DE ZEEDW
inn van een
TWEEDE BLAD
f
OVERBUREN
Uit de Provincie
Niet IVOROL een super reiniging van mond en tanden,
Het optreden tegenover de
neutralen.
Het auto-ongeluk te Sluiskil.
VAN
WOENSDAG 10 APRIL 1940. Nr 160.
BEHANDELING VAN HET ONTWERP
IN DE TWEEDE KAMER.
In de gisteren gehouden Kamerzitting
kwam aan de orde het wetsontwerp tot
heffing van een winstbelasting.
De heer Wagenaar (A.R.) wijst er
op, dat met dit ontwerp een traditie van
meer dan 120 jaar wordt gebroken. Een
winstbelasting zou eerder aanvaard wor- j
den als het falen der dividend- en tan
tièmebelasting ware aangetoond. De fi-
nancieele omstandigheden geven echter
den doorslag; de minister deed een be
roep op de noodzakelijkheid van verster-
king der schatkist. Dit is te betreuren:
het financieele element speelt nu een te
groote rol.
Spr. betoogde dat de tegen dit ont
werp aangevoerde bezwaren, gegrond
op de belangen van het bedrijfsleven,
door de regeering niet voldoende zijn
weerlegd. Spr. zou gaarne zien, dat zij
nader van haar meening deed blijken.
Verder werd er door den heer Wage-
naar op gewezen, dat de regeering als 1
winst aanduidt, het verschil tusschen
het zuiver vermogen bij het begin en bij
het einde des jaars. Zóó eenvoudig is de
zaak echter niet. Er wordt z.i. te weinig
onderscheid gemaakt tusschen afschrij
vingen en reserves.
Spr. drong aan op instelling van een
centrale beroepsinstantie; met alle res
pect voor de Raden van Beroep, deze
kunnen niet tot een gelijk inzicht komen.
Hij en zijn politieke vrienden zullen
zich niet tegen de winstbelasting verzet
ten, omdat 's lands financiën dringend
versterking noodig hebben.
De heer IJz e r m a n (S.D.) merkt op,
dat van de zijde der soc.-dem. meerma
len op vervanging van de tantième
door een winstbelasting is aangedron
gen, doch overmatigen bijval hebben ze
daarbij niet gehad.
Spr. achtte het nuttig, als bij alge-
meenen maatregel van bestuur wordt
omschreven, wat als goed koopmansge-
bruik is te beschouwen. Spr. acht de
toepassing der belasting t.a.v. coöpera
ties onjuist.
Over het algemeen oordeelt hij gun
stig over het ontwerp, dat ook technisch
goed verzorgd is.
De heer S c h i 11 h u i s (V.D.) kon
zich met de vervanging van de dividend
en tantième- door een winstbelasting
vereenigen. De winstbelasting heeft ten
aanzien van het bedrijfsleven veel met
andere belastingen gemeen. Een voor
deel is, dat belastingschuldigen minder
invloed kunnen oefenen op het bedrag
der door hen te betalen belastingen. Spr.
gelooft niet, dat deze wet tot bepaalde
vermindering, van reserveering en tot
verzwakking van het bedrijfsleven zal
leiden.
Spr. vreest echter dat de belasting
ambtenaren heel wat werk zullen heb
ben, alvorens het bedrag der belasting
te kunnen vaststellen.
Door overleg met de belastingambte
naren wordt ook het bedrijfsbeleid niet
geschaad.
Overigens wordt onder reserveering
niet altijd hetzelfde gebracht. Veel zal
door jurisprudentie moeten worden uit
gemaakt.
De heer Teulings (R.K.) noemde
het debat een fiscaal Lucullus-maal van
winst- of dividendbelasting.
Bergen van bezwaren zijn tegen een
winstbelasting aangevoerd, in den loop
der tijden. Spr. heeft eerbied voor dit
wetsontwerp en de kundige toelichting,
gezien ook uit een oogpunt van belas
tingtechniek.
