DE ZEEDW
Qyitsche invloed in Ned.-Indie?
GRIEPWEER!
Een verwaarloosd Landgoed
)Un
xn Akkertje
tweede blad
VICKS HOESTBONBONS
FEUILLETON
Uit de Provincie
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
Distributiekaarten voor militairen.
door AMY LE FEUVRE.
31)
VAN
WOENSDAG 3 JAN. 1940. Nr. 78.
Het „Nieuws van den Dag", een In- j
disch orgaan, dat onder zijn tegenwoor-
dige hoofdredactie geen zweem van vrees
voor het nationaal-socialisme aan den
dag le&t" doch wel voorzichtigheid en
waakzaamheid aanprijst, w(jdt een be-
langwekkende beschouwing aan het ont-
breken van een verbod voor Indische
ambtenaren om lid te zijn van de N.S.B.
,Er is ergens in Nederlandsch-Indië
—"aldus o.a. „Het Nieuws" een Ne-
derlandsch haven-arts, die geen dag
voorbij laat gaan om van zyn haat tegen
het eigen land en van zijn voorkeur voor
het Duitsche bewind te getuigen. Hij
staat in voortdurende verbinding met
zijn Duitsche vrienden en zijn biblio
theek is gevuld met binnengesmokkelde
nat.-soc. propagandalectuur. Hij is een
machtig man in zyn omgeving en maakt
van die macht een zeer duidelijk ge
bruik. Degenen, die hem dagelijks hoo-
ren, vragen zich verbaasd af waarom de
regeering zulk een landverrader in spé
nog langer in haar dienst duldt."
Maar het blad vertelt nog meer. „Er
gens in de Buitengewesten is een Duit-
scher hoofdinspecteur van politie. Hjj
ontvangt door middel van het Duitsche
consulaat maandelijks pensioen als oud-
onderofficier van het Duitsche leger.
Zijn zoon is in Duitschland werkzaam.
Genaturaliseerd is deze hoofdinspecteur
niet. Hij beweert, dat Nederlandsch-In
dië er veel beter voor zou staan, indien
het Duitsch bezit was. Op grond van de
veronderstelling, dat in Indië alles mag
behalve zich keeren tegen het Duit
sche nationaal-socilalisme laat h(j
zjjn vrouw een consequente nazi-propa-
ganda voeren. Niemand maakt me wat,
zegt hij. „Het gouvernement moet me in
dienst houden, uit vrees voor représail
les van de Duitsche regeering".
„Op weer een andere plaats is een Duit-
scher belast met de functie van ambte
naar van Oostaziatische zaken. Een
landgenoot van hem moet de regeering
van advies dienen over Japansche za
ken, De detachementscommandant van
de veldpolitie te Tjilitan Besar, waaron
der het militaire vliegveld ressorteert, is
een Duitscher. De directeur van de
Landsdrukkerij, waar vele geheime docu
menten van de regeering worden ge
drukt, is een Duitscher. Het hoofd van
de politieschool in Soekaboemi, waar de
politie-ambtenaren worden opgeleid, is
een Duitscher.
En vrijwel al die heele of halve Duit-
schers zijn lid van de N.S.D.A.P., dan
wel van haar Nederlandsche zuster-or-
ganisatie".
„De Vr ij h e i d" merkt hierbij op
Wij zullen geen oogenblik ontkennen,
dat Duitschers voortreffelijke politie
mannen kunnen zijn. Wijlen prof. Neyt-
zell de Wilde, geenszins een nationaal-
socialist, heeft ons indertijd medege
deeld, dat hij, na den oorlog, in Insulin-
de terdege profijt heeft weten te trek
ken van Duitsche hulpkrachten op dit
gebied. Maar dan moeten de heeren zich
buiten de politiek houden en zeker niet
Duitschland boven Nederland stellen.
A fortiori geldt dit voor Nederlanders.
Mocht het anders zijn, dan onver
biddelijk eruit! Vermoedelijk zal men
bij de Indische begrooting wel meer over
deze zaak hooren.
Help Uw keel infectie voorkomen
met de beproefde geneeskracht van
HOOFDSTUK X.
Steenen en kalk.
Eindelijk kwam er leven en beweging
in het dorp. Metselaars en timmerlieden
Waren overal druk aan het werk, en het
leek wel, alsof meneer Hunter op alle
Plaatsen tegelijk was, om toezicht te
houden, bevelen uit te deelen, aan te
moedigen of te dreigen.
