DE ZEEUW ABDIJSIROOP Een verwaarloosd landgoed TWEEDE BLAD Maginotlinie en Westwal. Wat er deze week voorviel. n. FEUILLETON codeïne AKKER'S v~e/istèxJcbe VAN ZATERDAG 2 DEC. 1939. No. 54. (Van onzen militairen medewerker.) Alvorens de stelling zélf verder te bespreken, zullen we eens een kijkje nemen in het vóórterrein, dus vóór de frontlijn. Alle begroeiing, welke het vuur of het uitzicht zou belemmeren, wordt uitge dund of desnoods gekapt, echter zooveel mogelijk rekening houdend met den eisch van onzichtbaarheid. De stelling moet vanuit de lucht gezien zich zoo min moge lijk afteekenen. Op ongeveer 200 300 meter vóór de frontlijn treffen we hindernissen aan tegen 'svijands infanterie, meestal be staande uit een warnet van prikkeldraad bevestigd aan stevige palen, ter breedte van 10 4 20 meter. Men heeft er echter hoog groeiend on kruid tusschen gezaaid, zoodat deze hin dernissen ongeveer onzichtbaar zijn ge worden. We merken, dat deze strooken hinder nis, zig-zag in rechte takken van 50 tot 200 meter loopen; de reden daarvan is, dat zij zijn aangelegd volgens de as der mitrailleurbundels van het vuurplan. Terwijl de aanvallende vijandelijke in fanterie wordt opgehouden en verward raakt in het prikkeldraad, krijgt zij de volle laag van den bundel; hier, langs deze hindernissen, zal de vijandelijke in fanterie dan ook de grootste verliezen lijden. Op ongeveer 500 meter vóór de front lijn zien we hindernissen tegen aanval lende tanks. Precies volgens het zoo juist genoemde principe, liggen deze weer zig-zag in de schootsrichting van het opgestelde tankgeschut. De gevaarlijkste hindernis tegen tanks vormen landmijnen, waarop we nog wel eens terugkomen. Deze hebben echter het nadeel, dat ze het terrein voor den verdediger even ondoorschrijd- baar maken als voor den aanvaller. We hebben reeds gezegd, dat het mi- trailleurvuur eene bestreken ruimte geeft van 700 meter. Doch ook nog op grooteren afstand vóór de frontlijn wil men den vijand reeds met het vuur be moeilijken en verliezen toebrengen. Deze vuren kunnen op enkele terreinge deelten gelegd worden door de mitrail leurs, doch vooral is dit de taak der ar tillerie. Ook voor de artillerie wordt een vuurplan opgemaakt, en zal de verdedi ger er naar streven, dat er zoo weinig mogelijk plekken overblijven, waar de aanvaller zich veilig zou kunnen voelen. Wanneer de bezetting der stelling zich daartoe beperkte, zou de verdedigende kracht der stelling niet veel te beteeke- nen hebben en zou een aanvaller er spoe dig door heen kunnen breken. Om dit te beletten, wordt de stelling kilometers diep achter de frontlijn bezet met steun punten, die tot taak hebben elkaar en de voorliggende steunpunten met hun vuur te steunen. Zoo als men ziet rekent de verdediger er al vast op, dat het den aanvaller gelukken zal de stelling bin nen te dringen, doch hij bereidt zich ook terdege voor, hem in de stelling even krachtig te bestrijden en hem tot stil stand te dwingen. Gelukt zulks, kan de aanvaller door verliezen niet meer voor waarts, dan is het oogenblik voor den verdediger gekomen zijne reserves ge reed te stellen voor den tegenaanval en den binnengedrongen aanvaller terug te werpen. Hoe diep, dus hoeveel kilometer, moet de stelling worden doorgetrokken ach ter de frontlijn? Dit hangt geheel van het terrein af, evenals de dichtheid van de bezetting met steunpunten. Op vlak terrein kunnen deze afstanden veel grooter zijn, dan in sterk glooiiend ter rein. Aangezien elk steunpunt op een af stand van 30 tot 50 meter wordt omge- door AMY LE FEUVRE. 