DE ZEEOW MIDDENSTANDSBELANGEN TWEEDE BLAD NOORWEGEN. OVER BUREN bode iter ;ht FEUILLETON Uit de Provincie ZUID-BEVELAND. Besprekingen op het Tweede christelijk Sociaal Congres. Referaat van Mr J, A. de Wilde. Vervroegde winkelsluiting. Merkwaardige enquete. WALCHEREN. THOLEN EN SINT PHILIPSLAND. Predikbeurten burgerpot [loon (nader ;.g.v. Brie- 3ureau „De [2 personen, handel VAN en. bnde chauf- sliskerke. kassen en een mati- lier kunnen |en zich be- *ewas, dat mallen veel |ide bloem- i?er het al le vóór den rootendeels Imkommers fhtenten is geteelde Ig tot goed. geven een lge van de |s nog te genomen tot goeden VAN VRIJDAG 10 MEI 1940. Nr 185. (Van onzen militairen medewerker.) De agressie in Noorwegen hangt van den beginne af aan samen met de Duitsche verschepingen van het Zweedsche ijzer erts uit de Noorsche haven Narvik. Om deze te belemmeren legden de Engel- schen mijnversperringen in de Noorsche territoriale wateren om „de bedekte weg" langs de Noorsche kust af te slui ten. De Duitsehers antwoordden daarop met den inval in Noorwegen. We kennen het verdere verloop, waar door Midden- en Zuid-Noorwegen in Duitsche handen kwam, terwijl thans nog om Narvik wordt gestreden. Som mige Engelsche en neutrale couranten stellen het voor of alleen Narvik maar in dezen strijd van belang is en troosten de geallieerden, na de mislukking bij Drontheim, met het feit, dat toch in geen geval de Duitsehers meer in staat zullen zijn, het ijzererts uit Narvik, waarmede hunne geheele oorlogvoering staat of valt, te komen halen. Uit hunne redeneering valt dus op te maken, dat thans, nu het onmisbare ijzererts buiten hun bereik blijft, de Duitsehers verloren zullen zijn. Is het erts echter wel in werkelijkheid buiten hun bereik? Zoolang er om Nar vik gestreden wordt, is deze haven on bruikbaar, zoowel voor de Britten als voor de Duitsehers. Mochten de Duit sehers Narvik kunnen behouden, dan staat de uitvoer van het erts naar En geland van zelf stop, doch ook de Duit sehers zullen nooit zonder gevaar uit Narvik het erts kunnen verschepen naar hunne havens; wel kunnen zij hunne schepen in konvooi laten varen en deze beschermen door de luchtmacht, doch dan zullen er toch steeds wel ver liezen geleden worden door toedoen der Britsche duikbooten of andere aansla gen door Britsche oorlogsschepen of vliegtuigen. Waarom zouden zij dit ge vaar dan niet ontgaan? Zooals bekend liggen de Zweedsche ijzerertsmijnen in de streek bij Kiruna en Gallivara in het noordelijkste deel van Zweden; er loopt een spoorweg van Narvik langs Kiruna en Gallivara naar Lulea aan de Zweed sche oostkust (aan de Botnische Golf). Thans is het ijs in de Botnische Golf bijna gesmolten en kan het ijzererts tot November per schip uit Lulea gehaald worden, evengoed als uit Narvik. Gedurende den volgenden winter kan het erts langs twee verschillende Zweed sche spoorlijnen vervoerd worden naar de zuidelijke Zweedsche havens. De oos telijke spoorweg loopt van Boden (aan de lijn NarvikLulea) langs Spöland, Broeke, Bollnas, Stockholm en Malmö, terwijl de westelijke lijn van Gallivara over Oestersund en Karlstad naar de zuidelijke havens loopt. Zweden zal gaarne het kostbare uitvoerproduct aan de Duitsehers leveren, nu de uitvoer naar Engeland is afgesloten. Naar onze meening