ten verwaarloosd Landgoed
Begrooting van Economische Zaken.
^•nAkkertje
fWEEDE BLAD
Afscheid van Burgemeester
Zandee te Kloetinge.
Bevordering van de Bietenteelt.
0e „Dardanellen" van
het Noorden.
Mare dagen"?
De prijspolitiek van onze Regeering.
feuilleton
de zeeüw
VAN
vRIJDAG 29 DEC. 1939. Nr 75.
(Van onzen miUairen medewerker.)
De stilte op het hoofd-oorlogstooneel,
het Westfront, is oorzaak, dat de buiten-
landsche overzichtschrijvers uit wanhoop
over gebrek aan stof, hun fantasie den
vrijen teugel laten en nieuwe strate-
gische operatiën ontwerpen. Zóó hebben
zii alweer een nieuw plan ontworpen om
Duitschland te „omtrekken".
Een paar maanden geleden hadden
deze zelfde plannen-fabrikanten een Bal
kanexpeditie in het hoofd, welke we
reeds eerder mochten bespreken. Thans
willen zij via Finland het Duitsche Rijk
vanuit het Noord-Oosten aanpakken,
Eerst wilden zij de haven van Petsamo
als basis benutten, doch vonden blijk
baar de eerste 500 K.M. in den vorm van
één enkele autoweg (geen spoorweg)
tusschen Petsamo en Rovaniemi (waar
de spoorweg begint), als de eenige aan- i
voerweg, voor zulk een onderneming
noch wel wat te gevaarlijk. Toen bleef
niet anders over dan Zweden en Noor
wegen aan de zijde der geallieerden te
brengen en via deze landen Duitschland
ten onder te brengen. Ook werd het
denkbeeld van forceering der toegangen
tot de Oostzee niet verworpen en dus
ook Denemarken er bij betrokken.
Doch bij al deze fraaie plannen ver
gaten onze amateur strategen de hoofd
zaak n.L, dat., indien de geallieerden zulk
een expeditie willen beginnen, zij zoo
veel troepen moeten onttrekken aan hun
leger in Oost-Frankrijk dat de Duit-
schers geen aanval op den Westwall
hebben te duchten en dus deze met een
minimum aan verdedigingskrachten
kunnen laten liggen terwijl zij hun
hoofdmacht stellen tegenover den nieu
wen inval uit het Noord-Oosten.
De Duitschers opereeren alsdan „op
de binnenlijnen", d.w.z. zij kunnen zich
werpen op een der beide fronten, terwijl
zij met weinig krachten op het andere
passief blijven. Gezien de tegenwoordige
krachtsverhoudingen zouden alsdan de
Duitschers in het voordeel zijn, doch we
zouden haast vergeten de Russen er bij
te rekenen, die alsdan de hulp aan Fin
land als vijand zou beschouwen. En het
Russische leger onder leiding van den
Duitschen Generalen Staf zal altijd nog
heel wat in de melk te brokken hebben.
Wij geven aan de Balkanexpeditie al
bijna geen kans van slagen, doch deze
Noordelijke fantasie zal vast en zeker
mislukken.
VERTREK „STATENDAM"
UITGESTELD.
Het vertrek van het s.s. „Statendam"
van de Holland-Amerikalijn, dat gisteren
op weg zou gaan naar New York, is in
verband met verschillende omstandighe
den, uitgesteld.
Het schip zal thans vermoedelijk om
streeks 13 Januari de reis aanvangen.
Naar gemeld werd, staat dit uitstel
o.a. in verband met het feit, dat het
passagiersaanbod voor Amerika op het
oogenblik iets minder is, hetgeen weer
een gevQlg is van de omstandigheid, dat
het Amerikaansche consulaat niet meer
zooveel visa beschikbaar stelt als in nor
malen tijd. De verwachting is echter, dat
dit in Januari weer normaal wordt. Tot
dusver hebben zich voor de „Statendam"
ongeveer 600 passagiers opgegeven.
DE THEORIE DER VERVANGINGS
WAARDE THANS GEACCEPTEERD.
In de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer over de begrooting van
Economische zaken voor 1940 consta
teert de minister, dat tusschen de Ka
mer en hem geen verschil van meening
bestaat over de noodzaak een sterke
staging van de kosten van levensonder
houd te voorkomen, zoodat het voeren
van een daarop gerichte prijspolitiek
dan ook een belang van de eerste orde
moet worden geacht.
