DE ZEEUW
De lieantieele politiek der legeering.
tweede blad
Het F.nsche froni.
tal verwaarloosd Landgoed
Neutraliteit en waakzaamheid.
Zenuwachtig
"AKKERTJE
Uit de Provincie
Het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer.
hy.
MIDDELBURG.
GOES.
VAN
DONDERDAG 11 JAN. 1940. Np 85.
(Van omen militairen medewerker.
Uit de elkander vaak tegensprekende
berichten zuilen we trachten weer een
beeid samen te stellen van den huldi
gen oorlogstoestand in Finland. Het is
2uo jammer dat de nieuwsagentschap
pen geen deskundigen ais ooriogscorres-
pjndenten uitzenden, thans moeten we
bet vaak stellen met berichten, welke
doen denken, dat onze radiovriend Ko-
bus Kuch er als reporter heen is gezon
den; deze zou, zoo al geen vakkundige,
dan'toch in elk geval grappiger inlich
tingen hebben doen inkomen. Wat moet
men b.v. denken van een bericht als:
Een Finsche patrouille geraakte tus
schen twee Russische divisies, doch door
hun strategie wisten de Finnen het
zoo aan te leggen, dat de Russen op
elkaar gingen schieten en elkander zoo
doende vernietigden". En zulke berich
ten komen helaas meer voor.
De toestand is met één woord te schet
sen: winter. Een invallend leger, dat
over wegen beschikt als naar Suomussal-
mi en Salla leiden, kan by een tempe
ratuur van 40 graden beneden nul on
mogelijk vooruit komen. En wanneer
we dan nog in aanmerking nemen, dat
de Russische transporten langs die we
gen overal op het onverwachtst worden
bestookt door ski-afdeelingen, die even
als vroeger de cavalerie, de Russische
verbindingen waar zy maar kans zien
aanpakken! We lazen dan ook reeds,
dat de Russen, welke in voorste iyn
stryden, het moeten stellen met uiterst
kleine rantsoenengeen eten, in zulke
koude, geen wonder dat vele Russen,
wier vaderlandsliefde toch al niet erg
groot schijnt te zijn, desertie naar den
vijand profereeren. De ellende die thans
door de vreeselijke koude geleden wordt
blijkt uit berichten, dat in loopgraven
en granaattrechters, geheele groepen
Russen met het geweer in de hand dood
gevroren werden gevonden; in andere
gevallen was de schildwacht die het
kampvuur moest aanhouden, in slaap
gevallen, het vuur was gedoofd en alle
manschappen bevroren.
De grootste ellende heerscht natuur
lijk bij de voorste afdeelingen, die in
contact zjjn met den vijand, doch de aan
blik langs de aanvoerwegen moet ook
verschrikkelijk zijn; geheele bespannin
gen verhongerde of doodgevroren paar
den liggen langs den weg, afgewisseld
met tanks en vrachtautomobielen, die
zjjn blijven steken.
Over het algemeen is aan het front
dan ook stilstand ingetreden.
Op de Karelische landengte graven de
Russen zich in en heeft het er allen
schijn van, dat zij ze'f defensief zu^en
""treden tot het weer verbetert. Be
halve eenig artillerievuur heerscht hier
rust.
Sector Tolmaiarvi stilstand.
p<ü Su-msso'mi hebben de F'nnen de
zich verdedigende Russen een zware ne
derlaag toegebracht; h5er is voor de
tweede maal een divisie ongeveer ver
mengd met. aks resultaat ve^ gevange
nen en zeer veel buit in handen der Fin-
nen,
Rij Saba zijn de Russen nog wakker
en hebben zij getracht den linkervleugel
der Finnen te omtrekken, welke ma-
nceuvre door een krachtige tegenaanval
der Frnnen mislukt, is.
Tf,en de Russen te kampen kregen
met, weigerende auto's hebben zij hunne
hoop gevestigd op sleden, aangedreven
feuilleton
38)
door AMY LE FEUVRE,
has heelemaal uw eigen baas zijn",
v advocaat hem verzekerd. Me-
Carmichael is een jong onerva
ren meisje."
