BE ZEEUW
tweede blal
Een verwaarloosd Landgoed
Lusteloos? (4
Ne-nAKKERTJE^
Sinds 1829-1830 niet zoo koud geweest.
Vergadering
Chr.-Hist. Statenkring Goti
FEUILLETON
Uit de Provincie
MIDDELBURG.
GOES.
VAN
MAANDAG 19.FEBR. 1940. Nr 118.
REDE VAN Mr Dr A. A. VAN RHiJN.
Zaterdagmiddag vergaderde de Chr.
Hist. Statenkring „Goes" in het „Schut
tershof" te Goes.
Voorzitter Ds P. J. Steinz, welke na
schriftlezing en gebed een ernstig ope
ningswoord sprak.
Het jaarverslag van den secretaris,
den heer J. P. van Wel, was in een dank
toon gesteld en meldde een groeiend le
den- en stemmental.
De penningmeester, de heer Filipse
sloot zyn rekening af met een batig saldc
van f 53.18. De aftredende bestuursleden
M. de Looze, S. A. N. van Oeveren en J
p, van Wel, werden herkozen.
De voorzitter deelde mede, dat een ad
viesbureau voor de leden beschikbaar is
bestaande uit de heeren Mr Kousemaker,
(recht), M. de Looze (economie) en B.
C. de Mul (gemeenterecht). Na afdoe
ning van eenige huish. zaken gaf de voor
zitter het woord aan den heer Mr Dr A.
A. van Rhijn, secretaris-generaal van het
departement van economische zaken, met
het onderwerp:
„Nederland in de economische
branding."
Spr. behandelde drie punten: de voed
selvoorziening, de distributie, en de prijs
politiek.
De voorraden voor de voedselvoorzie
ning zijn op dit oogenblik niet onbevre
digend. Ook de landbouwproductie in ons
land wordt zooveel mogelijk aangemoe
digd. Zoo werd het fabrieksaardappel
areaal opgevoerd van 27.000 h.a. tot 36
duizend hectare, terwijl de suikerbieten-
verbouw voor dit jaar met 25 pet. werd
verhoogd. Daarentegen werd de produc
tie van fijne zaden en haver beperkt. Te
ver moet men hierbij evenwel niet gaan.
Verschillende van die producten kunnen
in het buitenland vermoedelijk tegen
hooge prijzen worden afgezet en vormen
daardoor een waardevolle versterking
van onze betalingsbalans.
Inzake het scheu'ren van g ras-
land is geen scheurgebod opgenomen,
omdat tal van gronden niet voor scheu
ren geschikt zijn, terwijl ook vele vee
houders de kennis en de outillage voor
den akkerbouw missen. Een scheurpre-
mie is o.a. ook op de kosten afgestuit.
Wel is er een aanmoediging tot scheu
ren toegepast door de verplichting tot
inlevering van producten, op gescheurde
gronden geteeld, te beperken.
De distributie van een artikel
kan in drie gevallen onmisbaar zijn. In
de eerste plaats wanneer reeds een te
kort aan een bepaald product aanwezig
is en het noodig is ieder zijn portie te
verzekeren. In de tweede plaats, wan
neer, bijvoorbeeld door hamsteren, een
tekort dreigt. En in de derde plaats,
wanneer het verbruik van bepaalde arti
kelen moet worden beperkt, teneinde te
bevorderen, dat de productie zich meer
op oorlogsdoeleinden richt.
Wanneer een distributie eenmaal in be-
teekenende mate wordt toegepast, heeft
zij de tendenz, zich uit te breiden. Naar
mate immers meer artikelen in de distri
butie worden betrokken, neemt het ge
vaar toe, dat de consument zich van de
overblijvende artikelen extra hoeveelhe
den zal willen aanschaffen. Ook heeft de
distributie het bezwaar, dat moeilijk re
kening kan worden gehouden met ver
schillen in den omvang van het verbruik,
door AMY LE FEUVRE.
66) _o_
Zij keek een beetje verlegen, toen zij
binnentrad.
„Ik stoor je toch niet?" vroeg zij.
