Op den Grebbe-berg.
Land- en Tuinbouw
Radioprogramma
Paardentractie nooit meer ais vóór
de mechanisatie.
lukte dan ook om Brussel te bereiken.
Na lang wachten een boemeltrein tot
Antwerpen. Eén keer stopte de trein on
derweg en moest iedereen er uit om
dekking te zoeken.
In Antwerpen was alle treinverkeer
gestremd, zoo vertelden de jongens
Een tram bracht ons tot bij de grens.
We moesten loopen naar het grenskan-
toor. Met de douanebeambten waren we
het gauw eens, want onze heele bagage
bestond uit een kam en een tanden
borstel. Toen bracht een taxi ons tot
Bergen op Zoom. Daar heeft men ons
verwezen naar een groot patronaat en
hier hebben we overnacht tusschen de
schoolbanken. Maar een heerlijk ontbijt
wachtte ons des morgens en van de
paters kregen we nog een paar appels
mee.
Met goeden moed werd de pas ingezet
in de richting Breda. Toen de jongens
echter een groot deel van den afstand
hadden afgelegd, kwamen militairen
met de mededeeling, dat hun wandel
tocht onmogelijk kon doorgaan. „Ga
maar met ons mee terug naar Bergen
op Zoom" raadden de soldaten hun aan.
„Dat wij aan die uitnoodiging gehoor
gaven", verklaarden de jongens later,
zal ons lang heugen, want onderweg
moesten we telkens dekking zoeken in
de bosschen. Veel medewerking hebben
we gehad van de burgerij. Overal was de
thee of koffie „net bruin".
Van Bergen op Zoom uit ten tweede
male op marsch, ditmaal met als doel
Willemstad aan het Hollandsch Diep,
nieuwe avonturen tegemoet. Na een uur
loopen werd op aandringen van den
jongste aangelegd op een boerderij. De
jongens troffen daar eenige huzaren-
motorrijders aan, die met een gerequi-
reerde auto uit de Peellinie kwamen, ge
havend en vuil. De jongens mochten
met hem meerijden.
Een sleepboot bracht hen over h^t
Hollandsch Diep. Direct aan den over
kant was het noodig in een kazemat te
schuilen. Nadat het weer veilig gewor
den was, gingen zij over den dijk op
Numansdorp aan. „Plotseling stond er
een Hollandsch soldaat voor ons met
het geweer in den aanslag!" vertelde
Robby verder, „Handen omhoog!" Wij
werden voor spionnen aangezien, zoo
hoorden we later. Na fouilleering kon
den we echter verder gaan.
„In een schuur met soldaten hebben
we geslapen", aldus het verhaal ver
der. „Net toen we verder wilden
trekken dat zal zoowat om vier uur
geweest zijn was het weer luchtal
arm, en dat beteekende ruim twee uur
langer verblijf in den ongezelligen stal.
Daarna hadden we geluk. We konden
meerijden met een vrachtauto vol Hol
landers, die uit België, Frankrijk en
Zwitserland naar huis terugkeerden.
Zoo kwamen we over de Zuid-Holland-
sche eilanden tot voor Maassluis.
Ten slotte hebben we dan toch Den
Haag bereikt.
Het gevaarlijke speel
goed. Zondagmiddag vond te Til
burg een ernstig ongeval plaats met een
niet ontploft projectiel. De 11-jarige T.
v. A., had in een poortje naast de
ouderlijke woning een dynamiethuls ge
vonden, waarmede de knaap ging spe
len. Op een gegeven moment sprong het
projectiel met een geweldigen knal uit
een. De gevolgen waren ernstig. Zeer
zwaar gewond bleef het ventje op de
plaats liggen. Per ziekenauto werd het
slachtoffer naar het ziekenhuis overge
bracht.
In de „Omroep Gids", het orgaan van
de N. C. R. V., lezen wij
1000 levende krokodillen!het
bord staat er nog, wat scheef, wat ge
havend, vlak voor de ruïne van een por
tiershuisje of iets dergelijks, vroeger be-
hoorende bij een dierenparkmis
schien honderd stappen verder vindt ge
de graven van 447 Neder-
landsche en Duitsche sol
daten. Wat ruwhouten kruisen op de
voorste rij met haastig neergeschreven
opschriften: „Hier ruht Ein tapferer
S.S.-Man"Hier en daar een naam,
bijna overal een stukgeschoten storm
helm en dan het bordje, dat na 25 jaar
weer rechtsgeldigheid kreeg: „Hier ruht
Ein tapferer unbekannter Deutscher Sol
dat".
