DE ZEEUW De overrompeling van Oslo en Kopenhagen. id. TWEEDE BLAD OVERBUREN IB® 'IJ VAN Regeling arbeidsduur voor landbouwarbeiders. Uit de Provincie Vreemdelingenverkeer op Zuid- en Noord-Beveland. MIDDELBURG. VLISSINGEN. stations. leg nood- 0, Bureau [and.-Notaris, inte Notaris- |Cate te Mid- APRIL '40, uur, in het bepoortstraat iet openbaar |iddelburg: 1223 B.W. PUIS en erf, iat 55, groot J 32,50 per bt. 1910 aan pcheffer.) pakhuis en fakerpoort 8, iarden. en erf, aan groot 1 A. arden. 51Va Roeden den Seisweg. BO,'sjaars [an den heer vóór en op van 1012 Ivertoon van |ijgbaar ten iden waar- ïe Delft 12. 1 teen legd. Ivinden het geval het b.tiering te- ^genoverge- ioeten wij J Ieder koo- Irtegen ver gouwen ge- venscht te aagt wordt |)at er nog onze pro- lel hier uit Igeld meer- 1 zoodat het personen. |t gehoord, |n, dat het |n is, dat de heer kozen naam lp het per- Tiggenomen, Ich wel be- |p]icht was prug te ne- een bete- Itelijk dank [ruimte. Ik kelijk voor opdat het 1 eenzijdige let op ver- [ceerd. Dat iet dezen lie en Vlis- Iwalcheren producten |en) zullen [eten onzer het zeker It. I Voorzitter. MAANDAG 15 APRIL 1940. Nr 164. WETSONTWERP INGEDIEND, WAARBIJ O. M. KINDER- EN VROUWENARBEID WORDT GEREGELD. De minister van Sociale Zaken heeft by den Hoogen Raad van Arbeid een voorontwerp aanhangig gemaakt, hou dende bepalingen tot regeling van den arbeidsduur van landbouw-arbeiders. Aan de toelichting by dit voorontwerp ontleenen wy: Het byzondere karakter van den land- bouwarbeid mag er naar de meening van den minister niet toe leiden, dat de wet gever zich biyvend zou moeten onthou den. Wel zal by het vaststellen van rege lingen daarmede terdege rekening ge houden moeten worden. De nauwe samenhang met de natuur, de sterke afhankelijkheid van klimato logische Invloeden en, In verband daar mede het karakter van seizoenarbeid, dat de landarbeid In zoo ruime mate draagt, stellen ten deze bUzondere elsohen en plaatsen den wetgever voor moeilijkhe den, welke h(j elders niet aantreft. De minister ziet geen aanleiding de volwassen mannelijke arbeiders in den landbouw buiten het wetsontwerp te hou den. Wel dient hier groote terughoudend heid te worden betracht, zoowel in de mate van bekorting van den arbeidsduur als ten aanzien van den vorm, waarin de regeling wordt gegeven. De toestanden in het landbouwbedrijf zy'n zoozeer verschillend van die, waaron der het industrieele bedrijfsleven werkt, dat men goed doet zich van iedere ver- gelqking met het industrieele en stede- ïyke bedrijfsleven los te maken. Dit klemt ten opzichte van de onder havige materie te meer, wjl hier nauwe aansluiting aan de eischen van het be drijfsleven en een soepele toepassing on- afwysbare voorwaarden zyn voor de be- staansmogeiykheid van een deugdeiyke voorziening. De minister heeft daarom een systeem ontworpen waarin een uitgesproken voor* keur blijkt voor uit het georganiseerde bedrijfsleven zelf opgekomen regelingen. Van dit systeem koestert de minister de verwachting, dat het een stimuleerenden invloed zal hebben tot het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten. De minister somt een aantal factoren op, waaronder vooral de mechanisatie, welke de mogelijkheid van een korteren arbeidsduur dichterby hebben gebracht. De minister heeft gemeend zoo min mogelijk te moeten ingry'pen in het ge zinsleven. Hy heeft buiten alle bepalin gen gelaten de werkzaamheden van het hoofd of den bestuurder der onderne ming, diens echtgenoote en bij hem inwo nende bloed- en aanverwanten in de rechte linie van 16 jaar en ouder, alsme de andere inwonende arbeiders boven dien leeftijd. De leeftydsgrens, waarop de byzonde re bescherming van jeugdige personen ophoudt is 16 jaar, in afwijking van de arbeidswet 1919, waarin die grens op 18 jaar is bepaald. Wat den arbeid van kinderen betreft, hecht de minister er groote beteekenis aan, dat de voorbereiding voor hun maat schappelijke positie niet door dien ar beid wordt geschaad en niet er door ten achter blijft in vergelijking met kinde ren, die in andere takken van volksbe- FEUILLETON door GRACE RICHMOND. 