ïndutie.
inwersinspait
DE ZEEDW
[en verwaarloosd Landgoed
KLOOSTERBALSEM
Tien jaar Ziektewet.
are Verkooping
TWEEDE BLAD
Wat er deze week voorviel.
oplge aankondiging
GEHEELEN
feuilleton
Uit de Provincie
ZUID-BEVELAND.
Hansweert. Het Belgische motorschip
„Parias", geladen en bestemd voor Geer-
truidenberg is op een dam naby Bruinis-
se omhooggevaren. Van der Tak's Ber-
gingsbedryf heeft een gedeelte van de
lading gelost en toen de bekomen lek
kage gedicht. Daarna is het schip vlot-
gebracht en de geloste lading weer terug
ingenomen, waarna 't schip de reis heeft
voortgezet.
BFfANO" wonden
AKKER'S
WALCHEREN.
Uit den MiddelburgsGhen Raad.
NSDAG 20 MAART '40
middags om 10 UUr
ke goederen kunnen wor.
oracht, waarvan opKav,
n kantore van den Den,
M- Of KOK, aan
de No. 11 te Goes.
vaarder J. M. DE KOK I
IERDAG 14 MAART 'Jg I
,gs 2 uur te Kruiningen'
;el „De Korenbeurs", ten
van de Erfgenamen van
heer C. H. A. FELIU?
onder beroep, aldaar, en i
aan van den Notaris J j
KE te Kruiningen, van;
ONHUIS met schuurtje
Kruiningen, a/d Voor.
olaatseljjk gemerkt B37
A. 90 c.A.
lik te aanvaarden by de
der kooppenningen.'
izichtiging zich te ver-
den heer JOB SINKE
igen.
[QEFER, Cand.-Notaris
ide het vacante Notaris'
laupot ten Cate te Mid-
al
AG 5 MAART 1940,
twee, in café „Groene-
Srijpskerke, in het open-
oopen:
HOFSTEDE,
[oor Mej. de Wed. CHK.
-DE WITTE te Grijps-
n den Oostkapelschen
wyk A no. 87, bestaan-
nhuis, schuur, bijgebou-
gaard, bouwland en erf,
en weiland, aan het
ivegeling tegenover deu
schen Weg), in alles te-
ot 3 H.A. 79 A. 60 c.A.
202 Roeden. Te veilen
rceelen (waaronder 12
bouwterrein), met ver-
combinatiën en in massa,
raarden: het woonhuis
i.s. of eerder mogelijk,
1 Mei a.s., en al het ove
r
ling der gebouwen Vrij-
lart, van 1012 en van
sn Dinsdag 5 Maart, van
r; van de landerijen op
irkdag.
met kaart verkrijgbaar
e van genoemden waar-
otaris, Lange Delft 12,
iris J. J. VAN DIJKE
gen zal op
DAG 7 MAART 1940,
iddags 9y2 uur, op de
jewoond door den heer
OVERBEEKE te Krab-
an den Boomdijk, te zij-
eke, om contant geld,
iliek verkoopen:
lestaande uit:
DEN: Mina, vosmerrie,
end, 9 jaar; Bles, vos-
9 jaar; Prins, vosruin,
aaf, vosbruin, 15 jaar;
rte merrie, 3 jaar; vos-
.en, 1 jaar.
3 Menwagens met plat-
[8 en 10 c.M. beslag),
ir, Rolsleper met veeren
tel, Zaaimachine (Rud'
imachine (Massey Har-
eimachine (Idiaal),
idmachine m. toebehoo-
rooier (zware ran-
•wielig Cultivator
1. sorteermolen (Veder-
60 en 8 ziften), Voren-
et toebehooren, Win*
ziften (Baker), Kor
enmolen (Vleeshouwer),
ine met kunstmoeder
2 Wendploegen (Jf
bel Moorstel voor W
Moorploeg, Karweit e
oeg, 7 Eggen in soort
;gen, 2 KettmgegJ®
Veldsleden m. schutten,
ler (200 L.), Aard. W>
Waterbakken, Sproe
iders, Kruiwagen,
:n, Pongers, Handk
rgelten, Watervat
L.), Bascule met 8
estplanken, Sleep y
soort, Ros met stdn
len met geeselstee,
m en manden, Zeef
Ajuinrennen, Kiav
L Draad. Kie»»*
en en Rijven, G t
Harnassement,
put, 1200 K.G-H0J
Stroo, 40-°^r ten
al hetgeen verd^
worden aangek
verkoop der f,aa!C'
uur begonnen,
s voor fietsen.