Wanneer men het gemiddelde van Au
gustus op 100 stelt, bedroeg de stijging
op 12 Dec. j.l. 5,6 pet.
Gezien het feit, dat bepaalde prijsver-
hoogingen, in verband met de sterk ge
stegen aanvoerkosten, onvermijdelijk
waren, kan een dergelijke stijging onder
de huidige omstandigheden ongetwijfeld
gunstig worden genoemd. Dit was
slechts mogelijk, doordat, dank zij de
maatregelen der regeering, de meeste
prijsverhoogingen postprijstechnisch ge
motiveerd waren en prijsopdrijving zich
uiteraard incidenteel heeft voorgedaan,
doch als algemeen verschijnsel achter
wege is gebleven.
Mede op grond van deze resultaten
ziet de minister geen aanleiding het
vaststellen van de individueele prijzen
aan zich te trekken en daarmede het
toch reeds met velerlei moeilijkheden
kampende bedrijfsleven sterker aan ban
den te leggen dan uit een oogpunt van
algemeen belang noodzakelijk moet wor
den geacht.
Het vraagstuk van de vervangings
waarde heeft, naar de meening van den
minister, niet meer de actualiteit voor
de prijspolitiek, welke het in het begin
van den oorlog bezat.
Momenteel kan z.i. behoudens in het
geval van groote nog „goedkoope" voor
raden, calculatie van een als reëel te
beschouwen vervangingswaarde als al-
gemeenen regel aanvaardbaar worden
geacht.
door AMY LE FEUVRE.
28) -o-
''9' Michael zegt, dat hij onmogelijk
U heeft, om dit plekje om te spitten."
»Dat heb ik ook niet, mevrouw", zei
Michae!, terwijl hij zich tot Vivian wend
de. Er komt nu al haast niets van de
assen terecht. Het is zonde van al die
vruchtboomen, die er in staan; maar als
rmvj tu^n moet wieden en snoeien en
Au®11en aanharken en omspitten,
heb ik al meer dan ik af kan, en
^nieten de kassen er bij in. We hadden
aiiQ zes Paar handen noodig, als we
&oed willen onderhouden."
will t!S Z0°' Michael", zei Vivian, ter
wijl ze haar voorhoofd fronste. „Je hebt
aar twee handen, dat is zeker. Ik heb
nen i zo°veel mogelijk trachten te hel
den' waar lk Zle ook- dat je het werk op
Fa„„, niet afkunt. Help juffrouw
hoekje ""8 ecllter maar even met dit
-Laten wy gauw naar binnen gaan",
Donderdagmiddag kwam de Raad van
Kloetinge in voltallige vergadering bijeen
onder voorzitterschap van Burgemeester
Zandee. Deze opende deze bijzondere ver
gadering met de vele genoodigden har
telijk welkom te heeten, waarna hij voor
las het Kon. besluit, waarbij hem met
ingang van 1 Januari 1940 eervol ontslag
werd verleend als Burgemeester. De
voorz. las hierop voor een ontvangen tele
gram van het Bestuur van de Prov. afd.
van de Ned. Ver. voor Vreemdelingen
verkeer, waarin dank werd gebracht voor
de steeds verleende medewerking en nog
vele gelukkige jaren werden toege-
wenscht.
In verband met de centralisatie van
het Bouw- en Woningtoezicht werd beslo
ten om de jaarwedde van den heer C.
van Maris als gemeente-bouwmeester met
ingang van 1 Januari 1940 met 50 te
verlagen en deze te brengen op f75,
Met algem. stemmen werd de heer
K. H. Wouda voor het jaar 1940 weer tot
schoolarts benoemd.
Vervolgens werd besloten om aan de
werkloozen een kerstgave te verstrekken.
Een gezin tot en met 4 personen kan
f2,25 krijgen en een gezin van meer dan
4 personen f 3,
Het volgende punt der agenda was het
afscheid van den Burgemeester. De door
dezen uitgesproken rede konden wij reeds
plaatsen in ons blad van Donderdagavond
evenals de daarop volgende toespraak
van Wethouder Straub, die den Burge
meester namens den Raad een fraaien
ruststoel en een leeslamp aanbood.
Hierop richtte Weth. van L i e r e zich
tot den Burgemeester.
Op dezen dag, aldus spr., nu gij af
scheid neemt als Burgemeester dezer ge
meente, is het mij een behoefte een enkel
persoonlijk woord tot u te richten.
