Hervatting van den arbeid aan de Zuiderzee werken. Seen beginselloos negativisme. Van het Oorlogsfront voor Z Dagblad voor de Provincie Zeeland EERSTE BLAD. De les van den oorlog niet begrepen! WOENSDAG 12 JUNI 1940 54e JAARGANG - No. 210 Windmolens krijgen weer werk. Men hoopt den dijk om den N.O.-polder dit jaar te sluiten. Stijgend aantal geboorten in Duitschland. Nieuwe Duitsche successen in de Argonne gemeld Zeegevechten aan de Engelsche Oostkust. Geen afzonderlijke vrede met Duitschland. Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes Postrekening 44455 Telefoon 2438 Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel J. J. FANOY, Lange Giststraat 34 en Noordweg 155. Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Abonnementsprijs f2.60 per kwartaal Weekabonnementen voor Middelburg Goes en Vlissingen f 0.20 Losse nummers 5 cent Advertentiën 30 cent per regel Ingezonden mededeelnigen 60 cent per regel Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75 bij vooruitbetaling Advertentiën onder letter of motto 10 cent extra Bij contract belangrijke korting Oit nummer bestaat uit 2 bladen. Wij mogen het zien als een verblij dend verschijnsel, dat de roep om een- drajcht en samenwerking de laatste weken sterker geworden is in ons land. Meer dan ooit is het thans gewenscht, dat alle onnoodige splitsing wordt ver meden, dat de noodzakelijkheid van na tionale saamhoorigheid op den voor grond wordt geplaatst en dat er is een gezamenlijk ijveren voor een terugkeer onzer nationale zelfstandigheid. Ook deze zaak heeft echter een keer zijde. Zoo was het „Ons Noorden", dat waarschuwde, om nu niet te vervallen in een ander uiterste en de zucht naar eendrachtige samenwerking zóó ver te drijven, dat men zou komen tot een ze kere nivelleering van de geestelijke be ginselen, welke leven onder ons volk. „Wij vormen hier hu eenmaal in Ne derland een volk, dat door geestelijke scheidingslijnen in enkele groepen wordt verdeeld. Wie ons Nederlandsch volks karakter kent, en dit historisch gegroei de wenscht te eerbiedigen, zal met deze' realiteit rekening moeten houden. En hier in ons land zou het al zeer opper vlakkig geredeneerd zijn, indien men meende, door een geestelijkke nivellee ring de belangen van ons land en volk te dienen. In een gezonde verscheidenheid schuilt een groot stuk Nederlandsche volks kracht en door heel onze historie heen zien we deze stelling bewezen. Trouwens, wie erkent en we zien gelukkig in deze dagen deze erkenning ook in kringen, waar tot nu toe de waar deering voor het geestelijke, bij de waar deering voor het materiëele ten achter stond dat de nationale opbouw waar voor we thans staan, ook omvat de gees telijke waarden van ons volk, zal moe ten erkennen, dat een der primaire voor waarden voor dezen opbouw is, dat zij gesteund en gestuwd wordt door de geestelijke beginselen, welke onder ons volk leven. Want dit eene staat toch thans wel omstootelijk vast, dat de laffe ziellooze neutraliteit, welke elke erkenning van een positief christelijk beginsel uitsloot, als zijnde in strijd met de neutraliteit, neerkwam op een volkomen verlooche ning van de hoogste waarden in den mensch; waarden, die hem ook op maat schappelijk terrein doel en richting moe ten geven. Een neutraliteit, die de geestelijke krachten in den mensch negeerde, moest leiden tot een onvruchtbaarheid op maatschappelijk terrein. Of, zooals Schaepman het reeds zei de: „elke plaats die niet wordt ingenomen door het goede, is een verovering door het kwaad". Geen beginselloos negati visme, maar de sterke reli gieuze krachten, die leven in ons volk, moeten veel meer dan tot nu toe tot gelding worden gemaakt." Met wat hier gezegd wordt, betuigen wij gaarne onze instemming. Eendracht en samenwerking, zooveel mogelijk, maar dan op positieven grondslag. Geen geestelijke nivelleering. Geen ziellooze neutraliteit. Geen beginselloos negativisme. De Residentiebode gaf een verslag van een plechtig requiem, opgedragen voor