Kapitein Langsdorff maakt
een einde aan zijn leven.
DE ZEGAMKWESTIE.
besluit kan nemen. Maar het is ondes
kundig.
Dhr van Duin (C.H.) deelt mede,
dat het verlies op de Zierikzeesche gas
fabriek uitsluitend te wijten is aan eco
nomische oorzaken.
Dhr V i e n i n g s is niet voor een com
missie. Spr. vraagt of de beslissing niet
kan worden uitgesteld. In dien tijd kun
nen nog nadere rapporten worden over
gelegd.
Dhr Stemerding hecht ook niet
aan een commissie. Maar de beslissing
moet met volkomen kennis 'van zaken
worden genomen. Daarom is spr. voor
aanhouding.
Dhr Van Vloten antwoordt, dat 'hij
een offer van f175.000 de zaak waard
acht. Daar staan voordeelen tegenover,
die spr. nader uiteenzet.
Spr. becijfert, hoe hij tot de voorge
stelde afschrijvingen kwam. Hij acht die
te rechtvaardigen.
Spr. kan niet voorspellen, hoe de gas-
afname in de toekomst zal zijn. We kun
nen niet alles stopzetten terwille van
den oorlogstoestand.
In de commissie ziet Spr. een blijk van
weinig vertrouwen voor Gedep. Staten.
Spr. heeft het voorstel verdedigd na
mens Gedep. Staten en niet voor zich
zelf. Nadere inlichtingen kan Spr. niet
meer geven.
Gedep. Staten staan wel sympathiek
tegenover eventueele pensioen-verzoe
ken, maar een toezegging kan Spr. niet
doen.
Deze N.V.-vorm hebben Gedep. Staten
na rijpe overweging gekozen. Er is dus
weinig kans, dat zij daarop terug komen.
Tegenover den heer Boogert zegt Spr.
dat in Goes het gasdebiet met 1012
pet is toegenomen.
Uitstel van beslissing acht Spr. per
soonlijk van weinig nut. Nieuw licht is
er niet te geven. Na de pauze zullen
Gedep. Staten hierover een beslissing
nemen.
Hierna pauze.
MIDDAG-VERGADERING.
Dhr Onderdp (s.d.) constateert,
dat er over dit belangrijk voorstel geen
voldoende eenstemmigheid bestaat. Kun
nen Gedep. Staten nog niet ernstig over
wegen van de Zegam een zuiver provin
ciaal bedrijf te maken? Misschien dat
een deel van Sprekers fractie dan vóór
zou kunnen stemmen.
Dhr V i e n i n g s (R.K. bepleit aan
houding van het voorstel. Dan kunnen
nog de noodige inlichtingen worden ver
strekt. Aanneming met een kleine meer
derheid zou reeds een echèc voor Gedep.
Staten beteekenen. Spr. stelt aanhou
ding voor, als het voorstel-Stemerding
wordt verworpen. Aanhouding behoeft
niet uitstel tot. Juli te beteekenen.
Dhr Stemerding (C.H.) vindt de
voorgestelde bedrijfsvorm van Gedep.
Staten juist aantrekkelijk. Inwilliging
van het verzoek-Onderdijk zou voor Spr.
de moeilijkheid vergrooten. Spr. ver
klaart nogmaals geen wantrouwen in
Gedep. Staten te hebben. Hij trekt z\jn
voorstel tot instelling van een commis
sie in ten bate van het voor stel-Vie-
nings.
Dhr Kodde betreurt het, dat dhr v.
Vloten zich zoo positief heeft uitgespro
ken over den bedrijfsvorm. Kunnen Ged.
Staten dit punt alsnog niet overwegen?
Dhr Van Mazijk (A.R.) herhaalt
dat het er om gaat of de voordeelen op
wegen tegen het offer, dat gevraagd
wordt. Gedep. Staten meenen van wel.
Dhr v. Vloten heeft gezegd niets nieuws
meer ter tafel te kunnen brengen. Spr.
gelooft niet, dat we veel wijzer zullen
worden door een commissie of door aan
houding.
