s Rtadpji dooi den Ba-dooM DE BAKKER VAN HOLSBERG -* r c Wenken op technisch gebied. c ra - ra 5 h ll*ï Ïil-S •S.a ■- -I'S-S fff té Het eeuwfeest van den postzegel. O O D S iri ZJ o - - I 4> J5 E s lü - u O - T o SC e CS -2 W u O es -*-» tra .ti 3, 3 r x _g 3 5 O b o CL o "3 J *3 s O s z 2 «S T3 0) u ■D O O 3 •*-» o OJ (ft C Q> C omdat zonder geloof in God en zonder meegevoel en mee leven thuis de huwelijks trouw van een dergelijken man ernstig ge vaar loopt. Dit mogen alle vrouwen wel goed bedenken. Geen hunner mannen zijn heiligen en toch zullen velen, ja de mees ten staande blijven. Slechts het geloof in God en de liefde van vrouw en kroost kan hen hier op de been houden. Ten siotte nog dit: Het is natuurlijk onmogelijk alle bij zondere gevallen, die zich voor kunnen doen extra te behandelen. Maar zeker is wel dat de nood en de zorg in vele gezin nen groot is. Niet in de eerste plaats de fi- nanciëele. Naast velen, die in materieel opzicht achteruit gingen, staan talrijken voor wie de mobilisatie althans finan cieel een verbetering werd. Ik bedoel met nood dan ook in de eerste plaats de mo- reele en de geestelijke noodL Wij Christenen mogen ons hier ernstig afvragen: Wat doen wij voor die vele ver slagenen van hart, voor die tobbende moe ders, voor die vaderlooze kinderen. Ieder Christen zal hier een taak hebben te vervullen. De onderwijzers zullen hun huisbezoek, dat ze van zelfsprekend toch regel matig deden, dienen te vermeerderen; pre dikanten, ouderlingen en wijkbezoekers zul len hun bijzondere zorg over deze gezinnen hebben uit te strekken. En ieder van ons zal particulier ook in het gebed aan tafel speciaal voor deze medemenschen dienen te bidden. Nu in dezen donkeren tijd kan de Kerk van Christus toonen wie zij is. P. W. J. S. RECLAMEVERLJCHTING. De tgd van St. Nicolaas is weer geko men. Dit brengt met zich mee, dat de win kels met elkaar wedijveren in het brengen van mooie en bijzondere etalages. Ook in den tijd voor Kerstmis kan men hetzelfde ver schijnsel waarnemen en daarom lijkt het ons goed, eens iets over bovenstaand on derwerp te schrijven. Reeds in de eerste dagen van de kool- draadlamp vond de electrische verlichting toepassing in de reclame. Sedert het verschijnen van de metaal draadlampen is dit gebruik enorm toege nomen, ten eerste omdat het nut van een goede reclame meer en meer erkend werd en ten tweede, omdat bij de toepassing van de metaaldraadlampen een ongelimiteerd aantal mogelijkheden bleek te bestaan. Naast de lichtreclames met gloeilampen heeft zich de Neon verlichting een waar dige plaats veroverd. Een reclame bestaat meestal of in hoofd zaak uit letters; deze kunnen op drie wij zen zichtbaar gemaakt worden: 1. door middel van opvallend licht; 2. door middel van doorgelaten licht; 3. door middel van door de letters of fi guren uitgestrooid licht. De leesbaarheid hangt af van vorm en grootte der letters en van den afstand, waarop ze gezien worden. In 't algemeen kan aangenomen worden, dat details, die zichtbaar moeten zijn, niet kleiner gemaakt mogen worden dan V10000 van den afstand tot het oog. Op een afstand van 100 meter, wordt deze minimaal dus 3 cm. Hieruit volgt, dat op dien afstand een letter E, waarvan de horizontale bal ken, en de strooken daartusschen even breed zijn, nog juist leesbaar is bij een hoogte van 15 cm. Practisch