stbode
DE ZEEUW
li
De financiering van den Hederlandschen radio-omroep
longcn
sknechts
TWEEDE BLAD
De bevolkingscijfers van
Nederland over 1939.
II
OVERBUREN
stbode
HEESCH?
HOESTl^^
Uit de Provincie
rijtje
[afde ver-
istbode
|de
eS
FEUILLETON
De heffing van een winstbelasting j
MIDDELBURG.
GOES.
Een wetsontwerp, dat beoogt, de luisteraars
ten minste f 5 per toestel te doen betalen
aan een der omroepvereenigingen.
ZUID-BEVELAND.
Iraagd:
itrek Walche-
Boekhandel
28, M'burg.
Jikke bladreu-
imsvleesch 55
Slagerij A. J.
Noordstraat
Iddelburg.
huishouding
kndig^ kunnen-
rtern. Brieven
pnder no. 12,
|g 28, M'burg.
rde. Gewoon
H in Walch.,
coll. in of in
Amersfoort.
„De Zeeuw",
ielburg.
I van Oranje",
VAN DER
I-Heer Arends-
bij M. v. d.
fe, Middelburg.
srsknecht
)ORDHOEK,
|j. COK, We-
een
VAN
DINSDAG 9 APRIL 1940. Nr 159.
ZEELAND ZOOWEL WAT BETREFT
DE GEBOORTE- ALS DE STERFTE-
CIJFERS, OP EEN ONGUNSTIGE
PLAATS.
De voorloopige cjjfers van de le
vend geborenen in Nederland j
over 1939 waren volgens het Maand
schrift van het Centraal Bureau voor de
Statistiek voor het rjjk en de provincies
als volgt:
Het Rijk
Groningen
Frieslland
Drenthe
Overysel
Gelderland
Utrecht
N.-Holland
Z.-Holland
Zeeland
N.-Brabant
Limburg
8.829.408
423.329
424.274
246.879
576.723
923.210
479.743
1.690.965
2.167.299
354.854
1.033.130
608.274
180.913
7.997
9.087
5.507
12.200
19.472
9.846
30.510
40.767
4.602
26.143
14.782
fe js
20.7
19
21.5
22.4
21.3
21.2
20.7
18.2
19
18.1
25.5
24.5
31.1 per 1000 inwoners bedroeg: tot
1887 bleef het boven 20; sinds 1908 j
daalde het beneden 15, met uitzondering
van het griep-jaar 1918, toen het 17.4
was, en sinds 1929 is het zelfs beneden
9 overledenen per 1000 inwoners geble
ven.
Bjj de doodsoorzaken worden als de
meest voorkomende genoemd: kanker
met andere kwaadaardige gezwellen,
waaraan in 1939 11.698 personen zjjn ge
storven en ziekten aan het hart, waar
door 13.287 personen zjjn overleden.
De gemiddelde levensduur is In Ne
derland van 18701879 tot 1931—1935
opgeloopen van 38,4 Jaar tot 65,1 Jaar
voor de mannen en van 40.7 Jaar tot 64.4
Jaar voor de vrouwenl
Die verhooging van levensjaren is
mede te danken aan de steeds dalende
sterftecijfers der kinderen, bijzonder
van die beneden 1 jaar, de zoogenaamde
zuigelingensterfte.
Per 1000 levend-aangegevenen was die
in ons land van 18701897 gemiddeld
per jaar 202.4, van 19001909 nog
129.8, van 19301939 slechts 42.1, en
in 1939 maar 33.7. Dit is wel een enorme
verbetering.
In een tijdsverloop van de laatste hal
ve eeuw is de zuigelingensterfte zelfs tot
meer dan een zesde deel teruggebraoht
en die verbetering Is ongeveer over het
geheele land verkregen.
De geboortecijfers in Nederland over
het jaar 1939 van in totaal 180.913 le-
vend geborenen of 20.7 per 1000 inwo-
ners zijn iets hooger dan over het jaar I
1938 met 178.422 levend geborenen of
20.6 per 1000 inwoners.
Het hoogste geboortecijfer had ons
land in 't jaar 1876, toen dit zelfs 37.1
per 1000 zielen bedroeg; tot 1907 nam
het geregeld af maar bleef steeds boven
de 30, daarna daalde het geleidelijk tot
zelfs 19.8 in 1937, toen een'laagterecord
bereikt is.