Ik denk dan daarmede aan mijn intrede
in het college van B. en W., nu 14 jaar
geleden, en herinner mij dankbaar, hoe
ik daarin met zulk een welwillendheid
en tegemoetkoming door u en wijlen den
vervolgde zij tegen deze. Het zal wel
net tijd voor de lunch zijn, en ik heb
ergen trek."
Even later vertelde zij haar van haar
uitnoodiging voor een winterpicnic.
„Het is mijn eerste uitgangetje", zei
ze, „en ik geloof niet, dat iemand mij
van ongepaste vroolijkheid zal kunnen
beschuldigen."
Hier verbaasde zij juffrouw Fanshawe
door haar armen om haar hals te slaan
en haar stevig te omhelzen.
„Zou ik niet langzamerhand een klein
beetje plezier mogen hebben? Is het
heel erg, dat ik er nu al naar begin te
verlangen
„Zeker niet", zei juffrouw Fanshawe.
„We moeten werkelijk probeeren, je wat
1 meer afleiding te bezorgen."
„En heb je geen zin, om mee te
gaan
„Ik heb morgen een bijzonder drukke
dag met het distilleeren van mijn krui
den, en een vrouw, die ik heel goed ge
kend heb, Lizzie Hurley, komt iets bij
mij halen tegen indigestie. Zij sukkelt
daar zoo heel erg mee, en ik heb een
prachtig middel daartegen."
„Vergiftig haar maar niet", zei Vi
vian lachend; maar toen ze zag, hoe ze
daar juffrouw Fanshawe mee gegriefd
heer Eversdijk ben opgenomen. Al deze
jaren hebben wij daarin prettig samen
gewerkt en ik heb van nabij gade mogen
slaan met welk een liefde en ijver gij
de gemeentezaken hebt behartigd. Ver
schillende belangrijke zaken zijn daarbij
aan de orde geweest. Als ik uit de vele
een greep doe en de reeds in 1932 aan
hangig gemaakte grenswijziging noem,
dan is dat wel een onderwerp waarbij
genoemde hoedanigheden bijzonder tot
uiting zijn gekomen. Gij hebt al uw ken
nen en kunnen ingezet, deze zoo mogelijk
te verhinderen of althans zoo weinig pijn
lijk als mogelijk is voor de gemeente
te verlangen. Het zal u ongetwijfeld spij
ten, dat deze kwestie voor uw heengaan
als burgemeester niet tot een goed einde
kon worden gebracht. Gij kunt evenwel
uw fakkel brandende aan uw opvolger
overreiken, Moge het u gegeven zijn te
zien, dat onder zijn bestuur deze dreiging
spoedig van de gemeente zal zijn afge
wend. Dat zou voor u de rijkste beloo
ning zijn.
Namens de C.-H. fractie sprak de heer
B 1 o m a a r d, die den Burgemeester even
eens dank bracht voor alles wat hij voor
de gemeente deed. Hij prees de aange
name wijze waarop hij de raadsvergade
ringen leidde, hetgeen hij vooral als on
partijdig voorzitter wist te doen. Het ont
leedmes is, aldus spr., mede door het op
treden van den Burgemeester, in deze
1 kerngezonde gemeente nog niet gehan
teerd. Hij eindigde met de hoop uit te
spreken, dat de Burgemeester zich nog
lang zal mogen verheugen in den bloei
van Kloetinge.
De heer Lenshoek dankte den Bur
gemeester eveneens voor de rustige wijze
waarop hij de vergaderingen leidde. Hij
was een ware Burger vader. Spr. her
innerde er aan, dat met den heer Zandee
de laatste Burgemeester in Zuid-Beve-
landsche kleederdracht heengaat.
Ook de heer Buitenhuis sprak een
enkel woord. De Burgemeester mag op
een welbesteed leven terugzien voor de
volksgemeenschap van Kloetinge. Spr.
prijst het voorzichtige financiëele beleid,
waardoor de gemeente haar zelfstandig
heid niet verloren heeft.
De heer O o s t i n g h voerde daarna het
woord. In het dagelijksch bestuur eener
gemeente, aldus spr., zijn de burgemeester
en de secretaris op dagelijksche samen
werking aangewezen. Dat u mij in de
afgeloopen jaren geheel zelfstandig hebt
laten arbeiden aan de administratieve
voorbereiding en uitvoering der besluiten
en regelingen van den Raad, B. en W. en
van u persoonlijk, wil ik in dit voor u
gewichtig uur met erkentelijkheid memo-
reeren.
