Gods wegen met ons Vaderland. Een praatje van Roosevelt. Vluchtelingen uitZeeuwsch Vlaanderen in Breda terug. De Rijksmiddelen in April. Binnenland Reynaud naar Engeland. Britsche torpedojager gezonken. De nieuwe Duitsche successen. Het Belgische leger. De benoodigdheden voor het Duitsche leger. Nog geen broodkaarten in Frankrijk. Engelsche mijnwerkers moeten onafgebroken werken. Gebrek aan sieenkoo! in Frankrijk. De maat in Italië is thans vol. De toestand In Vlaanderen. Rede van De Valera. Bliksem doei brug in de lucht vliegen. Betalingen over salarissen en loonen bij het onderwijs. Samenwerking van onderwijs organisaties. Bruine boonen voor den uitzaai. inlichtingen over militairen. Hulp aan den Middenstand. Departementen van Handel, Nijver heid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij. Molestschade niet gedekt in brandpolis. spreken van een oproerige beweging in het land. D.N.B, De Fransche minister-presi dent Reynaud heeft een bezoek aan Londen gebraoht. Hi) heeft besprekin gen gevoerd met Churchill en andere leden van het Britsche oorlogskabinet. In den avond is hij naar Parijs terugge keerd. D.N.B. Officieel wordt te Londen me degedeeld, dat de Britsche torpedojager „Wessex" tengevolge van beschadigin gen bij een vijandelijke luchtactie voor de Fransche kust is gezonken. D.N.B. Behalve met de nieuwe Duit sche successen, waarbij vooral van de inneming van Calais op opvallende wijze gewag wordt gemaakt, houden de Duit sche bladen zich ook uitvoerig bezig met het bericht uit Boston, over een voorgenomen aanslag tegen het Ameri- kaansche mailschip „President Roose velt", waarvan de bladen Churchill be schuldigen. D.N.B. De vroegere Belgische minis ter-president Hijmans heeft medege deeld, dat het Belgische leger, dat aan de Duitsche grens heeft gestaan 450.000 man telde. D.N.B. Ten aanzien van de bewering, dat de Duitsche opmarsch moet blijven staken tengevolge van gebrek aan mu nitie en motorbrandstof, verneemt het D.N.B. van welingelichte zijde, dat men van geallieerde zijde dit moeilijk kan ge- looven. Wel zijn de straten, spoorwegen en bruggen in België vreeselijk ver nield, maar het is een stokpaardje van de geallieerden, dat Duitschland niet in staat is het groote offensief wegens ge brek aan brandstof voor de vele gemo toriseerde troepen, in het bijzonder de luchtmacht, voort te zetten. Het offensief der laatste dagen zal den vijand wel overtuigd hebben, dat dit vermoeden niet juist was. De arbeidsdienst is met zijn afdeelin- gen tot dicht achter de strijders aan het front genaderd. Deze organisatie gaat overal wegen en bruggen herstellen. De spoorwegtroepen herstellen overal ver nielde spoorlijnen, zoodat overal het na zenden van voorraden is geregeld en aangepast aan den snellen opmarsch. D.N.B. De aangekondigde invoering van broodkaarten in Frankrijk, welke door het toenemend tekort aan meel dringend noodzakelijk wordt, is uitge steld, omdat als gevolg van de tallooze vluchtelingen uit Oost- en Noordoost Frankrijk, groote organisatorische moeilijkheden zijn ontstaan. Het D. N. B. meldt: Vooraanstaande personen uit de Brit sche mijnwerkersorganisaties hebben een dringend beroep gedaan op de mijnwer kers, alles in het werk te stellen om de productie van steenkool te verhoogen. In een circulaire van den bond van mijn werkers van Durham wordt den arbei ders aangeraden zich in alle omstandig heden eiken dag naar het werk te bege ven. Voorts wordt verklaard, dat sta kingen of andere stagnaties van den ar beid achterwege moeten blijven. Ten slotte wordt van de arbeiders geëischt, dat zij ook op feestdagen zullen werken. Deze eisch wordt verklaard door de om standigheid, dat de Nederland se h e steenkolenproductie