DE ZEEUW Onze krijgsgevangenen. Kan Gibraltar gehandhaafd worden? TWEEDE BLAD OVERBUREN Sociale toestanden. Binnenland FEUILLETON Een der belangrijkste peilers van het Britsche Imperium. Verdedigingtegen luchtaanvallen vormt het kwetsbare punt. Het rijwielvervoer per trein. Opleiding van 500 rijksveldwachters Onze vleeschvoorziening. VAN DONDERDAG 13 JUNI 1940. Nr 211. (Van onzen militairen medewerker.) Wie geluisterd heeft naar de uitzen ding der K.R.O., welke een reportage gaf van de terugkomst der krjgsgevan- gen geraakte troepen in ons vaderland, en toen ook vernomen heeft, wat de Commandant der territoriale troepen in Brabant (de z.g. Peeldivisie) vertelde voor de microfoon, zal, evenals wij, een oogenblik getwijfeld hebben of hij wel goed had verstaan. De Kolonel wees op de groote ver houding tusschen het getal krijgsgevan genen en dat der gesneuvelden en ge wonden, en schreef die verhouding toe aan de opvatting, dat zoodra het verde digingsfront is doorbroken, en als ge volg daarvan troepen worden afgesne den, het nutteloos is verder te strijden en men zich dus evengoed kan over geven. We drukken er in 't bijzonder op, dat we de bedoeling dezer woorden mis schien hebben misverstaan, dat zj mo gelijk ook wel eenigszins anders gezegd zijn of althans anders bedoeld waren, doch aangezien er met ons ook hoogst waarschijnlijk vele andere luisteraars geweest zijn, die denzelfden indruk ver kregen hebben, achten we het van vol doende belang deze zaak even recht te zetten en daarmede eventueele misvat ting te voorkomen. Een medeluisteraar uitte zich reeds dadelijk: „Als dat de hedendaagsche op vatting van de verdediging van ons land is, wat blijft er dan over van de fiere historische woorden: verdedigen tot de laatste gracht, met den laatsten man en de laatste patroon? Waarvoor geven we dan onze zonen en ons goud, als het zulk een comedie wordt? Waar om dan maar niet liever dadelijk het voorbeeld gevolgd van Denemarken en de bezetting rustig toegelaten?" Men stelle zich gerust. Ook heden ten dage geldt nog ten volle het „standhou den tot het laatste". Voor de Grebbelinie en de Vesting Hol land gold zulks wèl. De Grebbelinie is door 'svijands machtige wapenwerking doorbroken. De Vesting Holland is ge vallen door de groote overmacht in de lucht, waartegen wij na verlies onzer eigen luchtkrachten machteloos ston den. Om het nutteloos vernielen onzer steden te voorkomen heeft onze opper bevelhebber gecapituleerd. Onze Vest. Holland heeft, zooals we reeds vroeger aantoonden, het nadeel, dat zij, gelijk een muizenval, eenmaal ingesloten zijn de, geen gelegenheid meer biedt tot het doen van uitvallen. Tegen den lucht- strijd was verdere verdediging zinne loos en nutteloos, men kon het lot nog wat rekken, doch niet ontgaan. De Fransche militaire wetten bevat ten de bepaling: „Ieder commandant, die capituleert in het open veld, zal met den dood gestraft worden" dus. ongeacht de omstandigheden waarin zijn troepen zijn gekomen. In het vrije veld heeft men nog een kans op doorbreken, voor al vroeger, toen de vuurwapenen minder volmaakt waren. Het denkbeeld van strijden tot het laatste moet dan ook gehandhaafd blij ven, men kan er den vijand nog veel of- breuk mede doen, al betreft het slechts tijdverlies, dat op zichzelf reeds groote gevolgen kan hebben. In het geval der Peeldivisie betrof het echter geen „standhoudende taak", dus geen „strijd tot het uiterste". Deze territoriale troepen hadden slechts tot taak den vijand door vernielingen zoo veel mogelijk op te houden en te zor gen, na voldoenden tijd gewonnen te hebben, zich terug te trekken binnen door GRACE RICHMOND. 