Dhr S t i e g e r (Gedep. Staten) deelt
mede, namens Gedep. Staten, dat zij be
reid zijn rekening te houden met wat
hier is gezegd over den bedrijfsvorm. Zij
zullen deze kwestie nog eens terdege be-
studeeren.
Gedep. Staten hebben bezwaar tegen
uitstel. Alle gevraagde inlichtingen zijn
gegeven. Spr. hoopt, dat dhr v. Vloten
het succes moge boeken, dat het voor
stel wordt aangenomen.
Dhr V i e n i n g s trekt zijn voor
stel in.
Dhr Stemerding acht dit onjuist
en dient het voorstel tot instelling van
een commissie nu opnieuw in.
De motie tot instelling van een com
missie wordt verworpen met 30 tegen 7
stemmen.
Voor de heeren de Looff, de Feyter,
de Looze, Dekker, Stemerding, v. d.
Feltz en v. Duin.
Het voorstel in zijn geheel wordt aan
genomen met 26 tegen 11 st. Tegen de
heeren de Looff, de Feyter, de Looze,
Dekker, Stemerding, Lockefeer, Boo-
gerd, v. d. Feltz, de Pauw, Geelhoed en
v. Duin.
BEGROOTING 1940.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
OVER DEN PROV. BOOTDIENST OP
DE WESTER-SCHELDE.
Dhr dePauw (s.d.) bespreekt de ta
rieven. Het reizen in gezelschap moet
worden gereduceerd.
Wat het mijnengevaar betreft, hier
gaan Gedep. Staten af op het advies van
deskundigen. Maar als de directeur van
de Prov. Stoombootdienst daarover moet
adviseeren, zou Spr. dat afkeuren.
Gedep. Staten hebben hierin geen vas
te lijn getrokken. De avonddiensten heb
ben een week lang stop gestaan. Spr.
voelt er meer voor om de diensten dan
maar voor een langere periode stop te
zetten. West—Z.-Vlaanderen moet dan
op andere wijze (via het Oosten) kunnen
worden bereikt.
Spr. acht meer reserve-booten noodig.
Kan met Defensie, dat twee booten heeft
gerequireerd, geen overleg worden ge
pleegd?
Momenteel zijn er geen reserve-boo
ten.
Wat de diensttijden van het bootper-
soneel betreft, welke kwestie in het
Georg. Overleg is vastgeloopen meent
Spr., dat hierin verbetering moet wor
den gebracht. Het spijt Spr., dat Gedep.
Staten een eenstemmig advies hierover
terzijde hebben gelegd. Ook gedurende
den vaartijd moet een vrije dag per week
worden verleend. Spr. dient een motie
in, waarin voor 1940 een vrije dag per
week wordt gevraagd voor het personeel
VlissingenBreskens.
De dienst TerneuzenVlissingen moet
op Zondag worden uitgebreid.
Spr. zou graag zien, dat zoolang de di
recteur van den bootdienst op de Wes-
ter-Schelde in militairen dienst is, een
tijdelijk directeur werd benoemd.
Dhr Adriaanse (v.d.) breekt een
lans voor den dienst VlissingenNeu
zen. Dit is een verbinding die van groot
belang is.
De dienst NeuzenHoedekenskerke
levert een tekort op, dat bijna 3 maal
zoo groot is. Kan de dienst op Hoede
kenskerke niet worden opgeheven? De
boot NeuzenVlissingen legt toch te
Borssele aan. Dus is de zak van Zuid-
Beveland geholpen.
Dhr d e M i 11 i a n o (R.K.) bepleit
wijziging van de tarieven voor het vee-
j vervoer.
Dhr Lockefeer (R.K.) meent, dat
de tarieven der booten vooral voor
auto's te hoog zyn in vergelijking met
het tarief voor den tunnel te Antwerpen,
I die bovendien dag en nacht geopend is.
Er kan niet genoeg gedaan worden om
het verkeer over de Wester-Schelde te
leiden, vooral in dezen tijd van grens-
moeiiykheden. De diensten op Zondag
zjjn niet voldoende.
