DE ZEEUW
Onze krijgsgevangenen.
Kan Gibraltar gehandhaafd worden?
TWEEDE BLAD
OVERBUREN
Sociale toestanden.
Binnenland
FEUILLETON
Een der belangrijkste peilers van het Britsche Imperium.
Verdedigingtegen luchtaanvallen vormt het kwetsbare punt.
Het rijwielvervoer per trein.
Opleiding van 500 rijksveldwachters
Onze vleeschvoorziening.
VAN
DONDERDAG 13 JUNI 1940. Nr 211.
(Van onzen militairen medewerker.)
Wie geluisterd heeft naar de uitzen
ding der K.R.O., welke een reportage
gaf van de terugkomst der krjgsgevan-
gen geraakte troepen in ons vaderland,
en toen ook vernomen heeft, wat de
Commandant der territoriale troepen in
Brabant (de z.g. Peeldivisie) vertelde
voor de microfoon, zal, evenals wij, een
oogenblik getwijfeld hebben of hij wel
goed had verstaan.
De Kolonel wees op de groote ver
houding tusschen het getal krijgsgevan
genen en dat der gesneuvelden en ge
wonden, en schreef die verhouding toe
aan de opvatting, dat zoodra het verde
digingsfront is doorbroken, en als ge
volg daarvan troepen worden afgesne
den, het nutteloos is verder te strijden
en men zich dus evengoed kan over
geven.
We drukken er in 't bijzonder op, dat
we de bedoeling dezer woorden mis
schien hebben misverstaan, dat zj mo
gelijk ook wel eenigszins anders gezegd
zijn of althans anders bedoeld waren,
doch aangezien er met ons ook hoogst
waarschijnlijk vele andere luisteraars
geweest zijn, die denzelfden indruk ver
kregen hebben, achten we het van vol
doende belang deze zaak even recht te
zetten en daarmede eventueele misvat
ting te voorkomen.
Een medeluisteraar uitte zich reeds
dadelijk: „Als dat de hedendaagsche op
vatting van de verdediging van ons
land is, wat blijft er dan over van de
fiere historische woorden: verdedigen
tot de laatste gracht, met den laatsten
man en de laatste patroon? Waarvoor
geven we dan onze zonen en ons goud,
als het zulk een comedie wordt? Waar
om dan maar niet liever dadelijk het
voorbeeld gevolgd van Denemarken en
de bezetting rustig toegelaten?"
Men stelle zich gerust. Ook heden ten
dage geldt nog ten volle het „standhou
den tot het laatste".
Voor de Grebbelinie en de Vesting Hol
land gold zulks wèl. De Grebbelinie is
door 'svijands machtige wapenwerking
doorbroken. De Vesting Holland is ge
vallen door de groote overmacht in de
lucht, waartegen wij na verlies onzer
eigen luchtkrachten machteloos ston
den. Om het nutteloos vernielen onzer
steden te voorkomen heeft onze opper
bevelhebber gecapituleerd. Onze Vest.
Holland heeft, zooals we reeds vroeger
aantoonden, het nadeel, dat zij, gelijk
een muizenval, eenmaal ingesloten zijn
de, geen gelegenheid meer biedt tot het
doen van uitvallen. Tegen den lucht-
strijd was verdere verdediging zinne
loos en nutteloos, men kon het lot nog
wat rekken, doch niet ontgaan.
De Fransche militaire wetten bevat
ten de bepaling: „Ieder commandant,
die capituleert in het open veld, zal met
den dood gestraft worden" dus. ongeacht
de omstandigheden waarin zijn troepen
zijn gekomen. In het vrije veld heeft
men nog een kans op doorbreken, voor
al vroeger, toen de vuurwapenen minder
volmaakt waren.
Het denkbeeld van strijden tot het
laatste moet dan ook gehandhaafd blij
ven, men kan er den vijand nog veel of-
breuk mede doen, al betreft het slechts
tijdverlies, dat op zichzelf reeds groote
gevolgen kan hebben.