„Natuurlijk niet", zei juffrouw De
urgh, wel wat kribbig. „Ga zitten,
wat heb ik je in lang niet gezien."
„Ik moet gaan", zei Baldwin en nam
§auw afscheid.
Juffrouw Fanshawe ging zitten en
l eerde te kijken alsof zij zich volko-
f ®n °P kaar gemak gevoelde. Zij en juf-
np U\t Burgh waren oude vriendin-
n. Nu was er echter een gevoel van
gereserveerdheid tusschen haar. Zij
P aatten over het weer en over een
r zieke kinderen in het dorp; over
dftimrucl?te.n en den o°gst; maar ein-
Jk zei juffrouw Fanshawe lachend:
zal"Sel?0^' da^ 'k maar liever ronduit
ben erf en> waarom ik hier naar toe
als men> en Je moet niet boos zijn,
ie geen doekjes om wind. Weet
de' «ri 4. heele dorP ket heeft over
aen?e°r Hulfrn?"SChaP tUSSCheD J°U en
voortspruitend uit verschil in plaatselij
ke gewoonten, uit het verschil tusschen
oudere en kleinere kinderen enz. Geluk
kig behoefde de distributie in ons land
tot nu toe slechts in beperkten omvang
te worden toegepast.
Wij hebben nu een beter apparaat tot
onze beschikking dan tijdens de vorige
mobilisatie. In de verschillende rijksbu-
reaux werken de belanghebbenden mede,
joodat het bedrijfsleven is ingeschakeld.
De beruchte kettinghandel is onmogelijk
gemaakt.
Vele oorzaken hebben tot de p r ij s-
verhoogingen van de laatste
maanden bijgedragen. De prijzen van
3ommige artikelen op de wereldmarkt en
de vruchten zijn gestegen.
De vraag naar goederen is toegenomen
o.a. door de vrees voor prijsstijgingen en
tekorten en voorts door de eischen van
defensie. Daarentegen is het aanbod da-
ende door stagnatie in den aanvoer van
overzee, de vernietiging van welvaarts
bronnen (handel en schepen) en het
richten van kapitaal en arbeid op im-
iroductieve oorlogsdoeleinden in plaats
/an op productieve vredes-doeleinden.
Pogingen, om iedere prijsverhooging te
ïeutraliseeren door een inkomstenver-
ïooging moeten met kracht worden af
gewezen, om de noodlottige spiraal-
jeweging van prijzen en loonen te ver
mijden.
Het is zeer noodzakelijk, dat men dit
in arbeiderskringen inziet. Het is niet in
het belang van de arbeiders, nu steeds
de loonen omhoog te drijven. Goede soci
ale politiek is niet steeds een schepje er
op te doen, maar den werkelijken toe
stand te laten zien.
Prijsstijgingen kunnen ook ontstaan
door oorzaken, gelegen bij het geld. De
defensie-uitgaven vragen op het oogen
blik het groote bedrag van 1.7 millioen
gulden per dag. Een zeer belangrijk deel
van dit bedrag beteekent nieuwe koop
kracht. Uiteraard kunnen deze nieuwe
uitgaven niet worden gefinancierd door
de bankbiljettenpers, omdat deze ons de
inflatie zou brengen.
Noodig zijn dus belastingen en leenin
gen.
Een systeem van prijstoeslagen, d.w.z.
subsidies van het Rijk voor den produ
cent of handelaar, kan prijsverhooging
voor den consument geheel of gedeelte
lijk voorkomen. Aan deze prijstoeslagen
zijn evenwel ernstige bezwaren verbon
den. Vooreerst zijn de onkosten enorm.
Gedurende en na den wereldoorlog
van 1914-'18 hebben de toeslagen op de
levensmiddelen bijna een half milliard
bedragen. Bovendien brengt dit systeem
het bedrijfsleven sterk onder controle
van de overheid.
De onvermijdelijke welvaartsverminde
ring zal ever de verschillende groepen
der bevolking zoo rechtvaardig mogelijk
moeten worden verdeeld.
