DE ZEEUW
Voorposten en storingsvuur.
"n Akkertje
Een verwaarloosd Landgoed
De Provinciale Staten van Zeeland.
Uitzonderingen gemaakt voor Itaiiaansche en
Nederlandsche bevrachtingen.
tweede blad
Kou gevat
DE BRITSCHE HANDELSOORLOG
feuilleton
De Z.E.G.A.M.-Kwestie.
VAN
DONDERDAG 21 DEC. 1939. Nr. 70.
(Van onzen militairen medewerker.)
We ontvingen een schrijven van een
lezer, die de vraag stelde of de geheele
bezetting der tegenover elkaar liggende
stelkngen aan het Westfront nu maar
onafgebroken in hunne kazematten, bun
kers, .pantserwerken .enz. zit af te wach
ten óf de vijand eens zal aanvallen?
Neen gelukkig niet, dat zou al te geest-
doodend en verlammend werken en 'bo
vendien zou het op den duur schadelijk
voor de gezondheid zijn, want 'hoe goed
er ook gezorgd is voor verwarming en
ventileering, 'het blijven kelderachtige
ruimten 'zonder, of met bijna geen dag
licht,
De reserves, 'die bestemd zijn voor het
doen van aanvallen of tegenaanvallen,
wonen in barakken of dorpien achter de
eigenlijke stellingen; deze troepen wor
den bezig gehouden met gewone oefenin
gen zooals in de vredes-garnizoenen ge
bruikelijk zijn, b.v. velddienst, schijfschie
ten, kleine manoeuvres met twee partijen
marschoefeningen, gymnastiek enz. .Bo
vendien wordt nog steeds aan de stelling
zelf gewerkt. Behalve de bezetting der
meest vooraan-liggien de steunpunten kun
nen de troepen, die 'de stelling bezetten,
ook aan deze oefeningen deelnemen,
want de stelling wordt in haar geheel
bewaakt en beveiligd door „voorposten";
tenminste tegen aanvallen op den grond,
want tegen luchtbestrijding kan slechts
gewaaJkt worden, doordat de luchtdoel
artillerie en -mitrailleurs voortdurend
(dag en nacht) gereéd zijn tot vuren en
buviardien gevechtsvliegtuigen altijd ge
reed staan om op te stijgen en aan te
vallen.
De voorposten, bestaande uit infanterie
met veel mitrailleurs en infanterie-ge-
schut, zoomede anti-tank-geschut, bezet
ten een „voorpostenstrook" gelegen op
aan paar km. vóór de frontlijn der stel
ling. Deze voorpostenstrook bestaat uit
vele steunpunten, die bezet zijn door een
mitrailleurgroep (12 man met een mi
trailleur), welke mitrailleurs weer vol
gens een vastgesteld „vuurplan" het ter
rein 'vóór en binnen de voorpostenstrook
beleggen met vuur. De steunpunten wor
den in breedte en diepte over de voor
postenstrook verdeeld en moeten; even
als in de .stelling zelf, elkaar met vuur
steunen en beschermen. D'eze strook heeft
ean Idiepte van öCO a ÏOOO M., kan ech
ter ook nog wel dieper zijn; hoe dieper
de strook, hoe meer weerstand zij kan
bieden, des te langer zal het duren eer
de vijand er doorheen komt en de stel
ling' zelf kan aanvallen. Zoowel Mag'not-
als Siegfried-linie hebben voorposten-
strooken, waaraan veel 'zorg besteed is;
zij worden gedekt door goede hindernis
sen, tegen tanks en infanterie; alle steun
punten hebben flinke betondekkingen en
zijn goéd „gecamoufleerd". 'Over deze ca
mouflage hoorden we van ooggetuigen
aardige staaltjes. In een zomerprieel met
rietmatten omgeven was een betondek-
king gemaakt voor een mitrailleuropstel-
ling; in een huis had men de muren met
beton versterkt, in de benedenverdieping
stonden 4 kanonnen, op de bovenverdie
ping waren eenige mitrailleurs opgesteld.