Spr. wil de kaartjes aan den wal ver-
krijgbaar stellen. Dit kan tot personeels-
besparing leiden.
Dhr V i e n i n g s bepleit ook verla
ging van het auto-tarief en invoering
van reductie voor kleinere gezelschap
pen dan 100 personen, b.v. van 25 per
sonen.
Dhr Dekker is verwonderd, dat de
directeur van den Wester-Scheldedienst
in militairen dienst is en toch zijn dienst
doet. Kan de directeur van den Ooster-
Scheldedienst den Wester-Scheldedienst
niet waarnemen?
Volgens Spr. moeten de veren vrije
Rijksveren zijn. Kan dit niet, dan moeten
de tarieven niet hooger zijn per K.M.
dan die van den trein.
Dhr Mes (R.K.) vindt ook dat de ve
ren op de Wester-Schelde vrije rijksve
ren moeten worden. De indruk in Den
Haag is, dat het Prov. Bestuur hier niet
krachtig achter staat.
Dat de provincie ook bij de Schelde-
veren belang heeft, is juist. Maar dit
geldt ook van andere veren, die rijksve
ren zijn.
Het kosteloos maken der veren kost
geld. Maar dit kan over een zekere pe
riode worden verdeeld.
Het blijkt, dat Gedep. Staten hiervan
weinig willen weten, omdat de provincie
dan minder te vertellen zou hebben
en er wel eens een dienst zou kunnen
uitvallen. Maar dit bezwaar is niet klem
mend.
Zeeuwsch-Vlaanderen zou zich dan
veel meer op Nederland dan op België
richten.
Spr. vraagt aan Gedep. Staten in de
volgende vergadering de voor- en nadee-
len van zqn voorstel uiteen te zetten.
Dhr Van 'tHoff (A.R.) wijst op
het groote tekort op den dienst Vlissin
genNeuzen dat geheel voor rekening
der provincie komt. Spr. zou graag zien,
dat Gedep. Staten hierover spoedig met
voorstellen komen.
ALLEEN „MACHTIGE INVLOEDEN"
EN ZORG VOOR DE VEILIGHEID
DER BEMANNING HEBBEN HEM
VERHINDERD MET ZIJN SCHIP TE
GRONDE TE GAAN.
Kapitein Langsdorff, de commandant
van de Graf Spee heeft gisteren in zijn
hotel te Buenos Aires zelfmoord ge
pleegd.
De Duitsche ambassade te Buenos
Aires heeft hieromtrent het volgende
communiqué gepubliceerd
„De commandant van den glorierijken
kruiser Graf Spee, kapitein Langsdorff
heeft zijn leven opgeofferd voor het va
derland, door vrijwillig den dood in te
gaan. Hij was van het begin af aan be
sloten het lot van zijn prachtig schip te
deelen en slechts krachtige invloeden en
de overweging van zijn verantwoorde
lijkheid voor een veilige ontscheping van
meer dan 1000 man bemanning, hebben
hem ertoe gebracht de uitvoering van
zijn voornemen uit te stellen, tot zijn
plicht was vervuld en zijn superieuren
geheel op de hoogte waren gebracht van
I den toestand. Nu zijn taak geëindigd
was heeft hij gebogen voor het lot. Een
dapper zeeman heeft een nieuwe bladzij
de geschreven aan de glorie van de Duit
sche vloot."
Voor hy den dood zocht heeft kapitein
Langsdorff, naar Reuter meldt, een
brief aan den Duitschen ambassadeur te
Buenos Aires geschreven, waarin hij
1 zegt, dat h\j, toen hij opdracht kreeg om
zijn schip tot zinken te brengen, het plan
opvatte om nadat de bemanning van
boord was gegaan aan boord van zijn
schip te sterven.
Kapitein Dove, een van de Britsche
koopvaardijkapiteins, die zich aan boord
van de Graf Spee bevonden, heeft ver
klaard dat kapitein Langsdorff na af
loop van het gevecht gezegd heeft, dat
hij zijn schip niet naar buiten zou sturen
om het aan een zekere vernietiging prijs
te geven. Ik ga niet de haven uit, ik
wensch mijn schip en mijn mannen niet
noodeloos op te offeren. Hij voegde hier
aan toe blij te zijn niet den dood van
slechts één Britschen non-combattant op
zijn geweten te hebben.
