lm flï! ENGELAND schendt de NOORSCHE neutraliteit Dagblad voor de Provincie Zeeland Onze wapens en verdedigingswerken spreken een duidelijke taal. EERSTE BLAD. a to 3 8 S 8 &8 s. s ff. >i r- M p ff 61 Oeferisie-strooken bezaaid met kazematten en steunpunten - Ook de kust is geenszins ver geten - Onze beveiliging sinds September be langrijk toegenomen. Belangrijkste Nieuws. Duitsch stoomschip in de Noorsche territoriale wateren overmeesterd - De eerste stellingen van de Mannerheim linie door de Russen bezet. Pauze in den aanval der Bolsjewisten? <P "lïffi i Brs g s'ag. i® e. 3 Sf |-§ g.P„B- ttB'VètS 8* H- Q, fl} eg§i £L ET 5. to J "o 3- a? g s. i. i 3 J to 5 w 8 §"8 a«-rO B ff S re ao <o 2 p. to 3 -'"28 to p g 5 O o do 5c: a to N 5 I S EL K- «Si w S9 IS n a <t> II en fo- o" P9 c to to 30 D m rn a s i. II *1 CO O ■Q re o 3* 3 Cfl O 3- CO (B 3- 5' a as p a> -j to g P 5 f» - S-crq S 3 a O- &8 cr P- p c+ 3 crq Ë- co t-fPJis |J9 h(2 '8 S3 8 c 8. a. p a o o P CD Hj 3 O cd CD H S w P O -. p a- w S 1U g-£a® '&5 CD O O CD_ CJQ <W i ®»®JD£ ■S s= g'&Hi p ?-S(g 1(8 35 $1 a 8 to c o P ij C 30 H .0 6i"&; o g Bf tt Pïoi» a S- CD ts: cd o 2. o tj a-s. p o g p 1 P o' to 3 p" 3." C N >"S OQ ^4 2. £2:H«? 8 >o a o 8. g' a CD CD G. S 5 S- CD - W IS 2 9- P <3 2 P3 &f iï 2 B 5 o» o o p m y m f$ 5 !T P1 •S I- 8 l« w g,9 g W-- S- r+ to ffi 8 V" tü MJ *g$; to £0 to fr to 8 02 P l 30 si-i. a <8 -5" B 5 P 8. to I B"s tü P* P to 2 S 2 S CP CD p - a o., g g E eo tr p p a &8S B "^30 f p <0 tm i: p P" p' P p oo eo1^ oo 09 g E8ff CL ts p crq <-► CP p CL (5 eop p g. rt- O 2 O u. 0 G W<B:m M» £7 PJ a o 2 Pg &P 3 2 B 8.Btd iS'E^ to ft p- S "OO 19 CD rt- i w o p O H CD M g"e.&B.P. If 8 CD P 5^^*^ tc g- or P p-o Sff^gg Joogöl E. p S ui rt-83 S I t-o rt- P^Pj P P 2 o O 1-! M P P - -a sr. or ra p 5 i»Ot P*TC gP?» -Pig P NP-0 p!,S p) CD 's <1 Qj ff p p P F to CD r+ O a" Qj fr s- r s CD CD P cd 5 p g E'B'ë pt+p'j'ö g g 8-^p w p- t—i co P,. Pj to ®Mg' ^008 DO CD B mXh£"p PM S' [£-2 g£ ^oog e ®XPpfl -0 0. Ö«s: cd B DB V«I ro B Mn a OP Crt trv fi4 3:ü CD y Gt 3 Q* jpj co co P^a m >0; 5. Ot W^iPirf Cl u CD ®^io 8 BAANDAG 19 FEBR. 1940 54e JAARGANG - No. 118 UitgaveN. V. Uitgevers-Maatschappij Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureau* Lange Vorststraat 7 0, Goes postrekening 44455 Telefoon 2438 Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel j, J, F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28 Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA AbeRcesssntsprllï S2^5 per fewcrisa! Weekabonnementen voor Middelburg Goes en Viissingen f 0.20 Losse nummers 5 cent AéYsrfsst'Ss 30 ernst ??§sf (sgnm&is iBeae-ïoeSBgM 06 cent ps* rassS Kleine Advertentlën Vrijdags er, Zaterdags f0"8 bij vooruitbetaling Advertentiën onder letter of motto 10 cent extra Bij contract belangrijke korting Nederland zal zijn neutraliteit naar alle zijden handhaven", zoo heet het steeds, als onze positie in de wereld besproken wordt, en in een regeeringscommuniqué van eenige weken geleden werd het nog sterker uitgedrukteen aanvaller zou de volle kracht onzer wapenen ondervinden. Hoe welsprekend en vastberaden de officieele taal in Nederland ook wordt bjj het aanroeren van het onderwerp „zelfstandigheid", toch is nog welspre kender de taal, welke onze wapenen en verdedigingswerken spreken tot hen, die ze met eigen oogen aanschouwt. Deze overweging was het, die de militaire overheid over bezwaren van geheimhou ding heen deed stappen en haar, door be middeling van den Regeeringspers- dienst, een uitnoodiging