worden natuurlijk maten ge nomen, die grooter zijn, dan voor het juist zichtbaar zijn onder gunstige omstandighe den noodig is. Hierbij dient vooral erop gelet, dat een vlak met groote oppervlakte helderheid op het oog een grooteren indruk maakt, dan een donker vlak van gelijke af metingen. Lichtgevende letters schijnen dus dikker, donkere letters op een transpa rant schijnen dunner dan ze zijn. O a; O ra ra O -c ra ra o ra 111 *3 73 X 3 C (O u ld I O <0 L 3 ra "r O) VG> O -M 1M •O .2 "o <D SZ CL g o re -S o O) O TJ _C <D 0> g cn Li. -£ «- 2 0 -Q o •o a cd 2 bj.Q Pt5 C ffl o 0J u .C JA tuo 0 0 bpTJ cö <1) <D -*-» N 01 rj 2 N3 .ti g .2 bp U) t- 0) O O E S O qi -*-> TI T3 <D g O L. O C m <2 j B g 0* co •- o tQ r_ Qj ft .1 9) m O'S O 2 cd aj cd .2 a "3 ±j iS'tj 8 O +-> r-i 1) O) 5 O 4J N bio g4 m 03 cc M -*-» 0 c c "3 o ■s* :cp <u Ij cd N aj n *n <u t, c w JA S S Cd cd ■s m o h -0 ei cd <u 'n o .M-o (D i__i ■g-o (3 sj J< o c 2S <D Cd <v> 'O N N 1=1 N cd M 0! 03 d 'O W 02 02 1 bCr^H h a a :n><u cd o in N 1-1 <u "3 fi 4-> M O bjQ CÖ g-ft a>® -s ^3 cd S na t, u 12 o "S <D 0^ <D d) 02 N "Jö kG ca H cd N H +"H O 1. Verlichting door mid del van opvallend licht. Deze wijze van verlichten wordt gebruikt bij reclameborden, die overdag ook dienst doen. De installatie moet dus zoodanig zijn aangebracht, dat zij overdag niet hinderlijk is. Reflexen moeten vermeden worden, daarom zou een verlichting van onder af de voorkeur verdienen, ware het niet, dat dan in de meeste gevallen de armaturen met hun bevestiging hinderlijk in het ge zichtsveld zouden zitten. Een goede methode van reclamebordver lichting is dezelfde als bij gevelbelichting. Het doel der belichting is om het belichte object ook tijdens de duisternis te laten spreken. Moet het belichte object bij avond spre ken, dan dienen de volgende punten te worden overwogen: Men passé zoo weinig mogelijk een be lichting toe, waarbij de lichtstralen van bo ven naar beneden op het object gericht zijn. De objecten immers zijn meestal ver ticale vlakken. Elke oneffenheid op deze vlakken veroorzaakt een kleine schaduw veeg, welke schaduw van boven naar bene den loopt, als het licht van boven invalt. De toeschouwer ziet van beneden naar bo ven, ziet derhalve al deze schaduwvegen over het oppervlak en waardeert dit (onze waardeering is het eenig maatgevende) als een zekere vaalheid welke over het opper- vla k ligt. Zoo mogelijk dus belichten van beneden naar boven. In de meeste gevallen is de kleur van het object vrijwel van geen belang voor het effect. De belichting n.L moet in elk geval zoo sterk zijn, dat wij den aard van het mate riaal van het object kunnen onderscheiden. Zoo b.v. een gevel met een benedenpui van rooden baksteen, een bovenpui van grijs pleisterwerk en een toren met blauwe leibe dekking. Bij eenzelfde belichting op deze drie gedeelten zal de blauwe lei van den toren ongetwijfeld donkerder aandoen dan do roode baksteen van de onderpui, deze weer minder licht dan het grijze pleister werk van de bovenpui. Overdag zijn wij echter ook aan deze lichtvariaties gewend. Is de avondverlichting derhalve zoo sterk, dat de aard van het materiaal wordt her kend, dan verwacht de toeschouwer, ge wend aan de dagvariaties ook diezelfde kunstlichtvariaties. Het effect is in sterke mate afhankeijlk van de omgeving; is de omgeving reeds