In het geval der Peeldivisie betrof
het echter geen „standhoudende taak",
dus geen „strijd tot het uiterste". Deze
territoriale troepen hadden slechts tot
taak den vijand door vernielingen zoo
veel mogelijk op te houden en te zor
gen, na voldoenden tijd gewonnen te
hebben, zich terug te trekken binnen
door GRACE RICHMOND.
36.) o—
Shirley begon hardop voor te lezen,
wat zjj genoteerd had. Murray kon zijn
ooren niet gelooven, want nu hoorde hij
dat hij precies gezegd had, wat Jane be
weerd had. „Hoor eens," zei hij, terwijl
hij naar de tafel toeliep en het bloc op
pakte. „Ben je er heel zeker van, dat je
dat onder ons praten door opgeschreven
hebt en het er niet later uit je hoofd bij
gezet hebt? Ik bedoel, wat Jane zei, dat
ik gezegd had?"
„Ik heb niet elk woord kunnen no-
teeren, dat je zei, maar dien zin wel. Je
zei dat moest met zoo'n klem, dat ik
er dat expres bij aangaf."
„Ik moet het nu wel toegeven, maar
ik zal in het vervolg voorzichtig moeten
zyn, met wat ik zeg in je bijzijn. Je moet
het al aardig meester zijn, dat je het zoo
goed hebt klaar gepeeld. We praatten
nog al vlug, als ik me goed herinner."
„Je praatte soms bijna te vlug voor
me. Om een gesprek op te schrijven is
moeilijker dan iets anders. Wil je het
onze stellingen om aldaar als reserve
op te treden. Hunne sterkte was dan
ook op lange na niet berekend op
standhouden in zulk uitgestrekt gebied.
In de instructie,- welke de bevelhebber
dezer troepen heeft ontvangen, staat
gewoonlijk aangegeven hoelang (b.v. 24
uur of 2 maal 24 uur) van hem ver
langd wordt, dat hj den voortrukken-
den vijand zal ophouden. Is aan dezen
tjjd voldaan, dan is de taak vervuld.
Luidt de opdracht: „stand houden", dan
mag van geen overgave sprake zjjn,
doch strjdt elke afdeeling, elke man
door. Van persoonlijke opvattingen be
treffende nutteloosheid van verderen
strijd is alsdan geen kwestie. Slechts de
bevelhebber, die de opdracht voor de
verdediging gaf, kan nieuwe bevelen ge
ven voor terugtocht of wat dan ook.
Waar zou het heen gaan, als alle onder
bevelhebbers zelfstandig konden bepa
len of zij al dan niet verder zouden strij
den. Ieder heeft slechts één plicht: het
volledig en tot het laatste toe getrouw
uitvoeren der hem opgedragen taak.
Daarover mag nooit, onder welke om
standigheden ook, gemarchandeerd
worden.
In het „Nationale Dagblad" werd
onder het hoofd „Vernieuwing uit
eigen wil" o.m. betoogd, dat de hier te
lande bestaande sociale toestanden voor
zich zelf ten hemel schreeuwen en dat
onze „democratische zelfvoldaanheid
ons volk tot nu toe belet heeft te be
merken, dat wj als volksgemeenschap
achterlijk zjjn".
Hierop antwoordt de „Eindh. en
Meier jsche Crt." het volgende:
Waarheid, maar dan ook absolute
waarheid intusschen is, dat de sociale
toestanden van geen enkel land, maar
dan ook juist van geen enkel land ter
wereld in de verste verte vergeleken
kunnen worden met de sociale toestan
den van Nederland.
Men heeft in ons überhaupt welva
rende Holland niet het minste begrip
van de ellendige en hartverscheurende
sociale toestanden, die heerschen in alle
andere Europeesche staten.
