stbode DE ZEEUW li De financiering van den Hederlandschen radio-omroep longcn sknechts TWEEDE BLAD De bevolkingscijfers van Nederland over 1939. II OVERBUREN stbode HEESCH? HOESTl^^ Uit de Provincie rijtje [afde ver- istbode |de eS FEUILLETON De heffing van een winstbelasting j MIDDELBURG. GOES. Een wetsontwerp, dat beoogt, de luisteraars ten minste f 5 per toestel te doen betalen aan een der omroepvereenigingen. ZUID-BEVELAND. Iraagd: itrek Walche- Boekhandel 28, M'burg. Jikke bladreu- imsvleesch 55 Slagerij A. J. Noordstraat Iddelburg. huishouding kndig^ kunnen- rtern. Brieven pnder no. 12, |g 28, M'burg. rde. Gewoon H in Walch., coll. in of in Amersfoort. „De Zeeuw", ielburg. I van Oranje", VAN DER I-Heer Arends- bij M. v. d. fe, Middelburg. srsknecht )ORDHOEK, |j. COK, We- een VAN DINSDAG 9 APRIL 1940. Nr 159. ZEELAND ZOOWEL WAT BETREFT DE GEBOORTE- ALS DE STERFTE- CIJFERS, OP EEN ONGUNSTIGE PLAATS. De voorloopige cjjfers van de le vend geborenen in Nederland j over 1939 waren volgens het Maand schrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het rjjk en de provincies als volgt: Het Rijk Groningen Frieslland Drenthe Overysel Gelderland Utrecht N.-Holland Z.-Holland Zeeland N.-Brabant Limburg 8.829.408 423.329 424.274 246.879 576.723 923.210 479.743 1.690.965 2.167.299 354.854 1.033.130 608.274 180.913 7.997 9.087 5.507 12.200 19.472 9.846 30.510 40.767 4.602 26.143 14.782 fe js 20.7 19 21.5 22.4 21.3 21.2 20.7 18.2 19 18.1 25.5 24.5 31.1 per 1000 inwoners bedroeg: tot 1887 bleef het boven 20; sinds 1908 j daalde het beneden 15, met uitzondering van het griep-jaar 1918, toen het 17.4 was, en sinds 1929 is het zelfs beneden 9 overledenen per 1000 inwoners geble ven. Bjj de doodsoorzaken worden als de meest voorkomende genoemd: kanker met andere kwaadaardige gezwellen, waaraan in 1939 11.698 personen zjjn ge storven en ziekten aan het hart, waar door 13.287 personen zjjn overleden. De gemiddelde levensduur is In Ne derland van 18701879 tot 1931—1935 opgeloopen van 38,4 Jaar tot 65,1 Jaar voor de mannen en van 40.7 Jaar tot 64.4 Jaar voor de vrouwenl Die verhooging van levensjaren is mede te danken aan de steeds dalende sterftecijfers der kinderen, bijzonder van die beneden 1 jaar, de zoogenaamde zuigelingensterfte. Per 1000 levend-aangegevenen was die in ons land van 18701897 gemiddeld per jaar 202.4, van 19001909 nog 129.8, van 19301939 slechts 42.1, en in 1939 maar 33.7. Dit is wel een enorme verbetering. In een tijdsverloop van de laatste hal ve eeuw is de zuigelingensterfte zelfs tot meer dan een zesde deel teruggebraoht en die verbetering Is ongeveer over het geheele land verkregen. De geboortecijfers in Nederland over het jaar 1939 van in totaal 180.913 le- vend geborenen of 20.7 per 1000 inwo- ners zijn iets hooger dan over het jaar I 1938 met 178.422 levend geborenen of 20.6 per 1000 inwoners. Het hoogste geboortecijfer had ons land in 't jaar 1876, toen dit zelfs 37.1 per 1000 zielen bedroeg; tot 1907 nam het geregeld af maar bleef steeds boven de 30, daarna daalde het geleidelijk tot zelfs 19.8 in 1937, toen een'laagterecord bereikt is. Hoewel het percentage der stijging in dit laatste jaar vrij gering is, n.l. van 20.6 op 20.7 per 1000 inwoners, beweegt dit zich in de laatste twee jaren toch in de goede richting. De provincie Zeeland had daarbij de laagste cijfers, zoowel absoluut met 4602 levend geborenen als relatief met 18.1 per 1000 zielen, en terwijl deze provincie nog 7.975 inwoners meer heeft dan Drenthe had, waren dat jaar daar toch 905 levend geborenen minder. Alle groote steden