Dinsdagavond had men Langsdorff
het laatst gezien. Hij sprak toen met de
officieren van de Graf Spee. Tegen de
journalisten zeide hij: Vandaag is er
geen nieuws, maar morgen is er waar
schijnlijk een groot bericht. Vroeger op
den avond had Langsdorff met de be
manning gesproken, waarbij hij de laat
ste instructies gaf en klaarblijkelijk toe
spelingen maakte op zijn dood. Spreken
de over de 36 leden van de bemanning,
die in den strijd zijn gedood, zeide hij:
„Eenige dagen geleden was het jullie
droeve plicht de laatste eer te bewijzen
aan jullie doode kameraden. Misschien
zullen jullie in de toekomst nog eens
hetzelfde moeten doen."
Vandaag zal Langsdorff met militaire
eer worden begraven.
Wat het bootpersoneel betreft, Spr.
gevoelt veel voor de motie-De Pauw.
Maar er kunnen bezwaren zijn. Kan bij
opheffing van den dienst Vlissingen
Neuzen het vrijkomend personeel geen
dienst doen op den dienst Vlissingen
Breskens
Dhr v. d. Feltz (C.H.) bespreekt en
kele ingekomen adressen en bepleit ver
laging van de boottarieven.
Vooral reisgezelschappen moeten wor
den aangetrokken.
Ook Spr. is voor opheffing van den
dienst VlissingenNeuzen. Daardoor
kwam meteen een boot vrij. Spr. kan
geen genoegen nemen met de vage toe- 1
zegging van Gedep. Staten dienaangaan
de. Spr. vraagt spoedig een afgerond
voorstel.
Dhr de Lange (A.R.) bestrijdt den
heer Adriaanse en wijst op de groote be-
teekenis van den dienst NeuzenHoede
kenskerke. Hij vraagt of hier eenige uit
breiding, vooral in de zomermaanden,
mogeljjk is, speciaal 's morgens vroeg en
's avonds laat.
Wat het mijnengevaar betreft, wijst
Spr. er op, dat de deskundigen het blijk
baar niet eens zijn over het gevaar van
drijvende mijnen. Overste Varkevisser,
chef van den torpedodienst, verklaarde
b.v., dat de veiligheidsinstallatie niet
zelden onwerkzaam wordt door roest,
door het aangroeien met schelpen en
waterplanten, enz.
Spr. heeft den indruk gekregen, dat
men over het algemeen niet begrijpt, dat
Gedep. Staten de booten 's avonds dur
ven laten varen. Velen durven niet mee.
Het aantal passagiers moet 's avonds
gering zijn, zoodat deze zaak ook nog
een economischen kant heeft.
Maar de bemanning en de militairen
moeten varen. Daarom draagt de pro
vincie hier groote verantwoordelijkheid.
Ten slotte bespreekt Spr. de diensttij
den van het bootpersoneel, speciaal op
de lijn VlissingenBreskens. De dienst
tijd moet hier in de vaar-periode 11 uur
per dag bedragen, terwijl dan maar één
vrije dag per drie weken wordt gegeven.
Bij deze regeling komen de gezinsbe-
langen van het bootpersoneel en de vie
ring van den Zondag in 't gedrang. Spr.
vraagt of Gedep. Staten bereid zijn ook
deze kwestie te behandelen in het rap
port over de bootdiensten in de a.s. zo-
merzitting.
Dhr Geelhoed (lib.) pleit voor be
houd van den dienst VlissingenNeu
zen, waarvan zoovelen nog gebruik ma
ken.
Dhr Ouwehand (v.d.) bepleit ook
vrije rijksveren en vraagt of Gedep. Sta
ten daartegen bezwaar maken. Maakte
de eerste Lord der Admiraliteit bezwaar
tegen verlies van de vloot?
Dhr Kodde (S.G.P.) wil ook vrije
rijksveren en vraagt daarover een duide
lijk rapport.
