Het teveel aan Groenten.
Rechtszaken
Excursie Staten-Generaal
naar verdedigingswerken.
Het Vrouwenhoekje
Radioprogramma
Uit den Middelburgsehen Raad.
In een tuindersvergadering te Bever
wijk zijn breedvoerige besprekingen ge
houden over het vraagstuk van de
overproductie en ver
nietiging van groenten.
De inleider, de heer W. van Dok,
wees er terecht op, dat de groen-
tenvernietiging geen en
kel doel heeft; dat zij noch den
producent, noch den consument ten
goede komt.
Als oorzaken van de overproductie
noemde spr. de storing van den afzet en
het ontbreken van een wetenschappelijk
streekplan. Dit laatste wordt bewezen
door de aanvoeren aan de veilingen.
Het blijkt, dat de aanvoer van die pro
ducten, waaraan een teveel ontstond,
niet daalt, maar stijgt; in verband hier
mede werd de wenschelijkheid betoogd
van het stichten van een egalisatie
fonds.
Nadruk werd er op gelegd, dat onder
de omstandigheden waaronder wij thans
leven, geen levensmiddelen mogen wor
den vernietigd. Wij moeten thans reke
ning houden met tal van onberekenbare
factoren. Er kan straks gebrek ont
staan aan ruilproducten. Maar wanneer
wij onze producten op de mestvaalt wer
pen, dan kunnen we ze straks niet meer
als ruilobject gebruiken. Niettemin ver
wachtte spr., dat in het komende oogst
jaar meer tuinbouwproducten zullen
worden aangevoerd, die de markt niet
zal kunnen verwerken en dus bestaat de
kans, dat er méér vernietigd zal worden
dan ooit te voren. Zooiets moet voorko
men worden.
Het moet mogelijk zijn om den tuin
bouw dienstbaar te maken aan de ruil-
positie van ons land en het teveel te ge
bruiken bij den ruilhandel met die lan
den, waaruit wij onze voedselvoorziening
dekken. Uit Argentinië betrekken we
voor millioenen guldens aan mais.
Kunnen wij van onze tuinbouwpro
ducten een ruilhandelobject maken? In
dit verband herinnerde spr. aan de be
schikbaarstelling door de regeering van
grasdroogmachines.
Thans wordt zelfs gedacht aan ge
combineerd drogen van gras en groen
ten, het teveel aan groen
ten te drogen voor vee
voeder! Doch daarvoor hebben we
toch geen tuinbouwcursussen georgani
seerd, veilingen en demonstratie-bedrij-
Zee" zich van de plaats van de ramp
verwijderde, was de „Ameland" nage
noeg geheel in de golven verdwenen.
Kapitein Kokké deelde mede, dat de
„Ameland" was voorzien van twee para
vanen.
Op het oogenblik van de ontploffing
bevond de kapitein zich, reeds geheel ge
kleed, nog in zijn hut. Hij liep terstond
naar de brug en zette de telegraaf stop.
De draadlooze installatie was reeds dade
lijk onbruikbaar.
Na de ontploffing ging alles heel rus
tig en kalm, maar de omstandigheden
waren dan ook zeer gunstig, n.l. het was
daglicht, het was goed weer en de „Mont-
ferland" voer in de onmiddellijke nabij
heid. Door eenige stooten op de stoom
fluit werd de aandacht van de „Montfer-
land" getrokken. Het merkwaardige is,
dat dit schip denzelfden koers voer en
dicht voor de „Ameland" uit, terwijl het
toch niet op mijnen gestuit is.
De voorzitter: Denkt u aan een an
dere oorzaak dan aan een mijn?
Kapitein Kokké: Ik hebt niets gezien
dat verdacht was, maar een verankerde
mijn of een drijvende mijn is uitgesloten,
want die zouden door de paravanes on
schadelijk zijn gemaakt. Het zou dan
nog een magnetische mijn geweest kun
nen zijn, of toch een torpedo.
De inspecteur-generaal voor de scheep
vaart, de heer P. S. van 't Haaff, acht
het uitgesloten, dat de ramp is veroor
zaakt door een ontploffing van binnen
uit.