Trots onze democratisch-politieke
oriënteering, die inmiddels met het ge
val niet heel veel uitstaande heeft, is
Nederland in sociaal en ook wel in so
ciaal-economisch opzicht een land, in
welks schaduw weinig andere landen ter
wereld kunnen staan.
Indien de schrijver van het hier ge
wrochte artikel uit het „Nat. Dgbl."
zich eens de moeite wilde getroosten,
onder de nu hier binnengetrokken Duit-
schers de reactie te ontdekken op de
door hen hier aangetroffen sociale toe
standen, dan zou hij met ons dit hebben
kunnen constateerendat de minder in-
tellectueele Duitschers hun handen van
verbazing in elkaar slaan over de hier
algemeen heerschende welvaart en dat
de meer intellectueele Duitschers hun
bewondering niet verbergen over wat
in ons land zoowel de plaatselijke als
de algemeene politieke leiding op sociaal
en sociaal-economisch gebied tot stand
wist te brengen.
Voor wat Eindhoven b.v. betreft,
hebben de hier vertoevende Duitsche
autoriteiten spontaan hulde gebracht
over de hier bestaande woningtoestan
den, welke zij verklaarden een ideaal op
dit gebied te vinden.
En dit is geenszins een „twijfelachtig
compliment", gebracht aan onze „ach
terlijkheid"
De Duitschers zijn verstandig genoeg,
om ook het werkelijk goede, dat zij in
andere landen aantreffen, te kunnen
zien en prjjzen en zich dan te hoeden
voor een lafheid, waarvoor het „Nat.
Dgbl." zich blijkbaar niet wist te vrij
waren.
Wij luisteren liever naar een objec
tief oordeelend Duitscher dan naar een
bevooroordeeld N.S.B.'er. Want diens
N.S.B.'sche zelfvoldaanheid heeft hem
tot nu toe belet te bemerken, dat wij
als volksgemeenschap het nog zoo
slecht niet hebben gedaan!
niet eens probeeren met een brief over
zaken?"
„Met plezier," en Murray haalde met
een een brief uit zijn zak, keek dien in
en begon een antwoord te dicteeren.
Voor zjj nog twee regels geschreven
had, bemerkte Shirley al, dat om gedic
teerd te worden door een zakenman, die
zien wou, wat ze er van wist, heel wat
anders was dan haar oefenen met Nan
cy Bell. Murray's oogen rustten op haar,
hij keek voortdurend naar haar vingers,
en hij gebruikte zakelijke termen, die zij
niet kende. Zij moest die woorden er wel
uitlaten, maar zij kalmeerde langzamer
hand, toen zij bemerkte, dat hij niet al
te vlug sprak en ook nu en dan wachtte
tusschen de zinnen, alsof hij den brief
nog even inkeek, dien^hij bezig was te
beantwoorden.
Eindelijk zei ze: „Ik zal je er een co-
pie van maken," en vloog de kamer uit.
Murray keek Jane, die een en al belang
stelling was geweest, glimlachend aan.
„Ik kan maar niet wennen aan het
idee, dat het haar ernst is", zei hij. „Ik
weet, dat zij er den heelen zomer mee
bezig is geweest, maar ik heb er zoo wei
nig van gezien, en ze heeft er zoo wei-
nig over gezegd, dat ik me haast niet
kan voorstellen, dat zij bij haar plan ge
bleven is. Als moeder en Olive thuis wa
ren geweest, zou ik over niets anders
Het intreden van Italië in den oorlog
is uiteraard van het grootste belang
voor de machtsverhoudingen in de Mid-
dellandsche Zee. Daarbj speelt ook de
vesting Gibraltar een belangrijke rol.
Gibraltar werd in 1704 door de Brit
sche troepen veroverd onder het voor
wendsel, dat zj vochten voor den troon
pretendent Aartshertog Karei van Oos-
tenrijk. De strategische beteekenis van
deze vesting lag toen hierin, dat de uit
gang van de Middellandsche Zee er door
werd versperd.
