Het teveel aan Groenten. Rechtszaken Excursie Staten-Generaal naar verdedigingswerken. Het Vrouwenhoekje Radioprogramma Uit den Middelburgsehen Raad. In een tuindersvergadering te Bever wijk zijn breedvoerige besprekingen ge houden over het vraagstuk van de overproductie en ver nietiging van groenten. De inleider, de heer W. van Dok, wees er terecht op, dat de groen- tenvernietiging geen en kel doel heeft; dat zij noch den producent, noch den consument ten goede komt. Als oorzaken van de overproductie noemde spr. de storing van den afzet en het ontbreken van een wetenschappelijk streekplan. Dit laatste wordt bewezen door de aanvoeren aan de veilingen. Het blijkt, dat de aanvoer van die pro ducten, waaraan een teveel ontstond, niet daalt, maar stijgt; in verband hier mede werd de wenschelijkheid betoogd van het stichten van een egalisatie fonds. Nadruk werd er op gelegd, dat onder de omstandigheden waaronder wij thans leven, geen levensmiddelen mogen wor den vernietigd. Wij moeten thans reke ning houden met tal van onberekenbare factoren. Er kan straks gebrek ont staan aan ruilproducten. Maar wanneer wij onze producten op de mestvaalt wer pen, dan kunnen we ze straks niet meer als ruilobject gebruiken. Niettemin ver wachtte spr., dat in het komende oogst jaar meer tuinbouwproducten zullen worden aangevoerd, die de markt niet zal kunnen verwerken en dus bestaat de kans, dat er méér vernietigd zal worden dan ooit te voren. Zooiets moet voorko men worden. Het moet mogelijk zijn om den tuin bouw dienstbaar te maken aan de ruil- positie van ons land en het teveel te ge bruiken bij den ruilhandel met die lan den, waaruit wij onze voedselvoorziening dekken. Uit Argentinië betrekken we voor millioenen guldens aan mais. Kunnen wij van onze tuinbouwpro ducten een ruilhandelobject maken? In dit verband herinnerde spr. aan de be schikbaarstelling door de regeering van grasdroogmachines. Thans wordt zelfs gedacht aan ge combineerd drogen van gras en groen ten, het teveel aan groen ten te drogen voor vee voeder! Doch daarvoor hebben we toch geen tuinbouwcursussen georgani seerd, veilingen en demonstratie-bedrij- Zee" zich van de plaats van de ramp verwijderde, was de „Ameland" nage noeg geheel in de golven verdwenen. Kapitein Kokké deelde mede, dat de „Ameland" was voorzien van twee para vanen. Op het oogenblik van de ontploffing bevond de kapitein zich, reeds geheel ge kleed, nog in zijn hut. Hij liep terstond naar de brug en zette de telegraaf stop. De draadlooze installatie was reeds dade lijk onbruikbaar. Na de ontploffing ging alles heel rus tig en kalm, maar de omstandigheden waren dan ook zeer gunstig, n.l. het was daglicht, het was goed weer en de „Mont- ferland" voer in de onmiddellijke nabij heid. Door eenige stooten op de stoom fluit werd de aandacht van de „Montfer- land" getrokken. Het merkwaardige is, dat dit schip denzelfden koers voer en dicht voor de „Ameland" uit, terwijl het toch niet op mijnen gestuit is. De voorzitter: Denkt u aan een an dere oorzaak dan aan een mijn? Kapitein Kokké: Ik hebt niets gezien dat verdacht was, maar een verankerde mijn of een drijvende mijn is uitgesloten, want die zouden door de paravanes on schadelijk zijn gemaakt. Het zou dan nog een magnetische mijn geweest kun nen zijn, of toch een torpedo. De inspecteur-generaal voor de scheep vaart, de heer P. S. van 't Haaff, acht het uitgesloten, dat