ten verwaarloosd Landgoed Begrooting van Economische Zaken. ^•nAkkertje fWEEDE BLAD Afscheid van Burgemeester Zandee te Kloetinge. Bevordering van de Bietenteelt. 0e „Dardanellen" van het Noorden. Mare dagen"? De prijspolitiek van onze Regeering. feuilleton de zeeüw VAN vRIJDAG 29 DEC. 1939. Nr 75. (Van onzen miUairen medewerker.) De stilte op het hoofd-oorlogstooneel, het Westfront, is oorzaak, dat de buiten- landsche overzichtschrijvers uit wanhoop over gebrek aan stof, hun fantasie den vrijen teugel laten en nieuwe strate- gische operatiën ontwerpen. Zóó hebben zii alweer een nieuw plan ontworpen om Duitschland te „omtrekken". Een paar maanden geleden hadden deze zelfde plannen-fabrikanten een Bal kanexpeditie in het hoofd, welke we reeds eerder mochten bespreken. Thans willen zij via Finland het Duitsche Rijk vanuit het Noord-Oosten aanpakken, Eerst wilden zij de haven van Petsamo als basis benutten, doch vonden blijk baar de eerste 500 K.M. in den vorm van één enkele autoweg (geen spoorweg) tusschen Petsamo en Rovaniemi (waar de spoorweg begint), als de eenige aan- i voerweg, voor zulk een onderneming noch wel wat te gevaarlijk. Toen bleef niet anders over dan Zweden en Noor wegen aan de zijde der geallieerden te brengen en via deze landen Duitschland ten onder te brengen. Ook werd het denkbeeld van forceering der toegangen tot de Oostzee niet verworpen en dus ook Denemarken er bij betrokken. Doch bij al deze fraaie plannen ver gaten onze amateur strategen de hoofd zaak n.L, dat., indien de geallieerden zulk een expeditie willen beginnen, zij zoo veel troepen moeten onttrekken aan hun leger in Oost-Frankrijk dat de Duit- schers geen aanval op den Westwall hebben te duchten en dus deze met een minimum aan verdedigingskrachten kunnen laten liggen terwijl zij hun hoofdmacht stellen tegenover den nieu wen inval uit het Noord-Oosten. De Duitschers opereeren alsdan „op de binnenlijnen", d.w.z. zij kunnen zich werpen op een der beide fronten, terwijl zij met weinig krachten op het andere passief blijven. Gezien de tegenwoordige krachtsverhoudingen zouden alsdan de Duitschers in het voordeel zijn, doch we zouden haast vergeten de Russen er bij te rekenen, die alsdan de hulp aan Fin land als vijand zou beschouwen. En het Russische leger onder leiding van den Duitschen Generalen Staf zal altijd nog heel wat in de melk te brokken hebben. Wij geven aan de Balkanexpeditie al bijna geen kans van slagen, doch deze Noordelijke fantasie zal vast en zeker mislukken. VERTREK „STATENDAM" UITGESTELD. Het vertrek van het s.s. „Statendam" van de Holland-Amerikalijn, dat gisteren op weg zou gaan naar New York, is in verband met verschillende omstandighe den, uitgesteld. Het schip zal thans vermoedelijk om streeks 13 Januari de reis aanvangen. Naar gemeld werd, staat dit uitstel o.a. in verband met het feit, dat het passagiersaanbod voor Amerika op het oogenblik iets minder is, hetgeen weer een gevQlg is van de omstandigheid, dat het Amerikaansche consulaat niet meer zooveel visa beschikbaar stelt als in nor malen tijd. De verwachting is echter, dat dit in Januari weer normaal wordt. Tot dusver hebben zich voor de „Statendam" ongeveer 600 passagiers opgegeven. DE THEORIE DER VERVANGINGS WAARDE THANS GEACCEPTEERD. In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer over de begrooting van Economische zaken voor 1940 consta teert de minister, dat tusschen de Ka mer en hem geen verschil van meening bestaat over de noodzaak een sterke staging van de kosten van levensonder houd te voorkomen, zoodat het voeren van een daarop gerichte prijspolitiek dan ook een belang van de eerste orde moet worden geacht. Wanneer men het gemiddelde van Au gustus op 100 