reffend
nbod
lof aankomende
DE ZEEDW
Plannen voor onze scheepvaart.
Oe stand der werkloosheid.
'9, 59, 52
1.20,1.09
;open
MEE!
irdenknecht
aan slechte
Iken 't land
Iw annonce
leze courant
TWEEDE BLAD
De nieuwe toestand.
OVER BU RE
Uit de Provincie
r Vm CT
SERIE
0.98
[DAGNUMMERS
lishoudster
leftyd, by man alleen,
TWENHUIJSE, Wol
Knecht
De arbeiders ten plattel nde
VLISSINGEN.
GOES.
WALCHEREN
October
I, Torenzicht, Sint-
faagd
jet October
ISSE, Koudekerk-
kingen
yens kunnende mek
lANGE, Aagtekerke.
coeneieren f 6, gans-
handelaren: boter
[an den marktzetter
,5 ct., kippeneieren
5.
in den Middelburg-
|86 ct., kippeneieren
f 4,15ganseieren
fan den Vlissing-
90 ct., eieren f 4,50.
|3 Juni 1940. Vei-
en. Aanvoer 41.000
LG. f3.35, 56—60
64 K.G. f 3,40—
E 3.85.
3anseieren f 8, Kal-
VAN
VRIJDAG 14 JUNI 1940. Nr 212.
Uit een artikel in de „N. Pr. Gr. Ct.":
De bezettende macht, dit biykt ook
uit de afgekondigde verordeningen be
geert niet anders dan, met inachtne
ming van de militaire eischen het Ne-
derlandsche leven zooveel mogelyk te
handhaven en in ons nationaal leven
niet te willen ingrypen.
Dit is niet alleen gezegd, maar dit
werd tot nu ook getoond.
Van groot belang is, dat er prys op
wordt gesteld, dat de directe aanraking
met ons volk biyft geleid door de Ne-
derlandsche autoriteiten. Zooveel dat
mogeiyk is.
Fin onze autoriteiten hebben ook aan
stonds een goed begrip gehad van den
eisch van den nieuwen toestand.
Met dankbaarheid mogen wy consta-
teeren, dat zy hun waardigheid hebben
gehandhaafd. Wy behoeven daartoe
slechts naar onze autoriteiten in pro
vincie en gemeenten te zien.
Maar zy hebben niet geweigerd de
noodzakeiyke samenwerking tot stand
te doen komen.
Dat was niet alleen verstandig maar
ook haar plicht. De samenwerking zal
naar eer en geweten ook worden ge
handhaafd. Daar twijfelen wy niet aan.
Oogendienery wordt door de bezetten
de macht niet gevraagd. Zy toonde dui-
delyk, die niet alleen niet te begeeren,
maar er ook geen respect voor te heb
ben, waar die op eenigerlei wyze mocht
blyken.
Hoe zou dat eigenlyk ook.
Wat ons overkwam kan in den loop
der geschiedenis elk volk treffen.
Het heeft na den wereldoorlog ook
het Duitsehe volk voor enkele deelen
van het ryk getroffen, en wie in die da
gen zulke streken bereisde gevoelde heel
de moeilijkheid van dezen toestand.
Wy kunnen de wijze waarop die toe
stand toen geregeld werd en gehand
haafd niet beoordeelen, maar wel weten
wy dit, dat geen nationaal voelende
Duitscher eenig respect zoude hebben
gehad voor lieden, die aanstonds bereid
waren den eigen aard en waardigheid
van het volk op te offeren, om den be
zetter in het gevlei te komen.
En daarom kunnen wy begrijpen, dat
er ook by de bezettende macht thans
een begrijpen van onze gevoelens mo
gelyk is.
Zij kan niet anders begeeren dan dat
het Nederlandsche volk zich gedraagt,
zooals zy dat van de eigen volksgenoo-
ten in gelyke omstandigheden zoude
willen zien.