de ramp is veroor zaakt door een ontploffing van binnen uit. Als de oorzaak een drijvende mijn zou geweest zijn, zou de uitwerking van de ontploffing geheel anders zijn geweest. Tegen verankerde mijnen was de „Ame land" gewapend met paravanes, die na afloop van de ramp nog intact waren. Ook dit acht spr. uitgesloten. Blijft dus over dat de ramp is veroorzaakt door een torpedo of een magnetische mijn. Niemand heeft iets waargenomen dat op de aanwezigheid van een duikboot wees, hoewel het weer daarvoor zeer gunstig was. De raad zal later uitspraak doen. Nog juist voor de burgemeester van zjjn ziekteverlof was teruggekeerd, ver gaderde de Raad, zoodat weth. Bgasson, die uitstekende presidiale eigenschappen blijkt te bezitten, nog een tweede Raads zitting als loco-burgemeester had te leiden. Ook nu weer liet hjj de leden niet tot in het oneindige door-redeneeren, maar wist hij de traditioneele breedsprakigheid van verscheidene hunner af te dammen. Toch is nog lang over de korte agenda gedaan. Het viel op, dat de openbare Raads vergadering, die tegen twee uur was uit geschreven, eerst om half drie begon, zoodat zeker do bescheiden vraag niet misplaatrt is, om s.v.p. op het aange kondigde uur te beginnen. Al spoedig zaten we in een kermis- debatje. Men kan van meening verschil len over de vraag, of men in een Ge meenteraad principiëele bezwaren ven gesticht! De met zorg gekweekte tuinbouw producten zyn bestemd om te dienen als voedsel voor de menschen. En nu kunnen we beschikken over een Nederlandsche vinding, welke ons in staat stelt, een gedroogd product te ver krijgen, dat, volgens spr., van zeer goede kwaliteit is en de versche groente nabij komt. Dit systeem berust op het drogen van de groente door heete lucht, het z.g. dehydreeren. Spr. zag hierin een nieuw perspectief voor den tuinbouw. Wanneer de tuinbouw dit nieuwe niet aandurft, b.v. uit vrees, dat het product te goed zal zijn en een gevaarlijke con current kan worden voor de versche groenten, dan bestaat het gevaar, dat de vinding in verkeerde handen komt, dat zij terecht komt in het buitenland en dat straks misschien gedroogde Ma- rokkaansche groenten onzen export voor de voeten geworpen wordt! Wat overigens die vrees voor concur rentie betreft, men moet er van uitgaan, dat het een middel is om de markt te beheerschen. En dan: het is een stapel product, dus het is houdbaar. Men kan er overal in de wereld mee komen, zon der kans op bederf. Het is dan ook een product bij uitnemendheid om nieuwe afzetgebieden te zoeken. Met grooten nadruk betoogde spr., dat de tuinder met wat meer of minder steun niet gehol pen is. Aan den tuinbouw moet een nieuwe basis worden gegeven en het drogen van groente biedt daartoe een gelegen heid. Het vraagstuk hier behandeld, ver dient de belangstelling van allen die di rect of indirect bij onzen tuinbouw zijn betrokken. Met name in dezen tijd moet alles wat mogelijk is gedaan worden om vernieti ging van groenten, een kostbaar volks- voedsel, te voorkomen. Of het hier aangewezen middel aan het doel kan beantwoorden, is ons niet bekend. Naar wij vernemen heeft het Centraal Bureau voor de veilingen deze zaak in studie en heeft zij ook de aandacht van alle tuinbouworganisaties. Het zou van groote beteekenis zijn als hier een oplossing kon worden gevon den, die zoowel de producenten als de consumenten ten goede komt. moet gaan inbrengen tegen een