Als de oorzaak een drijvende mijn zou
geweest zijn, zou de uitwerking van de
ontploffing geheel anders zijn geweest.
Tegen verankerde mijnen was de „Ame
land" gewapend met paravanes, die na
afloop van de ramp nog intact waren.
Ook dit acht spr. uitgesloten. Blijft dus
over dat de ramp is veroorzaakt door een
torpedo of een magnetische mijn.
Niemand heeft iets waargenomen dat
op de aanwezigheid van een duikboot
wees, hoewel het weer daarvoor zeer
gunstig was.
De raad zal later uitspraak doen.
Nog juist voor de burgemeester van
zjjn ziekteverlof was teruggekeerd, ver
gaderde de Raad, zoodat weth. Bgasson,
die uitstekende presidiale eigenschappen
blijkt te bezitten, nog een tweede Raads
zitting als loco-burgemeester had te
leiden.
Ook nu weer liet hjj de leden niet tot
in het oneindige door-redeneeren, maar
wist hij de traditioneele breedsprakigheid
van verscheidene hunner af te dammen.
Toch is nog lang over de korte agenda
gedaan.
Het viel op, dat de openbare Raads
vergadering, die tegen twee uur was uit
geschreven, eerst om half drie begon,
zoodat zeker do bescheiden vraag niet
misplaatrt is, om s.v.p. op het aange
kondigde uur te beginnen.
Al spoedig zaten we in een kermis-
debatje. Men kan van meening verschil
len over de vraag, of men in een Ge
meenteraad principiëele bezwaren
ven gesticht!
De met zorg gekweekte tuinbouw
producten zyn bestemd om te dienen als
voedsel voor de menschen.
En nu kunnen we beschikken over een
Nederlandsche vinding, welke ons in
staat stelt, een gedroogd product te ver
krijgen, dat, volgens spr., van zeer
goede kwaliteit is en de versche groente
nabij komt. Dit systeem berust op het
drogen van de groente door heete lucht,
het z.g. dehydreeren.
Spr. zag hierin een nieuw perspectief
voor den tuinbouw.
Wanneer de tuinbouw dit nieuwe niet
aandurft, b.v. uit vrees, dat het product
te goed zal zijn en een gevaarlijke con
current kan worden voor de versche
groenten, dan bestaat het gevaar, dat
de vinding in verkeerde handen komt,
dat zij terecht komt in het buitenland
en dat straks misschien gedroogde Ma-
rokkaansche groenten onzen export voor
de voeten geworpen wordt!
Wat overigens die vrees voor concur
rentie betreft, men moet er van uitgaan,
dat het een middel is om de markt te
beheerschen. En dan: het is een stapel
product, dus het is houdbaar. Men kan
er overal in de wereld mee komen, zon
der kans op bederf. Het is dan ook een
product bij uitnemendheid om nieuwe
afzetgebieden te zoeken.
Met grooten nadruk betoogde spr.,
dat de tuinder met wat meer of
minder steun niet gehol
pen is. Aan den tuinbouw
moet een nieuwe basis
worden gegeven en het drogen
van groente biedt daartoe een gelegen
heid.
Het vraagstuk hier behandeld, ver
dient de belangstelling van allen die di
rect of indirect bij onzen tuinbouw zijn
betrokken.
Met name in dezen tijd moet alles wat
mogelijk is gedaan worden om vernieti
ging van groenten, een kostbaar volks-
voedsel, te voorkomen.
Of het hier aangewezen middel aan
het doel kan beantwoorden, is ons niet
bekend.
Naar wij vernemen heeft het Centraal
Bureau voor de veilingen deze zaak in
studie en heeft zij ook de aandacht van
alle tuinbouworganisaties.
Het zou van groote beteekenis zijn als
hier een oplossing kon worden gevon
den, die zoowel de producenten als de
consumenten ten goede komt.
moet gaan inbrengen tegen een kermis,
die een andere gemeente gaat invoeren
of weer gaat invoeren. De Prot. recht-
sehe leden waren van oordeel, dat Mid
delburg dat wel moest doen ten opzichte
van de Souburgsche kermis. Enkele link-
sche leden meenden, dat men alleen
mocht spreken, als Middelburg
se h e belangen zouden worden geschaad.
