De capitulatie van het
Be gische leger.
Verboden bedrijven stilte leggen
Van het Oorlogsfront
Dagblad voor de Provincie Zeeland
AANBOD
De rijkscommissaris voor de
bezette gebieden in Nederland.
E B00NEN
Ikneoht
istbode
iffrouw
.echt
ide Knecht
ïhten
Stand
WOENSDAG 29 MEI 1940
54e JAARGANG - No. 198
Rijksminister Seyss-Inquart aanvaardt zijn ambt.
Geen ongerustheid over de
voedselvoorziening.
WEDEROPBOUW.
Duitsch legerbericht van
Dinsdagmiddag.
De voorgeschiedenis van de
capitulatie.
Churchill acht den toestand ernstig
Textielproducten mogen
alleen op bon verkocht
worden.
De Belgen hebben dapper gestreden
De stemming te Parijs.
die uitsluitend
RIJDAGS en
IDAGS
|t, worden op-
advertentiën
regels A 0.75
[tbetaling
nummer ƒ0.85
Wzn, Vrouwen-
enkele uren be
lt geven van
LES.
bfd aanbevelend.
n goeden staat
WAGEN.
r letter K, Bu
te Goes.
T
iE, Blezellnge.
Tel. 388.
LON,
|v/h Tehuis voor
^bevelend:
M. BOONE.
MIDDELBURG,
)e Zeeuw".
Adres:
jrte Delft 1 en
Middelburg.
Torenweg 4,
(AN ANDEL—
delburg zegt we-
5CHAPPEN EN
ITIES OP.
fel
|en nacht.
Café „De Vei-
oekt werkkring,
Idster. Br. no. 5
v" te Goes.
\T
SRSE, Visoweg,
ior direct
SZOON,
t. te werken. Be-
irkomende werk
en onder letter
jeuw" te Goes.
het Betuwland
itingen van den
vruchten heb-
tr de wind moet
ien.
t als in het af-
larschijnlijk zijn,
ang van zaken
ar de productie
ls het andere in
ten der boomen,
ik dit jaar weer
nnen worden,
heeft beste re-
betreft, gehad
dat die relaties
want oorspron-
Ij van tuinbouw
de Over-Betuwe
and.
Zuid-Beveland.
ïl Mei 1940.
100 kg.; Perzi-
1519, Spinazie
36, Witlof 5—
3.50—4, alles
22.50, Radijs
Sjalotten 2.50,
portelen 1017,
[loemkool 819,
omkommers 8
3.60 peer 100
fcobus Jan z. v.
en Catharina
ria van Waarde,
assieux; Jan Si-
kenszand.
Ien: 8 Mei, Cor-
77 j. wedn. van
13, Jacobus de
Welleman 23 j-
21 j. (N.-B.)
Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 2438
Bijkantoor Middelburg: Pa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, tijdelijk Korte Delft 1 en
Noordweg 155.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Abonnementsprijs f2.60 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en VHssingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Advertentiën 80 cent per regel
Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags
f 0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto
10 cent extra
BIJ contract belangrijke korting
De Rijkscommissaris voor de bezette
Nederlandsche gebieden, rijksminister
Seyss-Inquart heeft hedenochtend in een
plechtige bijeenkomst in de Ridderzaal
te 's-Gravenhage, zijn ambt aanvaard en
de bevoegdheden, die tot dusver door
den Duitschen militairen bevelhebber in
ons land werden uitgeoefend, overgeno
men.
Een groot aantal genoodigden, o.w.
de secretarissen-generaal van de Neder
landsche ministeries, de rijksleider van
de Duitsche pers Amann, hooge persoon
lijkheden van de S.S. en verschillende
andere Duitsche autoriteiten waren bij
de overdracht tegenwoordig.
Eerewachten van Duitsche soldaten
waren in de omgeving van de Ridderzaal
opgesteld.
Arthur Seyss Inquart is op 22 Juli
1892 te Sammern bij Iglan geboren. Zijn
vader was toen Regierungsrat en direc
teur van het Gymnasium te Olmütz.