Elders was een mitrailleuropstelling in
een varkenshok. Op een andere plek
moest volgens het vuurplan ©ene opstel
ling van een paar kanonnen en enkele
mitrailleurs 'komen op een plaats in het
open veld. Men bouwde er een huis, met
dikke betonmuren en camoufleerde hot
met een pannendak, schiMerde ramen
met witte gordijntjes en een deur
en
23.)
door AMY LE FEUVRE
»Ja, dat is het. Juffrouw De Burgh
j®r ilaar verleden winter met ge-
ft boeten halen, anders zou ze er
g raeumatische koortsen hebben op-
hnnaaf''^e. betreurt echter nog steeds
j. rjnfje en probeert nu haar krui
nen te kweeken in een paar bakken in
vensterbanken. Is het niet zielig?"
ik"Z?\r VIQOÏit. zii?" vroeS Vivian. „Als
dan auisJe liet opbouwen, zou ze er
aan weer m willen wonen?"
beü LZ0U heerlijk vinden, maar ik
zon ir, ng' ze de verhuiskosten niet
eens ^eta^en- Gaat u haar vooral
ik u!" sbury opzoeken. Wat benijd
opgCTvpkn,U'^at?" zei Vivian> en al haar
waarom n JerdWeen' "Ik begrijp niet
tamheid aan?ankell:jkheid br8ngt e6n"
Daarop stond zij op.
zaóm13kUlleAZOrgen' dat u het niet een-
tooT JfK 2®i Effie op hartelijken
der en iv U goed v^ndb, komen moe-
u eens gauw bezoeken. Met
zette er een tuinhek omheen; het was
precies een villa.
Op 't gebied ivan camouflage zagen we in
ons eigen land ook zeer aardige voor
beelden in geïnundeerd terrein. Ergens
lag een hooischuit, bet bleek een zolder
schuit, waarop een zwaar kanon stond,
waarboven, en aan de zijkanten, een
houten raam bedekt met hooi (een ver
plaatsbare batterij).
Een mitrailleurgroep buisde in een
punterschuit, waarboven een dak met
turf was aangebracht en patrouilleerde
door den polder. Een an'dere schuit lag
aan den rand van bet riet en was be
kleed en gedekt door riet. Aan een boer
derijtje had men in denzelfden stijl een
stukje aangebouwd, hierin stonden op een
betonvloer twee kanonnen.
We geven slechts enkele voorbeelden
uit de vele.
Om echter terug te komen op de voor
posten der frontstellingen, deze wor'den
gesteund door de artillerie in de stelling
zelf, behalve in enkele gevallen, waar het
beter is stukken in de voorpostenstrook te
plaatsen.
Voortdurend bevinden zich posten en
patrouilles in het vóórterrein der voor
poster strook om el'k onraad tijdig te mel
den. De strook is ingedeeld in bataljons
vakken, wier commandanten telefonisch
verbonden zijn met hunne ondercomman-
lianten en met den vak-commandant der
stelling, onder wiens bevel zij staan. Deze
laatste zorgt, dat de voorposten regelma
tig wordien, afgelost, en ver.'angen worden
door andere troepen, want de voortduren
de waakzaamheid vergt veel inspanning.
Worden de voorposten aangevallen,
dan verdedigen zij zich hardnekkig tot
het invallen der duisternis, acht 'de stel
lingcommandant de voorpostenstrook niet
langer houdbaar, dan zal hij de voorpos
ten bevel ge 'an in den nacht terug te
trekken binnen de stelling, zoodat de vij
and gevec'hts'aanraking kan nemen met
de stelling zelf.
Zoover is het echter tot dusverre nog
niet gekomen.
Voor beide stellingen bevindt zich nog
een voorpostenstrook; alle verkenningen
langs don grond zijn tegen deze stroo
ien gericht. Nergens is nog een tier stel
lingen zelf aangetast.