Hoewel het percentage der stijging in
dit laatste jaar vrij gering is, n.l. van
20.6 op 20.7 per 1000 inwoners, beweegt
dit zich in de laatste twee jaren toch in
de goede richting.
De provincie Zeeland had daarbij de
laagste cijfers, zoowel absoluut met 4602
levend geborenen als relatief met 18.1
per 1000 zielen, en terwijl deze provincie
nog 7.975 inwoners meer heeft dan
Drenthe had, waren dat jaar daar toch
905 levend geborenen minder.
Alle groote steden van Nederland, met
uitzondering van Eindhoven, hadden een
zeer laag geboortecijfer, dat in 't geheel
niet aan de zeer hooge huwelijkscijfers
van deze steden blijkt te beantwoorden.
Daar blijkt bijzonder het Neo-Malthusia-
nisme voort te woekeren en richt het de
grootste verwoestingen aan.
De sterftecijfers waren in ons
land over 1939 voor de hiervoor vermel
de reeks als volgt:
Per
Totaal 1000 inw.
Het Rijk75.863 8.7
Groningen 3.751 8.9
Friesland 4.082 9.7
Drenthe 1.975 8.1
Overijsel4.753 8.3
Gelderland 8.492 9.3
Utrecht 4.326 9.1
Noord-Holland 8.931 8.7
Zuid-Holland 17.770 8.3
Zeeland 2.374 9.3
Noord-Brabant 8.931 8.7
Limburg5.119 8.5
De sterftecijfers zijn thans in Neder
land zeer gunstig en in 1939 zijn hier
slechts 75.863 personen overleden of 8.7
per 1000 inwoners.
Het hoogste sterftecijfer der laatste
eeuw had ons land in 1847, toen het zelfs
4.)
door GRACE RICHMOND.
HOOFDSTUK H.
tIESTER
lArendskerke.
Gay Street komt tot rust.
Op de veranda vernam men het geluid
van vele voetstappen. Peter gooide de
deur wijd open, en de vier mannelijke
leden van het gezin stapten den huize
Bell binnen. De deur gaf direct toegang
tot de huiskamer, zoodat het viertal on
middellijk zien kon, hoeveel er al was
volbracht in die enkele uren.
„Hiep, hiep, hoera!" riep de vijftien
jarige Rufus.
„Nu, die moeten zich geweerd heb
ben zei Peter. „Toen ik hier vanmor
gen was, waren ze nog niet verder, dan
ruiten schoonmaken."
„Ja, maar tante weet van voortma-
^en zei Ross McAndrew, de neef van
de Bells, een jongen van achttien.
Daarop kwam er iemand uit het ach
tergedeelte van het huis aanrennen en
stoor de kamer binnen. Het was Nancy
de twaalfjarige, met de dikke bruine
vlechten en het blozende, ronde ge-
«v bereid
de genees-*
kopkrachtige Ingrediënten van j
Vicks VapoRub. Groote dooattc.
AMENDEMENTEN INGEDIEND.
De heer Teulings c.s. heeft op het
wetsontwerp tot heffing van een Winst
belasting een aantal amendementen
voorgesteld.
Een dezer amendementen strekt om
de aftrekbaarheid van de Winstbelas
ting zelf bij de berekening van de winst
wederom te herstellen.
Een volgend amendement heeft ten
doel het criterium van den tijdsduur
van het bezit van aandeelen in andere
vennootschappen, enz., zooals dit in art.
3 van de wet op de Dividend- en Tan
tième-belasting 1917 is neergelegd, ook
in deze wet op de Winstbelasting we
derom op te nemen.
De strekking van de overige amende
menten is om de winst op het over
gangstijdstip, in het lichaam aanwezig,
aanstonds te belasten, zulks volgens de
regelen van de thans geldende Divi
dend- en tantièmebelasting. De betaling
van deze heffing geschiedt in tien ge
lijke jaarlijksche termijnen, tenzij óf eer
der wordt uitgekeerd, óf onder disconto
verrekening eerder aan den fiscus
wordt betaald, dan wel uitstel is verkre
gen.
De heer IJsselmuiden heeft op
het wetsontwerp heffing van een Winst
belasting een amendement voorgesteld
inzake progressieve heffing.
Deze progressie heeft als grondslag:
le. dat een deel van de belastbare
winst, overeenkomende met 3 pet. van
het zuiver vermogen, slechts met 4 pet.
wordt belast;
2e. dat de progressie, toegepast op
het surplus, de nominale kleinere win
sten minder zwaar treft dan de groo-
tere;
3e. dat de vruchtbaarheid van het
maatschappélijk kapitaal een verhoogde
werking heeft, evenals in omgekeerde
richting de steriliteit van een kapitaal.