10) o— „Maar hoe is het in zoo'n toestand gekomen?" vroeg Vivian. Ze liet zich niet zoo gauw afschrikken. „Er zouden toch wel een paar van de ergste huisjes afgedankt kunnen worden! O, ik ben ontzettend teleurgesteld!" „Je verwachtte zeker een modeldorp, met over de heele straat oude vrouw tjes, die een dienaresse voor je maak ten", zei Hattie, terwijl zij het uit proestte. „Wees nu niet al te vitterig", zei me vrouw Carmichael; „maar als je tot die mensehen hoort, die belang stellen in hun huurders, praat dan maar eens met meneer Gill. Het is zijn werk en niet het onze, om voor het dorp te zorgen. Hij zal je alles wel kunnen uitleggen; en wij zullen nu maar van onderwerp verande ren, als je het goed vindt. Het is geen aangenaam thema." Zij vroegen haar daarop, of ze mis schien lust had, om dien middag met haar uit rijden te gaan, maar zij bedank- ven door een prikkeldraad-versperring, zal om elk steunpunt afzonderlijk ge streden moeten worden, en elk steun punt kan daarbij rekenen op hulp der omliggende steunpunten, die met hun mitrailleurs het aangevallen punt flan keeren. Hoofdprincipe is, dat men voor de verdediging niet meer mitralleur- en ge- schutsopstellingen maakt dan noodig is, om het vuurplan behoorlijk te kunnen uitvoeren. Verspilling zou leiden tot on- noodigen arbeid bij het gereedmaken der stelling, vermorsing van staal en be ton, meer gebruik van personeel en wa penen dan noodig is bij de verdediging, terwijl deze elders hard noodig zijn. Zoowel de Maginotlinie als de West- wall varieeren zeer sterk in diepte al naar gelang van het terrein. De kaze matten, welke de artillerie herbergen, zijn verdeeld over de geheele diepte der stelling, doch de zwaardere soorten be vinden zich voornamelijk meer naar achteren. Beperken we ons voor heden tot de Maginotlinie, dan zien we, dat ook de steunpunten (boven den grond) zeer veel verschillen in grootte. Er zijn er bij, die op heele forten gelijken, doch ande ren zijn niet grooter dan een schuurtje. Wanneer het vuurplan er toe geleid heeft op dezelfde plek meerdere mitrail leurs te moeten plaatsen, en desnoods ook nog één of twee anti-tankkanonnen, of (en) een paar stukken ander geschut, dan worden deze allen ondergebracht in één betonwerk (pantserwerk), bestaan de uit verschillende compartimenten, voor de verschillende wapenen. Elk geval op zichzelf vraagt om op lossing, en daarom zien we, dat de Ma ginotlinie bestaat uit grootere en klei nere betonwerken, welke zoo goed en zoo kwaad als mogelijk zich in uiterlijk aanpassen aan het omliggend terrein. De Maginotlinie is het product van ruim 10 jaar arbeid van de Fransche Genie, en er wordt in de diepte (dus naar achteren) nog steeds aan gewerkt. Men zou kunnen zeggen, dat het een wonder is van techniek, waarin alle mo derne uitvindingen zijn samengevlochten met de ervaring, opgedaan in den vori- gen grooten oorlog. Uit militair oogpunt beschouwd is het dan ook een waar kunstgewrocht. De Maginotlinie bestaat uit 2 mar kant gescheiden deelen, het Zuidelijk deel in de Vogezen, achter het Rijnfront, strekt zich uit van Bazel tot het rivier tje de Lauter, het tweede deel loopt van de Lauter in Noordwestelijke richting tot de Belgische grens en sluit daar aan bij de verdedigingswerken langs de Fransche Noordoostgrens, die echter minder fameus zijn dan de Maginotlinie. Achter de Maginotlinie steunt het Fransche verdedigingsstelsel nog als voorheen op de beide vesting-groepen Epinal-Belfort en Toul-Verdun, welke nog van vroeger dateeren, doch hoewel niet modern ingericht in 1914-1918 vol doende hun kracht bewezen hebben, en in staat zullen zijn dit in de toekomst weer te kunnen doen. In elk geval bezitten de Franschen na eventueele doorbraak van de Maginot linie in deze vestinggroepen een uitmun tende opnamestelling. In het volgende artikel zullen we den Westwall bespre ken. