s
Rtadpji dooi den Ba-dooM
DE BAKKER VAN HOLSBERG
-*
r
c
Wenken op technisch gebied.
c
ra
- ra
5
h
ll*ï
Ïil-S
•S.a
■-
-I'S-S
fff
té
Het eeuwfeest van
den postzegel.
O O
D
S iri
ZJ o -
- I
4> J5
E s
lü -
u
O
-
T
o
SC
e
CS
-2
W u
O
es -*-»
tra
.ti 3,
3 r
x _g
3
5
O
b
o
CL
o
"3 J
*3
s O
s z
2
«S
T3
0)
u
■D
O
O
3
•*-»
o
OJ
(ft
C
Q>
C
omdat zonder geloof in God en zonder
meegevoel en mee leven thuis de huwelijks
trouw van een dergelijken man ernstig ge
vaar loopt. Dit mogen alle vrouwen wel
goed bedenken. Geen hunner mannen zijn
heiligen en toch zullen velen, ja de mees
ten staande blijven. Slechts het geloof in
God en de liefde van vrouw en kroost
kan hen hier op de been houden.
Ten siotte nog dit:
Het is natuurlijk onmogelijk alle bij
zondere gevallen, die zich voor kunnen
doen extra te behandelen. Maar zeker is
wel dat de nood en de zorg in vele gezin
nen groot is. Niet in de eerste plaats de fi-
nanciëele. Naast velen, die in materieel
opzicht achteruit gingen, staan talrijken
voor wie de mobilisatie althans finan
cieel een verbetering werd. Ik bedoel met
nood dan ook in de eerste plaats de mo-
reele en de geestelijke noodL
Wij Christenen mogen ons hier ernstig
afvragen: Wat doen wij voor die vele ver
slagenen van hart, voor die tobbende moe
ders, voor die vaderlooze kinderen.
Ieder Christen zal hier een taak hebben
te vervullen.
De onderwijzers zullen hun huisbezoek,
dat ze van zelfsprekend toch regel
matig deden, dienen te vermeerderen; pre
dikanten, ouderlingen en wijkbezoekers zul
len hun bijzondere zorg over deze gezinnen
hebben uit te strekken.
En ieder van ons zal particulier ook
in het gebed aan tafel speciaal voor deze
medemenschen dienen te bidden.
Nu in dezen donkeren tijd kan de Kerk
van Christus toonen wie zij is.
P. W. J. S.
RECLAMEVERLJCHTING.
De tgd van St. Nicolaas is weer geko
men. Dit brengt met zich mee, dat de win
kels met elkaar wedijveren in het brengen
van mooie en bijzondere etalages. Ook in den
tijd voor Kerstmis kan men hetzelfde ver
schijnsel waarnemen en daarom lijkt het
ons goed, eens iets over bovenstaand on
derwerp te schrijven.
Reeds in de eerste dagen van de kool-
draadlamp vond de electrische verlichting
toepassing in de reclame.
Sedert het verschijnen van de metaal
draadlampen is dit gebruik enorm toege
nomen, ten eerste omdat het nut van een
goede reclame meer en meer erkend werd
en ten tweede, omdat bij de toepassing van
de metaaldraadlampen een ongelimiteerd
aantal mogelijkheden bleek te bestaan.
Naast de lichtreclames met gloeilampen
heeft zich de Neon verlichting een waar
dige plaats veroverd.
Een reclame bestaat meestal of in hoofd
zaak uit letters; deze kunnen op drie wij
zen zichtbaar gemaakt worden:
1. door middel van opvallend licht;
2. door middel van doorgelaten licht;
3. door middel van door de letters of fi
guren uitgestrooid licht.
De leesbaarheid hangt af van vorm en
grootte der letters en van den afstand,
waarop ze gezien worden.
In 't algemeen kan aangenomen worden,
dat details, die zichtbaar moeten zijn, niet
kleiner gemaakt mogen worden dan V10000
van den afstand tot het oog.
Op een afstand van 100 meter, wordt
deze minimaal dus 3 cm.
Hieruit volgt, dat op dien afstand een
letter E, waarvan de horizontale bal
ken, en de strooken daartusschen even
breed zijn, nog juist leesbaar is bij een
hoogte van 15 cm.
