- I ten verwaarloosd Landgoed
Weekoverzicht.
Staatkundige hervormingen
in Ned.-Indië.
ifWEEPE BLAD
UMES
'i Kussen volgens een weloverwogen
Biaa hunne pogingen voortzetten, om
Jngerezend ue veruezen aan mensehen-
ievena, het voortdnngen naar Vipuri
(Viöorg) met de inname dier stad te
bekronen.
feuilleton
Uit de Provincie
Wijziging van de wet betreffende
bescherming tegen luchtaanvallen.
GOES.
uitvoering o. k. k.
ie zeeüw
en afwerking.
gevraagd: een
JERSLEERLING
ALFWAS.
AMELINK, Slager,
ruiningen.
E bakkers-
aankomende.
JEN ENDE, Korte
Middelburg.
VAN
VRIJDAG 1 MAART 1940. Nr 129.
lf<w onzen militairen medewerker.)
jjet belangrijkste oorlogsgebeuren
der afgeioopen dagen vond wederom
I op de ivareiisehe landengte piaats, waar
Wiet om het bezit der stad als zoo
danig, doch ais strategisch punt van
bewugi waar aue spoor- en straatwe
gen van Zuid-r'imand samenkomen,
taarmeae zij zich ue poort naar de
groote steden van Zuid-rmiand openen,
aooh tevens den Finschen toevoer naar
de troepen ten N.-Oosten van het La
dogameer afsnijden.
Vipuri zeif is tengevolge van weken
lange beschieting met het Russische
2U o.M. geschut en door het 2b c.M.
mannegesohut, gemonteerd op spoor
wagens, nog siechts een puinhoop waar
in iucii geen burgeroevoiking meer be
vindt.
nat de Finnen reeds rekening houden
met een spoedig verlies van Vipuri be
wijst wel een bericht, dat men reeds
bezig is met evacuaties der bevolking
van Sakkij&rvi, een kleine stad 10 K.M.
ten westen van Vipuri.
De Mannerheimlinie is nog steeds
niet doorbroken. Het oostelijke deel tus-
echen Unolameer en Taipaie (aan het
Ladogameer) staat nog onwankelbaar,
doch tengevolge van de wekenlange mo
kerslagen op het Summafront, is het
westelijke gedeelte, tusschen Muolameer
en de Finsche Golf, welk gedeelte van
af dat meer zuidwestwaarts liep, te
ruggetrokken in een lijn, welke vanaf
het Muolameer recht naar het westen
loopt, naar de kust bij het plaatsje
Rokkala.
We hebben reeds eerder beschreven
hoe of het Summafront afbrokkelde,
doordat één voor één de kazematten
werden veroverd door wegvallen van
den zijdelingschen steun der neven ka
zematten. Toen eenmaal de westelijke
helft was teruggenomen op het front
Muola-Rokkala bleef echter als dreiging
tegen de Russen, het eiland Koivisto
nog in handen der Finnen. Dit eiland
was, dank zij veel artillerie, tot een
ware vesting gemaakt, welke den Rus
sen langs de westkust niet alleen in de
flank beschoot en zoodoende belemmer
de in hun verdere aanvallen op de
tweede linie, doch vooral ook door
voortdurend storende vuren op de naar
Vipuri voerende wegen, den aanvoer in
de war stuurde. Geen wonder, dat de
Russen alles deden om het eiland te
veroveren. Deze aanvallen over het ijs
der Finsche Golf, uitgevoerd door Rus
sische keurtroepen zouden toch nog
niet spoedig gelukt zijn, als het ijs
geen scheuren had gekregen aan de
noordzijde van het eiland. Thans stond
Maarschalk Mannerheim voor de keuze
het eiland ontruimen met achterlating
van alle wapenen, doch met behoud van
de bezetting, óf alle ter plaatse laten
verder strijden, wat ten slotte verlies
"der bezetting zou hebben beteekend.
Hij koos het eerste, wat een groote ver
lichting voor de Russen bracht, doch te
vens den val van Vipuri naderbij zal
brengen.