Na zijn promotie in de juridische fa
culteit van de Universiteit te Weenen,
streed dr Seyss Inquart in den wereld
oorlog bij de Tiroler Kaiserjager in Rus
land, Italië en Roemenië. Hij werd ge
wond en is viermaal onderscheiden.
In 1921 vestigde Dr Seyss Inquart
zich als advocaat te Weenen.
In 1937 werd hijj benoemd tot Staats
raad; hij was verbindingsman tusschen
de nationale oppositie en de bondsregee-
ring. Hy bereidde den weg voor tot de
wijziging van het Oostenrtjksche kabinet
op 10 Febr. 1938 en werd minister van
binnenlandsche zaken en openbare vei
ligheid.
Na de nieuwe Ostmark-wet van 1 Mei
1939, waardoor het ambt van Rijksstad
houder ophield te bestaan, werd dr Seyss
Inquart benoemd tot Rijksminister ter
beschikking.
Dr Seyss Inquart is lid van het Rijks
kabinet en een bijzondere vertrouweling
van den Ftihrer en Rijkskanselier.
(De proclamatie van den Rijkscom
missaris vindt men op pagina 3.)
„WE ZULLEN ONS ER WEL DOOR
HEEN BUTEN."
Het „Alg. Hdbl." bevat een breed ar
tikel over onze voedselvoorziening.
Aan de hand van feiten en cijfers
betoogt het blad, dat er geen groote
vrees behoeft te bestaan voor onze
mondkostvoorziening.
De „voeding van den grond" (kunst-
mestvoorziening) behoeft naar het blad
meent, geen al te groote zorgen te ba
ren en met het veevoeder zal het ook
wel los loopen, al zal het waarschijnlijk
noodig zijn het aantal van de grootste
consumenten, n.l. varkens, kippen en
eenden, tijdelijk te beperken. Dit kan
echter geschieden zonder blijvende
schade voor het productie-apparaat, dat
betrekkelijk snel weer zal kunnen wor
den gereconstrueerd.
Wat betreft de veekoeken, hier
zal zoo noodig, besparing en gedeeltelijk
vervanging mogelijk zijn. Kortom, wë
zullen ons er wel doorheen kunnen „bij
ten", óók als de aanvoer over zee gedu
rende langeren tijd afgesneden zou blij
ven. Energie en het gebruik maken van
moderne methoden zullen daarbij on
schatbare diensten moeten bewijzen,
doch er doorhéén zullen we komen!
Tenslotte het broodgraan. Onze
eigen tarwe-verbouw is rond 21/s maal
zoo groot als voor acht jaren! Ongeveer
55 pet. der normale menschelijke be
hoefte wordt door eigen oogst gedekt
en daarnaast hebben wij nog reserve in
den vorm van aardappelmeel en rogge,
benevens in de aangelegde voorraden.
Trouwens, reeds in November is uitge
rekend, dat indien voor een geheel jaar
„oorlogsbrood" zou moeten worden ver
strekt van een samenstelling 60 pet.
tarwe, 25 pet. rogge en 15 pet. aard
appelmeel hetgeen een goed product
levert daarvoor noodig zou zijn
500.000 ton tarwe, 225.000 ton rogge en
90.000 ton aardappelmeel. Door dieper
uitmalen of door de tarwe tot meel in
plaats van tot bloem te verwerken, kan
op de normaal benoodigde hoeveelheid
bovendien aanzienlijk worden bespaard.
Zoo ziet men, dat óók ten aanzien
van onze broodvoorziening geen
enkele reden behoeft te bestaan, om
zich ongerust te maken, al zal ordening
van het verbruik en mobiliseering van
andere volwaardige, maar tot dusver
niet of weinig gebruikte grondstoffen,
dienstig kunnen zjn. Zoo exporteerden
wij vorig jaar b.v. 110 millioen kilo
aardappelmeel, waarvan tweederde deel
naar Engeland ging en ons rogge-areaal
benadert het kwart millioen hectaren
met een opbrengst van 550 millioen kilo
(in 1938).