Het ging erom, eerst de Fransche en
vervolgens de Spaansche vloot te ver
hinderen, ach met de vloot in den At-
lantischen Oceaan te vereenigen, en zoo
een overmacht te vormen, die voor de
Engelsche macht ter zee een gevaar kon
beteekenen. Ten tijde van Napoleon I
gelukte dat reeds niet geheel. Zjjn Mid
dellandsche Zee-vloot wist wel den At-
lantischen Oceaan te bereiken, maar
werd desondanks toch door Nelson, die
uit de Middellandsche Zee kwam aan
snellen, vernietigd, voordat zij zich met
de Fransche vloot op den Atlantischen
Oceaan kon vereenigen. Sinds dien was
er in de Middellandsche Zee geen mo
gendheid meer, die langs Gibraltar op
den Oceaan kon komen, om Engeland
zelf aan te vallen.
De positie veranderde volkomen door
I den aanleg van het Suezkanaal. De we
reldhandel behoefte voortaan niet meer
om Kaap de Goede Hoop te worden ge
leid.
De weg naar Indië werd in de Mid
dellandsche Zee door drie steunpunten
beveiligd: Gibraltar, Malta en het Suez
kanaal. Slechts Engelands positie in het
Oosten bleef gevaarlijk, omdat die van
het land kon worden aangevallen. Een
van de doeleinden van Engeland in den
vorigen wereldoorlog was de verster
king van zjjn positie in het Oosten. Gi
braltar en Malta schenen toen, dank zij
de meerderheid der Britsche vloot, on
aantastbaar. Maar door de moderne oor
logswapens, in het bijzonder door het
luchtwapen, werd de toestand opnieuw
totaal gewijzigd. De Abessjnsche oorlog
bewees, dat er iets begon te haperen aan
de Engelsche macht in de Middelland
sche Zee. Het aan de macht komen van
Generaal Franco in Spanje heeft ge
maakt, dat Engeland voortaan niet
slechts met Italië, maar ook met Spanje
te rekenen had.
pad vroeger Gibraltar de rol gespeeld
van een schuif, die de deur tusschen
twee vjanden kon sluiten, in de 10e en
20ste eeuw werd het de wachter, die het
ongehinderde verkeer in de Middelland
sche Zee moest beschermen. De veran
derde politieke en militaire positie heeft
thans Engeland gedwongen, sinds gerui-
men tijd zijn schepen om de Kaap te la
ten varen, en Gibraltar heeft een nieuwe
rol toebedeeld gekregen.
Men moet de verbinding tusschen At
lantischen Oceaan en de Middellandsche
Zee open houden, zoodat de Britsche en
Fransche Atlantische vloten de zeever
binding tusschen N.-Afrika en Frank
rijk kunnen beschermen. Men heeft de
hoop laten varen, dat Malta het scheep
vaartverkeer, al ware het slechts dat
van de oorlogsbodems, tusschen het
Westelijk en het Oostelijk deel van de
Middellandsche Zee zou kunnen in stand
houden.
De scheepvaart door de Straat van
Gibraltar kan Engeland echter niet ge
heel laten varen, wanneer het niet elke
bewegingsvrijheid van zijn vloot wil prijs
geven.
Gibraltar is niet slechts het eerste
steunpunt op den weg naar Indië, het
moet tevens de flank van den zeeweg
naar Zuid-Amerika dekken, en zelfs die
naar Noord-Amerika, ja zelfs de vaart
langs de Afrikaansche kust om de Kaap
de Goede Hoop beveiligen.
En zoo is Gibraltar een belangrijke
peiler van het Britsche imperium. Geen
enkel ander punt op het Iberisch schier
eiland of op de ervoor gelegen eilanden
in den Atlantischen Oceaan zou denzelf-
den dienst kunnen doen.