Thans zijn de Russen bezig met voor
bereidingen voor den aanval op de stad
zelf en hebben daartoe sterke krach
ten verzameld op de landtong bij het
plaatsje Katslakti. De val van Vipuri
is een quaestie van tijd en daarmede
zal de geheele Mannerheimlinie ont-
ruimd moeten worden.
Men denke echter niet dat daarmede
Finland in Russisch bezit zal zijn geko-
men. Waarschijnlijk zullen de Russen
H)
door AMY LE FEUVRE.
alsdan zoo spoedig mogeiyk westwaarts
doordringen en de groote steden van
Zuid-Finland bezetten; z(j houden daar
bij het boschrjjke merengebied op hun
rechterflank, en wat dat zeggen wil
met tegenstanders, die getoond hebben
geboren guerilla-strijders te z(jn, laat
zich denken. Als in April de sneeuw
smelt zullen de ski's worden opgebor
gen en met rijwielen, of te paard, het
bestoken der aanvoerwegen worden
voortgezet. Wanneer de hulp door het
buitenland verstrekt op niet te karige
wijze wordt voortgezet en vooral mu
nitie niet ontbreekt, kan men nog ver
rassingen genoeg tegemoet zien. Zeker
is, dat de Russen talrijke troepen voor
de verdere onderwerping van dit moe
dige volk zullen noodlg hebben, welke
zij mogelijk binnenkort wel gaarne zou
den willen benutten in het zuid-oosten
bij den Kaukasus. Hierover later.
De groote inspanning op de land
engte heeft den Finnen belet krachtige
acties in het oosten voort te zetten.
Wel is er nog gestreden ten N.O. van
het Ladogameer in den Pitkaranta-
sector, waar het voordeel meestal aim
de zijde der Finnen was; ook kwamen
berichten uit den Kuhmo-sector, waar
de Russen slechts defensief optraden,
alles echter van weinig beteekenis. In
de wespentaille verwachten we echter
in het voorjaar weer opleving van den
strijd, want afsnijding van den Zweed-
schen toevoer langs den kustspoorweg
wordt van groot belang als Zuid-Fin-
land In handen der Russen valt.
Ook bij Petsamo komt weer leven in
de brouwerij. De Russen hebben de Fin
nen uit Hoykenj&rvi, waar winterrust
heerschte, teruggeworpen, thans bieden
de Finnen 15 K.M. meer zuidwaarts bij
Nautsi weerstand. Geruchten van
groote luchtgevechten bij Petsamo moe
ten nog bevestigd worden.
Eveneens tast men nog in het duis
ter, wat de berichten betreft, omtrent
Britsche vlootdemonstraties voor de
kust van Moermansk en Petsamo. Waar
schijnlijk is de bedoeling controle op
Duitsche scheepvaart.
Op het Westfront eenige verlevendi
ging van verkenningen op den grond,
evenals ook in de lucht. Voorts weder-
zijdsche luchtraids boven elkanders ge
bied, Engelschen naar Berlijn, Praag
en Weenen, Duitschers boven Parijs en
Schotland, alles zonder bommenwer-
perij.
Thans richten de oogen zich naar
Klein-Azië. Wat voert Generaal Wey-
gand, de vroegere Fransche opperbevel
hebber daar uit in Syrië en Egypte?
Wat geschiedt er met de Australische
troepen, die aldaar in de woestijn kam
peeren. Wat beteekenen al die geruch
ten betreffende Turkije? Lokt de pe
troleum van Bakoe misschien naar den
Kaukasus? Dus inval op Russisch ge
bied? De toekomst zal het uitwijzen.
VOOR DE IN STAAT VAN BELEG
VERKLAARDE GEDEELTEN VAN
HET GRONDGEBIED DES RIJKS.
De opperbevelhebber van land- en
zeemacht heeft voor de in staat van
beleg verklaarde gedeelten van het
grondgebied des rijks de navolgende
wijziging van wet betreffende bescher
ming tegen luchtaanvallen vastgesteld.