stelt, bedroeg de stijging op 12 Dec. j.l. 5,6 pet. Gezien het feit, dat bepaalde prijsver- hoogingen, in verband met de sterk ge stegen aanvoerkosten, onvermijdelijk waren, kan een dergelijke stijging onder de huidige omstandigheden ongetwijfeld gunstig worden genoemd. Dit was slechts mogelijk, doordat, dank zij de maatregelen der regeering, de meeste prijsverhoogingen postprijstechnisch ge motiveerd waren en prijsopdrijving zich uiteraard incidenteel heeft voorgedaan, doch als algemeen verschijnsel achter wege is gebleven. Mede op grond van deze resultaten ziet de minister geen aanleiding het vaststellen van de individueele prijzen aan zich te trekken en daarmede het toch reeds met velerlei moeilijkheden kampende bedrijfsleven sterker aan ban den te leggen dan uit een oogpunt van algemeen belang noodzakelijk moet wor den geacht. Het vraagstuk van de vervangings waarde heeft, naar de meening van den minister, niet meer de actualiteit voor de prijspolitiek, welke het in het begin van den oorlog bezat. Momenteel kan z.i. behoudens in het geval van groote nog „goedkoope" voor raden, calculatie van een als reëel te beschouwen vervangingswaarde als al- gemeenen regel aanvaardbaar worden geacht. door AMY LE FEUVRE. 28) -o- ''9' Michael zegt, dat hij onmogelijk U heeft, om dit plekje om te spitten." »Dat heb ik ook niet, mevrouw", zei Michae!, terwijl hij zich tot Vivian wend de. Er komt nu al haast niets van de assen terecht. Het is zonde van al die vruchtboomen, die er in staan; maar als rmvj tu^n moet wieden en snoeien en Au®11en aanharken en omspitten, heb ik al meer dan ik af kan, en ^nieten de kassen er bij in. We hadden aiiQ zes Paar handen noodig, als we &oed willen onderhouden." will t!S Z0°' Michael", zei Vivian, ter wijl ze haar voorhoofd fronste. „Je hebt aar twee handen, dat is zeker. Ik heb nen i zo°veel mogelijk trachten te hel den' waar lk Zle ook- dat je het werk op Fa„„, niet afkunt. Help juffrouw hoekje ""8 ecllter maar even met dit -Laten wy gauw naar binnen gaan", Donderdagmiddag kwam de Raad van Kloetinge in voltallige vergadering bijeen onder voorzitterschap van Burgemeester Zandee. Deze opende deze bijzondere ver gadering met de vele genoodigden har telijk welkom te heeten, waarna hij voor las het Kon. besluit, waarbij hem met ingang van 1 Januari 1940 eervol ontslag werd verleend als Burgemeester. De voorz. las hierop voor een ontvangen tele gram van het Bestuur van de Prov. afd. van de Ned. Ver. voor Vreemdelingen verkeer, waarin dank werd gebracht voor de steeds verleende medewerking en nog vele gelukkige jaren werden toege- wenscht. In verband met de centralisatie van het Bouw- en Woningtoezicht werd beslo ten om de jaarwedde van den heer C. van Maris als gemeente-bouwmeester met ingang van 1 Januari 1940 met 50 te verlagen en deze te brengen op f75, Met algem. stemmen werd de heer K. H. Wouda voor het jaar 1940 weer tot schoolarts benoemd. Vervolgens werd besloten om aan de werkloozen een kerstgave te verstrekken. Een gezin tot en met 4 personen kan f2,25 krijgen en een gezin van meer dan 4 personen f 3, Het volgende punt der agenda was het afscheid van den Burgemeester. De door dezen uitgesproken rede konden wij reeds plaatsen in ons blad van Donderdagavond evenals de daarop volgende toespraak van Wethouder Straub, die den Burge meester namens den Raad een fraaien ruststoel en een leeslamp aanbood. Hierop richtte Weth. van L i e r e zich tot den Burgemeester. Op dezen dag, aldus spr., nu gij af scheid neemt als Burgemeester dezer ge meente, is het mij een behoefte een enkel persoonlijk woord tot u te richten. Ik denk dan daarmede aan mijn intrede in het college van B. en W., nu 14 jaar geleden, en herinner mij