DE ZEEUW tweede blad Balans Krijgsverrichtingen 1939. ten virwaarloosd Landgoed feuilleton Gemeenteraad van Middelburg. Koffie en Thee naar Nederiand. Uit de Provincie GOES. ZUID-BEVELAND. J VAN DONDERDAG 4 JAN. 1940. Nr 79. (Van onzen militairen medewerker.) Een kort samengevat overzicht over operatiën in 1939 is als volgt weer te De Duitschers rukken begin Septem ber langs de hoofdwegen Polen binnen vanuit het Noorden en Westen en stui ten overal direct op Poolsche troepen, welke stellingen hebben betrokken vlak achter hun Noord- en West-grens. De Puitsche voorhoeden bestaan uit geme chaniseerde troepen (motorrijders met veel zware mitrailleurs, tanks en motor artillerie) welke gesteund worden door overmachtige luchtstrijdkrachten; deze voorhoeden stooten krachtig dooi' den Poolschen tegenstand heen en rukken verder langs de groote wegen Polen bin nen, terwijl z\j de zuivering van de zij waarts gelegen terreinen overlaten aan de hen volgende gemotoriseerde hoofd machten (infanterie op auto's, artillerie en tanks). In plaats dat de Polen zich elastisch terugtrekken op hun natuur lijke verdedigingslijnen Weichsel en Na- rew, zenden zij hun reserves naar de plaatsen, waar zij het krachtigst weer stand bieden (Krakau, Kulm, Pultusk, enz.). Het gevolg is, dat de Duitschers veelal eerder de Weichsel bereiken dan de Poolsche troepen, welke achter deze rivier gereed gemaakte stellingen moes ten betrekken en dat nog ten Westen dier rivier geheele divisies worden ver nietigd of gevangen genomen, evenals later groote Poolsche troepenafdeelin- gen, die stand hielden in de streek van Kutno. Door de Duitsche overmacht in de lucht, kunnen de Duitschers den Poolschen aanvoer langs de wegen ver nielen, spoorwegen onbruikbaar maken en de geheele Poolsche verdediging des- organiseeren. De Polen worden door het bliksemsnelle oprukken der Duitschers totaal overrompeld, kunnen hun volgen de plannen niet meer uitvoeren en mili tair gesproken is het Poolsche leger reeds vernietigd als de Russen uit het Oosten binnen vallen en het lot der ove rigens dappere Polen bezegelen. De ouderwetsche Poolsche organisatie heeft tegen de ultra-modern uitgeruste Duitschers in enkele weken het onder spit moeten delven. Westfront. Reeds vóór de oorlogsverklaring der geallieerden waren Maginotlinie en Westwall bezet en beide door voorpos- tenstrooken beschermd. Om Polen te hulp te komen, hebben de Franschen reeds spoedig de Duitsche voorposten aangevallen in de hoop, dat deze bedrei ging de Duitschers zou dwingen troepen uit Polen naar het Westen over te bren gen, zoodat Polen opluchting zou krij gen. De Duitsche voorposten verdedig den zich echter, moesten wel hier en daar terrein ontruimen onder den Fran schen druk, doch tot den Westwall zelf konden de Fransche troepen niet door dringen en dus kan gezegd worden, dat hun pogingen om Polen te helpen mislukt zijn. Naderhand hebben de Duitschers over de geheele frontbreedte tusschen Rijn en Moezel, de Fransche vooruitgedrongen troepen, die nog steeds gevechtsaanra king hadden met de Duitsche voorpos ten, in een grooten aanval teruggewor pen op hun eigen oorspronkelijke voor- postenstrook vóór de Maginot-linie. .iTeruggeworpen" is te sterk uitge drukt, want de Franschen hadden reeds Spït, rheumatiek? AKKCÊÏTJEtX door AMY LE FEUVRE. 32-) o— j^k ken bang, dat ik God niet lief- „6 r' zei ze> „want dan zouden Zijn wil u Zijn wenschen wel de eerste plaats bij V—en. „Met geheel uw hart." O, wat ben ik toch slecht! Ik heb Hem niet n® kef met een klein stukje van mijn .v,ree.® 'k. kk vind het tweede gebod 1 ®Vkelijker. Ik wou, dat het eerst ranji- zou opgewekt beginnen, i m practijk te brengen; maar het h„ j1 V helpen, of ik al probeer het r e,.e houden, als het eerste mij te m°eilijk is." Daarop dwaalden haar gedachten af naar meneer punter. 