8) o— Het verschrikte meisje was hem ech ter al voor. Ze liep naar de telefoon en belde zelf de brandweer op, hoewel het haar verscheidene minuten kostte, voor ze haar boodschap met voldoende dui delijkheid kon geven. Intusschen was de koetsier al naar Peter toegegaan en had het bluschapparaat, dat ze altijd in den stal hadden voor het gevaar van brand, meegenomen en weldra gelukte het hun, zonder verdere hulp den brand te be dwingen. Shirley lag nog steeds bevend in Jane's armen en jammerde voortdurend over haar broer Murray, die niet met de an deren was uitgegaan, naar ze zei, maar had zitten lezen in de kamer, die nu in brand stond. Op dat oogenblik kwam Murray zelf de straatdeur in. De dienstbode liep hem gauw tegemoet: „O, meneer", begon ze, en Jane in de zitkamer kon hooren wat ze zei, „het huis staat in brand, en..." „Wat? Waar? Waar is Shirley? staan hun plaats zullen vinden. Rekening houdende met de omstandigheden, is daarom bepaald, dat kinderen beneden 14 jaar geen landbouwarbeid mogen ver richten. Een uitzondering op dit verbod wordt toegestaan in dien zin, dat niet meer leer plichtige kinderen beneden 14 jaar land bouwarbeid mogen verrichten geduren de ten hoogste vijf uren per dag en dat leerplichtige kinderen van 12 jaar en on der ten hoogste vyf uur per dag lichte werkzaamheden in de onderneming der ouders mogen verrichten. Bepaald is met het oog op het volgen van bepaalde cursussen, dat by algemee- nen maatregel van bestuur een vrye och tend of middag kan worden voorgeschre ven. Inzake de begrenzing van den arbeids- tyd stelt het ontwerp de vrouwen nage noeg op één iyn met de jeugdige perso nen. De regeling van den arbeidsduur is al dus opgezet, dat de wetteiyke regeling wordt ter zjde gesteld, wanneer het ge organiseerde bedryfsleven zelf een rege ling tot stand brengt. Het tweede lid van art. 11 luidt: „Door onzen minister wordt vastge steld, gedurende welke deelen van het jaar de arbeidstijd ten hoogste 45, 54 of 63 uren per week mag bedragen, met dien verstande, dat een arbeider In een kalenderjaar niet langer dan 2900 uren landbouwarbeid mag verrlohten". Voor werkzaamheden die bestaan in het verzorgen van dieren, mag het week- maximum met ten hoogste 12 uren over schreden worden. Het is mogeiyk gemaakt, dat de be palingen der wet op verschillende tyd- stippen in werking treden. Wie is..." Jane met het kind in haar armen ver scheen in den post van de kamerdeur. „Ze is hier", zei zij, en met een kreet van blijdschap kwam Murray naar haar toe. Toen bleef hij staan luisteren naar het geluid van stemmen, dat hy boven in het huis hoorde. Het dienstmeisje be gon een opgewonden verhaal, maar Jane viel haar in de rede. „Mijn broer is hier", zei ze, en is be zig, om met behulp van den koetsier den brand te blusschen." „Heeft er iemand de brandweer ge alarmeerd." „Dat heb ik gedaan", zei het meisje. „Die meneer zei wel, dat het niet noo- dig was, maar hoe wist hy, dat het hem lukken zou den brand te bedwingen? Ik zou er een standje van meneer voor op- loopen, als het hem eens niet lukte „We hebben den brandweer hier lie ver niet, als we er buiten kunnen", be gon Murray, toen hy in de verte de wa gens al hoorde aankomen. Hy ging daarop naar boven zoo vlug, als hem dat mogelijk was. Zoodra Shirley de brandweer hoorde, begon zy weer te schreien, en nu stond Jane op en zei op gedecideerden toon tegen de dienstbode: „Ik neem haar mee naar ons huis hier aan den overkant. Het is hier veel NAAR DE BLOEIENDE BOOM GAARDEN. Onder voorzitterschap van den heer H. B. Pilaar hield de vereeniging voor Vreemdelingenverkeer op Zuid- en N.