deed richten aan de hier te lande vertoevende buiten- landsche correspondenten en aan de Ne- derlandsche pers. In de eerste plaats wel waren de bui- tenlandsche correspondenten genoodigd, met uitzondering intusschen van dege nen, wier land in oorlog was. Voor de buitenlanders was de tocht, die onder de uitmuntende leiding van eenige stafof ficieren door Nederland werd gemaakt, bijzonder leerrijk. Doch ook voor de Nederlandsche 'journalisten, die sinds September, evenals alle andere niet-mili- taire landgenooten, van den groei onzer defensiegordels slechts zeer oppervlak- I dige symptomen te zien hebben gekre gen, was de driedaagsche rit een openba ring. Niet alle sluiers der geheimhouding nu zijn weggevallen. Wij zagen slechts fragmenten, telkens „ergens anders in Nederland"; (bij die plaatsaanduiding moeten wij het laten) De fragmenten echter waren, naar men ons verzekerdee representatief voor de rest. Suggestief waren ze ook, want na drie dagen lang in autobussen gezworven te bebben door meer dan de helft der Ne derlandsche provincies en daarbij door loopend gesteld te zijn voor linies, inun daties^ accessen, kazematten, versperrin gen, hinderlagen, geschut, kazerner, ves tingen, bruggenhoofden, grachten, hos pitalen en wat al niet meer, na zulk een Program te hebben afgewerkt waant men zich in een land, waar den armen burger nauwelijks plaats meer gelaten is. Toen verleden voorjaar een der Ka merleden om tweehonderd kazematten vroe9i zal hij wel niet beseft hebben, hoe bescheiden deze wensch een jaar later geacht zou worden. Het zou een veelvoud van tweehonderd worden, zei de minister toen. Deze toezegging is wel vervuld: de j ^azematten en steunpunten liggen ge zaaid over onze defensiestrooken, ver er- voor en diep erachter. Honderdduizenden soldaten en duizen- en burgers hebben er, geholpen door de i 'ernste techniek, de laatste maanden f =ewerkt. „Wij zijn nog niet klaar, J gaan door", zoo zeide ons de com- -andant veldleger, luitenant-generaal J. snrat aron..van Voorst tot Voorst. Hij tm °ns ziJ'n waardeering uit voor den wafü zoo hard heeft gewerkt, een elke ,rinS; Hie gedeeld zal worden door e?' "e ziet, wat er w e 1 klaar geko- vm,^1S' Herdaad een aanmerkelijk veel- ud van tweehonderd. Nederland heeft thans verschillende r°oken land, die voor een aanvaller a s rekende hindernissen zouden zijn. seeïi166!6 verdedigingsstelsel is geba- gine 7<Jf geachte, dat elke beveili- Nietq f Weder een beveiliging behoeft. zagen wJv- n kaart gezet Telkens klein aio 1. excursie, zoowel in het Past 7^^ j groot' dit Principe toege- Weln„,„ 13waterlinie, vroeger vrij- schillpnrq ®e.niSf Hefensiegordel, door ver- Hes gedold ,diePte gegroepeerde li- dicht hb a ,we ke barrières zich tot Een vZj8 landsgrenzen voortplanten. komen fn, ran welken kant hij ook zou ren oitiH Tlme °P Unie moeten forcee- dringen eentrum te kunnen door- Men heeft ons van elke soort linies stukken laten zien, stukken van een linie in een grensstreek, van een die meer het centrum des lands nadert, van de wa terlinie en van de versterkte kust, tel kens was het gegeven terrein op eigen wijze uitgebuit. Ergens in een der voorste hoofdlinies was er een kale, moerassige vlakte, met slechts hier en daar een goeden weg. Rond zulk een toegang concentreerde zich dan de kracht der verdediging. De tanks en pantserwagens en het zware materieel, die in het terrein geen schijn van kans hadden, waren op of j dicht bij de wegen te verwachten, dus j waren daar de tankgrachten en ver sperringen, de kazematten met