behoeft Duitschland zich dus niet bezorgd te maken over gebrek aan het begeerde ijzererts. Wat de strijd om Narvik betreft, zijn de aldaar aanwezige Duitsche troepen er nog steeds in geslaagd zich te handha ven, ondanks groote vrijandelijke over macht. Zij hebben zich ingegraven en hebben de sneeuwstormen als bondge noot gekregen; hierdoor zijn de gealli eerden, Noren en Polen, die tegenover hen staan, eveneens gedwongen zich in te graven. We zien hier dus weer de ouderwetsehe loopgraafoorlog van een kwart eeuw geleden in eere hersteld. De geallieerden krijgen nu en dan ver sterkingen door troepenontschepingen ten noorden van Narvik, waarbij zich ook Poolsche afdeelingen bevinden. De Noren, die hier stryden, zijn volgens Mi nister Koht, de beste troepen, welke Noorwegen had; deze waren tegen de Finsche grens opgesteld met het oog op den RussischFinschen oorlog. 24.) door GRACE RICHMOND. HOOFDSTUK FX. Kiekjes. „Een brief uit Montana voor mejuf frouw Jane Bell," zei Peter, terwijl hij aan het ontbijt de brieven uitdeelde, op zekeren morgen in Mei, negen maanden na de pic-nic op de boerderij van groot vader Bell. „Het schijnt mij toe, dat die brieven uit Montana hier vrij geregeld komen." „Ja," zei Ross, die zag hoe Jane bloos de, terwijl ze den brief tusschen haar ceintuur stak en rustig doorging met de havermout voor de heele familie op te scheppen, „eerst kwamen ze alle drie of vier weken, daarop alle veertien dagen, dat was zoowat half in den winter. Met April „Schaam je je niet, Ross?" fluisterde fane. De Duitsehers, die aan alle zyden zyn ingesloten, krygen met behulp van hon derden verkeersvliegtuigen niet alleen versterkingen aan troepen, mitrailleurs, licht geschut en munitie, doch ook le vensmiddelen. Zy hebben, volgens schatting van En gelsche zijde, een sterkte van ongeveer 3000 mandaarbij zijn ook ingedeeld de bemanning der gezonken torpedojagers. Zy hebben nog een deel van Narvik in bezit en een strook terrein meer oost waarts. Hun opdracht luidt: standhou den tot zy van uit het zuiden ontzet wor den door de Duitsche troepen, welke van uit Namsos noordwaarts oprukken. De wegen in dit deel van Noorwegen zyn uiterst schaarsch en slecht. Het verkeer der plaatsen onderling wordt steeds on derhouden met schepen langs de kust, vandaar dat men nooit moeite heeft ge daan in dat bergterrein wegen aan te leggen, wat thans den Duitsehers groo te moeilykheden veroorzaakt. Zy vinden op hun weg Noordwaarts bovendien nog het verzet der Noorsche ski-troepen en zoodoende schieten ze maar langzaam op. Vooral het laatste stuk van Bodo tot Narvik schynt haast ondoorschrijdbaar te zijn. De Duitsehers te Narvik zullen dus nog geduld moeten hebben eer zy ontzet kunnen worden. Een kwaad iets voor hen is, zooals Churchill in het Lagerhuis verklaard heeft, dat het vliegveld van Narvik in Britsche handen is, waardoor de Engel- schen dus aldaar vliegtuigen kunnen sta- tionneeren tot 't tegengaan van den aan voer door de lucht voor de Duitsehers. I Belangrijke luchtgevechten kunnen dus by Narvik verwacht worden. Besmettelijke ziekten. Het aantal aangegeven gevallen van besmettelijke ziekten, over de week van 28 April tot en met 4 Mei 1940 in de provincie Zeeland bedroeg: Diphtherie: Oud-Vossemeer, Vlissingen 1. Driewegen. Loop