36.) o— Shirley begon hardop voor te lezen, wat zjj genoteerd had. Murray kon zijn ooren niet gelooven, want nu hoorde hij dat hij precies gezegd had, wat Jane be weerd had. „Hoor eens," zei hij, terwijl hij naar de tafel toeliep en het bloc op pakte. „Ben je er heel zeker van, dat je dat onder ons praten door opgeschreven hebt en het er niet later uit je hoofd bij gezet hebt? Ik bedoel, wat Jane zei, dat ik gezegd had?" „Ik heb niet elk woord kunnen no- teeren, dat je zei, maar dien zin wel. Je zei dat moest met zoo'n klem, dat ik er dat expres bij aangaf." „Ik moet het nu wel toegeven, maar ik zal in het vervolg voorzichtig moeten zyn, met wat ik zeg in je bijzijn. Je moet het al aardig meester zijn, dat je het zoo goed hebt klaar gepeeld. We praatten nog al vlug, als ik me goed herinner." „Je praatte soms bijna te vlug voor me. Om een gesprek op te schrijven is moeilijker dan iets anders. Wil je het onze stellingen om aldaar als reserve op te treden. Hunne sterkte was dan ook op lange na niet berekend op standhouden in zulk uitgestrekt gebied. In de instructie,- welke de bevelhebber dezer troepen heeft ontvangen, staat gewoonlijk aangegeven hoelang (b.v. 24 uur of 2 maal 24 uur) van hem ver langd wordt, dat hj den voortrukken- den vijand zal ophouden. Is aan dezen tjjd voldaan, dan is de taak vervuld. Luidt de opdracht: „stand houden", dan mag van geen overgave sprake zjjn, doch strjdt elke afdeeling, elke man door. Van persoonlijke opvattingen be treffende nutteloosheid van verderen strijd is alsdan geen kwestie. Slechts de bevelhebber, die de opdracht voor de verdediging gaf, kan nieuwe bevelen ge ven voor terugtocht of wat dan ook. Waar zou het heen gaan, als alle onder bevelhebbers zelfstandig konden bepa len of zij al dan niet verder zouden strij den. Ieder heeft slechts één plicht: het volledig en tot het laatste toe getrouw uitvoeren der hem opgedragen taak. Daarover mag nooit, onder welke om standigheden ook, gemarchandeerd worden. In het „Nationale Dagblad" werd onder het hoofd „Vernieuwing uit eigen wil" o.m. betoogd, dat de hier te lande bestaande sociale toestanden voor zich zelf ten hemel schreeuwen en dat onze „democratische zelfvoldaanheid ons volk tot nu toe belet heeft te be merken, dat wj als volksgemeenschap achterlijk zjjn". Hierop antwoordt de „Eindh. en Meier jsche Crt." het volgende: Waarheid, maar dan ook absolute waarheid intusschen is, dat de sociale toestanden van geen enkel land, maar dan ook juist van geen enkel land ter wereld in de verste verte vergeleken kunnen worden met de sociale toestan den van Nederland. Men heeft in ons überhaupt welva rende Holland niet het minste begrip van de ellendige en hartverscheurende sociale toestanden, die heerschen in alle andere Europeesche staten. Trots onze democratisch-politieke oriënteering, die inmiddels met het ge val niet heel veel uitstaande heeft, is Nederland in sociaal en ook wel in so ciaal-economisch opzicht een land, in welks schaduw weinig andere landen ter wereld kunnen staan. Indien de schrijver van het hier ge wrochte artikel uit het „Nat. Dgbl." zich eens de moeite wilde getroosten, onder de nu hier binnengetrokken Duit- schers de reactie te ontdekken op de door hen hier aangetroffen sociale toe standen, dan zou hij met ons dit hebben kunnen constateerendat de minder in- tellectueele Duitschers hun handen van verbazing in elkaar slaan over de hier algemeen heerschende welvaart en dat de meer intellectueele Duitschers hun bewondering niet verbergen over wat in ons land zoowel de plaatselijke als de algemeene politieke leiding op sociaal en sociaal-economisch gebied tot stand wist te brengen. Voor wat Eindhoven b.v. betreft, hebben de hier vertoevende Duitsche autoriteiten spontaan hulde gebracht over de hier bestaande woningtoestan den, welke zij verklaarden een ideaal op dit