7oiVVis toch een bijzondere man," eniroi Z1®hzelf. Ik geloof, dat ik geen mii CTen aij man ken, die zoo met J gesproken zou hebben. Nu begrijp ik, heBf+ ouw Fanshawe mij verteld de in„Van een avondschool, die hij voor ter w ?eas wou beginnen van den win- Eez'eua V vreemd, dat hij tegen me S heeft, dat nieuwe huizen geen vrijwillig in den nacht vóór den aanval zélf hun troepen teruggenomen, op enke le mitrailleurnesten na en lieten zoodoen de de Duitschers een slag in de lucht doen, die den Duitschers door het artil lerievuur verscheidene verliezen ople verde, terwyl de Franschen slechts en kele gevangenen verloren. Sedertdien zitten beide partijen in hun eigen voor- postenstrooken, als bescherming der hoofdstellingen, terwijl verkenningson dernemingen in „niemandsland" voort gang vinden, evenals wederzijds storende vuren der artillerie nu en dan wat af wisseling brengen. Ook de luchtverkenning boven beide stellingen gaat door met als gevolg klei ne luchtgevechten. Op dit front leven we in afwachting; wie zal het eerst een groote aanval op touw zetten? Zal dit wel ooit gebeuren? Gezien de sterkte der beide stellingen is een succesvolle aanval haast ondenk baar en zal geen der beide tegenstan ders er veel voor gevoelen zich aan zulk een hopelooze opoffering te wagen. Geen van beiden bezit de noodige over macht om zich deze luxe te kunnen ver oorloven. Beiden geven er de voorkeur aan de eer aan de tegenpartij te laten. Blokkade, Duikboot- en Mijnenoorlog. Het evenwicht op het Westfront doet de tegenstanders zoeken naar andere middelen om elkander de baas te wor den. Een dier middelen is, afsluiten van den toevoer van noodzakelijke levens middelen en grondstoffen, welke de te genstander in zijn eigen land mist. De geallieerden, meester ter zee, pas sen daarvoor de blokkade toe, als gevolg waarvan de Duitsche handelsvloot stil ligt in eigen of neutrale havens. De Duitschers kunnen de vijandelijke scheepvaart slechts te lyf gaan met duikboot en mijnen. Wel zgn er nog en kele „raiders" buitengaats en zagen we nog kort geleden het drama der „Graf Spee", doch lang kan deze kruisersoor log niet meer duren; één voor één zullen zij het loodje leggen. De duikboot- en mijnenoorlog echter heeft in deze afgeloopen vier maanden reeds ruim een millioen ton scheeps- ruimte (van geallieerden en neutralen) naar den zeebodem doen verhuizen en moet dus op den duur wel grooten in vloed op den noodzakelijken aanvoer hebben. Zullen de geallieerden deze aan vallen op den duur de baas worden? Welke partij zal de blokkade het langst kunnen weerstaan? De toekomst alleen zal hierop antwoord kunnen ge ven. Woensdagavond vergaderde de gemeen teraad. Afwezig Mevr. Weijl en de heer Mondeel. Nieuwjaarsrede burgemeester. Alvorens 'het eenige punt der agenda te behandelen, hield de voorzitter, burge meester Mr Dr J. van Walré de Bordes, e'en nieuwjaarsrede. Wij ontleenen 'daar aan het volgende: Het is mij een voorrecht, hij het be gin van deze eerste bijeenkomst van den Raad in 1940 u allen een gelukkig Nieuwjaar toe te wenschen. Moge God onzen gemeenschappelijken arbeid zege nen. En moge 1940 den vrede brengen, dat is ongetwijfeld ook uw aller wensch, zooals het de wensch zal zijn van iederen Nederlander. Daarbij zou ik mij willen aansluiten bij: de beteekenisvolle woorden hedenmiddag gesproken door onzen Minister-President. Zoo vaak gaan wij met onze gedach ten niet verder dan de wensch, dat er vrede moge komen. D'e vraag is echter: „Hoe moet de vrede tot stand komen?" Vrede zoowel als oorlog worden geboren in de harten van de menschen. Vrede door verzoening is de eenige goede oplossing van het huidige conflict. Er zijn twee andere oplossingen; een vrede door vernietiging en een ge wapende vrede. Beiden kennen wij uit ervaring. Beide voeren opnieuw tot oorlog. Zoo wel ons verstand als ons hart zeggen ons, dat een