licht, dan moet, om het noodige contrast te krijgen, de belichting zeer sterk zijn. Is de omgeving donker, dan is een min der sterke verlichting voldoende. Om het ontstaan van hinderlijke reflexen op reclameborden zooveel mogelijk te ont gaan, mag de geschilderde oppervlakte niet glimmend afgewerkt worden. Door afwisselende kleurverwisseling zijn pakkende effecten te bereiken: roode figu ren op witten achtergrond verdwijnen bij roode verlichting, maar treden als zwart naar voren bij groen licht, waarbij juist weer groene figuren verdwijnen. Het spreekt vanzelf, dat voor kleurver- lichting een grooter vermogefl noodig is, dan voor normale witte verlichting, rood en blauw eischen minstens het viervoudige, de andere kleuren het dubbele van wat bij wit licht noodig is. Vragen. J. H. te S. De kathode van de detector- lamp moet U in Uw geval direct aan aarde verbinden. Wilt U een verbeterde weergave met de pick-up, dan doet U goed de detec tor iets negatieve roosterspanning te ge ven, wat U dan op Uw manier doet. Denk er aan dat dit echter maar in de orde van 23 volt is. 36) o— Dat was dus in orde. En nu met Berend was het ook in orde. Hij bleef en kocht de zaak. Hij had een aardig kapitaaltje, waar iets mee te beginnen viel. Daar had je meer aan dan aan vrome praatjes en loopen naar die vrome dominé's uit Zaandam, die meen den, dat het in Holsberg een heidensehe boel was. Als Harm nu verstandig was, dan verkocht hij het volgende jaar de zaak aan Berend. Misschien kon Mieke wel blijven, zoolang Berend niet getrouwd was. Eigen lijk vond Tine, dat die twee maar met el kaar moesten trouwen, dat was de eenvou digste oplossing. Ze konden goed met el kander overweg, al die jaren al. En Mieke was nu een flinke, gezonde vrouw. Haar zwakte was zij geheel te boven. Maar Ja... je moet niet twee menschen aan elkaar koppelen. Zóó dacht Tine er ook over. Ze moesten het met hun beiden maar uitma ken. Maar een kwaad idee was het niet, dat was zeker. Neen, die brief uit Amsterdam, die veel en niets had opgehelderd, was nog niet zoo verkeerd geweest. De toekomst leek nu niet slecht. Alleen dat geval met Aldert. MaarAldert was uitgeschakeld in haar denken. XVI. In de klauwen van „Delila". Tine zat alleen in de kamer. Het was avond. Mieke en Berend waren naar de samenkomst. Harm was eveneens afwezig. Het was de avond, waarop hij ge woon was te gezelsen bij Stevens, wiens vrouw en enkele kinderen dan niet thuis waren, omdat ook zij in het lokaal waren. Het was stil in het vertrek, waar Tine kousen zat te stoppen. De lamp in de ka mer verspreidde een helder licht. Buiten was het reeds donker. Want al was de herfst nog niet in het land, het begon reeds guur te worden en vroeg duister. Plotseling werd Tine opmerkzaam. Over het erf liep iemand. Duidelijk waren schui felende voeten te hooren. Stilte nu. Vlak bij het raam werd geklopt. Tine schrok. Dat kon geen goed volk zijn. Goed volk kwam den winkel binnen. Zij gaf geen antwoord, maar bedacht met schrik: als Harm of Be rend de bakkerijdeur nu maar dicht gedaan hebben en op slot, anders kom ik niet veel verder. Weer dat geklop. Iets dringender. Maar toch nog bescheiden. Tine stond op. Zij werd bang. Bevend ging zij naar den winkel, maakte licht. Niets te zien. Resoluut deed zij de deur op het nachtslot. Ziezoo, hier kon ten minste niemand binnen komen. Als