gebied te vinden. En dit is geenszins een „twijfelachtig compliment", gebracht aan onze „ach terlijkheid" De Duitschers zijn verstandig genoeg, om ook het werkelijk goede, dat zij in andere landen aantreffen, te kunnen zien en prjjzen en zich dan te hoeden voor een lafheid, waarvoor het „Nat. Dgbl." zich blijkbaar niet wist te vrij waren. Wij luisteren liever naar een objec tief oordeelend Duitscher dan naar een bevooroordeeld N.S.B.'er. Want diens N.S.B.'sche zelfvoldaanheid heeft hem tot nu toe belet te bemerken, dat wij als volksgemeenschap het nog zoo slecht niet hebben gedaan! niet eens probeeren met een brief over zaken?" „Met plezier," en Murray haalde met een een brief uit zijn zak, keek dien in en begon een antwoord te dicteeren. Voor zjj nog twee regels geschreven had, bemerkte Shirley al, dat om gedic teerd te worden door een zakenman, die zien wou, wat ze er van wist, heel wat anders was dan haar oefenen met Nan cy Bell. Murray's oogen rustten op haar, hij keek voortdurend naar haar vingers, en hij gebruikte zakelijke termen, die zij niet kende. Zij moest die woorden er wel uitlaten, maar zij kalmeerde langzamer hand, toen zij bemerkte, dat hij niet al te vlug sprak en ook nu en dan wachtte tusschen de zinnen, alsof hij den brief nog even inkeek, dien^hij bezig was te beantwoorden. Eindelijk zei ze: „Ik zal je er een co- pie van maken," en vloog de kamer uit. Murray keek Jane, die een en al belang stelling was geweest, glimlachend aan. „Ik kan maar niet wennen aan het idee, dat het haar ernst is", zei hij. „Ik weet, dat zij er den heelen zomer mee bezig is geweest, maar ik heb er zoo wei nig van gezien, en ze heeft er zoo wei- nig over gezegd, dat ik me haast niet kan voorstellen, dat zij bij haar plan ge bleven is. Als moeder en Olive thuis wa ren geweest, zou ik over niets anders Het intreden van Italië in den oorlog is uiteraard van het grootste belang voor de machtsverhoudingen in de Mid- dellandsche Zee. Daarbj speelt ook de vesting Gibraltar een belangrijke rol. Gibraltar werd in 1704 door de Brit sche troepen veroverd onder het voor wendsel, dat zj vochten voor den troon pretendent Aartshertog Karei van Oos- tenrijk. De strategische beteekenis van deze vesting lag toen hierin, dat de uit gang van de Middellandsche Zee er door werd versperd. Het ging erom, eerst de Fransche en vervolgens de Spaansche vloot te ver hinderen, ach met de vloot in den At- lantischen Oceaan te vereenigen, en zoo een overmacht te vormen, die voor de Engelsche macht ter zee een gevaar kon beteekenen. Ten tijde van Napoleon I gelukte dat reeds niet geheel. Zjjn Mid dellandsche Zee-vloot wist wel den At- lantischen Oceaan te bereiken, maar werd desondanks toch door Nelson, die uit de Middellandsche Zee kwam aan snellen, vernietigd, voordat zij zich met de Fransche vloot op den Atlantischen Oceaan kon vereenigen. Sinds dien was er in de Middellandsche Zee geen mo gendheid meer, die langs Gibraltar op den Oceaan kon komen, om Engeland zelf aan te vallen. De positie veranderde volkomen door I den aanleg van het Suezkanaal. De we reldhandel behoefte voortaan niet meer om Kaap de Goede Hoop te worden ge leid. De weg naar Indië werd in de Mid dellandsche Zee door drie steunpunten beveiligd: Gibraltar, Malta en het Suez kanaal. Slechts Engelands positie in het Oosten bleef gevaarlijk, omdat die van het land kon worden aangevallen. Een van de doeleinden van Engeland in den vorigen wereldoorlog was de verster king van zjjn positie in het Oosten. Gi braltar en Malta schenen toen, dank zij de meerderheid der Britsche vloot, on aantastbaar. Maar door de moderne oor logswapens, in het bijzonder door het luchtwapen, werd de toestand opnieuw totaal gewijzigd. De Abessjnsche oorlog