Practisch worden natuurlijk maten ge
nomen, die grooter zijn, dan voor het juist
zichtbaar zijn onder gunstige omstandighe
den noodig is. Hierbij dient vooral erop
gelet, dat een vlak met groote oppervlakte
helderheid op het oog een grooteren indruk
maakt, dan een donker vlak van gelijke af
metingen. Lichtgevende letters schijnen
dus dikker, donkere letters op een transpa
rant schijnen dunner dan ze zijn.
O a;
O
ra
ra
O
-c
ra
ra o
ra
111 *3 73 X
3 C
(O u
ld
I
O
<0
L 3
ra "r
O) VG>
O
-M 1M
•O .2
"o
<D SZ
CL g
o re
-S
o
O)
O
TJ _C
<D
0> g
cn
Li.
-£
«-
2 0
-Q o
•o
a
cd 2
bj.Q
Pt5
C ffl o
0J u .C JA
tuo 0 0
bpTJ cö
<1) <D -*-»
N
01 rj
2 N3 .ti
g .2
bp
U) t-
0)
O O
E S
O qi -*->
TI T3 <D g
O L. O
C
m <2
j B
g 0* co •- o
tQ r_
Qj ft .1 9)
m O'S O
2
cd aj cd
.2 a
"3
±j iS'tj 8
O +-> r-i
1) O) 5 O 4J
N bio g4 m
03 cc M -*-»
0 c c "3 o
■s* :cp <u Ij cd
N aj n *n
<u t,
c w
JA S
S Cd
cd
■s
m o
h -0
ei
cd <u
'n
o .M-o
(D i__i
■g-o
(3
sj
J< o
c 2S
<D Cd <v>
'O N
N
1=1 N cd
M
0! 03
d
'O W
02
02
1 bCr^H
h
a a
:n><u
cd o in
N
1-1 <u "3
fi 4-> M
O bjQ CÖ
g-ft
a>® -s
^3 cd S na t,
u 12 o "S
<D 0^ <D d)
02 N "Jö kG
ca H cd N H
+"H O
1. Verlichting door mid
del van opvallend licht.
Deze wijze van verlichten wordt gebruikt
bij reclameborden, die overdag ook dienst
doen. De installatie moet dus zoodanig zijn
aangebracht, dat zij overdag niet hinderlijk
is. Reflexen moeten vermeden worden,
daarom zou een verlichting van onder af
de voorkeur verdienen, ware het niet, dat
dan in de meeste gevallen de armaturen
met hun bevestiging hinderlijk in het ge
zichtsveld zouden zitten.
Een goede methode van reclamebordver
lichting is dezelfde als bij gevelbelichting.
Het doel der belichting is om het belichte
object ook tijdens de duisternis te laten
spreken.
Moet het belichte object bij avond spre
ken, dan dienen de volgende punten te
worden overwogen:
Men passé zoo weinig mogelijk een be
lichting toe, waarbij de lichtstralen van bo
ven naar beneden op het object gericht
zijn. De objecten immers zijn meestal ver
ticale vlakken. Elke oneffenheid op deze
vlakken veroorzaakt een kleine schaduw
veeg, welke schaduw van boven naar bene
den loopt, als het licht van boven invalt.
De toeschouwer ziet van beneden naar bo
ven, ziet derhalve al deze schaduwvegen
over het oppervlak en waardeert dit (onze
waardeering is het eenig maatgevende) als
een zekere vaalheid welke over het opper-
vla k ligt. Zoo mogelijk dus belichten van
beneden naar boven.
In de meeste gevallen is de kleur van
het object vrijwel van geen belang voor
het effect.
De belichting n.L moet in elk geval zoo
sterk zijn, dat wij den aard van het mate
riaal van het object kunnen onderscheiden.
Zoo b.v. een gevel met een benedenpui van
rooden baksteen, een bovenpui van grijs
pleisterwerk en een toren met blauwe leibe
dekking. Bij eenzelfde belichting op deze
drie gedeelten zal de blauwe lei van den
toren ongetwijfeld donkerder aandoen dan
do roode baksteen van de onderpui, deze
weer minder licht dan het grijze pleister
werk van de bovenpui. Overdag zijn wij
echter ook aan deze lichtvariaties gewend.
Is de avondverlichting derhalve zoo sterk,
dat de aard van het materiaal wordt her
kend, dan verwacht de toeschouwer, ge
wend aan de dagvariaties ook diezelfde
kunstlichtvariaties.