kermis, die een andere gemeente gaat invoeren of weer gaat invoeren. De Prot. recht- sehe leden waren van oordeel, dat Mid delburg dat wel moest doen ten opzichte van de Souburgsche kermis. Enkele link- sche leden meenden, dat men alleen mocht spreken, als Middelburg se h e belangen zouden worden geschaad. Het resultaat was, dat de linksche meer derheid (merkwaardig, dat hier, als het over de kermis gaat, alles wat links is, één lijn trekt) besloot te zwijgen. In Mei krijgen we waarschijnlijk een debat over de vraag, of er dezen zomer te Middelburg kermis zal worden ge houden. Tenzij er, eer het zoover is, van hoogerhand een aanschrijving hierover komt. Onwaarschijnlijk is dit niet. De Raad was weer buitengewoon woordenrijk, toen het ging over de diep ingrijpende vraag, of gratis boeken en leermiddelen zouden worden verstrekt aan leerlingen van het gymnasium (uit minder goed gesitueerde gezinnen), die gemiddeld 7 dan wel 7% °P hun rap port halen. Men zal erkennen, dat dit een zwaar probleem is. De R.H.B.S. kent wel de norm van 7 maar een H.B.S. is nog geen gymnasium. Bovendien waren er ja, heusch, het werd in 1940 nog aangevoerd die meenden, dat die deur maar op een zoo klein mogelijk kiertje moest, opdat toch maar alleen de werkelijk zeer, zeer be gaafden er van zouden profiteeren. De anderen zou men geen dienst bewijzen, door hen in 'n gansch ander milieu over te brengen. Inderdaad, men krijgt van de ontwikkeling, de wellevendheid, den stu diezin, de prestaties en het karakter van sommige studenten uit meer gegoede kringen denk maar aan den groen tijd altijd een verheven indruk. De Raad hakte de knoop door, door zich aan te sluiten bij de R.H.B.S. en de norm op 7 te stellen. De twee liberalen en de twee aanwezige Chr.-Hist. leden waren voor 7%. De kwestie met de crisispublicaties heeft geen bevredigend slot gekregen. Men v/eet, dat ook het Dagblad van Noord-Brabant en Zeeland en De Zeeuw om opname van de crisispublicaties heb ben verzocht. Aanvankelijk voldeden B. en W. hieraan, maar toen werden ze op de vingers getikt door de directie der Middelburgsche Courant, waarmee de Raad destijds een monopolistische overeenkomst had gesloten. De directie van dit blad wilde wel wat doen. Zij wilde wel toestaan aldus voerde de heer de Bruin aan dat bedoelde publicaties ook in andere bla den werden opgenomen, mits zij dan 10 cent per regel kon berekenen. Het werd dus een centenkwestie voor den Raad, die door de beide wethouders noodeloo3 nog ingewikkelder werd ge maakt door er ook niet-gewestelijke bla den bij te sleepen, zooals het Volksblad en de Telegraaf. De situatie is toch zoo, dat waar schijnlijk velen in Middelburg op een landelijk blad van hun keuze zijn ge abonneerd, maar dat toch alle Middel burgers óók een gewestelijk blad zullen lezen, om op de hoogte van het leven in eigen stad en omgeving te blijven. Publi ceert de gemeente dus in Midd. Ct., Dag blad v. Zeeland en De Zeeuw, dan be reikt zj practisch alle gezinnen. Hier van is men b.v. te Goes ook overtuigd. Maar tot deze hoogte kon men zich in Middelburg niet opwerken. Daar zal men zich als regel beperken tot één blad en in buitengewone gevallen (zooals in Sept. '39) wil men dan wel andere maat regelen nemen. En dit, terwijl men weet, of weten kan, dat er verschillende gezin nen zijn, waar men principieel bezwaar heeft tegen een neutraal blad met zijn verschillende gevaren