Aan art. 12 dier wet, waarin de per
soonlijke medewerking waartoe een
ieder krachtens schriftelijke vordering
of openbare bekendmaking van den bur
gemeester verplicht is, is vastgelegd,
wordt een nieuw lid toegevoegd, lui
dende
Bovendien is een i6der verplicht ge
volg te geven aan de algemeene en bij
zondere voorschriften, welke het mili
tair gezag noodig zal oordeelen te ge
ven, teneinde in tijden van oorlogsge
vaar handelingen te voorkomen, welke,
naar het oordeel van dat gezag, van
nut kunnen zijn bjj de voorbereiding
van luchtaanvallen, als in deze wet be
doeld.
Aan art. 14, regelende het opsporen
van feiten, bij deze wet Btrafbaar ge
steld, wordt eveneens een nieuw lid
toegevoegd, luidende;
Met betrekking tot de voorschriften,
gegeven door het militair gezag, op
grond van deze wet, zijn mede tot op
sporen belast:
le. de officieren en onderofficieren
der Koninklijke land- en zeemacht en
de daartoe behoorende andere militai
ren, deze laatsten voor zoover zij deel
uitmaken van wachten of patrouilles;
2e. het personeel van de militaire
politie.
FINLAND-AVOND.
Adres: Mevrouw
maansche Kaai
»Als ik ja gezegd had, zou het alles
11 or<^e zijn geweest; alles als vanzelf
gegaan zijn; maar ik kan het niet doen.
zou altijd vervolgd worden door Ber-
ram. Men zegt, dat tijd verandering
anbrengt, maar bij mij heeft de tijd
i ®n. verandering aangebracht, behalve,
ik mij eenzamer voel, en ellendiger
nen "l'nder geschikt> om alleen te wo-
Arme Vivian! Het leven leek haar op
t oogenblik erg moeilijk; maar het
w Aa deze donkere ure, dat zij zich
.tot Hem, Dien zij was begonnen
hebben en te dienen, en toen zij
j r "art i°t Hem ophief in het gebed,
u n£ »de vrede, die alle verstand te
dnDetl faat" haar ziel weer binnen, om
ar ook te blijven.
u °®n zij aan de lunch kwam, verbaas-
kniw rouw Fanshawe zich over de
stm m 6n Seluk, die uit haar oogen
lata, J maar ZÜ yroeg niets, en even
«ter zei Vivian:
Zeer groote belangstelling.
Dat er een hartelijk meeleven wordt
gevonden met het Finsche volk, dat in
zoo grooten nood verkeert en onder niet
te beschrijven omstandigheden moet strij
den tegen den machtigen indringer, bleek
ook gisteravond weer. De Groote kerk
was gevuld met een groote schare be
langstellenden, zoodat het van hét co
mité juist gezien bleek, om dit kerkge
bouw voor deze samenkomst aan te vra
gen.
Ds P. J. S t e i n z opende met gebed,
waarna hij speciaal verwelkomde den
heer A. T. v. d. Vlugt, consul-generaal
voor Finland te 's-Gravenhage. De groote
opkomst aldus spr. is een bewijs
van het meeleven van Goes met het lij
dende, gepijnigde Finsche volk. Ook wij
kennen in de geschiedenis van ons volk
perioden van dreiging en benauwdheid,
waaruit God echter ons heeft willen hel
pen en bevrijden. Finland wordt thans
aangevallen door een macht, die het er
om te doen is Thet Christendom te ver
nietigen.
Wij hopen en bidden dat het in dezen
strijd niet ten onder gaat.
Vervolgens sprak de heer van der
„Ik heb een gezellig gesprek met me
neer Hunter, ik bedoel met meneer De
Burgh gehad, en hij zou graag willen,
dat ik naar zijn tante toeging."
„Die kon toch net zoo goed hier heen
komen."
„Hè, Prissy, je zegt dat bijna knor
rig."
„Ik begrijp ook niet, hoe dat alles nog
af moet loopen'V zei juffrouw Fans
hawe.
