DE ZEEUW
De overrompeling van Oslo
en Kopenhagen.
id.
TWEEDE BLAD
OVERBUREN
IB®
'IJ
VAN
Regeling arbeidsduur voor
landbouwarbeiders.
Uit de Provincie
Vreemdelingenverkeer
op Zuid- en Noord-Beveland.
MIDDELBURG.
VLISSINGEN.
stations.
leg nood-
0, Bureau
[and.-Notaris,
inte Notaris-
|Cate te Mid-
APRIL '40,
uur, in het
bepoortstraat
iet openbaar
|iddelburg:
1223 B.W.
PUIS en erf,
iat 55, groot
J 32,50 per
bt. 1910 aan
pcheffer.)
pakhuis en
fakerpoort 8,
iarden.
en erf, aan
groot 1 A.
arden.
51Va Roeden
den Seisweg.
BO,'sjaars
[an den heer
vóór en op
van 1012
Ivertoon van
|ijgbaar ten
iden waar-
ïe Delft 12.
1
teen
legd.
Ivinden het
geval het
b.tiering te-
^genoverge-
ioeten wij
J Ieder koo-
Irtegen ver
gouwen ge-
venscht te
aagt wordt
|)at er nog
onze pro-
lel hier uit
Igeld meer-
1 zoodat het
personen.
|t gehoord,
|n, dat het
|n is, dat
de heer
kozen naam
lp het per-
Tiggenomen,
Ich wel be-
|p]icht was
prug te ne-
een bete-
Itelijk dank
[ruimte. Ik
kelijk voor
opdat het
1 eenzijdige
let op ver-
[ceerd. Dat
iet dezen
lie en Vlis-
Iwalcheren
producten
|en) zullen
[eten onzer
het zeker
It.
I Voorzitter.
MAANDAG 15 APRIL 1940. Nr 164.
WETSONTWERP INGEDIEND,
WAARBIJ O. M. KINDER- EN
VROUWENARBEID
WORDT GEREGELD.
De minister van Sociale Zaken heeft
by den Hoogen Raad van Arbeid een
voorontwerp aanhangig gemaakt, hou
dende bepalingen tot regeling van den
arbeidsduur van landbouw-arbeiders.
Aan de toelichting by dit voorontwerp
ontleenen wy:
Het byzondere karakter van den land-
bouwarbeid mag er naar de meening van
den minister niet toe leiden, dat de wet
gever zich biyvend zou moeten onthou
den. Wel zal by het vaststellen van rege
lingen daarmede terdege rekening ge
houden moeten worden.
De nauwe samenhang met de natuur,
de sterke afhankelijkheid van klimato
logische Invloeden en, In verband daar
mede het karakter van seizoenarbeid, dat
de landarbeid In zoo ruime mate draagt,
stellen ten deze bUzondere elsohen en
plaatsen den wetgever voor moeilijkhe
den, welke h(j elders niet aantreft.
De minister ziet geen aanleiding de
volwassen mannelijke arbeiders in den
landbouw buiten het wetsontwerp te hou
den. Wel dient hier groote terughoudend
heid te worden betracht, zoowel in de
mate van bekorting van den arbeidsduur
als ten aanzien van den vorm, waarin de
regeling wordt gegeven.
De toestanden in het landbouwbedrijf
zy'n zoozeer verschillend van die, waaron
der het industrieele bedrijfsleven werkt,
dat men goed doet zich van iedere ver-
gelqking met het industrieele en stede-
ïyke bedrijfsleven los te maken.
Dit klemt ten opzichte van de onder
havige materie te meer, wjl hier nauwe
aansluiting aan de eischen van het be
drijfsleven en een soepele toepassing on-
afwysbare voorwaarden zyn voor de be-
staansmogeiykheid van een deugdeiyke
voorziening.
De minister heeft daarom een systeem
ontworpen waarin een uitgesproken voor*
keur blijkt voor uit het georganiseerde
bedrijfsleven zelf opgekomen regelingen.