voortaan aan Duitschland ten goede komt en niet meer ter beschikking staat van de ge allieerden. D. N. B. Nadat belangrijke steenkolen mijnen van Noord-Frankrijk door de Duitsche' troepenoperaties van het ove rige deel van Frankrijk waren afgesne den, is de Fransche industrie en ook het spoorwegwezen in de grootste moeilijk heden geraakt, vooral daar de hoop, ten minste geringe hoeveelheden steenkolen uit Engeland te krijgen bij den huidigen stand van zaken definitief opgegeven moest worden. Er is opdracht gegeven, dat in de toe komst de scheepvaart op de rivieren dat gene op zich moet nemen, wat de spoor wegen niet meer kunnen prestoeren. Alle beschikbare en nóg. op eenigerlei wjjze bruikbare schepen moeten in be drijf worden genomen» D. N. B. Onder het opschrift „De maat is thans vol" schrijft de „Tevere" op den verjaardag van Italië's deelneming het volgende: „Het revolutionaire Italië wacht met ongeduld op het bevel tot den opmarsch om eindelijk al het aangedane onrecht weer te herstellen en alles te winnen wat het toekomt, met vernietiging van de ondraaglijke hegemonieën en haar chi canes". De „Giornale d'Italia" merkt op, dat Italië in zijn zee nog altijd als een ge vangene leeft. Het A.N.P. heeft een interview ge had met den bekenden Vlaming Gram mens, lid van de Belgische Kamer. Hij had geconstateerd, dat bijna alle dorpen en steden in Vlaanderen geleden hadden onder vernieling. Grammens wees er op, dat deze vernielingen niet het gevolg waren van bombardementen, maar be werkstelligd waren door terugtrekkende Engelsche troepen, teneinde voor de op trekkende Duitschers niets achter te laten. Opmerkelijk was, dat in het bij zonder fabrieken en andere industriëele instellingen het meeste hadden geleden; torens en kerken daarentegen zag men nog staan. De beroemde kathedraal van Mechelen bijvoorbeeld en de basiliek van Tongeren zjjn gespaard gebleven. Behal ve de centra van industrie en bedrijf waren ook spoorlijnen en bruggen ver nietigd, nadat locomotieven en wagens met personeel naar Frankrijk waren weggevoerd. Alle bruggen rondom Brus sel zijn vernietigd behalve één die bij Laeken. Men zeide hem, dat bij het opblazen van de bruggen op sommige plaatsen de omwonenden niet gewaar schuwd waren met het gevolg, dat slacht offers waren gevallen onder de burger bevolking. Door deze en dergelijke feiten was na het wegtrekken van de Engelsche en andere troepen de stemming van de bevolking tegenover de Duitschers in gunstigen zin omgeslagen. In de meeste steden, die Grammens bezocht, met name te Vilvoorde, Aalst, Mechelen en Leuven zijn ook de electrische centrales, gas- en waterleidinginstallaties vernield door de terugtrekkende troepen. Vele burgers, die eerst gevlucht wa ren, keeren thans terug. De bevolking was tevreden over de correcte houding van de Duitsche militairen. De verhou ding met de bevolking is dan ook goed. Grammens bleek tenslotte diep bewo gen te zijn over de historische en weten schappelijke schatten, o.a. de beroemde bibliotheek in Leuven, die nu weer ver loren zijn gegaan. ROME. (Stefani.) De Iersche minis ter-president de Valera heeft in een rede te Dublin alle jongelieden opgewekt zich voor het leger aan te melden. De Valera voegde hieraan toe, dat er in het land een steeds kleiner wordend groepje be staat, dat aan verraad denkt. De Valera verklaarde, dat noch Engelschen noch andere vreemdelingen voet mogen zetten op den nationalen bodem. (D. N. B.) De Zweedsche militaire autoriteiten hebben medegedeeld, dat Vrijdagmiddag een brug over de Dal-elf tusschen Sarne en Odre door den blik sem is vernield. In de brug was door de militaire autoriteiten een explosieve la ding aangebracht, teneinde haar even tueel te kunnen vernielen. De