Hoofdzaak is in deze materie de wijze
van winstbepaling. Hier is een bron van
FEUILLETON
door GRACE RICHMOND.
5) -o
OndankbaarheidIk dacht, dat je
zooeven zei, dat ze je bedankt had",
merkte Ross lachend op.
„Het was een van die bedankjes, waar
niet de minste dankbaarheid uit
spreekt", zei Peter op gewichtigen toon.
„Nu, zooals ik zei, vervolgde ik mijn
weg peinzende over haar vriendelijk op
treden, toen ik weer iets uit haar mof
zag vallen."
„Dat meen je niet?" Jane keek hem
aan, alsof zij er niets van geloofde.
„Zeker. Het is waarheid. Dezen keer
waadde ik niet onmiddellijk door de
modder. Ik bleef even staan en overleg
de bij mezelf, of ik maar niet liever zou
roepen
„Hêidaar, je hebt je portefeuille ver
loren, dame!", zooals een straatjongen
het zou doen. Ik bedacht echter, dat ik
wel wat in verlegenheid zou zijn, als we
elkaar later eens in werkelijkheid ont
moeten zouden. Met een paar sprongen
was ik aan den overkant, raapte de por
tefeuille op en wilde haar juist achter
op gaan, toen zij omkeek en mij snapte,
verschil tusschen fiscus en bedrijfsleven
aanwezig. De interpretatie en de juris
prudentie zullen een belangrijke rol gaan
spelen; met de verscheidenheid van het
bedrijfsleven zal daarbij rekening kun
nen worden gehouden.
Spr. heeft tegen het wetsontwerp in
't algemeen niet alleen geen bezwaar,
maar zal de totstandkoming der wet
toejuichen.
De voorzitter verdaagde' om vier
uur de vergadering.
DRIE DOODEN.
Over het auto-ongeluk, dat zich gis
termiddag onder Sluiskil heeft voorge
daan, waarbij drie personen om het le
ven zijn gekomen, wordt het volgende
gemeld:
Men vermoedt, dat de bestuurder de
ongeveer 65-jarige landbouwer J. den
Hamer uit Axel onwel geworden is,
want bij het onderzoek van de uit het
water gehaalde auto bleek deze geheel
intact te zijn.
De eenige getuige van het ongeluk
was een soldaat, die op wacht stond.
Hij had de auto voorbij hooren rijden
en daarna niets meer vernomen. Toen
hij op onderzoek uitging, zag hij den
wagen in het water. Den heer Den Ha
mer, die het eerst op den kant werd ge
bracht, verleende hij de eerste hulp.
Omdat dit slachtoffer nog teekenen van
leven gaf, paste hij kunstmatige adem
haling toe, echter zonder succes.
De heer Den Hamer was een bekende
persoonlijkheid te Axel. Hij was onder
meer bestuurslid van de Zeeuwsche
Landbouw Maatschappij.
Toen gistermiddag omstreeks kwart
voor vier de auto uit het water werd
gehaald was de wagen leeg en de por-'
tieren waren gesloten. Daar verschillen
de personen met zekerheid wisten te
vertellen, dat de heer Den Hamer nog
twee mede-passagiers had, werd met
dreggen voortgegaan.
In den laten middag zijn de lijken van
den 37-jarigen heer A. Verschel
ling, die deel uitmaakte van een com
missie, welke een onderzoek instelt naar
de schade veroorzaakt door de schade
lijke gassen, afkomstig van de fabriek
Compagnie Neerlandaise de TAzote te
Sluiskil en van den ongeveer 50-jarigen
landbouwer J, vandeReeuitZaam-
s 1 a g uit het kanaal opgehaald.
DE „PHOBOS" TE VLISSINGEN.
Het Nederlandsche tankschip „Pho-
bos", dat op 20 Maart j.l. aan de Zuid
oostkust van Engeland op een mijn is
geloopen, is, na voorloopig in Engeland
gerepareerd te zijn, Maandagnacht bij
Vlissingen aangekomen, waar
het thans op de reede ligt.