van Nederland, met uitzondering van Eindhoven, hadden een zeer laag geboortecijfer, dat in 't geheel niet aan de zeer hooge huwelijkscijfers van deze steden blijkt te beantwoorden. Daar blijkt bijzonder het Neo-Malthusia- nisme voort te woekeren en richt het de grootste verwoestingen aan. De sterftecijfers waren in ons land over 1939 voor de hiervoor vermel de reeks als volgt: Per Totaal 1000 inw. Het Rijk75.863 8.7 Groningen 3.751 8.9 Friesland 4.082 9.7 Drenthe 1.975 8.1 Overijsel4.753 8.3 Gelderland 8.492 9.3 Utrecht 4.326 9.1 Noord-Holland 8.931 8.7 Zuid-Holland 17.770 8.3 Zeeland 2.374 9.3 Noord-Brabant 8.931 8.7 Limburg5.119 8.5 De sterftecijfers zijn thans in Neder land zeer gunstig en in 1939 zijn hier slechts 75.863 personen overleden of 8.7 per 1000 inwoners. Het hoogste sterftecijfer der laatste eeuw had ons land in 1847, toen het zelfs 4.) door GRACE RICHMOND. HOOFDSTUK H. tIESTER lArendskerke. Gay Street komt tot rust. Op de veranda vernam men het geluid van vele voetstappen. Peter gooide de deur wijd open, en de vier mannelijke leden van het gezin stapten den huize Bell binnen. De deur gaf direct toegang tot de huiskamer, zoodat het viertal on middellijk zien kon, hoeveel er al was volbracht in die enkele uren. „Hiep, hiep, hoera!" riep de vijftien jarige Rufus. „Nu, die moeten zich geweerd heb ben zei Peter. „Toen ik hier vanmor gen was, waren ze nog niet verder, dan ruiten schoonmaken." „Ja, maar tante weet van voortma- ^en zei Ross McAndrew, de neef van de Bells, een jongen van achttien. Daarop kwam er iemand uit het ach tergedeelte van het huis aanrennen en stoor de kamer binnen. Het was Nancy de twaalfjarige, met de dikke bruine vlechten en het blozende, ronde ge- «v bereid de genees-* kopkrachtige Ingrediënten van j Vicks VapoRub. Groote dooattc. AMENDEMENTEN INGEDIEND. De heer Teulings c.s. heeft op het wetsontwerp tot heffing van een Winst belasting een aantal amendementen voorgesteld. Een dezer amendementen strekt om de aftrekbaarheid van de Winstbelas ting zelf bij de berekening van de winst wederom te herstellen. Een volgend amendement heeft ten doel het criterium van den tijdsduur van het bezit van aandeelen in andere vennootschappen, enz., zooals dit in art. 3 van de wet op de Dividend- en Tan tième-belasting 1917 is neergelegd, ook in deze wet op de Winstbelasting we derom op te nemen. De strekking van de overige amende menten is om de winst op het over gangstijdstip, in het lichaam aanwezig, aanstonds te belasten, zulks volgens de regelen van de thans geldende Divi dend- en tantièmebelasting. De betaling van deze heffing geschiedt in tien ge lijke jaarlijksche termijnen, tenzij óf eer der wordt uitgekeerd, óf onder disconto verrekening eerder aan den fiscus wordt betaald, dan wel uitstel is verkre gen. De heer IJsselmuiden heeft op het wetsontwerp heffing van een Winst belasting een amendement voorgesteld inzake progressieve heffing. Deze progressie heeft als grondslag: le. dat een deel van de belastbare winst, overeenkomende met 3 pet. van het zuiver vermogen, slechts met 4 pet. wordt belast; 2e. dat de progressie, toegepast op het surplus, de nominale kleinere win sten minder zwaar treft dan de groo- tere; 3e. dat de vruchtbaarheid van het maatschappélijk kapitaal een verhoogde werking heeft, evenals in omgekeerde richting de steriliteit van een kapitaal. JONGENSDAG RING WALCHEREN NED JONGELINGSVERBOND. De commissie voor het Jeugdwerk in den Ring „Walcheren" van het Ned. Jong. Verbond hield Zaterdag een Jon- zichtje. Ross pakte haar beet en zette haar op zijn schouder. „Ross, daar