de deur van de bakkerij nu maar op slot was Zij liep naar achteren. Op het raam werd harder geklopt. Schier onhoorbaar kwam Tine in de bakkerij. De deur was niet op slot. Dat deed Harm altijd als zij naar bed gingen. Maar nu deed zij het. Met een forschen ruk den grendel er op. Dat was ook in orde. Wie nu binnen wilde komen, moest de rui ten stuk slaan. En dat lawaai zou een on verlaat wel niet riskeeren. Het dorp was nog niet in rust. Kalmer geworden, keerde zij terug naar de kamer, tóch nog een bangen blik op het raam werpend. Weer kloppen tegen het glas. Zij had aanvechting, het gordijn opzij te duwen en even te kijken. Maar neen, dat durfde ze toch niet. Wie weet, welk een tro nie daar staan zouOm je een ongeluk te schrikken Maar toch schrok zij, zonder te kijken. Want Moeder, doe dan toch open Aldert.' Tine beefde over al haar leden. 'tWas Aldert. Natuurlijk durfde hij niet door den winkel komen. Er moesten er eens meer thuis zijn dan moeder alleen. Misschien had hij wel een andere reden, zij wist het niet. Moeder! Even overlegde zijniet open doen. Roe pen, dat hij maar terug moest komen als vader thuis was; over een uurtje. Want te gen een onderhoud met Aldert zag zij op als tegen een berg. Maarals Aldert wer kelijk wachtte op vader, dan was de herrie volkomen. Neen, dan was het toch beter, dat zij hem ontving en hem wegloodste, eer Harm thuis kwam. w <u x) ■O 8 #<D <D S3 m> -2 ti •S "S r—I i> XJ2 <D bdO CL) V Qj N X2 Sh <U ^2 Up CO S JP cö w 03 <n +-> m 2 -3 S Cd K td td 2 ui g.S s-S <D <D CÖ w .2 CÖ N Zr -P O -s .2 -S3 N I—-< T3 bi UB <B - o 3 3 5 g a S s 10 #■0 M C ,2 m a> m <D r2 c 0 6 <j ca H H3 2 ja 3 8 (D 0) L M 'O 03 <1) 2 3 4j a g wed tö o m T3 co - ®tb c a s» S O "2 s 3 O J4 N Jü O 0 O ëa» u 0 T3 23 g cö cöjü cö ja 0 TI -b A -2 c <D •rl r- <D (V 03 CÖ O 0) T- S-C b£) ft O ö- h N a S 3 3 S g s-ë-z-V-x Tl O a fl -o a 0) 03 kT 33 2,2 2 iS 2 2 3 is ja ja ©j m c 2 UB a Q g c a ja J* o a 3 o w 5 O. Q H 2 Ui DC Ui K' Gd) 03 CD H r"1 Kk t C /i\ Tl w. Kr* KA 3 CÖ 1 2 x ft, -o S 03 03 CÖ Q fcO e -E 02 CUJ f-, w w a) *ri C n P Kr* cl* 1 03 fft 2 <13 "P - ■o g c k i Li P S&''3 l-S e.^^.SP-0 ©s ^©aacö-Qo ©j*< c^a-g n>'c' sSa>f^<vaa 'o>^r^ g m m -0 221-2 a o a-o g Jj o Q - bo's S 'h a ".S >ïJ o jacojojö bio en c- ©WUBs-ia^ 0 5 o C. ÏSt) N 2:c?o t> J 02 CD -L +J 'O 60 Een heftig geklop nu. Moeder, doe open. Je bent thuis! Boos, nijdig klonk nu de stem van Aldert. En onmiddellijk daarop: Als je niet open doet, sla ik den boel kort en klein. HET BOMBARDEMENT VAN VEERE DOOR DE ENGELSCHEN. Zooals wij zagen, zeilden de Engelschen de Noordpunt van Walcheren om en werden de troepen een kwartier ten Noorden van het fort De Haak aan land gezet. Wel trachtte de Hollandsche generaal Bruce, die het bevel voerde over het z.g. Zeeuwsche legioen, de landing te beletten, maar hij had slechts 850 man onder zijn bevelen en daarvan waren er maar 300 van wapenen voorzien. Hij begreep al spoedig, dat hij niet beter kon doen dan zijn geschut te vernagelen en naar Veere terug te trek ken. Generaal Osten, die uit Vlissingen met een sterke afdeeling naar den Oranjepolder was gezonden, moest eveneens voor de over macht wijken en 's avonds waren, naar Dei- bel verhaalt, de Engelschen, na eenige ge vechten in een stelling van Meliskerke tot St Laurens, terwijl de Franschen een stel ling bij Abeele hadden ingenomen. Middel burg lag toen open voor den vijand en zon der aarzelen bezetten de Engelschen de Zeeuwsche hoofdstad. Denzelfden dag dat Middelburg moest overgaan, werd ook Veere door generaal F r a s e r opgeëischt. Generaal Bruce had inmiddels zijn post verlaten, en was met de helft van zijn troepen het Sloe overgetrok ken. Hij liet een bezetting van 500 man in Veere achter, onder commando van luit.