brug werd derhalve bewaakt. Tijdens het hevige onweer is de blik sem in de springlading geslagen, waar door de brug werd vernield en een der schildwachten werd gedood. Een ander werd gewond. WASHINGTON. President Roosevelt heeft Zondagavond een van zijn praatjes aan den haard gehouden, dat per radio werd verspreid. Hij verklaarde, dat de toestand het noodig maakt op uitgebrei de schaal te bewapenen. Er is echter geen reden voor paniek. Hij deed een dringend beroep op het Amerikaansche volk te storten in het fonds voor het Roode Kruis tot hulp aan de bevolking van de in oorlog zijnde gebieden. Reeds is 10 miljoen dollar bijeengebracht. Hij besloot met een op roep tot gemeenschappelijk gebed, opdat de vrede spoedig moge terugkeeren. SPANNENDE DAGEN TE KOEWACHT. Het Dagblad van N.-Br. en Zeeland schrijft: Een belangrijk deel van de Bredasche vluchtelingen is na het vertrek uit Ant werpen naar Zeeuwsch-Vlaanderen ge gaan en heeft daar in het dorp Koe wacht en omgeving gedurende een week onderdak gevonden. Het onderdak in deze Zeeuwsch- Vlaamsche plaatsen was goed en de voedselvoorziening heeft ook weinig te wensehen overgelaten, vooral daar een groep van 22 zusters van het St Anna- gesticht zich in deze zeer verdienstelijk heeft gemaakt. Wel hebben de vluchte lingen in de vredige Zeeuwsch-Vlaam- sche dorpen dag aan dag groote ang sten moeten doorstaan, omdat er vrijwel voortdurend gevochten is en de noodige bombardementen niet ztfn uitgebleven. Ongelukkigerwijs is daarbij een der Bredanaars getroffen door een bom scherf tijdens een Engelsch bombarde ment en op slag gedood. Een der Bredanaars heeft een bijzon der onaangenaam avontuur beleefd toen hij door de Franschen voor een para chutist werd aangezien. Daar de man zich in het Fransch niet verstaanbaar kon maken en zich niet legimiteeren kon werd hfl onder bedreiging met zes gewe- ren meegevoerd naar den commandopost en het zou met hem waarschijnlijk slecht zijn afgeloopen, ware het niet dat een inspecteur nog tijdig tusschenbeide had kunnen komen en de onschuld van den Bredanaar had kunnen aantoonen. De terugtocht is Woensdagmorgen aangevangen. Met het oversteken van de Schelde bi) Antwerpen heeft men groote moeilijk heden gehad. De overtocht met de zware vrachtwa gens op een zeer wankel pontje duurde van 's avonds tien tot 's morgens vier uur! Daarmee was het voornaamste leed echter geleden en de verdere reis naar Breda is voorspoedig volbracht. Opbrengst ruim 1 7 millioen meer dan de raming. In vier maanden ruim f 9 millioen meer dan was geraamd. De Rijksmiddelen brachten in April f 44.62 millioen op tegen f 38.98 millioen in April 1939 en f37.54 millioen als 1/12 der raming. In de eerste vier maanden van 1940 bedroegen de totale ontvangsten f 159.77 millioen (vorig jaar f 148.54 mil lioen) bij f150.16 millioen als 4/12 der raming. Wat de kohierbelasting betreft was einde April in totaal f 61.18 millioen op kohier gebracht tegen f 45.69 millioen einde April 1939. De secretaris-generaal, wrn. hoofd van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen, maakt in overeen stemming met. het departement van fi nanciën en den postchèque- en giro dienst bekend, dat de besturen van scholen voor voorbereidend hooger, mid delbaar, nijverheids- en lager onderwijs, zoomede de kweekscholen, voor het doen van betalingen wegens salarissen en loonen van haar personeel vrij, ook door middel van chèques, over het saldo van de girorekening kunnen beschik ken. Chèques, voor dit doel afgegeven, kun nen op de gebruikelijke wijze worden verzilverd. Nadrukkelijk wordt er op gewezen, dat deze regeling alleen geldt voor de betaling van salarissen en loonen. Voor het doen van andere betalingen blijft