der bevolking over de maand April. Ingekomen: Johannes Korstanje, arbeider uit Wyk bij Duur stede; Margaretha Johanna Leenman, dienstbode uit 's GravenhageJozina Abrahamina SaamanMol, zonder ber., en kinderen uit Wolfaartsdijk. Vertrokken: Marinus van de Guchte, commissionair naar Heinkenszand; Ma ria Magdalena Mattens, dienstb. naar Vlissingen; Pieter Slaakweg, schilders knecht naar Garijp gem. Tietjerkstera- deel (Fr.)Margaretha Johanna Leen man, dienstbode naar Goes. Arnemuiden. Benoemd tot directeur van de Chr. Zangvereen. „Excelsior" al hier de heer A. Goedegebure Azn. te Nieuwdorp, zulks ter vervulling van de vacature ontstaan door ontslagname als zoodanig van dhr Lammers te Heinkens zand. Westkapelle. Loop der bevolking over April 1940. Ingekomen: Willemina Wes- terbeke, dienstbode, uit Middelburg; Adriana Verhulst, zonder beroep, uit Borssele; Huibrecht de Kok, gem.-veld- wachter, uit Sluiskil (gem. Axel). Vertrokken: Maarten Tanker, zonder ber., naar Middelburg; Jan Pouwelse, on derwijzer, en gezin, naar Middelburg; Frangois Hermanus Steketee, mare chaussee, naar Philippine. Ritthem. Donderdag had alhier de rundveekeuring plaats van vrouwelijk fokvee, welke keuring uitging van de prov. commissie tot verbetering van het rundvee in Zeeland. De keuringscommissie bestond uit de heeren C. Zwagerman, M. Kleinepier en A. C. van Waes. Voorgebracht waren 25 melkkoeien, 3 kalfvaarzen en 6 stuks jongvee. De uit slag was: le kalfskoeien: Frida, J. Cevaal 77 p.; Nellie, W. Cevaal 761/2 P-! Bontje, P. Ovaa 75P-; Juliana, P. Cevaal 75 p.; Lena, J. Poppe 74 p.; Beatrix, K. Lou- werse 73% p. 2e kalfskoeien: Anna G. van de Putte 78 p. (kampioen)Nora, J. Cevaal 77,8 p. (kampioen)Juffrouw, J. Cevaal 76 p.; Nora, W. Cevaal 75% p.; Starre, W. „Met April" ging Ross onverstoord voort, „begonnen ze alle tien dagen te komen, maar nu is het nauwelyks een week geleden, en dan zoo'n dikke brief met dubbel porto er op „Hou nu op met plagen!" riep Nan cy uit. „Jullie zijn allemaal jaloersch op Jane en zouden maar wat graag ook eens een brief krijgen van een echten cowboy." „Een echte cowboy!" zei Ross lachend. „Ik zie Murray Townsend al met zijn bleeke kleur en smalle schouders uitge dost in dat tenue! Het zou hem heusch niet staan." Jane haalde den brief uit haar cein tuur. In zijn vorigen brief had Murray beloofd, dat hij met de volgende mail wat kiekjes zou sturen van zijn omge ving en van hemzelf. Zy hoopte, dat zy ze in haar brief zou vinden, vooral om dat deze zoo dik was. Terwijl zij de dicht beschreven velle tjes uit de enveloppe haalde, viel er een pakje kiekjes op haar schoot. Ze pakte ze op en begon ze te bekijken, en Peter, die naast haar zat, wachtte tevergeefs op zijn bord havermout. Iedereen vergat echter zyn ontbijt, toen de kiekjes rondgingen. Het waren alle tooneeltjes van het leven op een ranch of in een kamp; paarden en cow- Het is ongetwijfeld juist, wanneer ge zegd wordt, dat de middenstand en de middenstandsvraagstukken zich den laatsten tyd in toenemende belangstel ling mogen verheugen. Maar daaruit volgt niet, dat de mid denstand in vroeger jaren vergeten werd en dat aan haar belangen in breederen kring geen aandacht werd geschonken. Het Proces-verbaal van het in 1919 te Amsterdam gehouden Tweede Christe lijk