word ik te groot .voor!" riep zij uit. „Zet me weer neer! Je stoot mijn hoofd tegen den zolder." Hij keek omhoog en zette haar voor zichtig weer op den grond. „Heel hoog van verdieping is het hier niet", zei hij. „Heb ik je pijn ge daan?" „Neen, maar ik voel me zwaar belee- digd. Hoe vind je, dat het er hier uit ziet? Moeder heeft zich tot de keuken bepaald, en Jane en ik hebben dit alle maal gedaan. We wilden, dat het er een beetje gezellig uit zou zien, als jullie thuis kwamen." „Nu, dat doet het; maar ik moet eer lijk bekennen, dat ik blij ben, dat moe der zich tot de keuken bepaald heeft, zei haar vader lachend, terwijl hij even aan een van haar vlechten trok. „Het is eigenlijk al te erg, dat wij nu nog thuis komen eten midden in de drukte, maar Peter kwam vanmorgen met de bood schap terug, dat wjj bepaald verwacht werden. „Nu, we zouden jullie niet graag ge mist hebben", zei een stem in de gang, en het volgende oogenblik kwam me vrouw Bell de kamer binnen. Je kon hee- lemaal niet zien, dat ze zoo druk bezig gensdag. De Jongensclub „Nathanaël" teWestkapelle ontving de 230 jon gens en leiders, die uit verschillende plaatsen van Walcheren per extra-bus sen werden aangevoerd. Het programma bestond uit voordrachten, filmpjes, maaltyd en twee tooneelstukjes, opge voerd door de clubs uit Biggekerke en Middelburg. Daarop volgde een dagslui ting, waarna de jongens voldaan huis waarts keerden. Concert. Het ligt in de bedoeling van het Mid- delburgsch muziekkorps op Dinsdag 30 April, den 31sten verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana, een concert op de markt te geven in de bekende tent, die ook op 13 Mei, bjj het muziekconcours dienst zal moeten doen. JAARVERGADERING NED CHR. VROUWENBODN. In de gezellig met bloemen versierde zaal van de „Prins vein Oranje" hield de afd. van den N.C.V.B. haar 18e jaar vergadering, die zeer druk bezocht was. De presidente Mej. Donner wees in haar openingswoord op het groote voorrecht dat in deze bijzondere tijds omstandigheden nog rustig kan worden vergaderd. Wjj weten niet wat de toe komst zai brengen, maar als Christen vrouwen weten wij, dat niets zonder Gods wil geschiedt. En hoe donker het ook mag zjjn of worden, waarheid blijft het devies in ons vaandel„In Uw licht het licht". Onder alle omstandigheden kan dit ons rust schenken en kracht. Hierna volgde het jaarverslag van de secretaresse, Mevr. de Kruijter, waarin een overzicht werd gegeven van het vereenigingsleven in het afgeloopen jaar. Uit het verslag van de Penningmees- teresse, Mevr. Zuidema, bleek, dat de rekening over 1939 sloot met een voordeelig saldo van f 31. Nadat door de afgevaardigde van Kruiningen, Mevr. Ligthart Schenk, de gelukwenschen van de afd. Kruiningen waren overgebracht, hield Mevr. van Spronsen een referaat overM o g e n wij lezen of moeten wij lezen? Veel vrouwen, aldus spreekster, als z\j die vraag zouden moeten beantwoorden, zouden zeggen: „We mogen wel eens wat lezen, als echter de tijd, hieraan be steed, zonder bezwaar aan ons huishou den onttrokken kan worden. Ja, dan mag het wel." Zoo staat de zaak toch niet. Wij als Christenvrouwen moeten, al is er dan soms slechts weinig tjjd, toch steeds zorgen, dat we wekelijks, een poosje beschikbaar houden om te kun nen lezen. God geeft ons ook hierin een taak. Hij heeft ons niet gemaakt om altijd diep over ons werk gebogen te blijven. Hij geeft zooveel schoons en die gaven schenkt Hij niet voor niets. Die moeten worden opgemerkt en gebruikt. Nu is goede lectuur als een goede en wijze vriend, die ons bij de hand neemt en