DE ZEEUW
Een verwaarloosd Landgoed
KLOOSTERBALSEM
VERSTUIKINGEN
horloge
TWEEDE BLAD
ID-GOES (Z.)
Vlucht in den middenstand.
Wat er deze week voorviel
N
orloge
3.50
aar
'HORLOGERIE
\.A. (5 G. 97 R.)
ibg den Schroeweg
AKKER'S
Minister Gerbrandy.
g, doch
het als
talen U
ijktijdig
i zwaar verohroomd»
jgbaar als heerenzak-
angwerplge ultvoerlna
Bij aan-
OER, dus f 2.50
meet, want door den
slechts 1000 Roskopf.
chroomarmband wordt
e aanbieding is slechts
44 - UTRECHT
SHAAR
jor goed verwijderd.
ÏRBETERING
len pijnloos behandeld
:e jaar garantie (zijn
vooruit te bespreken,
edasohestr. 13
GEN OP ZOOIVI
s.
den.
/raag,
D. C. VAN DISSEL
|5 APRIL 1940,
|r te 's-Heerenhook,
an dhr C. Verdonk,
zan de Familie H,
-DE JONGE—DE
verkoopen:
Borssele:
^TEEDJE, bestaan-
ihuis, Schuur, Erf
a. d. Borsselschen
1 A. 60 c.A. (1 Gem.
bezichtiging daags
koop, van 24 uur.
•EL BOUWLAND,
brig perceel, groot
(1 Gem. 6Vz R.).
en in massa,
lik bp de betaling.
VAN DER HARST
i voornemens om op
11 APRIL 1940,
twee uur, in het
de Koepoort-
Jelburg publiek te
(3 G. 65 R.) WEI-
len Binnenweg, na-
len het Arnemuid-
e Middelburg.
25 Nov. 1941 aan
[>oijer.
194 R.) BOUW-
den Kraayenhol-
Arnemuiden.
1 Nov. 1941, aan
ogaard.
[G. 165 R.) WEI-
den Ouden Vliss.
Joorbij den Molen.
Iperc. 35 bp be-
kaart en verdere
krijgbaar ten kan-
ïen Notaris, Lange
C. VAN DISSEL
4 APRIL 1940,
'erkoopen:
n J. BUTIJN, des
Ir, in het „Wapen
■erhouden WOON-
'nuurtje en flinken
id-Bath, a. d. Der-
Il2, groot 3 A- 9°
Ivoorzien van elec-
(waterleiding. Op
He betaling.
|en J. BUTIJN—
im. 1V2 uur> aan
huis, a contant.
I B O E D E L,
Linet, Eiken Chif-
len, Tafels, Stoe-
ïpiegels, Lampen'
fine, Klokken,
met toebehooren,
Vloerbedekking f
ia- en Aardewerk,
Petr. stellen, Bv
uingereedschap,
A) ±40 Zakken,
een groote partlJ
Boeken van oude
trvan een lijs* p
'anwezig zal z9
Donderdag
uur.
ZATERDAG 30 MAART 1940. Nr 151.
Dr W. Hofstee te Groningen, heeft
eenigen tijd geleden interessante cijfers
gegeven over „de vlucht in het hand
werk en in de winkelbedrijven".
Tusschen 1920 en 1030 nam de bevol
king van de Noord-Groninger bouwstreek
met slechts 2.4 pet. toe.
Het aantal schilders en glazenmakers
steeg echter met 39 pet. en het aantal
slagers met 21 pet. Ook in de Groninger
veenstreken was de aanwas van bevol
king gering, slechts 3.5 pet., doch het
aantal schilders en glazenmakers steeg
met 18 pet., het aantal bakkers zelfs met
niet minder dan 39 pet. en het aantal
slagers met 24 pet, Het Groninger weide
gebied had een vrij sterke bevolkingstoe
name (16 pet.), doch het aantal schil
ders steeg dan ook met 42 pet., het aan
tal bakkers zelfs met 50 pet. en het aan
tal slagers met 47 pet. Alleen in de stad
Groningen was de groei van het aantal
ambachtslieden iets minder sterk, hoewel
nog altijd groot.