Vivian lachte en veranderde van on
derwerp.
„O, juffrouw De Burgh, ik kom u even
felieiteeren!"
Vivian trad de zitkamer van juffrouw
De Burgh vroolijk en glimlachend bin
nen.
Het was een stormachtige namiddag,
met veel regen, maar zij had haar re
genmantel aangetrokken, en toen juf
frouw Fanshawe haar aangeraden had
om thuis te blijven, had zij gezegd, dat
zij te ongeduldig was, om te wachten.
Juffrouw De Burgh heette haar har
telijk welkom; maar toen zij haar
kuste, leek het Vivian, alsof zij statiger
dan gewoonlijk was en een beetje ge
wichtig deed.
i „Ik ben heel bij), dat je het nieuws
Vlugt om het. een en ander mede ta
deelen over het Finsche land en volk.
Spr. las eerst voor een brief door hem
ontvangen van een aanhanger van het
Communisme. Daarin wordt het
voorgesteld, alsof de Finnen
de tbeschaving in den weg
staan, die de Sovjet-Unie wil
brengen 1 Wat een wereld van ver
dwazing spreekt tut dien brief!
Een andere wereld blijkt uit een brief
van de echtgenoote van een vooraan
staanden Fin. Daarin wordt ook in deze
bange tijden getuigd van de liefde Gods
voor Finland en van de bescherming
Gods van het zwakke.
Deze brief typeert het Finsche volk,
dat het uit kan houden door zijn diep
geworteld geloof,
i Het was de bedoeling dat omstreeks
dezen tijd propaganda zou worden ge
maakt voor de Olympische spelen, die
een gelegenheid zouden bieden aan de
Finnen om bewijzen af te leggen van
I hun prestaties op sportief, wetenschappe-
lijk, cultureel, en ander gebied. Het is
j tragisch, dat Finland thans om een ge-
i heel andere reden in 't centrum der be-
i langstelling staat.
Thans is Finland slagveld geworden,
j wat reeds eerder in de geschiedenis het
geval is geweest,
j Finland, aldus spr., is vrijwel geheel
een Protestantsch-Luthersch land.
De Finsche taal, zegt spr., staat geheel
apart. Er is een groot verschil tusschen
het Finsch, het Zweedsch en het Rus
sisch.
De Finnen hebben geen verwantschap
i met de Russen. Ze zijn in tegenstelling
met de Russen, niet slaafsch, maar sterk
individualistisch en oprecht geloovig.
Zoo anders dus als Rusland, waar de
godsdienst als opium voor het volk wordt
beschouwd. Toen vorig jaar de Finsche
onderhandelaars vertrokken om met de
Russen te gaan onderhandelen, hieven
de duizenden eerst het Finsche volkslied
en daarna „Een vaste burg is onze God"
aan.
Spr. vertelde daarna het een en ander
uit de geschiedenis van het eenvoudige
Finsche volk, uit de worsteling der Fin
nen om geen Russen en geen Zweden,
maar Finnen te zijn.
Finland putte groote voordeelen uit de
electriciteit en de enorme houtvoorraden.
Daardoor werd de levensstandaard ver
hoogd en de ontwikkeling gestimuleerd,
vooral na het midden der vorige eeuw.
In betrekkelijk kort tijdsverloop is Fin-
weet, kind", zei ze. „Ik heb een hekel
aan geheimen, en waarom we het zoo
lang stil hebben gehouden, weet ik
eigenlijk niet; behalve dat Baldwin
eerst een gelegenheid wilde afwachten,
om je te spreken. Toen hij echter ge
hoord had, dat er geen hoop voor hem
was, heb ik tegen hem gezegd, dat hoe
eer het nieuws verteld werd, hoe beter
het was. Het werd hoog tijd, dat ieder
een zou weten, dat hij mijn neef was;
men zei al, dat wij trouwplannen had
den. Stel je voor, op mijn leeftijd!"
Juffrouw De Burgh sprak gehaast.
