lm
flï!
ENGELAND schendt de NOORSCHE neutraliteit
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Onze wapens en verdedigingswerken
spreken een duidelijke taal.
EERSTE BLAD.
a
to
3
8 S 8 &8
s. s
ff. >i r- M p
ff
61
Oeferisie-strooken bezaaid met kazematten en
steunpunten - Ook de kust is geenszins ver
geten - Onze beveiliging sinds September be
langrijk toegenomen.
Belangrijkste Nieuws.
Duitsch stoomschip in de Noorsche territoriale
wateren overmeesterd - De eerste stellingen
van de Mannerheim linie door de Russen bezet.
Pauze in den aanval der Bolsjewisten?
<P
"lïffi
i
Brs
g s'ag.
i® e. 3 Sf
|-§ g.P„B-
ttB'VètS 8*
H- Q, fl}
eg§i
£L
ET
5. to
J "o 3-
a? g
s. i. i
3
J to 5 w
8 §"8
a«-rO
B ff S
re ao <o 2
p. to 3
-'"28
to p g
5
O o
do 5c:
a
to
N
5 I
S EL
K-
«Si
w
S9
IS
n a
<t>
II
en
fo- o"
P9
c
to to
30
D
m
rn
a
s
i.
II
*1
CO
O
■Q
re
o
3*
3
Cfl
O
3-
CO
(B
3-
5'
a
as p a> -j to g
P 5 f»
- S-crq S
3 a
O-
&8
cr P-
p c+
3 crq Ë- co
t-fPJis
|J9 h(2
'8 S3
8 c
8. a. p
a o
o P
CD Hj
3 O
cd
CD
H
S w
P O -.
p a- w
S 1U
g-£a®
'&5
CD
O
O
CD_ CJQ
<W i
®»®JD£
■S s=
g'&Hi p
?-S(g 1(8
35 $1 a
8 to c o
P ij C 30 H
.0
6i"&;
o g Bf tt
Pïoi»
a S-
CD ts: cd
o 2. o
tj a-s.
p o
g p
1 P o' to 3
p" 3."
C N
>"S OQ ^4 2.
£2:H«?
8 >o
a o 8. g' a
CD CD G.
S 5 S-
CD - W
IS
2 9- P <3
2 P3
&f iï
2 B
5 o» o o p
m y m
f$ 5
!T P1
•S I- 8 l«
w g,9
g W--
S- r+ to
ffi 8
V" tü MJ
*g$;
to £0
to fr
to 8
02 P
l 30
si-i. a
<8 -5" B 5
P 8. to
I B"s tü
P* P to 2
S 2 S
CP CD p
- a o., g
g E
eo tr p p
a &8S
B "^30 f
p <0 tm
i: p P"
p' P p
oo eo1^ oo
09 g E8ff
CL
ts p crq <-►
CP p CL (5
eop p g.
rt- O 2
O u. 0
G W<B:m
M» £7 PJ
a o 2 Pg
&P 3 2
B 8.Btd
iS'E^
to ft p-
S "OO 19
CD rt- i
w o
p O H CD M
g"e.&B.P.
If 8
CD P 5^^*^
tc g- or P p-o
Sff^gg
Joogöl
E. p S
ui rt-83 S I
t-o rt- P^Pj P P
2 o
O 1-! M P P -
-a sr. or ra
p 5 i»Ot
P*TC gP?»
-Pig
P NP-0
p!,S p)
CD
's
<1 Qj
ff
p p P
F to
CD r+ O
a" Qj fr
s- r s
CD CD P
cd 5 p
g E'B'ë
pt+p'j'ö
g g 8-^p
w p-
t—i co
P,. Pj to
®Mg'
^008
DO CD B
mXh£"p
PM S'
[£-2 g£
^oog e
®XPpfl
-0 0.
Ö«s: cd
B DB
V«I ro
B Mn a
OP Crt
trv fi4
3:ü
CD y
Gt
3
Q*
jpj
co co
P^a
m >0; 5.
Ot W^iPirf
Cl
u
CD
®^io
8
BAANDAG 19 FEBR. 1940
54e JAARGANG - No. 118
UitgaveN. V. Uitgevers-Maatschappij
Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureau* Lange Vorststraat 7 0, Goes
postrekening 44455 Telefoon 2438
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
j, J, F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
AbeRcesssntsprllï S2^5 per fewcrisa!