Van dit systeem koestert de minister de
verwachting, dat het een stimuleerenden
invloed zal hebben tot het afsluiten van
collectieve arbeidsovereenkomsten.
De minister somt een aantal factoren
op, waaronder vooral de mechanisatie,
welke de mogelijkheid van een korteren
arbeidsduur dichterby hebben gebracht.
De minister heeft gemeend zoo min
mogelijk te moeten ingry'pen in het ge
zinsleven. Hy heeft buiten alle bepalin
gen gelaten de werkzaamheden van het
hoofd of den bestuurder der onderne
ming, diens echtgenoote en bij hem inwo
nende bloed- en aanverwanten in de
rechte linie van 16 jaar en ouder, alsme
de andere inwonende arbeiders boven
dien leeftijd.
De leeftydsgrens, waarop de byzonde
re bescherming van jeugdige personen
ophoudt is 16 jaar, in afwijking van de
arbeidswet 1919, waarin die grens op 18
jaar is bepaald.
Wat den arbeid van kinderen betreft,
hecht de minister er groote beteekenis
aan, dat de voorbereiding voor hun maat
schappelijke positie niet door dien ar
beid wordt geschaad en niet er door ten
achter blijft in vergelijking met kinde
ren, die in andere takken van volksbe-
FEUILLETON
door GRACE RICHMOND.
8) o—
Het verschrikte meisje was hem ech
ter al voor. Ze liep naar de telefoon en
belde zelf de brandweer op, hoewel het
haar verscheidene minuten kostte, voor
ze haar boodschap met voldoende dui
delijkheid kon geven. Intusschen was de
koetsier al naar Peter toegegaan en had
het bluschapparaat, dat ze altijd in den
stal hadden voor het gevaar van brand,
meegenomen en weldra gelukte het hun,
zonder verdere hulp den brand te be
dwingen.
Shirley lag nog steeds bevend in Jane's
armen en jammerde voortdurend over
haar broer Murray, die niet met de an
deren was uitgegaan, naar ze zei, maar
had zitten lezen in de kamer, die nu in
brand stond.
Op dat oogenblik kwam Murray zelf
de straatdeur in. De dienstbode liep hem
gauw tegemoet:
„O, meneer", begon ze, en Jane in de
zitkamer kon hooren wat ze zei, „het
huis staat in brand, en..."
„Wat? Waar? Waar is Shirley?
staan hun plaats zullen vinden. Rekening
houdende met de omstandigheden, is
daarom bepaald, dat kinderen beneden
14 jaar geen landbouwarbeid mogen ver
richten.
Een uitzondering op dit verbod wordt
toegestaan in dien zin, dat niet meer leer
plichtige kinderen beneden 14 jaar land
bouwarbeid mogen verrichten geduren
de ten hoogste vijf uren per dag en dat
leerplichtige kinderen van 12 jaar en on
der ten hoogste vyf uur per dag lichte
werkzaamheden in de onderneming der
ouders mogen verrichten.
Bepaald is met het oog op het volgen
van bepaalde cursussen, dat by algemee-
nen maatregel van bestuur een vrye och
tend of middag kan worden voorgeschre
ven.
Inzake de begrenzing van den arbeids-
tyd stelt het ontwerp de vrouwen nage
noeg op één iyn met de jeugdige perso
nen.
De regeling van den arbeidsduur is al
dus opgezet, dat de wetteiyke regeling
wordt ter zjde gesteld, wanneer het ge
organiseerde bedryfsleven zelf een rege
ling tot stand brengt.
Het tweede lid van art. 11 luidt:
„Door onzen minister wordt vastge
steld, gedurende welke deelen van het
jaar de arbeidstijd ten hoogste 45, 54 of
63 uren per week mag bedragen, met
dien verstande, dat een arbeider In een
kalenderjaar niet langer dan 2900 uren
landbouwarbeid mag verrlohten".
Voor werkzaamheden die bestaan in
het verzorgen van dieren, mag het week-
maximum met ten hoogste 12 uren over
schreden worden.
