, in hun handen viel. In den wereldoorlog werd 4 jaar om deze vesting gestreden, drenkte het bloed van 800.000 mannen den bodem, doch zij bleef in Fransch bezit. Thans was één dag voldoende haar te doen vallen Dat door al deze ongeëvenaarde oor logssuccessen zich een geest van over moed van de Duitsche troepen meester maakt, laat zich hooren; we kunnen het slechts daaraan toeschrijven, dat z\j zich moeiten en verliezen getroosten, welke uit strategisch oogpunt niet noodzake lijk zouden zijn. We doelen hier op de doorbreking der Maginotlinie ten zuiden van Saarbriicken, en op den Rijn-over gang bij Colmar; beide schitterende staaltjes van den aanvalsgeest der Duit sche troepen, doch die hen onnoodige verliezen moeten gekost hebben. Onnoo- dig, want de Fransche bezetting valt door afsluiting in den rug immers tóch den Duitschers in handen. Het lijkt er veel op, of de Duitschers geen geduld meer hebben nog een dag, zelfs een uur, te wachten om met hun doodsvijanden, de Engelschen, te kunnen afrekenen. Daarvoor moet echter eerst Frankrjk volkomen „gevloerd" worden. Met iets minder haast en daardoor minder verliezen zou hem dit laatste toch ook gelükt zijn. (Dit artikel werd geschreven op 17 Juni. Red.) Gisteren werden de eerste schepen in het Bornegedeelte van het Julianakanaal, dat hersteld is, verwacht. Gistermorgen om half tien passeerden verschillende schepen, die in afwachting van het herstel te Venlo voor anker wa ren gegaan, de sluis te Linne met be stemming voor Borne. Aangezien de ver dere vaart nu weder mogelijk is werden deze schepen gisteravond te Borne ver wacht; met verdere verschepingen zal vandaag een begin worden gemaakt, zoo dat na de lange rustperiode het kolen- vervoer weder plaats kan vinden. be vis'oh wordt gesorteerd tijdens de vangst op de Noordzee, welke deze week voor verschillende Nederlandsche visschersvaartuigen weer mogelijk is geworden. door GRACE RICHMOND. 42) _0_ Toen Peter op zijn beurt zich kwam aanbieden, om haar gezelschap te hou den in haar afzondering, begroette zij hem met een glimlach zoo vroolijk, dat bij haar vol verbazing aankeek. De oude viiendschap tusschen hem, begonnen, oen zij elkaar nog maar kort kenden, was langzamerhand verdwenen gedu rende dè laatste twee jaar. Beide bewo gen zij zich in zulke verschillende krin gen, dat er weinig overeenstemming usschen hen was. Olive scheen daaren- oven al haar openhartigheid en vriend schappelijkheid, waardoor Peter haar wel had mogen lijden, niettegenstaande a?f ve'e fouten, geheel verloren te ebben. Voor zij op reis ging, was hij aar gaan beschouwen als hopeloos be- orven en onnatuurlijk; maar ze leek nu eel anders. Wat zou er de reden van zijn. »Een paar jaar geleden", zei Olive, adat ze even samen gepraat hadden Ten aanzien van schadevergoedingen betreffende schade door oorlogsgeweld, wordt het volgende medegedeeld: In tegenstelling met de schade tenge volge van opruimingen en ingebruikne mingen door het Nederlandsche militai re gezag," kan degene, wiens goederen door oorlogsgeweld getroffen zijn, geen aanspraak op schadevergoeding maken, aangezien geen enkele wettelijke bepaling hem recht op schadevergoe ding geeft. Bij besluit van den opperbevelhebber van land- en zeemacht van 22 Mei j.l. is echter, zooals reeds eerder medegedeeld, een commissie ingesteld, welke tot taak heeft voorstellen te doen over de begin selen volgens welke van overheidswege tegemoetkoming zal worden ver leend in verband met geleden materieele oorlogsschade. Op advies van deze commissie zal bin nenkort met een nauwkeurige registra tie van alle gevallen