VAN
ZATERDAG 2 MAART 1940. Nr 130.
Ter hedenking van het tien-jarig be
staan van de Ziektewet is te 's-Graven-
hage een vergadering gehouden van
directeuren en administrateurs van be-
drijfsvereenigingen.
Bij die gelegenheid heeft Mr H. W.
Groeneveld een herdenkingsrede gehou
den, waarin deze er op wees, dat de be
staande maatschappij in deze verzeke
ringswetgeving een zeer te waardeeren
bezit heeft.
Het belang voor de arbeidersklasse bij
deze verzekeringen toonde spr. aan met
eenige cijfers. In het jaar 1937 werd b.v.
ingevolge de Ongevallenwet schadeloos
stelling toegekend ter zake van rond
100,000 ongevallen, die in dat jaar had
den plaats gohud. In totaal werd over
1037 een bedrag van rond 13.8 millloon
gulden betaald aan schadeloosstellingen.
Voer do Ziekteverzekering word over hot
jaar 1937 In rond 370.000 gevallen wegens
dokte ziekengeld uitgekeerd tot oen to
taal bedrag van rond 12,700.000 gulden,
Do vrijwillige werkloosheidsverzekering
tolt 500,000 verzekerden,
Natuurlijk logt de Ziektewet laston op
hot bedrijfsleven. Het is echter niet ge-
bloken, dat ons bedrijfsleven door don
last der sociale verzekering ln don con
currentiestrijd met het buitenland achter
zou zijn komen te staan,
Intussehen Is dit laatste mode het, ge
volg van do omstandigheid, dat in zoo
good als allo bultenlandsche staten, al
thans ln de ons omringende staten, eon
mot do onze in hoofdtrekken overeenko
mende sociale verzekering bestaat.
Het is niet te verwonderen, dat de so
ciale verzekering in ons land bij de groe
pen der loonarbeiders als ingeburgerd
kan worden geacht. Opvallend was het
groote aantal vragen, welke aan de Ra
dio-commissie ter beantwoording werden
voorgelegd in de eerste maanden der
mobilisatie, over deze verzekering.
Met voldoening mag worden vastge
steld, dat de sociale verzekering ook in
de kringen der werkgevers toenemende
belangstelling ontmoet."
De sociale verzekeringswetten mogen
inderdaad als van zeer groote beteekenis
worden beschouwd.
Ontzaglijke sommen zijn in den loop
der jaren in den vorm van ouderdoms-
en invaliditeitsrente, ziekte- en onge
vallen-schadeloosstelling uitgekeerd.
Niet te zeggen is hoeveel leed en zorg
en kommer op die wijze kon worden weg
genomen.
Natuurlijk leggen deze wetten lasten
op het bedrijfsleven.
Maar welk een vreugde kan er daar
naast ook niet .zijn bij de bedrijfsleiders
als ze zien, dat de te oud geworden ar
beiders recht hebben op een zeker be
drag aan rente, dat zij die het ongeluk
hadden invalide te worden niet zonder
inkomen zijn, dat in dagen van ziekte
een uitkeering genoten wordt en dat,
wanneer iemand bij zijn arbeid een on
geval krijgt, de geldelijke gevolgen daar
van geheel of ten deele worden wegge
nomen!