bewees, dat er iets begon te haperen aan de Engelsche macht in de Middelland sche Zee. Het aan de macht komen van Generaal Franco in Spanje heeft ge maakt, dat Engeland voortaan niet slechts met Italië, maar ook met Spanje te rekenen had. pad vroeger Gibraltar de rol gespeeld van een schuif, die de deur tusschen twee vjanden kon sluiten, in de 10e en 20ste eeuw werd het de wachter, die het ongehinderde verkeer in de Middelland sche Zee moest beschermen. De veran derde politieke en militaire positie heeft thans Engeland gedwongen, sinds gerui- men tijd zijn schepen om de Kaap te la ten varen, en Gibraltar heeft een nieuwe rol toebedeeld gekregen. Men moet de verbinding tusschen At lantischen Oceaan en de Middellandsche Zee open houden, zoodat de Britsche en Fransche Atlantische vloten de zeever binding tusschen N.-Afrika en Frank rijk kunnen beschermen. Men heeft de hoop laten varen, dat Malta het scheep vaartverkeer, al ware het slechts dat van de oorlogsbodems, tusschen het Westelijk en het Oostelijk deel van de Middellandsche Zee zou kunnen in stand houden. De scheepvaart door de Straat van Gibraltar kan Engeland echter niet ge heel laten varen, wanneer het niet elke bewegingsvrijheid van zijn vloot wil prijs geven. Gibraltar is niet slechts het eerste steunpunt op den weg naar Indië, het moet tevens de flank van den zeeweg naar Zuid-Amerika dekken, en zelfs die naar Noord-Amerika, ja zelfs de vaart langs de Afrikaansche kust om de Kaap de Goede Hoop beveiligen. En zoo is Gibraltar een belangrijke peiler van het Britsche imperium. Geen enkel ander punt op het Iberisch schier eiland of op de ervoor gelegen eilanden in den Atlantischen Oceaan zou denzelf- den dienst kunnen doen. Vandaar, dat Engeland, ondanks het groote gevaar uit de lucht en de beperk te afmetingen van de haven, de vesting Gibraltar tot het uitsterste heeft ver- sterkt en die met alle krachten wil ver dedigen. Het is echter niet mogelijk ge bleken er een behoorlijke vliegtuigbasis aan te; leggen. Voor zjn luchtverdediging is Gibraltar aangewezen op N.-Afrika. GEEN DUBBELE BEVRACHTING MEER ALS ER VEERPONTEN IN HET TRAJECT LIGGEN. De Nederlandsche spoorwegen hebben thans weer de mogelijkheid opengesteld tot rechtstreeksche bevrachting van rij wielen naar en van verschillende sta tions, welke slechts bereikbaar zijn door overzetting per veerpont e.d. onderweg. Dit beteekent, dat het vervoer van de fiets over het geheele traject op één kaart, dus voor één prijs geschiedt. De reizigers moeten zelf voor de overbren ging van het rijwiel zorgen. Zij kunnen het rjwiel aan het station, waar het wordt uitgeladen, in ontvangst nemen, tegen afgifte van het ontvangstbewijs. Het merk moet aan het rijwiel beves tigd blijven. Na overzetting moet de reiziger het rijwiel op denzelfden dag aan het op den anderen oever gelegen station ter i doorzending aanbieden en daarbij zjn plaatsbewijs toonen. Dit laatste station geeft dan een kosteloos bewijs af voor het verdere vervoer. Tusschen de sta tions HattemerbroekZwolle, Dor drechtSliedrecht en Waardenburg Den Bosch geschiedt de overbrenging kosteloos door de Nederlandsche spoor wegen. gehoord hebben." „Je behoeft er niet aan te twijfelen, of het haar ernst is. Zj en Nan hebben urenlang samen geoefend," antwoordde Jane. „Ik denk wel, dat haar copie vrj correct zal zjn." „Ik betwjfel het. Zj heeft natuurljk de kern van ons gesprek opgevangen, maar dat is betrekkeljk gemakkeljk, want haar geheugen komt haar daarbj te hulp, maar om het woord voor woord op te vangen, zooals bij een brief over zaken moet gebeuren, dat is heel iets anders. Dat zal zij ook wel zien." Even later kwam Shirley terug en reikte haar broer den brief over. Hij las dien zorgvuldig door. „Dat valt me niet