Het is mogeiyk gemaakt, dat de be
palingen der wet op verschillende tyd-
stippen in werking treden.
Wie is..."
Jane met het kind in haar armen ver
scheen in den post van de kamerdeur.
„Ze is hier", zei zij, en met een kreet
van blijdschap kwam Murray naar haar
toe.
Toen bleef hij staan luisteren naar
het geluid van stemmen, dat hy boven
in het huis hoorde. Het dienstmeisje be
gon een opgewonden verhaal, maar Jane
viel haar in de rede.
„Mijn broer is hier", zei ze, en is be
zig, om met behulp van den koetsier
den brand te blusschen."
„Heeft er iemand de brandweer ge
alarmeerd."
„Dat heb ik gedaan", zei het meisje.
„Die meneer zei wel, dat het niet noo-
dig was, maar hoe wist hy, dat het hem
lukken zou den brand te bedwingen? Ik
zou er een standje van meneer voor op-
loopen, als het hem eens niet lukte
„We hebben den brandweer hier lie
ver niet, als we er buiten kunnen", be
gon Murray, toen hy in de verte de wa
gens al hoorde aankomen. Hy ging
daarop naar boven zoo vlug, als hem
dat mogelijk was.
Zoodra Shirley de brandweer hoorde,
begon zy weer te schreien, en nu stond
Jane op en zei op gedecideerden toon
tegen de dienstbode:
„Ik neem haar mee naar ons huis
hier aan den overkant. Het is hier veel
NAAR DE BLOEIENDE BOOM
GAARDEN.
Onder voorzitterschap van den heer
H. B. Pilaar hield de vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer op Zuid- en N.-
Beveland Zaterdagmiddag een algemee
ns vergadering, te Goes, waarvoor we
derom van de zyde der leden slechts ge
ringe belangstelling bestond.
De vergadering werd ook by'gewoond
door den heer Middelman, vertegenwoor
diger der Nederlandsche Spoorwegen.
De voorzitter herdacht in zyn ope
ningswoord den heer Mr R. M. van Dus-
seldorp en den penningmeester der ver
eeniging, den heer G. Geysen, die beiden
zyn overleden en veel voor het Vreem
delingenverkeer deden. Spr. moest ver
volgens tot zyn spyt constateeren dat de
winkeliers over het algemeen nog te
weinig van het nut van V.V.V. zyn over
tuigd en de beteekenis van het toerisme
niet genoeg inzien. De caféhouders heb
ben dit beter begrepen.
Hierna bracht de secretaris de heer
M. Haasdonk het reeds gepubliceerde
jaarverslag uit, dat werd goedgekeurd.
De secretaris deelde vervolgens mede,
dat de noodige inlichtingen voor de uit
te geven normaalbladen van V.V.V. zyn
verstrekt, dat foto's van Zuid-Beveland
voor propaganda door middel van gidsen
zyn verzonden en dat in het tochten-
boekje A.N.V.V. 1940 enkele pagina's aan
Zeeland zyn gewyd, waarvoor ook de
nopdige gegevens zyn toegezonden.
De penningmeester, de heer J. Kake-
beeke, sloot het boekjaar af met een
eindcyfer van f 1216,72 en een batig sal
do van f288,32. Spr. wees ook op de
noodzakelykheid van het voeren van een
intensieve propaganda voor het vreem
delingenverkeer. Verscheidene nieuwe
leden (later werd medegedeeld dat dit
aantal ruim 40 bedroeg) werden gewon
nen door een speciale propaganda. Het
ledental moet echter nog meer worden
uitgebreid.
De aftredende bestuursleden de hee-
ren P. J. Dominicus te Rilland en A. C.
Willemse te Wemeldinge werden herko
zen, terwyl in de plaats van de heeren
Van Melle en Brandenburg, die zich niet
herkiesbaar stelden, werden gekozen de
heeren S. W. Godtfriedt en L. Verwer
beiden te Goes.
By de rondvraag werd toegezegd, dat
voortaan onder de personen die zich te
Goes vestigen propaganda zal worden
gevoerd om zich als lid op te geven.