Er is waarlijk wel reden om met dank
baarheid te denken aan wat op dit ge
bied tot stand werd gebracht.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN
Amice,
Nou moet ik ditmaal een S.O.S. uit-
seinen. Voor een bepaalde categorie
stadgenooten. Stadgenooten die ernstig
worden bedreigd. Die thans wellicht nog
geheel onkundig zijn van het gevaar
dat hen bedreigd. Die dezen brief be
ginnen te lezen met een zeer tevreden
uiterlijk, gemakkelijk liggend in een
dure fauteuil, soppend aan een geurige
75)
door AMY LE FEUVRE.'
De gedachte aan „een aardig meisje"
deed Vivian bepaald ontstellen; maar
dadelijk daarop zei ze bij zichzelf: „Wat
schandelijk van mij, nu kan ik niet eens
ffleer de zon in het water zien schijnen
ik wil hem zelf niet hebben, en nu gun
ut hem een ander ook niet."
Toen liet zij juffrouw De Burgh van
haar broer vertellen en van al de inci-
enten, die tot de identiteit van haar
neef geleid hadden.
Het was, alsof juffrouw De Burgh
opeens weer jong werd, toen ze met
oogen, die schitterden van opgewon-
ir!n+ ij en een bIos °P haar wangen,
r elde van alles, wat er in Amerika
gebeurd was.
„Ik wou alleen maar, dat mijn goede
Htw TT®1 had m°Ken weten, voor hij
in vond het zoo moeilijk, om er
tiin berusten, dat hij de laatste van
j geslacht was; en het verlies van
oen ring hinderde hem ook. Ons geluk
scheen verdwenen met dien ring."
..En nu heeft u uw ring terug en is
dure havana, omringd door de behaag
lijkheid van modern comfort, maar die
tegen het einde van dit schrijven van al
die heerlijkheden niet meer genieten,
maar angstig en onrustig zullen gaan
ysberen, peinzend naar middelen om dit
gevaar te ontloopen.
Wat er aan de hand is?
Het volgende.
De gemeenteraad laat 25 nieuwe wo
ningen bouwen. Woningen die alleen
maar bewoond mogen worden door ge
zinnen met minstens 6 kinderen. Dat
noemt men tegenwoordig groote gezin
nen. Tegen het moment dat deze wonin
gen betrokken zullen worden, moeten
er minstens even zooveel „krotten"
worden opgeruimd. Wat een naam hé.
Krotten. In diverse ambtelijke registers
en in de statistiek zijn het „woningen".
Woningen die op den duur door de
Overheid „onbewoonbaar" worden ver
klaard. Dan worden ze gerubriceerd in
de koiom: Krotopruiming.
De slechtste krotten worden bewoond
door de grootste gezinnen. Zeg, Amice,
heb je die krotten wel eens nauwkeu
rig bekeken van binnen. Ze zijn verve
loos. De muren altijd vochtig. De vloe
ren wiebelend. De deuren piepen en
sluiten geen van alle. De ramen ram
melen. Ze regenen door. Het tocht er
altjjd. Het stinkt er.
En dat het nu juist de grootste ge
zinnen zijn, die deze krotten bevolken.
Dat ls wel erg. Maar dat het ook vaak
de rijkste hulseigenaren zijn die deze
woningen bezitten. Dat is nog veel er
ger. Om ze tot ln het oneindige uit te
melken. Huisjesmelkers. Wat een ty
peering, hé.
De handelswaarde van deze krotten
varieert van 1 tot 2 jaar de huurprijs.
Daar wordt dus „lekker" aan ver
diend.