Daarop liet zij Vivian bij den haard
plaats nemen, en wachtte op wat zij
zeggen zou.
„Ik wou, dat u het ons eer verteld
had", zei Vivian.
„Neem mij niet kwalijk, dat ik het je
vraag, maar zou het verschil gemaakt
hebben in je antwoord aan myn neef?"
„Neen", zei Vivian, terwijl zij hevig
bloosde, „dat geloof ik niet. Het is de
man zelf, waar het op aankomt, en ik
acht meneer Hunter meer, dan ik zeg
gen kan."
„Je doet meer dan dat, je steunt op
hem", zei juffrouw De Burgh haastig.
„Je hebt dikwijls genoeg gezegd, dat je
niet wist, wat je zonder hem zou moe-
land er in geslaagd een enorme ontwik-
keling te bereiken. Maar helaas in 1899
ging Rusland aan de rechten van Fin
land tornen en aan dit land onredelijke
eischen stellen, eischen, die echter wer
den afgewezen. Dit had een ongehoorde
terreur tot gevolg. Door een wonder (door
den slechten afloop van den Russisch-
Japanschen oorlog) werd Finland in 1903
gered. Maar na enkele jaren kwamen de
Russische machthebbers weer met hun
eischen. Ook toen reeds toonden de Fin
nen hun karakter om niet toe te geven
aan de Russen. De oorlog van 19141918
gaf vooral de jonge Finnen weer moed.
De revolutie kwam in Rusland en in 1917
werd de onafhankelijkheid van Finland
geproclameerd. Helaas werd nog door
communistische troepen in samenwerking
met enkele Finsche communisten een
vreeselijke terreur ontketend. Toen trad
Mannerheim naar voren. Hij wist te over
winnen. Na 1918 kon het geruïneerde
Finland aan den opbouw beginnen, een
schijnbaar bovenmenschelijke taak. Maar
het slaagde er in, dank zij zijn voortref
felijke eigenschappen. Het was vrijwel
het eenige land, dat aan Amerika rente
en aflossing van zijn schulden betaalde.
Behalve de economische dient ook de
cultureele ontwikkeling genoemd te wor
den, evenals die op muzikaal, weten
schappelijk, sociaal en politiek gebied.
Holaas, het Russische drama heeft zich
weer voortgezet; Rusland wil Finland op
de knieën krijgen.
Maar de Finnen weten zich gedragen
door hun geloof. Zij weten te strijden
voor groote waarden, niet alleen voor
hun eigen land, maar voor de geheele
beschaving. Het gaat om de groote vraag
of die beschaving in tal van landen al
dan niet zal kunnen voortduren.
Een zangkoor onder leiding van den
hoer Adr. Kousemaker zong nu „Geluk
kig is het land" van Valerius. Daarna
werd een serie lichtbeelden over Fin
land vertoond, waarbij de heer Van der
Vlugt toelichting gaf.
De aanwezigen konden zich, voor zoo
ver zij de lichtbeelden konden zien, een
voorstelling vormen van de producten
der Finsche bouwkunst, van het natuur
schoon en van de bronnen van bestaan
in Finland.
Helaas hebben de bommen der bescha
ving brengende Russen reeds veel ver
woest.
Aan het slot van zijn toelichting sprak
de heer Van der Vlugt woorden van
dank en hulde aan het adres van H. M.
de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana,
die zulk een verheven voorbeeld van
hulpverleening aan Finland gaven.
Spr. wees er een en andermaal op, dat
het ons onmogelijk is ook maar eeniger-
mate een voorstelling te vormen van den
geweldigen strijd, dien dat kleine volk
niet alleen het leger, maar het volk in
zijn geheel bij een onbeschrijfelijk lage
temperatuur moet voeren.
Nadat het zangkoor weer een lied ge
zongen had, herdacht de heer J. A. Pie-
terse, voorzitter van het Goesche comité
het overleden comité-lid, den heer L.