Het resultaat was, dat de linksche meer
derheid (merkwaardig, dat hier, als het
over de kermis gaat, alles wat links is,
één lijn trekt) besloot te zwijgen.
In Mei krijgen we waarschijnlijk een
debat over de vraag, of er dezen zomer
te Middelburg kermis zal worden ge
houden. Tenzij er, eer het zoover is, van
hoogerhand een aanschrijving hierover
komt. Onwaarschijnlijk is dit niet.
De Raad was weer buitengewoon
woordenrijk, toen het ging over de diep
ingrijpende vraag, of gratis boeken en
leermiddelen zouden worden verstrekt
aan leerlingen van het gymnasium (uit
minder goed gesitueerde gezinnen), die
gemiddeld 7 dan wel 7% °P hun rap
port halen. Men zal erkennen, dat dit
een zwaar probleem is.
De R.H.B.S. kent wel de norm van 7
maar een H.B.S. is nog geen gymnasium.
Bovendien waren er ja, heusch, het
werd in 1940 nog aangevoerd die
meenden, dat die deur maar op een zoo
klein mogelijk kiertje moest, opdat toch
maar alleen de werkelijk zeer, zeer be
gaafden er van zouden profiteeren. De
anderen zou men geen dienst bewijzen,
door hen in 'n gansch ander milieu over
te brengen. Inderdaad, men krijgt van de
ontwikkeling, de wellevendheid, den stu
diezin, de prestaties en het karakter van
sommige studenten uit meer gegoede
kringen denk maar aan den groen
tijd altijd een verheven indruk.
De Raad hakte de knoop door, door
zich aan te sluiten bij de R.H.B.S. en de
norm op 7 te stellen. De twee liberalen
en de twee aanwezige Chr.-Hist. leden
waren voor 7%.
De kwestie met de crisispublicaties
heeft geen bevredigend slot gekregen.
Men v/eet, dat ook het Dagblad van
Noord-Brabant en Zeeland en De Zeeuw
om opname van de crisispublicaties heb
ben verzocht. Aanvankelijk voldeden B.
en W. hieraan, maar toen werden ze
op de vingers getikt door de directie
der Middelburgsche Courant, waarmee
de Raad destijds een monopolistische
overeenkomst had gesloten.
De directie van dit blad wilde wel wat
doen. Zij wilde wel toestaan aldus
voerde de heer de Bruin aan dat
bedoelde publicaties ook in andere bla
den werden opgenomen, mits zij dan
10 cent per regel kon berekenen. Het
werd dus een centenkwestie voor den
Raad, die door de beide wethouders
noodeloo3 nog ingewikkelder werd ge
maakt door er ook niet-gewestelijke bla
den bij te sleepen, zooals het Volksblad
en de Telegraaf.
De situatie is toch zoo, dat waar
schijnlijk velen in Middelburg op een
landelijk blad van hun keuze zijn ge
abonneerd, maar dat toch alle Middel
burgers óók een gewestelijk blad zullen
lezen, om op de hoogte van het leven in
eigen stad en omgeving te blijven. Publi
ceert de gemeente dus in Midd. Ct., Dag
blad v. Zeeland en De Zeeuw, dan be
reikt zj practisch alle gezinnen. Hier
van is men b.v. te Goes ook overtuigd.
Maar tot deze hoogte kon men zich in
Middelburg niet opwerken. Daar zal men
zich als regel beperken tot één blad en
in buitengewone gevallen (zooals in
Sept. '39) wil men dan wel andere maat
regelen nemen. En dit, terwijl men weet,
of weten kan, dat er verschillende gezin
nen zijn, waar men principieel bezwaar
heeft tegen een neutraal blad met zijn
verschillende gevaren en daarom een
Christelijk of R.K. blad verlangt.
Is dit nu in overeenstemming met de
moreele en geestelijke herbewapening,
waarover ook in dezen Raad meermalen
is gesproken?
Wij kunnen het genomen besluit niet
anders dan als een onbillijkheid zien.