van oorlogsgeweld- schade worden begonnen. Nader zal worden medegedeeld, op welke wijze en in welke mate door de overheid een te gemoetkoming in verband met de gele den oorlogsgeweldschade zal worden verleend. Wat onder oorlogsgeweld schade wordt begrepen. Onder oorlogsgeweldschade moet wor den begrepen alle schade door oorlogs geweld, hetzij van Nederlandsche, hetzij van vreemde herkomst, toegebracht aan de volgende goederen: onroerende goe deren, gebouwd of niet-gebouwd, bos- schen en veldgewassen inbegrepen; alles wat behoort tot de uitrusting van be drijven (b.v. machinerieën, gereedschap pen, voertuigen, vee, enz.) alsmede roe rende zaken dienende tot de uitoefening van een beroep, bedrjfs- en handelsvoor raden, schepen. Onder bepaalde omstandigheden kan verlies of materieele beschadiging van deze goederen tengevolge van diefstal of plundering, veroorzaakt door of als rechtstreeks gevolg van den op 10 Mei J.l. ingetreden oorlogstoestand eveneens als oorlogsgeweldschade worden aange merkt. Niet als oorlogsgeweldschade wordt aangemerkt schade aan goederen tenge volge van wegruimingen, ingebruikne mingen en vorderingen uit hoofde van de Wet op den staat van oorlog en beleg, de Inundatiewet, de Algemeene vorde- ringswet 1938 en 1939 en andere schade tengevolge van Nederlandsche militaire maatregelen, waarvoor afzonderlijke wetteljke voorzieningen zijn getroffen. Ook geldt niet als oorlogsgeweldschade schade aan goederen tengevolge van re gelmatige vorderingen en ingebruikne mingen door buitenlandsche militaire autoriteiten. Ook zal de schade aan vensterruiten en andere kleine schaden aan onroeren de en roerende goederen niet als oor logsgeweldschade worden beschouwd en derhalve niet voor eventueele tegemoet koming van overheidswege in aanmer king komen. Voor schade aan vensterrui ten van bedrjfsgebouwen, b.v. van kas sen in een tuinbouwbedrjf, kan echter in bjzondere gevallen een uitzondering worden gemaakt. Evenmin zal tegemoetkoming gege ven worden in schade aan huisraad en dergeljke, tenzj een belangrjk deel van dit huisraad e.d. is verloren gegaan. Hoe de registratie zal geschieden. De registratie van de oorlogsgeweld schade zal als volgt geschieden. Alle ge vallen van oorlogsgeweldschade worden opgenomen door schade-enquête-com missies, welke plaatseljk of regionaal zullen optreden. Van elke enquête-com missie zal een inspecteur der belastin gen deel uitmaken. Rayon en zetel der verschillende schade-enquête-commissies zullen nader worden bekend gemaakt. De belanghebbenden zullen in de gele genheid worden gesteld opgave der gele den schade door oorlogsgeweld te doen op formulieren, welke kosteloos op een nader mede te deelen plaats en tjdstip ter beschikking zullen worden gesteld en ingediend kunnen worden bj de schade- enquête-commissie, die bevoegd is ter plaatse, waar het goed zich bevond, toen de schade werd geleden. Schepen, bene vens hun ladingen, welke door oorlogs geweldschade zjn getroffen, moeten worden opgegeven b j de schade-enquête commissie van het rayon, waarbinnen zj zjn geregistreerd. De schade-enquête commissie is bevoegd opgaven van be langhebbenden te weigeren, indien deze hun oordeel van zoo onbelangrijken aard zijn, dat zij voor behandeling niet in aanmerking komen. Er zullen zes formulieren verkrijg baar zjn, resp. voor schade geleden aan: a. onroerend goed; b. outillage van bedrjven (behalve schepen) en de roerende zaken dienende tot de uitoefening van een beroep; c. bedrjfs- en handelsvoorraden; d. huisraad en verbruiksvoorraden e. schepen; terwjl tenslotte op een zesde formu lier