en daarom een Christelijk of R.K. blad verlangt. Is dit nu in overeenstemming met de moreele en geestelijke herbewapening, waarover ook in dezen Raad meermalen is gesproken? Wij kunnen het genomen besluit niet anders dan als een onbillijkheid zien. Aangezien het naar sommiger oordeel blijkbaar nog wat vroeg was, werd er van de rondvraag een druk gebruik ge maakt. Vooral de Lange Viele binnen- brug mocht zich in veler belangstelling verheugen. Het bleek, dat de voorzienin gen, die hier getroffen moeten worden, alleen voor de tram noodig zijn. Daarom is het volgens B. en W. de P.Z.E.M., die de kosten heeft te betalen. Deze is het daarmee niet eens, zoodat Gedep. Staten als arbiters zullen moeten optreden. Van verschillende kanten werd op be spoediging van dit werk aangedrongen. Rechtbank te Middelburg. Zitting van 5 April 1940. P. P., 44 jaar, werkman en P. J. J. K., 32 jaar, werkman, beiden wonende te Vlissingen, hadden zich te verantwoor den wegens diefstal, subsidiair verduiste ring, doordat zij in 1939 te Vlissingen, terwijl zj als werklieden dienst deden bij het gemeentelijk waterleidingbedrijf te Vlissingen, meerdere malen hoeveelhe den lood, dat aan genoemd bedrijf' toe behoorde en dat zij hadden gevonden op verschillende terreinen, en als zoodanig moesten afdragen aan dat bedrijf, we derrechtelijk zich hebben toegeëigend. Een der gehoorde getuigen, opzichter bij het bedrijf, verklaarde, dat de ver dwijning van lood in hun bedrijf niet is te constateeren. Een tweetal getuigen verklaarden betreffende het koopen van loodafval voor f 5, f 5 enz. Tijdens het verhoor bleek echter, dat het lood dat verkocht is geweest stukjes afval van oude buizen is geweest. De Officier van Justitie, requisitoir nemende, zegt, dat de behandeling ter zitting een ander licht op de zaak werpt dan uit de stukken wel blijkt. Vele vraag- teekens blijven er over. Naar de meening van den Officier kan hier niet van dief stal worden gesproken. De Officier eischt voor ieder der ver dachten: vrijspraak. De verdediger van verdachten, Mr P. C. Adriaanse, advocaat te Middelburg, zegt, dat de Officier het hem gemakkelijk heeft gemaakt. Er zouden echter heele beschouwingen kunnen worden gewijd over de vraag: Van wie zijn de stukken lood, die in den grond zitten? Pleiter vraagt aan de Rechtbank vrij spraak voor beide verdachten. M. L. G., 42 jaar, handelsreiziger te Middelburg was verdacht van verduiste ring. In den loop van 1939 heeft hij be dragen van f 32,50, f 5, f 2,40, f 3,50 en tweemal f 0,70, welke gelden behoorden tot de opbrengst van de door hem ver kochte goederen, en die hij moest afdra gen aan A. A. van Opdorp, bij wien hij in betrekking was, zich wederrechtelijk toegeëigend. Verdachte zegt wel gekocht te heb ben, doch niet te hebben betaald. Vol gens zijn meening betreft het hier een zuiver civiele aangelegenheid, wat den President doet opmerken, dat de zaak thans als strafzaak wordt be handeld. De Officier van Justitie is van mee ning, dat verdachte zich het geld weder rechtelijk heeft toegeëigend. Hij had de opbrengst moeten afdragen, dat heeft hij niet gedaan. De Officier acht het wettig en overtuigend bewijs geleverd en vor dert 2 mnd. gev. straf voorw. en een geldboete van f 50 of 25 d. h. De verdediger van verdachte is van meening, dat het bewijs niet geleverd is en vraagt vrijspraak ,subs. een voor waardelijke straf. A. K., 36 jaar, koopman