ons wijst op zooveel schoonheid en wijs heid, die anders aan ons zouden voor bijgaan. En in het werk Zijner handen kunnen wij den grooten Werkmeester eeren. Doch ook om onszelfs wil zullen wij lezen. Zooals er vreugde is in een gezin bij vader als hij ziet, hoe zijn kinderen geestelijk groeien, als hun horizon wij der wordt, zoo is het ook de eere van den Hemelschen Vader, als Zijn kinde ren geestelijk grooter worden. Meer omvattend wordt onze taak in dezen nog als we er op letten, dat wij ook gelegenheid hebben om wat wij zelf als een schat hebben verzameld, aan ande ren kunnen uitdeelen. Veel vrouwen gaf God de heerlijke ge legenheid om in eigen gezin aan eigen kinderen te kunnen uitdeelen van dien geestelijken schat dien zij bijeen brach ten. Dat moeder met groote trouw en nauwgezetheid, zooveel maar in haar vermogen ligt zorgt, dat het haar kin deren stoffelijk aan niets ontbreekt is heerlijk. Doch even belangrijk is, dat zij was geweest. Ze zag er uit, om door een ringetje te halen. „We hebben niets dan een jachtscho tel, maar ik denk wel, dat jullie er in smullen zullen." „Fijn! Ik weet niets lekkerder. Waar is Janey?" „In de keuken. Ze probeert voor je allen een plaatsje te vinden om de keu kentafel heen. In de eetkamer kunnen we nog niet terecht. De behanger is net weg." „Kom maar", riep een vroolijke stem uit de aangrenzende kamer en Jane keek over haar moeders schouder heen. „Rechts afslaan, zoodra je de deur uit komt, en dan langs den muur loopen. Ik heb een gangetje voor jullie gemaakt." Daarop volgden ze een voor een den aangewezen weg en kwamen behouden in de keuken aan. „H'm!" riep Rufus, die er het eerste was, omdat hij over al de kisten geloo- pen had inplaats van achter de anderen aan te komen. „Wat ruikt het hier heer lijk! Moeder, ik hoop, dat u genoeg ge maakt heeft!" „Meer dan jullie op kunnen, geloof ik," zei Jane. „Wacht ik zal zeggen waar jullie plaats is. Moeder het eerst, die heeft een stoel, dan Ross op dat hooge leege kistje, en Nan op de kist met houtVader heeft die oude zeepkist voor De minister van Binnenlandsche Za ken heeft bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend, waarbij o.a. wordt voorgesteld de luisteraars te verplichten f5 per jaar en per toestel aan een van de bestaande omroepver eenigingen bij te dragen, of, indien men geen der vereenigingen wil sternen, f6 per jaar en per toestel aan het rijk, ten einde in de toekomst de verzorging van de radioprogramma's, de uitzending van de zgn. wereldprogramma's, de uitzen dingen van de overzeesche gebiedsdee- len en eventueel de televisie-uitzendin gen naar behooren te kunnen financie ren. Hierbij zal de Nozema worden in geschakeld. Voor de radio-distributiebe drijven is een afzonderlijke regeling ont worpen. Aan de memorie van toelichting van den minister van Binnenlandsche Zaken ontleenen wij het volgende: In' aansluiting aan hetgeen de minis ter bij de mondelinge behandeling van de begrooting van het staatsbedrijf der P. T. T. in de Eerste Kamer op 4 Febr. 1938 mededeelde, heeft hij nader de vraag overwogen, of er een weg te vinden zou zijn om, met handhaving van de zelf standigheid van de Nederlandsche om roepvereenigingen en van de vrijheid van den luisteraar om zich aan te sluiten bij den omroep van zijn keuze, de noodige inkomsten te verzekeren door de omroep- belangen volledig door de Nederlandsche luisteraars te doen bekostigen. De minister heeft groote waardeering voor hetgeen de omroepvereenigingen met deze haar vrijwillig toegevloeide luis ter aarsbij dragen op het gebied van den binnenlandschen