JONGENSDAG RING WALCHEREN
NED JONGELINGSVERBOND.
De commissie voor het Jeugdwerk in
den Ring „Walcheren" van het Ned.
Jong. Verbond hield Zaterdag een Jon-
zichtje.
Ross pakte haar beet en zette haar op
zijn schouder.
„Ross, daar word ik te groot .voor!"
riep zij uit. „Zet me weer neer! Je stoot
mijn hoofd tegen den zolder."
Hij keek omhoog en zette haar voor
zichtig weer op den grond.
„Heel hoog van verdieping is het
hier niet", zei hij. „Heb ik je pijn ge
daan?"
„Neen, maar ik voel me zwaar belee-
digd. Hoe vind je, dat het er hier uit
ziet? Moeder heeft zich tot de keuken
bepaald, en Jane en ik hebben dit alle
maal gedaan. We wilden, dat het er een
beetje gezellig uit zou zien, als jullie
thuis kwamen."
„Nu, dat doet het; maar ik moet eer
lijk bekennen, dat ik blij ben, dat moe
der zich tot de keuken bepaald heeft,
zei haar vader lachend, terwijl hij even
aan een van haar vlechten trok. „Het is
eigenlijk al te erg, dat wij nu nog thuis
komen eten midden in de drukte, maar
Peter kwam vanmorgen met de bood
schap terug, dat wjj bepaald verwacht
werden.
„Nu, we zouden jullie niet graag ge
mist hebben", zei een stem in de gang,
en het volgende oogenblik kwam me
vrouw Bell de kamer binnen. Je kon hee-
lemaal niet zien, dat ze zoo druk bezig
gensdag. De Jongensclub „Nathanaël"
teWestkapelle ontving de 230 jon
gens en leiders, die uit verschillende
plaatsen van Walcheren per extra-bus
sen werden aangevoerd. Het programma
bestond uit voordrachten, filmpjes,
maaltyd en twee tooneelstukjes, opge
voerd door de clubs uit Biggekerke en
Middelburg. Daarop volgde een dagslui
ting, waarna de jongens voldaan huis
waarts keerden.
Concert.
Het ligt in de bedoeling van het Mid-
delburgsch muziekkorps op Dinsdag 30
April, den 31sten verjaardag van H. K.
H. Prinses Juliana, een concert op de
markt te geven in de bekende tent, die
ook op 13 Mei, bjj het muziekconcours
dienst zal moeten doen.
JAARVERGADERING NED CHR.
VROUWENBODN.
In de gezellig met bloemen versierde
zaal van de „Prins vein Oranje" hield
de afd. van den N.C.V.B. haar 18e jaar
vergadering, die zeer druk bezocht was.
De presidente Mej. Donner wees
in haar openingswoord op het groote
voorrecht dat in deze bijzondere tijds
omstandigheden nog rustig kan worden
vergaderd. Wjj weten niet wat de toe
komst zai brengen, maar als Christen
vrouwen weten wij, dat niets zonder
Gods wil geschiedt. En hoe donker het
ook mag zjjn of worden, waarheid blijft
het devies in ons vaandel„In Uw licht
het licht". Onder alle omstandigheden
kan dit ons rust schenken en kracht.
Hierna volgde het jaarverslag van de
secretaresse, Mevr. de Kruijter,
waarin een overzicht werd gegeven van
het vereenigingsleven in het afgeloopen
jaar.
Uit het verslag van de Penningmees-
teresse, Mevr. Zuidema, bleek, dat
de rekening over 1939 sloot met een
voordeelig saldo van f 31.
Nadat door de afgevaardigde van
Kruiningen, Mevr. Ligthart
Schenk, de gelukwenschen van de
afd. Kruiningen waren overgebracht,
hield Mevr. van Spronsen een
referaat overM o g e n wij lezen of
moeten wij lezen?
Veel vrouwen, aldus spreekster, als z\j
die vraag zouden moeten beantwoorden,
zouden zeggen: „We mogen wel eens
wat lezen, als echter de tijd, hieraan be
steed, zonder bezwaar aan ons huishou
den onttrokken kan worden. Ja, dan
mag het wel."
Zoo staat de zaak toch niet.