vrede door verzoening de eenige juiste uitweg is. De groote vraag is: „Kan het? Is het mogelijk?" Het antwoord op die vraag nieuwe menschen maakt, want ik kon merken, dat meneer Trenchard er ook zoo over dacht; maar hoe kan ik nu die middagjes voor de vrouwen houden? Ik heb haar niets te vertellen. Ik kan haar niet vertellen van haar erfenis. Wat zou hij er mee bedoeld hebben?" Een tekst, dien ze indertijd had moe ten leeren, kwam haar nu voor den geest „Een onverderfelijke en onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, in de hemelen bewaard voor u." „Ja, dat moet het zijn; maar als ik haar zelf niet bezit, hoe kan ik er dan anderen van vertellen! Ik zal aan juf frouw De Burgh vragen, of zij niet zoo'n middagje wil organiseeren, en dan zou ik haar kunnen helpen." Zij besprak de kwestie, toen zij den volgenden dag met juffrouw Fanshaiwe in haar kruidentuin werkte. „Ik geloof, dat het een goed ding zou zijn," zei juffrouw Fanshawe, terwijl zij overeind kwam en haar ernstige oogen op Vivian gevestigd hield. Ik ben altijd van gedachte geweest, dat er iets voor de vrouwen gedaan moest worden, maar dominee Denvers is nooit getrouwd ge weest, en zijn moeder is veel te oud, om iets te beheeren. Lange jaren geleden had Carrie De Burgh er ook al eens over ge dacht, toen zij pas in haar kleine huisje hangt vóór alles af van onze persoon lijke levenservaring Op 'die vraag zal ja zeggen ieder, die zich persoonlijk met anderen verzoend heeft en bereid is ge weest daarvoor de noodige offers te bren gen. Immers elke verzoening kost offers. Als het in het klein 'kan, kan het ook in het groot. Als het mogelijk is ,dat enke lingen zich verzoenen, is het ook moge lijk, dat vele menschen, dat volken zich verzoenen, Op dat gebied ligt thans de groote taak van Nederland. Niet alleen voor H. M. de Koningin of voor de Nc- derlandsche Regeering, maar voor ons geheele volk, voor iederen Nederlander. Ook voor ons hier in den Raad van Mid delburg. Het gaat er niet om onze ge schillen van politieke of godsdienstige overtuiging te verdoezelen, maar om on danks die geschillen samen te werken Het belangrijkste is niet wat ons ver deelt, maar wat wij gemeen hebben. Wij zijn kinderen van één Vader die Hij hier sam'en heeft gebracht, in deze stad, niet om elkaar te beoorlogen, maar om samen op te boawen. Een belangrijk jaar voor onze gemeen te staat ons te wachten. Maar alvorens ik ertoe overga daarover te spreken, zou ik willen herdenken hen die onzen Raad dit jaar ontvielen. In de eerste plaats ons oudste raadslid, wethouder Onder- dijk, wiens overlijden ons nog allen zoo versch in het geheugen ligt. En daar naast de heeren Hondius en Vertregt, beide oud-leden van den Raad. Zij zijn heengegaan en wij blijven achter. Aan ons is de taak om het bestuur van deze ge meente in goede banen verder te leiden. Wij hebben een jaar van groote werk zaamheid voor den boeg, en jaar, waarin hopelijk veel voor onze gemeente zal kun nen worden gedaan. 'Ik hoop, dat binnen wei nige weken, wanneer de laatste restende m o e i 1 ij k - heden zijn geruimd, de eer ste 9 lp' a in den grond ge stoken zal 'kunnen worden voor het openbaar slacht huis. VO o.k zullen hopelijk binnen korten tijd werk zaamheden kunnen beginnen voor de verbreeding van de Noordbrug, de' Seisbinnen- brug en de Seisbuitenbrug. De bestekken hiervoor zijn thans gereed gemaakt en door B. en W. goedgekeurd. De voorbereiding voor het herbes traten en aanbrengen van trottoirs in Korte en Langedelft, Potten- markt en'Langeviele is vergevor derd 'en. ik heb goede 'hoop, dat in den loop van 1940 eveneens tot de uitvoering van dit werk zal kunnen worden overge^ gaan. In de vorige raadsvergadering hebt gij' Uwe goedkeuring gehecht aan de overeenkomst betreffende de herbestra ting van den OudenVlissing- schen r ij: weg. Ook hieraan zal vermoedelijk dit jaar worden begonnen. Wat de her bestrating van den Noord'weg betreft heeft het college van B. 