Aangezien het naar sommiger oordeel
blijkbaar nog wat vroeg was, werd er
van de rondvraag een druk gebruik ge
maakt. Vooral de Lange Viele binnen-
brug mocht zich in veler belangstelling
verheugen. Het bleek, dat de voorzienin
gen, die hier getroffen moeten worden,
alleen voor de tram noodig zijn. Daarom
is het volgens B. en W. de P.Z.E.M., die
de kosten heeft te betalen. Deze is het
daarmee niet eens, zoodat Gedep. Staten
als arbiters zullen moeten optreden.
Van verschillende kanten werd op be
spoediging van dit werk aangedrongen.
Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 5 April 1940.
P. P., 44 jaar, werkman en P. J. J. K.,
32 jaar, werkman, beiden wonende te
Vlissingen, hadden zich te verantwoor
den wegens diefstal, subsidiair verduiste
ring, doordat zij in 1939 te Vlissingen,
terwijl zj als werklieden dienst deden bij
het gemeentelijk waterleidingbedrijf te
Vlissingen, meerdere malen hoeveelhe
den lood, dat aan genoemd bedrijf' toe
behoorde en dat zij hadden gevonden op
verschillende terreinen, en als zoodanig
moesten afdragen aan dat bedrijf, we
derrechtelijk zich hebben toegeëigend.
Een der gehoorde getuigen, opzichter
bij het bedrijf, verklaarde, dat de ver
dwijning van lood in hun bedrijf niet is
te constateeren. Een tweetal getuigen
verklaarden betreffende het koopen van
loodafval voor f 5, f 5 enz. Tijdens het
verhoor bleek echter, dat het lood dat
verkocht is geweest stukjes afval van
oude buizen is geweest.
De Officier van Justitie, requisitoir
nemende, zegt, dat de behandeling ter
zitting een ander licht op de zaak werpt
dan uit de stukken wel blijkt. Vele vraag-
teekens blijven er over. Naar de meening
van den Officier kan hier niet van dief
stal worden gesproken.
De Officier eischt voor ieder der ver
dachten: vrijspraak.
De verdediger van verdachten, Mr P.
C. Adriaanse, advocaat te Middelburg,
zegt, dat de Officier het hem gemakkelijk
heeft gemaakt. Er zouden echter heele
beschouwingen kunnen worden gewijd
over de vraag: Van wie zijn de stukken
lood, die in den grond zitten?
Pleiter vraagt aan de Rechtbank vrij
spraak voor beide verdachten.
M. L. G., 42 jaar, handelsreiziger te
Middelburg was verdacht van verduiste
ring. In den loop van 1939 heeft hij be
dragen van f 32,50, f 5, f 2,40, f 3,50 en
tweemal f 0,70, welke gelden behoorden
tot de opbrengst van de door hem ver
kochte goederen, en die hij moest afdra
gen aan A. A. van Opdorp, bij wien hij
in betrekking was, zich wederrechtelijk
toegeëigend.
Verdachte zegt wel gekocht te heb
ben, doch niet te hebben betaald. Vol
gens zijn meening betreft het hier
een zuiver civiele aangelegenheid,
wat den President doet opmerken, dat
de zaak thans als strafzaak wordt be
handeld.
De Officier van Justitie is van mee
ning, dat verdachte zich het geld weder
rechtelijk heeft toegeëigend. Hij had de
opbrengst moeten afdragen, dat heeft hij
niet gedaan. De Officier acht het wettig
en overtuigend bewijs geleverd en vor
dert 2 mnd. gev. straf voorw. en een
geldboete van f 50 of 25 d. h.
De verdediger van verdachte is van
meening, dat het bewijs niet geleverd is
en vraagt vrijspraak ,subs. een voor
waardelijke straf.
A. K., 36 jaar, koopman te Amster
dam, heeft zich schuldig gemaakt aan
prijsopdrijving, door op 12 Oct. 1939 te
Middelburg een klos wit machinegaren
te verkoopen voor den prijs van 35 cent,
terwijl de prijs voor afnemers 17^ cent
bedroeg.
De Officier van Justitie eischt een
geldboete van fl 00 of 50 d. h.
„ZE ZULLEN HET NIET HEBBEN;
WIJ WILLEN HOLLAND HOUDEN".