Misschien kunnen we volstaan met
twee diensten over de Wester-Schelde.
Ook Spr. wijst op het mijnengevaar. Het
bootpersoneel kan wellicht betere ad
viezen geven dan de deskundigen. Spr.
keurt het af, dat de reddingsbooten niet
buiten mogen hangen.
Spr. bepleit verder meer Zondagsrust.
Van de Zondagsdiensten is het personeel
de dupe. Daarom bepleit Spr. opheffing
of inkrimping daarvan.
Dhr van Vloten (Ged. St.) beant
woordt de sprekers.
Wat het mijnengevaar betreft, zegt
Spr., dat Ged. Staten van het begin af
de groote verantwoordelijkheid hebben
gevoeld van dit groote gevaar. Zij heb
ben direct geruststellende verzekeringen
gekregen van de militaire autoriteiten.
Van deze zijde is gezegd, dat er geen ge
vaar bestond.
Ged. St. hebben groote waardeering
voor het bootpersoneel. Maar over de
mijnen kan het niet oordeelen. Dat kun
nen alleen de militaire autoriteiten.
Zoodra de drijvende mijnen gevaar
zouden opleveren, zou de Commandant
Zeeland Ged. Staten waarschuwen. In
November namen de mijnen echter in
aantal toe. Tal van geruchten deden de
ronde. Maar het advies bleef: de booten
kunnen blijven varen. Doch op 2 Dec.
kwam bericht binnen, dat er afwijkende
mijnen waren waargenomen. Daarom
werden er enkele bootdiensten stopge
zet in de avonduren. Dit duurde tot Vrij
dag d.a.v.
Toen bleek, dat Ged. Staten misschien
te voorzichtig waren geweest. Een lang
durige conferentie had plaats met den
Commandant Zeeland en den chef van
den mijnendienst. Toen is afgesproken,
dat de commandant zou waarschuwen,
zoodra er ook maar eenig gevaar zou
kunnen ontstaan. Tevens zou hij een ad
vies geven of naar zijn meening de
diensten kunnen worden gecontinueerd.
In en om de Oranje-sluizen te Amsterdam brengt het ijs, dat zich gevormd heeft op het IJsel,
meer en het Buiten-IJ veel moeilijkheden met zich, waarvan het schutten veel hinder ondervindt.
Ged. Staten hebben dan te beslissen.
Men kan Gedep. Staten geen verwijt
maken. Zij zijn verantwoordelijk voor de
veiligheid van schepen en opvarenden en
ook voor de verbindingen die moeten
worden uitgeoefend.
Spr. komt dan tot de personeelskwes
tie. Niet het geheele jaar door is de
diensttijd zoo lang als is voorgesteld. De
booten varen zes weken en liggen dan
drie weken binnen. Tijdens deze drie we
ken heeft het personeel normale vrije
Zondagen.
De motie-de Paauw (één vrije dag
per week op de lijn VlissingenBres
kens voor 1940) is niet aanvaardbaar.
De fin. consekwenties zijn niet te zien en
men moet niet iets dergelijks aan per
soneel van één lijn toestaan. Al deze
kwesties zullen worden verwerkt in het
rapport, dat Ged. Staten in de zomerzit-
ting zullen indienen.
Wat de dienst VlissingenNeuzen be
treft, herinnert Spr. er aan, dat Ged. St.
dezen dienst in 1934 wilden opheffen,
maar de Prov. Staten beslisten anders.
Ged. Staten voelen steeds meer voor de
opheffing. De gedachte deze opheffing
te doen samenvallen met het in gebruik
nemen der nieuwe boot lokt Spr. aan.
De kwestie zal in de a.s. zomerzitting
in een rapport worden behandeld. Over
den datum van ingang der opheffing is
nog niets te zeggen.
Ged. Staten hebben tot dusver nog
geen krachtige stoot gegeven aan het
wjjzigen der veren op de Wester-Schel
de in rijksveren. Dan raken we alle zeg
genschap kw\jt en dan blijven misschien
alleen over VlissingenBreskens en
KruiningenPerkpolder, wat voor het
interprovinciaal verkeer niet gewenscht
zou zijn. Beide genoemde veren zouden
dan zeker kosteloos dienen te zijn. Deze
kwestie zullen Ged. Staten echter aan
dachtig bestudeeren.