Wat „de groote lijn" betreft, kan der
halve worden opgemerkt, dat als de oor
log kort duurt, er geen enkele reden be
staat voor vrees, dat onze agrarische
productie en broodvoorziening in het
ongereede zullen geraken, al zullen
voorzichtigheidshalve maatregelen dien
stig zijn, om het verbruik van kunst
mest en veevoeder waarmede "_rou-
wens al in September was begonnen
te reglementeeren. En óók zal het dien
stig zijn, om onze agrarische productie
in nieuwe banen te leiden, in den zin
van méér voederproductie en minder
„veredelings"-voortbrenging.
Doch... ook dat is niets nieuws; ook
daarmede was al lang een begin ge
maakt, al waren de resultaten van dat
streven niet steeds groot.
De vakbekwaamheid en energie on
zer boeren zjn ten slotte de waarborgen
dat men de toekomst met vertrouwen
tegemoet kan en moet zien, afgezien van
tjdeljke inconveniënten, die trouwens
reeds vóór 10 Mei zich hadden ver
toond.
En ten slotte, hetwelk héél geruststel
lend en tot voldoening stemmend is:
onze bodemproductie hebben we nimmer
verwaarloosd, al is het waar, dat voor
de bodembewerkers niet steeds de be
langstelling en de waardeering hebben
bestaan, welke zij verdienden als „eco
nomische frontsoldaten", gelijk wij hen
bjj herhaling noemden. Doch uit den bo
dem is wél steeds meer en meer gehaald
door moderne cultuurtechniek, voorlich
ting, landbouwonderwijs, ontginning en
organisatie en dat stemt thans tot
groote voldoening!
Mr J. B. Kan adviseur van
Regeerin gscomiulssaris.
De Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht heeft besloten Mr J. B. Kan,
lid van den Raad van State te benoemen
tot adviseur in algemeene zaken van den
Regeeringscommissaris voor den Weder
opbouw.
DE ARBEIDSDUUR MAG NIET MIN
DER ZIJN DAN 36 UUR.
De Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht heeft de volgende verorde
ning afgekondigd:
Artikel 1. Het is na 27 Mei verboden:
a. Den arbeid in een onderneming
blijvend of tijdelijk stop te zetten, of den
arbeidsduur te verminderen tot minder
dan 36 uur;
b. gedurende een tijdvak van dertig
achtereenvolgende dagen 25 of meer ar
beiders in een onderneming, al of niet
tegelijk te ontslaan, zonder hiertoe voor
af schriftelijke vergunning te hebben
verkregen van of namens den directeur-
generaal van den arbeid. Aan deze ver
gunning kunnen voorwaarden worden
verbonden.
Art. 2. Ie. het verzoek om vergunning
moet worden gericht aan het districts
hoofd der arbeidsinspectie en bevat de
redenen voor het verzoek en vermeldt
het aantal en de soort arbeiders, die
door voldoening aan het verzoek geheel
of gedeeltelijk buiten werk zullen ko
men;
2e. op het verzoek wordt zoo spoedig
mogelijk beslist.
Art. 3. Het hoofd of de bestuurder
van de onderneming, die in het tijdvak
van 10 tot 28 Mei 1940, hetzij den arbeid
in de onderneming heeft doen stopzet
ten, hetzij 25 of meer arbeidskrachten
in zijn onderneming al of niet tegelijker
tijd heeft ontslagen, geeft daarvan ken
nis aan het districtshoofd van de ar-
j beidsinspectie voor 3 Juni 1940, schrif
telijk. Hij vermeldt daarbij de redenen
van het gedane ontslag of van het stop
zetten van den arbeid, en het aantal en
de soort van arbeiders, die als gevolg
van het stopzetten van den arbeid of het
ontslag buiten werk zijn gekomen.
Art. 4. Deze verordening treedt in
werking met ingang van 28 Mei 1940.
De groote slag in Vlaanderen en Ar-
tois heeft zijn hoogtepunt bereikt.
In krachtige aanvallen braken onze troe
pen het zeer felle verzet en drongen zi)
de ingesloten vijandelijke legers op een
steeds nauwer gebied terug, waarin ook
het luchtwapen met sterke krachten ver
nietigend werkte.
Tegen het Belgische leger wonnen wij
na hardnekkige gevechten nieuw terrein
en staan thans 10 km voor Brugge en
Thourout.