Hij had echter ondervonden, dat dat
en fvaren" meisje een sterken wil had
wi,i r,se de details van het landgoed
uae begrijpen en er een opinie op na-
m, wat betrof de dingen, die gedaan
ereerri °i ^orden- Eerst had het hem ge-
ater bad hij er schik om gehad,
komen an efn.s waren zij in botsing ge
dekt ?n, kad langzamerhand ont-
hem'wi J niet 200 vriJ sPel bad, als
heid uWa3 toegezegd. Haar oprecht-
het v., i ••aar entbousiasme, wat betrof
maakten Zw ,van haar onderhoorigen,
zich te echter onmogelijk, om
inmensHnrg-erel?. aan baar voortdurende
tijden ti S+m Zljn werk- Er waren zelfs
ernsti JT ®en vraSende blik uit haar
haar iinn ?6 oogen en het beven van
haar tot eike .deden verlangen, om
maken w- priJS gelukkiK te kunnen
tty schreed met bezorgdheid
door propellers, doch ook dit schynt een
mislukking te worden.
Met genoegen kan men dus constatee-
ren, dat de Finnen op alle gevechtster
reinen niet alleen hebben kunnen stand
houden doch meestal zelfs aan de win
nende hand zy'n.
Doch voor hoelang? De Finsche Gene
rale Staf heeft zelf erkend, dat hun suc
cessen meer te danken zyn aan de felle
koude, dan aan hun wapenen. In dezen
winterveldtocht zyn zij door hun ge
hardheid tegen het klimaat, hun terrein
kennis en ski-capaciteiten den tegen
stander de baas gebleven. Doch hoe zal
het lot zich verder ontwikkelen als zy
hun bondgenoot, den winter, verliezen?
Gelukkig komt er in velerlei vorm van
alle zijden hulp voor hen opdagen, doch
dit blijft alles een druppel in de zee ver-
gebleken by de onuitputteiyke bronnen
der Russen. Deze moeten zich natuurlijk
wel aan hun onmetelijke grenzen dek
ken en kunnen dus altyd maar een klein
deel hunner militaire macht tegen Fin
land afzonderen, doch niets kan hun be
letten een leger van twee of drie mil-
lioen man, waaraan toegevoegd een on
evenredig groote macht aan artillerie,
tanks en vliegtuigen, voor dit doel te be
stemmen. Wat kan daar tegenover het
Finsche leger van 300.000 man met wei
nig hulpwapens presteeren?
De vraag is thans, wat zullen de Rus
sen doen?
Biyven waar zy zyn, in afwachting
van het voorjaar? Direct hun over
macht inzetten? Een raad te Moskou
gehouden heeft hierover beraadslaagd.
Velen zullen spoed geëischt hebben om
der wille van het politieke prestige. De
legerleiding voelt meer voor wachten op
stygende temperatuur. Naar verluidt
wenscht Stalin: rust aan het front, ter-
wyi inmiddels een groote luchtover-
macht alle verbindingen van Finland met
de buitenwereld moet vernielen en af
snijden. Dit laatste moet zoo moeiiyk
niet zyn; we wezen er reeds eerder op
dat het eerste luchtdoel voor de Rus
sen behoord te zyn, den spoorweg over
OuluTorniaZweden grondig en blij
vend te vernielen, terwyi de marine zich
meester moet maken van de Botnische
Golf.
Tot onzen zeer grooten spyt moeten
we helaas constateeren, dat de toe
komst voor het sympathieke Finland
zeer duister biyft.
Een kleine advertentie in de rubriek
„Vraag en Aanbod" kost slechts 75 ceni
bi] vooruitbetaling.
Naar aanleiding van het jongste com
muniqué van den regeeringspersdienst
schryft „De Standaard" o.m. het
volgende
De neutraliteit van ons land, noewel
geïncorporeerd in onze zelfstandigheids-
politiek, staat als een paal boven water,
j Journalistieke fantasie, of wat erger
is, een tendentieuze campagne in de bui-
tenlandsche pers zullen de Regeeringen
van de ons omringende landen nien op
een dwaalspoor brengen.
Niettemin is het natuurlijk te loven,
dat de Regeering, en al haar organen, op
haar qui vive zijn.
Naast deze activiteit zouden wij gaar
ne zien een even groote waakzaamheid
ten aanzien van personen en groepen in
ons land, die telkens aan het buitenland
twijfel inzake onze neutraliteit suggeree-
ren.
Wat de pers van extremisten zich op
dit gebied veroorlooft, gaat alle perken
te buiten.
Dit geschrijf benadert een landsverra-
deriyk karakter.
Een slappe houding daartegen werkt
dit kwaad nog in de hand.
Tot groote schade van ons land.
Het is Overheidstaak met alle wette
lijke middelen hieraan een einde te ma
ken en waarborgen te scheppen, dat een
verkeerde buitenlandsche berichtgeving
over Nederland geen voedsel vindt in
Nederlandsche organen.