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN, Amice, Even een gedachte-sprongetje van 10 jaar. Want den zevenden van deze maand is 'het 10 jaar geleden dat de vuurgod hier zware offers eisehte, waarvan de sporen nu, na 10 jaar, nog niet volledig zijn uitgewischt. Wat een Zaterdagmiddag is dat ge weest. Storm en regenweer. Zoo'n echte kwade dag. De uithangborden rammelden en klapperden in de gier'buien. Wie 's mid dags tusschen 2 en 4 uur de Lange Delft doorliep kon in den Franschen Bazar nog terecht voor den inkoop van allerlei snuisterijen, kon in het Grand Hotel Verseput nog genieten van een interieur, zooals dit in 1747 door den bekwamen bouwheer Versluys werd tot stand ge bracht en in binnen- en buitenland een gunstige reputatie genoot, kon toen ook nog een verversching genieten in de te. Ze verlangde er onuitsprekelijk naar om alleen te zijn. Het leek haar, alsof desillusie en teleurstelling steeds haar deel zouden zijn; en terwijl zij rondkeek naar de luxueuse inrichting van de Ab dij,zei ze bij zichzelf met jeugdige ver ontwaardiging: „Het is genoeg, om ons gehaat te ma ken, en ik heb geen plan, om er aan mee te doen. Als er geen geld is om ook iets aan het dorp te doen, dan mogen we niet zooveel voor ons zelf gebruiken. Ik zal er met meneer Lucas over spreken. O, ik had gehoopt, dat ik hier een beetje geluk zou vinden." Zij sloot zich in haar boudoir op, en schreef een lengen brief aan haar moe der, maar zij vertelde haar niet, in welk een toestand zij het dorp gevonden had. De eerstvolgende dagen waren ver van aangenaam. Mevrouw Carmichael had blijkbaar geen plan, om het roer uit handen te geven. Vivian zelf had ner gens een stem in. Moeder en dochter wa ren geheel onverschillig tegenover haar. Zij behandelden haar niet eens als een logée, en toen zij zei, dat ze liever niet mee kaartspeelde, vroegen ze nu eens kapitein Hannard en dan weer een ande ren jongen man uit de buurt. Ze speel den steeds om een hoogen inzet. Vivian zei geen woord meer over het dorp. Zij begon er zelfs niet tegen me- Confiserie Oosterhuis, kon vervolgens in de Modezaak van Wiener nog te kust en te keur en ook aan de overzijde der straat in een winkelpand van dezelfde firma zich voorzien van beddenzaken, kon in de Zeeuwsche rijwielfabriek van Kaan zich een kwantum dezer zeer bekende fietsen verzekeren, was gedurende hier boven genoemde namiddaguren nog in de gelegenheid in een andere overbekende Zeeuwsche zaak in ijzerwaren van de firma de Jager zich van allerlei artikelen te voorzien en kon Moeder de Vrouw nog rustig winkelen bij1 Simon de Wit. Dat kon allemaal nog, maar even na 4 uur ging dit al bezwaarlijker, daar er brand alarm was gemaakt in de Fransche Ba^ zar en tegen het middernachtelijk uur waren al deze genoemde zaken in een laaiende vuurhaard veranderd en werd er al dien tijd een enorme, een hopeloos lijkende strijd gevoerd tegen het vernie lende element „vuur", welk element zoo'n krachtigen bondgenoot vond in den storm, die de vernielende vuurkrachten maar bleef aanwakkeren. Waar moest dat heen? Al spoedig bleek dat de Middelburg- sche brandweer hier voor een taak stond, waartegen zij niet opgewassen was. De hulp werd ingeroepen van Vlissingen, van Koudekerke, van Goes, ja zelfs van Bergen op Zoom en uiteindelijk van Rot terdam. Het is 10 jaar geleden, maar ik her inner mij nog verschillende momenten van dezen gedenkwaardigen Zaterdag avond. Te ruim 5 uur stond ik in de Lange Delft ter Ihoogte van de Segeer- straat. Toen was het gebouw van de Fransche Bazar één vuurzee.. Geweldige vuurtongen spoten met kracht uit de raamopeningen tot halverwege de straat. Ook het Grand Hotel brandde toen al 'he vig. Uit de 20 groote ramen uit de voor gevel zocht de geweldige vuurzee een uit weg. Even later vielen met doffe slagen do groote voorgevelstukken, de beel dengroepen, in de Lange Delft. En de storm voerde een geweldige vonkenregen over een groot deel van de stad heen en bedreigde andere waardevolle panden, zooals de Provinciale Bibliotheek, de Ab- diji-gebouwen e.a.; door een moedige daad van den heer Hoekstra bleef het gehouw der Prov. Bibliotheek gespaard. Men ren de van de plaats van den brand naar buis om te zien of er soms ergens gevaar dreigde en ging dan weer terug om de vorderingen van de ramp gade te slaan. Verder herinner ik mijl nog een mo ment, omstreeks 11 uur op dien avond. Wij: stonden op het verhoogde