Het effect is in sterke mate afhankeijlk
van de omgeving; is de omgeving reeds
licht, dan moet, om het noodige contrast te
krijgen, de belichting zeer sterk zijn.
Is de omgeving donker, dan is een min
der sterke verlichting voldoende.
Om het ontstaan van hinderlijke reflexen
op reclameborden zooveel mogelijk te ont
gaan, mag de geschilderde oppervlakte niet
glimmend afgewerkt worden.
Door afwisselende kleurverwisseling zijn
pakkende effecten te bereiken: roode figu
ren op witten achtergrond verdwijnen bij
roode verlichting, maar treden als zwart
naar voren bij groen licht, waarbij juist
weer groene figuren verdwijnen.
Het spreekt vanzelf, dat voor kleurver-
lichting een grooter vermogefl noodig is,
dan voor normale witte verlichting, rood
en blauw eischen minstens het viervoudige,
de andere kleuren het dubbele van wat bij
wit licht noodig is.
Vragen.
J. H. te S. De kathode van de detector-
lamp moet U in Uw geval direct aan aarde
verbinden. Wilt U een verbeterde weergave
met de pick-up, dan doet U goed de detec
tor iets negatieve roosterspanning te ge
ven, wat U dan op Uw manier doet. Denk
er aan dat dit echter maar in de orde
van 23 volt is.
36) o—
Dat was dus in orde. En nu met Berend
was het ook in orde. Hij bleef en kocht de
zaak. Hij had een aardig kapitaaltje, waar
iets mee te beginnen viel. Daar had je meer
aan dan aan vrome praatjes en loopen naar
die vrome dominé's uit Zaandam, die meen
den, dat het in Holsberg een heidensehe
boel was. Als Harm nu verstandig was, dan
verkocht hij het volgende jaar de zaak aan
Berend. Misschien kon Mieke wel blijven,
zoolang Berend niet getrouwd was. Eigen
lijk vond Tine, dat die twee maar met el
kaar moesten trouwen, dat was de eenvou
digste oplossing. Ze konden goed met el
kander overweg, al die jaren al. En Mieke
was nu een flinke, gezonde vrouw. Haar
zwakte was zij geheel te boven. Maar Ja...
je moet niet twee menschen aan elkaar
koppelen. Zóó dacht Tine er ook over. Ze
moesten het met hun beiden maar uitma
ken. Maar een kwaad idee was het niet, dat
was zeker.
Neen, die brief uit Amsterdam, die veel
en niets had opgehelderd, was nog niet zoo
verkeerd geweest.
De toekomst leek nu niet slecht. Alleen
dat geval met Aldert. MaarAldert was
uitgeschakeld in haar denken.
XVI.
In de klauwen van „Delila".
Tine zat alleen in de kamer.
Het was avond. Mieke en Berend waren
naar de samenkomst. Harm was eveneens
afwezig. Het was de avond, waarop hij ge
woon was te gezelsen bij Stevens, wiens
vrouw en enkele kinderen dan niet thuis
waren, omdat ook zij in het lokaal waren.
Het was stil in het vertrek, waar Tine
kousen zat te stoppen. De lamp in de ka
mer verspreidde een helder licht. Buiten
was het reeds donker. Want al was de
herfst nog niet in het land, het begon reeds
guur te worden en vroeg duister.
Plotseling werd Tine opmerkzaam. Over
het erf liep iemand. Duidelijk waren schui
felende voeten te hooren. Stilte nu. Vlak bij
het raam werd geklopt. Tine schrok. Dat
kon geen goed volk zijn. Goed volk kwam
den winkel binnen. Zij gaf geen antwoord,
maar bedacht met schrik: als Harm of Be
rend de bakkerijdeur nu maar dicht gedaan
hebben en op slot, anders kom ik niet veel
verder.
Weer dat geklop. Iets dringender. Maar
toch nog bescheiden.
Tine stond op. Zij werd bang.
Bevend ging zij naar den winkel, maakte
licht. Niets te zien. Resoluut deed zij de
deur op het nachtslot. Ziezoo, hier kon ten
minste niemand binnen komen. Als de deur
van de bakkerij nu maar op slot was
Zij liep naar achteren. Op het raam werd
harder geklopt. Schier onhoorbaar kwam
Tine in de bakkerij. De deur was niet op
slot. Dat deed Harm altijd als zij naar bed
gingen.