De formeele regeling der verhoudin
gen werd bepaald in goeden zin. Wy
mogen hopen, dat ook de geest, waarin
die regeling wordt uitgevoerd, zóó zal
zijn, dat er een ernstig pogen is> tot
wederzydsch begrijpen.
Er is echter één punt, waaromtrent
ongerustheid is ontstaan en dat geldt
de bepaling omtrent de ambtenaren en
leeraren enz. Het is goed dat ook de
strekking van die bepaling goed wordt
verstaan.
Wy meenen, dat eerst rustige over
weging dit mogelyk zal maken.
De Duitsehe bezettingsoverheid wil
met alle macht de werkloosheid tegen
gaan. Mede daarom worden arbeiders,
die geen werk kunnen vinden, opgewekt
in Duitschland te gaan arbeiden.
Op dit probleem, zegt „Ons Plat
te 1 a n d", het orgaan van den C. B.
T. B., gaan we hier nu niet in.
Wel willen we onzen
werkgevers een goeden
raad geven.
We raden hen dan aan, by het beoor
deelen van de vraag, hoeveel arbeiders
F E UILLETON
door GRACE RICHMOND.
men in de komende weken kan plaat
sen, zich niet te laten leiden door het
aantal dat noodig is in Juni en Juli.
Indien de in die maanden werklooze
landarbeiders op de een of andere wijze
in Duitschland worden te werk gesteld,
hebt ge deze arbeiders ook niet in
Augustus, September en October.
Daarom raden we dringend aan, zorg
voor eenige arbeids-reserve. We weten
wel, dat dit voor 't oogenblik misschien
eenige schade is, maar het is veel scha-
delyker indien ge over een paar maan
den tekort arbeiders hebt.
We hopen dat brandstof voor de trac
toren verstrekt zal worden, maar zeker
is volstrekt niet, dat ge ze krygen kunt
of, indien ge ze hebt, behouden kunt. Op
meer handwerk zal men moeten reke
nen.
Neem daarom nu wat ruim arbeiders.
Behalve dat dit naar onze stellige
overtuiging ook Uw eigen belang is,
doet ge daarmede ook een goed werk
aan onze arbeiders om ze op deze wyze
in ons vaderland te houden.
Een interview met den commissaris voor
de scheepvaart en binnenscheepvaart.
De Deutsche Zeitung in den Neder
landen heeft een interview gehad met
kapitein-luitenant ter zee Chris
tiansen, den door den Rykscommis-
saris benoemden commissaris voor de
scheepvaart en de binnenscheepvaart in
het bezette Nederlandsche gebied.
Deze verklaarde, dat zyn voornaamste
doel op het oogenblik is de aanwezige
Nederlandsche scheepsruimte, zoowel
aan zeeschepen als schepen voor de
binnenvaart, te omvatten en een coördi
natie tot stand te brengen tusschen alle
belangryke instanties op dit gebied, ree-
deryvereenigingen en organisaties, om
een onbelemmerde en snelle uitvoering
van alle daartoe strekkende maatrege
len te verkrygen.
Verder is zyn bedoeling, in samenwer
king met de Nederlandsche autoriteiten,
alle mogelijkheden te overwegeji, om de
aanwezige scheepsruimte niet slechts
dienstbaar te maken aan het goederen
verkeer tusschen Nederland en Duitsch
land, maar ook aan den handel tusschen
Nederland en de Scandinavische landen
en de landen aan de Oostzee.
Kapitein-luitenant Christiansen over
woog daarby, dat Nederland nu het
geen graan en veevoeder meer uit Zuid-
Amerika betrekken kan, moet omzien
naar andere landen, waar vandaan het
de noodige producten kan verkrijgen
voor de instandhouding van zyn vee
stapel.
Daar de Balkanlanden daarvoor voor-
loopig, vanwege de verkeersmoeilykhe-
den, niet in aanmerking komen, zou het
verkeer met de Oostzeelanden uitkomst
kunnen bieden. Hierby zouden de Neder
landsche kustvaarders van 250 tot 500
ton goede diensten kunnen verleenen,
die niet alleen hun weg onder bescher
ming van de Duitsehe kust zouden kun
nen zoeken, maar zoo noodig ook van
de groote kanalen naar de Oostzee ge
bruik zouden kunnen maken.
