Gods wegen met ons Vaderland.
Een praatje van Roosevelt.
Vluchtelingen uitZeeuwsch
Vlaanderen in Breda terug.
De Rijksmiddelen in April.
Binnenland
Reynaud naar Engeland.
Britsche torpedojager gezonken.
De nieuwe Duitsche successen.
Het Belgische leger.
De benoodigdheden voor het
Duitsche leger.
Nog geen broodkaarten in Frankrijk.
Engelsche mijnwerkers moeten
onafgebroken werken.
Gebrek aan sieenkoo! in Frankrijk.
De maat in Italië is thans vol.
De toestand In Vlaanderen.
Rede van De Valera.
Bliksem doei brug in de lucht
vliegen.
Betalingen over salarissen en
loonen bij het onderwijs.
Samenwerking van onderwijs
organisaties.
Bruine boonen voor den uitzaai.
inlichtingen over militairen.
Hulp aan den Middenstand.
Departementen van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart en van
Landbouw en Visscherij.
Molestschade niet gedekt in
brandpolis.
spreken van een oproerige beweging in
het land.
D.N.B, De Fransche minister-presi
dent Reynaud heeft een bezoek aan
Londen gebraoht. Hi) heeft besprekin
gen gevoerd met Churchill en andere
leden van het Britsche oorlogskabinet.
In den avond is hij naar Parijs terugge
keerd.
D.N.B. Officieel wordt te Londen me
degedeeld, dat de Britsche torpedojager
„Wessex" tengevolge van beschadigin
gen bij een vijandelijke luchtactie voor
de Fransche kust is gezonken.
D.N.B. Behalve met de nieuwe Duit
sche successen, waarbij vooral van de
inneming van Calais op opvallende wijze
gewag wordt gemaakt, houden de Duit
sche bladen zich ook uitvoerig bezig
met het bericht uit Boston, over een
voorgenomen aanslag tegen het Ameri-
kaansche mailschip „President Roose
velt", waarvan de bladen Churchill be
schuldigen.
D.N.B. De vroegere Belgische minis
ter-president Hijmans heeft medege
deeld, dat het Belgische leger, dat aan
de Duitsche grens heeft gestaan 450.000
man telde.
D.N.B. Ten aanzien van de bewering,
dat de Duitsche opmarsch moet blijven
staken tengevolge van gebrek aan mu
nitie en motorbrandstof, verneemt het
D.N.B. van welingelichte zijde, dat men
van geallieerde zijde dit moeilijk kan ge-
looven. Wel zijn de straten, spoorwegen
en bruggen in België vreeselijk ver
nield, maar het is een stokpaardje van
de geallieerden, dat Duitschland niet in
staat is het groote offensief wegens ge
brek aan brandstof voor de vele gemo
toriseerde troepen, in het bijzonder de
luchtmacht, voort te zetten.
Het offensief der laatste dagen zal
den vijand wel overtuigd hebben, dat
dit vermoeden niet juist was.
De arbeidsdienst is met zijn afdeelin-
gen tot dicht achter de strijders aan het
front genaderd. Deze organisatie gaat
overal wegen en bruggen herstellen. De
spoorwegtroepen herstellen overal ver
nielde spoorlijnen, zoodat overal het na
zenden van voorraden is geregeld en
aangepast aan den snellen opmarsch.
D.N.B. De aangekondigde invoering
van broodkaarten in Frankrijk, welke
door het toenemend tekort aan meel
dringend noodzakelijk wordt, is uitge
steld, omdat als gevolg van de tallooze
vluchtelingen uit Oost- en Noordoost
Frankrijk, groote organisatorische
moeilijkheden zijn ontstaan.
Het D. N. B. meldt:
Vooraanstaande personen uit de Brit
sche mijnwerkersorganisaties hebben een
dringend beroep gedaan op de mijnwer
kers, alles in het werk te stellen om de
productie van steenkool te verhoogen. In
een circulaire van den bond van mijn
werkers van Durham wordt den arbei
ders aangeraden zich in alle omstandig
heden eiken dag naar het werk te bege
ven. Voorts wordt verklaard, dat sta
kingen of andere stagnaties van den ar
beid achterwege moeten blijven. Ten
slotte wordt van de arbeiders geëischt,
dat zij ook op feestdagen zullen werken.