Sociaal Congres leert het ons wel anders. Een van de eerste onderwerpen daar aan de orde gesteld luidde: „Overheid en Middenstand", welk onderwerp door MrJ. A. de Wilde werd ingeleid. Het loont nog wel de moeite van het toen door Mr de Wilde gehouden refe raat en de daarop gevolgde discussie kennis te nemen. De referent begon met er op te wyzen, dat in het groote proces der productie van goederen, die in de maatschappe lijke behoeften voorzien, alle rangen en klassen der maatschappij een aandeel hebben. De aard en de beteekenis van dat aandeel kan zeer verschillend zyn. De leider van een grootbedrijf, de kapitalist, de koopman en de handenarbeider spe len elk een andere rol. Maar hoe uiteenloopend en onder scheiden elks aandeel ook moge zijn, geen van de hier genoemde groepen zou in de huidige ontwikkelingsphase, zon der schade voor het geheel kunnen wor den gemist. Zy allen werken mede aan het produceeren van goederen en ieder zorgt op zijn wijze, dat de consumenten datgene ontvangen, wat zy voor hun in standhouding en hun genot noodig heb ben. In verband hiermede werd gewezen op den onnaspeurlyken rijkdom welke God gelegd heeft in Zjjn schepping, waarin de mensch voortdurend bezig is en waar in hy tot Gods eer, naar Zijn gebod en tot 's naasten heil heeft werkzaam te zijn. De werkelijkheid beantwoordt echter niet aan dit ideaal. De ongelijkheid die van nature onder de menschen bestaat, wordt door de inwerking der zonde ge accentueerd; wat harmonisch moest sa- menstemmen wordt maar al te vaak tot een disharmonie. Deze stryd gaat niet ongehinderd voort. Er werken in het maatschappelijk leven niet alleen tegenkrachten van ze- delyken en religieuzen aard, maar er is ook onder Gods bestel de macht der Overheid, welke als Gods dienaresse het recht handhaaft en het maatschappelijk leven door haar gezag en wetgeving steunt en schraagt. Niet vergeten werd hierbij nadruk te leggen op het feit dat ook deze over heidsmacht in handen van menschen en dus van zondaren is gelegd en dus mis bruikt werd en wordt. Daarom komt het er op aan er naar te streven dat de macht der Overheid niet buiten de natuurlijke grenzen wordt uit gebreid, en aan de eeuwige beginselen van Gods Woord niet wordt getornd. Het besef dient, aldus de referent, niet afgestompt, maar verscherpt te worden, dat de maatschappelijke krin gen hun eigen rechten en vrijheden heb ben en dat de Overheid slechts heeft in te grijpen om de booze gevolgen van de ontbindende werking der zonde te weer staan en de vaak zwakke krachten, die het goede voor de maatschappij zoeken, te sterken en te helpen. Hier past echter voorzichtigheid. In grijpen van de Overheid kan noodzake lijk zijn. Maar zij vergete nooit en wij zouden zeggen dit geldt ook voor allen die zoo spoedig klaar staan om de hulp van de Overheid in te roepen „dat er operateurs zyn wier operaties slagen ten koste van het leven van den patiënt". De heer de Wilde gaf vervolgens een korte historische verklaring van het be grip „middenstand", die zich in onze da gen en niet ten onrechte in zyn bestaan bedreigd acht. In verband daarmede werden een vijf tal vragen nader behandeld: le. Welke maatschappelijke functie verricht de middenstand? 2e Kan deze functie zonder schade voor het maatschappelijk leven door an deren worden overgenomen? 