De bezetting van Nederland uit volkenrechtelijk oogpunt De koffie- en thee-distributie. voor Van het Oorlogsfront Dagblad voor de Provincie Zeeland Architecten- en Ingenieursbureau „De Vier" De Gezondheidstoestand van ons volk. EERSTE BLAD. Buitenland DONDERDAG 6 JUNI 1940 54e JAARGANG - No. 205 De Rijkscommissaris wenscht de Haagsche Conventie van 1907 te eerbiedigen. BEKENDMAKING Nationale hulpactie. Het Duitsche legerbericht. De oorlogsbuit te Duinkerken. Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Qoes Postrekening 44d55 Telefoon 2438 Bijkantoor Middelburg: Fa. Bockhandel J. J. FANOY, tijdelijk Korte Delft 1 en Noordweg 155. Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Abonnementsprijs f2.60 per kwartaal Weekabonnementen voor Middelburg Goes en Vlissingen f 0.20 Losse nummers 5 cent Advertentiën 30 cent per rege» Ingezonden mededeelmgen 60 cent per regel Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75 bij vooruitbetaling Advertentiën onder letter of motto 10 cent extra BIJ contract belangrijke korting Dr Rabl, een der aan den Rijkscom missaris toegevoegde rechtsgeleerden, die met erkentelijkheid den tijd zijner studie te Leiden en 's-Gravenhage (Aca demie voor Internationaal recht) her dacht en met hooge waardeering ge waagde van de hooge waardij der studie van het volkenrecht hier te lande, heeft in een gehouden persconferentie een be- langwekkenden commentaar op den in houd van een uit te geven Verordenin genblad gegeven. Dr Rabl heeft vooropgesteld, dat de oproep van den Rijkscommissaris meer als een politieke verklaring moest wor den beschouwd dan als een samenvatting van rechtsnormen in den engeren zin van het woord. Evenwel heeft die oproep deze fundamenteele beteekenis dat daar in de richtlenen worden gevon den voor de wijze, waarop de Rijkscom missaris zijn taak denkt te vervullen. Grondgedachten. De grondgedachten zijn: le. Het streven van het hoogste regee- ringsgezag in het burgerlijk ressort om de openbare orde en het openbare leven te waarborgen. 2e. De bedoeling, het bewind te voeren in een geest van wederzijdsche achting en waardeering en met gelijke eerbiedi ging van het recht (letterlijk: im Geiste der Gleichberechtigung) van het Duit- sche en Nederlandsche volk. 3e. Het volgen van zoodanig beleid, dat aan het Nederlandsche volk in de toekomst zjjn vrijheid verzekerd wordt, „so wie es das gemeinsame Schicksal erfordert", Dr Rabl gaf de verzekering, dat de gedachten veeleer uitgingen naar ver meerdering van de onschatbare waarden in glorierijke eeuwen door ons voorge slacht voortgebracht, dan naar aantas ting daarvan. Van Duitsche zijde wordt te dien aanzien een verplichting erkend en aanvaard, die zoowel van zedelijken als van juridischen aard is. Deze rechtsplicht vloeit rechtstreeks voort uit de Haagsche Conventie van 1907, betreffende den oorlog te land. Tot dit verdrag, dat op de tweede Vre desconferentie is tot stand gekomen, is Duitschland in 1909, Nederland in 1910 toegetreden. De Führer heeft in rijks dagredevoeringen, resp. in 1933 en 1935, alle verplichtingen erkend, die met de Haagsche Conventies verband houden. Men kan bij wijze van spreken eenigs- zins denken aan een contract tusschen twee civiel-rechtelijke personen. Ook hier toch zijn zoowel wederzijdsche rechten en plichten. De Rijkscommissaris heeft zelfs aan de Duitsche juristen, die het eerste ontwerp voor de hier bedoelde verordeningen moesten samenstellen in gescherpt, dat de verplichtingen voor de Duitschers en de rechten der Nederland sche bevolking voorop behoorden te wor den gesteld, en dat pas daarna de keer zijde der medaille moest worden getoond. De derde Haagsche Conventie van 18 Oct. 1907, die betrekking heeft op door militairen bezet vijandelijk gebied, is naarstig geraadpleegd. Als