De Burgemeester dankte voor de hem
aangeboden geschenken alsmede voor de
goede woorden, die hem werden toege
sproken.
De Raadsvergadering werd hierop ge
sloten. Het verdere verloop dezer bijeen
komst stond onder leiding van wethou
der Straub.
Toespraken na de Raadsvergadering.
Allereerst kreeg de heer van der
Z a n d e het woord, wiens toespraak reeds
in onze vorige editie kon worden afge
drukt. Namens de burgerij bood hij den
Burgemeester een schilderij aan.
De Burgemeester dankte de bevolking
voor dit fraaie geschenk, voorstellende
den toren van 's-Heer Hendrikskinderen.
Daarbij herinnerde Spr. aan de vele pret-
1 tige jeugdherinneringen, die hij daaraan
heeft.
Hierna richtte de Ambachtsvrouwe Me
vrouw I. M. Radermacher Scho-
rer geb. Clotterboke Pat ij n van
Kloetinge zich tot den Burgemeester.
Zij dankte voor de uitnoodiging tot bij
woning dezer plechtigheid en noemde het
voor de gemeente een groot verlies, dat
Burgemeester Zandee weggaat. Meerma-
len werd gezien op welke eminente wijze
i hij de gemeente, die haar zoo na aan
het hart ligt, bestuurde. Zij wees er op,
dat het neerleggen van het ambt ook een
verlies voor hemzelf was. Echter staat
I de Burgemeester nog in de kracht van
zijn leven. Zij dankte hartelijk voor de
vele bewijzen van vriendschap, die zij
van hem mocht ontvangen en wenschte
j hem alles goed toe.
De heer Lenshoek zeide, dat de
Burgemeester alle verwachtingen, die
men van hem koesterde, verre overtroffen
heeft. Als voorz. van het Burg. Arm
bestuur heeft spr. steeds prettig met hem
NOG GEEN RECHTSTREEKSCHE
INKRIMPING VAN DEN VEESTAPEL
AARDAPPELMEEL IN BROOD NOG
NIET NOODIG GEACHT.
Aan de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer over de begrooting
van het departement van Economische
Zaken is het volgende ontleend:
Het uitvoeren van een min of meer
universeel productieplan ligt niet in de
bedoeling der regeering. Zoover dit mo
gelijk is, wenscht zij het particuliere be
drijfsleven vr(j te laten.
Mede door de vroeger genomen maat- j
regelen is thans over het algemeen de J
voorraadpositie van ons land bevredi- j
gend te achten. Omzetting van den goud
voorraad in goederenvoorraden was dan
ook niet noodig.
Wanneer men het gemiddelde van Au
gustus stelt op 100, bedroeg de prijsstij
ging op 12 December j.l. 5,6 pet. Een
dergelijke stijging kan onder de tegen
woordige omstandigheden ongetwijfeld
gunstig worden genoemd.
Mede op grond van deze resultaten
ziet de minister geen aanleiding het
vaststellen der individueele prijzen aan
zich te trekken.
De regeering is zich bewust, dat de
Nederlandsche koopvaardijvloot op peil
dient te worden gehouden. Te dien einde
zijn juist in den aanvang van deze
maand faciliteiten verleend tot het ver
krijgen van bouwcredieten bij de Maat
schappij tot Behartiging van de Natio
nale Scheepvaartbelangen.
De omstandigheid, welke den minister
aanleiding heeft gegeven het verbod
van het verbod van het verbruiken van
benzine op Zon- en Feestdagen in te
trekken, is geweest het feit, dat de in
voer van benzine in de voorliggende pe
riode niet onbevredigend was geweest,
waardoor de regeering meende het ri
sico van het opheffen van dezen beper
kingsmaatregel te kunnen aanvaarden.
Gezien de zeer onzekere aspecten voor
het landbouwbedrijf ten tijde van het
vaststellen van de hoogere richtprijzen,
achtte de minister het, ook op grond
van bezwaren van administratie en con
trole, niet juist om daarbij bindende j
voorwaarden te stellen ten aanzien van
de loonen in het landbouwbedrijf.
De export wordt met alle middelen,
welke ten dienste staan, bevorderd. Ook
wat betreft den tuinbouw is dit het
geval.
In verband met de door eenige leden
gestelde vraag hoe het nu staat met den
voorraad veevoeder, moge de minister
voorop stellen dat het hem thans niet
wenschelijk voorkomt concrete cijfers
betreffende de veevoederpositie te ver
strekken.