..Dat is eerst een man", zeiden de dor
pelingen, en Vivian keek toe en was ver
baasd over zijn energie, Er waren een
Paar onwillige bewoners die weigerden,
°m hun oude huisje te verlaten; er
waren anderen die vergoeding vroe
ds 700r de verhuizing. Er werd
Visua-ad maar weinig dankbaar
st J meesten gevonden. Ze taad-
n allen wat aan te merken.
ivian vatte moed en hield hier en
ar een praatje met de oudjes. Ze nam
OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN.
In de vergadering van den gemeente
raad van 20 December waren ingekomen
adressen van de Administraties van het
Dagblad voor Noord-Brabant en Zeeland
en van „De Zeeuw" inzake het opnemen
der officieele bekendmakingen. Sedert
jaren worden de z.g. officieele bekend
makingen geplaatst in de Prov. Zeeuw-
sche Middelburgsche Courant. Voor deze
plaatsing aldus B. en W. is destijds
een speciale overeenkomst gesloten, die
bjj besluit van 4 Oct. j.l. nog geheel op
nieuw werd vastgesteld in verband met
het overgaan van dit blad in andere han
den.
Toen in Sept. j.l. verschillende distri
butie-maatregelen werden afgekondigd,
werd aanvankelijk de wenschelijkheid
gevoeld om aan deze verschillende maat
regelen een zoo ruim mogelijke bekend
heid te geven, waartoe mondeling met
de Administratie van „De Zeeuw" werd
overeen gekomen, dat deze crisis-publi
caties zouden worden geplaatst tegen
een speciaal tarief. Eenige dagen later
verzocht ook de Administratie van het
„Dagblad voor Noord-Brabant en Zee
land" deze publicaties te mogen ontvan
gen. Nadat B. en W. aanvankelijk hadden
gemeend, op dit aanbod niet te moeten
ingaan, hebben zij na een herhaalde aan
drang alsnog besloten dit verzoek in te
willigen. Eenigen tijd daarna echter ves
tigde de Administratie van de Prov.
Middelburgsche Courant de aandacht op
de met haar gesloten overeenkomst,
waarbij zij opmerkte, dat indien B. en
W. op den ingeslagen weg meenden te
moeten voortgaan z\j ook verplicht
zou zijn ten opzicht van deze publicaties
van de overeenkomst af te wjjken en een
bepaalden regelprijs te berekenen. Onge
veer te gelijkertijd bereikte B. en W. een
verzoek van de N. V. Drukkerij en Uitg.-
Mjj'. „De Arbeiderspers" te Amsterdam,
welke eveneens aanbood de betreffende
bekendmakingen tegen een speciaal ta
rief te publiceeren.
Na overweging van een en ander heb
ben B. en W. met het oog op de juiste
naleving van de overeenkomst en de fi-
nanciëele consequenties besloten het ver
strekken van publicaties aan de beide,
thans adresseerende dagbladen te staken
en die in de Prov. Zeeuwsche Middelburg
sche Courant voort te zetten volgens de
in de overeenkomst gestelde regelen.
Waar eenmaal een dergelijke overeen
komst ls gesloten en nog zeer onlangs
vernieuwd, meenen B. en W. niet anders
te mogen handelen, te meer nog, waar
het verstrekken der publicaties aan de
beide adresseerende bladen niet onbe
langrijke financiëele offers zou eischen
en bovendien bezwaarlijk zouden kunnen
worden geweigerd ook in andere in deze
gemeente gelezen dagbladen de betref
fende bekendmakingen te plaatsen. Op
grond van een en ander stellen B. en W.
den Raad voor afwijzend op de verzoe
ken te beschikken.
VERORDENING VOORWAARDEN
AANSLUITING ENZ. ELECTRICITEIT.
Reeds meermalen werden in de raads
vergaderingen opmerkingen gemaakt
over het installeeren door den Dienst der
Bedrijven van de z.g. metercombinaties
bij' electriciteitsverbruikers.
B. en W. stellen voor de „Verordening
regelende de voorwaarden voor aanslui
ting aan en levering van Electriciteit"
te wijzigen, zoodat de directie de plaats
bepaalt, waar de meter wordt opgesteld
en de hiervoor benoodigde_ruimte vast
stelt. Bij nieuwe installaties dient voor
deze opstelling gebruik te worden ge
maakt van gecombineerde meter-, aan
sluit- en verdeelborden. Deze z.g. meter
combinaties worden door de directie op
gesteld en aan den aanvrager wordt, via
diens installateur, een door B. en W.
vast te stellen bijdrage in de kosten hier
van in rekening gebracht.