Duitschland zekere gezagsrechten uitoefent, is dat geen aanmatiging, maar eigen recht krachtens meergenoemd verdrag, krach tens het Volkenrecht. De rechten van het Nederlandsche volk. Maar gelijk gezegd: de bedoeling zit voor, zooveel mogelijk de rechten van het Neder landsche volk te ontzien. Volgens Dr Rabl blijkt dit o.a. uit paragraaf 2 der Verordening van den Rijkscommissaris tot uitoefening van de regeeringsbevoegdheden in Nederland. Die paragraaf immers vangt aldus aan: „Het tot nu toe geldende Nederlandsche recht blijft van kracht". Weliswaar volgt daarop een voorbehoud: „voorzoover het yereenigbaar is met de bezetting en niet ui strijd is met de bepalingen van het decreet van den Führer", maar dit tast de grondgedachte niet meer aan dan uit het feit der oceupulatie nu eenmaal voortvloeit. Bovendien was er een leemte ontstaan doordat de Koningin en de ministerraad die van zoo groote beteekenis zijn voor net Nederlandsche staatsrecht, zich niet meer hier te lande bevinden; hiervoor mocht men van Duitsche zijde de oogen niet sluiten. Hunne afwezigheid is „ein zwingendes Hindernis", dwingt tot ze kere maatregelen van Duitsche zijde op het stuk van wetgeving en bestuur. Als men echter in paragraaf 1 van dezelfde verordening leest: „De Rijks commissaris voor het bezette Nederland sche gebied heeft voorzoover noodig ter uitvoering van z jj n taak, alle bevoegdheden, welke volgens de grondwet en de wetten aan den Koning en de regeering toekwa men", mag niet worden verzwegen, dat op verlangen van den Rijksminister Dr Seyss-Inquart zelf de hier gespati eerde woorden zijn ingevoegd. Deze heeft zich in geenen deele alle rechten van den koning en van de regee ring toegeëigend, al ware dat volken rechtelijk mogelijk geweest. Verschillen de in de Grondwet neergelegde preroga tieven der Kroon (de verleening van adeldom, het recht van beeltenis op de munt enz.) zal de Rijkscommissaris stel lig niet voor zich opeischen. Geen eed van trouw. In artikel 45 der derde Haagsche Con ventie betreffende den oorlog te land staat te lezen, dat geen eed van trouw van de bevolking van het bezette gebied mag worden afgedwongen. Ook dit voorschrift wordt ten volle van Duitsche zijde geëerbiedigd. Welis waar rept paragraaf 7 der meergenoem de Verordening van een verklaring on der eede, welke rechters, ambtenaren en leeraren moeten afleggen, maar dit heeft slechts betrekking op nakoming van de verordening en het nalaten van hande lingen, die gericht zijn tegen het Duit sche Rijk of de Duitsche weermacht. Een „Treu-Eid" kan dit niet genoemd wor den. Overigens heeft de Nederlandsche mi nisterraad zelf in April 1937 voor het ge val van een onverhoopte bezetting rege len getroffen, die nog kortgeleden ter kennis van de Nederlandsche overheids personen zijn gebracht regelen, die vrijwel geheel overeenkomen met het geen thans door de Duitschers verordi neerd is. Van groot belang is ook artikel 46 der Haagsche Conventie. Daarin immers staat te lezen, dat de eer en waardigheid van het gezin niet mag worden aangerand, dat de gods dienst behoort te worden gerespecteerd en dat het particuliere eigendom niet mag worden verbeurd verklaard. Dit alles wordt van Duitsche zijde als iets vanzelfsprekends aanvaard, al is het niet met zoovele woorden in de verorde ning neergelegd. De verplichting, die van volkenrechtelijken aard is en volgaarne wordt erkend, wordt daardoor echter allerminst verzwakt. Plundering is eveneens in die Conven tie verboden en ten aanzien van belas tingheffing treft men er een voorschrift aan, waarvan Duitschland ook niet hoopt af te wijken. Zooveel mogelijk laat het ook hier het Nederlandsche volk zelf be tijen. Als dit eerlang wellicht niet meer in alle opzichten mogelijk mocht blijken, zal toch in elk geval met de behoeften