'en W. het initiatief ge- nom'en tot overleg met het bestuur van den polder Walcheren. De onderhande lingen hierover, welke vlot verliepen, zijn tijdelijk opgeschort door het overlijden van den ingenieur van den Polder, Jhr Boreel, maar ik hoop, dat wanneer zijn opvolger benoemd zal zijn, binnen niet te langen tijd de plann'en aan U zullen worden voorgelegd. B. enW. zijn eveneens voornemens plannen voor te bereiden voor de uit breiding van 'het sport- t e r r e i n, V o 0' r d e n b o u w van een nieuwe zwem inrichting en voor de in wendige restauratie van sommige gedeelten van hetstad'huis, evenalsvoor aanleg van een centrale verwarming. In dat ver band zal het U verheugen te vernemen, dat de Re geering zeer onlangs in verband met de tijdsom- standigheden besloten heeft een belangrijk be drag ten koste te leggen aan de bescherming te gen 'brand'gevaar v a n o n s 'prachtige Stadhuis. was komen wonen na haar vaders dood; maar de Carmichaels waren er heel erg tegen. Ik wou, dat ik zoo iets kon doen, maar ik ben er niet geschikt voor. Ik kan niet met de menschen praten." „O, maar u doet het wel." „Ja, zoo'n enkel woord; maar weet je, wat ik gehoord heb? Dat juffrouw De Burgh op reis gaat." „Meent u het? Ik heb er nog niets van gehoord." „Het beste zal zijn, dat je er even heengaat. Misschien heb ik mij wel ver gist, maar ik heb gehoord, dat zij een oude nicht in Schotland zou gaan op zoeken." Vivian haastte zich naar juffrouw De Burgh, en toen zij er kwam, vond zij er meneer Hunter. „Juffrouw De Burgh geeft mij eenige inlichtingen betreffende de familie Snell", zei hij, toen hij zag, hoe verbaasd Vivian keek. „Zij willen niet uit hun huis en hebben tegen me gezegd, dat ik het niet behoef te wagen, hen er uit te zetten. Zij zeggen, dat er al drie geslach ten van den naam Snell in gewoond heb ben, maar juffrouw De Burgh vertelt me, dat haar vader het indertijd aan den ouden John Snell gegeven heeft. Het is dus nog niet zoo lang in hun familie, als zjj mij wilden wijsmaken. Ze moeten er aanstaanden Donderdag uit zijn, of we Reederijen krijgen scheepsruimte. Voor de Indische koffie is de toestand voortdurend moeilijker gewordende prijzen zijn verder gedaald. Gelukkig komt er nu waarschijnlijk eenige verbete ring; er wordt n.l. gemeld, dat de ree derijen in Januari en ook vermoedelijk in de volgende maanden scheepsruimte voor koffie beschikbaar zullen stellen. De koffie moet op een rectacognosse ment aan een Nederlandschen ontvanger worden gezonden, die zich bereid heeft verklaard, bepaalde stappen te doen. Zoodoende is er thans voor koffie een eerste stap in de goede richting gezet. Voor thee is thans weer op 11 dezer een veiling aangekondigd, waarin een be vredigende hoeveelheid thee zal kunnen worden toegewezen. Omtrent de prijzen zijn nog geen mede- deelingen gedaan, doch het voornaamste is, dat er althans een voldoende hoeveel heid beschikbaar zal blijven. Van im porteurszijde wordt medegedeeld, dat men hoopt elke 3 weken een toewijzing te kunnen organiseeren. Deze hoop wordt verlevendigd door de mededeeling in de Indische bladen, dat de voorzitter van het algemeen Land bouw Syndicaat heeft meegedeeld, dat in 1940 12000 ton thee naar ons land vrij zullen kunnen worden geconsigneerd. Wij zijn voornemens verderen voort gang te maken met het uitwerken van 'het uitbreidingsplan en in verband daarmee over te gaan tot een woningtelling en registratie. De herscholing vanwerk- 1 o o z e n wenschen wij met kracht aan te pa'kk'en teneinde ten volle gebruik te maken van den grooten steun, welke de Regeering bereid is op dit gebied te geven. De utilisatie van het gemeente lijke indust2'ieterrein zal onze voortdu rende aandacht 'hebben en ik hoop, dat 'het mogelijk zal