Thielt werd gepasseerd en een storm
aanval werd ondernomen op de vijande
lijke artillerie, welke rich aldaar bevindt.
Het hopelooze van den toestand in
ziende, heeft het Belgische leger, zooals
reeds is bekend gemaakt, onder leiding
van zijn Koning, ter sterkte van onge
veer 400.000500.000 man de wapens
neergelegd.
Tegen de omsingelde Engelsche en
Fransche troepen wordt de strijd voort
gezet.
Ten Noorden van Valenciennes zijn onze
troepen op een breed front door de ster
ke Fransche grensvestingen heengebro
ken.
Orchies en Donai zijn ingenomen.
Ook van het Westen uit werd de vij
and over het geheele front terug gesla
gen.
La Bassié, Merville, Hazebrouck en
Bourbourg zijn in Duitsche handen.
Het luchtwapen bestookte de naar Zee-
brugge, Nieuwpoort, Oostende en Duin
kerken leidende straten en spoorlijnen
met bommen, alsmede de havenwerken
en de aan de haven liggende schepen.
In Duinkerken is de brug over de ha
ven vernield.
Een vijandelijke torpedojager kreeg
een zware treffer.
Aan het Zuidelijke front werden af
zonderlijke vijandelijke aanvallen aan de
benedenloop van de Somme afgeslagen.
Daarbij werden 30 vijandelijke pantser
wagens vernietigd.
De verliezen van den vijand in de lucht
bedroegen Maandag in totaal 91 vlieg
tuigen.
23 Duitsche vliegtuigen worden ver
mist.
Ook in het Noordelijk deel van Noor
wegen greep het luchtwapen met succes
in. Een zender werd vernield, een andere
zwaar beschadigd.
Duitsche Schnellboote vernietigden
voor de Belgische kust een Britsche tor
pedojager en een vijandelijke duikboot.
Ook werd een zwaar beladen vijandelijk
transportvaartuig van 3000 ton tot zin
ken gebracht.
Het Engelsche luchtwapen zette zijn
lukrake aanvallen op niet-militaire doe
len in Noord- en West-Duitsehland voort.
Enkele burgers werden gedood.
DE DUITSCHE PERS OVER DE
BELGISCHE CAPITULATIE.
De geheele Djiitsche pers staat, zoo
als te begrijpen valt, geheel in het tee-
ken van de caputilatie van België.
De Duitsche bladen publiceeren
het bericht van de capitulatie van
het Belgische leger met de toevoeging:
Duitschland gedenkt in dit uur rijn
dappere soldaten die met een voorbeelde-
loozen strijdlust zonder eenige terug
houding versterkingen omver liepen, die
tot de sterkste der wereld behoorden.
Het geheele Duitsche volk riet met een
gevoel van diepe dankbaarheid en onbe-
dwingbaren trots op naar de troepen,
die zulke schitterende wapenfeiten heb
ben volbracht en deze capitulatie heb
ben afgedwongen.
In 18 dagen, zoo schrijft de Deutsche
Allgemeine Zeitung, werd het Poolsche
leger verslagen. In wederom 18 dagen
sedert het begin van het Duitsche offen
sief heeft thans ook, na de caputilatie
van Nederland, het Belgische leger op
gehouden te bestaan, niettegenstaande
het Fransche Noordelijke leger en het
geheele Britsche expeditiecorps, het te
hulp waren gesneld.
Eenstemmig komt in de bladen tot
uiting, dat de Belgische Koning zich in
i zijn houding waardig heeft getoond en
dat hij rijn soldaten en daarmede zijn
volk de onvermijdelijke offers aan bloed,
alsmede den val in den afgrond tegen
den wil zijner ministers te elfder ure
heeft willen besparen.
De rede van den Franschen minister
president met haar hatelijke aanvallen
op Koning Leopold, ontmoet in de Duit
sche pers slechts de verachting van het
Duitsche volk.