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en Viissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
AéYsrfsst'Ss 30 ernst ??§sf
(sgnm&is iBeae-ïoeSBgM 06 cent ps* rassS
Kleine Advertentlën Vrijdags er,
Zaterdags f0"8 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Nederland zal zijn neutraliteit naar alle
zijden handhaven", zoo heet het steeds,
als onze positie in de wereld besproken
wordt, en in een regeeringscommuniqué
van eenige weken geleden werd het nog
sterker uitgedrukteen aanvaller zou de
volle kracht onzer wapenen ondervinden.
Hoe welsprekend en vastberaden de
officieele taal in Nederland ook wordt
bjj het aanroeren van het onderwerp
„zelfstandigheid", toch is nog welspre
kender de taal, welke onze wapenen en
verdedigingswerken spreken tot hen, die
ze met eigen oogen aanschouwt. Deze
overweging was het, die de militaire
overheid over bezwaren van geheimhou
ding heen deed stappen en haar, door be
middeling van den Regeeringspers-
dienst, een uitnoodiging deed richten
aan de hier te lande vertoevende buiten-
landsche correspondenten en aan de Ne-
derlandsche pers.
In de eerste plaats wel waren de bui-
tenlandsche correspondenten genoodigd,
met uitzondering intusschen van dege
nen, wier land in oorlog was. Voor de
buitenlanders was de tocht, die onder de
uitmuntende leiding van eenige stafof
ficieren door Nederland werd gemaakt,
bijzonder leerrijk. Doch ook voor de
Nederlandsche 'journalisten, die sinds
September, evenals alle andere niet-mili-
taire landgenooten, van den groei onzer
defensiegordels slechts zeer oppervlak-
I dige symptomen te zien hebben gekre
gen, was de driedaagsche rit een openba
ring.
Niet alle sluiers der geheimhouding
nu zijn weggevallen. Wij zagen slechts
fragmenten, telkens „ergens anders in
Nederland"; (bij die plaatsaanduiding
moeten wij het laten)
De fragmenten echter waren, naar men
ons verzekerdee representatief voor de
rest.
Suggestief waren ze ook, want na drie
dagen lang in autobussen gezworven te
bebben door meer dan de helft der Ne
derlandsche provincies en daarbij door
loopend gesteld te zijn voor linies, inun
daties^ accessen, kazematten, versperrin
gen, hinderlagen, geschut, kazerner, ves
tingen, bruggenhoofden, grachten, hos
pitalen en wat al niet meer, na zulk een
Program te hebben afgewerkt waant
men zich in een land, waar den armen
burger nauwelijks plaats meer gelaten is.
Toen verleden voorjaar een der Ka
merleden om tweehonderd kazematten
vroe9i zal hij wel niet beseft hebben, hoe
bescheiden deze wensch een jaar later
geacht zou worden. Het zou een veelvoud
van tweehonderd worden, zei de minister
toen. Deze toezegging is wel vervuld: de
j ^azematten en steunpunten liggen ge
zaaid over onze defensiestrooken, ver er-
voor en diep erachter.
Honderdduizenden soldaten en duizen-
en burgers hebben er, geholpen door de
i 'ernste techniek, de laatste maanden
f =ewerkt. „Wij zijn nog niet klaar,
J gaan door", zoo zeide ons de com-
-andant veldleger, luitenant-generaal J.
snrat aron..van Voorst tot Voorst. Hij
tm °ns ziJ'n waardeering uit voor den
wafü zoo hard heeft gewerkt, een
elke ,rinS; Hie gedeeld zal worden door
e?' "e ziet, wat er w e 1 klaar geko-
vm,^1S' Herdaad een aanmerkelijk veel-
ud van tweehonderd.
Nederland heeft thans verschillende
r°oken land, die voor een aanvaller
a s rekende hindernissen zouden zijn.
seeïi166!6 verdedigingsstelsel is geba-
gine 7<Jf geachte, dat elke beveili-
Nietq f Weder een beveiliging behoeft.
zagen wJv- n kaart gezet Telkens
klein aio 1. excursie, zoowel in het
Past 7^^ j groot' dit Principe toege-
Weln„,„ 13waterlinie, vroeger vrij-
schillpnrq ®e.niSf Hefensiegordel, door ver-
Hes gedold ,diePte gegroepeerde li-
dicht hb a ,we ke barrières zich tot
Een vZj8 landsgrenzen voortplanten.
komen fn, ran welken kant hij ook zou
ren oitiH Tlme °P Unie moeten forcee-
dringen eentrum te kunnen door-
Men heeft ons van elke soort linies
stukken laten zien, stukken van een linie
in een grensstreek, van een die meer het
centrum des lands nadert, van de wa
terlinie en van de versterkte kust, tel
kens was het gegeven terrein op eigen
wijze uitgebuit.