Niet alleen naar buiten, doch zeer in
het bij'zonder ook naar binnen is waak
zaamheid geboden.
voort, als hij er aan dacht, hoe het klei
ne tengere meisje tegen dien storm op
zou moeten.
Toen kwam opeens een hond naar
hem toe, en hij herkende het dier, want
het was een van de ruigharige Schot-
sche windhonden van de Abdij.
„Castor!" riep hij.
De hond bleef staan, stak zijn kop in
de hoogte en stootte een kort geblaf uit.
Een enkel oogenblik hoopte meneer
Hunter, dat Vivian hem volgen zou, en
viel het hem opeens in, dat zij den hond
misschien had weggestuurd, om hulp te
halen.
„Waar is de vrouw?" vroeg hij op
scherpen toon. „Kom, breng me bij de
vrouw."
Castor keek hem aan, maar scheen
niet geneigd, om hem te vertrouwen, en
beschouwde het blijkbaar als zijn plicht,
om naar huis te gaan.
Toen de hond hem voorbij wilde gaan,
hield meneer Hunter hem gauw Vivians
mantel onder den neus.
„Zoek haar, Castor; zoek haar", zei
Castor snuffelde eens aan den mantel,
keek meneer Hunter aan met een blik
van begrijpen en keerde, zonder langer
te aarzelen weer terug in de richting
van waar hij gekomen was.. Hij ging de
heide niet op, maar sloeg een zyweg in
SMOKKELEN VAN SIGARENAAN
STEKERS NAAR BELGIë.
Belgische douanebeambten van den
specialen autodienst te Eecloo hebben,
volgens de „VI. Crt.", onder leiding van
den controleur der douane aldaar even
over de grens een Nederlandschen auto
aangehouden, welke by visitatie onge
veer 9000 uit Nederland afkomstige si
garenaanstekers bleek te bevatten.
De vier inzittenden, allen Nederlan
ders, resp. afkomstig uit Oostburg en
Philippine, werden gearresteerd en in
gesloten te Eecloo. De auto met in
houd werd in beslag genomen. Deze
smokkelhandel beteekent voor België
een ernstige belastingontduiking, daar
elke aansteker moet voorzien zyn van
een ryksmerk en belast is met tien
francs, een soort weeldebelasting, welke
in Frankryk reeds lang en in België
kort geleden is ingevoerd.
Uitgezonderd de ontdoken invoer
rechten, betreft het hier dus een belas
tingontduiking van 90.000 francs.
N.V. „STOOMTRAM WALCHEREN".
Naar de „Vliss. Crt." verneemt zal
de heer J. P. Bakker, directeur van de
N.V. „Stoomtram Walcheren", thans
autobus- en vrachtautobedryf, te Kou
dekerks, 1 Mei a.s. deze functie neer
leggen, in verband met het bereiken
van den pensioengerechtigden leeftyd.
DE DERDE AVOND VAN DE
LUCHTBESCHERMING.
Gisterenavond trad de verduistering
reeds te 7 uur uur in. Er waren slechts
enkele winkeliers die hun zaken open
hielden.
Reeds was de helft van den verduis-
teringstyd verstreken, toen even over
half negen de sirenes het teeken van
luchtgevaar gaven.
Deze worden thans nog in werking
gebracht door in de buurt gereed staan
de personen, die op een knopje te druk
ken hebben, doch die eerst telefonisch
met het luchtgevaar in kennis worden
gebracht. Zoo kwam het, dat niet alle
sirenes tegeiyk begonnen te werken.
In de toekomst zal dit anders zijn. Gis
teren is nameiyk de installatie aange
komen, waardoor men van uit den hoofd
post alle sirenes tegelijk in werking zal
kunnen brengen.
Gisterenavond kon worden vastgesteld
dat zy, die buiten vertoefden wel allen
het geluid van de sirenes gehoord heb
ben, doch het is ons bekend, dat bin
nenshuis verschillende personen het zoo
goed als niet opmerkten.
Anders was het met het eindsignaal,
dat met zyn hard, doordringend en een
tonig geluid meer succes had.
Tusschen beide signalen in hebben de
enkele tientallen personen, die op straat
waren zich in een der kelders onderdak
verschaft. Ook zagen wy personen, die
zich naar huis spoedden of die in een
portiek of dergelijke weggescholen.
Met name de beide schuilkelders on
der de perceelen 25 en 31 aan de Markt
hadden vele personen tot zich getrokken.