De rijen daarachter dragen andere hel
men, groene helmen met den leeuw
op een bordje lees ik: „6 Hollander
Grab".
Hier rust een lange rij van Neder-
landsche soldaten, gevallen in den slag,
die aan den naam Grebbe voor altijd
de herinnering van bloed en tranen
óók van dapper strijden voor het eigen
vaderland zal verbinden. Duitsche en
Nederlandsche soldaten, ze zijn tezamen
door Duitsche en Nederlandsche mede
strijders opgespoord na dagen van zoe
ken in de omliggende bosschen; ze wor
den nu ook tezamen ter ruste gelegd op
l den top van den Grebbeberg.
't Is tegen den avond wanneer de moei
lijke en piëteitvolle taak is volbracht.
Een schoone lentezon schiet bij het da
len gordijnen van diffuus licht tusschen
het loof van de oude beuken, die de
wacht om de graven gaan betrekken.
Zacht ritselt de wind tusschen het
jonge groen.
Tot voor enkele oogenblikken knerp
ten nog de spaden in het geel-bruine
zand waar nieuwe graven werden gedol
vennu leunen ook de mannen in hun
blauwe pakken op de schoppen; er klin
ken enkele commando'shet vuurpe-
leton schaart zich in het gelid; daarte
genover staat een groep van Duitsche
en Nederlandsche soldaten, die bij het
zoeken behulpzaam zijn geweest en die
nu als één blok de houding aannemen.
De derde zijde van het carré wordt
gevormd door de burgerlijke autoritei
ten; de burgemeester van Rhenen met
zijn ambtsketen, de gemeenteveldwach
ter, een paar Roode-Kruis-zusters en
blijkbaar een arts met zijn helpers, allen
gekleed met hooge gummilaarzen en
gummihandschoenen.
Achter dit groepje scharen ook wij
onsvoorbijgangers.
De Duitsche Hauptmann, die tegen
over ons staat en die de leiding heeft
van de historische plechtigheid, die zal
volgen, geeft een enkel teeken aan den
Feldwebel, een typisch Duitsch militair,
die met den duim aan den gordelriem
heeft afgewachtéén bevelalles
staat in de houding.
Uit het bosch aan de overzijde van
den grooten weg, die over den Grebbe
berg voert, komt een kleine stoet te
voorschijn: twee predikanten in toga en
een pastoor in priesterkleeding.
Wie het zijn? Onbekenden voor ons,
zooals wij onbekenden zijn voor hen en
zooals wij ons samen scharen rondom
het massagraf van onbekende soldaten.
Duitsche en Nederlandsche, maar één
geworden in de stilte van dit oogenblik,
de groote stilte, waarin slechts de wind
over de graven ruischt. Neen bij die
stilte blijft het toch niet.
Ook over deze graven ruischt het
Evangeliewoord. Vreemd, maar diep ont
roerend galmt de stem van den prediker
in dit beukenbosch, dat de Woorden des
Levens weerkaatst.waarlijk, Hij
heeft onze krankheden op zich genomen
en onze smarten die heeft Hij gedragen"
,doch de Heere heeft onzer aller
ongerechtigheid op Hem doen aanloo-
pen."
En uit Johannes 16: „Gij dan hebt nu
wel droefheid, maar ik zal U wederzien,
en Uw hart zal zich verblijden, en nie
mand zal Uwe blijdschap van U wegne
men; en in dien dag zult gij mij niets
vragen"
In zijn toespraak vat de prediker alle
dooden samen; hier zijn immers alle te
genstellingen overwonnen, waar men-
schen voor éénzelfden Rechter moeten
verschijnen? Wel wordt herinnerd aan
den feilen strijd, die hier geleverd werd
en waarbij twee groepen menschen elk
hun plicht deden voor hun vaderland,
maar in den dood werden vereenigd.
Een gebed voor de familieleden der
gevallenen wordt een smeekbede om
troost waar menschen niet kunnen troos
ten.
De predikant treedt terug, de pastoor
leest de Latijnsche gebeden voor de ge
storvenen; voor ons zijn het klanken,
voor den geloovigen Roomsch-Katholiek
is het balsem op de wonden.
We zijn hier met .radio-reporters, even
waren we het vergeten, maar dan zien
we hoe Paul de Waard, de K.R.O.-repor
ter, bij deze sobere plechtigheid als as
sistent fungeertroerloos staat hij
terzijde van den pastoor, een uitschuif-
baar drinkbekertje met wijwater in de
hand, waaruit de pastoor met een takje
palm telkens enkele druppels op de aar
de sprenkelt
De dokter met zijn opgestroopte
hemdsmouwen, de radio-reporter met
het bekertje wijwater in de hand, daar
achter de Hauptmann, kaarsrecht in af
wachtingrequisieten op den Greb
beberg.