De heer Middelman informeerde wan
neer de boomgaarden op Zuid-Beveland
in bloei zullen staan. Geantwoord werd
dat waarschynlyk de volgende week de
eerste kerseboomen zullen gaan bloeien,
indien het althans zonnig weer zal zyn.
Besloten werd dat door V.V.V. en de
Spoorwegen tochten door bloeiend Zuid-
Beveland zullen worden georganiseerd
op 28 April, 5, 7 en 12 Mei a.s.
Ook deelde de heer Middelman mede,
dat begin Juli een gezelschap van plm.
300 landbouwers uit den Achterhoek en
Overysel een tocht door Walcheren en
Zuid-Beveland zal maken eh speciaal een
bezoek zal brengen aan den Wilhelmina-
polder, Nederlands grootste landbouw
bedrijf.
Ten slotte werd door het Bestuur ver
zekerd, dat steeds aan erkende reisbu-
reaux, ook in België, folders enz. worden
toegezonden.
Tot correspondent van de Prov.
Zeeuwsche Archaeologische Commissie
is voor Tholen benoemd dr C. V e 11 e -
naar, gemeente-archivaris aldaar.
DE TRAM RIJDT WEER TOT
DE MARKT.
Het herstelwerk aan de Langeviele-
binnenbrug was Zaterdagmorgen zoover
gevorderd, dat de tram kon passeeren
en naar de Markt doorryden, waar zy in
een week of acht niet was geweest. Jam
mer dat het niet was geannonceerd. Nu
liepen velen tevergeefs en onnoodig naar
het plein by het Hospitaal.
Het bovendek van de brug moet nog
I worden aangebracht en eerst dan kan
ook het gewone ryverkeer er weer pas-
seeren.
In het water gevallea
Zaterdagmorgen is aan de Rouaansche
Kade naby de Bellinkbrug, de jongeman
P. G., wonende Zacharias Jansenstraat,
in het water gevallen. De jongeman, die
aan toevallen schynt te ïyden, werd ge
red door den heer Schunselaar, taxi
chauffeur, die onmiddeliyk in het water
sprong. De heer S. slaagde erin den
drenkeling boven water te houden, tot
er van den wal hulp kwam met een red-
dingshaak. Met een roeiboot werd ten
slotte 't reddingswerk beëindigd. (M.C.)
Het havenverkeer.
De haven van Vlissingen werd gedu
rende Maart 1940 bezocht door 199 (182)
zeeschepen met een tonnage van 47.126
(202.530) N. R. T. en 107 (196) binnen
schepen met 19.646 (42.944) ton draag
vermogen.
In de eerste drie maanden van 1940
werd Vlissingen dus bezocht door 423
(515) zeeschepen met een tonnage van
93.263 (693.408) N. R. T. en 297 (501)
binnenschepen met 46.698 (166.663) ton
draagvermogen.
De tusschen haakjes geplaatste getal
len slaan op dezelfde periode in 1939.
In bovenstaande getallen zyn niet ver
werkt de schepen van den Provincialen
Stoombootdiens t, de Marine en 't Loods-
wezen.
WALCHEREN.
Arnemuiden. Het was een aangename
taak van den heer Dr P. de Haas, voor
zitter van het Vereenigingsgebouw „De
Arne" en van de muziekvereeniging „Ar-
ne's Genoegen", om Zaterdagavond in
het vereenigingsgebouw de eerste open
bare uitvoering, gegeven door het fan
faregezelschap „Oefening na den Ar
beid" te N. en St. Joosland te openen.
Genoemde vereeniging voerde op vlot
te wijze een programma uit dat bestond
uit muziek en tooneel.
De muziekvereen. „Arne's Genoegen"
zal ook een uitvoering geven te N. en St.
Joosland.
Vrijdagavond hield „Het Groene
Kruis" een algemeene vergadering.
Voorzitter de heer J. J. Huissen.
te onrustig. Het maakt haar maar ang
stig."