zijn ook op dit gehied tot verwezenlijking van plannen te gera ken. Een ontwerp reclameveror- d e n i ii g is in voorbereiding en zal hopelijk dit voorjaar aan uwe goedkeu ring worden onderworpen. In dit velband denk ik ook aan het Vreemdelingenverkeer. De onmiddellijfc e taak is te zorgen, dat, indien in den ko menden zomer honderdduizenden Neder landers, welke anders naar 'het buiten land zouden gaan, hun vacantie in eigen land doorbrengen, dat !dan Zeeland, Walcheren, Middelburg van dat verkeer hun deel 'krijgen. Daarnaast moeten wij echter een verder doel voor oogen heb ben en deze periode gébruiken, om ons voor te bereiden o'p. het vreemdelingen verkeer na den oorlog. Het zal er dan om gaan volkomen geoutilleerd te zijn en Middelburg zo-o aantrekkelijk te maken, dat onze stad van het zooveel kleinere vreemdelingenverkeer, dat zal overblijven in een verarmd' Europa toch éen behoor lijke en zoo mogelijk toenemende bron van inkomsten zal hebben. Deze opsomming bevat een aantal van de belangrijkste punten, maar is niet volledig. Duidelijk is het echter, dat het aan d'en Raad en aan B. en W. niet aan werk zal ontbreken. De groote vraag is, in 'hoeverre de financieele toestand van de gemeente het zal toelaten al deze plannen te verwezenlijken. Mochten de financien het onmogelijk maken, dit alles uit te voeren, het aller voornaamste is de geest in onze stad. Als de geest in orde is, kunnen dingen gebeu ren, die zelfs met veel geld niet tot stand te brengen zijn. Op den geest van allen komt 'het aan. Ik wil daarom eindigen met den wensch, dat wij vooral op dat gebied e'en goed jaar mogen hébben. De heer J eronimus, oudste lid van den Raad, sprak daarop den 'burge^ meester als volgt toe: Namens de leden van dit College zeg ik U dank voor de goede wenschen voor onze gezinnen en ons zelve, en hop'en. wij dat het jaar 1940 datgene moge brengen, dat u -zoo juist met nadruk voor de menschheid in het algemeen 'en Middel burg in het bijzonder als zoo noodzake lijk 'en wenschelijk hebt geschetst. Vooral een plaats als Middelburg, die reeds op zoo velerlei gebied een wan- zullen hen er uit moeten zetten." „Maar waar moeten ze naar toe?" vroeg Vivian met bezorgden blik. „Be grijpen ze niet, dat het maar voor tijde lijk is, dat ze er uit moeten?" „Ja, zeker, en Boer Caxton heeft hun twee kamers in zijn groote schuur aan geboden, en het gebruik van zijn bijkeu ken; maar Snell is een man, die van al les grieven maakt. Zoo is hij nu eenmaal aangelegd." „Ja, dat weet ik," zei Vivian met een zucht, „hij heeft mij verteld, dat het mijn plicht was, om de terreinen rondom de Abdij in kleine stukken te verdeelen ter bebouwing door de dorpelingen te gen een lage pacht. Dat was, nadat ik gezegd had, dat ze dat groote stuk grond achter de kerk konden krijgenj' „Het is allemaal grootspraak van Snell", zei juffrouw De Burgh glimla chend. „Ik zal hem eens onder handen nemen. Hij is stalknecht bij ons geweest, voor hij het vak van schoenmaker op vatte." „O, ik wou, dat ik zoo alles van hen afwist," zei Vivian, vol bewondering. Meneer Hunter sprak niet. Hij stond vol aandacht te kijken naar een geschil derd portret boven den schoorsteenman tel, en juffrouw De Burgh, die dit op merkte, zei: „Dat is Baldwin De Burgh, myn grootvader." kele positie inneemt, zou 'harde slagen kwalijk kunnen verdragen. Moge het u gegeven zijn in het géheele komende jaar leiding aan onzen arbeid te geven tot vreugde en bevrediging van uzelve, en tot heil onzer gemeente, wier wel en wee ons allen zoo zeer ter 'harte gaat bij de belangrijke werkzaamheden die u ons hebt aangekondigd. Het is vanzelf sprekend, dat wij u daarbii toewensch'en, dat u zich met de uwen in een goede gezondheid zult mo gen verheugen. Onderzoek geloofsbrieven. Het eenige punt van de agenda was het onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid, den