Werd dus het handwerk tot een vlucht-
beroep, nog in sterkere mate geldt dit
voor den handel. Zooals gezegd, nam de
periode 1920—1930 bef aantal inwoners
van de Noord-Groninger bouwstreek toe
met 2.4 pet. Het aantal in den handel
werkzaam nam echter toe met 39 pet. De
bevolking van de Groninger veenstreken
nam toe met 3.5 pet., het aantal in den
handel werkzamen met 31 pet. De bevol
king van de Groninger weidestreek nam
toe met 16 pet., 't aantal in den handel
werkzamen met 99 pet. Alleen in de stad
was de toename weer iets matiger: de be
volking nam toe met 16 pet., het aantal
in den handel werkzamen met 35 pet.
Deze ongezonde toename betreft inzon-
heid de winkeliers.
Hun aantal nam in de Noord-Gronin
ger bouwstreek en in de veenstreken toe
met 33 pet. in de> stad met 40 pet. en in
de weidestreken zelfs met 108 pet.
Deze cijfers hebben gelijk gezegd
betrekking op 1930.
Als zeker kan echter wel worden aan
genomen dat dit proces zich heeft voort
gezet.
Het behoeft geen betoog, dat op deze
wijze de bona fide middenstand in gevaar
moet komen.
Gelukkig hebben wij nu de Vestigings
wet, die er toe kon bijdragen de vlucht
in den middenstand te beperken.
Hiermee is echter de oorzaak, waar
van deze vlucht mede het gevolg is,
de niet-voldoende werkgelegenheid in
land- en tuinbouw niet weggenomen.
MIDDELBURGSCHE .BRIEVEN.
Amice,
Middelburg centrumgemeente.
Dat is een leus die in de kringen van
handel en verkeer meer gestalte begint
te krijgen.
In de laatste vergadering van „Han
delsbelang" is dit onderwerp door een
der leden aan de orde gesteld.
Om de functie in bovengenoemde leus
uitgedrukt te behouden, zijn twee din
gen noodig.
In de eerste plaats een goed geleide,
zakelgk opgevatte reclame-campagne
voor Middelburg als koop- en kijk- en
vergaderstad.
En vervolgens, flat wat is uit te druk
ken met het woord, de: verkeerskwestie.
Niet wat de verkeersmiddelen betreft,
maar wel wat de verkeerskosten betreft.
Wij hebben toch niet te veel pretenties
als wij zeggen, dat wij centrumgemeente
zijn voor West-Zeeuwsch-Vlaanderen en
voor Noord-Beveland. Het is nog maar
zeer korten tijd geleden dat ik ontdekte
dat op verschillende onderwijs-inrichtin-
gen in onze stad, leerlingen waren af
komstig uit beide genoemde streken.
Wie op de Breskensche Boulevard of
op den Kamperlandschen dijk wandelt,
moet als 't ware tegen onzen Lange Jan
opkgken, maar om er werkelijk vlak big
M
F E UILLETO N
door AMY LE FEUVRE.
94.) o—
„Neen, ik heb geen behoefte aan een
vroolijken man, die altijd grappen ver
koopt. Ik wou alleen, dat je er zonnig en
gelukkig uitzag. Weet je heusch, dat ik
de rechte vrouw voor je ben?"
„Je hengelt naar een complimentje!
Nu, ik kan je eerlijk zeggen, dat ik zeer
voldaan ben."
„Baldwin," het was nu haar beurt om
ernstig te kijken, „je hebt me laatst op
den dag van het onweer verteld, dat je
ook den Hëere voor je hart bezat en nu
kijk je toch nog altijd even streng en
ernstig. Dat begrijp ik niet. Het is bij
jou nu toch ook niet meer een dienen uit
plicht, maar uit liefde."
„Misschien zie ik nog wat te veel op
den ernst van het leven, en vergeet dan
op te zien tot God."
„Maar dat mag toch niet, is het wel?
God wil aan onze zijde gaan en Zijn te
genwoordigheid moet ons vrede en
te komen, dient hy zich eerst te overtui
gen van den welstand van zgn porte-
monnaie.
Ik zal nog eens twee concrete voor
beelden geven, om duidelijk te maken,
welke geweldige belemmeringen onze ve
ren zijn, onze veelbesproken provinciale
veren.