Het meisje maakte geen tegenwer
pingen. Ze was te opgewonden, om iets
anders te doen, dan er over te jamme
ren, dat alle andere dienstboden uit
waren, en zy heel alleen op het huis had
moeten passen.
„Ik was net even de straat opgeloo-
pen naar een vriendin, die voorby
kwam. Het was een geluk, dat ik de
deur had opengelaten, anders had die
meneer niet naar binnen kunnen gaan.
O, daar heb je de brandspuit, en och,
lieve tyd, wat een bende komt er achter
aan!"
„Wys me gauw een zydeur, waar ik
uit kan gaan", zei Jane, en het meisje
gehoorzaamde.
Terwyl de brandweer de voordeur in
kwam, liep Jane met Shirley in haar
armen, de zydeur uit, en haastte zich
langs het pad tusschen de heesters naar
het hekje in de hooge haag, die langs
Gay Street liep.
Toen ze op haar eigen varanda kwam,
ontmoette ze daar haar heele familie,
die naar buiten was komen loopen, om
te zien, wat al die drukte in de straat
toch te beteekenen kon hebben. Zy bons
de byna tegen Nancy op.
„Ga gauw mee naar binnen, Nan," zei
ze. „Ik heb hier je buurvrouw by my. De
brand zal wel al gebluscht zyn, maar ze
HOE VOLKOMEN DE VERRAS
SING WAS.
Wy lezen in het Maandagochtend
blad:
Misschien is Denemarken Dinsdag j.l.
per telefoon veroverd. Tenminste een
uur vóór de Duitsche „bescherming"
aangeboden werd, was Dinsdagmorgen
de inmarsch in Zuid-Jutland reeds be
gonnen en waren de Duitsche oorlogs
schepen by Kopenhagen door de myn-
versperring en langs de forten heen
naar de haven gestevend. Daarbij is
door geen van de Deensche wachtpos
ten ook maar een schot gelost. De en
kele schermutselingen, die voorgekomen
zyn, hebben veel later op den dag plaats
gehad.
Men moet zich afvragen, of dl de
grenswachters in Zuid-Jutland en al de
uitkyken op de forten voor de haven
van de hoofdstad geslapen hebben,
het waarschyniykst lykt het echter, dat
zy order hadden gekregen om geen
schot te lossen.
Het zal in Denemarken zelf weinig
verwondering gewekt hebben, dat de re
geering, die nimmer op de wapens heeft
willen vertrouwen, de Duitsche troepen
binnen liet. Maar wel heeft het verwon
dering gewekt, dat Duitschland tot be
zetting van Denemarken overging. Men
was over 't algemeen alleen maar stom
van verbazing, toen men Dinsdagmor
gen gewekt werd door het voorbyryden
van lange gemotoriseerde colonnes, door
het gezang van voorbymarcheerende
Duitsche soldaten, door het helsche ru
moer van de eskaders vliegtuigen, die
laag over Kopenhagen voortdreunden.
DE NOREN DEDEN WAT
ZIJ KONDEN.
Ook in Noorwegen is men volkomen
verrast door de Duitsche invasie. De re
geering overlegde wat men aan moest
vangen met die mynenvelden, die de En-
gelschen in de territoriale zone hadden
gelegd; men verwachtte, dat Duitsch
land tegenmaatregelen zou nemen, maar
de autoriteiten namen geen byzondere
maatregelen.
Maar vast staat, dat Duitschland al
tenminste twee etmalen vóór de gealli
eerden hun mijnenvelden in de Noorsche
wateren legden, met de uitvoering van
een goed voorbereid plan tot bezetting
van belangrijke punten langs de geheele
Noorsche kust begonnen was, dat de ge
allieerden er door verrast zijn en dat
men er in Noorwegen evenmin op be
dacht was.
Er waren geen verloven ingetrokken,
er was geen verscherpte waakzaamheid
aanbevolen, een groot deel van het gar
nizoen van de hoofdstad was voor win-
teroefeningen het land in.