de eindcijfers der op de andere for mulieren ingevulde schade zullen wor den vermeld. Reeds ingediende opgaven. De reeds door de gemeentebesturen verzamelde gegevens of door belangheb benden bj de gemeentebesturen of de* commissie oorlogsschade ingediende op gaven omtrent oorlogsgeweldschade, zul len in handen der schade-enquête-com missie worden gesteld. Indien derhalve door belanghebbenden reeds bj het be stuur der gemeente, binnen welke de schade is geleden, of bj de commissie oorlogsschade (al of niet door bemidde ling van notarissen of hypotheeknemers) opgave der schade is gedaan, behoeft geen nieuwe opgave bij de schade-en quêtecommissie te geschieden, tenzj deze laatste de belanghebbenden daartoe op roept. In gevallen, waarin de belangen der voedselvoorziening het onmiddellijk her- stel van landbouwbedrijven vereischt, zal de tegemoetkoming In de sohade worden opgenomen In een herstelplan, goed te keuren door den regeerlngscommissaris voor den wederopbouw. Het bedrag, dat de commissie voor- loopig als schade aanvaardt, houdt gee nerlei beslissing in ten aanzien van de uiteindel jke tegemoetkoming in de scha de. Het bedrag, dat tenslotte als tege moetkoming zal worden toegekend, wordt bj uitsluiting vastgesteld door of vanwege het wnd. hoofd van het depar tement van financiën en zal te zjner tjd aan de belanghebbenden worden mede gedeeld. TE LAND DOOR RIJKSVERKEERS INSPECTIE, TE WATER DOOR BINNENV AARTBUREAU. over wat er alzoo gebeurd was dat laatste half jaar, „kon ik niet gauw ge noeg oud worden naar mijn zin, en nu ben ik jaloersch van Jane en Shirley en Nancy. Ze lijken alle drie niet ouder dan zestien; en ik geloof,'dat Jane al tijd jong zal bijven." „Dat geloof ik ook", zei Peter. „Nan is nog echt een baby en wat Shirley be treft." „Ja, vertel me eens, wat jij van Shir ley denkt. Het kind is mij voortdurend een raadsel. Ik begrijp haar niet. Dat idee om tegen salaris op kantoor te werken, schijnt ze niet gauw op te ge ven, hoewel ik het als een voorbijgaande gril beschouwd had. Ziet ze er altijd even tevrden uit als nu, of is het, omdat ze vacantie heeft?" „Ik geloof, dat zij voortdurend zoo opgewekt is. Ze stelt nu nog meer be lang in haar werk, dan toen zij begon, en wordt er verbazend handig in. Mur ray heeft mij gisteren verteld, dat zij nu voor Fransche Handelscorresponden tie wil gaan leeren. Dat zal haar nog weer veel extra werk geven." Peter sprak, alsof hij bepaald trotsch op Shirley's bekwaamheid was, en Olive merkte dat dadelijk op. „Ik was knorrig op jou, toen ze er mee begon", zei Olive, „want ik dacht Verkeersmaatregelen van ingrijpenden aard staan, naar de Telegr. van welin gelichte zjde vernam, voor de deur. Het geheele autoverkeer dus zoowel het beroepsgoederenvervoer, het eigen vervoer als het personenvervoer zal van 1 Juli af worden geregeld door de rjksverkeersinspectie. Deze zal zoowel rij vergunningen als benzine vergunningen uitgeven, waarbj de burgemeesters wor den uitgeschakeld. Voor alle drie vormen van vervoer zullen kleine commissies in het leven geroepen worden, die de verkeersinspec- teurs in de twaalf districten des lands zullen bjstaan. Deze commissies, in hoofdzaak bestaande uit belanghebben den, zullen evenwel slechts- een advisee- rende stem krijgen. De beslissing over het uitreiken eener vergunning blijft be rusten bij den rijksverkeersinspecteur. De beurtvaart zal worden geregeld door het Nederlandsche Binnenvaartbu- reau. Trajectcommissarissen zullen het aantal afvaarten per traject regelen, ten einde aldus te komen tot een organischen en doelmatigen opbouw van