Tusschen de weder-zijdsche voorpos-
tenstrooken strekt zich „niemandsland"
uit, dat op sommige plaatsen wel 20 km.
breed is, doch elders weer zeer smil. Aan
het Rijnfront strekken de voorposten zich
uit tot bij1 de rivier. Uit het vorenstaan
de volgt, dat de stellingen zelf, gedekt als
zij zijn door de voorposten, in staat van
betrekkelijke rust leven zoolang de vijand
■zich niet roert. Om het verblijf in tie
bunkers en ondergrondsche kazernes af
te wis'selen met gezonde oefeningen en
onder dak 'bren ging, wo rden beur telings
geheele legerkorpsen uit de stellingen af
gelost door troepen uit het binnenland.
Toen zulk een verhuizing een maand ge
leden in den Westwall plaats vond (met
alle transport daaraan verbonden) meld
den de geallieerden, 'dat de Duitschers
groote troepenmassa's aanvoerden voor
een aanval!
Door veel afwisseling en afleiding
houdt men leven in de brouwerij en den
geest opgewekt.
Reuter verneemt te Londen, uit of-
ficieeie kringen, dat de Britsche con
trabande controle-autoriteiten nog geen
exportgoederen van Duitschen herkomst
hebben doen lossen. Een beperkt aantal
ladingen heeft men echter doorgelaten,
alleen, nadat de scheepvaartmaatschap
pij de garantie had gegeven, dat de
verdachte goederen in de haven van be
stemming niet vrijgegeven zullen wor
den, vóórdat de contrabande controle
autoriteiten een onderzoek hebben inge
steld.
Het ministerie voor de economische
oorlogvoering heeft een groot aantal
aanvragen ontvangen van neutrale im
porteurs, die willen weten, wat waar-
schynlijk met in Duitschland bestelde
goederen zal gebeuren. De bovenbedoel
de garantie der afladers wordt thans
zoowel voor invoer als voor uitvoer ge
bruikt. Het zou de bedoeling zijn, dat,
i wanneer goederen, die op grond van een
I garantie zijn doorgelaten, later contra
bande blijken te zijn, deze niet steeds
noodzakelijk naar Engeland en Frankrijk
teruggezonden behoeven te worden, doch
slechts naar het dichtstbijzijnde grond-
gebied der geallieerden.
Ingevolge de kort geleden gevoerde be
sprekingen tusschen de geallieerde en de
Italaansche autoriteiten, zijn som-
j mige, uit Itaiiaansche havens verscheep-
te ladingen, vrijgesteld van aanhouding
als vijandelijke uitvoergoederen.
Hetzelfde is het geval met verschei-
j dene ladingen aniline en chemicaliën, uit
Ne d e r 1 a n d naar Zuid-Amerikaansche
havens verscheept, ofschoon bekend
was, dat deze goederen van Duitsche
herkomst waren. Dit is geschied in ver
band met den specialen aard der goede
ren.
(Vergadering van Woensdag.)
De heer Van Bommel van Vlo
ten vervolgt zijn rede;
Tot den heer De Lange zegt Spreker
dat de Raad van Middelburg nog buiten
de onderhandelingen staat. Maar hij
heeft een crediet voor dat doel toege
staan.
Wat de vóór-tijdige publicatie betreft,
zegt Spr., dat de fout inderdaad zat in
„het lek". Het is moeilijk een gaslek te
vinden, maar nog moeilijker dit lek op te
sporen. Spr. verzekert, dat Gedep. Sta
ten in de toekomst al het mogelijke zul
len doen, om herhaling te voorkomen.
Spr. verklaart, dat het voorstel van
Gedep. Staten niet wordt beheerscht
door andere argumenten dan in de stuk
ken genoemd.
Hattie Carmichael kan ik het heelemaal
niet vinden. Zij was zoo'n echt stads-
mensch. Ik houd van buiten, en zij gaf
om niets dan bridgen en dansen. Ik heb
u nu en dan in de verte met de honden
zien loopen, en verlangde echt, om naar
u toe te gaan, en mevrouw Austen heeft
mij verteld van uw bezoek op de boerde
rij. U ziet, dat we alles van u afweten, en
ik heb erg verlangd, om kennis met u te
maken."