dankbaar, hoe ik daarin met zulk een welwillendheid en tegemoetkoming door u en wijlen den vervolgde zij tegen deze. Het zal wel net tijd voor de lunch zijn, en ik heb ergen trek." Even later vertelde zij haar van haar uitnoodiging voor een winterpicnic. „Het is mijn eerste uitgangetje", zei ze, „en ik geloof niet, dat iemand mij van ongepaste vroolijkheid zal kunnen beschuldigen." Hier verbaasde zij juffrouw Fanshawe door haar armen om haar hals te slaan en haar stevig te omhelzen. „Zou ik niet langzamerhand een klein beetje plezier mogen hebben? Is het heel erg, dat ik er nu al naar begin te verlangen „Zeker niet", zei juffrouw Fanshawe. „We moeten werkelijk probeeren, je wat 1 meer afleiding te bezorgen." „En heb je geen zin, om mee te gaan „Ik heb morgen een bijzonder drukke dag met het distilleeren van mijn krui den, en een vrouw, die ik heel goed ge kend heb, Lizzie Hurley, komt iets bij mij halen tegen indigestie. Zij sukkelt daar zoo heel erg mee, en ik heb een prachtig middel daartegen." „Vergiftig haar maar niet", zei Vi vian lachend; maar toen ze zag, hoe ze daar juffrouw Fanshawe mee gegriefd heer Eversdijk ben opgenomen. Al deze jaren hebben wij daarin prettig samen gewerkt en ik heb van nabij gade mogen slaan met welk een liefde en ijver gij de gemeentezaken hebt behartigd. Ver schillende belangrijke zaken zijn daarbij aan de orde geweest. Als ik uit de vele een greep doe en de reeds in 1932 aan hangig gemaakte grenswijziging noem, dan is dat wel een onderwerp waarbij genoemde hoedanigheden bijzonder tot uiting zijn gekomen. Gij hebt al uw ken nen en kunnen ingezet, deze zoo mogelijk te verhinderen of althans zoo weinig pijn lijk als mogelijk is voor de gemeente te verlangen. Het zal u ongetwijfeld spij ten, dat deze kwestie voor uw heengaan als burgemeester niet tot een goed einde kon worden gebracht. Gij kunt evenwel uw fakkel brandende aan uw opvolger overreiken, Moge het u gegeven zijn te zien, dat onder zijn bestuur deze dreiging spoedig van de gemeente zal zijn afge wend. Dat zou voor u de rijkste beloo ning zijn. Namens de C.-H. fractie sprak de heer B 1 o m a a r d, die den Burgemeester even eens dank bracht voor alles wat hij voor de gemeente deed. Hij prees de aange name wijze waarop hij de raadsvergade ringen leidde, hetgeen hij vooral als on partijdig voorzitter wist te doen. Het ont leedmes is, aldus spr., mede door het op treden van den Burgemeester, in deze 1 kerngezonde gemeente nog niet gehan teerd. Hij eindigde met de hoop uit te spreken, dat de Burgemeester zich nog lang zal mogen verheugen in den bloei van Kloetinge. De heer Lenshoek dankte den Bur gemeester eveneens voor de rustige wijze waarop hij de vergaderingen leidde. Hij was een ware Burger vader. Spr. her innerde er aan, dat met den heer Zandee de laatste Burgemeester in Zuid-Beve- landsche kleederdracht heengaat. Ook de heer Buitenhuis sprak een enkel woord. De Burgemeester mag op een welbesteed leven terugzien voor de volksgemeenschap van Kloetinge. Spr. prijst het voorzichtige financiëele beleid, waardoor de gemeente haar zelfstandig heid niet verloren heeft. De heer O o s t i n g h voerde daarna het woord. In het dagelijksch bestuur eener gemeente, aldus spr., zijn de burgemeester en de secretaris op dagelijksche samen werking aangewezen. Dat u mij in de afgeloopen jaren geheel zelfstandig hebt laten arbeiden aan de administratieve voorbereiding en uitvoering der besluiten en regelingen van den Raad, B. en W. en van u persoonlijk, wil ik in dit voor u gewichtig uur met erkentelijkheid memo- reeren. De Burgemeester dankte voor de hem aangeboden geschenken alsmede voor de goede woorden, die hem werden toege sproken. De Raadsvergadering werd