heer L. A. Bouman, gekozen verklaard als opvolger van den heer J. Onderdijk, Deze werden in orde bevonden, zoodat tot toelating werd besloten. De voorzitter zeide, dat het in de be doeling ligt in de vergadering van 12 Januari den heer Bouman te installeeren en dan een wethouder te benoemen, Hierna sloot spr. deze vergadering. VREEMD VLIEGTUIG. Woensdagmiddag is op groote hoogte een vliegmachine van vreemde nationa liteit boven Ierseke waargenomen, die geregeld terugkwam en waarschijnlijk de koers kwyt was. De machine ver dween ten slotte in Z.W. richting. HET ZIEKENHUISVRAAGSTUK OP SCHOU WEN-DUIVEL A ND. De stemmingen in de gemeenteraden op Schouwen-Duiveland over de vraag, of Zierikzee of Noordgouwe de voorkeur zou hebben inzake den bouw van een zie kenhuis, hebben thans plaats gehad. Van de achttien radon verklaarden zich Noordgouwe met 817 Inwoners inbe grepen veertien, vertegenwoordigen de totaal 13.162 inwoners, voor deze plaats. Met inbegrip van Zierikzee met 6806 inwoners, bepaalden drie raden, vertegenwoordigende in totaal 9734 in woners hun keuze op laatstgenoemde plaats. Een der gemeenteraden sprak zich niet uit. Aan den heer C. Korstanje Lz. te Kloetinge is op zijn verzoek ontslag ver leend als opzichter van de landerijen be- hoorende aan het Gasthuis, alhier. Hij heeft deze functie 25 jaar lang waarge nomen. In deze vacature is benoemd de heer D. Korstanje te 's H. Abtskerke. Goessche Wijkverpleging. De Goessche Wijkverpleging dankt hartelijk voor de onderstaande giften ontvangen in de maanden October, No vember en December 1939. Een gift van f 50, twee van f 25, vier van f 10, vier van f 5, vijf van f 2,50, een van f 2, drie van f 1,50, zeventien van f 1, en een van f 0,50. Wemeldinge. Loop der bevolking over de maand December 1939. Ingekomen: J. Buize en gezin, kl. landbouwer, van Wissenkerke, naar de Dorpsstraat B 26; L. v. d. Linde, van IJsselmuiden naar Julianastraat C 1 o Vertrokken: Arie Zuurmond, van Wilhelminastraat B 116, naar Scheve- ningen, Vuurbankstraat 42, gem. 's Gra- venhage; Catharina Cornelia Wagenaar, z. ber., van a.b. naar Rotterdam, Molen straat 49; J. van Es, Schippersknecht, v. Hoogeweg A 45, naar Ierseke, Schut- tershofstr. 10; W. Vervenne, leerling- verpleger, van Chezeeweg, naar Benne- broek, stichting „Vogelenzang"; Wed. M. Nagelkerke, van Wemeldinge, Dorp straat B 230 n. Kattendijke, Monniken- dijk A 111; J. Dagevos, groentenkoop- man van Dorpsstraat B 214 naar Ier seke, Burenpolderweg 7Johanna Cor nelia Dane geb. de Jonge, van Oranje boomstraat B 77, naar O. en W. Sou burg, Voorstraat 7. Rilland-Bath. De collecte ten 'béhoeve van het algemeen steuncomité 1939 heeft hier met inbegrip van de nagekomen gif ten opgebracht f233.60. Meneer Hunter schrikte op. „Ja, ik ik zag, dat het een familie lid was: maar het is zijn ring, waar ik naar keek. Is daar een geschiedenis aan verbonden „Ja, daarom heeft de schilder er ook zooveel zorg aan besteed. Een van onze voorouders had hem gekregen van Eduard III, en hij heeft altijd toebe hoord aan den oudsten zoon. Mijn arme broer had hem aan zijn vinger, toen hij dat uitstapje naar het rotsgebergte ging maken. De overlevering zegt, dat die ring De Burghs geluk aanbracht; en na den dood van mijn broer is er werkelijk een eind aan ons geluk gekomen." „Maar is u den ring dan kwijt? Werd hij u niet teruggezonden?" Vivian was verbaasd over de belang stelling, die uit zijn stem sprak. „Neen, we hebben nooit iets ontvan gen van zijn persoonlijke bezittingen. Hij overleed in een ziekenhuis. We hebben er onzen rentmeester nog heen gestuurd, maar het is hem niet mogen gelukken, om iets, van wat hem toebehoord had, op te sporen." Meneer Hunter zei niets meer, maar stond nog altijd in gedachten verzonken naar het portret te kijken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5