de R.K. gevallenen bij den Grebbeberg. Majoor-aalmoezenier Monchem zeide volgens het verslag o.a. iets over de reactie bij ons volk gewekt. Hij legde er den nadruk op dat deze verschrikkelijke dagen voor ons allen een ernstige les zijn geweest. Wij hebben er uit moeten leeren dat het leven van ve len onzer dringend verbetering behoeft. Toen hij echter, daagsch na het einde van den strijd, door de straten van de stad liep en heeren en dames sigaretten rookend en zich vermeiend in jazz-mu- ziek op de café-terrassen zag zitten, toen kon hij zich niet onttrekken aan de pijn lijke gedachte, dat een deel van ons volk van de les van den oorlog niets begre pen heeft. Laten wij hier op de graven van hen, die voor ons gevallen zijn begrijpen en anderen doen begrijpen, dat,' als ons leven niet verandert, wij nog niet aan het einde van de gruwelen zijn! Inderdaad, zegt Fr. Dagbl., dit is meer verontrustend dan al het andere. Het schijnt, dat de groote massa nau welijks beseft, in welken tijd we leven. De bioscopen geven volgens de adver tentiepagina van hetzelfde blad, waaruit we dit verslag knippen, hun vroolijk pro gramma: Lach uw zorgen weg; Dolle Lola, een luchtig, kluchtig, vroolijk ge val. Apollo prolongeert de kostelijke amu sante komedie Ballet in Jazz. Fernandel, de Sportkoningen. Het grootste lachsucces. Vooral een halfuur lachen! om Charley Chase en Popeye. Haagsche lachweek. Fernandel als re bel. De beste klucht van 1940. Vooraf Stan Laurel en Oliver Hardey in een dolle lachfilm. Dit is iets uit het menu van deze week. In de vorige maand, enkele dagen na de capitulatie, en terwijl in Rotterdam de puinhoopen rookten, terwijl velen angstig vroegen, wat er van hun dierba ren was geworden, werden de Hagenaars alweer volgens de annonces in de Resi dentiebode, verkwikt met o.a.: Hoera, ik ben papa, een enorme lach- schlager; Vooruit met de geit, een amu sementsprogramma zonder weerga; de oerkomische klucht; Dwaasheid ten top; de vroolijke Amerikaansche succesfilm: Love is News; De Groote Gamini, Akin Tamiroff in de vernuftigste combinatie van lachfilm en thriller, ooit op het doek gebracht; Je hebt 't of je hebt 't niet, een kluchtig en dwaas verhaal; Ka- reltje op dwaalwegen, 'n dolle lachschla- ger zooals wij hem juist in deze tijden noodig hebben. Het laatste doet de deur dicht. ONGEVEER 2500 ZIJN ER IN ONS LAND BEDRIJFSKLAAR. Prof. W. J. M. van Eijsinga schreef in 1926 in het jaarboekje van de vereen. De Hollandsche Molen: „Er zijn twee dingen, die niemand ons land kan ont nemen, het water en den wind. Nu de benzine zoo schaarsch is, gaat men dat beter begrijpen. De Vereen. De Hollandsche Molen heeft steeds verkondigd, dat het onver standig is de molens, die hun drijfkracht den wind gratis ontvangen, te ver- waarloozen en te malen met hulp van motoren en electrische installaties. Ze ker, in vredestijd is dit goedkooper, be ter en sneller, doch thans zien wij, waar dit toe leiden kan en wij moeten dank baar zijn voor het vele werk, dat ver richt is om zooveel mogelijk molens ge reed te maken en te houden voor het be drijf. Nog altijd bezit ons land ongeveer 2500 molens, waarvan het grootste deel klaar is voor den arbeid. Er is thans een sterke neiging de be staande molens zoo spoedig mogelijk ge reed te maken, te moderniseeren en in bedrijf te stellen. Over het algemeen zijn slechts weinig molens door den oorlog geteisterd, al thans voor zoover zij in het midden van ons land gelegen waren. Hoe de toe stand in het Zuiden is, is nog niet be kend. De correspondent van de „Maas bode" te Amsterdam meldt: Er is Holland-op-zijn-smalst, ook fi guurlijk gesproken, maar evenzeer een Holland-op-zijn-breedst. Het meest-ver- heugende bericht dat ons dezer dagen bereikte, was het nieuws, dat de werk zaamheden aan den Noord-Oostpolder zouden worden hervat. Zouden worden hervat? Het mocht wat! We zjjn al weer druk bezig, zoo vertelde ons de leider van het werk op Urk, ir Klasema, toen wij hem in het laatst van de