By door verbruikers zelf verlangde wij
zigingen of vernieuwingen van de be
staande installatie wordt, indien het aan
wezige motorbord niet meer kan worden
opgesteld, den verbruiker een zelfde bjj-
j drage als bij nieuwe installaties in reke
ning gebracht. Indien in een be
staande installatie door de directie toe
passing van metercombinaties noodzake-
lijk wordt geacht, komen de kosten voor
de plaatsing hiervan, behoudens breek-
en timmerwerk, voor rekening van het
electriciteitsbedrjjf. De capaciteit van
den meter wordt door de directie bepaald.
Bjj aanneming van dit voorstel ligt het
niet in de bedoeling om alle „oude" in
stallaties te doen vervangen, doch om
plaatsing der metercombinaties te beper
ken tot
a. nieuwe installaties.
b. die gevallen, waar tengevolge van
wijziging der installatie door den ver
bruiker het aanwezige meterbord geen
dienst meer kan doen.
c. die gevallen waar het aanwezige
meterbord van dien aard is, dat naar de
meening van de directie vernieuwing
noodzakelijk wordt geacht.
A. P. H. van den Dolder. t
Op 51-jarigen leeftijd is te Heerlen
plotseling overleden de heer A. P. H. van
den Dolder, die, na in 1910 alhier als in
specteur van politie tweede klasse werd
aangesteld, en na ook te Nijmegen die
functie te hebben bekleed^ in 1914 als
inspecteur eerste klasse hier terug keer
de. De overledene maakte in die functie
hier de ook voor zjjn beroep moeilijke ja
ren van deh vorigen wereldoorlog mee en
had zich ook buiten 't politiecorps ver
schillende vrienden verworven. In 1920
volgde zyn benoeming tot hoofdinspec
teur van politie te Heerlen, in welke
functie hij tot zijn dood toe is gebleven,
terwijl hij tevens waarnemend commissa
ris was. Tijdens een dienst in de R.-K.
Kerk is de heer v. d. Dolder door een be
roerte getroffen.
Westkapelle. Loop der bevolking over
de maand December. Ingekomen: geene.
Vertrokken: Piëta. Slobber, zonder
beroep naar Middelburg; Adra. Huis
man, dienstbode, naar Vlissingen.
N. en St. Joosland. Gemeente
raad. Vrydag vergaderde de Raad.
Voorzitter weth. E. Verlare. Afwezig de
heer van Strien.
De voorzitter deelde mede dat op de
advertentie voor oproeping van een on-
derwijzereg voor de Bewaarschool
slechts één sollicitante met bevoegdheid
voor het fröbelonderwijs heeft gereflec
teerd, welke inmiddels elders is be
noemd. De overige sollicitanten bezitten
deze bevoegdheid niet, zoodat B. en W.
voorstellen een tijdelijke onderwijzeres
te benoemen en te trachten later alsnog
een gediplomeerde onderwijzeres te krij
gen.
Mej. D. Schipper te Wolphaartsdijk
werd daarna tot tijdelijk onderwijzeres
der bewaarschool benoemd met 5 stem
men en 1 blanco.
Wethouder Polderdijk deelde nog me
de, dat B, en W. voor de moeilijkheid
stonden een nieuwe oproeping te plaat
sen en de school zoolang te sluiten of
een tijdelijke kracht te benoemen. Indien
de onderwijzeres goed bevalt is de Raad
bevoegd haar vast aan te stellen. Hij
stelde tevens voor in haar instructie te
bepalen dat geen Godsdienstonderwijs
gegeven mag worden, omdat het een
openbare school betreft, die moet open
staan voor alle gezindten. Hij had geen
bezwaar tegen bidden en danken, zooals
dit ook op de openbare school gebeurt.
Aldus besloten.
Besloten werd vrijstelling te vragen
Ter hoogte van Madeira werd de „Oranje" door een Fransch eskader aangehouden en met vlagsignalen gepraaid. Daar
de zon tegen was, merkte men deze signalen niet direct op, waarop een waarschuwingsschot voor den boeg werd ge
lost. Hierop draaide de „Oranje" bij. De „oplossing" van het incident was uiterst vriendschappelijk, doch vormde nog
dagenlang het onderwerp van gesprek.
De passagiers van de „Oranje" vol belangstelling voor den Fransehen oorlogsbodem.
de kleine kinderen op schoot en stuurde
soep aan de zieken, maar tot nog toe
werden haar weldaden met wantrouwen
de blikken gade geslagen. Dit Yorkshire
volkje was nog niet bereid, om haar een
plaats in hun hart te geven.
