DE ZEEUW
tweede blad
Balans Krijgsverrichtingen 1939.
ten virwaarloosd Landgoed
feuilleton
Gemeenteraad van Middelburg.
Koffie en Thee naar Nederiand.
Uit de Provincie
GOES.
ZUID-BEVELAND.
J
VAN
DONDERDAG 4 JAN. 1940. Nr 79.
(Van onzen militairen medewerker.)
Een kort samengevat overzicht over
operatiën in 1939 is als volgt weer te
De Duitschers rukken begin Septem
ber langs de hoofdwegen Polen binnen
vanuit het Noorden en Westen en stui
ten overal direct op Poolsche troepen,
welke stellingen hebben betrokken vlak
achter hun Noord- en West-grens. De
Puitsche voorhoeden bestaan uit geme
chaniseerde troepen (motorrijders met
veel zware mitrailleurs, tanks en motor
artillerie) welke gesteund worden door
overmachtige luchtstrijdkrachten; deze
voorhoeden stooten krachtig dooi' den
Poolschen tegenstand heen en rukken
verder langs de groote wegen Polen bin
nen, terwijl z\j de zuivering van de zij
waarts gelegen terreinen overlaten aan
de hen volgende gemotoriseerde hoofd
machten (infanterie op auto's, artillerie
en tanks). In plaats dat de Polen zich
elastisch terugtrekken op hun natuur
lijke verdedigingslijnen Weichsel en Na-
rew, zenden zij hun reserves naar de
plaatsen, waar zij het krachtigst weer
stand bieden (Krakau, Kulm, Pultusk,
enz.). Het gevolg is, dat de Duitschers
veelal eerder de Weichsel bereiken dan
de Poolsche troepen, welke achter deze
rivier gereed gemaakte stellingen moes
ten betrekken en dat nog ten Westen
dier rivier geheele divisies worden ver
nietigd of gevangen genomen, evenals
later groote Poolsche troepenafdeelin-
gen, die stand hielden in de streek van
Kutno. Door de Duitsche overmacht in
de lucht, kunnen de Duitschers den
Poolschen aanvoer langs de wegen ver
nielen, spoorwegen onbruikbaar maken
en de geheele Poolsche verdediging des-
organiseeren. De Polen worden door het
bliksemsnelle oprukken der Duitschers
totaal overrompeld, kunnen hun volgen
de plannen niet meer uitvoeren en mili
tair gesproken is het Poolsche leger
reeds vernietigd als de Russen uit het
Oosten binnen vallen en het lot der ove
rigens dappere Polen bezegelen.
De ouderwetsche Poolsche organisatie
heeft tegen de ultra-modern uitgeruste
Duitschers in enkele weken het onder
spit moeten delven.
Westfront.
Reeds vóór de oorlogsverklaring der
geallieerden waren Maginotlinie en
Westwall bezet en beide door voorpos-
tenstrooken beschermd. Om Polen te
hulp te komen, hebben de Franschen
reeds spoedig de Duitsche voorposten
aangevallen in de hoop, dat deze bedrei
ging de Duitschers zou dwingen troepen
uit Polen naar het Westen over te bren
gen, zoodat Polen opluchting zou krij
gen. De Duitsche voorposten verdedig
den zich echter, moesten wel hier en
daar terrein ontruimen onder den Fran
schen druk, doch tot den Westwall zelf
konden de Fransche troepen niet door
dringen en dus kan gezegd worden, dat
hun pogingen om Polen te helpen mislukt
zijn.
Naderhand hebben de Duitschers over
de geheele frontbreedte tusschen Rijn en
Moezel, de Fransche vooruitgedrongen
troepen, die nog steeds gevechtsaanra
king hadden met de Duitsche voorpos
ten, in een grooten aanval teruggewor
pen op hun eigen oorspronkelijke voor-
postenstrook vóór de Maginot-linie.
.iTeruggeworpen" is te sterk uitge
drukt, want de Franschen hadden reeds
Spït, rheumatiek?
AKKCÊÏTJEtX
door AMY LE FEUVRE.