Dolle en dankte den heer Van der Vlugt
voor zijn komst naar Goes, waarna de
penningmeester, de heer De Kruijter, aan
den heer Van der Vlugt een bedrag van
ruim f 2100 overhandigde, dat te Goes
was ingezameld, met verzoek dit te zen
den aan de Finsche regeering. De bur
gerij werd dank gebracht voor haar spon
taan bijdragen, de collectanten voor hun
activiteit, de kerkvoogdij voor het gratis
afstaan van het kerkgebouw 'en den heer
Kousemaker en het zangkoor voor de
muziek en den zang.
De loco-burgemeester, weth. de Roo,
sprak het slotwoord. Spr. deelde mede,
dat een dames-comité is opgericht, dat
kleeding voor Finland zal inzamelen.
Spr. beval die inzameling warm aan en
vertrouwde, dat Goesche belangen daar
onder niet zouden lijden. We hebben zoo
veel reden tot dankbaarheid.
Ten slotte dankte spr. den voorzitter
van het comité voor zijn initiatief en ac
tiviteit. Laten wij hopen en bidden, dat
de ellende van het Finsche volk wordt
weggenomen en dat ons de gruwel van
den oorlog worde gespaard.
Met het staande zingen van twee cou
pletten van het Wilhelmus werd de bij
eenkomst besloten.
ten beginnen."
„Dat is zoo, en daar wil ik ook niets
van terugnemen, maar juffrouw De
Burgh, ik heb het gevoel, alsof ik door
mijn weduwschap als het ware afzon
derlijk gesteld ben. Ik zal nooit eenigen
man als een mogelijken echtgenoot be
schouwen. Dat maakt dus een eind aan
de zaak, nietwaar?"
Juffrouw De Burgh zweeg een oogen
blik, toen zei ze langzaam:
„Als je nu trouwde, zou men natuur
lijk zeggen, dat Baldwin geïnfluenceerd
was geworden door de gedachte aan
zijn ouderlijk huis. Misschien denk jij
ook wel, dat dat er achterzat, toen hij
je vroeg, maar ik kan je zeggen, dat
dat niet het geval was. Hij had je harts
tochtelijk lief, en dat jij de Abdij bezat,
had er niets mee te maken."
„Dat behoeft u mij niet eens te ver
tellen", zei Vivian, terwijl haar oogen
begonnen te fonkelen. „Ik ken meneer
Hunter ik kan er nog maar niet om
denken, om hem meneer De Burgh te
noemen te goed, om niet te weten,
diat hij nooit eenige bijbedoeling zou
kunnen gehad hebben."
Er volgden enkele oogenblikken van
stilte, en toen zei Vivian
„Ons beider positie is heel moeilik.
Een overbodige en toch niet
ongevaarlijke motie.
De Tweede Kamer heeft zich de laat
ste dagen onledig gehouden met de be
handeling van de Indische begrooting.
In den breede is hierbij gehandeld over
de mogelijkheid en wenschelijkheid van
staatkundige hervormingen.
Het was de heer Stokvis (S.D.), die
zich tot tolk had gemaakt van een aan
tal vooruitstrevende groepen in Indië,
die echter een zeer klein percentage van
de bevolking vertegenwoordigen, en die
niet minder vragen dan de instel
ling van een geheel door ver
kiezing samengesteld parle
ment, waaraan de Indische
regeering verantwoordelijk
zou z ij n.
Deze gedachte was door minister Wei
ter met kracht bestreden. De regeering is
evenals het overgroote deel van de volks,
vertegenwoordiging bereid aan bevorde
ring van meerdere zelfstandigheid mee
te werken, maar hier dient met groote
voorzichtigheid te werk te worden ge
gaan. Men moet geen vruchten plukken
die nog volstrekt niet rijp zijn.
De heer Stokvis bleek het hierin
met den minister wel eens te zijn.
Want na zijn rede waarin ver-gaande
eischen werden gesteld kwam hij met een
zeer gematigde motie, waarin slechts het
instellen van een onderzoek, naar
de mogelijkheid werd gevraagd.
De minister prees de gematigdheid
van de motie.