Deze eisch wordt verklaard door de om
standigheid, dat de Nederland
se h e steenkolenproductie voortaan
aan Duitschland ten goede komt en niet
meer ter beschikking staat van de ge
allieerden.
D. N. B. Nadat belangrijke steenkolen
mijnen van Noord-Frankrijk door de
Duitsche' troepenoperaties van het ove
rige deel van Frankrijk waren afgesne
den, is de Fransche industrie en ook het
spoorwegwezen in de grootste moeilijk
heden geraakt, vooral daar de hoop, ten
minste geringe hoeveelheden steenkolen
uit Engeland te krijgen bij den huidigen
stand van zaken definitief opgegeven
moest worden.
Er is opdracht gegeven, dat in de toe
komst de scheepvaart op de rivieren dat
gene op zich moet nemen, wat de spoor
wegen niet meer kunnen prestoeren.
Alle beschikbare en nóg. op eenigerlei
wjjze bruikbare schepen moeten in be
drijf worden genomen»
D. N. B. Onder het opschrift „De maat
is thans vol" schrijft de „Tevere" op
den verjaardag van Italië's deelneming
het volgende:
„Het revolutionaire Italië wacht met
ongeduld op het bevel tot den opmarsch
om eindelijk al het aangedane onrecht
weer te herstellen en alles te winnen wat
het toekomt, met vernietiging van de
ondraaglijke hegemonieën en haar chi
canes".
De „Giornale d'Italia" merkt op, dat
Italië in zijn zee nog altijd als een ge
vangene leeft.
Het A.N.P. heeft een interview ge
had met den bekenden Vlaming Gram
mens, lid van de Belgische Kamer. Hij
had geconstateerd, dat bijna alle dorpen
en steden in Vlaanderen geleden hadden
onder vernieling. Grammens wees er op,
dat deze vernielingen niet het gevolg
waren van bombardementen, maar be
werkstelligd waren door terugtrekkende
Engelsche troepen, teneinde voor de op
trekkende Duitschers niets achter te
laten. Opmerkelijk was, dat in het bij
zonder fabrieken en andere industriëele
instellingen het meeste hadden geleden;
torens en kerken daarentegen zag men
nog staan. De beroemde kathedraal van
Mechelen bijvoorbeeld en de basiliek van
Tongeren zjjn gespaard gebleven. Behal
ve de centra van industrie en bedrijf
waren ook spoorlijnen en bruggen ver
nietigd, nadat locomotieven en wagens
met personeel naar Frankrijk waren
weggevoerd. Alle bruggen rondom Brus
sel zijn vernietigd behalve één die
bij Laeken. Men zeide hem, dat bij het
opblazen van de bruggen op sommige
plaatsen de omwonenden niet gewaar
schuwd waren met het gevolg, dat slacht
offers waren gevallen onder de burger
bevolking.
Door deze en dergelijke feiten was
na het wegtrekken van de Engelsche
en andere troepen de stemming van de
bevolking tegenover de Duitschers in
gunstigen zin omgeslagen. In de meeste
steden, die Grammens bezocht, met name
te Vilvoorde, Aalst, Mechelen en Leuven
zijn ook de electrische centrales, gas-
en waterleidinginstallaties vernield door
de terugtrekkende troepen.
Vele burgers, die eerst gevlucht wa
ren, keeren thans terug. De bevolking
was tevreden over de correcte houding
van de Duitsche militairen. De verhou
ding met de bevolking is dan ook goed.
Grammens bleek tenslotte diep bewo
gen te zijn over de historische en weten
schappelijke schatten, o.a. de beroemde
bibliotheek in Leuven, die nu weer ver
loren zijn gegaan.
ROME. (Stefani.) De Iersche minis
ter-president de Valera heeft in een rede
te Dublin alle jongelieden opgewekt zich
voor het leger aan te melden. De Valera
voegde hieraan toe, dat er in het land
een steeds kleiner wordend groepje be
staat, dat aan verraad denkt. De Valera
verklaarde, dat noch Engelschen noch
andere vreemdelingen voet mogen zetten
op den nationalen bodem.
(D. N. B.) De Zweedsche militaire
autoriteiten hebben medegedeeld, dat
Vrijdagmiddag een brug over de Dal-elf
tusschen Sarne en Odre door den blik
sem is vernield. In de brug was door de
militaire autoriteiten een explosieve la
ding aangebracht, teneinde haar even
tueel te kunnen vernielen. De brug werd
derhalve bewaakt.