Het onderhouden van deze verbindin
gen zou bovendien het voordeel hebben,
dat de Nederlandsche uitvoerindustrieën
hun uitvoer naar de Oostzeelanden zou
den kunnen hervatten en wellicht uit
breiden.
Met het oog op den winter zou te
Hamburg of in een van de groote ys-
vrye Duitsehe Oostzeehavens, opslag
ruimte gehuurd kunnen worden, om
daar gedurende den zomer en herfst
groote voorraden aan te leggen, die dan
gedurende den winter verder naar Ne
derland getransporteerd zouden kunnen
worden.
Kapitein-luitenant Christiansen op
perde daarby het denkbeeld om speciale
maatschappyen voor het handelsverkeer
met de Oostzeelanden in het leven te
roepen.
Wat de binnenscheepvaart betreft, is
het zaak deze volledig werk te verschaf
fen en meer dan tevoren in te schakelen
in het goederenverkeer tusschen Neder
land en Duitschland. Talryke kleine
vaartuigen hebben nu reeds hun oor-
1 spronkelijke bestemming teruggekregen,
nu tengevolge van de beperking van het
autoverkeer en het benzineverbruik een
grooter gebruik van de waterwegen
wordt gemaakt. In verband met den we
deropbouw van de verwoeste dorpen en
steden valt er ook veel te doen by het
vervoer van bouwmateriaal en puin.
Ook de plannen tot bespoediging van
de drooglegging van de Zuiderzee belo
ven meer werk voor de binnenvaart.
PROV. ZEEUWSCHE VEREENIGING
VOOR VREEMDELINGENVERKEER.
Het Secretariaat der Prov. Zeeuwsche
V.V.V., Kerkplein 126, Kloetinge, zal
het op prijs stellen opgaven te ontvan
gen van de thans bekend zijnde autobus-,
spoor- en andere verbindingen in Zee
land, alsmede van eventueele uitbrei
ding van reeds in bedrijf zynde diensten.
Alles wordt gedaan om de V.V.V.-ma-
chine weer op gang te krijgen en om ook
het normale vacantieverkeer zooveel mo
gelijk te laten blyven voortgaan.
DE KERMIS.
Ook hier zal de kermis dit jaar niet
doorgaan.
Woensdag is het stoffelyk over
schot van den werkman Harink alhier,
die in de oorlogsdagen in werkverschaf
fing aan de stelling Zanddyk te Kruinin-
gen van de thans bekend zijnde autobus-,
ven liet, en tydehjk daar aan den dyk
begraven was, opgegraven, gekist en per
lykwagen naar hier vervoerd. Het lyk
is op de algemeene begraafplaats ter
aarde besteld.
Arnemuiden. Daar de treinenloop nog
niet hersteld is, en de bevolking van
treinverkeer is uitgesloten, wat voor
deze gemeente niet zonder beteekenis is,
zyn thans door de Ned. Spoorwegen bus
diensten ingelegd tusschen Vlissingen en
Kruiningen en omgekeerd. Deze bussen
stoppen ook hier en geven aansluiting
op de treinen.
(^U1D-BE VELAND
Kruiningen. Gemeenteraad. Dankwoord
van den burgemeester. Oprichting hulp
comité. Donderdagnamiddag hield de
raad dezer gemeente een spoedeischende
vergadering. De voorz. zegt, dat na het
eerste bericht, dat de raad niet mocht
vergaderen, thans bericht is gekomen
van de burgerlyke en militaire autori
teiten, dat de raad weer vergaderen
mag.