32-) o—
j^k ken bang, dat ik God niet lief-
„6 r' zei ze> „want dan zouden Zijn wil
u Zijn wenschen wel de eerste plaats bij
V—en. „Met geheel uw hart." O,
wat ben ik toch slecht! Ik heb Hem niet
n® kef met een klein stukje van mijn
.v,ree.® 'k. kk vind het tweede gebod
1 ®Vkelijker. Ik wou, dat het eerst
ranji- zou opgewekt beginnen,
i m practijk te brengen; maar het
h„ j1 V helpen, of ik al probeer het
r e,.e houden, als het eerste mij te
m°eilijk is."
Daarop dwaalden haar gedachten af
naar meneer punter.
7oiVVis toch een bijzondere man,"
eniroi Z1®hzelf. Ik geloof, dat ik geen
mii CTen aij man ken, die zoo met
J gesproken zou hebben. Nu begrijp ik,
heBf+ ouw Fanshawe mij verteld
de in„Van een avondschool, die hij voor
ter w ?eas wou beginnen van den win-
Eez'eua V vreemd, dat hij tegen me
S heeft, dat nieuwe huizen geen
vrijwillig in den nacht vóór den aanval
zélf hun troepen teruggenomen, op enke
le mitrailleurnesten na en lieten zoodoen
de de Duitschers een slag in de lucht
doen, die den Duitschers door het artil
lerievuur verscheidene verliezen ople
verde, terwyl de Franschen slechts en
kele gevangenen verloren. Sedertdien
zitten beide partijen in hun eigen voor-
postenstrooken, als bescherming der
hoofdstellingen, terwijl verkenningson
dernemingen in „niemandsland" voort
gang vinden, evenals wederzijds storende
vuren der artillerie nu en dan wat af
wisseling brengen.
Ook de luchtverkenning boven beide
stellingen gaat door met als gevolg klei
ne luchtgevechten.
Op dit front leven we in afwachting;
wie zal het eerst een groote aanval op
touw zetten? Zal dit wel ooit gebeuren?
Gezien de sterkte der beide stellingen is
een succesvolle aanval haast ondenk
baar en zal geen der beide tegenstan
ders er veel voor gevoelen zich aan zulk
een hopelooze opoffering te wagen.
Geen van beiden bezit de noodige over
macht om zich deze luxe te kunnen ver
oorloven. Beiden geven er de voorkeur
aan de eer aan de tegenpartij te laten.
Blokkade, Duikboot- en Mijnenoorlog.
Het evenwicht op het Westfront doet
de tegenstanders zoeken naar andere
middelen om elkander de baas te wor
den. Een dier middelen is, afsluiten van
den toevoer van noodzakelijke levens
middelen en grondstoffen, welke de te
genstander in zijn eigen land mist.
De geallieerden, meester ter zee, pas
sen daarvoor de blokkade toe, als gevolg
waarvan de Duitsche handelsvloot stil
ligt in eigen of neutrale havens. De
Duitschers kunnen de vijandelijke
scheepvaart slechts te lyf gaan met
duikboot en mijnen. Wel zgn er nog en
kele „raiders" buitengaats en zagen we
nog kort geleden het drama der „Graf
Spee", doch lang kan deze kruisersoor
log niet meer duren; één voor één zullen
zij het loodje leggen.
De duikboot- en mijnenoorlog echter
heeft in deze afgeloopen vier maanden
reeds ruim een millioen ton scheeps-
ruimte (van geallieerden en neutralen)
naar den zeebodem doen verhuizen en
moet dus op den duur wel grooten in
vloed op den noodzakelijken aanvoer
hebben. Zullen de geallieerden deze aan
vallen op den duur de baas worden?
Welke partij zal de blokkade het
langst kunnen weerstaan? De toekomst
alleen zal hierop antwoord kunnen ge
ven.
Woensdagavond vergaderde de gemeen
teraad. Afwezig Mevr. Weijl en de heer
Mondeel.
Nieuwjaarsrede burgemeester.