hierop ge sloten. Het verdere verloop dezer bijeen komst stond onder leiding van wethou der Straub. Toespraken na de Raadsvergadering. Allereerst kreeg de heer van der Z a n d e het woord, wiens toespraak reeds in onze vorige editie kon worden afge drukt. Namens de burgerij bood hij den Burgemeester een schilderij aan. De Burgemeester dankte de bevolking voor dit fraaie geschenk, voorstellende den toren van 's-Heer Hendrikskinderen. Daarbij herinnerde Spr. aan de vele pret- 1 tige jeugdherinneringen, die hij daaraan heeft. Hierna richtte de Ambachtsvrouwe Me vrouw I. M. Radermacher Scho- rer geb. Clotterboke Pat ij n van Kloetinge zich tot den Burgemeester. Zij dankte voor de uitnoodiging tot bij woning dezer plechtigheid en noemde het voor de gemeente een groot verlies, dat Burgemeester Zandee weggaat. Meerma- len werd gezien op welke eminente wijze i hij de gemeente, die haar zoo na aan het hart ligt, bestuurde. Zij wees er op, dat het neerleggen van het ambt ook een verlies voor hemzelf was. Echter staat I de Burgemeester nog in de kracht van zijn leven. Zij dankte hartelijk voor de vele bewijzen van vriendschap, die zij van hem mocht ontvangen en wenschte j hem alles goed toe. De heer Lenshoek zeide, dat de Burgemeester alle verwachtingen, die men van hem koesterde, verre overtroffen heeft. Als voorz. van het Burg. Arm bestuur heeft spr. steeds prettig met hem NOG GEEN RECHTSTREEKSCHE INKRIMPING VAN DEN VEESTAPEL AARDAPPELMEEL IN BROOD NOG NIET NOODIG GEACHT. Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de begrooting van het departement van Economische Zaken is het volgende ontleend: Het uitvoeren van een min of meer universeel productieplan ligt niet in de bedoeling der regeering. Zoover dit mo gelijk is, wenscht zij het particuliere be drijfsleven vr(j te laten. Mede door de vroeger genomen maat- j regelen is thans over het algemeen de J voorraadpositie van ons land bevredi- j gend te achten. Omzetting van den goud voorraad in goederenvoorraden was dan ook niet noodig. Wanneer men het gemiddelde van Au gustus stelt op 100, bedroeg de prijsstij ging op 12 December j.l. 5,6 pet. Een dergelijke stijging kan onder de tegen woordige omstandigheden ongetwijfeld gunstig worden genoemd. Mede op grond van deze resultaten ziet de minister geen aanleiding het vaststellen der individueele prijzen aan zich te trekken. De regeering is zich bewust, dat de Nederlandsche koopvaardijvloot op peil dient te worden gehouden. Te dien einde zijn juist in den aanvang van deze maand faciliteiten verleend tot het ver krijgen van bouwcredieten bij de Maat schappij tot Behartiging van de Natio nale Scheepvaartbelangen. De omstandigheid, welke den minister aanleiding heeft gegeven het verbod van het verbod van het verbruiken van benzine op Zon- en Feestdagen in te trekken, is geweest het feit, dat de in voer van benzine in de voorliggende pe riode niet onbevredigend was geweest, waardoor de regeering meende het ri sico van het opheffen van dezen beper kingsmaatregel te kunnen aanvaarden. Gezien de zeer onzekere aspecten voor het landbouwbedrijf ten tijde van het vaststellen van de hoogere richtprijzen, achtte de minister het, ook op grond van bezwaren van administratie en con trole, niet juist om daarbij bindende j voorwaarden te stellen ten aanzien van de loonen in het landbouwbedrijf. De export wordt met alle middelen, welke ten dienste staan, bevorderd. Ook wat betreft den tuinbouw is dit het geval. In verband met de door eenige leden gestelde vraag hoe het nu staat met den voorraad veevoeder, moge de minister voorop stellen dat het hem thans niet wenschelijk voorkomt concrete cijfers betreffende de veevoederpositie te ver strekken. In het algemeen