en desiderata van het Nederlandsche volk ten ernstigste rekening worden ge houden. Nog andere artikelen van de derde Conventie over den oorlog te land heeft Dr Rabl besproken, o.a. dat, hetwelk be trekking heeft op de eerbiediging van publiekrechtelijk eigendom in het bezet te gebied: ook die verplichting wordt erkend. De Nederlandsche autoriteiten. Dr Rabl heeft voorts de volle aandacht gevraagd voor artikel 3 der verordening van 29 Mei 1940: „De rijkscommissaris bedient zich voor de uitvoering van zijn voorschriften van de Nederlandsche autoriteiten, voor zoover de aan hem on dergeschikte Duitsche diensten niet di rect in werking treden". In het algemeen zal hij, die bevelen geeft en regelend optreedt tegenover het Nederlandsche volik, tot dat volk zelf behooren, hij moge dan gezag uitoefenen in de gemeente, in de provincie of zetelen op een der Haagsche departementen. Dit is de wensch van den Rijkscommissaris zelf, die met zijn staf (o.a. de commis sarissen-generaal) volstrekt niet in alles op den voorgrond verlangt te treden. Veeleer hoopt hij, dat de bevolking er slechts weinig van zal bemerken, dat zich hier een Rijkscommissaris opnoudt. Naar de overtuiging van Dr Rabj is aldus op het stuk van gelijkwaardigheid en zelfbepaling, van autonomie en zelf bestuur, een vrijheid van beweging tot stand gebracht, gelijk tot dusver nog in geen enkel bezet gebied aangetroffen werd. Ook met onze eigen politie zullen wij vrijwel uitsluitend te maken hebben. En ofschoon de Rijkscommissaris Dr Seyss- Inquart zelf met hart en ziel aanhanger is van de leer van den autoritairen staat denkt hij er niet aan, op eenigerlei wijze inbreuk te maken op de hier praevalee- rende anders geaarde rechtstaats-opvat tingen, op de, in den ruimen zin van het woord, liberale staatsrechts-ideeën, die in Nederland overheerschen. In het Ne derlandsche volk leven die opvattingen; dat is voor hem reden te over om ze te ontzien. Wij hebben, aldus dr Rabl, ons inge dacht in de denkwijze van den Nederlan der, toen wij tot het vastleggen van de verordeningsbepalingen kwamen. De overwegingen, welke hieraan dan ook ten grondslag liggen, zijn niet de onze, maar de uwe. Hierdoor is verkregen een volkomen gelijkrechtigheid tusschen Duitschers en Nederlanders, een gelijkrechtigheid, wel ke niet alleen gegrondvest is op het vol kenrecht, doch die tevens is vastgesteld in een sfeer en een streven om elkander het leven zoo gemakkelijk mogelijk te maken. De Architecten: K. BOOT JAC. C. VAN DEN HOUT J. GöTZEN J. B. VAN WUIJCKHUIJSE maken bekend, dat zij vanaf heden hun praktijk gezamenlijk voortzetten onder de naam: Hoofdkantoor (voorlopig) MIDDELBURG, Gortstr. 46, Tel. 875 Bijkantoren: GOES, Tulpstraat 78, Tel. 2655 MIDDELBURG, Oostkerkplein 13 Bankiers: VLISSINGEN, Houtkade 8, Tel. 553 J. A. TAK Co. Bon 69 van het algemeen distrlbutie- bonboekje geeft van vandaag tot 5 Juli recht op het koopen van 2V2 ons koffie of Vi ons thee. Het Departement van Handel, Nijver heid en Scheepvaart maakt bekend, dat bon 69 van het algemeen distributiebon boekje gedurende het tijdvak van van daag tot en met. Vrijdag 5 Juli a.s. recht geeft op het koopen van ay2 ons koffie of ons thee. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de bevoorrading van de winkeliers tengevolge van verkeersmoeilijkheden vertraging kan ondervinden. De winke liers zullen in verband daarmede ver moedelijk niet onmiddellijk op alle bon nen, waarover hun klanten beschikken, koffie of thee kunnen afleveren. Men moet daarom niet aanstonds op 6 Juni of volgende dagen alle bonnen, waarover men beschikt, bij zijn winkelier inleve ren. Indien men zijn bestellingen over de periode van vandaag tot en met 5 Juli verdeelt, kan ieder er zeker van zijn dat hij in den loop van Juni de geheele hoe