En nou vind ik het jammer, maar ik
moet het doen, ik moet een S. O. S. uit-
seinen naar mijn medeburgers die zulke
krotten in eigendom hebbenuw praeht-
verdienste gaat er aan, broeders! De
krot-opruiming wordt met kracht ter
hand genomen. Daar liggen by den dienst
aan Gemeentewerken 25 bordjes gereed
met de aanduiding: „Onbewoonbaar ver
klaarde woning". Al uw medeleden met
die arme groote gezinnen die toch zoo in
hun schik waren met dat aardige wo
ninkje van drie en een halve gulden in
de week, helpt niet. Ze worden er onmee-
doogenloos door den sterken arm uitge
jaagd en naar een dure gemeentewoning
gestuurd van drie gulden negentig. Dan
hebben ze wel een echte woning, nieuw
en goed in de verf en heusche slaapka
mertjes, een mooi keukentje en echt een
W.C. en een schuurtje, maar dat kost
ook 40 cent in de week meer en waar
moeten die arme stakkers dat van be
talen.
Heusch, gedupeerde huiseigenaren, ik
kan uw meelij en aandoeningen zoo goed
begrijpen, maar d'r is niets aan te doen,
die pas geschilderde gemeentebordjes
zijn een bedreiging voor u, wie weet hoe
spoedig uw „eigendommen" van zulke
bordjes worden voorzien. Ik zie het aan
u, ge hebt geen rust meer, ge zult er
vannacht niet van slapen, een potje verf
en een rolletje behang helpt niet meer.
Dat ze toch ooit op de gedachte zijn ge
komen om een Woningwet te maken. Ja,
ge zit er leelijk mee.
Ik kan u maar één raad geven. Ver
klaar ze zelf onbewoonbaar. Gooit ze te
gen de vlakte. En bouw er nieuwe voor
in de plaats. Dan heeft de gemeenteraad
er ook geen aardigheid van om juist die
woningen van u onbewoonbaar te ver
klaren.
Dus toch: „leve de krotopruiming".
Je vriend in den nood:
STENTOR.
Het vliegveld „Haamstede".
Het aantal passagiers, dat van 1 Ja
nuari t.m. 23 Augustus 1939, op welken
datum de dienst werd gestaakt wegens
militaire maatregelen, is aangekomen
op het vliegveld Haamstede bedroeg
3086. Het aantal, dat vertrok, bedroeg
3047, het aantal transito-passagiers was
2347. Van den aanvang van de luchtlijn
in 1931, werden tot nu toe vervoerd
u ook weer gelukkig", zei Vivian.
Zij lachte vroolijk, terwijl zij sprak.
„Het is niet alleen dat de ring terecht
is en ik mijn neef gevonden heb, maar
mijn grootste vreugde is dat hij die neef is
want Baldwin is een goede man; hij is
weer net zijn vader en zijn grootvader,
en wat heeft hy niet een invloed hier in
de plaats! Ja, je mag glimlachen om
mijn trots, maar is het niet aangenaam
om er aan te denken, dat een De Burgh
hier geregeerd heeft in het kleine ko
ninkrijk, dat hem eigenlijk toekomt?
Zou ooit iemand anders dan een De
Burgh hier het respect en de liefde van
de menschen hebben kunnen winnen?
De De Burgh's hebben altijd slag ge
had, om met de luidjes om te springen.
Dat kun je nog hooren aan de oude
menschen."
„Het is heerlijk voor u", zei Vivian
op hartelijken toon. „Is het geen won
derlijk gevoel, dat er iemand is, om
voor u te zorgen en op wien u kunt leu
nen en vertrouwen?"
De tranen sprongen juffrouw De
Burgh in de oogen.
„Ja, het is een heerlijk, rustig gevoel,
dat is zeker, maar ik ben maar een
tante en zijn liefde en zorg zullen wel
dra, naar ik hoop, aan een jonge vrouw
gegeven worden."
43070 passagiers, 2374 transito-passa
giers. Aan goederen werd 92.061 kg ver
voerd, aan transito-goederen 16.889 kg
benevens 1045 kg post.
De ledige Belgische schepen „Fin
land", „Friesland" en „Loma" zyn op de
Oosterschelde omhooggevaren. Met v. d.
Tak's Bergingsbedrijf is contract ge
maakt, om de schepen, die zeer hoog zit
ten, vlot te brengen.