De pastoor spreekt. Ook deze spreekt
van den vrede, die boven alle krijgsge
woel uit het mensehenhart kan vervul
lenvertelt, hoe bij het nasporen van
de gevallenen bij velen werd gevonden
een Psalmboekje, een Nieuw Testament,
een penning van de Marit-congregatie,
bewijzen, hoe deze mannen in geloof en
Godsvertrouwen den moeilijken strijd,
die hun doodsstrijd zou worden, tege
moet gingen. Hun lichamen hebben wij
verzameld, liooger dan het lichaam is
de ziel, die immers van ieder, die Jezus
tot zijn Borg had, werd opgenomen in
den hemel der heerlijkheid!
„Benedictiomet de Latijnsche
spreuk, ons onbekend, verleent de gees
telijke de absolutie. Dan klinken com
mando's voor het vuurpeleton„Legt
an!"Gibt Feuer"een droge,
harde knal weerkaatst duizendvoudig
langs de beboschte heuvelen nog eens en
nog eens klinken dezelfde bevelen en tel
kens doen de soldaten met één knal het
salvo weerklinken hun laatste eer
aan de dooden, aan deze dooden, die
hier op den Grebbeberg voorloopig zijn
begraven, maar daarmee ook de ande
ren, de velen die hier sneuvelden en die
reeds eerder zijn weggebracht om mo
gelijk in de plaats hunner geboorte te
worden ter aarde besteld.
De tweede predikant bidt, als de laat
ste echo is weerklonken, het „Onze Va
der". De plechtige teraardebestelling is
beëindigd, maar een korte plechtigheid
van ander karakter volgt nog.
Salueerend voor de burgerlijke auto
riteiten treedt de Duitsche Hauptmann
naar voren om den grafheuvel, die on
der zijn leiding is opgericht, aan den
burgemeester van Rhenen over te dra
gen.
Het is een, ondanks zijn leeftijd,
stramme figuur, deze officier, drager
van het ijzeren kruis uit den vorigen
oorlog en elk van zijn woorden en be
wegingen getuigt van zijn soldaat-zijn.
Met „Deutsche Kameraden Hollan-
dische Freunde" spreekt hij de man
schappen, die hem hielpen bij de ge
meenschappelijke taak, toe. Het is een
woord n a den strijd, een woord van
den hoogsten lof, óók voor den moed en
de dapperheid van den Hollandschen sol
daat, die streed voor zijn recht. Met aan
doening spreekt de oud frontstrijder
van de dooden, die het beste gaven, wat
zij bezaten, hun leven. In dit vreedzame
beukenbosch, „in diesem Heiligen Hain",
zijn zij ter ruste gelegd en deze Grebbe
berg zal voor Hollanders maar ook voor
Duitschers worden tot een bedevaarts
oord.
De Hauptmann legt namens allen de
plechtige belofte af, dat deze begraaf
plaats als een heiligdom zal worden be
schouwd en als hij zich salueerend naar
den burgemeester begeeft om hem met
handslag tot goede zorg daarvoor te
verplichten, dan grijpt allen een sterke
ontroering aan.
Een ontroering, die den burgemeester
van het zwaarbeproefde Rhenen, die ons
allen doet zwijgen.
Wéér ruischen alleen de beuken
Stil gaan we uiteen.
Aan den rand van het massagraf
smeult een vuur van de resten van ge-
1 vonden kleedingstukken en wapenen...
een blauwe rook stijgt boven de beuken
uit en verwaait over de geschonden ak-
I kers.
De zon gaat dalen boven den Grebbe
berg, anno 20 van Bloeimaand in het
1 Jaar onzes Heeren negentienhonderd
veertig. H.
Er rijden weer autobussen naar Zeeland. De lijn Bergen op ZoomGoes heeft geen gebrek aan passagiers en bagage.
Legendarische steen
weer aan de legende prijs
gegeven. Niet alleen huizen en hoo
rnen, maar ook de beroemde Amerts-
foortsche kei stond in den weg toen de
oorlog uitbrak. De kei werd in 1661 ge
vonden en feestelijk binnengehaald. De
burgemeester gaf toen bevel het zon
derlinge overheidsmonument, als een
steen des aanstoots", in den grond van
de Varkensmarkt te begraven. Het
keienverhaal dreigde toen bijna een
vergeten sage te worden, totdat op 28
Mei 1903 de kei weer was opgegraven
en een plaatsje op een voetstuk kreeg
naast het politiebureau. Eenige jaren
geleden werd de kei verplaatst naar den
Arnhemscheweg en thans is hij ter
plaatse begraven.