te Amster dam, heeft zich schuldig gemaakt aan prijsopdrijving, door op 12 Oct. 1939 te Middelburg een klos wit machinegaren te verkoopen voor den prijs van 35 cent, terwijl de prijs voor afnemers 17^ cent bedroeg. De Officier van Justitie eischt een geldboete van fl 00 of 50 d. h. „ZE ZULLEN HET NIET HEBBEN; WIJ WILLEN HOLLAND HOUDEN". Het Kamerlid mr Wendelaar, die als oud-reserve-officier natuurlijk heeft deelgenomen aan de excursie der Sta ten-Generaal naar het leger, zegt in het Lib. Weekblad: „Laat ik het maar dadelijk voorop stellen: onze verdediging is op vele plaatsen zóó sterk geworden, dat men zich wel tweemaal bedenken zal er te gen op te trekken. Er waren er onder de Kamerleden, die evenals ik ook reeds kort na de mobili satie een bezoek aan het leger hadden gebracht; zij waren even sterk als ik onder den indruk van den grooten voor uitgang, welken de inrichting van de verdediging in de afgeloopen maanden had gemaakt. Als men den toestand van nu verge lijkt met dien van September j.l., dan is er thans niet de minste twijfel mogelijk aan den vasten wil van het Opperbevel om het land tot het uiterste te verdedi gen. Maar er blijkt meer dan die wil al leen, men krijgt den indruk, dat het Op perbevel het ook zal kunnen. Er moet van ons leger, zooals het zich thans in het terrein genesteld heeft, een groote preventieve kracht uit gaan: het getuigt op alle mogelijke wij zen van den vasten wil van Regeering en Opperbevel, volledig gedeeld door volk en weermacht, om ons tegen elke aggressie met taaiheid te verzetten. Minister Dijxhoorn eindigde dan ook zijn, ergens onderweg tot ons gehouden toespraak, met de teekenende woorden: Ze züllen het niet hebbenwij willen Holland houden. Maar er is meer; de zelfbewustheid van de officieren, die wij overal spra ken, trof sterk. Er was op tallooze plaatsen de zelfbewuste verzekering: hier komt niemand door. En ik moet toegeven, dat er alle reden voor die ver zekerdheid is. Hiermede wil ik natuurlijk niet bewe ren, dat wij den vijand tot in het on eindige kunnen tegenhouden; neen, dat niet. Maar zeker weken langer dan noo dig is om de op den duur onmisbare hulp van buiten te kunnen krijgen. In zijn toespraak wees minister Dijx hoorn erop, dat hoe sterk de doode weermiddelen ook zijn mogen, er niets mee aan te vangen is zonder mannen, die ze kunnen en willen gebruiken. Wel nu, voor zoover men daarover oordeelen kan bij een zoo kort bezoek, krijgt men den indruk, dat het aan den goeden geest in het leger niet ontbreekt. Er wordt goed voor den troep ge zorgd, stukken beter dan van 1914 tot 1918. De voeding schijnt uitstekend te zijn. En wat van groot belang is, de sa menwerking tusschen de officieren en de overige militairen schijnt ook in orde. Er is saamhoorigheid, er is het bewust zijn te zamen te werken aan een zware, maar grootsche taak. Uit het vorenstaande blijkt, dat ik vol bewondering ben voor hetgeen ons leger in deze 7 maanden van den oorlog bereikt heeft. Ook met de wetenschap van hetgeen er niet of nog niet is, durf ik op grond van hetgeen ik gezien en gehoord heb, als mijn eindindruk weergeven, dat ons leger thans in staat is om een vijand zoo lang op te houden tot buitenlandsche hulp ter plaatse kan zijn en het aantal en de afweerkracht der verdedigers op voert tot het peil dat voor een strijd te gen een millioenenleger onmisbaar is. Maar op die hulp kunnen wij muurvast