vorige week op zijn eiland opzochten. En hij gaf ons dade lijk, aan de hand van een kaart, een duidelijk overzicht van den stand van zaken. Van den Meerdijk is, beginnend bij Lemmer, het eerste stuk metend 14 K.M. dit jaar geheel afgewerkt. Dan volgen 9300 meter naar Urk toe, die op het oogenblik eveneens worden afge werkt, d.w.z. dat de keileem-pantsering van het zandlichaam met klei bedekt wordt. Op keileem groeit, naar wij vroe ger al hebben meegedeeld, niets en het ligt natuurlijk in de bedoeling op den dijk, boven de basaltglooiing, een gras mat aan te brengen. Daarover straks meer! De twee genoemde stukken dijk tusschen Lemmer en Urk vormen, ge lijk men weet, reeds een aaneengesloten geheel. Men kan desnoods gelijk dan ook reeds geschied is van Friesland naar Urk loopen, al is er nog geen ge baand pad over den dijk. Het gat, tus schen beide deelen, dat het dichtst bij de Friesche kust lag, is op 3 October van het vorig jaar definitief afgeslo ten. Het derde stuk Meerdijk, dat hetwelk van Urk af in Zuid-Oostelijke richting het IJselmeer ingaat en 6200 meter lang is, is Maandag kant en klaar opgele verd. Het eindigt thans nog aan het eerste (Zuidelijk) sluitgat van 4 km breedte, waardoor men Schokland met zijn drie buurten binnendijks kan zien liggen. Aan het dichten van dit gat wordt deze week met volle kracht be gonnen. Hier o.a. heeft het werk door den oorlog vertraging ondervonden. Men had op 5 Mei j.l. een aanvang ge maakt en werkte juist een week lang, toen de boel moest worden stopgezet. Maar nu gaat het weer full speed voor uit. Aait het eind van het van Urk ko mende dijkgedeelte staan de sparren met de vlaggetjes eraan, die de verdere richting van den dijk aangeven, al in het water. Aan den overkant van dit gat, dus verder naar de Overjjselsche kust toe, liggen eerst de 6 km dijk, die al in April van het vorig jaar werden opgeleverd. En de hierbij aansluitende 4 km dijk zijn op afwerken na klaar. Hiernaast is het tweede gat, breed 3 km, aan het dichten waarvan men druk bezig is. Dit werk Was al in het voor jaar aanbesteed, maar het heeft door de tijdsomstandigheden ook een paar we ken moeten stil liggen. Daarna begint de dijk dan weer en wel over een af stand van 1 Va km. Dit stuk zal nog deze week worden opgeleverd. Hierop volgt het Zwolsche diep, dat nog open is en waarvan de dijkaanleg nog niet is aan besteed en het eind van den dijk naar de kust toe wordt gevormd door een stuk van 1 km, dat reeds in April 1939 werd opgeleverd. Samenvattend kan men dus zeggen, dat, terwijl de dijk van Lemmer naar Urk geheel af is, het gedeelte van Urk naar Overijsel nog een gespatieerd aan zien vertoond van dijk en water. Het is en blijft echter, ondanks de vertraging, de bedoeling den dijk om den Noord-Oostelijken Zuiderzee-polder nog dit jaar te sluiten! Intusschen is men reeds druk bezig met het inzaaien van de dijken. De eerste 14 km van de Friesche kust af zijn al op deze wijze behandeld; de vol gende 9300 meter nog niet. Daar moet, zooals gezegd, eerst de bedekking met klei voltooid zijn. Wel wordt het derde stuk van 6200 meter op het oogenblik reeds ingezaaid. Ook ligt het in de be doeling het vijfde stuk (dat van 4 km) dadelijk na de afwerking op dezelfde wijze gereed te maken. De twee laat ste strooken van 1' km elk zijn al inge zaaid. Ook in dit opzicht schiet men dus goed op. De groene dijkvakken gaan zich hier en daar al afteekenen. Men is ook weer begonnen met de verdere afbraak (helaas!) van het oude Schokland. De steenen oeverbescher ming wordt daar weggehaald, om er den Meerdijk mee te beschermen. En het baggeren van de kanalen in den polder (men weet dat dit reeds ge schiedt, terwijl de polder nog onder wa ter staat) is weer op volle kracht inge zet. Ettelijke molens en zandzuigers zijn er mee bezig. De opzet is dat die ka nalen gereed zullen zijn als de sluiting een feit is geworden. Desnoods kan het materiaal uit den polder afgevoerd wor den door de sluizen te Lemmer en te