Ergens in een der voorste hoofdlinies
was er een kale, moerassige vlakte, met
slechts hier en daar een goeden weg.
Rond zulk een toegang concentreerde
zich dan de kracht der verdediging.
De tanks en pantserwagens en het
zware materieel, die in het terrein geen
schijn van kans hadden, waren op of
j dicht bij de wegen te verwachten, dus
j waren daar de tankgrachten en ver
sperringen, de kazematten met anti-
tankgeschut en verschillende achter el
kaar gelegen mitrailleurnesten en steun
punten, deels in beton, deels van hout en
aarde, terwijl de artillerie achterwaarts
haar plaats had. Zulk een „acces-verde
diging" wacht den vijand op een vooruit
bepaald punt op, wetend, dat hij zijn
krachten niet kan en zal verspillen op
het moeras.
Elders in die omgeving zagen we de
verdediging van een boschachtige en
vlakke zandstreek. Hier was de verdedi
ging in de breedte uitgetrokken, herme
tisch gesloten en ook verraderlijk geca
moufleerd. Hier zijn de mogelijkheden
geschakeerd, en de hinderlagen dus even
eens. Hier geen openlijke tankgracht,
maar valkuilen, verborgen onder een hu-
muslaag. De natuur, het bosch, het
struikgewas levert hier de camouflage.
Weer elders was de situatie geheel an
ders. Daar liep de linie door een bebouw
de kom. Langs een kanaal, waar aan bei
de zijden huizenrijen naast stonden. De
oplossing was hier weer geheel anders;
de vijand moet hier op korten afstand,
met een stelsel van kruisvuren, worden
opgevangen. De artillerie zal den over
kant van het kanaal wel bestoken, maar
de eigen kracht moet toch door infante-
riewapens tot den waterkant toe bezet
blijven, want de opdracht luidt: nie
mand er door!
Die wapens zijn er ook, maar waar?
Dat schoenmakerswinkeltje met zijn
frissche gordijnen, bekijk het nabij, en
gij ziet hoe schijn bedriegt. Het gordijn
is geschilderd en de baksteenen buiten
muur bedekt meters beton en staal;
ginds is een bijgebouwtje, waar de tul
pen en het venster zijn geschilderd, de
vuurmond evenwel is echt. Een konijnen
hok blijkt zware mitrailleurs te bedek
ken en een huisje, dat men, afgaande op
eenige bijbehoorende gebruiksvoorwer
pen, onmiskenbaar ais een „zekere
plaats" meende te hebben herkend, blijkt
een nog kwaadaardiger innerlijk tp ver
bergen. De constructie van deze kaze
matten is stevig: de belendende huizen
kunnen er gerust op vallen, ze zullen er
slechts steviger door worden.
Weer ergens anders is een snijpunt
van kanalen. Er is ook een heuvel. Die is
dus nu een fort geworden, een moderne
burcht, die zijn omgeving met tientallen
schietgaten beheerseht en de geweldig
ste aanvallen zal tarten.
Wij gaan verder. Daar is een rivier,
een der groote rivieren Misstroompje,
nauwelijks op de kaart te vinden, heeft
een breedte van een kilometer gekregen
het is een kwestie van dammen en slui
zen. De hier gestelde inundatie vormt
nog een onderdeel van de uitgestrekte
linie, waaraan bovenstaande voorbeelden
zijn ontleend.