Alvorens 'het eenige punt der agenda te
behandelen, hield de voorzitter, burge
meester Mr Dr J. van Walré de Bordes,
e'en nieuwjaarsrede. Wij ontleenen 'daar
aan het volgende:
Het is mij een voorrecht, hij het be
gin van deze eerste bijeenkomst van den
Raad in 1940 u allen een gelukkig
Nieuwjaar toe te wenschen. Moge God
onzen gemeenschappelijken arbeid zege
nen. En moge 1940 den vrede brengen,
dat is ongetwijfeld ook uw aller wensch,
zooals het de wensch zal zijn van iederen
Nederlander. Daarbij zou ik mij willen
aansluiten bij: de beteekenisvolle woorden
hedenmiddag gesproken door onzen
Minister-President.
Zoo vaak gaan wij met onze gedach
ten niet verder dan de wensch, dat er
vrede moge komen. D'e vraag is echter:
„Hoe moet de vrede tot stand komen?"
Vrede zoowel als oorlog worden geboren
in de harten van de menschen.
Vrede door verzoening is de
eenige goede oplossing van het huidige
conflict. Er zijn twee andere oplossingen;
een vrede door vernietiging en een ge
wapende vrede. Beiden kennen wij uit
ervaring.
Beide voeren opnieuw tot oorlog. Zoo
wel ons verstand als ons hart zeggen ons,
dat een vrede door verzoening de eenige
juiste uitweg is.
De groote vraag is: „Kan het? Is het
mogelijk?" Het antwoord op die vraag
nieuwe menschen maakt, want ik kon
merken, dat meneer Trenchard er ook
zoo over dacht; maar hoe kan ik nu die
middagjes voor de vrouwen houden? Ik
heb haar niets te vertellen. Ik kan haar
niet vertellen van haar erfenis. Wat zou
hij er mee bedoeld hebben?"
Een tekst, dien ze indertijd had moe
ten leeren, kwam haar nu voor den
geest
„Een onverderfelijke en onbevlekte en
onverwelkelijke erfenis, in de hemelen
bewaard voor u."
„Ja, dat moet het zijn; maar als ik
haar zelf niet bezit, hoe kan ik er dan
anderen van vertellen! Ik zal aan juf
frouw De Burgh vragen, of zij niet zoo'n
middagje wil organiseeren, en dan zou
ik haar kunnen helpen."
Zij besprak de kwestie, toen zij den
volgenden dag met juffrouw Fanshaiwe
in haar kruidentuin werkte.
„Ik geloof, dat het een goed ding zou
zijn," zei juffrouw Fanshawe, terwijl zij
overeind kwam en haar ernstige oogen
op Vivian gevestigd hield. Ik ben altijd
van gedachte geweest, dat er iets voor
de vrouwen gedaan moest worden, maar
dominee Denvers is nooit getrouwd ge
weest, en zijn moeder is veel te oud, om
iets te beheeren. Lange jaren geleden had
Carrie De Burgh er ook al eens over ge
dacht, toen zij pas in haar kleine huisje
hangt vóór alles af van onze persoon
lijke levenservaring Op 'die vraag zal ja
zeggen ieder, die zich persoonlijk met
anderen verzoend heeft en bereid is ge
weest daarvoor de noodige offers te bren
gen. Immers elke verzoening kost offers.
Als het in het klein 'kan, kan het ook in
het groot. Als het mogelijk is ,dat enke
lingen zich verzoenen, is het ook moge
lijk, dat vele menschen, dat volken zich
verzoenen, Op dat gebied ligt thans de
groote taak van Nederland. Niet alleen
voor H. M. de Koningin of voor de Nc-
derlandsche Regeering, maar voor ons
geheele volk, voor iederen Nederlander.
Ook voor ons hier in den Raad van Mid
delburg. Het gaat er niet om onze ge
schillen van politieke of godsdienstige
overtuiging te verdoezelen, maar om on
danks die geschillen samen te werken
Het belangrijkste is niet wat ons ver
deelt, maar wat wij gemeen hebben. Wij
zijn kinderen van één Vader die Hij hier
sam'en heeft gebracht, in deze stad, niet
om elkaar te beoorlogen, maar om samen
op te boawen.