Wij als Christenvrouwen moeten, al is
er dan soms slechts weinig tjjd, toch
steeds zorgen, dat we wekelijks, een
poosje beschikbaar houden om te kun
nen lezen.
God geeft ons ook hierin een taak.
Hij heeft ons niet gemaakt om altijd
diep over ons werk gebogen te blijven.
Hij geeft zooveel schoons en die gaven
schenkt Hij niet voor niets. Die moeten
worden opgemerkt en gebruikt. Nu is
goede lectuur als een goede en wijze
vriend, die ons bij de hand neemt en
ons wijst op zooveel schoonheid en wijs
heid, die anders aan ons zouden voor
bijgaan. En in het werk Zijner handen
kunnen wij den grooten Werkmeester
eeren.
Doch ook om onszelfs wil zullen wij
lezen. Zooals er vreugde is in een gezin
bij vader als hij ziet, hoe zijn kinderen
geestelijk groeien, als hun horizon wij
der wordt, zoo is het ook de eere van
den Hemelschen Vader, als Zijn kinde
ren geestelijk grooter worden.
Meer omvattend wordt onze taak in
dezen nog als we er op letten, dat wij ook
gelegenheid hebben om wat wij zelf als
een schat hebben verzameld, aan ande
ren kunnen uitdeelen.
Veel vrouwen gaf God de heerlijke ge
legenheid om in eigen gezin aan eigen
kinderen te kunnen uitdeelen van dien
geestelijken schat dien zij bijeen brach
ten. Dat moeder met groote trouw en
nauwgezetheid, zooveel maar in haar
vermogen ligt zorgt, dat het haar kin
deren stoffelijk aan niets ontbreekt is
heerlijk. Doch even belangrijk is, dat zij
was geweest. Ze zag er uit, om door een
ringetje te halen.
„We hebben niets dan een jachtscho
tel, maar ik denk wel, dat jullie er in
smullen zullen."
„Fijn! Ik weet niets lekkerder. Waar
is Janey?"
„In de keuken. Ze probeert voor je
allen een plaatsje te vinden om de keu
kentafel heen. In de eetkamer kunnen
we nog niet terecht. De behanger is net
weg."
„Kom maar", riep een vroolijke stem
uit de aangrenzende kamer en Jane keek
over haar moeders schouder heen.
„Rechts afslaan, zoodra je de deur uit
komt, en dan langs den muur loopen. Ik
heb een gangetje voor jullie gemaakt."
Daarop volgden ze een voor een den
aangewezen weg en kwamen behouden
in de keuken aan.
„H'm!" riep Rufus, die er het eerste
was, omdat hij over al de kisten geloo-
pen had inplaats van achter de anderen
aan te komen. „Wat ruikt het hier heer
lijk! Moeder, ik hoop, dat u genoeg ge
maakt heeft!"
„Meer dan jullie op kunnen, geloof
ik," zei Jane. „Wacht ik zal zeggen waar
jullie plaats is. Moeder het eerst, die
heeft een stoel, dan Ross op dat hooge
leege kistje, en Nan op de kist met
houtVader heeft die oude zeepkist voor
De minister van Binnenlandsche Za
ken heeft bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp ingediend, waarbij o.a.
wordt voorgesteld de luisteraars te
verplichten f5 per jaar en per toestel
aan een van de bestaande omroepver
eenigingen bij te dragen, of, indien men
geen der vereenigingen wil sternen, f6
per jaar en per toestel aan het rijk, ten
einde in de toekomst de verzorging van
de radioprogramma's, de uitzending van
de zgn. wereldprogramma's, de uitzen
dingen van de overzeesche gebiedsdee-
len en eventueel de televisie-uitzendin
gen naar behooren te kunnen financie
ren. Hierbij zal de Nozema worden in
geschakeld. Voor de radio-distributiebe
drijven is een afzonderlijke regeling ont
worpen.
Aan de memorie van toelichting van
den minister van Binnenlandsche Zaken
ontleenen wij het volgende:
In' aansluiting aan hetgeen de minis
ter bij de mondelinge behandeling van
de begrooting van het staatsbedrijf der
P. T. T. in de Eerste Kamer op 4 Febr.
1938 mededeelde, heeft hij nader de vraag
overwogen, of er een weg te vinden zou
zijn om, met handhaving van de zelf
standigheid van de Nederlandsche om
roepvereenigingen en van de vrijheid van
den luisteraar om zich aan te sluiten bij
den omroep van zijn keuze, de noodige
inkomsten te verzekeren door de omroep-
belangen volledig door de Nederlandsche
luisteraars te doen bekostigen.