3e. Wat deed de middenstand om zyn positie steviger te maken? 4e. Bestaat er aanleiding voor de Overheid om zich het lot van den mid denstand aan te trekken? 5e Zoo ja, hoe heeft de Overheid dan haar hulp te verleenen? Op de beantwoording van deze nog steeds actueele vragen hopen wij de vol gende week terug te komen. VERVROEGDE WINKELSLUITING. Door de Christelijke en R.K. organisa ties van Kantoor- en Handelsbedienden wordt een gemeenschappelijke actie ge voerd, voor vervroegde winkelsluiting. Aanvankelijk, zoo meldt het Chr. Soc. Dagblad, richtten zy zich alleen op vervroegde Zaterdagavond sluiting, teneinde het winkelpersoneel te verlossen van de positie, dat het juist 's Zaterdags een extra lange dagtaak heeft. Toen bleek, dat men in winkeliers kringen ook voelde voor een vroeger slui tingsuur op andere dagen, heeft men zich ook op dit punt gericht. Teneinde na te gaan, in hoeverre deze actie ondersteund zou worden, hebben beide organisaties in een viertal middel- groote steden een enquête gehouden by de middenstands-winkeliers in huishou delijke artikelen, kruidenierswaren, ry- wielen en aanverwante artikelen, schoe nen en textielwaren. Deze enquête is een succes geworden. Het onderzoek werd ingesteld in de plaatsen Amersfoort, Eindhoven, Gro ningen en Leiden. Aan 1374 winkeliers werd een enquêteformulier gezonden. Meer dan de helft dezer winkeliers, n.l. 813 heeft het formulier ingevuld en te ruggezonden 377 daarvan hadden geen personeel, 456 hadden tezamen 2412 man personeel in hun dienst. Wat bleek nu uit de antwoorden? Meer dan 90 pet. was voor een vroeger sluitingsuur op Zaterdagavond. Slechts 9,5 pet. wilde aan de 10 uur-slui ting vasthouden, 51 pet. was voor een 8-uur-sluiting, 39,5 pet. was voor een 9-uur-sluiting, waarbij er een aantal zyn, die de sprong van 10 uur op 8 uur niet ineens willen maken. Wat de overige dagen betreft: gemid deld 75 pet. der winkeliers bleek er voor te gevoelen, om het sluitingsuur op de vjjf eerste werkdagen van 8 op 7 uur te rug te brengen. Zelfs waren er, die tot 6 uur terug wilden gaan. De resultaten van deze actie verdie nen zeker belangstelling. De ontwikke ling van onzen tyd heeft het mogelyk gemaakt, dat vrijwel alle menschen hun inkoopen vroeger kunnen doen, dan voorheen het geval was. Dat winkeliers en winkelpersoneel in een vroeger slui tingsuur daarvan profiteeren is eisch van sociale rechtvaardigheid en ook van economisch inzicht. Het vroeger slui tingsuur zal toch niet alleen het winkel personeel meer vrijheid geven, maar zal bovendien in lichtgebruik e.d. tot een besparing leiden, die in dezen tyd toegejuicht moet worden. Cevaal 74% p., Cris, J. Janse 74 p. 3e kalfskoeien: Mina, J. Poppe 78% PG Roosje, J. Goedhart 78 p.; Boerinne, J. Poppe 77 p.; Kapitein, J. Cevaal 76 p.; Mina, J. Janse 75 p., Nora, J. Janse 74 p. 4e kalfskoeien: Lieveling, J. Cevaal 80,5 punt, Juffrouw, P. Ovaa 77 p.; 5e kalfskoeien en ouder: Dora, J. Pop pe 78 p„ Juffrouw, J. Poppe 77,5 p.; Boerinne, J. Cevaal, 76 p.; Mina, P. Ce vaal 75,5 p.; Bles, J. Janse 75 p. Kalfvaarzen van P. Ovaa, J. Goed hart en G. v. d. Putte; Jongvee van P. Ovaa, J. Cevaal Az., K. Louwerse en Joh. Cevaal. Veere. De wallen weer groo te n d e e 1 s v r ij. Het grootste deel der wallen en