Vandaar, dat Engeland, ondanks het
groote gevaar uit de lucht en de beperk
te afmetingen van de haven, de vesting
Gibraltar tot het uitsterste heeft ver-
sterkt en die met alle krachten wil ver
dedigen. Het is echter niet mogelijk ge
bleken er een behoorlijke vliegtuigbasis
aan te; leggen. Voor zjn luchtverdediging
is Gibraltar aangewezen op N.-Afrika.
GEEN DUBBELE BEVRACHTING
MEER ALS ER VEERPONTEN IN
HET TRAJECT LIGGEN.
De Nederlandsche spoorwegen hebben
thans weer de mogelijkheid opengesteld
tot rechtstreeksche bevrachting van rij
wielen naar en van verschillende sta
tions, welke slechts bereikbaar zijn door
overzetting per veerpont e.d. onderweg.
Dit beteekent, dat het vervoer van de
fiets over het geheele traject op één
kaart, dus voor één prijs geschiedt. De
reizigers moeten zelf voor de overbren
ging van het rijwiel zorgen. Zij kunnen
het rjwiel aan het station, waar het
wordt uitgeladen, in ontvangst nemen,
tegen afgifte van het ontvangstbewijs.
Het merk moet aan het rijwiel beves
tigd blijven.
Na overzetting moet de reiziger het
rijwiel op denzelfden dag aan het op
den anderen oever gelegen station ter i
doorzending aanbieden en daarbij zjn
plaatsbewijs toonen. Dit laatste station
geeft dan een kosteloos bewijs af voor
het verdere vervoer. Tusschen de sta
tions HattemerbroekZwolle, Dor
drechtSliedrecht en Waardenburg
Den Bosch geschiedt de overbrenging
kosteloos door de Nederlandsche spoor
wegen.
gehoord hebben."
„Je behoeft er niet aan te twijfelen,
of het haar ernst is. Zj en Nan hebben
urenlang samen geoefend," antwoordde
Jane. „Ik denk wel, dat haar copie vrj
correct zal zjn."
„Ik betwjfel het. Zj heeft natuurljk
de kern van ons gesprek opgevangen,
maar dat is betrekkeljk gemakkeljk,
want haar geheugen komt haar daarbj
te hulp, maar om het woord voor woord
op te vangen, zooals bij een brief over
zaken moet gebeuren, dat is heel iets
anders. Dat zal zij ook wel zien."
Even later kwam Shirley terug en
reikte haar broer den brief over. Hij las
dien zorgvuldig door.
„Dat valt me niet tegen", zei hij toen
en keek haar aan.
„Ik heb de woorden, die je gebruikte,
en die ik nog nooit gehoord had, maar
overgeslagen", zei ze. „Daar heb ik
vooruit niet aan gedacht, dat er woor
den zouden kunnen zijn in je correspon
dentie, die ik niet kende. Zou je mij er
niet een lijstje van kunnen geven of een
catalogus? Dan zal ik zorgen, dat ik ze
■den volgenden keer ken."
„Uitstekend. Verder heb je alles woor
delijk weergegeven. Hoe heb je het toch
klaargespeeld, om het in vier maanden
zoover te brengen? Het neemt altijd
minstens een half jaar. Kom eens hier
Binnenkort, vermoedeljk in den loop
van de volgende maand, zal te Hilver
sum een spoedcursus ter opleiding van
500 jongemannen tot rijksveldwachter
beginnen. De manschappen krijgen
reeds vóór den cursus, welke zes a ze
ven maanden vergt, hun aanstelling.
Het gemeentebestuur van Hilversum
heeft voor het geven der theorie-lessen
het schoolgebouw op den hoek van de
Koningsstraat en de Violenstraat ter
beschikking gesteld. Hier is thans het
Nieuwe Lyceum gevestigd; dit verhuist
naar de Geraniumschool, welke door de
militairen ontruimd wordt.