Wjj komen buiten de linie in de rich
ting van de grens. Hier liggen brug-
gen.De bewoners van grensstreken we
ten het wel:elke brug is een bol-
w e r k. De wachten er voor, erachter, de
kazematten in front en opzij, de prikkel
draadversperringen tot ver achter de
kazematten, de „asperges" en friesche
ruiters. Zij beschermen de brug zelfs te
gen aanvallen van de zijde van het bin
nenland, en elk beschermingsmidde'
wordt weer door een ander beschermd
over die bruggen komt mensch noch ma
chine. Eén alarm van den waarschu-
wingspost, en de brug gaat dicht met
kettingen, asperges, stalen deuren en
dreigt het gevaar ernstiger, de pantser-
afweerkanonnen vuren. Nog een hal
ve seconde, waarin de brugcom-
mandant het gevaar wikteen druk
op de knop vernietigt het werk van
millioenen. Elke brug in het grensgebied
bevat een zorgvuldig bewaakte springla
ding, die zoo lang de oorlogstoestand
duurt elk oogenblilc tot ontploffing
kan worden gebracht.
Zoo stelt elk terrein, elke situatie, een
eigen probleem, dat op een eigen wijze
wordt opgelostwaar de linie gloednieuw
is dit is by de voorste linies nabij de
grens meestal het geval doch ook in
het binnenland zijn vele vierkante kilo
meters volkomen nieuw „is het werk
„van den grond af" opgebouwd. f
In streken, waar onze vaderen reeds
doende waren met hun ernorme verde
digingswerken, bestaat een deel van den
arbeid in het verzwaren van bestaande
forten en liniedijken en in het lardeeren
van het oude groen met moderne beton
nen werken.
Ook hier, waar de waterstand zijn
problemen stelt is de verzette arbeid
enormde dijken, die ook bij beschieting
waterkeerend moeten blijven, zijn er ver
zwaard tot twintig meter dikte en ver
schillende nieuwe dijken zijn over - een
lengte van kilometers in recordtijd opge
worpen. Spuisluizen zijn aangelegd of
verbeterd, zoodat de militaire bevel
hebbers den waterstand in de hand heb
ben. In een enkelen nacht kunnen mil
lioenen kubieke meters water worden
overgebracht van de eene kom naar de
andere.
Bijzonder sterk is de accesverdediging
d.w.z. de verdediging van de toegangs
wegen, die tusschen de inundaties door-
loopen. Zij zijn bezaaid met kazematten
en andere beveiligingsmiddelen.
Van een hoog punt af konden wij ge
tuigen zijn van een alarmoefening in
zulk een acces; eenige vuurpijlen, hoorn
signalen, en alles rende naar zijn uitrus
ting en wapen. Vijf minuten later zag
men overal op de paadjes groepen en
secties in looppas, trokken de paarden in
vollen galop de stukken geschut in de
opstellingen, spuwden de kazernes en an
dere verblijven hun troepen uit; daarna
verdwenen geleidelijk de hollende figu
ren uit het landschapna twintig minu
ten waren alle posten in het acces en
het waren er vele bezet en bedrijfs
klaar.
Ook de kust is geenszins vergeten, al
hoewel deze van nature vrij veilig is.
Landingspogingen immers zijn slechts
op zeer weinig punten mogelijk. Is de ge-
heele kust met snelvurend geschut bezet,
deze enkele gevaarlijke punten zijn tot
moderne forten gemaakt. Het duin is
omwoeld en overal dreigen vuurmon
den. Wij zagen stukken kustgeschut van
zwaar kaliber, die slechts even boven het
duin uitstaken. Zij stonden echter ver
ankerd op wat men een onderaardschen
toren zou kunnen noemen: op een in het
duin verzonken betonnen bouwwerk van
drie verdiepingen, waarin munitiemaga
zijnen en verblijven voor de bediening
waren aangebracht. In een afzonderlij
ken commandopost, eveneens van me
tersdik beton, voorzien van de geweldig
ste optische instrumenten, zal het vuur
van dit geschut worden bediend. Het ge
schut en de commandopost zijn steeds
bezet. Zij worden beschermd door bat
terijen van kleiner kaliber. Deze weer
worden door mitrailleurnesten tegen lan
dingspogingen beveiligd.
Tegen snelvarende motorbooten is
kort halfautomatisch marinegeschut, dat
zeer snel vuurt, opgesteld. Batterijen
luchtafweergeschut van alle kalibers
staan links en rechts in het duin. Ook
naar de landzijde zijn er kazematten, om
ook naar dien kant tegen verrassingen
gedekt te zijn.
Zoo is Nederland een bolwerk gewor
den en zal bet, bij het vorderen van den
tijd, steeds meer worden. De weermacht,
door burgerlijke aannemingsbedrijven
bijgestaan, heeft wonderen verricht.