Tijdens het hevige onweer is de blik
sem in de springlading geslagen, waar
door de brug werd vernield en een der
schildwachten werd gedood. Een ander
werd gewond.
WASHINGTON. President Roosevelt
heeft Zondagavond een van zijn praatjes
aan den haard gehouden, dat per radio
werd verspreid. Hij verklaarde, dat de
toestand het noodig maakt op uitgebrei
de schaal te bewapenen. Er is echter
geen reden voor paniek.
Hij deed een dringend beroep op het
Amerikaansche volk te storten in het
fonds voor het Roode Kruis tot hulp
aan de bevolking van de in oorlog zijnde
gebieden. Reeds is 10 miljoen dollar
bijeengebracht. Hij besloot met een op
roep tot gemeenschappelijk gebed, opdat
de vrede spoedig moge terugkeeren.
SPANNENDE DAGEN TE
KOEWACHT.
Het Dagblad van N.-Br. en Zeeland
schrijft:
Een belangrijk deel van de Bredasche
vluchtelingen is na het vertrek uit Ant
werpen naar Zeeuwsch-Vlaanderen ge
gaan en heeft daar in het dorp Koe
wacht en omgeving gedurende een week
onderdak gevonden.
Het onderdak in deze Zeeuwsch-
Vlaamsche plaatsen was goed en de
voedselvoorziening heeft ook weinig te
wensehen overgelaten, vooral daar een
groep van 22 zusters van het St Anna-
gesticht zich in deze zeer verdienstelijk
heeft gemaakt. Wel hebben de vluchte
lingen in de vredige Zeeuwsch-Vlaam-
sche dorpen dag aan dag groote ang
sten moeten doorstaan, omdat er vrijwel
voortdurend gevochten is en de noodige
bombardementen niet ztfn uitgebleven.
Ongelukkigerwijs is daarbij een der
Bredanaars getroffen door een bom
scherf tijdens een Engelsch bombarde
ment en op slag gedood.
Een der Bredanaars heeft een bijzon
der onaangenaam avontuur beleefd toen
hij door de Franschen voor een para
chutist werd aangezien. Daar de man
zich in het Fransch niet verstaanbaar
kon maken en zich niet legimiteeren kon
werd hfl onder bedreiging met zes gewe-
ren meegevoerd naar den commandopost
en het zou met hem waarschijnlijk slecht
zijn afgeloopen, ware het niet dat een
inspecteur nog tijdig tusschenbeide had
kunnen komen en de onschuld van den
Bredanaar had kunnen aantoonen.
De terugtocht is Woensdagmorgen
aangevangen.
Met het oversteken van de Schelde bi)
Antwerpen heeft men groote moeilijk
heden gehad.
De overtocht met de zware vrachtwa
gens op een zeer wankel pontje duurde
van 's avonds tien tot 's morgens vier
uur! Daarmee was het voornaamste leed
echter geleden en de verdere reis naar
Breda is voorspoedig volbracht.
Opbrengst ruim 1 7 millioen meer dan de
raming. In vier maanden ruim f 9
millioen meer dan was geraamd.
De Rijksmiddelen brachten in April
f 44.62 millioen op tegen f 38.98 millioen
in April 1939 en f37.54 millioen als 1/12
der raming. In de eerste vier maanden
van 1940 bedroegen de totale ontvangsten
f 159.77 millioen (vorig jaar f 148.54 mil
lioen) bij f150.16 millioen als 4/12 der
raming.
Wat de kohierbelasting betreft was
einde April in totaal f 61.18 millioen op
kohier gebracht tegen f 45.69 millioen
einde April 1939.
De secretaris-generaal, wrn. hoofd van
het departement van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, maakt in overeen
stemming met. het departement van fi
nanciën en den postchèque- en giro
dienst bekend, dat de besturen van
scholen voor voorbereidend hooger, mid
delbaar, nijverheids- en lager onderwijs,
zoomede de kweekscholen, voor het
doen van betalingen wegens salarissen
en loonen van haar personeel vrij, ook
door middel van chèques, over het saldo
van de girorekening kunnen beschik
ken.
Chèques, voor dit doel afgegeven, kun
nen op de gebruikelijke wijze worden
verzilverd.