veelheid, waarop hij met zijn gezin recht heeft, bij zijn kruidenier kan koopen. GEEN BESMETTELIJKE ZIEKTEN. DE VOEDINGSTOESTAND IS BEVREDIGEND. Een correspondent van de „Telegr." heeft een onderhoud gehad met den ge neeskundigen hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, Dr C. Banning. Deze verklaarde, dat tot nu toe, de gezondheidstoestand in ons land ten ge volge van de oorlogsomstandigheden niet het minst te lijden gehad heeft. De gevolgen van de evacuatie hebben evenmin een ongunstigen invloed uitge oefend. Besmettelijke ziekten, een der groote gevaren na en tijdens iederen oorlog, zooals o.a. typhus, zijn niet ge constateerd. Er was vóór den oorlog practisch geen typhus in Nederland. Een geluk is het, dat de waterleidingnetten in ons land niet zooveel te lijden hebben gehad. Op groote schaal werd in ons land met de vrijwillige inenting tegen typhus begonnen. Hier en daar is de onvatbaar- making heel vlot verloopen, soms er gens wat minder vlot. De laatste week heeft deze inenting buitengewone pro porties aangenomen. Er zijn ongeveer 450.000 personen ingeënt. Het Rijksinstituut voor de Volksge zondheid te Utrecht heeft dag en nacht op volle kracht gewerkt en dagelijks voor 60.000 personen vaccin bereid. Het meest beducht was men voor die stre ken, waar de waterleiding beschadigd was en daar, waar door den oorlog en de evacuatie groote opeenhoopingen van menschen waren; bovendien voor de terreinen, welke door inundaties waren ondergeloopen en nu nagenoeg droogge legd zijn. Aan de plaatsen, waar de laatste ja ren typhusgevallen zijn voorgekomen, wordt oplettende aandacht besteed. Met de groote steden, waar groote genees kundige diensten zjjn heeft men minder zorg, doch wel wordt Rotterdam, waar de waterleiding beneden het pompsta tion defect geraakte, in het oog gehou den, omdat hier en daar toevlucht tot slootwater en Maaswater genomen werd. Omtrent den voedingstoestand van het Nederlandsche volk verklaarde dr Banning verder, dat deze thans goed te noemen is. De Gezondheidsraad heeft een voedingsraad ingesteld, welke wil trachten zoo goed, efficient en weten schappelijk mogelijk de voeding te rege len met name wat onder de bestaande omstandigheden betreftkoolhydraten, vetten, eiwitten, vitaminen, zouten en calorieën. Van alle zijden wordt de voe ding nauwkeurig bekeken. Speciaal die voedingsmiddelen, welke een kostbare vitamine bevatten, worden nauwgezet nagegadn. Op het gebied van de voedingsleer is men thans heel wat verder dan tijdens den wereldoorlog 19141918. Heel wat meer is bekend over het voedingspro bleem dan in den vorigen oorlog, toen men nog meende, dat het voldoende was dat men geen hongergevoel meer had. Aardappelen zullen een groote rol kun nen spelen bjj de voeding door de aan wezigheid van vitamine C. In de toma ten hebben wij een prachtige inheem- sche vitamine C-bron. Het komende oorlogsbrood, dat wat grijzer zal worden dan het gewone brood, zal, wat de voedingswaarde be treft, uitmuntend zijn. Dit oorlogsbrood is veel beter dan dat uit de vorige oor logsjaren. Het graan is veel beter uitge- malen dan vroeger. Als voedingsmiddel zal het een belangrijke rol blijven ver vullen. Ten bate van onze behoeftige militairen en de nabestaanden van gesneuvelde militairen. Gemeld wordt: Ons leger heeft in de zen korten oorlog moedig gestreden tegen een even dapperen als ridderlijken tegen stander. Het Nederlandsche volk heeft thans den plicht, de geleden schade te herstellen van de gezinnen onzer solda ten. De overheid zal daaraan slechts in zeer geringe mate kunnen tegemoet ko men; daarom rust op onze geheele natie de onafwijsbare plicht, in die nood te voorzien. Het bestuur van het alom bekende, reeds uit den vorigen wereldoorlog datee- rende Marine-rampenfonds, dat zich het vorige