de geheele beurtvaart. Voor de wilde vaart zullen, naar verwacht wordt, de secretarissen der Bevrachtingscommissies, met terzij destelling dezer autonome commissies zelve, regelend optreden. Een officieele verordening kan zeer binnenkort worden tegemoet gezien. dat jij het haar aangeraden had." „Neen, heelemaal niet. Ik hoorde het pas, toen ze er al een week voor op les was. Hoe zou ik zoo iets hebben dur ven voorstellen?" „Jullie Ijken me anders groote vrien den." „Meen je het? Het is een eer, die ik zeer op prijs stel", antwoordde Peter met een zekere hoffelijkheid, die haar in de eerste dagen van hun kennismaking dikwijls verbaasd had en die haar nu als bepaald interessant voorkwam bij een jongen man, die zijn dagen in een papierfabriek doorbracht, al bekleedde hij daar nu een veel hoogere positie, dan toen ze hem het eerst leerde ken nen. Hoe goed zijn tegenwoordige po sitie was, besefte zij heelemaal niet, en evenmin, dat Murray er sterk over dacht, om hem een plaats in hun zaak aan te bieden. Zij, was zich echter wel bewust, dat Peter een van de weinige mannen was, die haar belangstelling opwekte, en nu zelfs meer dan ooit te voren; en dat zij nog weinig zoo'n knappe man ontmoet had. „Van tevredenheid gesproken", zei Peter, terwijl hij de korte stilte ver brak, die op zijn laatste woorden ge volgd was, „vind je niet, dat die van Frankrijk capituleert. De hakenxruisvlag waait van den toreit van het stadhuis te Parijs. zelf volgt, als je weet, dat je iets vol brengt, dat werkelijk eenige beteekenis heeft? Het doet er niet zoozeer toe, wat dat is, als ook, hoe je het doet. Als het eenige moeite kost, des te beter." „Het hangt er van af, wat je vindt, dat de moeite waard is", zei Olive. „Jij en ik zullen wel van verschillende ge dachte zijn, daaromtrent, net als Shir ley en ik." „Daar twijfel ik niet aan", stemde Peter glimlachend toe en keek haar aan. Zjn blik hinderde haar, hoewel zij het niet toonde, en het deed haar op eenigszins uitdagenden toon zeggen: „Natuurlijk denk je, zooals ik altijd gedaan hebt, dat ik het nuttelooste schepsel ben, dat er op de heele wereld bestaat, en dat mijn idealen even onbe- teekenend zijn, als de hoeveelheid werk, 1 die ik verricht." Hun oogen ontmoetten elkaar, de hare donker en schitterend, de zijne grijs en kalm en rustig. Hij keek haar een oogenblik oplettend aan, en zij sloeg de oogen neer. Toen zei hij op vriendelijken toon: „Ik geloof, dat je tot heel wat in staat zou zijn, als je je er toe zette. Je bezit den aanleg van den „geboren lei der". Je zou iedereen kunnen laten doen, wat je maar wilde. Het eenige bezwaar is, dat het je onverschillig is, welken weg je hen leidt." Dit was Peter Bell! Een oogenblik was zij sprakeloos. Toch was het onmo gelijk, om hem zijn openhartige woor den kwalijk te nemen, want zij deelden haar iets mee, dat haar bepaald genoe gen deed. „Ik weet niet of ik boos op je moet zijn of niet," zei ze na enkele oogen- blikken. „Wees, als je blieft, niet boos," zei hij. „Sedert wanneer heb je het predik ambt opgevat?" „Tegenover de Koningin, bedoel je?" zei Peter met een eigenaardigen glim lach. „Je knnt bevel geven, dat zij mij ombrengen; of je kunt mij voor straf ook een preek geven, dat zou nog erger zijn." Niettegenstaande dezen woordenstrijd lachten zij beiden, toen de anderen bij hen kwamen, om te zeggen, dat het tijd werd, om naar huis te gaan; maar Pe ters speech sloeg in; Olive vergat dien niet gauw; en meer dan ooit was zij er van overtuigd, dat - hij zijn gezelschap ten volle waard was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5