Een Breskensch gezin, bestaande uit
man en vrouw en vier kinderen van 11
tot 17 Jaar, wil per fiets naar Middel
burg om wat inkoopen te gaan doen. Dit
gezin betaalt alleen voor overzetkosten
van het veer BreskensVlissingen
f 6,60.
Een gezin van dezelfde samenstelling
uit Kamperland, dat eveneens de Don-
derdagsche Middelburgsche Markt eens
bezoekt, betaalt voor het veer Kamper
landVeere (fietsen inbegrepen) f 5,40.
Het is zonder meer duidelijk dat de
doorsnee Bressiaander en de idem Kam-
perlander daar eenvoudig niet aan den
ken kan.
Het was darNook goed gezien en goed
bedoeld, om deze kwestie nog eens aan
te snijden op een vergadering van het
Prov. Comité van A.R. Kiesverenigin
gen, waar een ex-Excellentie redevoerde
en deze zaak ter beoordeeling voorge
legd kreeg.
Dat Mr de Wilde, als oud-minister van
Financiën, in verband met de tijdsom
standigheden een voor de Zeeuwen zoo'n
onbevredigend antwoord moest geven,
was te denken. Maar dat er nu heele-
maal niets aan te doen is, dat geen en
kele moderatie in uitzicht kan worden
gesteld, is op zijn zachtst gezegd, zeer
onbevredigend.
Kunnen terzake deskundigen en be
voegden er niet toe komen een in eenige
jaren afloopend tarief voor de Prov. ve
ren te ontwerpen en in Den Haag gaan
verdedigers B.v. 'n jaarlijks met 20 pet.
afloopend tarief, waardoor wij na 5 jaar
gratis-veren zouden hebben. Dan kunnen
de resp. Rijks- en Prov. begrootingen
zich van lieverlee aanpassen. Wij hebben
al zoo veel en zoo lang moeten aanpas
sen.
Daar zijn eigenwijze Middelburgers,
die meenen, dat deze kwestie er een is,
uitsluitend die overjordaansche streken
betreffend, doch bij eenig nadenken
zal het duidelijk zijn, dat het evenzeer
een Middelburgsche kwestie als een
Zeeuwsch-Vlaamsche of Noord-Beve-
landsche is.
Middelburg centrumgemeente.
Wij mogen het dan niet in bovenbe
doelden zin bereikt hebben; de vergade
ring die ik zooeven noemde bereikte het
wel in de keuze van een voorzitter. De
door het overlijden van den heer Domi-
nicus nog steeds onbezette voorzitters
zetel is thans door Dr K. Huizenga be
zet. Een keuze, waarmee deze politieke
organisatie te feliciteeren is.
Reeds aanstonds heeft de nieuwe voor
zitter, zoo maar losjesweg, een opmer
king gemaakt, die ik gaarne wil doorge
ven. In eigen woorden gezegd komt dat
hierop neer, dat heel veel christenen met
een uitstekende opleiding achter den
rug, op de drie levensterreinen van
Kerk, Staat en Maatschappij er een zeer
onevenredige arbeidsverdeeling op na
houden. In procenten uitgedrukt geven
ze zich voor de Kerk voor 100 pet., voor
de Kiesvereen. en Vakorganisatie schiet
dan niets meer over. Waar blijft dan het
werk op Kiesvereen. en Patrimonium?
Dat wordt verwaarloosd.
Anderen geven zich uitsluitend voor
werk op maatschappelijk terrein.
Velen zien de kiesvereen. alleen als
verkiezingsapparaat en niet als een ver-
eeniging zooals b.v. de Mannenvereeni-
ging. Als de laatste 12 of 15 maal per
jaar vergadert,, zullen ze op geen ver
gadering ontbreken, maar als de Kies
vereen. vier maal per jaar samenkomt,
komen ze op geen der vier.
Hier is een manco.
Het werk op de Kiesvereen. vraagt
ook buiten de verkiezingsdagen getrou
we medewerkers, die hun werk op elk
levensterrein in evenwichtigheid ver
richten. Daartoe kunnen de vergaderin
gen (de weinige) van de Kiesvereen. niet
gemist worden.
Met de nieuwe voorzitter is het daar
mee hartelgk eens Uw
STENTOR.