Hedenmiddag zal de „Phobos" die nog
dik onder de olie zit, naar Rotterdam
vertrekken, waar zij in dok gaat. De
geredde bemanning, die gedeeltelijk in
een Londensch ziekenhuis verpleegd
moest worden, was weer aan boord.
De kapitein is D. Krul, en de derde
stuurman, J. Pieterse, beiden Vlissin-
gers.
Het motorschip „Phobos" is door de
mijnramp ernstig beschadigd. Het wa
ter staat nog in het voorschip, dat ge
deeltelijk is weggeslagen. Bij de explo
sie zijn de eerste stuurman G. H. Bruin,
uit Vlissingen, en een der Chineezen
omgekomen. De overige opvarenden, 54
man, hebben urenlang in de ruwe olie
rondgedreven. (Telegr.)
GEWESTELIJKE AFD. ZEELAND
VAN DEN BOND VAN CHR. BAK
KERSPATROONS IN NEDERLAND.
Onder leiding van den heer C. Douw
te Oudelande hield bovengenoemde af-
deeling gistermiddag in de melksalon-
Bustraan te Goes haar jaarvergade- j
ring.
De voorzitter drukte in zijn openings
woord zyn spijt uit over het niet drukke
bezoek. Donker en somber zyn de tijden.
Met dankbaarheid zyn wij vervuld, dat
wij onzen organisatiearbeid in rust en
vrede mogen verrichten, al werpen de
oorlogsgebeurtenissen ook op ons erf
hun schaduwen. Zoo denken wij aan
onze gemobiliseerde collega's, die uit hun
bedrijf zyn geroepen.
Achter ons ligt een jaar van zorg en
zegen. We ontvingen ons dagelyksch
brood, al was dit voor den een grooter
dan voor den ander. Voor moordende
concurrentie bleven we in deze provincie
bewaard. De prijs van het brood mag be
hoorlijk genoemd worden, wat mede een
gevolg is van de saneering, al wordt het
nut hiervan in alle streken van dit ge
west nog niet ingezien.
Betreffende het vakonderwijs deelt
Spr. mede, dat er drie cursussen zijn ge
houden in vakbekwaamheid, n.l. een
door de afd. Walcheren, een door Z. en
N.-Beveland en ook een op het eiland
Tholen. De afd. Walcheren heeft zelfs
een tweede cursus in het leven geroepen.
Het moet zóó worden, dat alle Chris
telijke bakkers bij den Bond zijn toege
treden. Nog veel propagandawerk moet
echter verricht.
Spr. besluit met de bede, dat God den
Bond, zijn Bestuur en deze afdeeling
moge zegenen.
Met instemming werd door de aan
wezigen kennis genomen van het schrij
ven, dat door de commissie van samen
werking uit de Chr. sociale organisaties
waarbij ook deze afd. is aangesloten
aan de kerkeraden is gezonden.
Het jaarverslag van den waarnemend
secretaris, den heer F. O v a ate V1 i s-
s i n g e n, stond in het teeken van
„Dankbaar, maar niet voldaan".
Er waren moeilijkheden in het bak
kersbedrijf, °ok als gevolg van de oor
logsomstandigheden. Aan de gemobili
seerde collega's werd, waar noodig, hulp
verleend, zooveel dat mogelijk was.
Spr. is dankbaar voor de samenwer
king tusschen de regeering en de be
drijfsorganisaties.
Er werden twee leden- en twee Be
stuursvergaderingen gehouden. De bo- I
vengenoemde vakcursussen werden ge
houden. Een cursus voor patroons kon
nog niet doorgaan.
In 1939 is een derde afdeeling (Schou-
wen-Duiveland) opgericht met 12 leden.
De propaganda in Zeeuwsch-Vlaanderen
is besproken.