Maar toch moest hij de aanneming
met ernst ontraden,
In de eerste plaats omdat ze totaal
overbodig is. Een onderzoek wordt
reeds ingesteld. Maar dan ook, omdat do
motie niet, los Is te maken van de rede
die aan de indiening is voorafgegaan, en
waarop ze heelemaal niet klopt. De
berg, aldus de minister, heeft een be
lachelijke muis gebaard. Toch zou aan
neming van de motie een totaal verkeer
den indruk in Tndië kunnen maken. Ver
werping van de motie achtte spr. echter
evenmin gewenscht, omdat daaruit zou
kunnen worden geconcludeerd dat rui
mere staatkundige bevoegdheid is uitge
sloten, hetgeen in strijd is met de wer
kelijkheid.
De minister drong er daarom bij den
heer Stokvis op aan de motie terug te
nemen.
Maar dat weigerde de heer Stokvis.
Hoewel niemand kan ontkennen dat ze
overbodig en niet ongevaarlijk was, bleef
hij toch de motie handhaven.
Daarmee werd de indruk gewekt, dat
het niet meer ging om de zaak, maar
dat we hier te doen hebben met een
staal je van minder gewenschte poli
tiek.
Het resultaat was dat de motie werd
verworpen, met 53 tegen 22 stemmen. Al
leen de Chr. Democraten steunden de
S. D. A. P.
Gisteravond gaf de Chr. Gymnastiek
vereniging O. K. K. een uitvoering in
het Schuttershof, die vanavond herhaald
zal worden. Het is voor de bezoekers
steeds een genoegen de prestaties van de
turnsters en turners te mogen zien.
Deze vereeniging kan ook thans onder
de zeer bekwame leiding van den heer
Kooy, weer op een zeer goed geslaagden
avond terugzien. De uitvoering van gis
teravond zal ongetwijfeld voor de twee
de van hedenavond voldoende reclame
zijn, zoodat ook dan wel weer een volle
zaal belangstellende en sportliefhebben-
de bezoekers zich zal kunnen amuseeren.
Wat we dezen eersten avond te zien
kregen, was een kleine uitzondering
daargelaten o.i. zeer goed te noemen.
De waarn. voorzitter, de heer M. C.
van Melle, heette verschillende personen
in het bijzonder welkom, waarna de heer
Bakker, leider der dames-afdeeling, doch
thans op non-actief, wegens de mobili
satie, een woord van dank sprak tot de
leden der vereeniging voor de bewijzen
van belangstelling en medeleven onder
vonden bij zijn huwelijk. Verder wekte
hij de aanwezige ouders op, om toch hun
Het is moeilijk voor hem en moeilijk
voor mij. Wat vindt u, dat het beste
zou zijn, dat we deden?"
„Ik vind, dat je een anderen rent
meester moet nemen; het is niet ge
schikt en evenmin noodig, dat hij bij
je in betrekking zou blijven. Ik heb al
tegen hem gezegd, dat hij en ik een
poosje op reis konden gaan."
„En heeft hij daar in toegestemd?"
„Hij zal tenminste wel eindigen, met
toe te geven. Een jongeman kan soms
zoo vreemd zijn. Die voelt het penibele
van een situatie niet zoo gauw, als een
vrouw dat doet."
„Ik geloof niet, dat ik een anderen
rentmeester zal zoeken", zei Vivian. „Ik
denk, dat u wel verlangen zal, om met
uw neef terug te keeren naar uw oude
huis, juffrouw De Burgh. Daar behoort
u ook eigenlijk te zijn."
Juffrouw De Burgh zuchtte.
„Hij moet trouwen", zei ze en klemde
haar lippen vast opeen. „Ik geloof niet,
dat hij gelukkig zou kunnen zijn op de
Abdij zonder een vrouw. Daarom juist
zou ik willen, dat hij mee op reis ging.
Wij ontmoeten dan misschien een aar
dig meisje, waar hij zin in krijgt; en op
het oogenblik is de Abdjj van jou en
niet van ons." (Wordt vervolgd.)