De spieren zijn plotseling gerekt en uit
hun verband geweest. Geef die splerver-
rekklng rust door een goed verband met
flink Kloosterbalsem erop en vernieuw dat
dagelijks. Na eenige dagen zachtjes met
Akker's Kloosterbalsem masseeren en dan
zult Ge er spoedig niets meer van merken.
Akker's Kloosterbalsem ls 'n Ideaal wrijf- en
massage-middel tegen splerverrekkingen.
Kloosterbalsem heeft de bijzondere eigen
schap diep ln de weefsels te dringen en
daar soepel makend en lenigend te werken
op de spieren die aangetast en stijf zijn.
Daardoor onovertroffen tegenrheumatische
pijnen, spit, spierpijnen, stramheid enz.
Per pot van 25 Gram f 0.621/j, pot van 50 Gram f 1.04
Een Calvinist met liberale ambtenaren.
Haganus wijdt in „Ons Noorden" (R.-
K.) de volgende beschouwing aan de zeer
bijzondere figuur van onzen minister van
Justitie, prof Gerbrandy, met wiens keu
ze in zijn kabinet de heer De Geer naar
hij meent wel een zeer goeden greep
heeft gedaan.
„Deze keuze moge den heer De Geer
eenigermate zijn opgedrongen, doordat
hij gaarne een anti-rev. aan zijn Kabinet
verbond en practisch buiten prof. Ger
brandy. die altijd een onafhankelijke
figuur is geweest, niemand uit die krin
gen kon krijgen, we gelooven, dat achter
af de heer De Geer en alle leden van het
Kabinet met hem, het niet zullen be
treuren, dat de keuze voor een anti-rev.
minister toen zoo beperkt is geweest.
Want men had moeilijk een meer voor
treffelijke Excellentie kunnen krijgen.
Men zou het hem intusschen zoo niet
aanzien. Zijn grooten knevel heeft niet
het aartsvaderlijke gemoedelijke van den
baard van prof. Slotemaker de Bruine
en zelfs niet de waardigheid van den
knevel van zijn partij- en geloofsgenoot
prof. Anema. De heer Anema is een
groote rijzige figuur en zoo'n groote kne
vel past daarbij. De heer Gerbrandy is
echter klein van gestalte en zijn groote
knevel staat hierin niet tot de jiliste ver
houding.
Die knevel heeft iets weg van den
martialen houwdegen, maar zijn mond
staat altijd in een ietwat lachende en
spottende plooi en uit zijn mond klinkt
nooit een commandotoon, maar een aan
eenrijging van lijzig ironische grapjes.
Hij maakt den indruk van een ietwat
onverschiligen staatsrechtelijken wilde
bras, die met alle belangrijke zaken
schertst, maar zijn humor is altijd vol
diepe beteekenis. Hij bezit alleen de gave
om diepe waarheden in een humoristi-
schen vorm te debiteeren.
De heer Mussert, die in het nummer
van „Volk en Vaderland" van deze week
een geheele voorpagina aan dezen Ex-
God gaf ons het rjjke voorrecht, dat
de groote internationale „verrassing",
waarop vorige week na het onderhoud
tusschen Hitler en Mussolini op den
Brenner werd gezinspeeld, uitbleef, zoo
dat we in rust en vrede het Paaschfeest
konden vieren, Onze gemobiliseerden
konden profiteeren van het hun in uit
zicht gestelde Paaschverlof, onze jonge
lingen kwamen allerwegen in Provinciale
Bondsdagen bijeen, tal van bijeenkom
sten, gewijd aan de belangen van kerk en
school, konden doorgaan en de Chr. Hist
Unie hield haar algemeene vergadering.
Wat een zegeningen werden ons in dit
alles geschonken. Voor buitengewone
spanning werden we bewaard, al leven
we nog voortdurend in afwachting, wat
de tegen het voorjaar aangekondigde
verscherping van den strijd zal beteeke-
nen.
Het schijnt, dat de actie der oorlog
voerenden zich vooral op twee punten
concentreert: de blokkade en de diplo
matie. By de eerste zyn de neutralen
ten nauwste betrokken en by de laatste
biykbaar ln het byzonder Rusland en
Italië.