anti- tankgeschut en verschillende achter el kaar gelegen mitrailleurnesten en steun punten, deels in beton, deels van hout en aarde, terwijl de artillerie achterwaarts haar plaats had. Zulk een „acces-verde diging" wacht den vijand op een vooruit bepaald punt op, wetend, dat hij zijn krachten niet kan en zal verspillen op het moeras. Elders in die omgeving zagen we de verdediging van een boschachtige en vlakke zandstreek. Hier was de verdedi ging in de breedte uitgetrokken, herme tisch gesloten en ook verraderlijk geca moufleerd. Hier zijn de mogelijkheden geschakeerd, en de hinderlagen dus even eens. Hier geen openlijke tankgracht, maar valkuilen, verborgen onder een hu- muslaag. De natuur, het bosch, het struikgewas levert hier de camouflage. Weer elders was de situatie geheel an ders. Daar liep de linie door een bebouw de kom. Langs een kanaal, waar aan bei de zijden huizenrijen naast stonden. De oplossing was hier weer geheel anders; de vijand moet hier op korten afstand, met een stelsel van kruisvuren, worden opgevangen. De artillerie zal den over kant van het kanaal wel bestoken, maar de eigen kracht moet toch door infante- riewapens tot den waterkant toe bezet blijven, want de opdracht luidt: nie mand er door! Die wapens zijn er ook, maar waar? Dat schoenmakerswinkeltje met zijn frissche gordijnen, bekijk het nabij, en gij ziet hoe schijn bedriegt. Het gordijn is geschilderd en de baksteenen buiten muur bedekt meters beton en staal; ginds is een bijgebouwtje, waar de tul pen en het venster zijn geschilderd, de vuurmond evenwel is echt. Een konijnen hok blijkt zware mitrailleurs te bedek ken en een huisje, dat men, afgaande op eenige bijbehoorende gebruiksvoorwer pen, onmiskenbaar ais een „zekere plaats" meende te hebben herkend, blijkt een nog kwaadaardiger innerlijk tp ver bergen. De constructie van deze kaze matten is stevig: de belendende huizen kunnen er gerust op vallen, ze zullen er slechts steviger door worden. Weer ergens anders is een snijpunt van kanalen. Er is ook een heuvel. Die is dus nu een fort geworden, een moderne burcht, die zijn omgeving met tientallen schietgaten beheerseht en de geweldig ste aanvallen zal tarten. Wij gaan verder. Daar is een rivier, een der groote rivieren Misstroompje, nauwelijks op de kaart te vinden, heeft een breedte van een kilometer gekregen het is een kwestie van dammen en slui zen. De hier gestelde inundatie vormt nog een onderdeel van de uitgestrekte linie, waaraan bovenstaande voorbeelden zijn ontleend. Wjj komen buiten de linie in de rich ting van de grens. Hier liggen brug- gen.De bewoners van grensstreken we ten het wel:elke brug is een bol- w e r k. De wachten er voor, erachter, de kazematten in front en opzij, de prikkel draadversperringen tot ver achter de kazematten, de „asperges" en friesche ruiters. Zij beschermen de brug zelfs te gen aanvallen van de zijde van het bin nenland, en elk beschermingsmidde' wordt weer door een ander beschermd over die bruggen komt mensch noch ma chine. Eén alarm van den waarschu- wingspost, en de brug gaat dicht met kettingen, asperges, stalen deuren en dreigt het gevaar ernstiger, de pantser- afweerkanonnen vuren. Nog een hal ve seconde, waarin de brugcom- mandant het gevaar wikteen druk op de knop vernietigt het werk van millioenen. Elke brug in het grensgebied bevat een zorgvuldig bewaakte springla ding, die zoo lang de oorlogstoestand duurt elk oogenblilc tot ontploffing kan worden gebracht. Zoo stelt elk terrein, elke situatie, een eigen probleem, dat op een