Het ligt in de bedoeling de leerlingen
reeds in het begin van uniformen te
voorzien; voor de uitrusting is het be-
noodigde crediet van regeeringswege
toegestaan. De mannen zullen allen in
deze gemeente in pension komen.
De leiding van deze opleiding berust
bij mr P. Frima, directeur van de daar l
gevestigde model-politievakschool.
STICHTING GELDERLAND.
De voorzitter der stichting Gelder
land 1940, de heer Mr S. baron van
Heemstra, Commissaris der Koningin
in de provincie Gelderland, is als zooda
nig afgetreden.
In zijn plaats is benoemd tot voorzit
ter der stichting de heer Mr A. van der
Deure, te Bennekom, oudste lid van het
college van Gedep. Staten.
en laat ik je eens aankjken. Ik wed,
dat je er mager van bent geworden.
Neen, ik kan het heelemaal niet aan je
zien, dat je zoo hard gewerkt hebt."
„Natuurljk ben ik niet mager gewor
den, want ik heb mj mjn heele leven
nog niet zoo gelukkig gevoeld."
„Juffrouw Henley, die bj ons op kan
toor is, gaat met October trouwen."
Hj sloeg haar oplettend gade, en zj
keek hem met verlangenden blik aan.
Eindeljk begon hij te lachen.
„Als je doodarm was", zei hij „en nog
een moeder en zusjes te onderhouden
had, kon je mij niet smeekender aankij
ken. Nu, blijf je best maar doen, en dan
zal ik het wel met vader zien klaar te
spelen."
Mevrouw Townsend kwam dien herfst
niet terug. Zoodra zij zich goed genoeg
voelde voor een lange reis, ging zij met
Olive door naar Italië, en vandaar uit
schreef zij. Murray een brief, die hij aan
niemand liet zien, maar die hem niet
weinig hinderde.
„Het is maar goed, dat ik niet thuis
ben", schreef ze, „en dus niet te lijden
heb van de revolutie, die in mijn huis
houden plaats heeft; met Jane, die voor
alle invitaties van eenige beteekenis be
dankt. Forrest van huis, en Shirley, die
op kantoor zit, alsof ze geen cent in de
wereld bezat, zou ik mij toch niet ge-
digheidstermijn van het laatste rjbewijs.
Zj, die voorloopig geen motorrjtuig
denken te besturen, kunnen dus met de
verlenging van hun rjbewjs desge-
wenscht wachten totdat zj hun voertuig
weer van stal kunnen halen.
TOELATINGSEXAMENS K. M. A.
VOORLOOPIG UITGESTELD.
Aangezien de Duitsche autoriteiten
nog geen regelingen hebben getroffen
ten aanzien van het beroepsleger en men
bj de jongelui, die zich daarvoor hebben
aangemeld, geenerlei illusies wil wek
ken, zjn de toelatingsexamens voor de
Koninkljke Militaire Academie voorloo
pig voor onbepaalden tjd uitgesteld. De
ingeleverde papieren, zooals einddiplo
ma's H.B.S. en dergeljke, liggen reeds
gereed om teruggezonden te worden,
zoodat de jongelui hun stukken spoedig
terug krijgen, om bij andere sollicitaties
dienst te kunnen doen.
INKWARTIERINGSVERGOEDING
VERHOOGD.
De vergoeding voor inkwartiering met
voeding, ten bedrage van zestig cent
per dag per korporaal of militair in den
stand van matroos of soldaat, is met
ingang van 1 Mei j.l. verhoogd tot ne
gentig cent.
Mr L. J. PLEMP VAN DUIVELAND. 1
Te 's-Gravenhage is in den leeftijd van
71 jaar overleden Mr L. J. Plemp van
Duiveland, oud-referendaris aan het de
partement van buitenlandsche zaken en
eere-voorzitter van den Nederlandschen
Journalistenkring.