- kolonel W. Boogaard, die in den mor gen van den 31sten, een eiseh tot overgave van de vesting Veere ontving. Waren andere bevelhebbers op den loop gegaan, Bogaardt was voor geen klein ge ruchtje vervaard. Hij ontving de Engelsche parlementariërs, hoorde ze aan en weigerde direct op hun voorstellen in te gaan. Aan die weigering zat echter meer vast, dan men uit zoo'n bloote mededeeling zou opmaken. Men verlieze niet uit het oog, dat het geen fort gold, louter door soldaten be volkt, maar een stad met gewone burgers en die maakten den bevelhebber zijn weige ring niet gemakkelijk. Interessanter notulen dan die van de Raadsvergadering van Veere van 31 Juli bestaan er misschien wel niet. De vergade ring werd geopend des morgens om 5 uur en de voorzitter deelde mede, dat hij een deputatie van burgers ontvangen had, die verklaard hadden, dat zij gaarne alles wil den opofferen, als een beleg van Veere met succes doorstaan kon worden, maar dat zq dit, met het oog op de enorme vloot, niet konden aannemen. Zij drongen er op aan, dat een deputatie zou worden gekozen, die den kolonel zou verzoeken, de risico van een bombardement niet af te wachten, maar de stad vrijwillig over te geven. De Raad besloot een deputatie naar Lui tenant-Kolonel Bogaardt te zenden. Het was tevergeefs! Toegelaten tot den kolonel „refuseerde deze daaraan gehoor te geven, met de bijvoeging, dat hij zijn plicht als of ficier moest weten, dat hier geen ver zoeken te pas kwamen, en dat hij de eerste de beste, die nog over de overgave der stad durfde reppen, als een verra der van het Koningkrijk Holland zou be schouwen en daarnaar handelen". Op weg naar het prachtige Stadhuis te Veere, werd de Kolonel nog opgewacht door de drie Veersche predikanten, maar op brute wijze gaf Bogaardt ten antwoord, dat hij niet over de overgave dacht. „Wat laffe kerels hier in Veere" zoo schold hij. Hij was zeer ontstemd, dat men op over gave aandrong. Dadelijk gelastte hij den Raad „het Korps gewapende burgerwacht af te danken" daar hij dit voor onbe trouwbaar hield. De Raad zwichtte voor dien eisch en liet de burgerwacht voor de pui van het Stadhuis afdanken en de wa pens inleveren. Onmiddellijk na ontvangst van het wei- gerend antwoord, ging de Enge\scb.e vloot. tot het bombardement over. De Vroedschap van Veere bleef permanent bijeen in één der kelders van het Stadhuis. Den geheelen dag duurde met tus- schenpoozen het bombardement voort. Tegen het avond werd het vuur heviger. Omstreeks 11 uur 's avonds stapte onver wachts Kolonel Bogaardt de kelder binnen. Hij deelde mede, dat hij bereid was de stad over te geven, als de Vroedschap hem op staanden voet f 1000 gaf, ter betaling van zijn troepen. Blijde ging de Raad hierop in. Direct be gon de onderhandeling. De Raad hoorde er officieel niets van. Wel hield het bombar dement op, maar eerst den anderen morgen te 11 uur rukten de Engelschen Veere bin nen. Wat echter