Bedwing uw nieuws
gierigheid. Hoe gevaarlijk het
zijn kan, zijn nieuwsgierigheid ten aan
zien van de geteisterde gebieden te wil
len bevredigen en daarbij dan bovendien
nog een te groote belangstelling aan
den dag te leggen voor z.g. oorlogs
souvenirs heeft de Weesper ingezetene
X. ondervonden, toen hij in gezelschap
van zyn vriend Y. een fietstocht maakte
naar de omstreken van Veenendaal en
Rhenen.
In de buurt van den Grebbeberg raap
ten zij hier en daar iets van den weg op
om het beter te bekijken. Dit oprapen
was gezien door een patrouille mare
chaussees, die hun collega's verderop
waarschuwden. Toen X en Y op den
weg van den Grebbeberg naar Veenen
daal reden werden zij door andere ma
rechaussees aangehouden en moesten zij
zich legitimeeren. Y had een rijbewijs
by zich, maar X had geen papieren.
Het wantrouwen van de marechaus
sees werd nu gewekt; Y mocht naar
Weesp terugkeeren, maar X moest zich
aan een visitatie onderwerpen, waarbij
eenige militaire voorwerpen te voor
schijn kwamen. Dus werd X voorloopig
te Veenendaal in verzekerde bewaring
gesteld.
Het zich toeëigenen van langs den
weg liggende militaire voorwerpen is
immers diefstal, 's Avonds werd X naar
Rhenen overgebracht, waar hij met twee
andere gearresteerde Nederlanders, die
om dezelfde reden waren aangehouden,
den nacht moest doorbrengen, in een
cel. Den daarop volgenden middag is
X overgebracht naar Arnhem. De offi
cier van justitie heeft hem gedurende
een week verscheidene malen verhoord.
X betoogde, dat de op hem gevonden
voorwerpen niet door hem zouden zijn
opgeraapt, maar dat hy ze vroeger in
zijn bezit had gekregen, toen hij nog in
militairen dienst was.
Ten slotte toen bleek dat er niet vol
doende bewijs was, werd X vrijgelaten.
Zijn fiets stond toen nog in Veenendaal,
dat hij kon bereiken door met een auto
bus tot Rhenen te rijden en vervolgens
twee uur te wandelen. Toen kon hij
naar Weesp terug fietsen.
Rupsenplaag in Gel
derland. In verschillende bosschen
in Gelderland is een rupsenplaag ge
constateerd. Bij het doorkruisen ervan
zijn de kleeren dadelijk overvloedig be
zet met deze diertjes, die als het ware
van de boomen regenen. Ook verschil-
I lende boomgaarden hebben er ernstig
van te lijden. De droogte van de vorige
weken heeft de ontwikkeling der rupsen
sterk bevorderd. Een wetenschappelijk
onderzoek naar deze rupsenplaag is
gaande.
-Weer een landmijn
ontploft. Tijdens de opruimings
werkzaamheden van landmijnen tus
schen Deurne en Venraay in de Peel,
stiet de sergeant-majoor v. d. Kalken
uit Utrecht in een mijnenveld op een
landmijn, die tot ontploffing kwam. De
sergeant-majoor werd op slag gedood.
PAARDENFOKKERIJ MOET RUSTIG
DOORWERKEN.
De „Boerderij" bevat een artikel,
waarin wordt betoogd, dat de Neder
landsche paardenfokkerij zich de laat
ste jaien weliswaar tegenover de me
chanisatie heeft kunnen handhaven,
maar dat deze laatste in het landbouw
bedrijf wel eens een grooter omvang
heelt aangenomen dan noodig was ge
weest.
„Tegen de eenzijdige mechanisatie is
meermalen gewaarschuwd. Wanneer
men een land sterk wil maken in moei
lijke tijden, dan is het voor de voedsel
voorziening (om nog niet te spreken
van legervoorziening) absoluut noodig
om over een beduidende paardentractie
te beschikken. De paardentractie im
mers is onafhankelijk van den invoer
van brandstof.
Natuurlijk is het thans ook weer on
juist om te denken, dat de transport
mogelijkheden weer ingesteld moeten
worden op een wijze als voor 25 jaar.
Straks zal wel blijken, dat dit niet noo
dig is en het snelverkeer zal weer op
staan zooals het nu is terneergeworpen.
Maar dit neemt niet weg, dat de paar
denfokkerij er aan moet denken, dat zyn
product in een hernieuwde belangstel
ling is gekomen, en dat de behoefte
aan paarden, ook na den oorlog zal
blijven voortduren.