De afd. telde op 1 Jan. 1939 43 en op
31 Dec. 1939 54 leden. Spr. meent, dat
dit aantal in Zeeland wel tot 200 zou
kunnen stijgen. Aan de Chr. bakkers,
die nog niet bij den Bond zijn aangeslo
ten moet worden duidelijk gemaakt, dat
zij met neutraliteit geen genoegen mo
gen nemen. De vooruitgang in deze pro
vincie in één jaar iè volgens Spr. niet
groot genoeg. Daarom wekt Spr. tot
krachtige propaganda op.
De voorzitter deelt mede per
soonlijk in Zeeuwsch-Vlaanderen op pro
paganda te zijn geweest. Door de mobili
satie en de weersomstandigheden kon er
nog niet een vergadering worden belegd.
De propaganda werd daarna nog on
derling besproken. Daarbij bleek, dat
deze wel zeer noodig is (zoowel door lec-
tuurverspreiding als door huisbezoek)
maar dat bij dit werk groote moeilijkhe
den worden ondervonden. Er is bij velen
zelfs bij sommigen, die op kerkelijk
en politiek gebied voor aan staan,
een onwil om zich los te maken van de
neutrale organisatie. De hoop is echter
vooral gevestigd op de jongeren, waar
van sommigen hun plicht wel wat beter
inzien.
Een der aanwezigen vond den groei
van het ledental bemoedigend. Alle Chr.
actie en organisatie groeit langzaam
maar geleidelijk.
De Bondssecretaris, de heer Kolstein,
zegde gaarne zijn medewerking toe en
wekte op de propaganda systematisch en
biddend te verrichten.
De penningmeester, de heer v. d. E n-
d e te Middelburg, boekte een batig sal
do van f 60.18 (vorig jaar f 7,79).
De heer Joh. van Schaik te Zierikzee
werd als bestuurslid herkozen.
Hierna volgde bespreking gistpryzen.
Het is gebleken, dat voor de gist in de
verschillende deelen van Zeeland ver
schillende prijzen moeten worden be
taald. Zoo is ze in Zuid-Beveland duur
der dan op Walcheren en Schouwen-Dui-
veland. Men zal zich hierover verstaan
met de directie der gistfabriek.
Daarna sprak de Bondssecretaris, de
heer K. Kolstein over: „Passiviteit
of activiteit?".
Spr. teekende eerst de passieve (lqde-
lijke) en de actieve levenshouding, om
daarna krachtig tot de laatste op te
wekken.
Passiviteit is zich laten voortdobberen
op de levenszee, zonder doel. Activiteit
wil, als zjj Christelijk is, God dienen, zoo
als Christus ons daarin ten voorbeeld is
geweest.
De wereld, ook het bedrijfsleven, is
vol egoïsme. Maar dit mag voor een
Christen geen reden tot passiviteit zijn,
want dan doen we mee aan revolutie,
aan ondergang. Wy moeten ten volle ac
tief zy'n en met Gods hulp de moeilykhe-
den bestryden.
Wat die moeiiykheden precies zullen
zyn, is nog niet te zeggen. Ze kunnen,
naarmate de oorlog langer duurt, groot
worden. We hebben nu nog reden om
zeer dankbaar te zy'n.
Spr. constateert, dat het bakkersbe-
dryf zich niet schuldig heeft gemaakt
aan prysopdryving, hoewel door styging
van de pry'zen der grondstoffen eenige
verhooging noodzakeiyk was.
Voor de gemobiliseerde bakkers mocht
het Bondsbureau veel doen en deze hulp'
biyft noodig.
Met klagen over de regeering, enz.
komen we er niet. We moeten actief zyn
en ons ten volle geven aan het bedryf
en aan de organisatie. Geen winstbejag
najagen. Laat ons hoogste doel zyn God
in onzen arbeid te dienen, opdat niet
over ons komt, wat wy uit Christelijk
oogpunt, betreuren.