eigen wijze wordt opgelostwaar de linie gloednieuw is dit is by de voorste linies nabij de grens meestal het geval doch ook in het binnenland zijn vele vierkante kilo meters volkomen nieuw „is het werk „van den grond af" opgebouwd. f In streken, waar onze vaderen reeds doende waren met hun ernorme verde digingswerken, bestaat een deel van den arbeid in het verzwaren van bestaande forten en liniedijken en in het lardeeren van het oude groen met moderne beton nen werken. Ook hier, waar de waterstand zijn problemen stelt is de verzette arbeid enormde dijken, die ook bij beschieting waterkeerend moeten blijven, zijn er ver zwaard tot twintig meter dikte en ver schillende nieuwe dijken zijn over - een lengte van kilometers in recordtijd opge worpen. Spuisluizen zijn aangelegd of verbeterd, zoodat de militaire bevel hebbers den waterstand in de hand heb ben. In een enkelen nacht kunnen mil lioenen kubieke meters water worden overgebracht van de eene kom naar de andere. Bijzonder sterk is de accesverdediging d.w.z. de verdediging van de toegangs wegen, die tusschen de inundaties door- loopen. Zij zijn bezaaid met kazematten en andere beveiligingsmiddelen. Van een hoog punt af konden wij ge tuigen zijn van een alarmoefening in zulk een acces; eenige vuurpijlen, hoorn signalen, en alles rende naar zijn uitrus ting en wapen. Vijf minuten later zag men overal op de paadjes groepen en secties in looppas, trokken de paarden in vollen galop de stukken geschut in de opstellingen, spuwden de kazernes en an dere verblijven hun troepen uit; daarna verdwenen geleidelijk de hollende figu ren uit het landschapna twintig minu ten waren alle posten in het acces en het waren er vele bezet en bedrijfs klaar. Ook de kust is geenszins vergeten, al hoewel deze van nature vrij veilig is. Landingspogingen immers zijn slechts op zeer weinig punten mogelijk. Is de ge- heele kust met snelvurend geschut bezet, deze enkele gevaarlijke punten zijn tot moderne forten gemaakt. Het duin is omwoeld en overal dreigen vuurmon den. Wij zagen stukken kustgeschut van zwaar kaliber, die slechts even boven het duin uitstaken. Zij stonden echter ver ankerd op wat men een onderaardschen toren zou kunnen noemen: op een in het duin verzonken betonnen bouwwerk van drie verdiepingen, waarin munitiemaga zijnen en verblijven voor de bediening waren aangebracht. In een afzonderlij ken commandopost, eveneens van me tersdik beton, voorzien van de geweldig ste optische instrumenten, zal het vuur van dit geschut worden bediend. Het ge schut en de commandopost zijn steeds bezet. Zij worden beschermd door bat terijen van kleiner kaliber. Deze weer worden door mitrailleurnesten tegen lan dingspogingen beveiligd. Tegen snelvarende motorbooten is kort halfautomatisch marinegeschut, dat zeer snel vuurt, opgesteld. Batterijen luchtafweergeschut van alle kalibers staan links en rechts in het duin. Ook naar de landzijde zijn er kazematten, om ook naar dien kant tegen verrassingen gedekt te zijn. Zoo is Nederland een bolwerk gewor den en zal bet, bij het vorderen van den tijd, steeds meer worden. De weermacht, door burgerlijke aannemingsbedrijven bijgestaan, heeft wonderen verricht. Toch kan men niet zeggen, dat zij het aanschyn van onzen bodem veranderd heeft, want dit is zoo weinig mogelijk geschied; waar het kon, is steeds van de eigenaardigheden van het landschap ge bruik gemaakt om de werken zoo onop vallend mogelijk te doen zijn. Ook daarvan heeft men ons frappante staaltjes laten zien. Ergens op een sterk punt van ons