- Beveland Zaterdagmiddag een algemee ns vergadering, te Goes, waarvoor we derom van de zyde der leden slechts ge ringe belangstelling bestond. De vergadering werd ook by'gewoond door den heer Middelman, vertegenwoor diger der Nederlandsche Spoorwegen. De voorzitter herdacht in zyn ope ningswoord den heer Mr R. M. van Dus- seldorp en den penningmeester der ver eeniging, den heer G. Geysen, die beiden zyn overleden en veel voor het Vreem delingenverkeer deden. Spr. moest ver volgens tot zyn spyt constateeren dat de winkeliers over het algemeen nog te weinig van het nut van V.V.V. zyn over tuigd en de beteekenis van het toerisme niet genoeg inzien. De caféhouders heb ben dit beter begrepen. Hierna bracht de secretaris de heer M. Haasdonk het reeds gepubliceerde jaarverslag uit, dat werd goedgekeurd. De secretaris deelde vervolgens mede, dat de noodige inlichtingen voor de uit te geven normaalbladen van V.V.V. zyn verstrekt, dat foto's van Zuid-Beveland voor propaganda door middel van gidsen zyn verzonden en dat in het tochten- boekje A.N.V.V. 1940 enkele pagina's aan Zeeland zyn gewyd, waarvoor ook de nopdige gegevens zyn toegezonden. De penningmeester, de heer J. Kake- beeke, sloot het boekjaar af met een eindcyfer van f 1216,72 en een batig sal do van f288,32. Spr. wees ook op de noodzakelykheid van het voeren van een intensieve propaganda voor het vreem delingenverkeer. Verscheidene nieuwe leden (later werd medegedeeld dat dit aantal ruim 40 bedroeg) werden gewon nen door een speciale propaganda. Het ledental moet echter nog meer worden uitgebreid. De aftredende bestuursleden de hee- ren P. J. Dominicus te Rilland en A. C. Willemse te Wemeldinge werden herko zen, terwyl in de plaats van de heeren Van Melle en Brandenburg, die zich niet herkiesbaar stelden, werden gekozen de heeren S. W. Godtfriedt en L. Verwer beiden te Goes. By de rondvraag werd toegezegd, dat voortaan onder de personen die zich te Goes vestigen propaganda zal worden gevoerd om zich als lid op te geven. De heer Middelman informeerde wan neer de boomgaarden op Zuid-Beveland in bloei zullen staan. Geantwoord werd dat waarschynlyk de volgende week de eerste kerseboomen zullen gaan bloeien, indien het althans zonnig weer zal zyn. Besloten werd dat door V.V.V. en de Spoorwegen tochten door bloeiend Zuid- Beveland zullen worden georganiseerd op 28 April, 5, 7 en 12 Mei a.s. Ook deelde de heer Middelman mede, dat begin Juli een gezelschap van plm. 300 landbouwers uit den Achterhoek en Overysel een tocht door Walcheren en Zuid-Beveland zal maken eh speciaal een bezoek zal brengen aan den Wilhelmina- polder, Nederlands grootste landbouw bedrijf. Ten slotte werd door het Bestuur ver zekerd, dat steeds aan erkende reisbu- reaux, ook in België, folders enz. worden toegezonden. Tot correspondent van de Prov. Zeeuwsche Archaeologische Commissie is voor Tholen benoemd dr C. V e 11 e - naar, gemeente-archivaris aldaar. DE TRAM RIJDT WEER TOT DE MARKT. Het herstelwerk aan de Langeviele- binnenbrug was Zaterdagmorgen zoover gevorderd, dat de tram kon passeeren en naar de Markt doorryden, waar zy in een week of acht niet was geweest. Jam mer dat het niet was geannonceerd. Nu liepen velen tevergeefs en onnoodig naar het plein by het Hospitaal. Het bovendek van de brug moet nog I worden aangebracht en eerst dan kan ook het gewone ryverkeer er weer pas- seeren. In het water gevallea Zaterdagmorgen is aan de Rouaansche Kade naby de Bellinkbrug, de jongeman P. G., wonende Zacharias Jansenstraat, in het water gevallen. De jongeman, die aan toevallen schynt te ïyden, werd ge red door den heer Schunselaar, taxi chauffeur, die onmiddeliyk in het water