„O," zei Vivian, „vindt u mevrouw
Austen en haar broer ook zoo aardig?
Hoe heet hij toch? Ik heb zijn naam niet
verstaan."
„Olaf Trenchard. De Trenchards zijn
van Noorweegsche afkomst, geloof ik;
hij is een van mijn grootste vrienden; en
hij schrijft zoo mooi. Hij en juffrouw
Fanshawe bekijken de wereld door een
bril met rose glazen. Zij zullen altijd
jong blijven."
Vivian glimlachte. Daarop nam zij af
scheid en keerde naar huis terug; erg in
haar schik, dat haar vriendenkring al
wat grooter werd.
Zij bevond zich den volgenden mid
dag met haar moeder in de zitkamer,
toen juffrouw De Burgh werd aange
diend, en zij en mevrouw Baijard voel
den zich direct tot elkaar aangetrok
ken. Vivian luisterde bijna voortdurend
in stilte toe. Zij schonk thee en keek,
Gedep. Staten hebben tegen instelling
van een commissie uit de Staten, bijge
staan door deskundigen, zeer ernstig be
zwaar. Zij zien hierin een bewijs van wei
nig vertrouwen in het beleid van het col
lege.
Het is gebleken, dat de schattingen
van deskundigen in gas-aangelegenhe-
den zeer ver uiteenliepen.
De weg van Gedep. Staten is veel vei
liger en voorzichtiger.
Als de commissie tot een koers van 80
pet. kwam, is Spr. overtuigd, dat de N.l.
G.M. daarop niet zou ingaan. Een koers
van 90 pet. is redelijk. Lager wil de
N.l.G.M. niet gaan.
toen zij daar mee klaar waren, haar moe
der vragend aan.
„Vivian wou u graag den westelijken
vleugel even laten zien, juffrouw De
Burgh", zei ze. „Wij hebben dien voor
haar gebruik in orde laten maken."
„Ik zal heel graag de oude kamers
nog eens terugzien", zei juffrouw De
Burgh, maar haar stem beefde eenigs-
zins. Toen zij daarop met Vivian de zit
kamer verliet, zei ze:
„Ik voel mij nooit thuis in die schit
terende vertrekken".
„Ik ook niet", zei Vivian. „Ik heb een
hekel aan al die praal en pracht; en ik
heb nu wel hoop, dat u mijn inrichting
van de oude kinderkamer lijken zal.
Vindt u het een heel vreemde inval
van mij, juffrouw De Burgh, om in één
vleugel te gaan wonen en het verdere
huis te sluiten?"
„Dat zou ik ook het liefst gedaan heb
ben", zei juffrouw De Burgh met een
zucht.
Zij gingen de afsluitdeur door, en
toen Vivian de deur van de kinderkamer
opendeed, schenen de volle stralen van
de namiddagzon naar binnen en wierpen
op alles een gouden gloed. De oude sit-
zen gordijnen hingen nog voor de ra
men, een zacht roodbruin karpet bedek
te den vloer. Het behangselpapier was
licht geel met een fries van boter-
Wielrijders verlaten hun rijwielen en rukken groepsgewijze op tijdens oefeningen
van het Nederlandsche veldleger, welke dezer dagen werden gehouden.
De critiek was niet gemakkelijk, maar
Spr. heeft openhartig geantwoord.
Dhr Van Mazijk (A.R.) kan niet
begrijpen, dat Ged. Staten door zijn be
toog verstoord waren. Spr. heeft alleen
gevraagd of de belangen van de provin
cie zoo zeer werden gebaat, dat daarvoor
een zoo groot mogelijk offer moet wor
den gebracht. Spr. heeft niet willen zeg
gen, dat hij beter kan rekenen dan Ged.
Staten. Spr. kan aannemen dat de koers
ivan 90 voor de N. I. G. M. redelijk
is. Maar van de zijde der provincie moe
ten offer en voordeel tegen elkaar wor
den afgewogen. Het gaat hier om een
offer van 1% ton. Is het misschien be
ter de zaak te laten loopen zooais ze nu
loopt? Daarop zou Spr. graag antwoord
willen hebben.