Van het Nederlandsche volk zullen
thans worden gevraagd: offer en geest
kracht. Deze gaven ontvangen wij door
Christus in ons leven als Leidsman te
aanvaarden. Toen Zijn discipelen op zee
in een gevaarlijke branding verkeerden,
kwam Hij tot hen met de woorden: „Zijt
goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet". Dit
troostrijke woord moge ons opwekken in
Hem te gelooven en van Hem de rustige
kracht te ontvangen, die wij noodig heb
ben ook in de economische branding van
den tegenwoordigen tijd.
Bespreking.
Bij de bespreking, waaraan door de hee
ren Philipse, de Schipper, Blomaard,
Lankester en De Looze werd deelgeno
men, had Spr. nog gelegenheid, op en
kele belangrijke punten wat nader in te
gaan. Tegenover den heer Philipse, die
meende, dat een bietenprqs van f 12.50
niet harmonieert met een tarweprijs van
f 11, merkte spreker op, dat de tarwe
prijs vorig jaar met f 1 is verhoogd, ter
compensatie van de hoogere productie
kosten als gevolg van het bevriezen van
de wintertarwe. Wat nu de tarweprijs
zal zijn, zal afhangen van de situatie als
vorst en sneeuw verdwenen zullen zijn.
Men moet echter niet zeggen, dat de tar
weprijs f 11 is. Deze is f 10 (vorig jaar
verhoogd met f 1 vorsttoeslag).
Spr. vindt een bietenprijs van f 12.50
niet zoo laag. In één jaar tijd is deze
De grijze oogen van juffrouw De
Burgh fonkelden van kwaadheid. Sedert
wanneer heb jij je opgeworpen als
kwaadspreekster Als ik vriendelijk ver
kies te zijn tegen een eenzamen jongen
man, is het dan bepaald noodig, dat jij
er naar komt informeeren
„O, ik wist vooruit, dat je boos zou
worden, maar toch zal ik nog wat an
ders zeggen. Al zou je nooit meer tegen
mij willen spreken, dan vraag ik het je
toch, omdat het altijd het beste is, om
de waarheid te weten. Zijn jullie geën
gageerd Ga je met hem trouwen
De koele natuur van juffrouw De
Burgh versmolt een oogenblik en groote
verbazing trad er voor in de plaats.
Daarop begon zij zoo te lachen, dat
juffrouw Fanshawe hartelijk meelachte.
„Jou onnoozele hals", riep juffrouw
De Burgh eindelijk uit. „Geëngageerd
met met meneer Hunter! Hoe kom
je aan dien onzin? Je wil me toch niet
wijsmaken, dat ze dat zeggen?"
„Ja, dat doen zeen het heeft mfl erg
gehinderd en verdriet gedaan."
„En heeft Vivian dat ook geloofd?"
„Ik denk van wel, maar o, ik ben
zoo bljj, dat je er om kunt lachen. Het
heele dorp gelooft het echter."
„Het dorp!"
Juffrouw De Burgh was opeens weer
verontwaardigd.
prijs met 20 pet. verhoogd. Zijn de pacht
prijzen zoo verhoogd, dat nog meer ver
hooging zou moeten volgen? Spr. meent
van niet. Mocht deze sterk de hoogte in
gaan, dan kan het wetsontwerp, dat bij
na gereed is, dit verhinderen. Ook de loo
nen zijn niet belangrijk verhoogd. Op on
redelijke looneischen zal zeker niet wor
den ingegaan. Spr. meent dan ook, dat
de productiekosten in totaal zeker geen
20 pet zijn gestegen. Daarom vindt Spr.
een nog verder gaande verhooging niet
gemotiveerd.
Terugkomende op den tarweprijs,
merkt Spr. op, dat de boeren voor het
stroo zeer hooge prijzen ontvangen, als
gevolg van de hooge stroocartonprijzen.
Zoo noodig zal de regeering hiertegen
optreden door een uitvoerheffing voor
stroo te bepalen.
De verbouw van fijne zaden is een
moeilijk probleem. De teelt hiervan is
niet verboden, maar in het belang van de
voedselvoorziening van ons volk beperkt
tot het gemiddelde over de jaren 1937,
1938 en 1939.