sprong. De heer S. slaagde erin den drenkeling boven water te houden, tot er van den wal hulp kwam met een red- dingshaak. Met een roeiboot werd ten slotte 't reddingswerk beëindigd. (M.C.) Het havenverkeer. De haven van Vlissingen werd gedu rende Maart 1940 bezocht door 199 (182) zeeschepen met een tonnage van 47.126 (202.530) N. R. T. en 107 (196) binnen schepen met 19.646 (42.944) ton draag vermogen. In de eerste drie maanden van 1940 werd Vlissingen dus bezocht door 423 (515) zeeschepen met een tonnage van 93.263 (693.408) N. R. T. en 297 (501) binnenschepen met 46.698 (166.663) ton draagvermogen. De tusschen haakjes geplaatste getal len slaan op dezelfde periode in 1939. In bovenstaande getallen zyn niet ver werkt de schepen van den Provincialen Stoombootdiens t, de Marine en 't Loods- wezen. WALCHEREN. Arnemuiden. Het was een aangename taak van den heer Dr P. de Haas, voor zitter van het Vereenigingsgebouw „De Arne" en van de muziekvereeniging „Ar- ne's Genoegen", om Zaterdagavond in het vereenigingsgebouw de eerste open bare uitvoering, gegeven door het fan faregezelschap „Oefening na den Ar beid" te N. en St. Joosland te openen. Genoemde vereeniging voerde op vlot te wijze een programma uit dat bestond uit muziek en tooneel. De muziekvereen. „Arne's Genoegen" zal ook een uitvoering geven te N. en St. Joosland. Vrijdagavond hield „Het Groene Kruis" een algemeene vergadering. Voorzitter de heer J. J. Huissen. te onrustig. Het maakt haar maar ang stig." Het meisje maakte geen tegenwer pingen. Ze was te opgewonden, om iets anders te doen, dan er over te jamme ren, dat alle andere dienstboden uit waren, en zy heel alleen op het huis had moeten passen. „Ik was net even de straat opgeloo- pen naar een vriendin, die voorby kwam. Het was een geluk, dat ik de deur had opengelaten, anders had die meneer niet naar binnen kunnen gaan. O, daar heb je de brandspuit, en och, lieve tyd, wat een bende komt er achter aan!" „Wys me gauw een zydeur, waar ik uit kan gaan", zei Jane, en het meisje gehoorzaamde. Terwyl de brandweer de voordeur in kwam, liep Jane met Shirley in haar armen, de zydeur uit, en haastte zich langs het pad tusschen de heesters naar het hekje in de hooge haag, die langs Gay Street liep. Toen ze op haar eigen varanda kwam, ontmoette ze daar haar heele familie, die naar buiten was komen loopen, om te zien, wat al die drukte in de straat toch te beteekenen kon hebben. Zy bons de byna tegen Nancy op. „Ga gauw mee naar binnen, Nan," zei ze. „Ik heb hier je buurvrouw by my. De brand zal wel al gebluscht zyn, maar ze HOE VOLKOMEN DE VERRAS SING WAS. Wy lezen in het Maandagochtend blad: Misschien is Denemarken Dinsdag j.l. per telefoon veroverd. Tenminste een uur vóór de Duitsche „bescherming" aangeboden werd, was Dinsdagmorgen de inmarsch in Zuid-Jutland reeds be gonnen en waren de Duitsche oorlogs schepen by Kopenhagen door de myn- versperring en langs de forten heen naar de haven gestevend. Daarbij is door geen van de Deensche wachtpos ten ook maar een schot gelost. De en kele schermutselingen, die voorgekomen zyn, hebben veel later op den dag plaats gehad. Men moet zich afvragen, of dl de grenswachters in Zuid-Jutland en al de uitkyken op de forten voor de haven van de hoofdstad geslapen hebben, het waarschyniykst lykt het echter, dat zy order hadden gekregen om geen schot te lossen. Het zal in Denemarken zelf weinig verwondering gewekt hebben, dat de re geering, die nimmer op de wapens heeft willen vertrouwen, de Duitsche troepen binnen liet. Maar wel heeft het verwon dering gewekt, dat Duitschland tot be zetting van Denemarken overging. Men was over 't algemeen alleen maar stom van verbazing, toen men Dinsdagmor gen gewekt werd door het voorbyryden van lange gemotoriseerde colonnes, door het gezang van