verdedigingsstelsel, waar een beboschte heuvelrug uitgebreide in undaties beheerseht, wandelden wy met vijftig oplettende lieden langs een pad door laag sparrenhout. Plotseling barst te vlak achter ons een salvo van een bat terij zwaar veldgeschut los; wy waren midden door de battery geloopen, nie mand had iets gezien. By nadere be schouwing bleek de plek gronds een uit gebreid Labyrinth van loopgraven en geschut-opstellingen te bevatten, zeer kundig afgedekt met gaas, vlechtwerk en sparrengroen. Ergens anders liet men ons raden: waar staat hier een battery? Wy zagen weiland met hooimyten, kippenhokken, hier en daar een haag, een boerderij, een landweg, maar geen battery. Toen liet men ons naderbij komener was hier en daar iets echts, maar het meeste was bedrog: het vredige landschap bevatte geducht geschut, opgesteld in de pseu- do-hooimyt, het pseudo-kippenhok, het slechts schijnbare,boschpaadje. Als men zoo onder deskundige leiding op dergelijke details opmerkzaam wordt gemaakt, en Nederlands landschap leert zien van zijn grimmige zijde, dan kan het niet anders, of men is na drie dagen ge ïmponeerd en draagt de overtuiging mee dat sinds September onze nationale vei ligheid aanzienlijk is toegenomen. Wij zijn laat begonnen met onze linies, doch wij doen het nu met grondigen ernst, Binnenland. Het stoomschip „Ameland" op een mijn geloopen en gezonken. Een tocht langs onze verdedigingswer ken. Buitenland. Duitsch stoomschip in de Noorsche territoriale wateren door Engelsch oorlogsschip overmeesterd. De Russen hebben eenige stellingen van de Mannerheimlinie bezet. Pauze in den Russischen aanval. VLISSINGEN. NIEUW GEBOUW WATERLEIDING. B. en W. stellen den raad voor, een crediet van f 50.000 beschikbaar te stel len voor den bouw van een nieuw kan toor voor waterleiding aan de van Dis- hoeckstraat, daar het oude pand te klein is geworden. In opdracht van de Britsche admira liteit en met volledige goedkeuring van de Britsche regeering drongen Engel- sche zeestrijdkrachten de Noorsche ter ritoriale wateren binnen, waar het Duit- sche s.s. „Altmark" was gesignaleerd. Aan boord van de „Altmark" bevonden zich ongeveer 300 Britsche zeelieden in gevangenschap. De Britsche torpedojager „Cossack" enterde het Duitsche vaartuig. Er ont stond een gevecht, waarbij verscheiden Duitschers werden gedood. De anderen capituleerden, waarna de gevangenen door de „Cossack" van boord werden ge haald. De Britsche torpedojager is gister namiddag met de bevrijdè gevangenen in de Schotsche haven Port Leith aan gekomen. De Duitsche gezant heeft Zaterdag te Oslo ten allerscherpste geprotesteerd tegen de overmeestering van het Duit sche s.s. „Altmark" door den Engelschen torpedojager „Cossack" in de Joesing- fjord, dus binnen de territoriale wate ren. Het protest richt zich ook tegen het feit, dat de Noorsche regeering de „Altmark" geen voldoende bescherming heeft verleend. De gezant maakt er op attent, „dat het hier om een aller-ernstigsten toe stand gaat, welke de scherpste gevolgen kan meebrengen." Van Engelsche zijde wordt niet ge poogd de schending der Noorsche wate ren juridisch te verdedigen. Betoogd wordt, dat de Noorsche regeering moest weten, dat Engelsche zeelieden aan boord van de „Altmark" waren. Dat de Noor sche regeering de „Altmark" toestond Bergen weer te verlaten en het schip niet vast hield, verbaasde Londen en „dwong onmiddellyk handelend op te treden". Verder wordt van die zijde gewezen op drie schendingen van de Noorsche territoriale wateren door Duitsche ma- rinestrydkrachten. HOE