De minister heeft groote waardeering
voor hetgeen de omroepvereenigingen
met deze haar vrijwillig toegevloeide luis
ter aarsbij dragen op het gebied van den
binnenlandschen omroep tot stand heb
ben weten te brengen.
Aan den anderen kant mag niet ver
zwegen worden, dat aan deze wijze van
financiering van den omroep vooral
nu de omroeptaak zich binnenkort tot
werelduitzendingen en te zijner tijd tot
televisie gaat uitbreiden ook bezwaren
kleven.
De minister wijst in dit verband in de
eerste plaats er op, dat een zeer groot
deel van het Nederlandsch luisterend pu
bliek zich afzijdig houdt van zijn moree-
len plicht om financieel bij te dragen
aan de instandhouding en den verderen
uitbouw van den Nederlandschen om
roep. Naar schatting bedraagt dit aan
tal niet aan een van. de omroepvereeni
gingen vrijwillig bijdragende luisteraars
ongeveer 50 pet. van het totale aantal.
Naar het oordeel van den minister kan
deze hoogst onbevredigende toestand niet
langer bestendigd blijven.
De minister vestigt er voorts de aan
dacht op, dat de door hem ingestelde
commissie, die hem omtrent het vraag
stuk van de organisatie van de wereld
uitzendingen van advies heeft gediend,
o.a. op de moeilijkheid is gestuit, dat de
omroepvereenigingen niet in staat zijn
voldoende middelen ter beschikking te
stellen om deze werelduitzendingen, wel
ke met groote kosten gepaard gaan, be
hoorlijk te verzorgen.
Het thans ingediende wetsontwerp be
doeld den wettelijken grondslag te leg
gen voor een regeling bij algemeenen
maatregelen van bestuur, overeenkomstig
de voorstellen van deze studiecommissie.
De grondslagen van deze
regeling zullen de navolgen
de z ij n
Aan den Nederlandschen luisteraar
wordt de wettelijke verplichting opge
legd van een jaarlijksche bijdrage tot in
standhouding en verderen uitbouw van
den Nederlandschen radio-omroep. Van
deze verplichting kan de luisteraar zich
kwijten:
a. door betaling van een bedrag, het
welk de minister zou wenschen te stel
len op f5, aan de A.V.R.O., K.R.O., N.C.
R.V. en V.A.R.A., alsmede aan den V.P.
R.O.;
b. door betaling van een eenigszins
hooger bedrag, b.v. van f 6, ingeval een
luisteraar niet aan een van de genoemde
organisaties wenscht bij te dragen. Ter
zake van de genoemde bedragen wijst de
minister er nog ten overvloede op, dat
tot verhooging daarvan alleen zou mo
gen worden overgegaan, indien de gelde
lijke omstandigheden, waarin het Neder
landsche omroepstelsel zou gaan verlcee-
ren, zich in die mate zouden wijzigen,
dat daarin een noodzaak tot verhooging
zou zijn gelegen.
De radio-distributie.
Het is niet onmogelijk, dat de regeling
in den aanvang een zekeren terugslag
zal hebben op het aantal aangeslotenen
op de radiodistributie.
Hoewel aangenomen mag worden, dat
deze terugslag geleidelijk zal kunnen
worden opgevangen, omdat de radio voor
de Nederlandsche bevolking een onont
beerlijk goed geworden is, zouden, indien
inderdaad zou blijken dat er radio-centra
les zijn, wier levensvatbaarheid tenge
volge van het invoeren van de nieuwe
regeling gevaar zou kunnen loopen, hoe
wel haar bestaan op zich zelf technisch
en oeconomisch verantwoord is, maat
regelen genomen kunnen worden om het
dergelijken bedrijven mogelijk te maken
zich aan den nieuwen toestand aan te
passen en hen over het doode punt heen
te helpen.
De radiodistributie heeft zich in den
loop van de jaren in belangrijke mate
ontwikkeld en is door het Kon. besluit
van 8 September 1936 in het omroepbe
stel opgenomen, waarmede erkend is,
dat zij is van algemeen belang. In dit
verband kan mede worden gewezen op
het feit, dat de radio-distributie in toe
nemende mate een belangrijke taak ver
vult op het gebied van de luchtbescher
ming.
ook op andere manier voor haar kinde
ren zorgt.