In Londen beweert men, volgens het
D. N. B., dat men aan de zijde der ge
allieerden niets van het besluit tot capi
tulatie van den Belgischen Koning ge
weten heeft, dat men volkomen verrast
is geworden en dat de Koning over het
hoofd van rijn eigen ministers heen
die zich bijtijds reeds het jongste week
einde te Londen in veiligheid hadden
gebracht het bevel tot capitulatie go-
geven heeft.
Uit betrouwbare bron verneemt het
D. N. B. echter, dat van beslissenden In
vloed op het besluit van den Koning der
Belgen zou geweest zijn, de vreeselijke
vernielingen, welke de Engelschen in
België stelselmatig zouden hebben aan
gericht.
Naar verder gemeld wordt, zou de
plotselinge reis van generaal Weygand
na»r het Belgische strijdgebied uitslui
tend de kwestie van de Belgische capi
tulatie gegolden hebben. Het heeft er
dus allen schijn van, dat in tegenstelling
tot hetgeen Parijs en Londen beweren,
de desbetreffende onderhandelingen tus
schen Koning Leopold en de officieele
kringen in Londen en Parijs reeds j.l.
Zondag gaande waren.
Ook het onderhoud, dat Lord Hallfax
Zondagmiddag met Pierlot gehad heeft,
alsmede met Spaak, zou uitsluitend ge
draaid hebben om het besluit van den
Belgischen Koning.
DE GIORNALE D'ITALIA OVER HET
BESLUIT VAN KONING LEOPOLD.
De capitulatie van België staat in de
Italiaansche avondbladen in het middel
punt der belangstelling. De Giornale
d'Italia noemt de handelwijze van den
Koning der Belgen een „daad van groot
politiek en menschelijk verstand". Drie
motieven hebben den Koning aanleiding
gegeven tot rijn besluit, zoo meent het
blad: 1. de wil om zijn volk in een doel-
loozen strijd een verder bloedvergieten
en verdere offers te besparen; 2. de
groote reeds geleden verliezen der Belgi
sche natie; 3. het inricht, dat de gealli
eerden niet zoo zeer streefden naar de
verdediging der onafhankelijkheid en
van het lot van België, als veeleer alle
middelen van België aan menschen, wa
pens en financiën trachtten uit te buiten
voor het behoud en de verdediging van
hun eigen gebieden en hun eigen groote
imperia.
De Engelschen hebben duidelijk hun
voornemen te kennen gegeven om naar
huis terug te keeren, terwijl de Belgen
voor hen moesten vechten en hun terug
tocht met zware offers moesten dekken.
Voorts hebben de Engelschen, zonder
rekening te houden met leven en eigen
dom der Belgische burgers, zich schul
dig gemaakt aan zware verwoestingen.
Het bewijs daarvoor is Brussel, waar de
Engelschen, ofschoon het een erkend
open stad betrof, bruggen in de lucht
lieten vliegen en met ontplofbare stoffen
de huizen vernielden en burgers dood
den.
VERSCHILLEND INZICHT VAN
KONING EN REGEERING.
Uit het hoofdkwartier van de Duit
sche weermacht wordt gemeld:
De Führer heeft verordend, dat te
genover den Koning der Belgen en zjn
leger een zoodanige houding wordt aan
genomen, als waarop dapper strijdende
soldaten aanspraak kunnen maken.
Daar de Koning der Belgen voor zich
persoonlek geen wensch geuit heeft,
wordt hem, tot aan de regeling van zjjn
definitieven zetel, vooreerst een Belgisch
kasteel als verblijfplaats aangewezen.
Churchill heeft gister in het Lager
huis een redevoering uitgesproken,
waarin hij allereerst de capitulatie van
het Belgische leger door koning Leopold
mededeelde. Blijkens het D. N. B.-ver-
slag vervolgde Churchill hierna: De
Britsche en Fransche regeeringen heb
ben daartegenover hun generaals onmid
dellijk bevolen zich verre te houden van
dit optreden en de operaties voort te zet
ten.