rekenen, aangezien men vergete het nimmer naast het water onze voor naamste kracht ligt in den naijver on zer groote buren! ONZE MAALTIJDEN TIJDENS DE SCHOONMAAK. In den schoonmaaktijd zijn wij er op uit om weinig bewerkelijke maaltijden samen te stellen. Stamppotten behooren hier zeker ook toe, maar in 't voorjaar is er gewoonlijk niet veel liefhebberij meer voor de bekende winterstamppot- ten. Een stamppot met rauwe groente kan dan echter de gewenschte variatie brengen, terwijl de bereiding hiervan toch ook slechts weinig tijd vraagt. Brusselsch lof is zeer geschikt om rauw gebruikt te worden. De combina tie met kaas zal voor velen een verras sing zijn, doch waarschijnlijk geen te leurstelling. Stamppot met rauwBrus- selsch lof (voor 4 personen). 2 kg aardappelen, 1 kg Brusselsch lof, 1 ons boter, ongeveer 1. melk, 1 eetlepel zout, y2 pond belegen kaas. Boen de aardappelen goed schoon (b.v. met een pannespons, zoodat een deel van de schil verwijderd wordt). Breng ze aan de kook met zeer weinig water en het zout; laat ze zachtjes gaar koken. Snijd intusschen het Brusselsch lof zeer fijn, wasch het en laat het water er goed uitlekken. Stamp de gare aard appelen fijn; vermeng ze met de melk, de boter, het Brusselsch lof en de ge raspte kaas. (Desgewenscht kan de bo ter worden gebruikt om er bruine boter- jus van te maken.) Schoonmaaksoep (4 pers.) i/2 pond witte boonen, 2 1. water, 1 pond aardappelen, wat bladselderij, 2 preitjes, 1 klein blikje tomatenpurée, */2 1. melk, 60 gr. (3 afgestreken eetlepels) vet of boter, wat zout, wat Maggi's Aroma. Week de gewasschen boonen geduren de den nacht in de helft van de opge geven hoeveelheid water (11. dus). Kook ze in hetzelfde water gaar onder toevoeging van 1 lepel vet of boter (on geveer 1 y2 uur). Stamp dan de boonen tot een gelijke purée en verdun die ge leidelijk met de rest van het water; laat de soep weer aan de kook komen en voeg er de in parten gesneden aard appelen, de fijngesneden soepgroente en de tomatenpurée bij en laat alles samen nog een half uurtje koken, af en toe roerende, om de aardappelen wat fijn te wrijven. Roer er tenslotte de melk door en laat die mee aan de kook komen (niet doorkoken, want dan zou ze licht schif ten!). Maak de soep af met de rest van de boter en druppel er naar smaak wat Maggi's Aroma in. Schotel van vleesch, aard- appelenenuien (4 pers.). iy2 K.G. koude gekookte aardapelen, ongeveer 4 ons overgebleven vleesch, 1 pond uien, Yz L. melk, 80 gr. (4 afgestreken eet lepels) vet of boter, wat peper, noot muskaat en zout, wat Maggi's Aroma. Ook deze schotel is gemakkelijk in schoonmaaktijd te bereiden. Zet de koude aardappelen op met de melk en laat ze op een zacht vuur on geveer een kwartier koken. Smoor in tusschen de gesnipperde uien gaar met de boter, zóó, dat ze lichtbruin worden; snijd of hak het vleesch fijn. Stamp nu de aardappelen, roer er de uien en het vleesch door en voeg er zooveel zout, peper en nootmuskaat bij als voor den smaak gewenscht is; maak het gerecht af met wat Maggi's Aroma. Toevoeging van een klein blikje to matenpurée, maakt dezen schotel nog smakelijker. Het wasschen van wollen dekens. Dit voorjaar komt voor de huisvrouw het vraagstuk van het wasschen van de wollen dekens weer aan de orde. Dit is vooral in dezen tijd van bijzonder groot belang, want dekens zijn kostbare stukken en zij zijn sinds de vorige schoonmaak niet