In het algemeen kan hij mededeelen,
dat, hoewel de aanvoer van krachtvoe
der-grondstoffen over zee door den oor
logstoestand uiteraard belemmering on
dervindt, de veevoederpositie, mede in
verband met de op ruime schaal door de
regeering gedane aankoopen, niet van
dien aard is, dat thans een rechtstreek-
sche inperking van den veestapel in
overweging genomen behoeft te wor
den.
Geruchten volgens welke aan eige
naren, die minder dan bepaalde aantal
len kippen of eenden bezitten, voorge
schreven zou zijn, deze te slachten, zijn
dan ook onjuist.
Wat betreft de beschikbaarstelling
van boter in militaire cantines zjj mede
gedeeld, dat de minister van defensie
zulks in overweging heeft genomen.
In het tegenwoordige stadium kan de
minister nog geen mededeelingen doen
over het verloop der onderhandelingen
met de Engelsche autoriteiten inzake
den pry's van de in beslag genomen bo
ter. Hy hoopt echter binnenkort daartoe
in staat te zullen zyn. Het is waarschijn
lijk te achten, dat over de prijzen over
eenstemming zal kunnen worden verkre
gen.
De minister acht het niet noodzake
lijk thans te beginnen met het verwer
ken van aardappelmeel in brood, aange
zien de tarwepositie niet van dien aard
is, dat het maken van oorlogsbrood
reeds spoedig noodzakelijk zal zijn.
In het algemeen kan met betrekking
tot de positie der boeren met geheel of
gedeeltelijk geïnundeerde bedrijven wor
den gezegd, dat bij „gedeeltelijke" inun
datie de vergoeding wordt gebaseerd op
de getaxeerde bedrijfsschade, terwijl bij
„geheele" inundatie overneming van vee
en landbouwproducten tegen bedryfa-
waarde plaats vindt, waarbij 't nog een
onderwerp van bespreking uitmaakt of
reeds thans het bedrag zal worden uit
gekeerd, dan wel een gelijkwaardig be
drijf wordt gagarandeerd.
Na overleg met zijn ambtgenoot van
Koloniën heeft de minister besloten ter
voorziening van den onder de tegen
woordige omstandigheden noodzakelij
ken voorraad, uitbreiding van de sui
kerbietenteelt te bevorderen. Daartoe
zal, uitsluitend voor den oogst 1940,
worden overgegaan tot het geven van
een nader vast te stellen garantieprijs
over een hoeveelheid bieten, welke onge
veer 25 pet. hooger is dan tot dusver in
de steunregelingen werd opgenomen.
De nieuwe teeltregeling voor den tuin
bouw zal op zoo soepel mogelijke wijze
worden uitgevoerd.
Ten aanzien van de bollenteelt wordt
er op gewezen, dat in de bollenbedrijven
een aanzienlijke inkrimping is voorge
schreven, zoodat er op het vrijkomende
areaal in ieder geval iets geteeld moet
worden.
Aan het verlangen om de beplanting
van wegen en openbare terreinen oor
deelkundig te doen geschieden, zal wor
den voldaan.
Een ontwerp-wet tot wijziging van de
Jachtwet is in een ver gevorderd sta
dium van voorbereiding.
De minister stelt zich voor, evenals
dit tot dusver geschiedde, voort te gaan
met het nemen van maatregelen ter be
vordering van de zoetwatervisscherij.
had, maakte zij dadelijk haar excuses.
„Als ik ziek mocht worden", zei ze,
„dan kom ik bij jou om geneesmidde
len. Dat beloof ik je plechtig. Het zal
heel wat voordeeliger zijn, dan naar een
dokter toe te gaan."
„Ik hoop niet, dat ik aanmatigend
ben", zei juffrouw Fanshawe op plech-
tigen toon, „als ik zeg, dat ik nog nooit
iemand kwaad heb gedaan met mijn ge
neesmiddelenmaar ik heb er heel ve
len verlichting mee aangebracht en goed
gedaan."
HOOFDSTUK IX.
Een dag op de heide.
Het was den volgenden dag mooi, zon
nig weer. Vivian was al om half tien van
huis gegaan en op haar weg naar de hei
de ontmoette zij meneer Hunter.
„Komt u vooral vandaag niet bij mij
aan," zei ze, „want dan zou u mij toch
niet thuis vinden."
„Ik had u juist de teekeningen van de
huisjes willen brengen," zei hij. „De ar
chitect heeft ze mij vanmorgen ge
stuurd. Denkt u, dat ik een opmerking
er over zou durven maken tegen hem?