Verondersteld werd, dat de vliegma
chine, die aanleiding tot luchtalarm was
geweest, bommen had uitgeworpen, die
op vier plaatsen in de stad aanleiding
gaven tot optreden van verschillende on-
derdeelen van den luchtbeschermings
dienst.
Boven de Markt was een bom met
mosterdgas uitgeworpen. Daarna werd
de ontsmettings- en gasverdrijvingsploeg
van gemeentewerken opgeroepen, die
volgens de voorschriften, eerst het ter
rein afbakende en toen, na bestrooiing
van het terrein met zand, en ontsmet
tingsmiddelen, alles bijeen veegde en zoo
het gevaar den kop indrukte.
In de Korte Delft was het perceel,
waarin de drukkerij Althorffer is ge
vestigd, door een brisantbom getroffen
en lagen de stukken van den gevel op
straat, terwijl deze gevel gestut moest
worden.
Hier moest de opruimingsploeg van
gemeentewerken zijn taak komen ver
vullen en om het werk daarvan niet te
bemoeilijken, was de Korte Delft aan
beide zijden afgesloten met een houten
en liep zoo vlug voort door de zachte
sneeuw, dat meneer Hunter moeite had,
om hem bij te houden.
Zoo gingen zij samen een mijl ver
voort. Toen ging de hond een open hek
door, dat naar een dicht bosch leidde.
Het was het pad van de houthakkers en
de diepe wagensporen waren nu met
sneeuw bedekt, Het was zwaar loopen.
Het was doodstil in het bosch en dat gaf
hem nieuwen angst. Men kon er den
wind niet voelen tusschen al die den
nen en pijnboomen; maar de sneeuw viel
hoe langer hoe dichter en hulde alles in
een wit kleed.
Hij gaf twee keer een harden schreeuw
en toen meende hy in de verte een kreet
als antwoord te hooren. Castor liep
steeds verder, zonder een oogenblik te
aarzelen. Hij sloeg eindelijk terzijde een
smal voetpad in, dat tusschen nulst en
andere groene heesters doorliep, en toen,
bij een plotselinge kromming van het
pad, stuitte meneer Hunter op de wan
delaarster.
Zy zat op den grond in een beschut
hoekje, en Pollax, de andere windhond
lag over haar voeten.
„O", riep meneer Hunter uit, „heeft
u zich bezeerd?"
„Neen, neen; maar komt u gauw hier!
Ik ben toch zoo biy, dat u er is. Ik had
Castor naar huis gestuurd om hulp te
Blijkens het Voorl. Verslag der Eerste
Kamer over de bejrooting van financiën
duchtten eonige leden, naar mate de oor
logstoestand voortduurt, een verdere ver
arming en verlaging van den levensstan
daard in alle lagen der maatschappij.
Vermindering van de uitgaven.
Onder zoodanige omstandigheden nu is
het, dus betoogden zij, meer dan ooit ge-
wenscht, dat de financieele politiek aller
eerst wordt gericht op vermindering van
de niet strikt noodzakelijke uitgavien.
In de tweede plaats bepleitten deze le
den, gelet op de sterke stijging van de
volstrekt noodzakelijke uitgaven en
daartegenover op de sterke daling van
volksvermogen en volksin'komen, dat zoo
veel mogelijk de hand worde gehouden
aan dekking met belastinggelden van de
jaarlijks terugkeerande uitgaven, alsmede
van die uitgaven, voor welke een equiva
lente oeconomische waarde niet wordt
verkregen. Huns inziens wordt van der
gelijke uitgaven de laatste acht jaren
reeds een te hoog bedrag, namelijk f 500
millioen, met leeninggeld gedekt. Dit ipunt
achtten zij van te meer belang nu, als
gevolg van de lastan, welke mobilisatie
en defensie gelijkelijk vorderen, de finan
cieele toestand immer moeilijker dreigt
te worden.
De belastingen.
In de derde plaats zouden de leden,
hier aan het woord, indien aan verhoo-
ging van belasting niet kon worden ont
komen, die bij voorkeur willen zien toe
gepast ten aanzien van de groep der
directe belastingen. Zij oordeel
den het namelijk noodzakelijk, dat het
prijspeil hetwelk toch reeds ter oor-
zake van duurderen aanvoer en, in ver
band met den. oorlog toe; enomen vraag
naar tal van artikelen stijgende is
zoo laag mogelijk worde gehouden; zulks
mede ter voorkoming van een ivoor de
sociale rust gevaarlijke spiraalbeweging
opwaarts van prijzen, loon en en kosten.