Toch kan men niet zeggen, dat zij het
aanschyn van onzen bodem veranderd
heeft, want dit is zoo weinig mogelijk
geschied; waar het kon, is steeds van de
eigenaardigheden van het landschap ge
bruik gemaakt om de werken zoo onop
vallend mogelijk te doen zijn.
Ook daarvan heeft men ons frappante
staaltjes laten zien. Ergens op een sterk
punt van ons verdedigingsstelsel, waar
een beboschte heuvelrug uitgebreide in
undaties beheerseht, wandelden wy met
vijftig oplettende lieden langs een pad
door laag sparrenhout. Plotseling barst
te vlak achter ons een salvo van een bat
terij zwaar veldgeschut los; wy waren
midden door de battery geloopen, nie
mand had iets gezien. By nadere be
schouwing bleek de plek gronds een uit
gebreid Labyrinth van loopgraven en
geschut-opstellingen te bevatten, zeer
kundig afgedekt met gaas, vlechtwerk en
sparrengroen.
Ergens anders liet men ons raden:
waar staat hier een battery? Wy zagen
weiland met hooimyten, kippenhokken,
hier en daar een haag, een boerderij, een
landweg, maar geen battery. Toen liet
men ons naderbij komener was hier en
daar iets echts, maar het meeste was
bedrog: het vredige landschap bevatte
geducht geschut, opgesteld in de pseu-
do-hooimyt, het pseudo-kippenhok, het
slechts schijnbare,boschpaadje.
Als men zoo onder deskundige leiding
op dergelijke details opmerkzaam wordt
gemaakt, en Nederlands landschap leert
zien van zijn grimmige zijde, dan kan het
niet anders, of men is na drie dagen ge
ïmponeerd en draagt de overtuiging mee
dat sinds September onze nationale vei
ligheid aanzienlijk is toegenomen. Wij
zijn laat begonnen met onze linies, doch
wij doen het nu met grondigen ernst,
Binnenland.
Het stoomschip „Ameland" op een mijn
geloopen en gezonken.
Een tocht langs onze verdedigingswer
ken.
Buitenland.
Duitsch stoomschip in de Noorsche
territoriale wateren door Engelsch
oorlogsschip overmeesterd.
De Russen hebben eenige stellingen
van de Mannerheimlinie bezet.
Pauze in den Russischen aanval.
VLISSINGEN.
NIEUW GEBOUW WATERLEIDING.
B. en W. stellen den raad voor, een
crediet van f 50.000 beschikbaar te stel
len voor den bouw van een nieuw kan
toor voor waterleiding aan de van Dis-
hoeckstraat, daar het oude pand te klein
is geworden.
In opdracht van de Britsche admira
liteit en met volledige goedkeuring van
de Britsche regeering drongen Engel-
sche zeestrijdkrachten de Noorsche ter
ritoriale wateren binnen, waar het Duit-
sche s.s. „Altmark" was gesignaleerd.
Aan boord van de „Altmark" bevonden
zich ongeveer 300 Britsche zeelieden in
gevangenschap.
De Britsche torpedojager „Cossack"
enterde het Duitsche vaartuig. Er ont
stond een gevecht, waarbij verscheiden
Duitschers werden gedood. De anderen
capituleerden, waarna de gevangenen
door de „Cossack" van boord werden ge
haald.
De Britsche torpedojager is gister
namiddag met de bevrijdè gevangenen
in de Schotsche haven Port Leith aan
gekomen.
De Duitsche gezant heeft Zaterdag
te Oslo ten allerscherpste geprotesteerd
tegen de overmeestering van het Duit
sche s.s. „Altmark" door den Engelschen
torpedojager „Cossack" in de Joesing-
fjord, dus binnen de territoriale wate
ren. Het protest richt zich ook tegen
het feit, dat de Noorsche regeering de
„Altmark" geen voldoende bescherming
heeft verleend.
De gezant maakt er op attent, „dat
het hier om een aller-ernstigsten toe
stand gaat, welke de scherpste gevolgen
kan meebrengen."
Van Engelsche zijde wordt niet ge
poogd de schending der Noorsche wate
ren juridisch te verdedigen. Betoogd
wordt, dat de Noorsche regeering moest
weten, dat Engelsche zeelieden aan boord
van de „Altmark" waren. Dat de Noor
sche regeering de „Altmark" toestond
Bergen weer te verlaten en het schip
niet vast hield, verbaasde Londen en
„dwong onmiddellyk handelend op te
treden".