Kattendijke. In deze gemeente hebben
een achttal wilde zwanen, door de koude
der vorige weken gedreven, zich een ty-
deiyk verbiyf gekozen in de z.g. Ee.
Deze noordeiyke bezoekers vormen een
sieraad voor dit thans zoo kale land
schap.
verelschen onmiddellijk goede verzorging!
Vaak vormt zich een pymyke brandblaar.
Zorg er voor, dat deze niet stuk gaat. Bedek
de brandwond direct met een flinke laag
AKKER S Kloosterbalsem en... wèg is de pijn!
Akker's Kloosterbalsem vervangt tijdelijk
de vernte de huid, zuivert en geneest en ls
door zijn weefsel-herstellende werking een
ware balsem voor brandwonden en brand
blaren. Zij genezen dan zonder litteekens.
Onovertroffen als huldgenezend middel bij
schaafwonden, ontvellingen, open huid,
schrale huid, gesprongen handen, kloven,
winterhanden, wintervoeten, wlnterooren.
Per pot van 25 Gram f 62-/2, pot van 50 Gram f 1.04
Aagtekerke. Gemeenteraad.
Donderdagavond vergaderde de Raad
ter behandeling van een verzoek van den
heer Joh. Maljaars Pz. aldaar. Deze is
eigenaar geworden van een groote hoe
veelheid grint, zich bevindende in de
baan van den opgeheven tramweg en
biedt deze hoeveelheid aan de Gemeente
te koop aan voor f 125. De aangelanden
van den Kruisweg en het Bergwegje zijn
bereid deze grint, voor zoover noodig,
voor verbetering van die wegen te ver
voeren, waarbij de hulp wordt gevraagd
van de werkloozen der gemeente. De
overblijvende grint kan dan de gemeente
voor eigen gebruik behouden of aan an
deren afgeven.
B. en W. stellen voor dit verzoek in te
willigen.
Dhr Jobse vraagt of het de bedoeling
is dit spoedig te doen, waarop dhr C. de
Visser antwoordt, dat er tijd is tot Mei
1941, dan moet al het grint zijn wegge
voerd. Dhr P. de Visser acht dit voor
stel wel in het belang van de gemeente.
Hij vraagt echter of al het grint noodig
zal zijn of dat de aangelanden alleen het
grint, noodig voor wegenverbetering die
hen aangaat, zullen vervoeren en de ge
meente voor de rest blijft zitten. Is dit
het geval, dan zal de gemeente boven
den koopprijs nog vrij hooge vervoerkos
ten moeten betalen. Deze grint is, daar
zij vrij sterk met zand vermengd is, z.i.
niet geschikt voor gebruik bij den Kloos-
terweg.
Vivian nam eindelijk afscheid. Diep
in gedachten sloeg zij den weg naar
huis in, maar toen zij zag, dat het weer
begon op te klaren, liep zij door naar
Heide Hoeve, want zij was daar nog
niet geweest na haar terugkeer.
Zij werd in de gezellige zitkamer ge
laten en vond daar Effie bij den haard
zitten met meneer Trenchard en zijn
zuster. Mevrouw Austen was nog niet
weer de oude. Zij scheen den aanval
van bronchitis, dien ze in het begin van
den zomer gehad had, maar niet te bo
ven te kunnen komen.
Zij keken allen even opgewekt, toen
zij Vivian zagen en meneer Trenchard
schoof gauw nog een stoel in den kring.
„Wel, heb je het nieuws al gehoord,
dat ons heele wereldje hier vol verba
zing de handen heeft doen ineenslaan?"
vroeg Effie.
„Ja", zei Vivian en glimlachte moe
dig. „Het is meer dan heerlijk voor juf
frouw De Burgh. Ze is opeens een heel
ander mensch."
„Maar is het niet wonderlijk, dat hij
hier al dien tijd gewoond heeft, zonder
dat iemand het geraden of geweten
heeft? Hij wist het zelf niet eens, is het
wel? Vader heeft er toch zoo'n schik in.