De tuinbouwbeperking voor bedrijven
grooter dan 10 H.A. vindt spr. niet on
redelijk. De bedoeling hiervan is den ak
kerbouw te stimuleeren en den tuinbouw
die er zeer ernstig aan toe is, te helpen.
De aardappr /ring van f 50 blijft. Al
is de denaturatie-toeslag gedenatureerd,
omdat ze oorspronkelijk een andere be
doeling had, toch kunnen de boeren voor
al tegenwoordig over de aardappelprijzen
tevreden zijn. Er blijft best nog wat over.
Als zuivelexport niet meer mogelijk
mocht zijn, zullen we onzen zuivel moe
ten opeten, wat ten koste van de marga
rine zou zijn. Maar laten we met onze
critiek op de margarine-industrie voor
zichtig zijn. Zfl is van zeer groote betee-
kenis voor scheepvaart, havenbedrijven
werkgelegenheid en handel.
Wat de suikerdistributie betreft, acht
spreker het niet uitgesloten, dat als in
de e.v. drie maanden de verwachte aan
voeren rietsuiker zullen zijn aangeko
men, deze distributie zal kunnen worden
opgeheven.
Betreffende het stelsel van loontoesla-
gen, dat op het oog zoo aantrekkelijk
lijkt, zegt spreker, dat het in de praktijk
b.v. in den tuinbouw, is tegengevallen.
Men nam minder arbeiders dan anders,
en nam er dan bij van den steun. Daar
door verminderde de werkloosheid niet.
Onze graanpositie is door de plaats ge
had hebbende aanvoeren zoo, dat wij er
beter voorstaan dan op 1 Sept. j.l. De
bakkers ontvangen nog altijd de bloem
tegen denzelfden prijs als vóór den oor
log.
De regeering wil zooveel mogelijk de
prijzen laag houden. Wat de schoenen
b.v. betreft, wil zij de eenvoudige soorten
ongeveer op den ouden prijs houden, ter
wijl de luxe soorten dan wat meer kun
nen worden verhoogd. Zoo weigerde zij
ook voor de wol 50 pet meer te betalen
(fl.25)., maar vond zij een stijging van
25 pet. voldoende (f 1.05).
Onze invoer nam na Augustus sterk
toe, de uitvoer nam af. Dit kan op den
duur niet worden volgehouden. Anders
krijgen we inflatie. Daarom zyn maat
regelen tot verhooging van den export
noodig. In Januari was echter onze ex
port weer gestegen. Ook de aanvoer van
grondstoffen behoeft niet in zoo snel
tempo te gaan als dat de eerste maanden
van de mobilisatie het geval was.
TEGEN BEVOORRECHTING VAN DE
COÖPERATIES.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor de Zeeuwsche Eilanden te Mid
delburg heeft zich met een adres tot de
Tweede Kamer gericht naar aanleiding
van de indiening van drie wetsontwer
pen, namelijk tot instelling van een
Fonds voor Economische Verdediging;
een tot wijziging van de Landbouwcrisis-
wet en een tot vaststelling van de be
grooting voor genoemd fonds. Het heeft
de aandacht getrokken, dat deze wets
ontwerpen zijn ingediend op een onge
veer gelijk tijdstip als dat, waarop door
„Hoe kun je je nu zoo een maken met
het dorp, Pritv Ben ik niet oud ge
noeg, om ziji moeder te zijn, of zijn
tante
„Ik ben toch zoo blij, want ik wist
wel, dat je nooit aan zoo iets denken
zou. Ik geloof niet, dat ik langer blijf;
ik zal het bericht liever rechts en links
tegenspreken."
„Mag ik je verzoeken, om dat niet te
doen. Let toch niet op zulke berichten.
Er is niets geen grond voor geweest."
„Dat weet ik nog niet", zei juffrouw
Fanshawe op gestrengen toon. „Eiken
avond is hij by je. Jullie wandelden sa
men en kijken nu en dan alsof jullie
elkaar graag mochten lijden."