Verder wordt van die zijde gewezen
op drie schendingen van de Noorsche
territoriale wateren door Duitsche ma-
rinestrydkrachten.
HOE ENGELAND OPTRAD.
De Britsche admiraliteit heeft Zater
dagmiddag het volgende communiqué
gepubliceerd:
„Men zal zich herinneren, dat de Ad
miral Graf Spee in het zuidelyk deel
van den Atlantischen Oceaan voor Kerst
mis zeven Britsche koopvaardyschepen
tot zinken heeft gebracht. De officieren
werden als gevangenen op het slag
schip gebracht en dragelyk behandeld.
De overige opvarenden echter werden
op de „Altmark" overgebracht, een hulp
schip van de Duitsche vloot. Tusschen
de 300 en 400 Britsche zeelieden werden
op dit slagschip gevangen gehouden en
volgens verklaringen van eenigen hun
ner, die waren overgebracht naar de
Graf Spee en later bevryd, hadden deze
zeelieden op de „Altmark" vele ontberin
gen en een harde behandeling te ver
duren.
De „Altmark" verdween na het ge
vecht met de Graf Spee volkomen van
de zee, er kon geen spoor meer van het
schip worden ontdekt. Op 15 Februari
bleek het, dat de „Altmark" langs de
Noorsche kust naar het Zuiden voer,
gebruik makend van den bijzonderen
vorm van deze kust met zijn vele in
hammen, teneinde te trachten deze 3
400 Britsche zeelieden naar Duitschland
over te brengen.
Britsche schepen en vliegtuigen kwa
men in actie en bij verkenningsvluchten
kwam men er van op de hoogte, dat de
„Altmark" Vrijdagmiddag een toevlucht
zocht in de Noorsche Joesingf jord.
Met volledige goedkeuring van de re
geering gaf de admiraliteit order de
neutrale wateren binnen te varen, de
„Altmark" op te sporen en alle gevan
genen, die aan boord zouden worden
gevonden, te bevrijden.
Aan den ingang van de fjord, die
doodloopt, verschenen twee Noorsche
kanonneerbooten. Van Engelsche zijde
werd voorgesteld, dat het Duitsche
schip onder gemeenschappelijke Noorsch-
Britsche bewaking zou worden gesteld
en door Noorsche en Britsche schepen
naar Bergen zou worden begeleid, waar
een onderzoek zou kunnen worden in
gesteld en de geheele aangelegenheid in
overeenstemming met 't internationale
recht behandeld zou kunnen worden.
Dit voorstel werd niet aanvaard. De
commandant van een der Noorsche ka
nonneerbooten verklaarde, dat de „Alt
mark" niet gewapend was, dat hij niets
van gevangenen aan boord wist, dat het
schip verlof had gekregen op zijn tocht
naar Duitschland van de Noorsche ter
ritoriale wateren gebruik te maken.
Na deze verzekering trokken de En
gelsche jagers zich uit de territoriale
wateren terug.
Na het vallen van de duisternis ech
ter begaf de „Cossack" zich, in overeen
stemming met de orders der admirali
teit opnieuw in de fjord. De Noorsche
bodems wilden bij een onderzoek geen
medewerking verleenen doch zij bleven
passief.
De „Altmark" manoeuvreerde alsof
zy het voornemen had de „Cossack" tot
zinken te brengen, indien die haar wilde
enteren. Daarbij liep het Duitsche schip
aan den grond. De „Cossack" kwam
langszy en enterde het schip. Er ont
stond een gevecht, waarby vier Duit
schers werden gedood en vyf ernstig
gewond. De Engelschen zouden één man
verloren hebben.
De „Altmark" werd overmeesterd:
een deel van de bemanning vluchtte op
den wal terwyl de rest zich overgaf.
Tusschen de 300 en 400 Britsche gevan
genen werden bevryd en gingen over op
de „Cossack'.
Het Duitsche petroleumtankschip
„Baldur", dat tijdens deze gebeurtenis
sen buiten de territoriale wateren pas
seerde, werd gesommeerd te stoppen
door den jager „Ivanhoe". De beman
ning van de „Baldur" bracht het schip
daarop naar Duitsche methode tot
zinken.
Het bleek, dat de „Altmark" gewa
pend was met twee snelvuur-kanonnen