ENGELAND OPTRAD. De Britsche admiraliteit heeft Zater dagmiddag het volgende communiqué gepubliceerd: „Men zal zich herinneren, dat de Ad miral Graf Spee in het zuidelyk deel van den Atlantischen Oceaan voor Kerst mis zeven Britsche koopvaardyschepen tot zinken heeft gebracht. De officieren werden als gevangenen op het slag schip gebracht en dragelyk behandeld. De overige opvarenden echter werden op de „Altmark" overgebracht, een hulp schip van de Duitsche vloot. Tusschen de 300 en 400 Britsche zeelieden werden op dit slagschip gevangen gehouden en volgens verklaringen van eenigen hun ner, die waren overgebracht naar de Graf Spee en later bevryd, hadden deze zeelieden op de „Altmark" vele ontberin gen en een harde behandeling te ver duren. De „Altmark" verdween na het ge vecht met de Graf Spee volkomen van de zee, er kon geen spoor meer van het schip worden ontdekt. Op 15 Februari bleek het, dat de „Altmark" langs de Noorsche kust naar het Zuiden voer, gebruik makend van den bijzonderen vorm van deze kust met zijn vele in hammen, teneinde te trachten deze 3 400 Britsche zeelieden naar Duitschland over te brengen. Britsche schepen en vliegtuigen kwa men in actie en bij verkenningsvluchten kwam men er van op de hoogte, dat de „Altmark" Vrijdagmiddag een toevlucht zocht in de Noorsche Joesingf jord. Met volledige goedkeuring van de re geering gaf de admiraliteit order de neutrale wateren binnen te varen, de „Altmark" op te sporen en alle gevan genen, die aan boord zouden worden gevonden, te bevrijden. Aan den ingang van de fjord, die doodloopt, verschenen twee Noorsche kanonneerbooten. Van Engelsche zijde werd voorgesteld, dat het Duitsche schip onder gemeenschappelijke Noorsch- Britsche bewaking zou worden gesteld en door Noorsche en Britsche schepen naar Bergen zou worden begeleid, waar een onderzoek zou kunnen worden in gesteld en de geheele aangelegenheid in overeenstemming met 't internationale recht behandeld zou kunnen worden. Dit voorstel werd niet aanvaard. De commandant van een der Noorsche ka nonneerbooten verklaarde, dat de „Alt mark" niet gewapend was, dat hij niets van gevangenen aan boord wist, dat het schip verlof had gekregen op zijn tocht naar Duitschland van de Noorsche ter ritoriale wateren gebruik te maken. Na deze verzekering trokken de En gelsche jagers zich uit de territoriale wateren terug. Na het vallen van de duisternis ech ter begaf de „Cossack" zich, in overeen stemming met de orders der admirali teit opnieuw in de fjord. De Noorsche bodems wilden bij een onderzoek geen medewerking verleenen doch zij bleven passief. De „Altmark" manoeuvreerde alsof zy het voornemen had de „Cossack" tot zinken te brengen, indien die haar wilde enteren. Daarbij liep het Duitsche schip aan den grond. De „Cossack" kwam langszy en enterde het schip. Er ont stond een gevecht, waarby vier Duit schers werden gedood en vyf ernstig gewond. De Engelschen zouden één man verloren hebben. De „Altmark" werd overmeesterd: een deel van de bemanning vluchtte op den wal terwyl de rest zich overgaf. Tusschen de 300 en 400 Britsche gevan genen werden bevryd en gingen over op de „Cossack'. Het Duitsche petroleumtankschip „Baldur", dat tijdens deze gebeurtenis sen buiten de territoriale wateren pas seerde, werd gesommeerd te stoppen door den jager „Ivanhoe". De beman ning van de „Baldur" bracht het schip daarop naar Duitsche methode tot zinken. Het bleek, dat de „Altmark" gewa pend was met twee snelvuur-kanonnen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 1