De grootere activiteit, welke de En-
gelsche vloot in de Noordeiyke wateren
ontplooide, is een duideiyke aanwijzing,
dat Londen voornemens is de ertsver
scheping van Scandinavië naar Duitsch-
land grooter moeilijkheden in den weg
te leggen. Reeds zyn enkele Duitsche
schepen door Britsche duikbooten getor
pedeerd, terwy'l ook weer schendingen
der Noorsche neutraliteit hebben plaats
gehad.
Zweden en Noorwegen, die nu wel
spyt zullen hebben, dat zy over geen
sterkere verdediging beschikken (zy heb
ben in toepassing gebracht, wat hier te
lande sociaal- en vry'zinnig-democraten
jarenlang ook wilden!) komen wel in
een moeilijke positie.
Het Fransche blad Le Temps kwam
deze week met een bericht dat wel
werd tegengesproken, maar dat toch niet
zoo geheel onmogelijk lykt dat de ge
allieerden zich gerechtigd achtten de
neutraliteit der Noorsche wateren niet
meer te respecteeren.
Nu is de aardrijkskundige ligging van
Noorwegen inderdaad zoo, dat de Duit-
schers daarvan profiteeren. Maar is dat
de schuld van Noorwegen?
Hier mag alleen maar gelden het in
ternationaal recht, dat vast legt, dat de
handels scheepvaart van de oorlog
voerenden ongehinderd gebruik mag ma
ken van de neutrale wateren.
Dit recht dient geëerbiedigd te worden
Natuurlijk is bet te begrijpen, dat Engel
land tracht de Duitsche schepen te tor-
pedeeren in het plekje open zee, dat ze
moeten passeeren. Maar de territoriale
wateren dienen ontzien te worden. Het
is echter de vraag, of de Noorsche lan
den, waarin het socialisme zoo den bo
ventoon voert, in staat zyn hun rechten
naar alle zijden te verdedigen. Dat weet
men natuuriyk in de oorlogvoerende lan
den ook zeer wel.
Nu de diplomatie. Hierover zou veel
te zeggen zyn. Beter gezegd; hier kan
men allerlei vermoadens uitspreker..
De vorige week werden van Beriyn uit
allerlei geruchten gelanceerd over een
Paaschverrassing, welke Europa met
stomheid zou slaan. En duideiyk genoeg
werd te kennen gegeven, waarin die sur
prise zou bestaan: Duitschland en Italië
zouden een accoord sluiten om Zuid-Oost
Europa buiten den oorlog te houden, en
mede daarvoor zou een Italiaansch-Rus-
sische toenadering doorgezet worden,
zoodat men Inderdaad van een nieuwen
Europeeschen driehoek: Duitschland,
Italië en Sovjet-Rusland zou kunnen
spreken.
Maar, zooals gezegd, die verrassing is
uitgebleven. En nu komen de vragen op
zetten.
Onderhandelt Sovjet-Rusland weer,
juist zooals in den zomer van het vorig
jaar, met twee partyen, derhalve zoo
wel met Duitschland als met de gealli
eerden en zoekt het de grootst mogeiyke
voordeelen te behalen?
Wat beteekenen de ongewoon drukke
besprekingen eenerzijds tusschen de Rus
sische en Turksche diplomaten te Anka
ra, anderzijds tusschen den Turkschen
ambassadeur te Londen en het Britsche
ministerie van buitenlandsche zaken?
Wat zit er ach'ter de welwillender hou
ding van een groot deel der Italiaansche
pers jegens Engeland en Frankryk?
Is het gerucht waar, dat de zeer Itali-
aansch-gezinde Fransche oud-minister-
president Laval binnenkort naar Rome
gaat?
Men kan van dit alles moeiiyk hoogte
krijgen.
Het is duidelijk, dat Mussolini een
sterke positie inneemt. Daarom hoeft hg
ook dezer dagen verklaard, dat. Rome
niet voor een vrede tot lederen prijs te
vinden was. Hij neemt blijkbaar een af
wachtende houding aan en gevoelt wei
nig er voor om een-twee-drie vriendschap
met Rusland te sluiten. Misschien wil hg
in ieder geval eerst probeeren zaken te
doen met Londen en Pargs.
Opmerkelijk is nog, dat in Engeland,
maar vooral in Frankrijk de publieke
opinie een krachtiger oorlogvoering wil.
Men verwaóht dan ook na de vergadering
van den Oppersten Oorlogsraad der ge
allieerden een forscher optreden. Omdat
we echter niet weten waarin dat zal be
staan, blijft de ongerustheid en onzeker
heid hangen.