den zeedyk zijn thans vrij gegeven. Het is nu toegestaan, dat wan delaars zich op den zeewal tegenover de haven begeven en wel links van het pad naar den dyk, met inbegrip van de zit bank, waar het afgesloten terrein be gint, tot en met den molenwal. Het is tevens toegestaan zich te begeven op de ijzeren trap die toegang geeft tot het Zandhoekje en den zeedyk. De binnen wallen en de buitenwallen, voor zoover deze geen particulier eigendom zijn, zijn eveneens vrij. Tenslotte is ook het bene- denpad, rond den Steenen Beer, toe gankelijk. Er dient echter op gewezen te worden, dat de toegang opengesteld is van den kant van Veere, zoodat men van den Vrouwepolderschen weg de bor den met verboden toegang nog zal op merken. De Torenwal is vrij tot de om heining. (M. C.) boys van alle soort, maar alleen op het laatste was Murray te vinden. Achterop had hij gezet: „De nieuweling". „Kan dat bij mogelijkheid Murray zijn?" riep mevrouw Bell uit, terwijl zij ongeloovig de kaarsrechte, flinke gestal te gadesloeg, vol leven en geestkracht. Wel, hij ziet er uit, alsof hij honderd vijf tig pond weegt inplaats van nog geen honderd twintig! En wat zit hij stevig in het zadel!" „Dat jaar is niet te vergeefs geweest voor hem," stemde Ross toe. „Hè, je zou haast jaloersch worden!" Peter zei niets, maar zijn vader zag genoeg aan den verlangenden blik, dien hij op den ruiter liet rusten. Joseph Bell wist, wat het voor Peter beteekende, om meesterknecht in een papierfabriek te zyn, terwijl er zulke plaatsen als Montana bestonden, en toen Peter toevallig opkeek, omdat zyn va der iets zei over het voorrecht van Mur ray, om daarheen te hebben kunnen gaan, las hy in diens blik, dat zijn opof fering gewaardeerd werd. Toen Jane eindelyk door al haar plich ten heen was, ging zij een oogenblik naar haar slaapkamertje, om haar brief rustig te lezen. Het leek haar een inte ressante brief; trouwens al de vorige waren dat ook geweest; want Murray St. Laurens. Woensdagavond hield de plaatselijke E.H.B.O.-vereeniging haar jaarvergadering onder voorzitterschap van den heer A. C. Schipper. Uit het jaarverslag van den secretaris bleek, dat het aantal leden tot 69 was geste gen en dat er 72 donateurs zijn. De pen- ningmeesteresse gaf een overzicht van de financiën de ontvangsten hebben in het afgeloopen jaar f 112.41, de uitga ven f 80.11 bedragen. Tot bestuursleden werden herkozen Mej. J. van der Wal en de heer J. Mesu; dokter H. Doele- man werd benoemd tot adviseerend lid van het bestuur. Op voorstel van het bestuur werd dokter H. A. de Boer be noemd tot eere-lid der vereeniging. Ritthem. De meisjesvereeniging „Dient den Heer" hield Woensdag in de consi storiekamer der Ned. Herv. Kerk een bazar ten bate van het restauratiefonds der kerk. De vele mooie en nuttige handwerken, door de vereeniging in den afgeloopen winter gemaakt, werden ver kocht of verloot. Ook was er eenige at tractie door een sjoelbak en een grab belton. Het was er druk en gezellig, zoo dat de vereeniging met dankbaarheid op de resultaten mag terugzien. Tholen. Op initiatief van den burge meester kwamen deze week verschillen de personen ten stadhuize bijeen, tenein de besprekingen te voeren over uitbrei ding der burgerwacht ter plaatse. 