Het Kamerlid mr Wendelaar, die als
oud-reserve-officier natuurlijk heeft
deelgenomen aan de excursie der Sta
ten-Generaal naar het leger, zegt in het
Lib. Weekblad:
„Laat ik het maar dadelijk voorop
stellen: onze verdediging is op vele
plaatsen zóó sterk geworden, dat men
zich wel tweemaal bedenken zal er te
gen op te trekken.
Er waren er onder de Kamerleden, die
evenals ik ook reeds kort na de mobili
satie een bezoek aan het leger hadden
gebracht; zij waren even sterk als ik
onder den indruk van den grooten voor
uitgang, welken de inrichting van de
verdediging in de afgeloopen maanden
had gemaakt.
Als men den toestand van nu verge
lijkt met dien van September j.l., dan is
er thans niet de minste twijfel mogelijk
aan den vasten wil van het Opperbevel
om het land tot het uiterste te verdedi
gen. Maar er blijkt meer dan die wil al
leen, men krijgt den indruk, dat het Op
perbevel het ook zal kunnen.
Er moet van ons leger, zooals het
zich thans in het terrein genesteld
heeft, een groote preventieve kracht uit
gaan: het getuigt op alle mogelijke wij
zen van den vasten wil van Regeering
en Opperbevel, volledig gedeeld door
volk en weermacht, om ons tegen elke
aggressie met taaiheid te verzetten.
Minister Dijxhoorn eindigde dan ook
zijn, ergens onderweg tot ons gehouden
toespraak, met de teekenende woorden:
Ze züllen het niet hebbenwij willen
Holland houden.
Maar er is meer; de zelfbewustheid
van de officieren, die wij overal spra
ken, trof sterk. Er was op tallooze
plaatsen de zelfbewuste verzekering:
hier komt niemand door. En ik moet
toegeven, dat er alle reden voor die ver
zekerdheid is.
Hiermede wil ik natuurlijk niet bewe
ren, dat wij den vijand tot in het on
eindige kunnen tegenhouden; neen, dat
niet. Maar zeker weken langer dan noo
dig is om de op den duur onmisbare
hulp van buiten te kunnen krijgen.
In zijn toespraak wees minister Dijx
hoorn erop, dat hoe sterk de doode
weermiddelen ook zijn mogen, er niets
mee aan te vangen is zonder mannen,
die ze kunnen en willen gebruiken. Wel
nu, voor zoover men daarover oordeelen
kan bij een zoo kort bezoek, krijgt men
den indruk, dat het aan den goeden
geest in het leger niet ontbreekt.
Er wordt goed voor den troep ge
zorgd, stukken beter dan van 1914 tot
1918. De voeding schijnt uitstekend te
zijn. En wat van groot belang is, de sa
menwerking tusschen de officieren en
de overige militairen schijnt ook in orde.
Er is saamhoorigheid, er is het bewust
zijn te zamen te werken aan een zware,
maar grootsche taak.
Uit het vorenstaande blijkt, dat ik
vol bewondering ben voor hetgeen ons
leger in deze 7 maanden van den oorlog
bereikt heeft.
Ook met de wetenschap van hetgeen
er niet of nog niet is, durf ik op grond
van hetgeen ik gezien en gehoord heb,
als mijn eindindruk weergeven, dat ons
leger thans in staat is om een vijand zoo
lang op te houden tot buitenlandsche
hulp ter plaatse kan zijn en het aantal
en de afweerkracht der verdedigers op
voert tot het peil dat voor een strijd te
gen een millioenenleger onmisbaar is.
Maar op die hulp kunnen wij muurvast
rekenen, aangezien men vergete het
nimmer naast het water onze voor
naamste kracht ligt in den naijver on
zer groote buren!
ONZE MAALTIJDEN TIJDENS DE
SCHOONMAAK.
In den schoonmaaktijd zijn wij er op
uit om weinig bewerkelijke maaltijden
samen te stellen. Stamppotten behooren
hier zeker ook toe, maar in 't voorjaar
is er gewoonlijk niet veel liefhebberij
meer voor de bekende winterstamppot-
ten. Een stamppot met rauwe groente
kan dan echter de gewenschte variatie
brengen, terwijl de bereiding hiervan
toch ook slechts weinig tijd vraagt.