Daarom ook blijft Nederland paraat.
Het zal voor zijn rechten opkomen zoo
veel in zijn vermogen ligt. Naar alle zg-
den.
cellen tie wijdt en demonstreert, dat hij
een geestige mop niet weet te sauvou-
reeren, is deswege buitengewoon gebeten
op den heer Gerbrandy. Alsof men be
langrijke dingen altijd moet zeggen met
een uitgestreken ernstig gezicht. Met zulk
een imitatie-Calvinisme, moet men dezen
Calvinistischen bewindsman echter niet
aan boord komen en het is voor den heer
Mussert een geluk, dat de heer Gerbran
dy, volgens zijn eigen verklaring, „Volk
en Vaderland" nooit leest. Hij heeft voor
deze „lorrenjournalistiek" niet de minste
belangstelling. Was het anders, dan zou
bij de eerste de beste gelegenheid minis
ter Gerbrandy, op dit arrogante artikel
in „Volk en Vaderland" reageeren op
een wijze, welke den Nederlandschen
dictator in spe tot een risée van heel
het land zou maken. Want de humor van
dezen minister is niet alleen zeer geestig,
hij is ook buitengewoon scherp en wee
dengene, die er het slachtoffer van wordt.
Geestig, maar toch zoo volkomen juist,
typeerde de minister de toestanden aan
7The doetjegoecLi
t
vreugde aanbrengen. Het is zoo gemak-
kelgk, om Hem in getrouwheid te die
nen, als Hg aan onze zijde gaat."
Baldwin zweeg een oogenblik.
„Ik denk, dat je een ander tempera
ment hebt," zei hij toen,, „en dat je ge
loof sterker is dan het mijne. Ik denk,
dat ik nog wat bg jou in de leer moet
gaan."
„Ik kan je niets leeren," zei Vivian
haastig, „maar ik ben zelf zoo gelukkig,
sedert ik den Heere heb leeren danken,
dat Hg ook voor mg alles volbracht
heeft, dat ik het graag iedereen zou
gunnen. Ik geloof niet, dat een waar
christen ooit somber mag zién. Zelfs
toen ik van je gescheiden was en dit
heerlijke huis miste, was ik niet ongeluk
kig, want diep in mijn hart was er groo
te blijdschap. Als ik dat niet bezeten
had, zou ik wanhopig zijn geweest, want
ik vond het verschrikkelijk om van je
vandaan te gaan."
Zij werden hier gestoord door de
komst van Effie Rockmorton in haar
dogkar.
„O," riep ze uit, terwgl zij naar hen
toekwam om hen te begroeten, „ik ge
loof, dat ik jullie stoor in een tête-a-tête.
Het spgt me erg."
Vivian lachte vroolgk.
„Onzin, ga maar gauw mee. Is het
geen heerlijke dag voor November?"
„Ik moet jullie verlaten," zei Baldwin,
„want ik moet noodig naar Halcombe
Farm, en dat is een flink eind uit de
buurt."
„Nu, ik blijf theedrinken," zei Effie
lachend. „Ik heb Vivian een massa te
vertellen en blgf dus den heelen middag.
Ik weet, dat ze erg naar mg verlangd
heeft. Is het niet, Vivian?"
„Ja, heel erg," zei Vivian opgewekt;
„we hebben elkaar in geen eeuw gezien,
en, ik heb je ook zóóveel te vertellen."
Baldwin verliet hen dus, en daar het
zonnig weer was, liet Vivian twee rieten
stoelen op het terras zetten en daar gin
gen zij samen zitten praten.
„Ik heb groot nieuws van mezelf te
vertellen," zei Effie, „maar dat kan nog
wachten. Ik verlang er erg naar, om te
hooren, hoe jij het vindt, om in de groo
te kamers van de Abdij te wonen in-
plaats van in de oude kinderkamer. En
hoe maken juffrouw De Burgh en
Prissie het?"