tegen", zei hij toen en keek haar aan. „Ik heb de woorden, die je gebruikte, en die ik nog nooit gehoord had, maar overgeslagen", zei ze. „Daar heb ik vooruit niet aan gedacht, dat er woor den zouden kunnen zijn in je correspon dentie, die ik niet kende. Zou je mij er niet een lijstje van kunnen geven of een catalogus? Dan zal ik zorgen, dat ik ze ■den volgenden keer ken." „Uitstekend. Verder heb je alles woor delijk weergegeven. Hoe heb je het toch klaargespeeld, om het in vier maanden zoover te brengen? Het neemt altijd minstens een half jaar. Kom eens hier Binnenkort, vermoedeljk in den loop van de volgende maand, zal te Hilver sum een spoedcursus ter opleiding van 500 jongemannen tot rijksveldwachter beginnen. De manschappen krijgen reeds vóór den cursus, welke zes a ze ven maanden vergt, hun aanstelling. Het gemeentebestuur van Hilversum heeft voor het geven der theorie-lessen het schoolgebouw op den hoek van de Koningsstraat en de Violenstraat ter beschikking gesteld. Hier is thans het Nieuwe Lyceum gevestigd; dit verhuist naar de Geraniumschool, welke door de militairen ontruimd wordt. Het ligt in de bedoeling de leerlingen reeds in het begin van uniformen te voorzien; voor de uitrusting is het be- noodigde crediet van regeeringswege toegestaan. De mannen zullen allen in deze gemeente in pension komen. De leiding van deze opleiding berust bij mr P. Frima, directeur van de daar l gevestigde model-politievakschool. STICHTING GELDERLAND. De voorzitter der stichting Gelder land 1940, de heer Mr S. baron van Heemstra, Commissaris der Koningin in de provincie Gelderland, is als zooda nig afgetreden. In zijn plaats is benoemd tot voorzit ter der stichting de heer Mr A. van der Deure, te Bennekom, oudste lid van het college van Gedep. Staten. en laat ik je eens aankjken. Ik wed, dat je er mager van bent geworden. Neen, ik kan het heelemaal niet aan je zien, dat je zoo hard gewerkt hebt." „Natuurljk ben ik niet mager gewor den, want ik heb mj mjn heele leven nog niet zoo gelukkig gevoeld." „Juffrouw Henley, die bj ons op kan toor is, gaat met October trouwen." Hj sloeg haar oplettend gade, en zj keek hem met verlangenden blik aan. Eindeljk begon hij te lachen. „Als je doodarm was", zei hij „en nog een moeder en zusjes te onderhouden had, kon je mij niet smeekender aankij ken. Nu, blijf je best maar doen, en dan zal ik het wel met vader zien klaar te spelen." Mevrouw Townsend kwam dien herfst niet terug. Zoodra zij zich goed genoeg voelde voor een lange reis, ging zij met Olive door naar Italië, en vandaar uit schreef zij. Murray een brief, die hij aan niemand liet zien, maar die hem niet weinig hinderde. „Het is maar goed, dat ik niet thuis ben", schreef ze, „en dus niet te lijden heb van de revolutie, die in mijn huis houden plaats heeft; met Jane, die voor alle invitaties van eenige beteekenis be dankt. Forrest van huis, en Shirley, die op kantoor zit, alsof ze geen cent in de wereld bezat, zou ik mij toch niet ge- digheidstermijn van het laatste rjbewijs. Zj, die voorloopig geen motorrjtuig denken te besturen, kunnen dus met de verlenging van hun rjbewjs desge- wenscht wachten totdat zj hun voertuig weer van stal kunnen halen. TOELATINGSEXAMENS K. M. A. VOORLOOPIG UITGESTELD. Aangezien de Duitsche autoriteiten nog geen regelingen hebben getroffen ten aanzien van het beroepsleger en men bj de jongelui, die zich daarvoor hebben aangemeld, geenerlei illusies wil wek ken, zjn de toelatingsexamens voor de Koninkljke Militaire Academie voorloo pig voor onbepaalden tjd uitgesteld. De ingeleverde papieren, zooals einddiplo ma's H.B.S. en dergeljke, liggen reeds gereed om teruggezonden te worden, zoodat de jongelui hun stukken spoedig terug krijgen, om bij andere sollicitaties dienst te kunnen doen. INKWARTIERINGSVERGOEDING VERHOOGD. De vergoeding voor inkwartiering met voeding, ten bedrage van zestig cent per dag per korporaal of militair in den stand van matroos of soldaat, is met ingang van 1 Mei j.l. verhoogd tot ne gentig cent. Mr L. J. PLEMP VAN DUIVELAND. 