Nadrukkelijk wordt er op gewezen,
dat deze regeling alleen geldt voor de
betaling van salarissen en loonen. Voor
het doen van andere betalingen blijft
hetgeen is bepaald bij besluit van 10
Mei 1940, Staatsblad nr. 483 van kracht.
Bij misbruik zal deze afwijking van de
algeméene regeling voor het desbetref
fende schoolbestuur worden ingekrom
pen, terwijl alsdan tevens het verleenen
van voorschot zal worden stopgezet.
De zes organisaties bij het openbaar
en bijzonder onderwijs, vertegenwoor
digd in de commissie voor georgani
seerd overleg in onderwijszaken, hebben
dezer dagen een bespreking gevoerd.
Daarbij werd eenstemmig besloten, met
terzijdestelling van hetgeen verdeelt,
zich ter beschikking te stellen van de
regeering met de bedoeling om het on
derwijs zoo goed mogelijk voortgang te
doen vinden.
Zij sloten zich daarbij aan bij de re-
geeringspublicatie, volgens welke op
den voorgrond moet staan, dat het on
derwijs gegeven worde in waardigen,
nationalen geest.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van onder
wijs, heeft op haar verzoek een deputa
tie uit deze organisaties ontvangen,
welke mededeeling deed van het besluit
der organisaties en dit toelichtte.
De secretaris-generaal gaf de verze
kering, dat hierbij alle medewerking
verleend zal worden, die onder de gege
ven omstandigheden mogelijk zal zijn.
DE NED. AKKERBOUWCENTRALE
STELT EEN HOEVEELHEID
CONSUMPTIEBOONEN
BESCHIKBAAR.
Het Rijksbureau voor de voedselvoor
ziening in oorlogstijd maakt het volgen
de bekend:
Vele land- en tuinbouwers willen thans
nog tot den uitzaai van bruine boonen
overgegaan. De zaaizaadhandel beschikt
echter niet over voldoenden voorraad om
aan alle aanvragen te voldoen.
Om hieraan tegemoet te komen stelt
de Nederlandschei Akkerbouwcentrale
een hoeveelheid bruine boonen voor den
uitzaai beschikbaar. Aangezien echter
deze boonen oorspronkelijk voor men-
schelijke consumptie bestemd waren kan
genoemde centrale geen verantwoorde
lijkheid aanvaarden voor kiemkracht,
soortechtheid en dergelijke eigenschap
pen.
Bloembollentelers, die bruine boonen
willen gaan verbouwen, kunnen zaaiboo-
nen betrekken via de Algemeene vereeni-
ging voor bloembollencultuur, Krelage-
huis te Haarlem. Andere belanghebben-
Aan een artikel van Prof. H. H. Kuy-
per in „De Heraut" is het volgende ont
leend:
Een korte, maar hevige strijd besliste
over ons lot. Tegen de ovennacht van
het Duitsche leger waren onze soldaten,
hoe dapper ze streden, niet bestand.
Onze Koningin met onze prinses en
hare kleine dochters namen de wijk
naar Engeland. De heldenrol, die onze
Prinsen van Oranje in het bangste ge
vaar, dat ons volk bedreigd», hebben
vervuld, en die den Vader des vader
lands deed zeggen: waar kon meer naar
verlangen mijn vorstelijk gemoed, dan
dat ik hier mag sterven met eere in het
veld en 't eeuwig rijk beërven als een
getrouwe held, was voor Haar, die we
als Landsmoeder lief hadden, niet weg
gelegd.
Gods wegen met ons vaderland zijn
in duisternis gehuld. Donkerheid is om
zijn troon en het schijnt alsof Zijn aan
gezicht door dikke wolken voor ons ver
borgen is. We verstaan het niet, dat ons
volk, dat zoo strikt zijn neutraliteit wil
de bewaren en niemands belager was, in
dezen moordenden strijd tusschen de
groote volken het slachtoffer worden
moest. God, die Almachtig is en het
regiment over de volken voert, had, in
dien het Zijn wil was, ons voor die ramp
kunnen bewaren. Zooals Marnix het
reeds zong:
Zoo het de wil des Heeren
had op dien tijd geweest,
ik had wel willen keeren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heere van hier boven,
die alle ding regeert,
en elk een moet loven
en heeft het niet begeerd.