Sommigen stuurden trotsch haar ga
ven terug, anderen beklaagden zich, dat
zij den een boven den ander trok. Zij leed
onder hun kwalijk verborgen vijandig
heid; en toen een vrouw haar doodsbe
daard vertelde, dat haar Tom gehoord
had, dat zij al die verstoring van hun
vreedzame dorp te danken hadden aan
een bericht in de Londensche kranten
over den schandelijken toestand, waarin
hun woningen zich bevonden, begon Vi
vian vurig te wenschen, dat zij er nooit
mee begonnen was.
Ze zei dit met gloeiende wangen op
zekeren morgen tegen meneer Hunter,
toen hij bij haar aan was gekomen, om
een en ander te overleggen.
„U moet het zich maar niet aantrek
ken, dat ze u verkeerd begrijpen," zei hij.
„U zal hen op den duur wel winnen,
Waarom begint u niet een soort van
krans voor de moeders, waar ze haar
naaiwerk kunnen meebrengen en u wat
vertelt of voorleest? Er werd de laatste
jaren niets voor haar gedaan. Zou juf
frouw De Burgh u er niet bij kunnen
helpen? Zij schijnen erg op haar ge
steld te zijn."
„Ja," zei Vivian verdrietig. „Ik denk,
als juffrouw De Burgh dit alles deed en
niet ik, zij het dan beter zouden begrij
pen. De De Burghs hebben altijd een
hart gehad voor hun onderhoorigende
Carmichaels ik denk, dat zij iemand
van den naam Carmichael altijd zullen
haten, meneer Hunter."
„O, neen, dat zullen ze zeker niet."
Zijn stem klonk bruusk, maar hij
had den treurigen blik in Vivians oogen
gezien en wilde haar troosten.
„Bij het bouwen van die huizen leeren
zij u niet kennen. Probeert u het eens
met een middagje voor vrouwen en meis
jes. De menschen hebben iets meer noo-
dig dan mooie huisjes, willen ze het le
ven doorkomen."
Vivian keek hem aandachtig aan, en
de woorden van haar moeder kwamen
haar weer voor den geest: „Zoo de Heer
het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden
deszelfs bouwlieden daaraan."
„Ik dacht, dat het opbouwen van het
dorp wonderen zou doen."
„Dat zal het ook uit het oogpunt van
gezondheid bekeken, en als we daarna
goed drinkwater kunnen krijgen, zal u
alles hebben gedaan, wat in uw vermo
gen was, voor hun lichamelijk welzijn."
„Maar u denkt dus, dat er nog iets
meer gedaan moet worden?"
Vivian vond, dat die rentmeester van
haar, haar altijd weer opnieuw ver-
rastte.
„Wel, mevrouw Carmichael, ik heb al
heel wat gezien van de wereld; en in
Amerika werken wij schouder aan
schouder. Ik ben er niet voor, om alle
standen weg te cijferen, maar ik geloof
in de twee groote geboden. U wilt
vriendschappelijk met het volk hier om
gaan, maar dan moet u niet denken, dat
het voldoende is, om hun nieuwe huisjes
te geven. Zij zijn menschelijke wezens
net als u. Tracht te beseffen, dat zij net
als u in staat zijn, om lief te hebben en
te lijden, en probeer hen lief te hebben
en met hen te lijden. U zal daar geduld
voor moeten hebben en uw tijd er aan
geven. Vergeef mij, dat ik het zoo rond
uit zeg."
„O, gaat u toch voort!" riep Vivian
uit. „Helpt u mij, want ik wil hun zoo
graag tot een hulp zijn."
„Zorg dan dat u, als u zich onder hen
begeeft, hun niet alleen weldadigheid
bewijst en steunt, maar dat u hen nog
iets meer geeft."
Hij keerde zich om, om heen te gaan.
Vivians oogen schoten vol tranen, en
daarop glimlachte hij tegen haar, en als
hij glimlachte, was hij opeens een heel
andere persoonlijkheid."
„Zij hebben een erfenis, die meer
DIE ACHTERBLIJVEN VAN VERLOF
Blijkens een mededeeling van den mi
nister van economische zaken kunnen
militairen, die niet in eigen voeding
voorzien, zich, indien zij wegens ziekte
en dergelijke gevallen achterblijven van
verlof, na afloop van iedere week, dat
zulks voortduurt na het beëindigen van
het tijdsbestek gedurende hetwelk verlof
is verleend wenden tot den comman
dant van hun legeronderdeel met het
verzoek hun een verlofdistributiekaart,
geldig voor zeven dagen, te doen toeko
men.
Tegen inlevering van deze kaart
wordt op een distributiekantoor rant
soenboekje 1 verstrekt, hetgeen bonnen
bevat ter verkrijging van in distributie
gebrachte goederen, in een hoeveelheid
benoodigd voor één week.
van het geven van gymnastiekonderwijs
op de openbare school.