Laten wy onze Chr. organisatie hecht
en sterk maken. Onze maatschappy heeft
groote behoefte aan krachtige, Christe
lijke organisaties van werkgevers en
werknemers. Liberalen en neutralen
kunnen hier geen leiding geven. God
vraagt van ons volle activiteit, in ge
hoorzaamheid aan Gods Woord, op het
geheele, breede levensterrein.
By de rondvraag bleek, dat nog steeds
bakkers op Schouwen-Duiveland niet be
reid zijn de gistpremie te betalen. Dit
werd betreurd en zal te bevoegder plaat
se worden medegedeeld.
Dhr le Cointre te Middelburg deelde
mede, dat er door de afd. Walcheren een
tweede cursus wordt gegeven, waaraan
14 personen deelnemen.
Het bleek, dat voor een tweeden cur
sus op Zuid-Beveland niet voldoende en
voor een eersten cursus op Schouwen-
Duiveland in 't geheel geen deelname
was. Opgemerkt werd, dat het aanbeve
ling verdient met het volgen van een
dergelijken cursus niet lang te wachten,
anders moet men dit op lateren leeftyd
gaan doen.
Hierna volgde sluiting.
GOES.
Blijft de melkprijs 12 cent?
De afdeeling Goes e.o. van de Melk-
federatie voor Zeeland hield haar alge-
meene jaarvergadering, onder voorzitter
schap van Ir J. Versteeg.
De secretaris-penningmeester, de heer
G. M. Timmerman, bracht zijn jaarver
slagen uit. Spr. memoreerde o.a. de ver
hooging van den melkprijs, van 10 op 12
cent per liter, die 30 October 1939 inging.
Deze prijs aldus spr., zal zoo mogelijk,
dezen zomer worden gehandhaafd.
De consumptie-melkregeling waarborgt,
bij een vastgestelden straatprijs een ze
kere winstmarge voor den slijter.
Het is zoowel het belang van boer als
slijter, dat de regeling wordt bestendigd.
want het actieve zelfreinigend schuim dringt door tot in de meest verborgen schuilhoekjes waar gewone tandpasta
niet komt. Tube 60-40-25 ct.
Door de „Standaard" werd er gisteren
op gewezen, dat met de EngelschFran-
sche handelingen in de Noorsche terri
toriale wateren de oorlog zyn tweede
phase was ingetreden.
Deze verandering was te voorzien, daar
een beslissing, by een oorlog op de tot
nu toe gevolgde wyze, niet te verwach
ten viel.
De nieuwe phase kenmerkt zich door
een ander optreden tegenover de neu
tralen.
„Nu is de Nederlandsche positie niet
zoo ongunstig als de Noorsche. Onze te
bewaken territoriale wateren verhouden
zich tot de Noorsche in lengte als on
geveer 1 10. Onze hulpmiddelen, hoe
wel zwak, zyn daarentegen grooter dan
die van Noorwegen. En eindeiyk ont
breekt by ons de aanleiding, die voor
de Noorsche wateren bestond.
Desalniettemin hebben ook
wy rekening te houden met het
feit, dat de klassieke neutra 1 i-
teitsopvattingen tothetver-
leden behooren en dat de
nieuwe gebruiken, die men
gaat toepassen, niet tot één
kant beperkt zullen biyven.
Braafheid is in een oorlog niet het mo
nopolie van één der strydenden, noch
ook moet men de ondeugd aan één kant
zoeken.
En voor het overige is weer eens te
meer bewezen, dat militaire of maritieme
onmacht vergryp tegen de neutraliteit
uitlokt. Het behoeft voorts niet te ver
bazen als Duitschland tegenmaatregelen
neemt en dan ligt de conclusie voor de
hand: de neutrale is in den oorlog be
trokken."
Het bovenstaande was geschreven vóór
Denemarken en Noorwegen door Duitsch
land werden overrompeld.