49 per had slag van schrijven. Hij maakte, dat je de dingen voor je zag. Hij verheugde zich nu zeer in de komst van de lente en den zomer na den langen, kouden winter. Jane had hem nog nooit zoo verrukt hooren spreken over deze dingen, terwijl hij nog thuis was. Op het eind begon hij meer over zich zelf te schrijven. „Ik kan nu weer diep ademhalen en heb leeren leven. Den heelen winter was ik ingepakt tot aan mijn oogen toe, zoodra ik maar even buiten kwam. De mannen kleeden zich hier warm 's winters. Op het eind begon ik een beetje aan de koude te wennen, en voordat de lente kwam, kon ik werkelijk al een vrij lage temperatuur verdragen zonder te voelen, alsof mijn bloed stolde. Toen de lente er werkelijk was, begon ik geheel op te leven, en ik lijk niets meer op den stumper, die een kistje vol ge- neesmiddelfen meenam, voor hy het wa gen durfde, naar het Westen te vertrek ken. „Ik heb veel geleerd van de mannen, met wie ik hier om heb moeten gaan. Zij zouden jou een ruw troepje lijken, de meesten in ieder geval; dat leken ze mij ook ,voor ik hen eerst leerde kennen. Je tekst is menigmaal het onderwerp ge- weest; en God heeft my vrijmoedigheid sonen hebben zich daarvoor opgegeven. Tot voorzitter werd gekozen weth. C. v. d. Berge en tot commandant de heer P. de Bil. De heer W. de Korte, administra teur van de vereeniging voor ziekenhuis- verpleging en secr.-penningm. van het Groene Kruis, zal met ingang van 1 Juni ontslag aanvragen als zoodanig. ZONDAG 12 en MAANDAG 13 MEI 1940. Op Zuid- en Noord-Beveland. Ned. Herv. Kerk. Baarland, vm. en nm. ds Dage vos. Biezelinge, 9.30 en 2 u. ds van Steenbergen. Borselen, 9.30 u. ds Bunjes, 2 u. cand. Stege- man. Colijnsplaat, vm. en nm. ds Kluiver. Driewegen, 9.30 u. ds v. Burgeler. M. 9.30 u. idem. Ellewoutsdijk, 9.30 u. ds v. Willens waard. M. vm. ds Wagner. Geersdijk, vm. en nm. dhr Louwerse. 's-Gravenpolder, 9.30 u. ds v. Hoogstraten, 2 u. ds Hulsbergen. M. geen d. 's-Heeren'hoek, nm. ds Wagner. 's-Heer Abtskerke, vm. en nm. ds Drost. Heinkenszand, 9.30 u. ds Renting, 2 u. ds v. d. Waa. 's-Heer Hendrikskinderen, 9.30 en 2 u. ds Zandee. 's-Heer Arendskerke, 9.30 u. ds v. d. Waa. 2 u. ds Renting. M. vm. ds v. d. Waa. gegeven, om van Zijn liefde tot arme, ver laten zondaars te getuigen. In den herfst hoop ik thuis te komen en bij vader in de zaak te gaan. Je mag het aan niemand vertellen dan aan Peter; want ik wil er vader mee verrassen. Ik zie nu, dat het mijn plicht is en zal al mijn best doen om belang te gaan stellen in het werk. Of ik ooit een eerste klas zakenman zal worden, betwijfel ik, maar ik zal mijn best doen. „Dit is een lange brief geworden en ik eindig dus. Alleen wou ik je nog even vertellen, dat Montana niet alleen schuld heeft aan mijn veranderden kijk op het leven. Ik ken een meisje, dat heel graag was gaan studeeren, maar het opgaf, omdat haar vader en haar broer behalve hun huishouden nog zes oude familie leden moesten onderhouden. De gedach te daaraan deed mij schamen, want ik had mijn heele leven nog nooit iets op gegeven ter wille van een ander. Ik waardeer haar vriendschap meer, dan ik op het oogenblik wel tegen haar durf te zeggen. „Ik weeg nu bijna honderd vijftig pond. Wat zeg je daarvan? Mijn harte lijke groeten aan je allen t.t. MURRAY. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5