bezielde Bogaardt, om plotse ling zijn starre houding te laten varen? Volgens de meening van sommigen zegt Deibei kwam hij tot het besluit, toen hij des avonds 10 uren zag, dat vuurpijlen naar de stad werden geschoten, waardoor groot gevaar dreigde, dat de stad in vlam men op zou gaan. Na den val van Veere trokken de En gelsehen onverwijld verder naar het fort Rammekens, dat zich op 3 Aug. overgaf, daar de bevelhebber zag, dat hij uit het reeds ingesloten Vlissingen, toch geen hulp kon verwachten. A. M. W. Honderd Jaar geleden voor het eerst ingevoerd in Engeland. Nederland volgde eerst dertien Jaar later. Portret van Sir Rowland Hill. Sinds de menschheid haar gedachten door middel van schrift weet vast te leg gen, heeft zij ook behoefte gehad aan het overbrengen van schriftelijke boodschap pen. Maar en nu maken we een grooten sprong over de vele eeuwen, waarin het particuliere brievenvervoer zich steeds ster ker ontwikkelde de post werd pas het onmisbare onderdeel van ons economische en cultureele leven, zooals wij haar thans kennen, toen een der laatste slagboomen voor een vrije ontwikkeling van het post verkeer werd weggewerkt en Sir Row land Hill, ondanks de daaraan verbonden financieele nadeelen, het uniforme, lage port wist ingevoerd te krijgen, en sedert de Staat zich een monopolistische positie op dit terrein verzekerde. Deze stap had plaats in Engeland en op 5 December 1839. In tegenstelling met vele andere uitvinders genoot Hill de dankbaar heid en de financieele waardeering van de invoering van den postzegel van de zijde van zijn landgenooten. Onder redactie van Jur. Schroder, Sta dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru briek betreffende te richten aan dit adres. ONZE PROBLEMEN. Oplossing van Probleem. No. 3. Auteur: M. Pels, Amsterdam. Stand Zwart: 8 schijven op: 8/13, 19 en 26. Wit: 8 schijven op: 27, 28, 33, 37, 38, 41, 44 en 46. Gevraagde: Als wit 2722 speelt, mag Zwart dan met 1218 antwoorden? Oplos sen zonder schijven aan te raken. Oplossing: Neen, want als wit 2722 speelt en zwart zou met 1218 antwoorden, zou wit de partij als volgt beslissen: Wit: Zwart: 1. 28—23 19X50 2. 22—17 11X22 3. 38—33 50X28 4 37—31 26X37 5. 41X5 en wint. Bespreking: Dit probleem is feitelijk een combinatie, zooals in de partij veelvuldig wordt uitgevoerd. Niet diep en toch verras send. Daarom stelden wij de voorwaarde: geen schijven aanraken. Voor het practische spel van groot nut. Voor beginners een vingerwijzing naar diepere slagzetten. Oplossing Probleem No. 4 Auteur: B. Koort te Amsterdam. Stand Zwart: 10 schijven op: 7/10, 13, 17/19, 23 en 36. Wit: 10 schijven op: 25, 29, 32, 34, 39, 41, 42, 48, 49 en 50. Oplossing: Wit: Zwart: 1. 32—28 36X38 2. 5044 23X32 3. 29—24 19X30 4. 49—43 38X29 5. 25X5 32—38 gedwongen 6. 5-23 7—11 gedwongen 7. 2340 dreigt met 3933 en wint daardoor. Bespreking: Het in toepassing brengen van den verrassenden meerslagregel is voor den auteur van dit vraagstuk een geliefd thema. Zoo ook hier. Het afspel vereischt eenige zorg en daarom is het leerzaam dit uit te werken. Een verdienstelijk vraagstuk. Voor den op losser is het voldoening-gevend, het te heb ben gevonden. Goede oplossingen (zoowel van No. 3 als van No. 4) ontvingen wij van: A Beukema, 1 Een brievenbesteller in 1841.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 8