gedeelte van de Markt. (Het knetteren en loeien hield onverminderd aan. Het machtig lied van vernieling werd door de onbedwing bare machtige elementen voortgezongen en wij' stonden verslagen, met diepe ont- toevoeging van De dubbele samenstelling van Abdijsiroop uit kruiden-extracten en „codeïne" maakt haar werking snel en veelzijdig. Die groote hoest- stillende kracht van Abdijsiroop, die U 's-nachts vrijwaart van dien naren kriebelhoest, heeft haar te recht den naam gegeven van .,'s-Werelds béste Hoestsiroop". Zij helpt U binnen den kortst mo- gelüken tijd en op afdoende wijze af van vastzittend slijm, prikkel- hoest en benauwende hoestbuien. Akker's Abdijsiroop zal U helpen in den strijd tegen ontstoken slijm vliezen en gevoelige luchtpijpen. Eenige der 2D kruiden tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct., f 1.50, f 9 f a on ior>n ..Qrvr^pP{;)npr neer Gill over, maar zij luisterde goed, als de anderen het er over hadden. Op zekeren middag begon meneer Gill er echter zelf over, maar niet tegen haar. Hij vertelde, dat er gebrek aan water begon te komen in het dorp. Er zal binnenkort iets aan gedaan moeten worden", zei hij. „Er zijn nu al twee putten opgedroogd dit jaar, en de expert, dien we er bij gehaald hebben, zegt, dat er geen water meer te krijgen is. We komen er misschien dezen zomer nog wel doorheen, want we hebben al wat regen; maar het volgende jaar „O, dan leven we misschien geen van allen meer", zei Hattie onverschillig; „we behoeven er ons dus voorloopig nog niet druk over te maken". Hij zweeg er verder over. Vivian zei niets, hoewel mevrouw Carmichael haastig haar kant uitkeek en den jongen rentmeester een wenk gaf. Vivian begon eiken dag lange wande lingen te maken, maar zij ontweek het dorp. Haar aangeboren levendigheid en haar goed humeur kwamen weer boven, en het gezelschap van twee ruige Schot- sche windhonden bracht er veel toe bij, om haar van die tochten te doen genie ten. Op zekeren middag was zij wat verder I gegaan dan gewoonlijk en bevond zich 1 op een woest stuk heuvelachtige heide. Twee feiten trokken vooral deze week de aandacht: de inval der Sovjet-Russi sche troepen in Finland en de aankondi ging van den verscherpten handelsoor log met ingang van Maandag a.s. Bij de laatste is ook Nederland ten nauwste betrokken. De Briteche order in Council is een weerwraak tegen de mag netische of electrische mijnen, welke Duitschland op de belangrijke Engelsche scheepvaartroutes, vooral naar het schijnt bij en in de mondingen van de groote 'Engelsche rivieren heeft gelegd en welke zoowel de neutrale als de Britsohe koopvaardijvloot reeds groote schade heb ben toegebracht en erger nog, een ver lies van een groot aantal volkomen on schuldige levens hebben veroorzaakt. Ook het Nederlandsche stoomschip Spaarn- dam werd het slachtoffer. Als represaille poogt nu Engeland den geheelen Duit- schen uitvoer af te snoeren, maar vooral het Duitschland onmogelijk te maken, zich de zoo bitter noodige deviezen te verschaffen. Van Duitsche zijde is met groote ver ontwaardiging van de Britsche plannen kennis genomen: wat de Engelsöhen gaan doen, zal inderdaad een harde slag voor het Derde Rijk zijn. Er wordt reeds van een onbeperkten duikbootoorlog gespro ken, met een nog uitgebreider activiteit bij het leggen van de zoo gevaarlijke, moorddadige mijnen. Dte oorlog ter zee wordt dus Al vreese- lijker. Van de vrije zee blijft bitter wei nig over en de neutralen worden steeds meer tusschen de grootmachten gekraakt. Engeland is zoo genadig om te ver klaren, dat het nauwkeurig kennis heeft genomen van de protesten der neutralen en met de belangen van dezen zooveel mogelijk rekening zal houden. Zooveel mogelijk! En Duitschla.nd is zoo vriendelijk op te merken, dat de neutralen op een twee sprong staan: of zijl handhaven werkelijk hun neutraliteit of zij maken zich een werktuig van de Engelsche politiek. Intusschen zal het varen steeds lasti ger