Is het ook niet een factor van belang,
dat de Prov. begrooting jaarlijks met
een belangrijk bedrag wordt bezwaard?
Veel nut ziet Spr. niet in het overne
men van bestaande groote bedrijven. Het
algemeen belang is er ook niet mee ge-
bloempjes en madeliefjes. Het kinderpor
tret hing nog boven den schoorsteen
mantel.
Een kom met gele en witte narcissen
stond in een van de vensterbanken, en
hoewel de kamer nog niet bewoond
werd, had zij toch haar verlaten en ver
laten aanzien verloren.
Juffrouw De Burgh ging in een van
de vensterbanken zitten en keek zwij
gend naar buiten.
„Grijpt het u erg aan, om hier te ko
men?" vroeg Vivian zachtjes. „Doet het
u onaangenaam aan, dat ik deze kamer
in gebruik heb genomen?"
„Wel, neen. Dacht u, dat ik de zon
niet in het water kon zien schijnen?"
En juffrouw De Burgh keerde zich
glimlachend om. Daarop vroeg Vivian
of zij haar portret terug wilde hebben,
of dat zij het daar mocht houden.
„Als u er iets voor voelt, om het hier
te laten hangen, houdt u het dan gerust.
Het is een van de treurigste dingen, om
de laatste van een geslacht te zijn, en
niemand te hebben, aan wien men zijn
meest geliefde bezittingen kan nalaten.
Ik vind, dat u de kamer erg gezellig
heeft ingericht, en in den winter is het
een heel zonnig warm plekje. Ik geloof
niet, dat iemand u behoeft te beklagen."
„Neen, zeker niet; en denkt u niet,
dat ik het met één dienstbode zou kun-
diend. Wel als gas gebracht wordt waar
het nu niet is.
Dhr Lockefeer (R. K.) herhaalt,
dat de stukken die Ged. Staten overleg
den, aanvankelijk te sober waren.
De verdediging van de proeve der re
organisatie-balans door den heer Van
Vloten vindt Spr. zwak. Het is een klein
kunstje om winst te calculeeren door
minder af te schrijven. Is deze mindere
afschrijving te verdedigen?
Dhr S t e m e r d i n g (C. H.) consta
teert dat het er om gaat of het voorstel
acceptabel is, niet van de zijde van de
N. I. G. M. maar van de provincie. Spr.
kan nog niet de verantwoordelijkheid
dragen voor dit voorstel. Het staat niet
vast, dat de aandeelen niet te duur zul
len worden gekocht.
Het bezwaar tegen deskundigen kan
Spr. niet begrijpen. Wantrouwen tegen
over Ged. Staten heeft Spr. allerminst.
Prov. Staten zjjn niet voldoende ingelicht
Zij mogen zich niet laten verlagen tot ja
broers. Zjj hebben vollediger inlichtingen
noodig. Spr. handhaaft zijn voorstel.
Dhr Onderdijk(S. D.) betoogt,
dat de drie ton op de balans de Zegam
behoort.
De kwestie van het arbeidsreglement is
nog onzeker. Wordt daarover overleg
gepleegd met de organisaties?
Spr. dweept niet met den vorm van ge
organiseerd overleg bij de provincie.
Maar er is toc'h een meer moderne vorm
te 'vinden, ook bij de P.Z.E.M.
Met een commissie schieten we volgens
spr. weinig op. De moeilijkheden kunnen
er grooter door worden.
Spr. vraagt 'de stemming over dit 'voor
stel na de pauze te doen plaats 'hebben.
Dhr Kodde ontkent, dat een nieuw
offer wordt gebracht. We 'hebben nu al
10' pet. op de aandeelen verdiend.
Spr. pleit nogmaals voor een zuiver
provinciaal bedrijf. Wat is daartegen?
Gaat het met de prov. bootdiensten zoo
slecht? Wordt er over de bootdiensten in
de Staten zooveel m,eer gesproken dan
over de P.Z.E.M.? 'Spr. zou graag willen
dat Ged. Staten hun voorstel over den
bedrijfsvorm terugnamen.