Maar nu deed zij het. Met een forschen
ruk den grendel er op. Dat was ook in orde.
Wie nu binnen wilde komen, moest de rui
ten stuk slaan. En dat lawaai zou een on
verlaat wel niet riskeeren. Het dorp was
nog niet in rust.
Kalmer geworden, keerde zij terug naar
de kamer, tóch nog een bangen blik op het
raam werpend.
Weer kloppen tegen het glas.
Zij had aanvechting, het gordijn opzij te
duwen en even te kijken. Maar neen, dat
durfde ze toch niet. Wie weet, welk een tro
nie daar staan zouOm je een ongeluk
te schrikken
Maar toch schrok zij, zonder te kijken.
Want
Moeder, doe dan toch open
Aldert.'
Tine beefde over al haar leden. 'tWas
Aldert. Natuurlijk durfde hij niet door den
winkel komen. Er moesten er eens meer
thuis zijn dan moeder alleen. Misschien had
hij wel een andere reden, zij wist het niet.
Moeder!
Even overlegde zijniet open doen. Roe
pen, dat hij maar terug moest komen als
vader thuis was; over een uurtje. Want te
gen een onderhoud met Aldert zag zij op als
tegen een berg. Maarals Aldert wer
kelijk wachtte op vader, dan was de herrie
volkomen.
Neen, dan was het toch beter, dat zij hem
ontving en hem wegloodste, eer Harm thuis
kwam.
w
<u
x)
■O
8
#<D <D
S3 m>
-2 ti
•S "S
r—I i>
XJ2 <D
bdO
CL)
V Qj
N X2
Sh <U
^2
Up CO
S
JP
cö
w
03 <n
+->
m
2 -3
S Cd
K td
td
2 ui
g.S
s-S
<D
<D
CÖ
w
.2 CÖ
N Zr
-P O
-s
.2 -S3
N
I—-<
T3
bi UB
<B
- o 3 3
5
g a S s 10
#■0 M
C ,2 m a>
m <D r2 c 0
6 <j ca H
H3 2 ja
3 8
(D 0) L M
'O 03
<1)
2 3 4j
a g wed tö
o m T3 co -
®tb c a s» S
O
"2 s
3
O J4
N Jü
O
0 O
ëa»
u 0
T3 23
g cö cöjü
cö ja
0 TI -b
A -2
c
<D
•rl
r- <D (V 03
CÖ O 0)
T- S-C b£) ft O
ö- h N a S 3 3 S
g s-ë-z-V-x
Tl O
a fl -o a
0) 03 kT
33 2,2
2 iS 2 2 3
is ja ja ©j
m
c 2 UB
a Q g c
a ja J* o
a
3 o
w 5
O.
Q
H
2
Ui
DC
Ui
K'
Gd) 03 CD
H r"1 Kk t C /i\ Tl w. Kr* KA
3
CÖ
1
2 x
ft, -o
S
03 03 CÖ
Q fcO e
-E
02
CUJ f-, w w
a) *ri C
n P
Kr* cl* 1
03 fft 2
<13 "P -
■o g c
k i
Li P
S&''3 l-S e.^^.SP-0 ©s
^©aacö-Qo ©j*< c^a-g
n>'c' sSa>f^<vaa 'o>^r^
g m m -0 221-2 a o a-o
g Jj o Q - bo's S 'h a
".S >ïJ o
jacojojö bio en
c- ©WUBs-ia^ 0
5 o C. ÏSt) N
2:c?o
t> J 02 CD -L +J 'O 60
Een heftig geklop nu.
Moeder, doe open. Je bent thuis!
Boos, nijdig klonk nu de stem van Aldert.
En onmiddellijk daarop:
Als je niet open doet, sla ik den boel
kort en klein.
HET BOMBARDEMENT VAN VEERE
DOOR DE ENGELSCHEN.
Zooals wij zagen, zeilden de Engelschen
de Noordpunt van Walcheren om en werden
de troepen een kwartier ten Noorden van
het fort De Haak aan land gezet.
Wel trachtte de Hollandsche generaal
Bruce, die het bevel voerde over het z.g.