Kadoelen. Ook de bouw van de sluizen te Lem mer en te Vollenhove is al weer opge vat. Op Urk staat de sluisput nog on der water, maar het is natuurlijk een klein kunstje die weer droog te leggen. De gevolgen van den strengen winter met den daarmede gepaard gaanden ijs gang zijn nogal meegevallen. Wel is er wat schade aan de kraagstukken toege bracht en op verschillende plaatsen is het ijs zelfs over den toch hoogen dijk heengeschoven. Zoo bijv. halverwege Lemmer en Urk, en vooral ten Zuiden van Schokland. Het hoogste punt dat de opgestuwde ijsschotsen daar bereik ten was 6.50 m plus, terwijl de dijk 3.40 m plus is. Als gevolg hiervan zijn de dijken (dek stukken) hier en daar wel wat gaan zak ken, maar aan de glooiing ervan is vrij wel geen schade toegebracht en evenmin aan de beloopen boven de glooiingen. Al leen heeft het ijs de stortsteen van de daar onder water liggende kraagstukken hier en door over den dijkskruin heen gestuwd, zoodat ze aan de binnenzijde omlaag gevallen zijn. Tenslotte de mededeeling, dat de slui ting van den Meerdijk tegen het eind van het jaar kan worden verwacht. In 1941 zal dan direct met pompen kunnen worden begonnen. Hoe lang het zal du ren vóór de Noord-Oostelijke polder droogvalt, kan nog niet met zekerheid gezegd worden. Wellicht 9 a 10 maan den, wellicht ook wat langer. Aanvan kelijk zouden de gemalen te Lemmer en te Urk in bedrijf worden gesteld, nu zullen het waarschijnlijk die te Urk en te Vollenhove zijn. Holland op zijn breedst heeft den ar beid hervat! In weerwil van den oorlog is de bevol king in Duitschland in 1939 met 613.000 zielen toegenomen. Met de nieuw ver worven gebieden in het Oosten is hierbij nog geen rekening gehouden, doch wel werd het aantal in den oorlog gesneu velden reeds in mindering gebracht. De bevolkingstoeneming vloeit uitslui tend voort uit de groote stijging van het aantal geboorten. In 1939 werden in Duitschland 1.633.078 levend geboren kinderen ingeschreven. Het cijfer van het voorafgaande jaar wordt daarmee met 126.738 overtroffén. Op elke dui zend inwoners komen 20.3 geboorten, te genover slechts 14.7 in 1933. Het nieu we cijfer is in het bijzonder van betee- kenis, daar voor het eerst sinds langen tijd bijna weer de hoogte is bereikt, wel ke de wetenschap voor het „zelfbehoud" der volkskracht heeft berekend. Dit be draagt 1.652.000 geboorten per jaar. Men is in Duitschland van meening, dat het nog ontbrekende percentage, na beëindiging van den oorlog spoedig zal zijn bereikt. Het aantal huwelijken heeft in 1939 met 944.246 het recordjaar 1934, waarin de zoogenaamde huwelijksleenm- gen werden verstrekt, met ongeveer 32.000 overtroffen. (D. N. B.) Het D. N. B. meldt uit het groote Duitsche hoofdkwartier d.d. 11 Juni: De groote slag tusschen de Kanaal- kust en de Maas is nog steeds in vollen gang. Aan de beide vleugels en in het centrum wordt de verdrijving der ver slagen Fransche legers zonder rust voort gezet. In de Argonne wordt verbitterd maar met succes gestreden. Op vele plaatsen zijn sterke vijandelijke krachten afge sneden; zjj zien hun vernietiging tege moet. Tengevolge der zware verliezen aan gevangenen en materiaal van allerlei aard is de tegenstand van den vijand overal aan het minderen. Stuka's en bommenwerpers hebben opnieuw de haven en kaden van Havre aangevallen, de sluizen verwoest, een torpedobootjager vernield en een torpe- dobootjager en twee transportschepen waarvan een van 10.000 ton met zware bommentreffers beschadigd. Behalve de dichte colonnes van den terugwijkenden vijand, transporten en troepenverzamelplaatsen is het aan het luchtwapen ook gelukt eenige bruggen over de Marne en beneden Oise te tref fen en gedeeltelijk te vernielen en aldus den terugtocht van den wijkenden tegen stander te bemoeilijken. Op 9 Juni zijn in de Noordelijke IJszee een kruiser en vier transportschepen met bommen aangevallen en zoo zwaar getroffen, dat de meesten uitgebrand zijn. Vijandelijke vliegtuigen hebben giste ren in Noord- en