en gevaarlijker worden. Maar zegt onze regeering en zeggen onze reederijen tóch blijven varen. De vraag rijst echter of de neutralen niet meer kracht zullen moeten zoeken in samenwerking. Zou b.v. de EtagelsChe opvatting volgens welke zelfs geen neutrale convooien zullen wor den toegestaan, stand houden wanneer er sprake kon zijn van gemengde neutrale convooien waaraan ook de groote, mach tige neutralen zouden deel hebben? Het kleine Finland is nu door den Russischen beer besprongen. Men kon het zien aankomen. Onderhandelingen mislukt (een glim lach ten afscheid), grensincidenten naar de gebruikelijke methode in scène gezet, een heftige perscampagne op commando ontketend, terugtrekken van de trespon van de grens geëischt zender dat zelf ook te willen doen, het niot-aanvalspact zonder in achtneming van den daarvoor gestelden termijn opgezegd, de diploma tieke betrekkingen verbroken, het sloot alles in elkaar. Daarop moest noodwen dig de militaire daad volgen om af te persen wat langs vredelievenden weg niet kon verkregen worden. Rusland kan dit doen zoo lang 't overi ge Europa in 'n verschrikkelijken oorlog gewikkeld is, welke het in de onmoge lijkheid stelt zijn ware belangen te ver dedigen. Zoolang Europa zich zelf ver teert, zal het bolschewistische Rusland steeds dieper in ons werelddeel door dringen. Het arme Finland schijnt zich kranig te verdedigen. Maar het is een klein land, dat op weinig militairen steun kan reke- ken. Uit vliegtuigen zijn reeds bommen omlaag geworpen en kustplaatsen zijn ge- gebombardeerd door oorlogsschepen. Dat gebeurt dan alles onder voorwendsel, dat vier miljoen vredelievende Finnen 180 miljoen Russen hebben bedreigd! Overal is ontstemming over deze schan delijke machtsdaad waar te nemen: In Amerika. In Scandinavië. In Engeland. In Italië. Zelfs sympathiseert men in breede Duitsche kringen met de dappere Finnen en ziet men met leede oogen de uitbreiding van de Russische macht in de Oostzee. In Duitsche militaire kringen fronst men de wenkbrouwen; in herin nering aan de tijden, dat Duitschers en Finnen samen tegen de Russen vochten. In maritieme kringen is men om redenen van strategischen aard bezorgd. Maar de nationaal-socialisten hebben zich in den nood verkocht aan de Bolsje wisten. Zij moeten nu zwijgen en den Bolsjewiek, die zich voor zijn hulp in het Poolsche geval duur heeft laten betalen, zijn gang laten gaan. Met een intens gevoel van afschuw, walging en verontwaardiging moet het worden aangezien, dat het machtige Rus land zich op dezen kleinen buurstaat werpt. Het recht struikelt in onzen tijd wel op vele straten. steltenis de verterende vuurkracht gade te slaan. Toen sloeg de voorgevel van Raan's rijwielfabriek in de Lange Delft. Een moment hielden we allen den adem in en daarop was het zuchten van een groote tmassa hoorbaar. Even later werd er weer gemompeld. Toen kropen de vlammen tegen 'de voorgevels, langs de ramen en deuren, over de daken van de huizen aan de overzijde der straat en begonnen daar het verwoestend werk. Dien avond is er gebeden om het be houd van de stad. Eindelijk werd 'het vuur bedwongen. Toen de Zondagmorgen aanlichtte, was er een chaos ivan smeulend hout en muurbrokken over, van wat een dag te voren nog acht trotsehe zakenpanden wa ren in het hart der stad. Na een nacht van angst en spanning, van bedreiging en vernieuwde hoop beier den de kerkklokken. De scharen 'kerk gangers waren niet groot. Maar die in de bedehuizen samengekomen waren wisten zich een in dank aan God die stormen en vuur bedwingt. De materieels schade was groot. Ge lukkig waren er geen slachtoffers te be treuren. Telegrafische betuigingen van deelne ming kwamen in, o.a. van H. M. de Ko ningin en van EL M. de Koningin-Moe der. Na den brand is er over de brandweer gesproken. Ook in den Raad. D'e Raads vergadering van 23 December 1929 was bijna geheel aan den brand gewijd. Alge meen was men van gevoelen, dat er aan de Brandweer