Een belangrijk jaar voor onze gemeen
te staat ons te wachten. Maar alvorens
ik ertoe overga daarover te spreken, zou
ik willen herdenken hen die onzen Raad
dit jaar ontvielen. In de eerste plaats
ons oudste raadslid, wethouder Onder-
dijk, wiens overlijden ons nog allen zoo
versch in het geheugen ligt. En daar
naast de heeren Hondius en Vertregt,
beide oud-leden van den Raad. Zij zijn
heengegaan en wij blijven achter. Aan ons
is de taak om het bestuur van deze ge
meente in goede banen verder te leiden.
Wij hebben een jaar van groote werk
zaamheid voor den boeg, en jaar, waarin
hopelijk veel voor onze gemeente zal kun
nen worden gedaan.
'Ik hoop, dat binnen wei
nige weken, wanneer de
laatste restende m o e i 1 ij k -
heden zijn geruimd, de eer
ste 9 lp' a in den grond ge
stoken zal 'kunnen worden
voor het openbaar slacht
huis. VO o.k zullen hopelijk
binnen korten tijd werk
zaamheden kunnen beginnen
voor de verbreeding van de
Noordbrug, de' Seisbinnen-
brug en de Seisbuitenbrug.
De bestekken hiervoor zijn
thans gereed gemaakt en
door B. en W. goedgekeurd.
De voorbereiding voor het herbes traten
en aanbrengen van trottoirs in
Korte en Langedelft, Potten-
markt en'Langeviele is vergevor
derd 'en. ik heb goede 'hoop, dat in den
loop van 1940 eveneens tot de uitvoering
van dit werk zal kunnen worden overge^
gaan. In de vorige raadsvergadering
hebt gij' Uwe goedkeuring gehecht aan de
overeenkomst betreffende de herbestra
ting van den OudenVlissing-
schen r ij: weg. Ook hieraan zal
vermoedelijk dit jaar worden begonnen.
Wat de her bestrating van
den Noord'weg betreft heeft het
college van B. 'en W. het initiatief ge-
nom'en tot overleg met het bestuur van
den polder Walcheren. De onderhande
lingen hierover, welke vlot verliepen, zijn
tijdelijk opgeschort door het overlijden
van den ingenieur van den Polder, Jhr
Boreel, maar ik hoop, dat wanneer zijn
opvolger benoemd zal zijn, binnen niet
te langen tijd de plann'en aan U zullen
worden voorgelegd.
B. enW. zijn eveneens
voornemens plannen voor
te bereiden voor de uit
breiding van 'het sport-
t e r r e i n, V o 0' r d e n b o u w
van een nieuwe zwem
inrichting en voor de in
wendige restauratie van
sommige gedeelten van
hetstad'huis, evenalsvoor
aanleg van een centrale
verwarming. In dat ver
band zal het U verheugen
te vernemen, dat de Re
geering zeer onlangs in
verband met de tijdsom-
standigheden besloten
heeft een belangrijk be
drag ten koste te leggen
aan de bescherming te
gen 'brand'gevaar v a n o n s
'prachtige Stadhuis.
was komen wonen na haar vaders dood;
maar de Carmichaels waren er heel erg
tegen. Ik wou, dat ik zoo iets kon doen,
maar ik ben er niet geschikt voor. Ik
kan niet met de menschen praten."
„O, maar u doet het wel."
„Ja, zoo'n enkel woord; maar weet je,
wat ik gehoord heb? Dat juffrouw De
Burgh op reis gaat."
„Meent u het? Ik heb er nog niets van
gehoord."
„Het beste zal zijn, dat je er even
heengaat. Misschien heb ik mij wel ver
gist, maar ik heb gehoord, dat zij een
oude nicht in Schotland zou gaan op
zoeken."
Vivian haastte zich naar juffrouw De
Burgh, en toen zij er kwam, vond zij er
meneer Hunter.