In sommige streken is nu reeds 'n te
kort aan paarden. Wij laten geheel buiten
beschouwing, de vraag van de expeditie
bedrijven en fabrikanten, die er thans
toe overgaan om paarden aan te koopen,
omdat gebrek aan benzine het gebruik
van auto's onmogelijk maakt. Want al
leen in de landbouwbedrijven zijn veel
paarden noodig, omdat een groot deel
van de gemechaniseerde bedrijven een
tekort aan paarden heeft. Wij kennen
bedrijven, waar men 5 a 6 paarden moet
aankoopen om in het allernoodzakelijk
ste te voorzien. Aan een overcompleet
aan paarden bij demobilisatie behoeft
men niet te denken.
Het is dus zaak, dat men in de paar
denfokkerij rustig doorwerkt, zooveel
mogelijk gaat fokken, omdat de moge
lijkheid van export na den oorlog be
langrijk is vergroot. Maar men doet juist
zich niet te laten beïnvloeden door de
genen, die meenen, dat het paarden-
verbruik weer zal komen op de basis
van vóór de mechanisatie. Dat is on
juist. Doch de tijden, die wij thans be
leven, zullen velen wel de overtuiging
hebben bijgebracht, dat een belangrijke
paardentractie van zeer groot belang is,
ook voor de toekomst."
DE GROENTEN-EXPORT NAAR
DU1TSCHLAND.
Betaling tegen minimumprijs.
Hoewel na het herstel van de spoor
wegverbindingen groote hoeveelheden
groente uit het Westland naar Duitsch-
land zijn gezonden, geschiedde dit op ri
sico van de exporteurs, waarbij nog niets
naders bekend kon worden gemaakt over
de betaling.
Thans hebben de exporteurs bericht
ontvangen, dat de betaling over den ex
port in de week van 2026 Mei aan het
einde van de loopende week tegemoet
kan worden gezien. Alle geëxporteerde
producten zijn uit de markt genomen
tegen den minimum-prijs, welke na den
oorlog door de Ned. Groenten- en Fruit-
centrale werd vastgesteld.
Hierbij moet worden opgemerkt, dat
van de meeste producten de minimum
prijs ongeveer het dubbele bedraagt van
den minimumprijs 1939.
Maandag heeft de Ned. Groenten- en
Fruitcentrale de minimumprijzen van to
maten en bloemkool iets verlaagd, in
verband met den stijgenden aanvoer van
deze producten.
Donderdag 6 Juni 1940.
JAARSVELD, 414.4 m. N.C.R.V.-uitz.
7.15—7.30 VPRO.
8.00 Ber. ANP, 8.10 Schriftlezing, medi
tatie. 8.30 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00
Chr. lectuur. 11.30 Hobo, piano en gram.
12.00 Ber. 12.15 Celesta-ensemble (12.45—
I.00 Ber. ANP). 1.45 Gram. 2.25 Utr.
strijkkwartet. 3.30 Officieele berichten of
toespraken. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Gram.
5.15 Handenarbeid voor de jeugd. 5.45
Zang met pianobegeleiding en gram. 6.30
Apollo-kwartet. 7.00 Ber. 7.15 Cyclus
„Groote mannen in bewogen tijden". 7.30
Officieele berichten of toespraken. 8.00
Ber. ANP. 8.15 Postillons. 8.50 „Opvoe
dingstaak in dezen tijd", causerie. 9.10
Arnhemsche orkestvereeniging. Hierna:
Schriftlezing. 10.00 Ber. ANP, sluiting.
KOOTWIJK, 1875 m. KRO-uitzending.
II.15—11.30 Ber.
8 00 Ber. ANP. 8.05 Gram. 9.00 Ber.
(Fransch). 9.15 Gram. 11.15 Ber. (En-
gelsch). 11.30 Gram. 12.00 KRO-Melodis-
ten (12.45—1.00 Ber. ANP). 1.30 Gram.
I.45 Ber. (Fransch). 2.00 Gram. 3.15 Ber.
(Frans). 3.30 Eerste acte van de opera
„Don Juan" (gr. pl.). 4.30 KRO-orkest
(5.155.45 Gram). 6.15 Ber. (Engelsch).
6.30 Gram. 6.45 Musiquette en soliste. 7.30
Gram. 7.40 Rococo-octet. 8.00 Ber. ANP.
8.15 Ber. (Engelsch). 830 KRO-Groot-
Amusementsorkest. 9.15 Ber. (Engelsch).
9.30 Gram. 10.00—10.15 Ber. ANP. 11.15
II.30 Ber. (Fransch).