omroep tot stand heb ben weten te brengen. Aan den anderen kant mag niet ver zwegen worden, dat aan deze wijze van financiering van den omroep vooral nu de omroeptaak zich binnenkort tot werelduitzendingen en te zijner tijd tot televisie gaat uitbreiden ook bezwaren kleven. De minister wijst in dit verband in de eerste plaats er op, dat een zeer groot deel van het Nederlandsch luisterend pu bliek zich afzijdig houdt van zijn moree- len plicht om financieel bij te dragen aan de instandhouding en den verderen uitbouw van den Nederlandschen om roep. Naar schatting bedraagt dit aan tal niet aan een van. de omroepvereeni gingen vrijwillig bijdragende luisteraars ongeveer 50 pet. van het totale aantal. Naar het oordeel van den minister kan deze hoogst onbevredigende toestand niet langer bestendigd blijven. De minister vestigt er voorts de aan dacht op, dat de door hem ingestelde commissie, die hem omtrent het vraag stuk van de organisatie van de wereld uitzendingen van advies heeft gediend, o.a. op de moeilijkheid is gestuit, dat de omroepvereenigingen niet in staat zijn voldoende middelen ter beschikking te stellen om deze werelduitzendingen, wel ke met groote kosten gepaard gaan, be hoorlijk te verzorgen. Het thans ingediende wetsontwerp be doeld den wettelijken grondslag te leg gen voor een regeling bij algemeenen maatregelen van bestuur, overeenkomstig de voorstellen van deze studiecommissie. De grondslagen van deze regeling zullen de navolgen de z ij n Aan den Nederlandschen luisteraar wordt de wettelijke verplichting opge legd van een jaarlijksche bijdrage tot in standhouding en verderen uitbouw van den Nederlandschen radio-omroep. Van deze verplichting kan de luisteraar zich kwijten: a. door betaling van een bedrag, het welk de minister zou wenschen te stel len op f5, aan de A.V.R.O., K.R.O., N.C. R.V. en V.A.R.A., alsmede aan den V.P. R.O.; b. door betaling van een eenigszins hooger bedrag, b.v. van f 6, ingeval een luisteraar niet aan een van de genoemde organisaties wenscht bij te dragen. Ter zake van de genoemde bedragen wijst de minister er nog ten overvloede op, dat tot verhooging daarvan alleen zou mo gen worden overgegaan, indien de gelde lijke omstandigheden, waarin het Neder landsche omroepstelsel zou gaan verlcee- ren, zich in die mate zouden wijzigen, dat daarin een noodzaak tot verhooging zou zijn gelegen. De radio-distributie. Het is niet onmogelijk, dat de regeling in den aanvang een zekeren terugslag zal hebben op het aantal aangeslotenen op de radiodistributie. Hoewel aangenomen mag worden, dat deze terugslag geleidelijk zal kunnen worden opgevangen, omdat de radio voor de Nederlandsche bevolking een onont beerlijk goed geworden is, zouden, indien inderdaad zou blijken dat er radio-centra les zijn, wier levensvatbaarheid tenge volge van het invoeren van de nieuwe regeling gevaar zou kunnen loopen, hoe wel haar bestaan op zich zelf technisch en oeconomisch verantwoord is, maat regelen genomen kunnen worden om het dergelijken bedrijven mogelijk te maken zich aan den nieuwen toestand aan te passen en hen over het doode punt heen te helpen. De radiodistributie heeft zich in den loop van de jaren in belangrijke mate ontwikkeld en is door het Kon. besluit van 8 September 1936 in het omroepbe stel opgenomen, waarmede erkend is, dat zij is van algemeen belang. In dit verband kan mede worden gewezen op het feit, dat de radio-distributie in toe nemende mate een belangrijke taak ver vult op het gebied van de luchtbescher ming. ook op andere manier voor haar kinde ren zorgt. En nu is het in stoffelijk