„Juffrouw De Burgh geeft mij eenige
inlichtingen betreffende de familie
Snell", zei hij, toen hij zag, hoe verbaasd
Vivian keek. „Zij willen niet uit hun
huis en hebben tegen me gezegd, dat ik
het niet behoef te wagen, hen er uit te
zetten. Zij zeggen, dat er al drie geslach
ten van den naam Snell in gewoond heb
ben, maar juffrouw De Burgh vertelt
me, dat haar vader het indertijd aan den
ouden John Snell gegeven heeft. Het is
dus nog niet zoo lang in hun familie, als
zjj mij wilden wijsmaken. Ze moeten er
aanstaanden Donderdag uit zijn, of we
Reederijen krijgen scheepsruimte.
Voor de Indische koffie is de toestand
voortdurend moeilijker gewordende
prijzen zijn verder gedaald. Gelukkig
komt er nu waarschijnlijk eenige verbete
ring; er wordt n.l. gemeld, dat de ree
derijen in Januari en ook vermoedelijk in
de volgende maanden scheepsruimte voor
koffie beschikbaar zullen stellen.
De koffie moet op een rectacognosse
ment aan een Nederlandschen ontvanger
worden gezonden, die zich bereid heeft
verklaard, bepaalde stappen te doen.
Zoodoende is er thans voor koffie een
eerste stap in de goede richting gezet.
Voor thee is thans weer op 11 dezer
een veiling aangekondigd, waarin een be
vredigende hoeveelheid thee zal kunnen
worden toegewezen.
Omtrent de prijzen zijn nog geen mede-
deelingen gedaan, doch het voornaamste
is, dat er althans een voldoende hoeveel
heid beschikbaar zal blijven. Van im
porteurszijde wordt medegedeeld, dat
men hoopt elke 3 weken een toewijzing
te kunnen organiseeren.
Deze hoop wordt verlevendigd door de
mededeeling in de Indische bladen, dat
de voorzitter van het algemeen Land
bouw Syndicaat heeft meegedeeld, dat
in 1940 12000 ton thee naar ons land
vrij zullen kunnen worden geconsigneerd.
Wij zijn voornemens verderen voort
gang te maken met het uitwerken van
'het uitbreidingsplan en in
verband daarmee over te gaan tot een
woningtelling en registratie.
De herscholing vanwerk-
1 o o z e n wenschen wij met kracht aan
te pa'kk'en teneinde ten volle gebruik te
maken van den grooten steun, welke de
Regeering bereid is op dit gebied te
geven. De utilisatie van het gemeente
lijke indust2'ieterrein zal onze voortdu
rende aandacht 'hebben en ik hoop, dat
'het mogelijk zal zijn ook op dit gehied
tot verwezenlijking van plannen te gera
ken. Een ontwerp reclameveror-
d e n i ii g is in voorbereiding en zal
hopelijk dit voorjaar aan uwe goedkeu
ring worden onderworpen.
In dit velband denk ik ook aan het
Vreemdelingenverkeer. De onmiddellijfc e
taak is te zorgen, dat, indien in den ko
menden zomer honderdduizenden Neder
landers, welke anders naar 'het buiten
land zouden gaan, hun vacantie in eigen
land doorbrengen, dat !dan Zeeland,
Walcheren, Middelburg van dat verkeer
hun deel 'krijgen. Daarnaast moeten wij
echter een verder doel voor oogen heb
ben en deze periode gébruiken, om ons
voor te bereiden o'p. het vreemdelingen
verkeer na den oorlog. Het zal er dan
om gaan volkomen geoutilleerd te zijn en
Middelburg zo-o aantrekkelijk te maken,
dat onze stad van het zooveel kleinere
vreemdelingenverkeer, dat zal overblijven
in een verarmd' Europa toch éen behoor
lijke en zoo mogelijk toenemende bron
van inkomsten zal hebben.
Deze opsomming bevat een aantal van
de belangrijkste punten, maar is niet
volledig. Duidelijk is het echter, dat het
aan d'en Raad en aan B. en W. niet aan
werk zal ontbreken. De groote vraag is,
in 'hoeverre de financieele toestand van
de gemeente het zal toelaten al deze
plannen te verwezenlijken.