Allereerst gedenkt spr. de slachtoffers
die hun leven lieten door den oorlog en
de zwaar getroffenen. God schenke de
nabestaanden en de overlevende slacht
offers hulp en bystand. De evacuatie is
gelukkig rustig verloopen. Dank brengt
spr. aan de bevolking voor haar kalme
houding en een eeresaluut aan de eva
cuatiecommissie, wier werk boven allen
lof verheven is. De ontvangende ge
meenten hebben ons liefdevol ontvangen,
waarom het gemeentebestuur dan ook
besloot dezen schriftelijk onzen oprech
ten dank te betuigen. Ook de mannen
der luchtbescherming dank voor hun
hulp. Het was soms zwaar om hier te
blijven met de enkelen, en we meenden
soms de onzen niet meer terug te zul
len zien, doch allen bleven op hun post.
Ook brengt spr. dank aan het personeel
der secretarie voor het vele werk ver
richt ook te 's-Heer Abtskerke.
De schade door de inundatie is on
berekenbaar en niet te overzien. Op
J yO# IBM
i I m n i
WmÊmMiXxMi in&.&SmJ'xKL? -
De binnenplaats der school van O.L. Vrouw Onbevlekt in de Gazometerstraat te St. Niklaas Waes by Antwerpen,
waar 51 inwoners van Breda het slachtoffer werden van een bombardement.
37)
Toen hij dus voor zaken een week op
reis moest, nam hij zijn vrouw mee, en
bleven Shirley en haar vader dien tijd
alleen thuis.
Op een van de avonden gedurende die
week, ging meneer Townsend, zooals hij
nu dikwijls deed, Joseph Bell opzoeken,
en Shirley ging met een boek bij den
haard in de bibliotheek zitten. Zij had
steeds harder gewerkt, opdat zij de
plaats van juffrouw Henley zou kunnen
innemen, als die over veertien dagen
wegging, maar vond, dat ze nu wel eens
een enkelen avond rust mocht nemen,
zonder er gewetensbezwaren over te
hebben.
Het boek, dat zij las, boeide haar zoo,
dat er een uur om was, voor zij het wist.
handelijk hoorde zij eenige beweging in
e hall en toen zij opkeek, zag zij Peter
ell in den post van de deur staan, en
J zag er zoo moe en bezorgd uit, dat
zij een kreet van verbazing slaakte.
„Maar, Peter!" zei ze en trad op hem
toe, Hij keek haar aan, alsof hij haar
eigenlijk niet eens zag, en zijn hand was
ijskoud.
„Je bent verkleumd en doornat, Pe
ter," zei ze en trok hem mee naar den
haard. „Had je geen paraplue bij je?"
„Ik geloof van niet," antwoordde Pe
ter, terwijl hij naar zijn mouwen keek,
waar het water bijna uitdroop. „Ik heb
een heel eind geloopen, hoe ver, dat weet
ik niet eens."
Hij ging in den grooten leuningstoel
zitten, dien zij bij den haard had ge
schoven. Zij wilde liever niet zeggen, dat
het niet goed voor hem was, om in die
natte kleeren te blijven zitten, uit angst,
dat hij dan misschien weg zou loopen;
en toen bedacht zij, dat zij een huisjasje
van Murray zou halen.
„Trek dat even aan," zei ze.
Peter beweerde, dat hij wel tegen wat
regen kon, maar Shirley hield net zoo
lang aan, dat hij zijn jas uittrok en op
een stoel gooide, waarop zij hem wat
uithing, om te kunnen drogen.
„Ziezoo," zei ze, en schoof haar eigen
stoel wat dichterbij, „ga nu eens gemak
kelijk zitten en rust wat uit en vertel me
dan meteen, wat er aan schort. Hoe eer
je het vertelt boe beter, geloof ik, of ik
zou wel over iets anders beginnen."
„Ik zou toch niet eerst over iets an
ders kunnen praten," zei Peter. „Of ik
hierover zal kunnen spreken, weet ik
ook niet eens, maar ik moest wel naar
je toe gaan; ik had niemand anders. Al
het andere heb ik voor me kunnen hou
den maar dit
Hij zweeg en het leek alsof het hem
niet mogelijk was, om verder te gaan.