Dhr Dekker herinnert er den heer
Adriaanse aan, dat hij zelf geschreven
hall, dat hij de ontdekker van de Zegam
gaslucht was.
Een jaar geleden zei de heer van Vlo
ten, dat de toekomst van 'de Zegam mrt
vertrouwian kon worden tegemoet gezien
■en dat er alleen behoefte was: aan rust.
In 1934 gaf de heer Van Vloten een
prae'ht-verdediging voor de Zeg'am. En
toch is het slec'ht gegaan. De leiding was
goed. Wiens .schuld is het dan? Is dooi
de oprichting der Zegam het belang der
provincie gediend of is het er door ge
schaald? Hier is volgens spr. sprake van
een onmetelijke strop.
D'hr Boogert (lib.) noemt de hou
ding van den heer De'kker zóó insinu-
eenar.d, dat er niet mee gediscussieerd
kan worden. De .scheldwoorden van den
heer Dekker zijn misplaatst. Als er door
een dictatoriaal bestuur fouten werden
gemaakt, zou er geen critiek mo-en wor
den uitgeoefend. Er zou van die criti
casters niet veel overblijven.
Dhr Dekker: Partij'hulp I
Dhr Boogert Juist niet. I'k zal niet
voor 'het voorstel stemmen.
S';r. merkt togeneer den heer Van
Vloten op, 'dat het gasbedrijf te Zierikzee
juist dit jaar voor het eerst met verlies
gaat werken. Dat dóet sprekers liefde
voor het gas bekoelen. Spr. kan niet voor
het voorstel stemmen.
Dhr Ouwehand (v.d.) 'verzekert,
dat de directie van de Ned. Ind. Gas Mij.
aan spr. heeft verklaard, dat zij in 1934
de fabriek goedkoop heeft gekocht. Aan
©3D commissie heeft spr. geen behoefte.
Wie voor 'n provinciaal bedrijf is, zal
toch voor dit voorstel moeten stemmen.
Dhr Onderdijk ziet een groot ver
schil tusschen wat dhr Dekker in de af-
deelinr en wat hij hier heeft gezecd. In
de afdeel'ng wi'de 'hii ond0rbren°-mg ven
de Zegam bij de P.Z.E.M., die ook door
een politiek college is gesticht.
D'hr van Mazijk acht het niet juist
om te zeggen, dat de aandeelen gekocht
worcten voor 90 pet. Hiérbij is ook in
begrepen de uitkoop van het directoraat.
Daarin zit vooral het offer.
Dhr Dekker heeft niet betoogd, dat
een politiek college nooit eens een goed
nen doen?"
„Ik weet iemand, die heel dankbaar
zou zijn, als u haar in dienst wilde
nemen. Ze kookt uitstekend. Het is
juffrouw Watson. Zij was kindermeisje
bij ons, toen ik een heel klein kind was
en werd later onze keukenmeid. Zij
trouwde, maar verloor haar man al na
enkele jaren en verpleegde mijn moeder
gedurende haar laatste ziekte. Ze is
goud waard."
„O, wat zal ik haar graag in dienst
nemen!" riep Vivian uit. „Ik zal haar
dan een klein meisje geven, om haar het
het ruwe werk te helpen. Wat een goede
inval is dat van u juffrouw De Burgh!
Moeder zal er verrukt over zijn. Ze zei,
dat ik vooral iemand moest hebben, die
ik geheel vertrouwen kon. Gaat u nu
nog even mee, dan laat ik u zien, hoe
keurig de keuken en de bijkeuken er uit
zien. Alles is nu klaar, en ik verlang er
bepaald naar, om mijn beknopte woning
in bezit te nemen."
Zij nam juffrouw De Burgh mee naar
beneden, en deze keek in al de kamers
rond alsof zij ze liefhad, en toen zij af
scheid nam, zei ze tegen mevrouw
Bayard
(Wordt vervolgd.)