Ik heb in New York eenige maanden ge-
samengewerkt. Ook het Fonds voor Bijz,
Nooden mocht meermalen waardevolle
adviezen ontvangen. Ook dankte spr. als
voorzitter der Oranjevereeniging den bur
gemeester. Steeds kon men op de mede
werking van den Burgemeester rekenen.
Ook namens de Vereeniging „Eigen Erf"
en de Burgerwacht bracht spr. dank. Van
alle vereenigingen in Kloetinge was u,
aldus spr. tot den Burgemeester, eigen
lijk de ziel. Zooals u uw taak opnam,
zullen slechts weinigen het doen. U waart
in den waren zin des woords een echte
Burgervader. Spr. zeide, dat hij. Burge
meester Zandee kennende, er van over
tuigd was, dat deze nog niet zou gaan
rusten, doch nog op velerlei terrein ver
der zou werken.
De heer O o s t i n g h bracht den dank
van de ambtenaren aan den Burgemees
ter over voor de wijze waarop zij onder
werkt op een kantoor van een architect
en ben dus niet heelemaal onkundig."
„U schijnt wel van allerlei op de hoog
te te zijn," zei Vivian. ..Zegt u gerust te
gen hem, wat u er aan veranderd wil
hebben, en vertelt u het mij dan maar
later. Ik wou graag, dat er gauw met
bouwen begonnen werd; maar vandaag
kan ik er niet over praten. Ik neem een
dag vacantie."
Zij zag er zoo jong en stralend uit,
terwijl zij daar voor hem stond, en haar
mandje heen en weer zwaaide, dat de
ernstige oogen van meneer Hunter haar
een moment met eenige verbazing aan
keken.
Zij bloosde, want zij meende, dat ze
eenig verwijt in zijn blik las.
„Ik ben van plan, er lang op te teren,"
zei ze. „Ik ben op een winterpicnic ge
vraagd door meneer Trenchard en zijn
zuster. Heeft u hen al-ontmoet? O, ja,
ik geloof van wel. Hij heeft uw naam te
gen mij genoemd."
„Ik hoop, dat u een gezellige dag mag
hebben."
Meneer Hunter nam zijn hoed af en
ging verder.
Vivian haalde haar schouders op.
„Hij heeft veel van een ijsberg; maar
ik mag hem toch wel lyden.. Hij schynt
hem mochten werken en bood hem een
fraaie lamp aan als blijvend aandenken.
De heer Houtekamer, hoofd der
O.L. school, had evenals het personeel
der school niets dan lof en hulde voor.de
wijze waarop Burgemeester Zandee aan
het onderwijs medewerkte. Hij wenschte
hem verder nog een lang en rustig leven
toe. Ook spr. zal spoedig zijn ambt moe
ten neerleggen en sprak de hoop uit, dat
hun vriendschap zal blijven voortduren.
Overste Van der Drift sprak na
mens de te Kloetinge gelegerde militai
ren woorden van dank en waardeering.
Oud-Burgemeester van Liere
van 's-Heer Abtskerke herinnerde aan de
prettige samenwerking en sprak de hoop
uit, dat de heer Zandee nog vele jaren
met zijn familie van een welverdiende
rust mag genieten.
Ds Boersma sprak een woord van
met zijn heele hart bij zijn werk te zijn
en voor niets anders gedachten te heb
ben."
Toen zij op Heidehoeve aankwam vond
zij daar Effie Rockmorton, die ook mee
zou gaan. Zij was in haar hittenwagen-
tje gekomen, en begroette Vivian met
groote vreugde.
„Fijn, dat u zoo mooi op tijd is! Nu
zijn we voltallig. Ik hoorde toevallig van
dit plannetje en inviteerde mezelf. Is het
geen prachtige dag? Ik heb het gevoel,
alsof ik wel den heelen dag zou willen
doorloopen."
Mevrouw Austen kwam nu ook Vivian
begroeten en kuste haar hartelijk.
„Ik ben toch zoo blij, dat u gelegen
heid had, om mee te gaan," zei ze,
„want zoo'n kleine verandering zal u
goed doen."
Weldra bevonden zij zich op de bruine
heide; de verdorde heide en verdroogde
varens kraakten onder hun voet. De kie
vitten vlogen om hen heen en uitten hun
klagend geschreeuwde geur van versch
gemaakte turf en het heerlijke koeltje,
dat er woei, bracht hun allen opgewekt
heid aan.
(Wordt vervolgd.)