Zeeuwsche legioen, de landing te beletten,
maar hij had slechts 850 man onder zijn
bevelen en daarvan waren er maar 300 van
wapenen voorzien. Hij begreep al spoedig,
dat hij niet beter kon doen dan zijn geschut
te vernagelen en naar Veere terug te trek
ken.
Generaal Osten, die uit Vlissingen met
een sterke afdeeling naar den Oranjepolder
was gezonden, moest eveneens voor de over
macht wijken en 's avonds waren, naar Dei-
bel verhaalt, de Engelschen, na eenige ge
vechten in een stelling van Meliskerke tot
St Laurens, terwijl de Franschen een stel
ling bij Abeele hadden ingenomen. Middel
burg lag toen open voor den vijand en zon
der aarzelen bezetten de Engelschen de
Zeeuwsche hoofdstad.
Denzelfden dag dat Middelburg moest
overgaan, werd ook Veere door generaal
F r a s e r opgeëischt. Generaal Bruce had
inmiddels zijn post verlaten, en was met de
helft van zijn troepen het Sloe overgetrok
ken. Hij liet een bezetting van 500 man in
Veere achter, onder commando van luit.-
kolonel W. Boogaard, die in den mor
gen van den 31sten, een eiseh tot overgave
van de vesting Veere ontving.
Waren andere bevelhebbers op den loop
gegaan, Bogaardt was voor geen klein ge
ruchtje vervaard. Hij ontving de Engelsche
parlementariërs, hoorde ze aan en weigerde
direct op hun voorstellen in te gaan.
Aan die weigering zat echter meer vast,
dan men uit zoo'n bloote mededeeling zou
opmaken.
Men verlieze niet uit het oog, dat het
geen fort gold, louter door soldaten be
volkt, maar een stad met gewone burgers
en die maakten den bevelhebber zijn weige
ring niet gemakkelijk.
Interessanter notulen dan die van de
Raadsvergadering van Veere van 31 Juli
bestaan er misschien wel niet. De vergade
ring werd geopend des morgens om 5 uur
en de voorzitter deelde mede, dat hij een
deputatie van burgers ontvangen had, die
verklaard hadden, dat zij gaarne alles wil
den opofferen, als een beleg van Veere met
succes doorstaan kon worden, maar dat zq
dit, met het oog op de enorme vloot, niet
konden aannemen. Zij drongen er op aan,
dat een deputatie zou worden gekozen, die
den kolonel zou verzoeken, de risico van
een bombardement niet af te wachten, maar
de stad vrijwillig over te geven.
De Raad besloot een deputatie naar Lui
tenant-Kolonel Bogaardt te zenden. Het
was tevergeefs! Toegelaten tot den kolonel
„refuseerde deze daaraan gehoor te geven,
met de bijvoeging, dat hij zijn plicht als of
ficier moest weten, dat hier geen ver
zoeken te pas kwamen, en dat hij de
eerste de beste, die nog over de overgave
der stad durfde reppen, als een verra
der van het Koningkrijk Holland zou be
schouwen en daarnaar handelen".
Op weg naar het prachtige Stadhuis te
Veere, werd de Kolonel nog opgewacht
door de drie Veersche predikanten, maar
op brute wijze gaf Bogaardt ten antwoord,
dat hij niet over de overgave dacht. „Wat
laffe kerels hier in Veere" zoo schold hij.
Hij was zeer ontstemd, dat men op over
gave aandrong. Dadelijk gelastte hij den
Raad „het Korps gewapende burgerwacht
af te danken" daar hij dit voor onbe
trouwbaar hield. De Raad zwichtte voor
dien eisch en liet de burgerwacht voor de
pui van het Stadhuis afdanken en de wa
pens inleveren.
Onmiddellijk na ontvangst van het wei-
gerend antwoord, ging de Enge\scb.e vloot.
tot het bombardement over. De Vroedschap
van Veere bleef permanent bijeen in één
der kelders van het Stadhuis.
Den geheelen dag duurde met tus-
schenpoozen het bombardement voort.
Tegen het avond werd het vuur heviger.
Omstreeks 11 uur 's avonds stapte onver
wachts Kolonel Bogaardt de kelder binnen.
Hij deelde mede, dat hij bereid was de stad
over te geven, als de Vroedschap hem op
staanden voet f 1000 gaf, ter betaling van
zijn troepen.