„Ik mag hém ook heel graag lijden",
zei juffrouw De Burgh uitdagend, „en
ik zal meneer Hunter net zoo dikwijls bij
m\j vragen, als ik wil." Daarop keek zij
haar vriendin aan, die haar nog altijd
met beteuterden blik aanstaarde.
„Je zult het later wel begrijpen, Prit-
ty", zei ze. Meneer Hunter en ik hebben
samen een geheim, maar het is niet het
dwaze geheim, dat jij dacht. Denk nu
intusschen niet, dat het je plicht is, om
mij te komen vertellen, wat de buren
zeggen. We zijn hoop ik, toch boven die
dingen verheven?"
Juffrouw Fanshawe stond op om heen
te gaan.
Tot hoe ver moet men teruggaan om
een winter aan te treffen, die het van
den tegenwoordigen in strengheid
wint? Nu de recordwinter van 1890
1891 is overtroffen, wordt van ver
schillende zijden deze vraag gesteld.
Door het ontbreken van waarnemin
gen, die geheel met de tegenwoordige
vergelijkbaar zijn aldus deelt het
Koninklijk Nederlandseh Meteorolo
gisch Instituut te De Bilt mede is
het antwoord niet zoo gemakkelijk.
Door gebruik van de oudere waarne
mingen (van Zwanenburg), kan men
met vrij groote zekerheid vaststellen,
dat na den winter van 18291830 er
geen geweest is, zóó streng als de win
ter, dien wij nu hebben. Er is echter
niet aan te twijfelen, dat de -roote
winter van 18291930 nog is
ingehaald.
Wanneer de temperatuur in hei
blijvende gedeelte van Februari even
veel beneden normaal is als in het af-
geloopen deel der maand, zullen de
maanden December, Januari en Fe
bruari gemiddeld ongeveer even koud
zijn in beide winters, maar dan wint
1829 het nog, omdat toen de winter
reeds op 14 November is begonnen; in
1939 is daartegen November te warm
geweest.
Om het record van 18291830 te
slaan aldus het K.N.M.I. zal deze
winter zich nog een eind in Maart
moeten voortzetten.
het Kon. Nederl. Landbouwcomité zijn
landbouwprogramma werd vastgesteld.
Vooral ook op het feit, dat daarin ge
sproken wordt over saneering der dis
tributie door organisatorische verster
king van den landbouw. Met andere
woorden door bevordering van de Coö
peraties boven den vrijen handel.
De adressante wijst er cp, dat dit h.i.
toch zeker niet op den weg van de Sta
ten-Generaal ligt. Is de meerderheid
echter een andere meening toegedaan,
dan zal de billijkheid zeker medebrengen
dat de bestaande bedrijven in de bran
che van den handel in granen enz. door
de regeering tegen schadeloosstelling
worden overgenomen. Reeds heeft de be
staanszekerheid in dit vry bedrijf door
allerlei maatregelen van overheidswege
veel ingeboet. Nimmer is hiervoor aan
den handel eenige compensatie gegeven,
zooals dit in dergelijke gevallen zeker
voor ambtenaren of werklieden ge
schiedt en in de toekomst geschieden zal
De adressante spreekt de hoop en ver
wachting uit, dat eenige leden van de
Tweede Kamer by de behandeling dezer
wetsontweipen de gelegenheid zuller
aangrijpen van de regeering een duide
lijke verklaring uit te lokken, over de
vraag hoe zy staat tegenover de beknot
ting van den vrijen handel, die zooali-
reeds eerder werd opgemerkt, op den
duur moet leiden tot algeheele vernieti
ging.
D. H. Lodewijk f.
Toen Zaterdagvoormiddag alhier he
plotseling overlijden, na een zeer korte
.ziekte, van den heer D. H. Lode
wijk, commies bij den Raad van Ar
beid alhier, bekend werd, wekte dat in
wijden kring diepe ontroering. In het
ambt van ouderling diende hij vele jaren
de Geref. Kerk. In het christelijk ver-
eenigingsleven nam hij een vooraan
staande plaats in en in talrijke functies
gaf hij zich met groote trouw en nauw
gezetheid.