Iets in zijn uiterlijk deed haar hart snel
ler klopen van angst. Het moest wel een
ernstige zaak zijn, die Peter met zijn
groot Godsvertrouwen zoo van streek
gemaakt had.
Zij herinnerde zich opeens den dag,
vele weken geleden, toen hij half en half
beloofd had, haar deelgenoot van zijn
moeilijkheden te zullen maken. Toen had
hij er echter niet uitgezien zooals nu.
Het waren geldzorgen of moeilijkheden
in zaken geweest, die hem toen drukten,
maar nu had hij groot verdriet.
„Kom, vertel het mij maar," begon
Shirley, terwijl zij probeerde haar stem
eenige vastheid te geven. Toen bekroop
haar echter opeens een hevige aangst.
„Peter!" riep zij bevend uit, „er is toch
niets met Murray of Jane of moeder?"
„Neen, neen", zei hij gauw. „Het be
treft mij, het betreft ons; maar de an
deren weten het nog niet. Zij mogen het
niet vooruit hooren. Daarom ben ik hier
naar toe gekomen. Ik mocht je er eigen
lijk niet mee bezwaren, maar ik had be
hoefte, om er met iemand over te spre
ken."
Shirley stak haar hand uit, maar hij
zag het niet, en zij trok haar dus weer
terug. Zij verlangde zeer, hem op eeni
gerlei wijze te kunnen troosten; maar
voordat hij alles verteld had, kon zij wei
nig zeggen. Als hij het nu maar gauw
vertelde; maar blijkbaar viel het hem
moeilijk om te beginnen.
Hij haalde diep adem. Daarop ging hij
recht overeind zitten en staarde in het
vuur.
„We hebben allerlei tegenspoed ge
had," begon hij. „De hypotheek op de
boerderij van grootvader was onder be
zwarende condities gegeven. Daarboven
verloor vader in kort het weinigje geld,
dat hij bezat en in effecten had gestoken
en zoo waren er meer dingen. Ik durfde
er niet tegen vader over te beginnen,
want die had zich mét die groote hitte
een paar keer ziek gevoeld onder zijn
werk. Het leek mij, alsof hij opeens oud
was geworden. Eindelijk gisteren
Peter hield op. Toen ging hij bijna
fluisterend voort: „Gisteren had hij weer
zoo'n aanval, maar erger, dan de vorige
keeren. Zij lieten mij roepen, en ik stuur
de om den dokter. Het duurde eenigen
OVER DE WEEK, WAARIN NEDER
LAND IN OORLOG GERAAKTE.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling deelt mede, dat blykens ge
gevens, verzameld door het centraal bu
reau voor de statistiek het aantal leden
van gesubsidieerde vereenigingen met
werkloozenkas in de week van 6 tot en
met 11 Mei 1940 bedroeg 600.933, waar
onder 75.671 landarbeiders. Op deze per
sonen is van toepassing de regeling der
werkloosheidsverzekering, vervat in het
Werkloosheidsbesluit 1917.
Van de 525.262 verzekerden zonder de
landarbeiders was 14.9 pet. de geheele
week werkloos (in de vorige verslag-
week, 22 t/m 27 April 14.8 pet.) Een ge
deelte van de week was werkloos 3.7 pet.
(vorige verslagweek 1.9 pet.). Kennelyk
weerspiegelt zich in dit cyfer de werk
loosheid, welke in de laatste dagen de
zer week is aangevangen.
Brengt men hen, die een gedeelte der
week werkloos waren, voor een derde
gedeelte (dus voor 2 dagen werkloos
heid) in rekening, dan verkrygt men het
werkloosheidspercentage 16.1 (vorige
verslagweek 15.4).
In verband met den huldigen toestand
wordt hoe langer hoe meer door werk
gevers gebruik gemaakt van de moge-
ïykheid om met subsidie van de overheid
wachtgeldregelingen in het
leven te roepen, om het dienstverband
met het personeel, voorzoover het niet,
of niet volledig werk heeft, te behouden.
Zelfs door zeer groote Nederlandsche
ondernemingen wordt thans van deze
mogelykheid gebruik gemaakt.