Sommige léden warén van oordeel, dat
inzonderheid de druk, welke de indirecte
heffingen op de bevolking leggen, dient
te worden verlicht.
Ettelijke leden bepaalden zich er toe,
de hoop uit te spreken, dat bij het ont
werpen van de des betreffende voorstellen
meer dan tot dusverre geschiedt, reke
ning zou worden gehouden met den ooi-
gelijken druk, dien de persoonlijke 'belas
tingen, naar het inkomen en het verteer
de geheven, leggen op de schouders van
jonggezellen, gehuwden zonder kinderen
en gehuwden met kinderen.
Verscheidene leden achtten het nood
zakelijk, dat weldra bijzondere maatrege
len worden getroffen, ten einde belasting
druk, waaraan de groote gezinnen
blootstaan, althans eenigermate te ver
lichten.
Do geslies van het' beleggingsfront ca.
Eenige leden verklaarden, zeer te zijn
teleurgesteld door het standpunt, dat de
minister in de Tweede Kamer heeft in
genomen ten aanzien van de gesties van
het zoogenaamde beleggingsfront.
Deze leden achtten het onoorbaar, dat
de beheerders van de Rijksfondten in ze
keren zin stelling nemen tegen 'de be
langen ivan de schatkist. Opdrijving van
den rentevoet behoorde huns inziens
evenzeer te worden verboden als opdrij
ving van de prijzen. Het is, dus betoog
den zij, een bekend feit, dat de meeste
Verzekeringsmaatschappijen zich 'hebben
gericht naar een rentevoet van 3, ten
hoogste 3V2 pet. Zulks hadden huns er-
achtens ook de beheerders van de Rijks-
fondsen moeten 'doen.
Naar 'hun gevoelen waren de alge'heele
opheffing van de Rijksfondsen nog veel
beter geweest.
De laatste staatslening.
Verscheidene leden spraken hun leed
wezen uit over de mislukking van de uit
gifte der laatste staatsleening, al hadden
ook zij de leeningsvoorwaarden niet in
alle opzichtên gelukkig geacht.
Gaarne zouden zij vernemen, welke
groote institutioneele beleggers niet heb
ben ingeschreven.
Andere leden, spraken de hoop uit, dat
de inschrijvers op de 4 pet. leening, in
geval eerlang inocht worden overgegaan
tot oen gedwongen loaning, het bedrag,
waarvoor zij 'hebben ingeschreven, in af
trek zullen mogen brengen op hun ver
plicht quotum in die gedwongen leening.
De positie van den gulden.
Enkele leden toonden zich niet geheel
gerust over de politiek van de Nederland
sche Bank ten aanzien van de positie van
onzen gulden in verband met den slech
ten stand onzer betalingsbalans. Immers,
onze goudvoorraad is verminderd; de
geldmarkt wordt krapper en het is de
vraag, of door een. en ander de rente
stand niet zal worden verhoogd.
Hei bankgeheim.
Verscheidene leden verklaarden met
teleurstelling kennis te hebban genomen
van het bescheid der regeering op den
aandrang, in de Tweede Kamer geoefend.,
om over te gaan tot opheffing van het
bankgeheim.
Deze leden zouden gaarne vernemen, of
het rapport van den. Oeconomiscben raad
ter za'ke reeds is uitgebracht en, zoo1 ja,
of de regeering bereid is, den Staten-
Generaal daarvan inzage te gevan.
afsluiting. De derde bom vernielde een
electrischen kabel by de Koepoort en een
vierde trof de waterleiding in de Zacha-
rias Janszensstraat, dus beide gevallen,
waarmede de gemeentebedrijven zich te
bemoeien hadden. Het waren alle vier
oede oefeningen in het verduisterde
Middelburg.
Het hoofd van den luchtbeschermings
dienst, de heer Fontljne, en verschillende
andere heeren van de leiding hebben
iederen avond steeds door.gecontroleerd
of alles goed ging en ook de burgemees
ter gat biyk van groote belangstelling
in deze oefeningsavonden.
Vele ambtenaren van verschillende
diensten en de politie, hebben naast bur
gerwachters 'en tal van andere vrijwil
ligers zich al die uren ingespannen om
op te letten, waar noodig te waarschu
wen enz. Ook gisterenavond gaven nog
verschillende personen blyk van noncha
lant te zijn. Het is dan ook vrij' zeker,
dat enkelen daarvoor een proces-verbaal
zullen krijgen.