En nu is het in stoffelijk opzicht zoo,
dat wie wil uitdeelen, eerst moet inkoo-
pen. Geestelijk is het al evenzoo.
Daarom moeten wij de gelegenheid
zoeken en zoo noodig gelegenheid ma
ken om onze kennis te vergrooten. Als
wij het eerst maar gaan zien als bij ens
werk behoorend, dan komt het wel in
orde, want vrouwen zijn vindingrijk, die
weten de minuten en kansen wel uit te
buiten.
Wij zullen dan zien dat wat wij deden,
voor ons zelf ten nutte is en vele ande
ren bovendien.
De avond droeg verder een gezellig
karakter.
Verschillende dames leverden een bij
drage. Een zangkoortje onder leiding
zich alleen met een kussen er op. Peter
kan op de omgekeerde kolenbak zitten."
Allen proestten het uit, en Peter
kwam in protest.
„Zeg, heb je dan misschien ook een
krant, om er op te leggen?" vroeg hij.
„Als je er een vinden kunt," zei Jane,
zonder eenig medelijden te toonen. „Ru
fus. moet het deksel van de ton met meel
maar op zijn knieën leggen, en dan zul
len w$ hem wel zijn bord aangeven."
Mevrouw Bell verstond de edele kook
kunst in de perfectie en wist ook, hoe
veel er noodig was, om al die jeugdige,
gezonde magen te voldoen. Telkens
schepte zij weer de borden vol, totdat al
len verzadigd waren, en toen was er nog
over.
„Je lijkt niet veel op een meisje, dat
ik vandaag gezien heb, Janey," zei Pe
ter, die probeerde wat gemakkelijker te
gaan zitten op den kolenbak, terwijl zijn
zuster de borden wegnam en een schotel
met gebraden appels en room op de ta
fel zette. Peter moest lachen, toen hij
er weer aandacht. „Ze was te trotsch,
om mij aan te kijken."
Gisteren zaten we in dezelfde tram,
toen ik nog even ging lqjken, of we in
het huis terecht konden. Het was het
drukke uur, en ik gaf haar mjjn plaats.
Ik geloof ja, ik geloof wel" Peter
wachtte even, om na te denken, „dat ze
van Mevr. Duvekot zong ter af
wisseling eenige liederen.
Het was reeds laat, toen de goed ge
slaagde vergadering met dankzegging
werd gesloten.
Rijwiel gestolen.
Van P. S. te Kapelle werd een rijwiel
ontvreemd, dat hij Zondagavond eenigen
tijd voor een pand in de Korte Kerk
straat geplaatst had. De politie stelt een
onderzoek in.
Rilland-Bath. Gisteravond kwam de
A.R. Propagandaclub in eerste vergade
ring bijeen. Voorgelezen werden de sta
tuten alsmede het huishoudelijk regle
ment van het Verband van A.R.P.C.
Deze werden aanvaard. Door Ds v. Her-
„dank u" zei, hoewel ik haar lippen niet
zag bewegen, omdat ik mijn hoed afnam.
We stapten samen uit en sloegen samen
Gay Street in
„Samen!" riep Jane vol verbazing uit.
„Ja, tegelijk, maar niet aan denzelf
den kant van de straat. Zij was mij en
kele passen voor, want de tram houdt
aan haar kant stil. Ik nam haar van de
overzijde eens goed op, want ik wilde
graag iets meer van onze buren weten.
Ze had een groote mof bij zich en had
daar van alles in. Vermoedelijk had zij
boodschappen gedaan. Ik bedoel niet
pakjes. Ze zou zich niet verwaardigen,
om een pakje te dragen, maar brieven en
een portemonnaie en een visiteboekje en
een zakdoek en zoovoort. Nu, terwijl wij
zoo samen voortstapten, zag ik, dat ze
haar zakdoek verloor. Natuurlek haast
te ik mij naar den overkant, hoewel de
modder een halven meter dik was mid
den op de straat. „Pardon", zei ik, „ik
geloof, dat u uw zakdoek verloren
heeft,", en hield hem haar voor. Zij nam
hem van mij aan, mompelde „dank u",
dezen keer zag ik haar lippen bewe
gen en liep met de statigheid van een
koningin verder. Ik nam mjjn hoed af,
waadde nogmaals door de modder en
vervolgde mjjn weg in somber gepeins
over de ondankbaarheid der menschen."
(Wordt vervolgd.)