Hy zegt, dat hy altyd wel geweten
heeft, dat hy iemand van beteekenis
De stok achter de deur heeft succes
gehad. De nieuwe Staatsleening kon ge
plaatst worden (er werd zelfs meer aan
geboden dan gevraagd was), zoodat aan
het dreigement van een verplichte lee
ning tegen een lager rentetype geen uit
voering behoefde gegeven te worden.
Opmerkeiyk is echter, dat reeds nu de
stukken van deze Staatsleening ter beur
ze onder parikoers worden verhandeld.
Na wat wij de vorige week schreven
over het schandelijk bedryf der lands-
verraderiyke spionnen, smokkelaars van
uniformen, afstekers van lichtkogels,
overbrengers van scheepvaartberichten,
enz. tegen welk duister gedoe ons poli-
tie-apparaat zoo intensief mogelijk op
treedt, is wel gebleken, dat de bepalin
gen die ons wetboek van strafrecht te
gen dat verachteiyk en gevaarlijk gedoe
bevat, verouderd zijn en te weinig hou
vast bieden.
Indien mocht biyken, dat dit inder
daad het geval is, is het wel zeer te ho
pen, dat regeering en volksvertegen
woordiging die meermalen getoond
hebben vlug te kunnen werken hierin
met grooten spoed voorzien. Zonder par
don moet tegen dit gespuis kunnen wor
den opgetreden.
Wat de buitenlandsche gebeurtenissen
betreft moet helaas worden gemeld, dat
de dappere Finnen, wier moed, taaiheid
en uithoudingsvermogen de bewondering
van de geheele wereld moeten afdwin
gen, nog steeds blootstaan aan onafge
broken aanvallen der Bolsjewieken, die
mensehen noch materiaal ontzien om
hun doel (het onder den voet loopen ven
het kleine Finland) te bereiken, De Fin
nen moesten reeds op de Karelische land
engte op hun tweede linie terugtrekken.
Verbeten houden ze stand, maar te vree
zen is toch, dat ze het in puin geschoten
Wlborg zullen moeten prys geven.
Europa heeft drie kostbare maanden
laten voorbygaan, zonder den Finnen
dien steun te verleenen, waarmede dezen
op de eerste linie den vyand' hadden kun
nen weerstaan. De benauwende vraag
dringt zich op, of men dan Finland aan
de bolsjewistische terreur, die men in
communistische kringen beschaving ge
lieft te noemen, zal overlaten. Zullen
Frankryk en Engeland het aandurven op
Finsch gebied den strijd met sovjet-Rus
land aan te binden?
Zal straks een nieuw oorlogsfront ge
vormd worden in Noord-Oost-Europa en
zullen ook de Soandirtsvisciïe lauden
hierbij betrekken worden? Het zijn vra
gen, waarop zeker spoedig een antwoord
gegeven zal moeten worden, zal Fin
land den st.ryd niet moeten opgeven.
Misschien doelde, de Engelsche minis
ter Eden ook hierop, toen hij dezer dagen
een grootere militaire activiteit der geal
lieerden aankondigde-
Het hsrft gnms ia laatste wsken den
schijn, alsof de huid-je oorlog meer te
gen en om de neutralen, (de kleine dan
wel te verstaan) dan tegen den vijand
gevoerd wordt.
Niets wijst er helaas op, dat de positie
der neutralen in de naaste toekomst gun
stiger zal worden. Veeleer krijgt men
den indruk, dat, naarmate de stryd ver
bitterder gaat worden, de kleinere na
ties, welke buiten het conflict bleven,
steeds meer in het gedrang zullen raken.
De Noorsche Minister van Buiten
landsche Zaken deed daarover deze
week bittere verwijten hooren.