Sedert de oprichting in 1923 was hij
voorzitter van de afd. van den Chr. Amb
tenarenbond. Ook was hij voorzitter van
de Geref. Mannenvereen. Dr Herman Ba-
vinck en secretaris van het Locaal Co
mité van de V.U. De overledene bereikte
den leeftijd van 54 jaar. De begrafenis
zal Dinsdag plaats hebben.
Een herinnering.
Het was even nadat de La,. m
op Woensdag 19 Februari 1930
gemeene schaftuur had aangekomugd
en ook de schilders, die aan de toen
malige sociëteit ,de Vergenoeging"
werkten, hun woningen waren gaan op-
„Nu, als je maar -niet met hem
trouwt", zei ze, „dan kan mij de rest
niet schelen. Nu moet ik maken, dat ik
wegkom, want ik wil voor de thee nog
wat in den tuin werken."
Zij vertrok; maar juffrouw De Burgh
was knorriger dan ze wel getoond had en
bracht na haar vertrek een paar onaan
gename uren door. Juffrouw Fanshawe
ging rechtstreeks naai' haar kruiden
tuin.
Vivian hoorde haar pruttelen, terwijl
zy druk aan het wieden was.
„Wel Pritty, wat scheelt er aan?"
vroeg ze. „Je ziet er zoo opgewonden uit.
Heeft iemand je geërgerd?"
Juffrouw Fanshawe hief haar hoofd
op.
„Ik heb het uitgepraat met Corrie De
Burgh", zei ze, „want ik heb een hekel
aan geheimen. Dat heb ik altijd gehad."
„Kom, hou nu even op met wieden.
De thee is klaar. Ik heb ze laten bren
gen onder de ceders op het gazon. Het
is vandaag zoo heerlyk buiten. Met dit
weer kan ik soms zoo verlangen naar
groote koele kamers, want dan stik ik
haast in de kinderkamer."
Juffrouw Fanshawe kwam overeind
en trok haar tuinhandschoenen en lin
nen jas uit en volgde Vivian door het
rozenlaantje naar het gazon. De Abdy
strekte zich voor hen uit en zag er zoo
zoeken voor de mlddagpot, dat ver-r
schillende personen op en by de Markt
boven aan de sociëteit zich steeds
grooter wordende vlammen zagen ont
wikkelen. Het was niet twyfelachtig
Middelburg stond na ruim twee maan
den weer voor een brand, die dreigde
een catastrophale omvang aan te ne
men. Van alle zijden werd brandalarm
gemaakt. De groote achterstand in de
brandweerorganisatie was toen nog
niet hersteld. Maar toch was het een
groot geluk, dat er voorloopig een
autobrandspuit was gehuurd, die naast
de beide kleine motorspuitjes, uitste
ken werk deed en voorkwam, dat de
brand zich naar de richting van den
Rooden Toren uitbreidde of de bios
coop geheel verwoestte.
Wy herinneren ons nog de opmer
king van een onzer toen vooraanstaan
de gemeentelyke autoriteiten: „Op 7
December ging een der mooiste gebou
wen (hy doelde op het Grand Hotel)
verloren, nu een der leeiy'kste".
Zeker het gebouw was niet fraai.
Het was voor een groot deel uit hout
opgetrokken, en brandde daardoor ge-
makkeiy'k.
Deze tweede groote brand binnen
drie maanden was een stoot om voort
te maken met de reorganisatie van de
brandweer.
Eindles motorkenniscursus der Z.L.M.
De jaariyksche eindles van den cursus
in motorkennis, uitgaande van den Kring
Walcheren der Z.L.M., had ditmaal niet
in de Ambachtsschool plaats, doch Za
terdagmiddag in de bovenzaal van „de
Vergenoeging".
Met het dageiyksch bestuur van den
Kring, vertegenwoordigd door den voor
zitter, Mr M. C. van der Minne en den
secretaris, den heer M. Kleinepier, wa
ren verschillende belangstellenden tegen
woordig.