onbelangrijk in prijs gestegen. Aan het wasschen van uw mooie wollen dekens dient dan ook dit jaar bijzondere aandacht te worden be steed. U kunt ze zeer goed zelf was schen, indien u over een groote teil be schikt en uitsluitend het veilige wasch- middel Lux gebruikt. Maak een lauw, bijna koud Lux-sop in een flinke teil. Doe den deken hierin en haal deze voorzichtig heen en weer in het sop. Niet te lang in het sop laten staan. Daarna ruim spoelen in water van dezelfde temperatuur als het wasch- water en vervolgens in koud water, waaraan wat azijn is toegevoegd, zorg vuldig naspoelen. Het drogen geschiedt het best over een droogrek en niet bij een warme kachel. Uit de modebladen. De nieuwe Beyer's „Mode für Alle" staat, ondanks het gure weer, in het teeken van de lente. Een modeblad moet altijd een beetje voor zijn, want als het weer plots warmer wordt, moeten de eerste zomerjurkjes en mantels toch eigenlijk al in de kast hangen. Men kan o.m. in dit nr. vinden een vlot kort jasje met ruimvallenden rug, of een streng tailleur-costuumpje, dat vooral dit seizoen weer veler harten schijnt te veroveren. Hierbij past een schattig, gekleed blousje, of misschien een sportief „overhemdje". Als lange mantel is de getailleerde, met eenigszins klokkenden rok wel bij zonder smaakvol te noemen. Bij de mid dagjaponnetjes constateeren we, vooral wat den rok betreft, zeer veel variatie: gladde, aangerimpelde, rondom geplis- seerde, geplooide en geheel klokkende rokjes. Maar vooral een vlot en artistiek geheel krijgt men, wanneer de ruimte alleen in het voorpand of alleen in het achterpand is verwerkt. Vooral dit laat ste maakt meer en meer opgang. Van alle genoemde voorbeelden kan men mo dellen te kust en te keur in dit num mer vinden. De fleurige kinderpagina's staan heele- maal in het teeken van zon en zomer. Jurkjes, manteltjes, jasjes en pakjes, schattig om te zien en gemakkelijk om te maken. Als extra attractie is een schitterend Smyrna-patroon in natuur lijke kleuren weergegeven. Maandag 8 April 1940. HILVERSUM I. 1875 en 414.4 M. NCRV-Uitz. 8.00 Ber. ANP. 8.05 Schriftl., medit. 8.20 Gram. 9.309.45 Gelukw. 10.30 Morgend. 11.00 Chr. lectuur. 11.30 Gram. 12.00—12.15 Ber. Om 12.30 Ber. ANP. 1.00 Orgel. 2.00 Voor scholen. 2.35 Gram. 3.00 Causerie over kamer planten. 3.40 Gram. 3.45 Bijbell. 4.45 Gram. 5.156.15 Kinderuur. 6.20 Gram. 6.30 „De taak van de med. zending in Ned.-Indië", causerie. 7.00 Ber. 7.15 Gesprekken over het geloof en zijn moeilijkheden. 7.45 Gram. 8.00 Ber. ANP., intern, overz., herh. SOS-Ber. 8.25 NCRV-orkest. 9.15 Luisterwed strijd. 9.45 NCRV-orkest. 11.00 Ber. ANP., act. halfuur. 10.30 Postillons. 11.15 Gram. Ca. 11.50—12.00 Schriftl. HILVERSUM II. 301.5 M. Algem. Progr., verz. door de VARA. 10.00 10.20 v.m. VPRO. 8.00 Ber. ANP., gram. 10.00 Mor- genwijding. 10.20 Declam. 10.40 Piano. 11.10 Declam. 11.30 Gram. Om 12.45 Ber. ANP. 1.00—1.45 VARA-crkest. 2.00 Rosian-orkest. 3.00 Declam. 3.20 Zang en piano. 4.30 Voor de kinderen. 5.006.00 Gram. 6.05 Orgel en gram. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gram. 7.10 Voor de jeugd. 7.30 VARA-orkest met toel. 8.00 Herh. SOS-Ber. 8.03 Ber. ANP. 8.15 De Stem des Volks (Haar lem), Haarl. orkestvereen. en solisten. 9.05 Gram. 9.15 Luisterwedstrijd. 9.45 De Ramblers. 10.15 Gram. 11.00 Ber. ANP. 11.1012.00 Rosian-orkest.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 6