kan hij mededeelen, dat, hoewel de aanvoer van krachtvoe der-grondstoffen over zee door den oor logstoestand uiteraard belemmering on dervindt, de veevoederpositie, mede in verband met de op ruime schaal door de regeering gedane aankoopen, niet van dien aard is, dat thans een rechtstreek- sche inperking van den veestapel in overweging genomen behoeft te wor den. Geruchten volgens welke aan eige naren, die minder dan bepaalde aantal len kippen of eenden bezitten, voorge schreven zou zijn, deze te slachten, zijn dan ook onjuist. Wat betreft de beschikbaarstelling van boter in militaire cantines zjj mede gedeeld, dat de minister van defensie zulks in overweging heeft genomen. In het tegenwoordige stadium kan de minister nog geen mededeelingen doen over het verloop der onderhandelingen met de Engelsche autoriteiten inzake den pry's van de in beslag genomen bo ter. Hy hoopt echter binnenkort daartoe in staat te zullen zyn. Het is waarschijn lijk te achten, dat over de prijzen over eenstemming zal kunnen worden verkre gen. De minister acht het niet noodzake lijk thans te beginnen met het verwer ken van aardappelmeel in brood, aange zien de tarwepositie niet van dien aard is, dat het maken van oorlogsbrood reeds spoedig noodzakelijk zal zijn. In het algemeen kan met betrekking tot de positie der boeren met geheel of gedeeltelijk geïnundeerde bedrijven wor den gezegd, dat bij „gedeeltelijke" inun datie de vergoeding wordt gebaseerd op de getaxeerde bedrijfsschade, terwijl bij „geheele" inundatie overneming van vee en landbouwproducten tegen bedryfa- waarde plaats vindt, waarbij 't nog een onderwerp van bespreking uitmaakt of reeds thans het bedrag zal worden uit gekeerd, dan wel een gelijkwaardig be drijf wordt gagarandeerd. Na overleg met zijn ambtgenoot van Koloniën heeft de minister besloten ter voorziening van den onder de tegen woordige omstandigheden noodzakelij ken voorraad, uitbreiding van de sui kerbietenteelt te bevorderen. Daartoe zal, uitsluitend voor den oogst 1940, worden overgegaan tot het geven van een nader vast te stellen garantieprijs over een hoeveelheid bieten, welke onge veer 25 pet. hooger is dan tot dusver in de steunregelingen werd opgenomen. De nieuwe teeltregeling voor den tuin bouw zal op zoo soepel mogelijke wijze worden uitgevoerd. Ten aanzien van de bollenteelt wordt er op gewezen, dat in de bollenbedrijven een aanzienlijke inkrimping is voorge schreven, zoodat er op het vrijkomende areaal in ieder geval iets geteeld moet worden. Aan het verlangen om de beplanting van wegen en openbare terreinen oor deelkundig te doen geschieden, zal wor den voldaan. Een ontwerp-wet tot wijziging van de Jachtwet is in een ver gevorderd sta dium van voorbereiding. De minister stelt zich voor, evenals dit tot dusver geschiedde, voort te gaan met het nemen van maatregelen ter be vordering van de zoetwatervisscherij. had, maakte zij dadelijk haar excuses. „Als ik ziek mocht worden", zei ze, „dan kom ik bij jou om geneesmidde len. Dat beloof ik je plechtig. Het zal heel wat voordeeliger zijn, dan naar een dokter toe te gaan." „Ik hoop niet, dat ik aanmatigend ben", zei juffrouw Fanshawe op plech- tigen toon, „als ik zeg, dat ik nog nooit iemand kwaad heb gedaan met mijn ge neesmiddelenmaar ik heb er heel ve len verlichting mee aangebracht en goed gedaan." HOOFDSTUK IX. Een dag op de heide. Het was den volgenden dag mooi, zon nig weer. Vivian was al om half tien van huis gegaan en op haar weg naar de hei de ontmoette zij meneer Hunter. „Komt u vooral vandaag niet bij mij aan," zei ze, „want dan zou u mij toch niet thuis vinden." „Ik had u juist de teekeningen van de huisjes willen brengen," zei hij. „De ar chitect heeft ze mij vanmorgen