jaar het lot heeft aangetrokken van de slachtoffers van de verongelukte mijnenvegers Willem van Ewijck en Jan van Gelder, heeft thans het initiatief ge nomen tot het organiseeren van een na tionale steunactie ten behoeve van de behoeftige oorlogsslachtoffers van land-- en zeemacht, die in de oorlogsdagen van 10 tot 14 Mei zijn gevallen bij de verde diging van onzen vaderlandschen grond. Steunende op de groote populariteit en het algemeen vertrouwen, welke het Ma rine-rampenfonds in den lande geniet, welk vertrouwen is gebleken uit de vele giften uit alle streken des lands, die bij het fonds zijn binnengestroomd, heeft het bestuur gemeend, zijn groote erva ring en organisatie te moeten beschik baarstellen voor dit doel. Het wil trachten dit doel te bereiken door de stichting van een daartoe strek kend afzonderlijk fonds, dat den naam zal dragen van „Leger- en vlootfonds 1940, voor hen die vielen". De opperbevelhebber van land- en zeemacht, generaal H. G. Winkelman, heeft zich dadelijk bereid verklaard, het Dit nummer bestaat uit 2 bladen. beschermheerschap der nieuwe stichting te aanvaarden. Het is mogelijk, dat ook van andere zijden prijzenswaardige pogingen zullen worden aangewend om voor de oorlogs invaliden en nabestaanden van gesneu velden gelden in te zamelen. Teneinde versnippering te voorkomen, verzoeken wij de Nederlandsche burgerij zich hiervai te onthouden. Het bestuur van het Marine-rampenfonds hoopt bin nen enkele dagen met de voorbereiding zoover gevorderd te zijn, dat het in staat is, het centrale gironummer te vermel den, waarop bijdragen worden inge wacht. Inmiddels kenne een ieder zijn plicht en stelle zijn bijdrage reeds vast. REGEERINGSCREDIETEN. Gemeld wordt, dat momenteel door de Nederlandsche autoriteiten te 's-Graven hage, plannen worden uitgewerkt om zelfstandige zakenlieden, wier bedrijf ten gevolge van den oorlog is vernietigd, door credietverleening te hulp te komen. Deze credieten zullen alleen gebruikt mogen worden voor inventaris en voor raden, dus niet voor opbouw van per- ceelen. Een definitieve regeling is nog niet getroffen, doch het laat zich aanzien, dat deze, na de gevoerde onderhandelin gen, niet lang meer op zich zal laten wachten. De mogelijkheid bestaat, dat een zekere vorm van samenwerking met het geheele bankwezen zal worden ge zocht, hetgeen ook plausibel schijnt, als men bedenkt, dat met een dergelijken steun vermoedelijk vele millioenen ge moeid zullen zjjn. Het D.N.B. meldt uit het groote Duit sche hoofdkwartier d.d. 5 Juni: Zooals reeds in speciale berichten be kend gemaakt werd, is de vesting Duin kerken op 4 Juni na zwaren strijd ge wonnen. Drie generaals en ongeveer 40.000 man van verschillende Fransche troepenafdeelingen hebben zich aan onze overwinnende troepen overgegeven. Bij Abbeville is een met sterke artil lerie en pantserwagens ingeleide vijan delijke aanval afgeslagen. Evenzeer mislukte een aanval op onze gevechts voorposten ten Zuiden van Longroy on der zware verliezen voor den vijand. Met gevechts- en stormvliegers heeft het luchtwegen vijandelijke troepenver zamelingen alsmede de havenwerken van Havre met succes aangevallen. In den vroegen morgen van gisteren zijn nieuwe aanvalsoperaties aan het front, waar wij ons tot dusver tot de verdediging bepaalden, begonnen. Onder de ruim 40.000 gevangenen, die in Duitsche handen zijn gevallen, bevin den zich ook drie generaals. Een voor- loopige raming van het daar buit ge maakte geschut, de pantserwagens en ander oorlogsmateriaal, is nog niet mo gelijk. Tot dusver kon slechts worden vastgesteld, dat de haven van Duinker ken verwoest is en dat ongeveer 20 groo- tere schepen op het strand liggen. Het i beeld der verwoesting kon niet volledi ger z\jn.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 1