West-Duitschland bom men geworpen. Belangrijke schade is er niet aangericht. De totale verliezen van den vijand in de lucht waren gisteren 29 vliegtuigen. Acht eigen vliegtuigen worden vermist. Van bevoegde militaire zijde te Berlijn wordt medegedeeld: By operaties van Duitsche groepen motortorpedobooten tegen de Britsche oostkust is het tot hevige nachtelijke ge- vechten gekomen tusschen onze motor torpedobooten en Britsche torpedoboot- jagers. De Duitsche schepen keerden vol tallig terug. BRITSCHE VLOOTVERLIEZEN. Daar het tot nu toe niet mogelijk is geweest om met bepaalde schepen in verbinding te komen, betreurt de secre taris der Britsche admiraliteit het, dat de volgende schepen thans als verloren moeten worden beschouwd: H. Ms. Glo rious, het transportschip Orama en het tankschip Pioneer Oil. Bekend is, dat de Orama geen troepen aan boord had. Ook de beide torpedobootjagers Acastra en Ardente moeten als verloren worden beschouwd. Deze schepen begeleidden de Glorious en zijn wellicht de schepen, wel ken in het Duitsche legerbericht als tor pedobootjager en onderzeebootjager zijn aangeduid. Van deze schepen is geen en kel bericht ontvangen. Volgens het Duit sche bericht zijn vele honderden opva renden dezer schepen gered. (D. N. B.) PARIJS IN STAAT VAN VERDEDIGING. D. N. B. De voorbereidingen om Pa rijs te veranderen in een verschanst en versterkt kamp worden ijverig voortge zet, o.m. door uitbreiding en versterking van de oude forten Vincennes, Ivry, Mont Valery eitc. Ook zouden verschei dene sportvelden veranderd zijn in troe penkampementen, levensmiddelen- en munitieopslagplaatsen. FRANKRIJK ROEPT NIEUWE DIENSTPLICHTIGEN OP. D. N. B. De Fransche minister van landsverdediging heeft bepaald, dat de dienstplichtigen van de lichting 1930 en van de jongere lichtingen, die wegens onmisbaarheid in hun burgerbetrekking tot dusver niet behoefden op te komen, zich thans moeten melden. D. N. B. In verscheiden buitenland- sche bladen zijn in artikelen van hun Berljjnsche correspondenten meeningen verkondigd over de vermoedelijke oor logsdoeleinden van Duitschland. O.a. is de meening geuit, dat Duitschland be reid zou zqjn met Frankrijk een afzon- j derlijken vrede te sluiten. Regeling spoedig te wachten. Ten einde door den oorlog getroffen zakenlieden, wier bedrijf verloren is ge gaan of schade heeft geleden, hulp te bieden, overweegt de overheid, zooals ge meld, maatregelen om aan deze categorie door middel van credieten steun te ver- leenen voor zoover het betreft bedrijfs voorraden en inventaris. Het vraagstuk van de verwoeste of beschadigde panden staat hier dus buiten. Gemeld wordt, dat officieele mededee- lingen over deze hulpcredieten, naar het zich laat aanzien, thans niet lang meer op zich zullen laten wachten. Aangenomen mag worden, dat een vorm is gevonden, waarbij ook het bank wezen zal worden betrokken en de pro vinciale comité's tot steunverleening, welke in verschillende provincies zijn opgericht, zullen worden ingeschakeld. Daar deze meeningen geenszins het Duitsche standpunt weergeven, is er van bevoegde Duitsche zijde opnieuw op ge wezen, dat Duitschland voorloopig maai' één doel heeft en wel den oorlog tegen Engeland en Frankrijk te winnen. Van een afzonderlijken vrede kan be slist geen sprake zijn. EEN VERGELIJKING MET 1914. Op den rechtschen Duitschen vleugel en in het midden van het Duitsche aan valsfront is het Fransche leger reeds verslagen en wordt het bij zijn terugtrek ken rusteloos achtervolgd, zoo wordt van bevoegde militaire zijde aan het D. N. B. meegedeeld. Reeds staan Duitsche troe pen op ongeveer 60 km ten Noord-Wes ten'en ten Noord-Oosten van Parijs en snijden daar de toegangswegen af. Op den linkschen Duitschen aanvals- vleugel wordt tusschen Reims en de Ar- gonnen nog verbitterd gestreden. Ver wacht moet worden, dat de sterke Duit sche druk ook op deze plaats in de eerst volgende dagen zijn vruchten zal afwer pen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 1