wel een en anjjpr man keerde. De heer Mr baron van der Feltz stelde voorop geen zachte heelmeester te willen zijn en begane fouten scherp te willen belichten. Over de Brandweer zei- De lucht was den heelen middag al be wolkt geweest, maar het begon nu op eens te hagelen en te regenen, en zij keel: tevergeefs rond naar een schuil plaats. Een stem achter haar deed haar opschrikken, en toen zij omkeek, zag zij een lange, magere gedaante in een re genjas. „Wat een ruw weer, vindt u niet? Is u verdwaald?" „Neen, ik keek rond naar een schuil plaats", zei Vivian. „Wilt u misschien met mij meegaan? Mijn zuster en ik wonen op een boerderij hier dichtbij. Het is niet meer dan tien minuten loopen." Vivian nam met blijdschap zijn voor stel aan en zij volgden haastig een wa genspoor en daarop een smalle laan. „Wat is het hier mooi", zei Vivian en de lucht is zoo frisch en opwekkend." „Ja, de lucht is hier heel opwekkend, maar je kunt geen enkel plekje vinden, om te schuilen, als het begint te rege nen. Hier zijn we er; mijn zuster zal be nieuwd zijn, wie ik meebreng." Zij stonden nu voor een boerderij met rondom schuren, die met riet gedekt wa ren. Aan eene zijde stond een lange rij bijenkorven, die een prachtige bescher ming vormden voor den wind, als die van den kant van de heide kwam. „Is dit uw boerderij vroeg Vivian. de hijl het volgende „De opzet deugt niet, de organisatie hapert. We staan bij onze brandweer voot een historisch overblijfsel, dat culmineert in het diner. Dat is geen bijzaak. De grondfout der organisatie zit in dat Brandweerdiner, waardoor de zaak te aristocratisch wordt. Men wordt geen brandmeester als men niet geschikt is voor het diner; of men ook goede eigen schappen heeft voor de Brandweer, daar wordt minder op geletHet bestuur der Brandweer moet weg. Het deugt niet." Een jaar later, op 17 December 1930, kreeg de reorganisatie van de Brandweer baar beslag. Een Brandweer, die zoowel wat betreft organisatie als materiaal er mag zijn. Na die organisatie heeft nog geen enkele brand eenige schijn van kans gekregen. Nauw is er ergens een brandje verschenen of het is ook ras weer ver dwenen, daar de Brandweer na eenige minuten gereed staat eenige duizenden liters water per minuut in het vuur te werpen. Het schijnt zelfs al voorgekomen dat de Brandweer er al was voor de brand was uitgebroken. Wiji staan nu 10 jaar achter dezen brand. Met wat tot beden is herbouwd heeft men nog niet terug kunnen geven wat op 7 December 1929 verloren ging. Met belangstelling zien we het pand van Albert Hein verrijzen op de plaats waar de rijwielfabriek van de firma Kaan stond. Boven de bouwschutting zien we de ijzeren balken en het werken aan de eerste verdieping. Wanneer zal de straatwand aan die zijde geheel gesloten zijn en de herinne ring aan 7 Deo. 1929 daardoor ver flauwd? Groetend, STENTOR Hij lachte. „Ik had bijna willen zeggen, ik wou, dat het zoo was, maar ik ben bang, dat ik geen goede boer zou zijn. Neen, mijn zuster en ik hebben er vier kamers ge huurd, en ik kan u zeggen, dat een ko ning ons onze rust benijden zou!" Hij nam haar mee door een ouderwet- sche portiek, en een dame met grijs haar en rose wangen kwam hem in de smalle gang tegemoet. „Dit is mijn zuster, mevrouw Austen." Vivian stak haar hand uit. „En ik hen mevrouw Carmichael", zei ze; maar mag ik wel zoo nat naar bin nen gaan?" Mevrouw Austen trok haar mee naar een gezellige zitkamer met een flink houtvuur. Vivian keek vol waardeering rond. Aan de muur hingen eenige goede rond. Aan den muur hingen eenige goede schilderijen en mooie etsen. Verder de ramen hingen roode gordijnen; er stond een roode rustbank en ook de stoelen waren met rood overtrokken. Op de breede vensterbank stond een wijde vaas met gele narcissen. Mevrouw Austen had haar naaimand bij den haard staan. Een opengevouwen krant en een tijdschrift lagen naast haar op de tafel. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 5