Hansweert is leed en ellende door de
verwoesting van 48 huizen.
We hebben alies gedaan wat we kon
den om beschikbaar te stellen wat we
hadden, doch de nood is groot. Toch
hebben we nog reden tot dankbaarheid.
Nog niet één bericht is er gekomen, dat
er uit deze gemeente iemand zou ge
sneuveld zyn en geen burger is geval
len. God heeft ons gespaard voor groote
rampen. Niets gebeurt er buiten Zijn
wil. Hij geeft in tijden van nood kracht
om dit te dragen. We moeten elkaar
helpen en opbouwen wat verwoest is,
met hulp van hooger hand, onder bid
dend opzien tot God. Daarvoor zijn we
thans by elkaar.
Weth. v. Hootegem dankt den Burge
meester voor al het vele en moeilijke
werk door hem in deze dagen verricht.
Na voorlezing der notulen deelt de
voorzitter mede, dat by Kon. besluit de
toelage veldwachter is goedgekeurd en
dat B. en W. een tyd. onderwijzer be
noemden door toename leerlingen aan
de O.L. school te Kruiningen.
De voorz. brengt daarna in bespre
king het eenige punt der agenda:
Oprichting plaatselijk hulp
comité 1940.
De bedoeling is met lysten en speldjes
verkoop op straat gelden in te zamelen.
Een 6-tal dames op Kruiningen en Hans-
weert zullen den speldjes verkoop op zich
nemen, terwijl hy voorstelt, dat de
Raadsleden met de lijsten den burgers
gelegenheid geven hun offer te brengen
voor dit doel. Wat verzameld wordt is
voor het landelyk comité, doch blyft in
Zeeland, terwyl dat der andere provin
ciën pondspondsgewyze wordt verdeeld.
Alle raadsleden stellen zich beschik
baar voor dit werk.
De voorz. deelt nog mede, dat te Hans-
weert barakken zullen geplaatst worden
op de Oude Weel voor de dakloozen.
Bij de rondvraag zegt dhr Witte, dat
collecteeren op Kruiningen en Hans-
weert thans bezwaren heeft, daar velen
getroffen zyn.
De voorz. zegt, dat we beginnen moe
ten en aanpakken. Het zou een slechten
indruk geven als Kruiningen niets gaf.
Er zyn er nog veel, die geven kunnen.
Het moet een offer zy'n.
Dhr Hemelaar zegt, dat de uitdeeling
vorige week op Hansweert niet allen
bekend was. De voorz. erkent dit, doch
het ging haastig en er is gerekend op
nakomers.
tijd, voor hy bykwam. Vandaag ben ik
met hem naar een specialist gegaan. Hij
onderzocht vader en vertelde daarop,
daarop, wat het was."
Shirley luisterde in ademloos stilzwy-
gen toe.
„Alle oververmoeienis, opwinding,
zorg ja, alles kan zijn dood ver
oorzaken. Als hij zijn werk wilde opge
ven, zou hij misschien nog verscheidene
jaren kunnen leven. Daar kan ik hem
echter niet toe bewegen. Zijn leven is in
Gods hand, zegt hij, en Die kan hem en
zal hem kracht geven, zoolang hij die
noodig heeft. Hij wil mij niet nog meer
bezwaren. Hij zegt, dat ik al genoeg op
mij heb genomen; en dat ik net als hij
het over moet geven. Dat zal ik mis
schien met de hulp van den Heer lang
zamerhand ook wel kunnen doen. Ik weet
ook, dat God kracht geven wil aan hem
die geen kracht heeft. Hij blijft ons al
tijd nabij, dat is zeker. Vader wil echter
niet, dat ik het aan de anderen vertel.
Hij wil het zoo lang mogelijk stilhouden
ik was er echter zoo van ontsteld, dat ik
het niet voor mij kon houden, en daarom
ben ik naar je toe gekomen. Ik was zoo
zeker van je medegevoel."
(Wordt vervolgd.)