Door het requireeren van twee sche
pen zijn we gedupeerd. Of het gelukken
zal deze terug te krijgen betwijfelt Spr.
Er is geen reserve aanwezig voor de
lijnen VlissingenNeuzen en Neuzen—
Hoedekenskerke. Ged. Staten hebben
hieraan echter steeds aandacht ge
schonken.
Er is een regeling getroffen, volgens
welke de directeur van de Wester-Schel
dedienst in functie kan blijven, ook al is
hij gemobiliseerd.
Ged. Staten hebben nog geen aandacht
kunnen schenken aan de tarieven voor
het vee-vervoer. Misschien kan dit tege
lijk met andere punten geschieden.
De goedkoope gezelschapskaarten, die
er vroeger waren, zijn destijds verdis
conteerd in die laatste tariefsverlagin
gen. Ged. Staten willen dit punt wel
aanhangig maken bij den Minister maar
of het resultaat zal hebben is niet zeker.
Voor schoolreisjes is een regeling.
Volgens Spr. is er in de
gewijzigde omstandighe
den wel een aanleiding te
vinden in wijziging der
tarieven voor auto's en
passagiers. Spr. is bereid
dit metden'Minister te be
spreken.
Dhr de Pauw herhaalt, dat het boot
personeel in de zes weken vaartijd te
zwaar is belast. Het heeft ook dan recht
op een vrijen dag per week. De finan-
cieele consekwenties mogen niet den
doorslag geven. Spr. vraagt alleen een
proef. Spr. vraagt naar het rapport van
de commissie-Bouwens inzake de ho f
diensten.
Dhr Van Vloten ontraadt aanne
ming der motie-de Pauw. De gehee'e
materie komt in de zomerzitting aan de
orde.
Dhr v. d. Wart meent, dat het rap
port der commissie-Bouwens weinig
waardevols bevat, wat dhr Vienings be
strijdt.
Op verzoek van den heer de Lange
stelt dhr de Pauw zijn motie in handen
van Ged. Staten.
De begrooting wordt aangenomen.
OOSTER-SCH EL DE-DIEN ST.
Dhr Boogert (lib.) merkt op, dat
de boot Katsche veerZierikzee te klein
is voor auto's.
Als tegemoetkoming hebben Ged.
Staten vorigen zomer één vaart meer
doen plaats hebben. Geschiedt dit ook
dezen zomer?
Dhr Geuze (A.R.) wil een betere
reserveboot voor KortgeneWolfaarts-
djjk.
Dhr Van K I i n k e n (S.G.P.) pleit
voor verbetering van den dienst Zijpe—
A. J. Polder.
Dhr van Vloten zegt toe, dat ook
dezen zomer waarschijnlijk aan het ver
zoek van den heer Boogert zal worden
voldaan.
Een betere reserveboot voor Kortgene-
Wolfaartsdijk is moeilijk te vinden. Spr.
zal het mogelijke doen.
Een verbetering voor ZijpeA. J. Pol
der is moeilijk. Een commissie voor dit
doel is benoemd, waarvan Spr. deel 'uit
maakt. Het schijnt, dat de Moerdijk-boo
ten hier niet zullen varen.
Deze begrooting wordt aangenomen.
WEGENFONDS.
Dhr Adriaanse (V.D.) bepleit ver
betering van den ongelukkiger: weg
OostkapelleDomburg. Met aandrang
bepleit Spr. bespoediging. Verder wil
Spr. den weg niet door, maar langs Se-
rooskerke brengen. De weg noor Seroos-
kerke is zeer gevaarlijk.
Dhr Hamelink (S.D.) merkt op,
dat de weg AnnapolderZaarr.ulagveer
op 15 Aug. werd opengesteld. Maar
men kan er nog niet op rijden. Wordt de
boetebepaling in zoo'n geval niet toege-
l