De bange vraag, die reeds bjj Israels
Psalmdichter telkens oprees, die 't boek
Job ons zoo ontroerend voor oogen stelt
en die Maleachi, de laatste profeet, ons
beluisteren doet, komt ook nu weer in 't
hart op. Het is het groote raadsel in het
Godsbestuur, waarvoor ons menschelijk
denken geen oplossing weet en waarvoor
we ons ootmoedig hebben te buigen in
het geloof, dat Gods wil heilig en goed is
en Gods doen rechtvaardig. Heilig zijn, o
God, Uw wegen, hebben we ook nu te
belijden, niemand spreek' Uw hoogheid
tegen; wie wie is een God als Gij.
En hoe bitter de drinkbeker is, dien
God ons als volk te drinken gaf, we heb
ben met onzen Heiland te zeggen: Uw
wil geschiede. Niet met een valsche
lijdelijkheid, die onder de onafwendbare
slagen van het Noodlot zich neer buigt,
omdat er toch niets aan te veranderen
valt, maar om met alle ootmoedigheid
en eerbied de rechtvaardige oordeelen
Gods te aanbidden, die voor ons verbor
gen zijn, en onzen troost en sterkte daar
in te zoeken, dat we weten, dat niets ons
overkomen kan bij geval, maar door de
beschikking van onzen goedertieren he
den kunnen zaaiboonen verkrijgen van
de erkende handelaren in zaaigranen en
zaaipeulvruchten. Zij moeten daartoe bij
den handelaar inleveren een bestelbon,
afgegeven door den plaatse lijken bureau
houder.
Handelaren kunnen hun bestellingen
opgeven bij de afdeeling verkoop van de
Rotterdamsche Korenbeurs, tijdelijk
adres: M. Teekens, Henegouwerlaan 48,
Rotterdam, tel. 33740. In geen geval
kunnen zij meer betrekken dan de hoe
veelheid, vermeld op evengenoemde be
stelbonnen.
De opperbevelhebber van land- en zee-
smacht brengt in overleg met den Duit-
schen bevelhebber in Nederland het na
volgende ter algemeene kennis:
Ieder, die schriftelijke inlichtingen
wenscht te vragen en te ontvangen over
een Nederlandsch militair, dient een
briefkaart met betaald antwoord (dub
bele briefkaart) te richten aan het alge
meen informatiebureau Marnixstraat 18,
's-Gravenhage,. onder zoo volledig moge
lijke opgave van naam, voornamen, ge
boortedatum, rang, lichting en troepen
onderdeel van den betreffenden militair
benevens het adres van den aanvrager.
De antwoordkaart moet door den aan
vrager zelf van zijn eigen adres worden
voorzien, terwijl de aanvrager tevens aan
de keerzijde van deze antwoordkaart de
hierboven bedoelde gegevens als naam,
voornamen, enz. moet invullen.
MIDDENSTANDERS SLAAN ZELF DE
HAND AAN DEN PLOEG.
In het orgaan van den Kon. Ned. Mid
denstandsbond lezen wij, dat het bonds-
bestuur een circulaire aan de leden
heeft verzonden, waarin bericht wordt,
dat aan de drie middenstandsbonden in
beginsel toestemming is verleend om
een actie te organiseeren, welke ten doel
zal hebben in den eigen kring der leden
gelden te verzamelen, welke speciaal be
stemd zullen zyn voor standgenooten,
die door oorlogs-molest zoodanig getrof
fen zijn, dat hun zelfstandige bestaans
mogelijkheid geheel of grootendeels op
hield.
Als overweging heeft daarbij gegol
den, dat het iederen middenstander,
wiens winkel of werkplaats en voorra
den gespaard zijn gebleven, een offer
waard moet zijn om het zijn getroffen
standgenooten weer mogelijk te maken
melschen Vader, die voor ons waakt met
een vaderlijke zorg, zoodat geen schepsel
ons van Zijne liefde scheiden kan.
Dat geloof moet ons volk voor de toe
komst van ons land en volk een goed
vertrouwen geven. Wanneer we aan die
toekomst denken, weten we wel, dat
nog veel leed ons te wachten kan staan.
Tal van bange vragen komen op in het
hart, wanneer we aan die toekomst
denken, vragen, waarop niemand nog
i het antwoord geven kan. Al gaat het
leven thans nog in zekeren zin zijn ge-
1 wonen gang, dat er moeilijke tijden
komen zullen van verarming en achter
uitgang in onze welvaart, staat wel vast.