Blijde ging de Raad hierop in. Direct be
gon de onderhandeling. De Raad hoorde er
officieel niets van. Wel hield het bombar
dement op, maar eerst den anderen morgen
te 11 uur rukten de Engelschen Veere bin
nen.
Wat echter bezielde Bogaardt, om plotse
ling zijn starre houding te laten varen?
Volgens de meening van sommigen zegt
Deibei kwam hij tot het besluit, toen
hij des avonds 10 uren zag, dat vuurpijlen
naar de stad werden geschoten, waardoor
groot gevaar dreigde, dat de stad in vlam
men op zou gaan.
Na den val van Veere trokken de En
gelsehen onverwijld verder naar het fort
Rammekens, dat zich op 3 Aug. overgaf,
daar de bevelhebber zag, dat hij uit het
reeds ingesloten Vlissingen, toch geen hulp
kon verwachten. A. M. W.
Honderd Jaar geleden voor het eerst
ingevoerd in Engeland.
Nederland volgde eerst dertien Jaar later.
Portret van Sir Rowland Hill.
Sinds de menschheid haar gedachten
door middel van schrift weet vast te leg
gen, heeft zij ook behoefte gehad aan het
overbrengen van schriftelijke boodschap
pen.
Maar en nu maken we een grooten
sprong over de vele eeuwen, waarin het
particuliere brievenvervoer zich steeds ster
ker ontwikkelde de post werd pas het
onmisbare onderdeel van ons economische
en cultureele leven, zooals wij haar thans
kennen, toen een der laatste slagboomen
voor een vrije ontwikkeling van het post
verkeer werd weggewerkt en Sir Row
land Hill, ondanks de daaraan verbonden
financieele nadeelen, het uniforme, lage
port wist ingevoerd te krijgen, en sedert
de Staat zich een monopolistische positie
op dit terrein verzekerde.
Deze stap had plaats in Engeland en op
5 December 1839. In tegenstelling met vele
andere uitvinders genoot Hill de dankbaar
heid en de financieele waardeering van de
invoering van den postzegel van de zijde
van zijn landgenooten.
Onder redactie van Jur. Schroder, Sta
dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru
briek betreffende te richten aan dit adres.
ONZE PROBLEMEN.
Oplossing van Probleem. No. 3.
Auteur: M. Pels, Amsterdam.
Stand Zwart: 8 schijven op: 8/13, 19 en 26.
Wit: 8 schijven op: 27, 28, 33, 37, 38, 41,
44 en 46.
Gevraagde: Als wit 2722 speelt, mag
Zwart dan met 1218 antwoorden? Oplos
sen zonder schijven aan te raken.
Oplossing: Neen, want als wit 2722
speelt en zwart zou met 1218 antwoorden,
zou wit de partij als volgt beslissen:
Wit: Zwart:
1. 28—23 19X50
2. 22—17 11X22
3. 38—33 50X28
4 37—31 26X37
5. 41X5 en wint.
Bespreking: Dit probleem is feitelijk een
combinatie, zooals in de partij veelvuldig
wordt uitgevoerd. Niet diep en toch verras
send. Daarom stelden wij de voorwaarde:
geen schijven aanraken. Voor het practische
spel van groot nut. Voor beginners een
vingerwijzing naar diepere slagzetten.
Oplossing Probleem No. 4
Auteur: B. Koort te Amsterdam.
Stand Zwart: 10 schijven op: 7/10, 13,
17/19, 23 en 36.
Wit: 10 schijven op: 25, 29, 32, 34, 39, 41, 42,
48, 49 en 50.
Oplossing:
Wit:
Zwart:
1. 32—28
36X38
2. 5044
23X32
3. 29—24
19X30
4. 49—43
38X29
5. 25X5
32—38
gedwongen
6. 5-23
7—11
gedwongen
7. 2340 dreigt
met 3933 en
wint daardoor.
Bespreking: Het in toepassing brengen
van den verrassenden meerslagregel is voor
den auteur van dit vraagstuk een geliefd
thema. Zoo ook hier. Het afspel vereischt
eenige zorg en daarom is het leerzaam dit
uit te werken.
Een verdienstelijk vraagstuk. Voor den op
losser is het voldoening-gevend, het te heb
ben gevonden.
Goede oplossingen (zoowel van No. 3 als
van No. 4) ontvingen wij van: A Beukema,
1
Een brievenbesteller in 1841.