hetgeen is bepaald bij besluit van 10 Mei 1940, Staatsblad nr. 483 van kracht. Bij misbruik zal deze afwijking van de algeméene regeling voor het desbetref fende schoolbestuur worden ingekrom pen, terwijl alsdan tevens het verleenen van voorschot zal worden stopgezet. De zes organisaties bij het openbaar en bijzonder onderwijs, vertegenwoor digd in de commissie voor georgani seerd overleg in onderwijszaken, hebben dezer dagen een bespreking gevoerd. Daarbij werd eenstemmig besloten, met terzijdestelling van hetgeen verdeelt, zich ter beschikking te stellen van de regeering met de bedoeling om het on derwijs zoo goed mogelijk voortgang te doen vinden. Zij sloten zich daarbij aan bij de re- geeringspublicatie, volgens welke op den voorgrond moet staan, dat het on derwijs gegeven worde in waardigen, nationalen geest. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van onder wijs, heeft op haar verzoek een deputa tie uit deze organisaties ontvangen, welke mededeeling deed van het besluit der organisaties en dit toelichtte. De secretaris-generaal gaf de verze kering, dat hierbij alle medewerking verleend zal worden, die onder de gege ven omstandigheden mogelijk zal zijn. DE NED. AKKERBOUWCENTRALE STELT EEN HOEVEELHEID CONSUMPTIEBOONEN BESCHIKBAAR. Het Rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd maakt het volgen de bekend: Vele land- en tuinbouwers willen thans nog tot den uitzaai van bruine boonen overgegaan. De zaaizaadhandel beschikt echter niet over voldoenden voorraad om aan alle aanvragen te voldoen. Om hieraan tegemoet te komen stelt de Nederlandschei Akkerbouwcentrale een hoeveelheid bruine boonen voor den uitzaai beschikbaar. Aangezien echter deze boonen oorspronkelijk voor men- schelijke consumptie bestemd waren kan genoemde centrale geen verantwoorde lijkheid aanvaarden voor kiemkracht, soortechtheid en dergelijke eigenschap pen. Bloembollentelers, die bruine boonen willen gaan verbouwen, kunnen zaaiboo- nen betrekken via de Algemeene vereeni- ging voor bloembollencultuur, Krelage- huis te Haarlem. Andere belanghebben- Aan een artikel van Prof. H. H. Kuy- per in „De Heraut" is het volgende ont leend: Een korte, maar hevige strijd besliste over ons lot. Tegen de ovennacht van het Duitsche leger waren onze soldaten, hoe dapper ze streden, niet bestand. Onze Koningin met onze prinses en hare kleine dochters namen de wijk naar Engeland. De heldenrol, die onze Prinsen van Oranje in het bangste ge vaar, dat ons volk bedreigd», hebben vervuld, en die den Vader des vader lands deed zeggen: waar kon meer naar verlangen mijn vorstelijk gemoed, dan dat ik hier mag sterven met eere in het veld en 't eeuwig rijk beërven als een getrouwe held, was voor Haar, die we als Landsmoeder lief hadden, niet weg gelegd. Gods wegen met ons vaderland zijn in duisternis gehuld. Donkerheid is om zijn troon en het schijnt alsof Zijn aan gezicht door dikke wolken voor ons ver borgen is. We verstaan het niet, dat ons volk, dat zoo strikt zijn neutraliteit wil de bewaren en niemands belager was, in dezen moordenden strijd tusschen de groote volken het slachtoffer worden moest. God, die Almachtig is en het regiment over de volken voert, had, in dien het Zijn wil was, ons voor die ramp kunnen bewaren. Zooals Marnix het reeds zong: Zoo het de wil des Heeren had op dien tijd geweest, ik had wel willen keeren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heere van hier boven, die alle ding regeert, en elk een moet loven en heeft het niet begeerd. De bange vraag, die reeds bjj Israels Psalmdichter telkens oprees, die 't boek Job ons zoo ontroerend voor oogen stelt en die Maleachi, de laatste profeet, ons beluisteren doet, komt ook nu weer in 't hart