Toen de laatste leerling een beurt had
gehad, nam Mr van der Minne het woord
om de verschillende aanwezigen dank
te brengen voor hun aanwezigheid en er
op te wyzen, dat nu 20 jaar lang de Kring
deze cursussen organiseert en steeds
onder leiding van den heer Visscher.
Spr. bracht den heer Visscher groote
hulde voor de wy'ze waarop hij zich van
deze taak kwijt en hoopte, dat hij dit
nog vele jaren zal mogen doen.
De heer Heuseveldt bracht namens de
aanwezige ouders van leerlingen ook
dank voor de wijze waarop deze lessen
gegeven worden.
De heer J. M. Jansen uitte als des
kundige zyn groote waardeering over
hetgeen door de Z.L.M. in deze wordt
gedaan en over de voortreffelijke lei
ding van den heer Visscher.
Ten slotte heeft een der leerlingen,
J. de Jonge, namens allen dank gebracht
aan de Z.L.M. voor de geboden gelegen
heid deze lessen te volgen en aan den
heer Visscher voor de aangename wijze,
waarop hy de lessen geeft en voor den
prettigen omgang met de cursisten.
De heer Visscher heeft dank gebracht
voor alle waardeerende woorden en ver
zekerd, dat de Zaterdagmiddagen in de
wintermaanden voor hem steeds aan
gename zyn, omdat hij dan deze lessen
geeft.
De namen der geslaagden zijn: J. G.
Wiesner, J. R. Grool, J. W. Heuseveldt,
P. J. v. d. Burg, B. Volmer, G. Leydek-
kers, W. J. Dorleijn, B. v. d. Slikke,
A. de Troye, J. M. Janse, C. Tange,
I. van Aartsen, A. Lenselink, allen Mid
delburg; J. Sanderse, M. J. Pluijmers,
beiden Vlissingen; W. Vos, Souburg; J.
de Jonge, J. de Visser, beide Goes; J.
Rops, Roosendaal; A. van Perrels, Bors-
sele; A. de Pree, Meliskerke; M. A. Mun
ter, Kortgene; J. F. Meeuse, Kapelle;
A. Kodde, Zoutelande en J. C. Louwerse,
Goiynsplaat.
HET TIENDE 'SOLISTENCONCOURS
VAN DEN BOND VAN HARMONIE
ËN FANFAREVEREENIGINGEN IN
ZEELAND.
Zaterdag werd te Goes het tiende so
listenconcours van den Bond van Har
monie- en Fanfarevereenigingen in Zee
land gehouden. Tengevolge van de mo
bilisatie was de deelname niet zoo groot
als de laatste jaren het geval was, waar-
koel en vredig uit, maar de gesloten
luiken en neergelaten jaloenzieën gaven
Vivian altijd een gedrukt gevoel.
Zij duwde juffrouw Fanshawe zachtjes
in een gemakkelijken rieten stoel.
„Ga daar nu eens heerlijk zitten rus
ten, Pitty", zei ze, „en pruttel niet meer
in je zelf. Het herinnert mij aan den
eersten keer, dat ik je zag. Je bent
doodop, geloof, ik. Waarom zet je toch
zoo'n haast achter dat wieden?"
„Om mijn knorrigheid te verzetten",
zei juffrouw Fanshawe glimlachend.
Daarop zei ze met een zucht: „Corrie
is te oud, om geheimen te hebben met
een jongen man en aanleiding te geven
tot gebabbel."
Vivan's oogen tintelden van pret.
„Je bent haar toch geen standje gaan
geven, is het wel? Ik zou het niet dur
ven doen. Juffrouw De Burgh is een
schat, maar ik ben altijd een beetje bang
voor haar. Ik moet in haar bijzijn altijd
denken aan de groote kloof tusschen een
De Burgh en een Carmichael. Kijk, daar
heb je een heerlijk kopje thee. Als je het
leeg hebt, mag je me alles vertellen."
Juffrouw Fanshawe dronk haar thee
op, en haar koele gezicht ontspande zich
en kreeg een zachtere uitdrukking.
(Wordt vervolgd.)