Daarop volgde toen nog deze driestar
„Dat de derde phase zoo snel op de
tweede volgen zou, hadden we niet ge
dacht. Duitschland heeft wel heel snel
gereageerd op de Engelsch-Fransche
mijnenvelden in de Noorsche territoriale
wateren en het heeft dat gedaan op een
wyze, dat men met recht spreken kan
van de derde phase in dezen oorlog.
In onze driestar over de tweede
phase hadden we het oog op de vermin
dering van het respect voor de neutra
liteit van de kleine Staten. En we had
den dan ook een Duitschen tegenzet
verwacht. Dat in dien tegenzet ook Dene
marken zou worden betrokken, dat had
den we niet voorzien. Immers, d e
Deensche neutraliteit was
door Engeland niet aangerand.
Er bestond voor Duitschland dus geen
aanleiding tegen dit land eenigen maat
regel te nemen.
Niettemin rukken de Duitschers ook
Denemarken binnen. En bevestigen hier
mee, wat we reeds eerder hebben neer
geschreven, dat de gangbare opvattingen
over neutraliteit volkomen afgedaan
hebben.
Ieder land b e h o o r t uit te gaan van
de stelling, dat het waarschynlijk, in een
of ander stadium van den oorlog, zich
tegen een aanval van een der stryd-
voerenden zal hebben te verweren.
Neutraliteit is een begrip geworden,
waarmee niet meer te werken valt. En
wie er al te zeer rekening mee houdt,
wordt er het slachtoffer van, vooral als
hij zich niet bewapend heeft.
Want de inval in Denemarken is zeer
vergemakkelykt door de daar gevoerde
ontwapeningsactie."
Hierdoor wordt voorkomen, dat onge-
wenschte toestanden op melkgebied weer
optreden.
Emmabloem-collecte.
Men schrijft ons:
Mogen wij uwe aandacht vragen voor
deze collecte, die blijkens een advertentie
elders in dit blad te Goes weer gehouden
zal worden op Dinsdag 16 April a.s.?
Welhaast iedereen zal het bekend zijn,
dat de opbrengst dezer collecte geheel
ten goede komt aan de verpleging van
tuberculoselijders van alle gezindten.
Maar hieraan moet gevoegd worden „in
uw eigen woonplaats" en dit weten velen
terwijl ik het ding eens van alle kanten
bekeek, zooals je licht doet, als je iets
opraapt, dat een gouden monogram
draagt; zoo iets moois, als jö misschien
nooit weer in handen zult krijgen -
„Zeg, maak wat voort!" Rufus verloor
zijn geduld bij de breedsprakigheid van
zijn broer.
„Ik haastte mij, om naar haar toe te
gaan", vervolgde Peter en zei: „Ik ge
loof, dat dit van u is." „Zij wat zoudt
gij wel verwacht hebben, mijn vrienden,
van een meisje, dat ge driemaal in een
kwartier van dienst waart geweest?"
„Wat verwachtte jij? Dacht je, dat ze
zich in je armen zou
„Had je gewild, dat ze haar porte-
monnaie had opengedaan, je een kwart
dollar gegeven en gezegd had: „Hier,
mijn jongen, omdat je nu zoo eerlijk
bent geweest
„Dacht je, dat ze zeggen zou: „Je
moet maar naar mijn vader toegaan, die
zal je wel een plaats op zijn
„Jullie veronderstellingen zijn wel wat
ver gezocht en onwaarschijnlijk", zei Pe
ter. „Geen van die dingen verwachtte
ik; maar denk je nu de zaak eens in.
Voor de derde maal was ik door de mod
der de straat over gestoken
„Zeg, maak een beetje voort!"
„Zou je niet gedacht hebben, gezien
het dwaze van het geval dat strooien
langs de straat van den inhoud van
haar mof dat het minste, wat ze had
kunnen doen, was geweest, om even
te
„Glimlachen!" vulde Jane aan. „En
deed ze dat niet, Peter?"
„Dat deed ze niet", zei Peter. „Ze
keek me aan, alsof ze dacht, dat ik plan
had gehad, haar portefeuille te stelen.