voorbymarcheerende Duitsche soldaten, door het helsche ru moer van de eskaders vliegtuigen, die laag over Kopenhagen voortdreunden. DE NOREN DEDEN WAT ZIJ KONDEN. Ook in Noorwegen is men volkomen verrast door de Duitsche invasie. De re geering overlegde wat men aan moest vangen met die mynenvelden, die de En- gelschen in de territoriale zone hadden gelegd; men verwachtte, dat Duitsch land tegenmaatregelen zou nemen, maar de autoriteiten namen geen byzondere maatregelen. Maar vast staat, dat Duitschland al tenminste twee etmalen vóór de gealli eerden hun mijnenvelden in de Noorsche wateren legden, met de uitvoering van een goed voorbereid plan tot bezetting van belangrijke punten langs de geheele Noorsche kust begonnen was, dat de ge allieerden er door verrast zijn en dat men er in Noorwegen evenmin op be dacht was. Er waren geen verloven ingetrokken, er was geen verscherpte waakzaamheid aanbevolen, een groot deel van het gar nizoen van de hoofdstad was voor win- teroefeningen het land in. Maar de Noren hebben onmiddeliyk en zoo goed en zoo kwaad als het ging getracht tegenstand te bieden. De kust- batteryen zyn blykbaar overal in wer king getreden. Maar het is begrypelyk, dat het bin nendringen niet overal verhinderd ia kunnen worden. Het vliegveld Fornebo by Oslo heb ben de Duitschers eerst kunnen gebrui ken voor de landing van een groot aan tal toestellen met honderden soldaten na een gevecht met Noorsche jagers, die de Duitsche toestellen in de lucht aan vielen en nadat de bediening van het luchtweergeschut tot den laatsten man door machinegeweervuur gedood was. In verschillende van de havensteden aan de Westkust moet de bezetting zoo snel in zyn werk gegaan zyn, dat de bevolking er eigeniyk weinig van merkte. In de hoofstad is echter al kort na middernacht luchtalarm gegeven, waar- by de electrische stroom uitgeschakeld en de heele stad dus radicaal verduis terd werd. Niemand wist, wat er aan de hand was, niemand wist, wat hy doen of niet doen moest. In den vroegen mor gen verdrongen tienduizenden zich in het centrum om wat naders te weten te' komen en op Karl Johan was 'teen drukte, waar nauweiyks door te komen viel, toen opeens de sirenes opnieuw be gonnen te huilen en tientallen Duitsche vliegtuigen rakelings over de hulzen aan kwamen stormen. Zy lieten hun ma chinegeweren ratelen, maar schoten niet op de menigte, anders zou er een ont zettend bloedblad zyn aangericht. Voor de ingangen van de underground drongen de menschen als wilden om maar naar beneden in de tunnel te ko men, andere schuilplaatsen heeft Oslo niet. Men verdrong zich in de portieken, men holde het park by het paleis in, men was radeloos van angst en ontzet ting en onzekerheid. Men probeerde de stad te ontvluchten, men trok weg met kinderwagens, met vrachtauto's, men bestormde de stations, waar alles wat ryden kon volgeladen werd en wegge zonden, van de stad weg, het land in. Het is eigeniyk een wonder, dat men onder deze omstandigheden kans gezien heeft den goudvoorraad van de Noor sche Bank, belangryke archieven, aan- zieniy'ke voorraden grondstoffen en le vensmiddelen uit de hoofdstad weg te voeren, voor de Duitsche troepen, op weg geholpen door aanhangers van den zichzelf als minister-president opwer- penden nationaal-socialistischen majoor Quisling daar een stokje voor konden steken. Uit het jaarverslag van den secreta ris, dhr J. Langebeeke bleek, dat het le dental der vereen, van 520 gestegen was tot 523. Het verplegingsmateriaal be- bevindt zich in uitstekenden staat. Er werden 264 stuks uitgegeven aan 107 gezinnen. De wykverpleegster-huisbezoekster ver leende hulp aan 47 kraamvrouwen en 98 andere personen, w.o. 20 t.b.c.