„Juffrouw De Burgh is een schat. Ze
is erg lief voor me geweest, sedert ik
terug ben. Ik had een afschuwelijk ge
voel, omdat ik haar door mijn komst
eigenlgk verjaagd had, en heb dat, toen
ze hier op een avond was, tegen haar ge
zegd, en zg antwoordde: „Ik zou voor
niemand zoo graag zgn weggegaan als
voor jou; en een ongetrouwde vrouw
heeft nu eenmaal te leeren, dat haar ge
luk bestaat in het geluk van anderen. Ik
leer niet vlug, maar langzamerhand
dringt deze waarheid toch tot mij door."
Ik omhelsde haar, want ik had het ge
voel, dat ik het niet zoo lief zou opgeno
men hebben, als ik in haar plaats was
geweest.
Prissy is net als altgd; volmaakt te
vreden met haar kruiden en haar huisje.
Ze zei, dat ze altgd wel geweten had, dat
ik terug zou komen; en dat het alleen
maar een kwestie van tijd was. De men-
schen schijnen meer van mijn zaken af
geweten te hebben dan ik. Ja, ik vind de
groote kamers heerlijk en de ruimte en
de geriefelgkheid ook; maar Baldwin en
ik gaan nog dikwijls naar de oude kin
derkamer, en doen dan net, alsof ik daar
nog woon, en hij mijn rentmeester is. Ik
was heel gelukkig in die dagen, Effie."
„Behalve toen het dorp zooveel op je
aan te merken had."
„O, maar ze zgn nu heel anders."
„Nu, dat mag ook wel. Vader zegt, dat
meneer De Burgh een model landeige
naar is, en als alle grondbezitters zoo
waren, zooals hg, zouden die opruiers
wel weggejaagd worden. Zal ik je nu
mgn nieuws vertellen?"
onze departementen, waar het liberalisme
door de liberale benoemingen van de
laatste 20 jaren nog altijd domineert en
tevens signaleerde hij den ongezonden
toestand van de overheersching der libe
rale wetenschap aan onze universiteiten.
Men had den minister in de Eerste Ka
mer geadviseerd om toch de herziening
van ons Burgerlijk Wetboek eens ter
hand te nemen en als hij zelf daarvoor
geen tijd had, dan eenige van zijn be
kwame ambtenaren daarmee te belasten.
Alles goed en wel, zeide de minister, maar
in die zes maanden, dat ik minister van
Justitie ben, slaagde ik er helaas nog
niet in van mijn liberale ambtenaren
goede Calvinisten te maken, dat merk ik
eiken dag als ik zoo eens met de heeren
spreek. En ik, als Calvinistisch jurist,
denk over tal van problemen van ons
burgerlijk recht geheel anders dan vele
Nederlandsche juristen, die aan de open
bare universiteiten zijn opgevoed als be
wonderaars van de heidensche Romeinen.
De Kamer lachte eens over deze bou
tades, maar er zat toch 'n zeer scherpe
critiek in verscholen. Wij hebben de laat
ste jaren herhaaldelijk christelijke be
windslieden gehad, die echter wel tot de
zelfde ervaringen zijn gekomen als de
heer Gerbrandy, dat ze daar aan de de
partementen zaten opgescheept met
ambtenaren van geheel andere beginse
len.
„Ben je geëngageerd?" vroeg Vivian
ademloos.
„Ja, en raad eens met wien."
„Met kapitein Hannard?"
„Neen, veel dichter deze buurt uit."
Vivian fronste de wenkbrauwen.
„Ik weet niemand anders hier in de
buurt," zei ze.
„En meneer Trenchard dan?"
„O, Effie, dat meen je toch niet?"
„Waarom niet?"
Effie's toon klonk afgepast.
„O, dat weet ik niet. Ik dacht niet, dat
hij ooit nog aan trouwen zou denken;
maar hij is een erg aardige man. Ik ben
natuurlijk heel big voor hem; alleen erg
verbaasd."
„Je bedoelt, dat je heel blij voor mij
bent. Hij is veel te verstandig en te goed
voor mij, maar ik heb hem altijd meer
bewonderd dan eenigen anderen man,
dien ik ken. Ik houd niet van jonge man
nen, dat weet je. Meneer Trenchard weet
wat er in het leven te koop is, en hij
heeft verdriet gekend en is nog altgd
even opgewekt en vroolgk. Dat was het
wat mij direct aangetrokken heeft, zgn
groote opgewektheid. Niets verveelt
hem ooit!"
(Slot volgt.)