ge stuurd. Denkt u, dat ik een opmerking er over zou durven maken tegen hem? Ik heb in New York eenige maanden ge- samengewerkt. Ook het Fonds voor Bijz, Nooden mocht meermalen waardevolle adviezen ontvangen. Ook dankte spr. als voorzitter der Oranjevereeniging den bur gemeester. Steeds kon men op de mede werking van den Burgemeester rekenen. Ook namens de Vereeniging „Eigen Erf" en de Burgerwacht bracht spr. dank. Van alle vereenigingen in Kloetinge was u, aldus spr. tot den Burgemeester, eigen lijk de ziel. Zooals u uw taak opnam, zullen slechts weinigen het doen. U waart in den waren zin des woords een echte Burgervader. Spr. zeide, dat hij. Burge meester Zandee kennende, er van over tuigd was, dat deze nog niet zou gaan rusten, doch nog op velerlei terrein ver der zou werken. De heer O o s t i n g h bracht den dank van de ambtenaren aan den Burgemees ter over voor de wijze waarop zij onder werkt op een kantoor van een architect en ben dus niet heelemaal onkundig." „U schijnt wel van allerlei op de hoog te te zijn," zei Vivian. ..Zegt u gerust te gen hem, wat u er aan veranderd wil hebben, en vertelt u het mij dan maar later. Ik wou graag, dat er gauw met bouwen begonnen werd; maar vandaag kan ik er niet over praten. Ik neem een dag vacantie." Zij zag er zoo jong en stralend uit, terwijl zij daar voor hem stond, en haar mandje heen en weer zwaaide, dat de ernstige oogen van meneer Hunter haar een moment met eenige verbazing aan keken. Zij bloosde, want zij meende, dat ze eenig verwijt in zijn blik las. „Ik ben van plan, er lang op te teren," zei ze. „Ik ben op een winterpicnic ge vraagd door meneer Trenchard en zijn zuster. Heeft u hen al-ontmoet? O, ja, ik geloof van wel. Hij heeft uw naam te gen mij genoemd." „Ik hoop, dat u een gezellige dag mag hebben." Meneer Hunter nam zijn hoed af en ging verder. Vivian haalde haar schouders op. „Hij heeft veel van een ijsberg; maar ik mag hem toch wel lyden.. Hij schynt hem mochten werken en bood hem een fraaie lamp aan als blijvend aandenken. De heer Houtekamer, hoofd der O.L. school, had evenals het personeel der school niets dan lof en hulde voor.de wijze waarop Burgemeester Zandee aan het onderwijs medewerkte. Hij wenschte hem verder nog een lang en rustig leven toe. Ook spr. zal spoedig zijn ambt moe ten neerleggen en sprak de hoop uit, dat hun vriendschap zal blijven voortduren. Overste Van der Drift sprak na mens de te Kloetinge gelegerde militai ren woorden van dank en waardeering. Oud-Burgemeester van Liere van 's-Heer Abtskerke herinnerde aan de prettige samenwerking en sprak de hoop uit, dat de heer Zandee nog vele jaren met zijn familie van een welverdiende rust mag genieten. Ds Boersma sprak een woord van met zijn heele hart bij zijn werk te zijn en voor niets anders gedachten te heb ben." Toen zij op Heidehoeve aankwam vond zij daar Effie Rockmorton, die ook mee zou gaan. Zij was in haar hittenwagen- tje gekomen, en begroette Vivian met groote vreugde. „Fijn, dat u zoo mooi op tijd is! Nu zijn we voltallig. Ik hoorde toevallig van dit plannetje en inviteerde mezelf. Is het geen prachtige dag? Ik heb het gevoel, alsof ik wel den heelen dag zou willen doorloopen." Mevrouw Austen kwam nu ook Vivian begroeten en kuste haar hartelijk. „Ik ben toch zoo blij, dat u gelegen heid had, om mee te gaan," zei ze, „want zoo'n kleine verandering zal u goed doen." Weldra bevonden zij zich op de bruine heide; de verdorde heide en verdroogde varens kraakten onder hun voet. De kie vitten vlogen om hen heen en uitten hun klagend geschreeuwde geur van versch gemaakte turf en het heerlijke koeltje, dat er woei, bracht hun allen opgewekt heid aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 5