Zoowel uit Beriyn als uit Londen
komen zoo nu en dan berichten, die
voor de neutralen, speciaal voor hun
scheepvaart allesbehalve bemoedigend
zyn. Zoo eischt Duitschland voor zyn
duikbooten het recht op om neutrale
schepen tot zinken te brengen, welke
een Britsch navycert hebben bekomen,
zelfs als die koopvaarders van neu
trale naar neutrale haven etoomen.
De Nederlandsche regeering heeft dit
gevaar steeds ingezien, en daarom het
navycert-systeem onvoorwaardeiyk af
gewezen, maar de ervaring heeft bewe
zen, dat als een duikboot-kapitein wil
torpedeeren, hy zyn gang gaat.
De Engelschon willen de neutralen
ook in een moeiiyke positie brengen.
De rede van Churchill demonstreert
duideiyk genoeg, dat, zooals hy zegt,
„de Britsche rogeering er genoeg van
krygt".
Wellicht richt deze bedreiging zich
vooral tegen da Scandinavische landen,
In Britsche kringen geeft men openlijk
tos, dat de blokkade, wat het Westen
betreft, tameiyk afdoende is; alleen het
erts uit Zweden ondervindt geen enkele
belemmering in zijn transport.
Het is echter de vraag of men ook
ons niet op de een of andere manier
zal bemoeiiyken.
Te midden van al deze spanning en
zorg is de Amerikaansche diplomaat
Sumner Welles na eerst te Rome ge
weest te zijn, te Berlijn gearriveerd.
Over de resultaten van zijn bezoek is
men echter zeer sceptisch gestemd.
Dhr Jobse meent, dat men alleen
zooveel koopen kan als noodig is. De
heeren C. de Visser en W. de Visser
meenen, dat de grint die de gemeente
niet dadelijk noodig heeft toch gemak
kelijk verkocht of desnoods opgeslagen
kan worden. De voorzitter constattert
twee meeningen, de eene is dat de ge
meente zonder risico de grint kan over
nemen, de andere dat de gemeente wel
wat zij noodig heeft kan koopen, maar
niet de risico op zich mag nemen van
het maken van hoqge kosten voor weg
voeren van de overige grint. Na een
uitvoerige discussie wordt den slotte
het voorstel van B. en W. tot aankoop
van de geheele hoeveelheid onder voor
waarde dat de aangelanden van de
naastbijzijnde wegen hulp verleenen bij
het vervoer naar die wegen en dat B.
en W. toezicht houden op een behoor
lijke gang van het werk, aangenomen
met 4 tegen 3 stemmen, tegen de hee
ren P. de Visser, Moens en Kodde.
Bij de rondvraag vestigt de heer Jobse
er de aandacht op, dat in de vorige ver
gadering het verzoek tot het toekennen
eener brandstoffentoeslag is afgewezen
en dat daarbij als overweging ook gold,
dat de diaconieën waar noodig een toe
slag gaven. Naar hij meende te weten,
heeft een der diaconieën geen brand
stoffentoeslag verleend, terwijl deze ook
niet het verhoogde loon uitkeert. Hij
vraagt of nu niet op de gemeente de
plicht rust om een brandstoffentoeslag
aan de werkloozen te geven. De heer
Moens meent, dat feitelijk ook buiten de
werkverschaffing aan hen, die dit drin
gend noodig hebben toeslag gegeven zou
moeten worden. Overigens kan hij mede-
deelen, verschillende personen gespro
ken te hebben die zeer tevreden met de
was, en den eersten dag zei hij al tegen
ons, dat hij hem herinnerde aan den va
der van juffrouw De Burgh. Wat ge
beurt er nu? Vertel ons dat eens."
„Dat weet ik niet", zei Vivian open
hartig. „Mqn wereld is ook, om zoo te
zeggen, het onderstboven gekeerd."
„Waarom? Het is zoo gemakkelijk
mogeiyk te regelen. Je weet, wat de
heele omtrek van je verwacht. Vraag
het in het dorp, aan wien je maar wil.
Er is maar één ding, dat jij en hij doen
kunnen, om de zaak in het reine te
brengen."
Vivian bloosde hevig.