op. Het is het groote raadsel in het Godsbestuur, waarvoor ons menschelijk denken geen oplossing weet en waarvoor we ons ootmoedig hebben te buigen in het geloof, dat Gods wil heilig en goed is en Gods doen rechtvaardig. Heilig zijn, o God, Uw wegen, hebben we ook nu te belijden, niemand spreek' Uw hoogheid tegen; wie wie is een God als Gij. En hoe bitter de drinkbeker is, dien God ons als volk te drinken gaf, we heb ben met onzen Heiland te zeggen: Uw wil geschiede. Niet met een valsche lijdelijkheid, die onder de onafwendbare slagen van het Noodlot zich neer buigt, omdat er toch niets aan te veranderen valt, maar om met alle ootmoedigheid en eerbied de rechtvaardige oordeelen Gods te aanbidden, die voor ons verbor gen zijn, en onzen troost en sterkte daar in te zoeken, dat we weten, dat niets ons overkomen kan bij geval, maar door de beschikking van onzen goedertieren he den kunnen zaaiboonen verkrijgen van de erkende handelaren in zaaigranen en zaaipeulvruchten. Zij moeten daartoe bij den handelaar inleveren een bestelbon, afgegeven door den plaatse lijken bureau houder. Handelaren kunnen hun bestellingen opgeven bij de afdeeling verkoop van de Rotterdamsche Korenbeurs, tijdelijk adres: M. Teekens, Henegouwerlaan 48, Rotterdam, tel. 33740. In geen geval kunnen zij meer betrekken dan de hoe veelheid, vermeld op evengenoemde be stelbonnen. De opperbevelhebber van land- en zee- smacht brengt in overleg met den Duit- schen bevelhebber in Nederland het na volgende ter algemeene kennis: Ieder, die schriftelijke inlichtingen wenscht te vragen en te ontvangen over een Nederlandsch militair, dient een briefkaart met betaald antwoord (dub bele briefkaart) te richten aan het alge meen informatiebureau Marnixstraat 18, 's-Gravenhage,. onder zoo volledig moge lijke opgave van naam, voornamen, ge boortedatum, rang, lichting en troepen onderdeel van den betreffenden militair benevens het adres van den aanvrager. De antwoordkaart moet door den aan vrager zelf van zijn eigen adres worden voorzien, terwijl de aanvrager tevens aan de keerzijde van deze antwoordkaart de hierboven bedoelde gegevens als naam, voornamen, enz. moet invullen. MIDDENSTANDERS SLAAN ZELF DE HAND AAN DEN PLOEG. In het orgaan van den Kon. Ned. Mid denstandsbond lezen wij, dat het bonds- bestuur een circulaire aan de leden heeft verzonden, waarin bericht wordt, dat aan de drie middenstandsbonden in beginsel toestemming is verleend om een actie te organiseeren, welke ten doel zal hebben in den eigen kring der leden gelden te verzamelen, welke speciaal be stemd zullen zyn voor standgenooten, die door oorlogs-molest zoodanig getrof fen zijn, dat hun zelfstandige bestaans mogelijkheid geheel of grootendeels op hield. Als overweging heeft daarbij gegol den, dat het iederen middenstander, wiens winkel of werkplaats en voorra den gespaard zijn gebleven, een offer waard moet zijn om het zijn getroffen standgenooten weer mogelijk te maken melschen Vader, die voor ons waakt met een vaderlijke zorg, zoodat geen schepsel ons van Zijne liefde scheiden kan. Dat geloof moet ons volk voor de toe komst van ons land en volk een goed vertrouwen geven. Wanneer we aan die toekomst denken, weten we wel, dat nog veel leed ons te wachten kan staan. Tal van bange vragen komen op in het hart, wanneer we aan die toekomst denken, vragen, waarop niemand nog i het antwoord geven kan. Al gaat het leven thans nog in zekeren zin zijn ge- 1 wonen gang, dat er moeilijke tijden komen zullen van verarming en achter uitgang in onze welvaart, staat wel vast. 1 Maar het baat niets ons in schrikbeelden te verdiepen voor wat de toekomst ons brengen kan. Die toekomst is in Gods hand en wat Hij over ons beschikken zal, hebben