Ze nam hem van mij aan en keerde zich
om, ditmaal zonder dank u te zeggen!"
„Lieve deugd!" riep Ross uit. „Wat
moet dat een aardig meisje zijn! Wat zou
ik daar graag kennis mee maken! En je
zag er toch heusch niet zoo kwaad uit
in het blauwe pak, Peter?"
„Waar woont ze?" vroeg Nancy, die
haast medelijden met Peter had.
„In het groote huis hier aan de over
kant. Als je eens melk en eieren te kort
komt, Janey, dan zullen ze je daar zeker
wel van dienst willen zijn", zei Peter.
„Nu, moeder", zei meneer Bell, terwijl
hij opstond, „als je ons gebruiken kunt
vanavond, dan kun je over ons disponee-
ren, niet waar jongens? Zal ik de koffers
en kisten en kratten openmaken?"
Meteen werden haar nog drie stel
sterke armen aangeboden.
Ze gaf daarop ieder hun werk.
„Ja Joe", zei ze, „als jy' de kisten en
koffers wilt openmaken, kan ik er alles
uitnemen en opbergen zoover dat gaat.
Dat is goed, Nancy, help jij Jane met
afwasschen en als je daar klaar mee bent
dan kun je de bedden gaan opmaken.
Pvoss en Peter
„Ja, wij zullen de ledikanten opzetten",
zei Peter, „en de kratten van de meubels
afhalen. Ga mee, Ross, en doe ook je
deel aan het werk".
„Ik ben tot je beschikking", zei Ross.
Hij zag er ook wel naar uit, alsof hij 't
plan had zich te weren. Hij was veel slan
ker dan Peter en leek met zijn blonde
krulhaar veel jonger dan zijn neef, hoe
wel zij maar twee jaar verschilden.
„De meeste meubels staan in de ka
mers, waar zij hooren", riep mevrouw
Bell hen nog na. „Als je iets soms niet
weet te plaatsen, dan zal Jane je wel
helpen. Rufus ga jij met Peter en Ross
mee en breng, zoodra zij de kratten heb
ben open gemaakt, al den rommel naai
de houtschuur en stapel het hout daar
netjes op."
Het was een smalle, nauwe trap, die
naar de bovenverdieping leidde, en de
kamers waren erg laag, maar de Bells
bezagen altijd alles van de lichtzijde, en
niet een van hen had nog een aanmer
king gemaakt op het kleine huis.
„Jane en Nan in een kamer, Rufus en
ik in de andere, en meneer Ross Mc An
drew heeft die kleine hoekkamer tot
zyn beschikking", zei Peter by zichzelf,
toen hij de drie kamers in oogenschouw
had genomen.
„Die hoekkamer is net zoo groot als de
andere", zei Ross. „Ik vind eigenlijk,
dat het mij niet toekomt, om die heel
alleen te hebben."
„Ik kan me voorstellen, dat het je be
zwaart zoo'n ruime kamer te hebben
van twee meter zeventig bij twee meter
veertig, met aan eene zijde een schuin
dak", zei Peter lachend. „Je zult er je
toch in moeten schikken, want we zijn
met ons zevenen. Een moet er dus wel
een kamer alleen hebben."
„In orde. Laten we maar gauw begin
nen. Help me eerst die latafel op zijn
plaats zetten, wil je?"
Zij weerden zich geducht. Ross gaf
meer blijken van energie dan zijn neef,
maar Peter werkte toch ook hard mee.
Na een uur stelde hij echter voor, om
een oogenblik te rusten.
„Och, laten we het nu liever afma
ken", zei Ross en boog zich vol ijver
over een kist heen. Zijn houding deed
Peter een grap aan de hand. Hij gaf
hem een duwtje en Ross viel hals over
kop in de bijna leege kist. Een hei-
densch kabaal volgde. De muren dreun
den.
(Wordt vervolgd.)