Bevolking.
Ingekomen: D. G. Kloet en gezin,
halen. Ik kon dien schat van een hond
niet alleen laten."
„Is het Pollux?"
Er viel meneer Hunter een pak van
het hart. Hij had minstens verwacht,
haar met een gebroken been of een ver
stuikten enkel te vinden.
„Neen, het is een schattige kleine ter
rier, die met zijn poot in een van die
klemmen zit; ik kon hem er niet uitkrij
gen en evenmin den val uit den grond
trekken. Anders had ik hem wel met
val en al naar huis gedragen. Ik hoorde
hem janken, terwijl ik wat hulst aan
het plukken was."
Meneer Hunter zette zijn voet op den
val. De terrier slaakte een hevigen
kreet, en lag het volgende oogenblik in
de armen van zijn redder.
„Waarom is u niet naar huis gegaan?
U had er toch iemand op uit kunnen
sturen", zei deze kortaf.
„Ik kon het arme kleine hondje niet
alleen laten. Hij hoopte, zoo vast, dat ik
hem zou helpen en zoodra ik weg wilde
gaan, jankte hij erbarmelijk. Ik ben dus
maar naast hem gaan zitten en heb wat
met hem gepraat en over zijn kop ge
streken."
Meneer Hunter schoot bijna in den
lach; maar het zien van Vivians oogen
vol tranen weerhield hem. Hij betastte
voorzichtig den poot.
monteur, van Kloetinge, Anjelierstraat
44; H. P. M. Bos, zonder beroep, van
Etten en Leur, Lange Vorststraat 44;
D. WielingSjoerd, zonder beroep, van
Leeuwarden, Leliestraat 22; K. M.
Schouwenaar, onderwijzeres, van Klun-
dert, Vogelzangsweg 15; W. Smit en
gezin, drukker, van Kloetinge, Lelie
straat 55; M. C. Mange, zonder be
roep, van Arnhem, Leliestraat 86; A.
Assiesv. d. Waardt, zonder beroep,
van Vlaardingen, Kamperfoeliestraat
2B;E. Heijboer, zonder beroep, van Co-
lijnsplaat, Rimmelandplein 2; H. J.. Me
melink en gezin, onderwijzer, van Zut-
phen, Middelburgschestr. 30.
Vertrokken: H. J. Legerstee, dienst
bode, M. Smallegangebuurt, naar Den
Haag; J. van den Ouden, winkelbedien
de, Heernisseweg 15, naar Gorinchem;
W. van Beek, dienstbode, Couwerve-
straat 60, naar MiddelburgM. van
Schaik, dienstbode, Stationsweg 16,
1 naar Borssele; A. E. Rouw, dienstbode,
Wijngaardstraat 50, naar Den Haag;
C. W. H. Marbus, Lange Kerkstraat 4,
naar 's HertogenboschK. Vroeginde-
weij, drukker, J. A. v. d. Goeskade 23,
n. DordrechtT. P. Droogers, zonder be-
„Gebroken!" zei hij toen. „Hier, heeft
u een zakdoek? Of neemt u liever den
mijne. Scheurt u hem in reepen, terwijl
ik een geschikt stukje hout zoek."
Hij legde den hond op den grond,
haalde zijn zakmes te voorschijn, en was
weldra bezig met behulp van een paar
stukjes hout en de strookjes linnen, den
gebroken poot te spalken.
„Is u niet half bevroren?" vroeg hij
aan Vivian. „Juffrouw Fanshawe zit in
grooten angst over u."
„Dat begrijp ik, maar wat kon ik er
aan doen? Ja, ik voel heelemaal ver
doofd en stijf, en mijn voeten slapen. Ik
dacht, dat u nooit zou komen."
„U moet in dezen tijd van het jaar
hier niet alleen in die bosschen gaan
dwalen."
„Ik had heelemaal geen plan om het
bosch in te gaan", zei Vivian; maar ik
hoorde een klagend geluid en moest na
tuurlijk gaan kijken, wat het was. Arm
hondje, hij is doodop. Denkt u, dat hy
in 't leven zal biyven? Stel u voor, dat
ik hem eens niet gevonden had! Dan
zou hij hier den heelen nacht hebben lig
gen janken van de pijn, en misschien
wel van koude en honger zijn omgeko
men. O, waarom kunnen de menschen de
hulpelooze dieren niet met rust laten!"
(Wordt vervolgd.)