Mochten de financien het onmogelijk
maken, dit alles uit te voeren, het aller
voornaamste is de geest in onze stad. Als
de geest in orde is, kunnen dingen gebeu
ren, die zelfs met veel geld niet tot stand
te brengen zijn. Op den geest van allen
komt 'het aan. Ik wil daarom eindigen
met den wensch, dat wij vooral op dat
gebied e'en goed jaar mogen hébben.
De heer J eronimus, oudste lid
van den Raad, sprak daarop den 'burge^
meester als volgt toe:
Namens de leden van dit College zeg
ik U dank voor de goede wenschen voor
onze gezinnen en ons zelve, en hop'en. wij
dat het jaar 1940 datgene moge brengen,
dat u -zoo juist met nadruk voor de
menschheid in het algemeen 'en Middel
burg in het bijzonder als zoo noodzake
lijk 'en wenschelijk hebt geschetst.
Vooral een plaats als Middelburg, die
reeds op zoo velerlei gebied een wan-
zullen hen er uit moeten zetten."
„Maar waar moeten ze naar toe?"
vroeg Vivian met bezorgden blik. „Be
grijpen ze niet, dat het maar voor tijde
lijk is, dat ze er uit moeten?"
„Ja, zeker, en Boer Caxton heeft hun
twee kamers in zijn groote schuur aan
geboden, en het gebruik van zijn bijkeu
ken; maar Snell is een man, die van al
les grieven maakt. Zoo is hij nu eenmaal
aangelegd."
„Ja, dat weet ik," zei Vivian met een
zucht, „hij heeft mij verteld, dat het
mijn plicht was, om de terreinen rondom
de Abdij in kleine stukken te verdeelen
ter bebouwing door de dorpelingen te
gen een lage pacht. Dat was, nadat ik
gezegd had, dat ze dat groote stuk
grond achter de kerk konden krijgenj'
„Het is allemaal grootspraak van
Snell", zei juffrouw De Burgh glimla
chend. „Ik zal hem eens onder handen
nemen. Hij is stalknecht bij ons geweest,
voor hij het vak van schoenmaker op
vatte."
„O, ik wou, dat ik zoo alles van hen
afwist," zei Vivian, vol bewondering.
Meneer Hunter sprak niet. Hij stond
vol aandacht te kijken naar een geschil
derd portret boven den schoorsteenman
tel, en juffrouw De Burgh, die dit op
merkte, zei: „Dat is Baldwin De Burgh,
myn grootvader."
kele positie inneemt, zou 'harde slagen
kwalijk kunnen verdragen.
Moge het u gegeven zijn in het géheele
komende jaar leiding aan onzen arbeid
te geven tot vreugde en bevrediging van
uzelve, en tot heil onzer gemeente, wier
wel en wee ons allen zoo zeer ter 'harte
gaat bij de belangrijke werkzaamheden
die u ons hebt aangekondigd.
Het is vanzelf sprekend, dat wij u
daarbii toewensch'en, dat u zich met de
uwen in een goede gezondheid zult mo
gen verheugen.
Onderzoek geloofsbrieven.
Het eenige punt van de agenda was
het onderzoek van de geloofsbrieven van
het nieuw gekozen lid, den heer L. A.
Bouman, gekozen verklaard als opvolger
van den heer J. Onderdijk, Deze werden
in orde bevonden, zoodat tot toelating
werd besloten.
De voorzitter zeide, dat het in de be
doeling ligt in de vergadering van 12
Januari den heer Bouman te installeeren
en dan een wethouder te benoemen,
Hierna sloot spr. deze vergadering.
VREEMD VLIEGTUIG.
Woensdagmiddag is op groote hoogte
een vliegmachine van vreemde nationa
liteit boven Ierseke waargenomen, die
geregeld terugkwam en waarschijnlijk
de koers kwyt was. De machine ver
dween ten slotte in Z.W. richting.
HET ZIEKENHUISVRAAGSTUK OP
SCHOU WEN-DUIVEL A ND.