we geduldig in tegenspoed, zooals onze Catechismus ons leert, af te wachten en te dragen. En wat het heden betreft, hebben we te berusten in hetgeen ons nu is opge legd. Al wat ook maar eenigszins zou kunnen leiden tot strafmaatregelen .van het Duitsche militaire gezag dient door ons vermeden te worden. We hebben een wacht zelfs voor onze lippen te zetten om geen nameloos leed over ons volk te brengen. Ook onze predikanten en onze kerke raden hebben dit wel te bedenken. Als God Zijn oordeelen zendt over een volk, dan geldt ook voor zulk een volk het woord, dat Jesaja tot Juda sprak: in stil zitten en vertrouwen zal uwe sterkte zijn. Het juk, op ons gelegd, hebben we geduldig te dragen, totdat God uitkomst geeft. Dat stilzitten sluit daarom arbeid niet buiten; er is arbeid genoeg te doen om te herstellen wat verwoest is, om de verbroken schakels weer vast te hech ten, om ons aan te passen aan de nieu we orde, die thans gekomen is en om de geestkracht van ons volk staande te i houden. En bovenal hebben we ons vertrou wen te stellen in God den Heere, in Wiens handen het lot der natiën, ook van ons volk is. Als ook nu uit de ziel van ons volk weer mag oprijzen de ge- loofstoon van onze nationale hymne: Mijn schild en mijn betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer; op U, zoo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer! dan zal dat vertrouwen niet beschaamd worden. Want dan zal vervuld worden het troostwoord, dat de dichter er op volgen liet: Oorlof, mijn arme schapen, die zijt in grooten nood; uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Mits door ons volk dan ook betracht worde en door ieder onzer in zijn eigen leven: Tot God wilt u begeven Zijn heilzaam woord neemt aan, Als vrome Christen leven, 't Zal hier haast zijn gedaan. hun bedrijf zoo spoedig mogelijk voort te zetten. In alle plaatsen, waar middenstands- bedrijven door oorlogs-molest getroffen zijn, zal men er naar streven een com missie te benoemen, waarbij getracht zal worden zoowel een afgevaardigde van het gemeentebestuur als van de Kamer van Koophandel in te schakelen. Dr H. M. Hirschfeld van beide waarnemend secretaris-generaal. In de Staatscourant is opgenomen het volgende besluit van den opperbevelheb ber van land- en zeemacht van 18 Mei: Ten einde de coördinatie der vraag stukken, waarmede de departementen van handel, nijverheid en scheepvaart en van landbouw en visscherij zijn belast, op de meest doeltreffende wijze te behar tigen, besluit de opperbevelhebber van land- en zeemacht met het oog op de buitengewone omstandigheden als volgt: eervol te ontheffen van zijn functie van waarnemend secretaris-generaal van het departement van landbouw en vis scherij, Ir A. L. H. Roebroek, directeur- generaal van den landbouw, onder dank betuiging voor de in die functie door hem bewezen diensten; te benoemen tot waarnemend secreta ris-generaal van het departement van landbouw en visscherij den heer Dr H. M. Hirschfeld, waarnemend secretaris generaal van het departement van han del, nijverheid en scheepvaart. Zooals algemeen bekend is, sluiten de brandverzekeringspolissen, om het even of zij door de z.g. provinciale maat schappijen dan wel door beursmaat- schappijen zjjn afgegeven, de dekking tegen schade ten gevolge van oorlog uit. Dit z.g. molest-risico werd algemeen als onaanvaardbaar beschouwd en is daarom, als gezegd, uitdrukkelijk uitge sloten. Het heeft dan ook geen zin zich ter zake van molest-schade tot brandverze- keraars te wenden, daar dezen tot beta ling daarvan in geen enkel opzicht zijn gehouden en zoodanige betaling tegen over de andere verzekerden ook niet verantwoord zou zijn.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 2