Het Belgische leger heeft sedert he
denochtend vier uur opgehouden den
Duitschers tegenstand te bieden. De Bel-
DEN HAAG. Het Departement van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart deelt
mede, dat het aan alle verkoopers ver
boden is aan particulieren textielproduc
ten af te leveren anders dan op vertoon
door den klant van distributie-stam
kaarten. Op één stamkaart mag slechts
van elk artikel de kleinste hoeveelheid
voor dageiykBch verbruik worden afge
leverd, b.v. één paar kousen of sokken,
één stel onderkleeren, één jas of cos-
tuum, voldoende stof voor één japon,
enz.
Voor deze levering moet de verkoo-
per een bon in duplo uitschrijven, waar
op de naam van den klant, nummer en
serieletter van de stamkaart en de ge
kochte goederen worden vermeld.
Het origineel van den bon moet aan
den klant worden afgegeven, die deze
minstens drie maanden moet bewaren.
De klant mag in dezelfde kalender-
week gelijksoortige artikelen in dezelfde
of andere winkels niet koopen. In nood
gevallen kan schriftelijk door burge
meesters, artsen, Roode Kruis, Vluchte
lingencomité, een vergunning worden
afgegeven voor grootere hoeveelheden.
Ook hiervoor moet een bon worden af
gegeven.
De verkooper moet de duplicaten van
de bonnen bewaren en moet ze kunnen
vertoonen bij inspecties door bevoegde
personen.
Met inachtneming van dit voorschrift
kan de verkoop van deze artikelen vrij
voortgaan.
Ter voorkoming van misverstanden
wordt een ieder er op gewezen, dat on
der dit verbod tot verkoop en/of afleve
ring niet vallen aankoopen of vorde
ringen door of namens de Duitsche of
Nederlandsche militaire autoriteiten en
ook niet aankoopen door Duitsche mili
tairen.
gische regeering heeft zich niet solidair
verklaard met deze handeling van ko
ning Leopold en heeft in allen vorm be
kend gemaakt, dat zij vastbesloten is
den oorlog voort te zetten aan den kant
van de geallieerden.
De toestand der Britsche en Fransche
legers, die in een der heftigste veldsla
gen gewikkeld zijn, en van drie kanten,
benevens uit de lucht ingesleten zijn, is
kennelijk buitengewoon ernstig. De over
gave van het Belgische leger vergroot
het ernstige gevaar.
Maar de Engelsche troepen zijn in een
goede stemming en vechten. Vloot en
luchtvloot verleenen dezen legers krach
tige ondersteuning.
Churchill wilde voor 't Huis een verkla
ring afleggen over den algemeenen toe
stand, wanneer het resultaat van den
ontzaglijken strijd, die thans geleverd
wordt, bekend is en overzien kan wor
den. Dit zal waarschijnlijk niet voor het
begin van de volgende week zjn. Inmid
dels zal het Huis er goed aan doen zich
voor te bereiden op harde en zware tij
den.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
De Belgische troepen hebben dapper
gestreden, in het algemeen gezien zelfs
het dapperste van de ingesloten legers.
De overwinning heeft van Duitsche zij
de volledige krachtsinspanning gekost.
Steeds weer heeft de Duitsche infante
rie aangevallen, tot de sterkste stellin
gen doorbroken en de vertwijfelde af
weer bedwongen was.
In het Noord-Fransch-Belgisch ge
bied neemt de ontwikkeling van den mi
litairen toestand thans een snel tempo
aan. De gebeurtenissen volgen elkander
snel op, de Duitsche troepen dringen op
een breed front den tegenstander bijeen;
het laatste bedrijf van deze worsteling
zal wel spoedig ten einde zjn.
Zonder effect blijven de pogingen der
Franschen om door aanvallen op het
Zuidelijk front hun ingesloten landslie
den verlichting te brengen. Deze aanval
len, waaruit geen groot opgezet plan
blijkt, werden volkomen afgeslagen.
Het bericht van de capitulatie van het
Belgische leger heeft, volgens het D. N.
B., in politieke en journalistieke kringen
te Parijs de grootste onrust en terneer
geslagenheid gewekt. Men verheelt zich
niet, dat Frankrijk en Engeland zich na
't neerleggen der wapenen door 't Belgi
sche leger in een veel ernstiger toestand
bevinden dan ooit te voren. Zelfs Wey
gand zou, naar men vertelt, den toe-