Maar de Noren hebben onmiddeliyk
en zoo goed en zoo kwaad als het ging
getracht tegenstand te bieden. De kust-
batteryen zyn blykbaar overal in wer
king getreden.
Maar het is begrypelyk, dat het bin
nendringen niet overal verhinderd ia
kunnen worden.
Het vliegveld Fornebo by Oslo heb
ben de Duitschers eerst kunnen gebrui
ken voor de landing van een groot aan
tal toestellen met honderden soldaten na
een gevecht met Noorsche jagers, die
de Duitsche toestellen in de lucht aan
vielen en nadat de bediening van het
luchtweergeschut tot den laatsten man
door machinegeweervuur gedood was.
In verschillende van de havensteden
aan de Westkust moet de bezetting zoo
snel in zyn werk gegaan zyn, dat de
bevolking er eigeniyk weinig van
merkte.
In de hoofstad is echter al kort na
middernacht luchtalarm gegeven, waar-
by de electrische stroom uitgeschakeld
en de heele stad dus radicaal verduis
terd werd. Niemand wist, wat er aan de
hand was, niemand wist, wat hy doen of
niet doen moest. In den vroegen mor
gen verdrongen tienduizenden zich in
het centrum om wat naders te weten te'
komen en op Karl Johan was 'teen
drukte, waar nauweiyks door te komen
viel, toen opeens de sirenes opnieuw be
gonnen te huilen en tientallen Duitsche
vliegtuigen rakelings over de hulzen
aan kwamen stormen. Zy lieten hun ma
chinegeweren ratelen, maar schoten niet
op de menigte, anders zou er een ont
zettend bloedblad zyn aangericht.
Voor de ingangen van de underground
drongen de menschen als wilden om
maar naar beneden in de tunnel te ko
men, andere schuilplaatsen heeft Oslo
niet. Men verdrong zich in de portieken,
men holde het park by het paleis in,
men was radeloos van angst en ontzet
ting en onzekerheid. Men probeerde de
stad te ontvluchten, men trok weg met
kinderwagens, met vrachtauto's, men
bestormde de stations, waar alles wat
ryden kon volgeladen werd en wegge
zonden, van de stad weg, het land in.
Het is eigeniyk een wonder, dat men
onder deze omstandigheden kans gezien
heeft den goudvoorraad van de Noor
sche Bank, belangryke archieven, aan-
zieniy'ke voorraden grondstoffen en le
vensmiddelen uit de hoofdstad weg te
voeren, voor de Duitsche troepen, op
weg geholpen door aanhangers van den
zichzelf als minister-president opwer-
penden nationaal-socialistischen majoor
Quisling daar een stokje voor konden
steken.
Uit het jaarverslag van den secreta
ris, dhr J. Langebeeke bleek, dat het le
dental der vereen, van 520 gestegen was
tot 523. Het verplegingsmateriaal be-
bevindt zich in uitstekenden staat. Er
werden 264 stuks uitgegeven aan 107
gezinnen.
De wykverpleegster-huisbezoekster ver
leende hulp aan 47 kraamvrouwen en 98
andere personen, w.o. 20 t.b.c.-patiënten.
Het aantal door haar afgelegde huis
bezoeken bedroeg 3978.
Verder werden mededeelingen gedaan
over het gebruik van de hoogtezon, de
sollus-lamp en van plaats gehad hebben
de ontsmettingen.
De ligtenten waren alle in gebruik.
Aan alle aanvragen kon niet voldaan
worden.
Op verzoek werd geheel belangeloos te
dezer zake geholpen door de Zusterver-
eeniging te Wolfaartsdijk en Nieuwdorp-
Borsselen.
Mede door hulp en bemiddeling der
Vereeniging was het mogelijk dat één
patiënt werd opgenomen in een sanato
rium en een tweetal kinderen in het Zee-
hospitum.
Het fin. verslag Groene Kruis meldt:
ontvangsten f 1874,13; uitg. f 1748,34;
batig saldo f 125,79.
is er natuurlijk van geschrokken en er is
daar niemand thuis.