De voorzitter deelde mede, dat de
proeftijd voor den gem. bouwkundige J.
D. P. de Smit op 1 Febr. a.s. afloopt en
dat hij in het afgeloopen jaar uitstekend
heeft voldaan, zoodat B. en W, voor
stellen hem vast aan te stellen en zijn
instructie te wijzigen in dien zin dat hij
van groote werken het in de bouwwereld
gebruikelijke percentage vergoeding
krijgt boven zijn jaarwedde van f 100.
Met alg. st. besloten.
B. en W. stelden voor de telefoonver
binding voor de politie met het oog op
de kosten op te heffen. Na breedvoerige
besprekingen, waarbij de wenschelijk
heid naar voren kwam dat de veldwach
ter over een snelle verbinding zou kun
nen beschikken, trokken B. en W. hun
voorstel in. Besloten werd de telefoon
te handhaven.
B. en W. stelden voor den gemeente
werkman met ingang van 1 Maart 1940
eervol te ontslaan en hem met ingang
van dien datum te benoemen tot bode en
klokkenist, zulks op eigen verzoek.
De heer v, Eenennaam was van mee
ning dat het verzoek van den gemeente
werkman pas ter elfder ure is gekomen
en onder pressie. Hij was tegen dit voor
stel omdat het van allen rechtsgrond
ontbloot is.
De heer Eikenhout was voor ontslag
van alle ambtenaren op 65-jarigen leef
tijd, doch hij betreurde het dat de zaak
zoo geloopen is.
De heer Goffau kon zich met het
voorstel vereenigen, doch was er tegen
dat de gemeentewerkman aan zijn ont
slagaanvrage de voorwaarde verbindt
tot bode en klokkenist benoemd te wor
den.
Het voorstel van B. en W. om den ge
meentewerkman eervol te ontslaan
wordt daarna aangenomen met de stem
men van de heeren Klompe, Polderdijk
en Verlare voor. De heeren v. Eenen
naam en de Goffau stemden blanco, de
heer Eikenhout tegen.
Vervolgens werd de gemeentewerk
man met ingang van 1 Maart 1940 be
noemd tot bode en klokkenist met 3 st.
voor en 2 st. tegen; de heer de Goffau
onthield zich van stemming. De jaar
wedde werd bepaald op f 75.
Besloten werd met de gemeente Mid
delburg een gemeenschappelijke regeling
aan te gaan inzake 'luchtbescherming
betreffende een gedeelte van Middel
burg, dat nabij onze gemeente is gele
gen.
Besloten werd een duurtetoeslag van
5 pet. te verleenen op de steunuitkeerin-
gen en werkverschaffingsloonen, met in
gang van 1 Jan. 1940.
Besloten werd een kasgeldleening ad
f 3000 aan te gaan voor drie maanden.
De voorzitter deelde mede, dat de
laagste inschrijver voor den ophaal
dienst van huisvuil zijn inschrijving
heeft ingetrokken. De daaropvolgende
inschrijver is C. Reijnoudt Az. voor de
som van f 300, waaraan de voorwaarde
verbonden is dat de bewoners van den
Veerdam hun vuil zelf op den dijk moe
ten zetten, Besloten werd aan C.
waard is dan uw Abdij, maar niemand
heeft hun er ooit van verteld. Als zij die
erfenis in bezit konden nemen, dan zou
hun leven wel wat anders worden dan
het nu is."
„Meneer Hunter, is u - is u gods
dienstig?"
Hij keek haar ernstig aan.
„Eenige jaren geleden heb ik inge
zien, dat het houden van de twee groote
geboden ons ideaal moet zijn. De moei
lijkheid is echter, hoe we dat ideaal tot
werkelijkheid moeten maken, is het
niet? Maar nu moet ik afscheid nemen,
want ik heb veel te doen."
Hij liet Vivian geheel verbijsterd ach
ter; en toen zij dien avond naar bed
ging, haalde zij haar Bijbel te voorschijn
en las zorgvuldig over, wat daarin stond
betreffende de twee groote geboden:
„Gij zult liefhebben den Heer uw God
met geheel uw hart, en met geheel uw
ziel en met geheel uw verstand.
„Dit is het eerste en groote gebod.
„En het tweede daaraan gelijk is: Gij
zult uw naaste liefhebben als u zeiven.
„Aan deze twee geboden hangt de
gansche wet en de profeten."
Zij dacht er lang over na en begon ein
delijk haar eigen tekortkomingen in te
zien.
(Wordt vervolgd.)