Brusselsch lof is zeer geschikt om
rauw gebruikt te worden. De combina
tie met kaas zal voor velen een verras
sing zijn, doch waarschijnlijk geen te
leurstelling.
Stamppot met rauwBrus-
selsch lof (voor 4 personen). 2 kg
aardappelen, 1 kg Brusselsch lof, 1 ons
boter, ongeveer 1. melk, 1 eetlepel
zout, y2 pond belegen kaas.
Boen de aardappelen goed schoon
(b.v. met een pannespons, zoodat een
deel van de schil verwijderd wordt).
Breng ze aan de kook met zeer weinig
water en het zout; laat ze zachtjes gaar
koken. Snijd intusschen het Brusselsch
lof zeer fijn, wasch het en laat het water
er goed uitlekken. Stamp de gare aard
appelen fijn; vermeng ze met de melk,
de boter, het Brusselsch lof en de ge
raspte kaas. (Desgewenscht kan de bo
ter worden gebruikt om er bruine boter-
jus van te maken.)
Schoonmaaksoep (4 pers.)
i/2 pond witte boonen, 2 1. water, 1 pond
aardappelen, wat bladselderij, 2 preitjes,
1 klein blikje tomatenpurée, */2 1. melk,
60 gr. (3 afgestreken eetlepels) vet of
boter, wat zout, wat Maggi's Aroma.
Week de gewasschen boonen geduren
de den nacht in de helft van de opge
geven hoeveelheid water (11. dus).
Kook ze in hetzelfde water gaar onder
toevoeging van 1 lepel vet of boter (on
geveer 1 y2 uur). Stamp dan de boonen
tot een gelijke purée en verdun die ge
leidelijk met de rest van het water; laat
de soep weer aan de kook komen en
voeg er de in parten gesneden aard
appelen, de fijngesneden soepgroente en
de tomatenpurée bij en laat alles samen
nog een half uurtje koken, af en toe
roerende, om de aardappelen wat fijn te
wrijven. Roer er tenslotte de melk door
en laat die mee aan de kook komen (niet
doorkoken, want dan zou ze licht schif
ten!). Maak de soep af met de rest van
de boter en druppel er naar smaak wat
Maggi's Aroma in.
Schotel van vleesch, aard-
appelenenuien (4 pers.). iy2 K.G.
koude gekookte aardapelen, ongeveer 4
ons overgebleven vleesch, 1 pond uien,
Yz L. melk, 80 gr. (4 afgestreken eet
lepels) vet of boter, wat peper, noot
muskaat en zout, wat Maggi's Aroma.
Ook deze schotel is gemakkelijk in
schoonmaaktijd te bereiden.
Zet de koude aardappelen op met de
melk en laat ze op een zacht vuur on
geveer een kwartier koken. Smoor in
tusschen de gesnipperde uien gaar met
de boter, zóó, dat ze lichtbruin worden;
snijd of hak het vleesch fijn.
Stamp nu de aardappelen, roer er de
uien en het vleesch door en voeg er
zooveel zout, peper en nootmuskaat bij
als voor den smaak gewenscht is; maak
het gerecht af met wat Maggi's Aroma.
Toevoeging van een klein blikje to
matenpurée, maakt dezen schotel nog
smakelijker.
Het wasschen van wollen dekens.
Dit voorjaar komt voor de huisvrouw
het vraagstuk van het wasschen van
de wollen dekens weer aan de orde. Dit
is vooral in dezen tijd van bijzonder
groot belang, want dekens zijn kostbare
stukken en zij zijn sinds de vorige
schoonmaak niet onbelangrijk in prijs
gestegen. Aan het wasschen van uw
mooie wollen dekens dient dan ook dit
jaar bijzondere aandacht te worden be
steed. U kunt ze zeer goed zelf was
schen, indien u over een groote teil be
schikt en uitsluitend het veilige wasch-
middel Lux gebruikt.