-patiënten. Het aantal door haar afgelegde huis bezoeken bedroeg 3978. Verder werden mededeelingen gedaan over het gebruik van de hoogtezon, de sollus-lamp en van plaats gehad hebben de ontsmettingen. De ligtenten waren alle in gebruik. Aan alle aanvragen kon niet voldaan worden. Op verzoek werd geheel belangeloos te dezer zake geholpen door de Zusterver- eeniging te Wolfaartsdijk en Nieuwdorp- Borsselen. Mede door hulp en bemiddeling der Vereeniging was het mogelijk dat één patiënt werd opgenomen in een sanato rium en een tweetal kinderen in het Zee- hospitum. Het fin. verslag Groene Kruis meldt: ontvangsten f 1874,13; uitg. f 1748,34; batig saldo f 125,79. is er natuurlijk van geschrokken en er is daar niemand thuis. Ze zette daarop Shirley op de rust bank in de voorkamer, en het kind, met de oogen nog vol tranen, keek in het lachende gezichtje van haar blozende overbuur. „Wat vind ik dat fyn!" zei Nancy Bell. „Ik heb al zoo lang verlangd, om kennis met je te maken, en nu heb ik je hier in mijn eigen huis. Zal ik je hel pen met aankleeden Kom, zeg maar ja." Ziende, dat Nancy het alleen best af kon, en Shirley zich met haar ook wel gauw op haar gemak zou voelen, liet zy de kinderen alleen en ging naar de an deren toe, die nog buiten stonden te kij ken. Veel was er echter niet te zien. De brandweerwagen keerde al weer terug, want toen de mannen boven kwamen, waren de vlammen dank zy 't bluschmid- del, al gedoofd, en rookte de boel alleen nog wat. „Niemand thuis?" riep een stem, en de menigte ging daarop ook spoedig uit een. Peter met handen en kleeren vuil en berookt, maakte zoo weinig mogelyk van het geval, toen Murray kwam kyken, hoe het afgeloopen was. „Ik ben maar zoo vry geweest om naar binnen te gaan," zei hy, „toen ik de voordeur open vond, en niemand op myn Afd. T.B.C.-bestrydingontvangsten f 1461,06; uitgaven f 1518,47; nadeelig saldo f 57,41. Een voorloopig comité tot regeling van de uitzending van zwakke kinderen werd benoemd, bestaande uit de heeren Dr P. de Haas, J. J. C. v. d. Graaff, J. Allaart en J. Dekker en mej. Zuster A. P. v. d. Klooster. WEER TELEFOON AUTOMATISEE RING IN ZEELAND. Op 25 April weer drie gemeenten aangesloten. Op Donderdag 25 April a.s. te 13 uur zullen de automatische telefooncentralen 's Gravenpolder, Kapelle-Biezelinge en Nieuwdorp in dienst worden gesteld. Te gelijkertijd zal het net 'sH. Abtskerke worden opgeheven. De aangeslotenen op dit net zullen worden overgebracht naar het net 's Gravenpolder. Men zy er op bedacht, dat op genoem den dag en tydstip het gedurende korten tyd niet steeds mogelyk zal zijn telefo nische verbinding met de aangeslotenen in de desbetreffende netten te verkry- gen. bellen te voorschyn kwam. O, neen, de brand was toen nog niet erg. Daarom had ik er de brandweer ook niet by wil len hebben. Alleen de gordynen en het tafelkleed en dergelijke waren in brand. Ik denk, dat een van de gordijnen tegen die studeerlamp gewaaid was." „Ja, ik ben de oorzaak van den brand. Ik heb zoo'n hekel om bij electrisch licht te lezen, en gebruik altijd die kleine lamp. Ik vond het wat warm in de ka mer en had dus het raam even openge zet; en toen ik de frissche buitenlucht rook, kreeg ik opeens een verlangen, om een minuut of tien te gaan loopenmaar ik vergat de lamp uit te doen. Vermoe- delyk was ik net aan den anderen kant van het plein, toen u naar binnen ging. Hoe heeft u het zoo gauw gemerkt? Ik kan geen vijf minuten weg zyn geweest, toen u de vlammen zag!" „Myn zuster en ik stonden op onze veranda; wy wonen hier net om den hoek in Gay Street, byna vlak tegenover deze ramen. „Ja, dat weet ik," zei Murray. „Ik heb u al meer gezien." „We dachten eerst, dat u gaskolen in den haard brandde; die geven ook zoo'n rooden gloedmaar gingen eindelijk toch eens kyken voor alle zekerheid. Ik hoop dat uw zusje niet al te erg geschrok ken is." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5