Hij heeft vooral veel gedaan voor de
regeling van het auteursrecht in ons land
en leverde subliem werk op internatio
naal terrein.
Zjn verdiensten werden officieel er
kend door zijn benoeming tot officier in
de orde van Oranje Nassau.
VERLENGING VAN RIJBEWIJZEN.
Nu vele motorrijtuigen zjn opgelegd
of afgeschaft, schrjft de K. N. A. C.,
rijst bj velen de vraag wat zj moeten
doen ten aanzien van hun rjbewjs, in
dien de geldigheidstermjn daarvan in
dezen tjd verstrjkt.
De K. N. A. C. wjst er derhalve op,
dat „verlenging" van een rjbewjs kan
geschieden met ingang van den datum,
die men verkiest en dat deze datum dus
niet behoeft aan te sluiten op den gel-
RUNDVLEESCH EN VOORAL SCHA-
PENVLEESCH IS ER VOLDOENDE,
SLECHTS MET BETREKKING TOT
VARKENSVLEESCH ZAL EENIGE
SCHAARSCHTE ONTSTAAN.
Uit het feit, dat extra varkens uit de
markt worden genomen, volgt, dat voor
het oogenblik van een sehaarschte van
varkensvleesch nog geen sprake is. Ook
rundvleesch is er nog meer dan voldoen
de. Gezien de positie van het krachtvoer
is het evenwel te voorzien, dat hierin
binnen afzienbaren tijd verandering zal
komen en vooral het varkensvleesch be
trekkelijk schaarsch zal worden.
Het is daarom, dat we nog weer eens
willen wijzen op de beteekenis van het
schaap als vleeschleverancier. In de ja
ren voor de crisis waren de meeste scha
pen, die hier te lande geslacht werden,
bestemd voor export naar het buiten
land. Gedurende den loop van de crisis is
hierin echter een algeheele verandering
gekomen. De export liep sterk achter
uit en de schapenhouderij zag zich ge
noodzaakt voor haar product afzet op
de binnenlandsche markt te zoeken.
Inmiddels kan geconstateerd worden,
dat de laatste jaren het aantal schapen
belangrijk is gestegen. In 1910 waren
hier te lande 890.000 schapen. Dit aan
tal daalde tot 668.000 stuks in 1920 en
485.000 stuks in 1930. Dit was dus vlak
voor de doorwerking van de crisis. Daar
na trad evenwel een stijging in, zoodat
in 1939 het aantal schapen 690.000
stuks bedroeg. Gedurende de crisisjaren
steeg het aantal dus met 205.000 stuks
o| circa 42 pet.
lukkig voelen.
„Ik hoor, dat Jane ook wel wat slordig
omspringt met haar Ijst van bezoe
ken. Druk haar toch op het hart, dat
zj zekere plichten heeft tegenover onze
vrienden, al wil zj hen niet tot de hare
maken. Ik zou niet graag bj mjn
thuiskomst mjn vrienden van ons ver
vreemd zien door de excentriciteit van
mjn schoondochter. Ik zou het haar
niet kunnen vergeven als zj mij dat
aandeed."
„Wat schijnt het toch moeilijk voor
een vrouw, om een andere vrouw te be
grijpen", dacht Murray, terwijl hij deze
regels las. Jane blijft den heelen zomer
in de stad, omdat zij mij niet alleen wil
laten, ze beheert hier het huishouden,
neemt al moeders correspondentie waar,
ontvangt onze familie, ook die van bui
ten de stad, doet al haar best om vaders
avonden gezellig te maken, en zich ook
nog aan haar eigen familie te geven,
maar omdat de een of andere kennis
van moeder nu niet binnen den gebrui-
kelijken tijd een bezoek van haar gehad
heeft, is die arme Jane excentriek. Nu,
maar, ik zal er haar niet mee bezwaren;
zij heeft eerder een vergoeding noodig
voor al haar goede zorg."
(Wordt vervolgd.)