De stemmingen in de gemeenteraden
op Schouwen-Duiveland over de vraag,
of Zierikzee of Noordgouwe de voorkeur
zou hebben inzake den bouw van een zie
kenhuis, hebben thans plaats gehad.
Van de achttien radon verklaarden zich
Noordgouwe met 817 Inwoners inbe
grepen veertien, vertegenwoordigen
de totaal 13.162 inwoners, voor deze
plaats. Met inbegrip van Zierikzee met
6806 inwoners, bepaalden drie raden,
vertegenwoordigende in totaal 9734 in
woners hun keuze op laatstgenoemde
plaats. Een der gemeenteraden sprak
zich niet uit.
Aan den heer C. Korstanje Lz. te
Kloetinge is op zijn verzoek ontslag ver
leend als opzichter van de landerijen be-
hoorende aan het Gasthuis, alhier. Hij
heeft deze functie 25 jaar lang waarge
nomen.
In deze vacature is benoemd de heer
D. Korstanje te 's H. Abtskerke.
Goessche Wijkverpleging.
De Goessche Wijkverpleging dankt
hartelijk voor de onderstaande giften
ontvangen in de maanden October, No
vember en December 1939.
Een gift van f 50, twee van f 25, vier
van f 10, vier van f 5, vijf van f 2,50, een
van f 2, drie van f 1,50, zeventien van
f 1, en een van f 0,50.
Wemeldinge. Loop der bevolking over
de maand December 1939. Ingekomen:
J. Buize en gezin, kl. landbouwer, van
Wissenkerke, naar de Dorpsstraat B 26;
L. v. d. Linde, van IJsselmuiden naar
Julianastraat C 1 o
Vertrokken: Arie Zuurmond, van
Wilhelminastraat B 116, naar Scheve-
ningen, Vuurbankstraat 42, gem. 's Gra-
venhage; Catharina Cornelia Wagenaar,
z. ber., van a.b. naar Rotterdam, Molen
straat 49; J. van Es, Schippersknecht,
v. Hoogeweg A 45, naar Ierseke, Schut-
tershofstr. 10; W. Vervenne, leerling-
verpleger, van Chezeeweg, naar Benne-
broek, stichting „Vogelenzang"; Wed.
M. Nagelkerke, van Wemeldinge, Dorp
straat B 230 n. Kattendijke, Monniken-
dijk A 111; J. Dagevos, groentenkoop-
man van Dorpsstraat B 214 naar Ier
seke, Burenpolderweg 7Johanna Cor
nelia Dane geb. de Jonge, van Oranje
boomstraat B 77, naar O. en W. Sou
burg, Voorstraat 7.
Rilland-Bath. De collecte ten 'béhoeve
van het algemeen steuncomité 1939 heeft
hier met inbegrip van de nagekomen gif
ten opgebracht f233.60.
Meneer Hunter schrikte op.
„Ja, ik ik zag, dat het een familie
lid was: maar het is zijn ring, waar ik
naar keek. Is daar een geschiedenis aan
verbonden
„Ja, daarom heeft de schilder er ook
zooveel zorg aan besteed. Een van onze
voorouders had hem gekregen van
Eduard III, en hij heeft altijd toebe
hoord aan den oudsten zoon. Mijn arme
broer had hem aan zijn vinger, toen hij
dat uitstapje naar het rotsgebergte ging
maken. De overlevering zegt, dat die
ring De Burghs geluk aanbracht; en na
den dood van mijn broer is er werkelijk
een eind aan ons geluk gekomen."
„Maar is u den ring dan kwijt? Werd
hij u niet teruggezonden?"
Vivian was verbaasd over de belang
stelling, die uit zijn stem sprak.
„Neen, we hebben nooit iets ontvan
gen van zijn persoonlijke bezittingen. Hij
overleed in een ziekenhuis. We hebben er
onzen rentmeester nog heen gestuurd,
maar het is hem niet mogen gelukken,
om iets, van wat hem toebehoord had,
op te sporen."
Meneer Hunter zei niets meer, maar
stond nog altijd in gedachten verzonken
naar het portret te kijken.
(Wordt vervolgd.)