Maak een lauw, bijna koud Lux-sop in
een flinke teil. Doe den deken hierin en
haal deze voorzichtig heen en weer in
het sop. Niet te lang in het sop laten
staan. Daarna ruim spoelen in water
van dezelfde temperatuur als het wasch-
water en vervolgens in koud water,
waaraan wat azijn is toegevoegd, zorg
vuldig naspoelen. Het drogen geschiedt
het best over een droogrek en niet bij
een warme kachel.
Uit de modebladen.
De nieuwe Beyer's „Mode für Alle"
staat, ondanks het gure weer, in het
teeken van de lente. Een modeblad moet
altijd een beetje voor zijn, want als het
weer plots warmer wordt, moeten de
eerste zomerjurkjes en mantels toch
eigenlijk al in de kast hangen.
Men kan o.m. in dit nr. vinden een
vlot kort jasje met ruimvallenden rug,
of een streng tailleur-costuumpje, dat
vooral dit seizoen weer veler harten
schijnt te veroveren. Hierbij past een
schattig, gekleed blousje, of misschien
een sportief „overhemdje".
Als lange mantel is de getailleerde,
met eenigszins klokkenden rok wel bij
zonder smaakvol te noemen. Bij de mid
dagjaponnetjes constateeren we, vooral
wat den rok betreft, zeer veel variatie:
gladde, aangerimpelde, rondom geplis-
seerde, geplooide en geheel klokkende
rokjes. Maar vooral een vlot en artistiek
geheel krijgt men, wanneer de ruimte
alleen in het voorpand of alleen in het
achterpand is verwerkt. Vooral dit laat
ste maakt meer en meer opgang. Van
alle genoemde voorbeelden kan men mo
dellen te kust en te keur in dit num
mer vinden.
De fleurige kinderpagina's staan heele-
maal in het teeken van zon en zomer.
Jurkjes, manteltjes, jasjes en pakjes,
schattig om te zien en gemakkelijk om
te maken. Als extra attractie is een
schitterend Smyrna-patroon in natuur
lijke kleuren weergegeven.
Maandag 8 April 1940.
HILVERSUM I. 1875 en 414.4 M.
NCRV-Uitz.
8.00 Ber. ANP. 8.05 Schriftl., medit.
8.20 Gram. 9.309.45 Gelukw. 10.30
Morgend. 11.00 Chr. lectuur. 11.30
Gram. 12.00—12.15 Ber. Om 12.30 Ber.
ANP. 1.00 Orgel. 2.00 Voor scholen.
2.35 Gram. 3.00 Causerie over kamer
planten. 3.40 Gram. 3.45 Bijbell. 4.45
Gram. 5.156.15 Kinderuur. 6.20 Gram.
6.30 „De taak van de med. zending in
Ned.-Indië", causerie. 7.00 Ber. 7.15
Gesprekken over het geloof en zijn
moeilijkheden. 7.45 Gram. 8.00 Ber.
ANP., intern, overz., herh. SOS-Ber.
8.25 NCRV-orkest. 9.15 Luisterwed
strijd. 9.45 NCRV-orkest. 11.00 Ber.
ANP., act. halfuur. 10.30 Postillons.
11.15 Gram. Ca. 11.50—12.00 Schriftl.
HILVERSUM II. 301.5 M. Algem.
Progr., verz. door de VARA. 10.00
10.20 v.m. VPRO.
8.00 Ber. ANP., gram. 10.00 Mor-
genwijding. 10.20 Declam. 10.40 Piano.
11.10 Declam. 11.30 Gram. Om 12.45
Ber. ANP. 1.00—1.45 VARA-crkest.
2.00 Rosian-orkest. 3.00 Declam. 3.20
Zang en piano. 4.30 Voor de kinderen.
5.006.00 Gram. 6.05 Orgel en gram.
7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gram. 7.10
Voor de jeugd. 7.30 VARA-orkest met
toel. 8.00 Herh. SOS-Ber. 8.03 Ber.
ANP. 8.15 De Stem des Volks (Haar
lem), Haarl. orkestvereen. en solisten.
9.05 Gram. 9.15 Luisterwedstrijd. 9.45
De Ramblers. 10.15 Gram. 11.00 Ber.
ANP. 11.1012.00 Rosian-orkest.