1 Maar het baat niets ons in schrikbeelden
te verdiepen voor wat de toekomst ons
brengen kan. Die toekomst is in Gods
hand en wat Hij over ons beschikken
zal, hebben we geduldig in tegenspoed,
zooals onze Catechismus ons leert, af te
wachten en te dragen.
En wat het heden betreft, hebben we
te berusten in hetgeen ons nu is opge
legd. Al wat ook maar eenigszins zou
kunnen leiden tot strafmaatregelen .van
het Duitsche militaire gezag dient door
ons vermeden te worden. We hebben een
wacht zelfs voor onze lippen te zetten
om geen nameloos leed over ons volk te
brengen.
Ook onze predikanten en onze kerke
raden hebben dit wel te bedenken. Als
God Zijn oordeelen zendt over een volk,
dan geldt ook voor zulk een volk het
woord, dat Jesaja tot Juda sprak: in
stil zitten en vertrouwen zal uwe sterkte
zijn. Het juk, op ons gelegd, hebben we
geduldig te dragen, totdat God uitkomst
geeft. Dat stilzitten sluit daarom arbeid
niet buiten; er is arbeid genoeg te doen
om te herstellen wat verwoest is, om de
verbroken schakels weer vast te hech
ten, om ons aan te passen aan de nieu
we orde, die thans gekomen is en om
de geestkracht van ons volk staande te
i houden.
En bovenal hebben we ons vertrou
wen te stellen in God den Heere, in
Wiens handen het lot der natiën, ook
van ons volk is. Als ook nu uit de ziel
van ons volk weer mag oprijzen de ge-
loofstoon van onze nationale hymne:
Mijn schild en mijn betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer;
op U, zoo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer!
dan zal dat vertrouwen niet beschaamd
worden. Want dan zal vervuld worden
het troostwoord, dat de dichter er op
volgen liet:
Oorlof, mijn arme schapen,
die zijt in grooten nood;
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Mits door ons volk dan ook betracht
worde en door ieder onzer in zijn eigen
leven:
Tot God wilt u begeven
Zijn heilzaam woord neemt aan,
Als vrome Christen leven,
't Zal hier haast zijn gedaan.
hun bedrijf zoo spoedig mogelijk voort
te zetten.
In alle plaatsen, waar middenstands-
bedrijven door oorlogs-molest getroffen
zijn, zal men er naar streven een com
missie te benoemen, waarbij getracht
zal worden zoowel een afgevaardigde
van het gemeentebestuur als van de
Kamer van Koophandel in te schakelen.
Dr H. M. Hirschfeld van beide
waarnemend secretaris-generaal.
In de Staatscourant is opgenomen het
volgende besluit van den opperbevelheb
ber van land- en zeemacht van 18 Mei:
Ten einde de coördinatie der vraag
stukken, waarmede de departementen
van handel, nijverheid en scheepvaart en
van landbouw en visscherij zijn belast,
op de meest doeltreffende wijze te behar
tigen, besluit de opperbevelhebber van
land- en zeemacht met het oog op de
buitengewone omstandigheden als volgt:
eervol te ontheffen van zijn functie
van waarnemend secretaris-generaal van
het departement van landbouw en vis
scherij, Ir A. L. H. Roebroek, directeur-
generaal van den landbouw, onder dank
betuiging voor de in die functie door
hem bewezen diensten;
te benoemen tot waarnemend secreta
ris-generaal van het departement van
landbouw en visscherij den heer Dr H.
M. Hirschfeld, waarnemend secretaris
generaal van het departement van han
del, nijverheid en scheepvaart.
Zooals algemeen bekend is, sluiten de
brandverzekeringspolissen, om het even
of zij door de z.g. provinciale maat
schappijen dan wel door beursmaat-
schappijen zjjn afgegeven, de dekking
tegen schade ten gevolge van oorlog uit.
Dit z.g. molest-risico werd algemeen
als onaanvaardbaar beschouwd en is
daarom, als gezegd, uitdrukkelijk uitge
sloten.
Het heeft dan ook geen zin zich ter
zake van molest-schade tot brandverze-
keraars te wenden, daar dezen tot beta
ling daarvan in geen enkel opzicht zijn
gehouden en zoodanige betaling tegen
over de andere verzekerden ook niet
verantwoord zou zijn.