Ze zette daarop Shirley op de rust
bank in de voorkamer, en het kind, met
de oogen nog vol tranen, keek in het
lachende gezichtje van haar blozende
overbuur.
„Wat vind ik dat fyn!" zei Nancy
Bell. „Ik heb al zoo lang verlangd, om
kennis met je te maken, en nu heb ik
je hier in mijn eigen huis. Zal ik je hel
pen met aankleeden Kom, zeg maar ja."
Ziende, dat Nancy het alleen best af
kon, en Shirley zich met haar ook wel
gauw op haar gemak zou voelen, liet zy
de kinderen alleen en ging naar de an
deren toe, die nog buiten stonden te kij
ken.
Veel was er echter niet te zien. De
brandweerwagen keerde al weer terug,
want toen de mannen boven kwamen,
waren de vlammen dank zy 't bluschmid-
del, al gedoofd, en rookte de boel alleen
nog wat.
„Niemand thuis?" riep een stem, en
de menigte ging daarop ook spoedig uit
een.
Peter met handen en kleeren vuil en
berookt, maakte zoo weinig mogelyk van
het geval, toen Murray kwam kyken,
hoe het afgeloopen was.
„Ik ben maar zoo vry geweest om
naar binnen te gaan," zei hy, „toen ik de
voordeur open vond, en niemand op myn
Afd. T.B.C.-bestrydingontvangsten
f 1461,06; uitgaven f 1518,47; nadeelig
saldo f 57,41.
Een voorloopig comité tot regeling
van de uitzending van zwakke kinderen
werd benoemd, bestaande uit de heeren
Dr P. de Haas, J. J. C. v. d. Graaff, J.
Allaart en J. Dekker en mej. Zuster A.
P. v. d. Klooster.
WEER TELEFOON AUTOMATISEE
RING IN ZEELAND.
Op 25 April weer drie gemeenten
aangesloten.
Op Donderdag 25 April a.s. te 13 uur
zullen de automatische telefooncentralen
's Gravenpolder, Kapelle-Biezelinge en
Nieuwdorp in dienst worden gesteld. Te
gelijkertijd zal het net 'sH. Abtskerke
worden opgeheven. De aangeslotenen op
dit net zullen worden overgebracht naar
het net 's Gravenpolder.
Men zy er op bedacht, dat op genoem
den dag en tydstip het gedurende korten
tyd niet steeds mogelyk zal zijn telefo
nische verbinding met de aangeslotenen
in de desbetreffende netten te verkry-
gen.
bellen te voorschyn kwam. O, neen, de
brand was toen nog niet erg. Daarom
had ik er de brandweer ook niet by wil
len hebben. Alleen de gordynen en het
tafelkleed en dergelijke waren in brand.
Ik denk, dat een van de gordijnen tegen
die studeerlamp gewaaid was."
„Ja, ik ben de oorzaak van den brand.
Ik heb zoo'n hekel om bij electrisch licht
te lezen, en gebruik altijd die kleine
lamp. Ik vond het wat warm in de ka
mer en had dus het raam even openge
zet; en toen ik de frissche buitenlucht
rook, kreeg ik opeens een verlangen, om
een minuut of tien te gaan loopenmaar
ik vergat de lamp uit te doen. Vermoe-
delyk was ik net aan den anderen kant
van het plein, toen u naar binnen ging.
Hoe heeft u het zoo gauw gemerkt? Ik
kan geen vijf minuten weg zyn geweest,
toen u de vlammen zag!"
„Myn zuster en ik stonden op onze
veranda; wy wonen hier net om den
hoek in Gay Street, byna vlak tegenover
deze ramen.
„Ja, dat weet ik," zei Murray. „Ik heb
u al meer gezien."
„We dachten eerst, dat u gaskolen in
den haard brandde; die geven ook zoo'n
rooden gloedmaar gingen eindelijk toch
eens kyken voor alle zekerheid. Ik hoop
dat uw zusje niet al te erg geschrok
ken is."
(Wordt vervolgd.)