1 Te 's-Gravenhage is in den leeftijd van 71 jaar overleden Mr L. J. Plemp van Duiveland, oud-referendaris aan het de partement van buitenlandsche zaken en eere-voorzitter van den Nederlandschen Journalistenkring. Hij heeft vooral veel gedaan voor de regeling van het auteursrecht in ons land en leverde subliem werk op internatio naal terrein. Zjn verdiensten werden officieel er kend door zijn benoeming tot officier in de orde van Oranje Nassau. VERLENGING VAN RIJBEWIJZEN. Nu vele motorrijtuigen zjn opgelegd of afgeschaft, schrjft de K. N. A. C., rijst bj velen de vraag wat zj moeten doen ten aanzien van hun rjbewjs, in dien de geldigheidstermjn daarvan in dezen tjd verstrjkt. De K. N. A. C. wjst er derhalve op, dat „verlenging" van een rjbewjs kan geschieden met ingang van den datum, die men verkiest en dat deze datum dus niet behoeft aan te sluiten op den gel- RUNDVLEESCH EN VOORAL SCHA- PENVLEESCH IS ER VOLDOENDE, SLECHTS MET BETREKKING TOT VARKENSVLEESCH ZAL EENIGE SCHAARSCHTE ONTSTAAN. Uit het feit, dat extra varkens uit de markt worden genomen, volgt, dat voor het oogenblik van een sehaarschte van varkensvleesch nog geen sprake is. Ook rundvleesch is er nog meer dan voldoen de. Gezien de positie van het krachtvoer is het evenwel te voorzien, dat hierin binnen afzienbaren tijd verandering zal komen en vooral het varkensvleesch be trekkelijk schaarsch zal worden. Het is daarom, dat we nog weer eens willen wijzen op de beteekenis van het schaap als vleeschleverancier. In de ja ren voor de crisis waren de meeste scha pen, die hier te lande geslacht werden, bestemd voor export naar het buiten land. Gedurende den loop van de crisis is hierin echter een algeheele verandering gekomen. De export liep sterk achter uit en de schapenhouderij zag zich ge noodzaakt voor haar product afzet op de binnenlandsche markt te zoeken. Inmiddels kan geconstateerd worden, dat de laatste jaren het aantal schapen belangrijk is gestegen. In 1910 waren hier te lande 890.000 schapen. Dit aan tal daalde tot 668.000 stuks in 1920 en 485.000 stuks in 1930. Dit was dus vlak voor de doorwerking van de crisis. Daar na trad evenwel een stijging in, zoodat in 1939 het aantal schapen 690.000 stuks bedroeg. Gedurende de crisisjaren steeg het aantal dus met 205.000 stuks o| circa 42 pet. lukkig voelen. „Ik hoor, dat Jane ook wel wat slordig omspringt met haar Ijst van bezoe ken. Druk haar toch op het hart, dat zj zekere plichten heeft tegenover onze vrienden, al wil zj hen niet tot de hare maken. Ik zou niet graag bj mjn thuiskomst mjn vrienden van ons ver vreemd zien door de excentriciteit van mjn schoondochter. Ik zou het haar niet kunnen vergeven als zj mij dat aandeed." „Wat schijnt het toch moeilijk voor een vrouw, om een andere vrouw te be grijpen", dacht Murray, terwijl hij deze regels las. Jane blijft den heelen zomer in de stad, omdat zij mij niet alleen wil laten, ze beheert hier het huishouden, neemt al moeders correspondentie waar, ontvangt onze familie, ook die van bui ten de stad, doet al haar best om vaders avonden gezellig te maken, en zich ook nog aan haar eigen familie te geven, maar omdat de een of andere kennis van moeder nu niet binnen den gebrui- kelijken tijd een bezoek van haar gehad heeft, is die arme Jane excentriek. Nu, maar, ik zal er haar niet mee bezwaren; zij heeft eerder een vergoeding noodig voor al haar goede zorg." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5