opzicht zoo, dat wie wil uitdeelen, eerst moet inkoo- pen. Geestelijk is het al evenzoo. Daarom moeten wij de gelegenheid zoeken en zoo noodig gelegenheid ma ken om onze kennis te vergrooten. Als wij het eerst maar gaan zien als bij ens werk behoorend, dan komt het wel in orde, want vrouwen zijn vindingrijk, die weten de minuten en kansen wel uit te buiten. Wij zullen dan zien dat wat wij deden, voor ons zelf ten nutte is en vele ande ren bovendien. De avond droeg verder een gezellig karakter. Verschillende dames leverden een bij drage. Een zangkoortje onder leiding zich alleen met een kussen er op. Peter kan op de omgekeerde kolenbak zitten." Allen proestten het uit, en Peter kwam in protest. „Zeg, heb je dan misschien ook een krant, om er op te leggen?" vroeg hij. „Als je er een vinden kunt," zei Jane, zonder eenig medelijden te toonen. „Ru fus. moet het deksel van de ton met meel maar op zijn knieën leggen, en dan zul len w$ hem wel zijn bord aangeven." Mevrouw Bell verstond de edele kook kunst in de perfectie en wist ook, hoe veel er noodig was, om al die jeugdige, gezonde magen te voldoen. Telkens schepte zij weer de borden vol, totdat al len verzadigd waren, en toen was er nog over. „Je lijkt niet veel op een meisje, dat ik vandaag gezien heb, Janey," zei Pe ter, die probeerde wat gemakkelijker te gaan zitten op den kolenbak, terwijl zijn zuster de borden wegnam en een schotel met gebraden appels en room op de ta fel zette. Peter moest lachen, toen hij er weer aandacht. „Ze was te trotsch, om mij aan te kijken." Gisteren zaten we in dezelfde tram, toen ik nog even ging lqjken, of we in het huis terecht konden. Het was het drukke uur, en ik gaf haar mjjn plaats. Ik geloof ja, ik geloof wel" Peter wachtte even, om na te denken, „dat ze van Mevr. Duvekot zong ter af wisseling eenige liederen. Het was reeds laat, toen de goed ge slaagde vergadering met dankzegging werd gesloten. Rijwiel gestolen. Van P. S. te Kapelle werd een rijwiel ontvreemd, dat hij Zondagavond eenigen tijd voor een pand in de Korte Kerk straat geplaatst had. De politie stelt een onderzoek in. Rilland-Bath. Gisteravond kwam de A.R. Propagandaclub in eerste vergade ring bijeen. Voorgelezen werden de sta tuten alsmede het huishoudelijk regle ment van het Verband van A.R.P.C. Deze werden aanvaard. Door Ds v. Her- „dank u" zei, hoewel ik haar lippen niet zag bewegen, omdat ik mijn hoed afnam. We stapten samen uit en sloegen samen Gay Street in „Samen!" riep Jane vol verbazing uit. „Ja, tegelijk, maar niet aan denzelf den kant van de straat. Zij was mij en kele passen voor, want de tram houdt aan haar kant stil. Ik nam haar van de overzijde eens goed op, want ik wilde graag iets meer van onze buren weten. Ze had een groote mof bij zich en had daar van alles in. Vermoedelijk had zij boodschappen gedaan. Ik bedoel niet pakjes. Ze zou zich niet verwaardigen, om een pakje te dragen, maar brieven en een portemonnaie en een visiteboekje en een zakdoek en zoovoort. Nu, terwijl wij zoo samen voortstapten, zag ik, dat ze haar zakdoek verloor. Natuurlek haast te ik mij naar den overkant, hoewel de modder een halven meter dik was mid den op de straat. „Pardon", zei ik, „ik geloof, dat u uw zakdoek verloren heeft,", en hield hem haar voor. Zij nam hem van mij aan, mompelde „dank u", dezen keer zag ik haar lippen bewe gen en liep met de statigheid van een koningin verder. Ik nam mjjn hoed af, waadde nogmaals door de modder en vervolgde mjjn weg in somber gepeins over de ondankbaarheid der menschen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5