„Effie", zei mevrouw Austen gauw;
„wat ben je weer aan 't doorslaanEen
mensch kan een andersmans zaken niet
regelen. Ben je al bij Corrie De Burgh
geweest?" vervolgde zij, terwijl zij zich
tot Vivian wendde.
„Ja, zei Vivian. Ik kom er juist van
daan. Zy is de wereld-te rijk."
„Het is ook maar niet heerlijk, om
zoo opeens een neef te vinden, als je
denkt, dat je heel alleen overgebleven
bent", zei meneer Trenchard. „Mevrouw
Carmichael, wanneer maakt u eens een
wandeling met my over de heide? Mijn
zuster is, zooals u ziet, nog aan huis
gebonden. Zy zegt, dat ik steeds loop te
declameeren, als ik in myn eentje wan-
tegenwoordige regeling waren.
Nadat de heer C. de Visser erop had
gewezen dat de prestaties der werkloo
zen nogal eens wat te wenschen over
laten en zij onder anderen te laat be
ginnen, werd de vergadering gesloten.
Indien we ons niet vergissen, was het
voor de eerste maal, dat wethouder
Boasson den Raad presideerde, maar het
moet direct gezegd: hij deed het voor
treffelijk. Als hij zelf een vraag had te
beantwoorden of een voorstel te verde
digen, deed hij het, zooals altijd, kort en
bondig en was hij veel minder uitvoerig
en omslachtig dan zijn collega-wethou
der. Wij hopen, dat ook deze laatste
spoedig de kunst zal verstaan om op za
kelijke manier een aantal vragen van
Raadsleden over een bepaald voorstel te
beantwoorden. De heer Paul was nu af
en toe wel bijzonder uitvoerig in zijn be
schouwingen en mededeelingen. Wij den
ken b.v. aan de herscholing van werkloo
zen. Ook beleefden we een novum, dat
hopelijk geen navolging zal vinden. Deze
wethouder ging n.l. antwoorden op een
vraag, die niet gesteld was (het
sneeuwruimen), zoodat de voorzitter la
coniek opmerkte: „We zullen maar aan
nemen, dat een Raadslid daarnaar ge
vraagd heeft".
Dat de zitting weer den geheelen mid
dag heeft geduurd, lag dus allerminst
aan de leiding. Voortdurend drong de
voorzitter op beperking der discussies
aan en had hij niet op een zeer juiste
wijze de knoop doorgehakt, toen de heer
Flipse met zijn voorstel over het terug
betalen van gevorderde bedragen voor
niet noodzakelijke meter-combinaties
del, en dat de menschen zeggen, dat ik
niet goed bij het hoofd ben."
„Ik praat dikwijls in mezelf", zei Vi
vian, blij, dat ze op een ander chapiter
waren gekomen. „Waarom moet je niet
goed bij het hoofd zijn, als je dat doet.
Het is niets, dan je gedachten hardop
uitspreken."
„Ja, maar het bewijst, dat we onzen
geest niet voldoende onder bedwang
hebben", zei mevrouw Austen, „en Olaf
is, zonder dat al excentriek genoeg."
„Is hij excentriek?" zei Effie, terwijl
zy hem glimlachend door half gesloten
oogen aankeek; of is het een geval van
„wee den wolf, die in een kwaad ge
rucht staat"? Alle schrijvers en geleer
den staan te boek als zonderling, niet
waar?"
„Zij willen niet gezellig zijn", zei me
vrouw Austten„hij gaat, sedert ik ziek
ben geweest, nergens naar toe, alleen
zijn dagelijksche wandeling houdt hij
vol. De dominee heeft hem ten eten
gevraagd; hij heeft geweigerd. Juf
frouw De Burgh heeft hem op de thee ge
vraagd, maar kreeg ook een weigerend
antwoord. Naar het tuinfeest van de
Hannards wilde hij ook niet, en even
min naar de tableaux vivants van de
Manners."
(Wordt vervolgd.)