DE ZEEUW
ABDIJSIROOP
Een verwaarloosd landgoed
TWEEDE BLAD
Maginotlinie en Westwal.
Wat er deze week voorviel.
n.
FEUILLETON
codeïne
AKKER'S
v~e/istèxJcbe
VAN
ZATERDAG 2 DEC. 1939. No. 54.
(Van onzen militairen medewerker.)
Alvorens de stelling zélf verder te
bespreken, zullen we eens een kijkje
nemen in het vóórterrein, dus vóór de
frontlijn.
Alle begroeiing, welke het vuur of het
uitzicht zou belemmeren, wordt uitge
dund of desnoods gekapt, echter zooveel
mogelijk rekening houdend met den eisch
van onzichtbaarheid. De stelling moet
vanuit de lucht gezien zich zoo min moge
lijk afteekenen.
Op ongeveer 200 300 meter vóór de
frontlijn treffen we hindernissen aan
tegen 'svijands infanterie, meestal be
staande uit een warnet van prikkeldraad
bevestigd aan stevige palen, ter breedte
van 10 4 20 meter.
Men heeft er echter hoog groeiend on
kruid tusschen gezaaid, zoodat deze hin
dernissen ongeveer onzichtbaar zijn ge
worden.
We merken, dat deze strooken hinder
nis, zig-zag in rechte takken van 50 tot
200 meter loopen; de reden daarvan is,
dat zij zijn aangelegd volgens de as der
mitrailleurbundels van het vuurplan.
Terwijl de aanvallende vijandelijke in
fanterie wordt opgehouden en verward
raakt in het prikkeldraad, krijgt zij de
volle laag van den bundel; hier, langs
deze hindernissen, zal de vijandelijke in
fanterie dan ook de grootste verliezen
lijden.
Op ongeveer 500 meter vóór de front
lijn zien we hindernissen tegen aanval
lende tanks. Precies volgens het zoo
juist genoemde principe, liggen deze
weer zig-zag in de schootsrichting van
het opgestelde tankgeschut.
De gevaarlijkste hindernis tegen
tanks vormen landmijnen, waarop we
nog wel eens terugkomen. Deze hebben
echter het nadeel, dat ze het terrein
voor den verdediger even ondoorschrijd-
baar maken als voor den aanvaller.
We hebben reeds gezegd, dat het mi-
trailleurvuur eene bestreken ruimte
geeft van 700 meter. Doch ook nog op
grooteren afstand vóór de frontlijn wil
men den vijand reeds met het vuur be
moeilijken en verliezen toebrengen. Deze
vuren kunnen op enkele terreinge
deelten gelegd worden door de mitrail
leurs, doch vooral is dit de taak der ar
tillerie. Ook voor de artillerie wordt een
vuurplan opgemaakt, en zal de verdedi
ger er naar streven, dat er zoo weinig
mogelijk plekken overblijven, waar de
aanvaller zich veilig zou kunnen voelen.
Wanneer de bezetting der stelling zich
daartoe beperkte, zou de verdedigende
kracht der stelling niet veel te beteeke-
nen hebben en zou een aanvaller er spoe
dig door heen kunnen breken. Om dit te
beletten, wordt de stelling kilometers
diep achter de frontlijn bezet met steun
punten, die tot taak hebben elkaar en de
voorliggende steunpunten met hun vuur
te steunen. Zoo als men ziet rekent de
verdediger er al vast op, dat het den
aanvaller gelukken zal de stelling bin
nen te dringen, doch hij bereidt zich ook
terdege voor, hem in de stelling even
krachtig te bestrijden en hem tot stil
stand te dwingen. Gelukt zulks, kan de
aanvaller door verliezen niet meer voor
waarts, dan is het oogenblik voor den
verdediger gekomen zijne reserves ge
reed te stellen voor den tegenaanval en
den binnengedrongen aanvaller terug te
werpen.
Hoe diep, dus hoeveel kilometer, moet
de stelling worden doorgetrokken ach
ter de frontlijn? Dit hangt geheel van
het terrein af, evenals de dichtheid van
de bezetting met steunpunten. Op vlak
terrein kunnen deze afstanden veel
grooter zijn, dan in sterk glooiiend ter
rein.
Aangezien elk steunpunt op een af
stand van 30 tot 50 meter wordt omge-
door AMY LE FEUVRE.
10) o—
„Maar hoe is het in zoo'n toestand
gekomen?" vroeg Vivian. Ze liet zich
niet zoo gauw afschrikken. „Er zouden
toch wel een paar van de ergste huisjes
afgedankt kunnen worden! O, ik ben
ontzettend teleurgesteld!"
„Je verwachtte zeker een modeldorp,
met over de heele straat oude vrouw
tjes, die een dienaresse voor je maak
ten", zei Hattie, terwijl zij het uit
proestte.
„Wees nu niet al te vitterig", zei me
vrouw Carmichael; „maar als je tot die
mensehen hoort, die belang stellen in
hun huurders, praat dan maar eens met
meneer Gill. Het is zijn werk en niet het
onze, om voor het dorp te zorgen. Hij
zal je alles wel kunnen uitleggen; en wij
zullen nu maar van onderwerp verande
ren, als je het goed vindt. Het is geen
aangenaam thema."
Zij vroegen haar daarop, of ze mis
schien lust had, om dien middag met
haar uit rijden te gaan, maar zij bedank-
ven door een prikkeldraad-versperring,
zal om elk steunpunt afzonderlijk ge
streden moeten worden, en elk steun
punt kan daarbij rekenen op hulp der
omliggende steunpunten, die met hun
mitrailleurs het aangevallen punt flan
keeren.
Hoofdprincipe is, dat men voor de
verdediging niet meer mitralleur- en ge-
schutsopstellingen maakt dan noodig is,
om het vuurplan behoorlijk te kunnen
uitvoeren. Verspilling zou leiden tot on-
noodigen arbeid bij het gereedmaken
der stelling, vermorsing van staal en be
ton, meer gebruik van personeel en wa
penen dan noodig is bij de verdediging,
terwijl deze elders hard noodig zijn.
Zoowel de Maginotlinie als de West-
wall varieeren zeer sterk in diepte al
naar gelang van het terrein. De kaze
matten, welke de artillerie herbergen,
zijn verdeeld over de geheele diepte der
stelling, doch de zwaardere soorten be
vinden zich voornamelijk meer naar
achteren. Beperken we ons voor heden
tot de Maginotlinie, dan zien we, dat ook
de steunpunten (boven den grond) zeer
veel verschillen in grootte. Er zijn er bij,
die op heele forten gelijken, doch ande
ren zijn niet grooter dan een schuurtje.
Wanneer het vuurplan er toe geleid
heeft op dezelfde plek meerdere mitrail
leurs te moeten plaatsen, en desnoods
ook nog één of twee anti-tankkanonnen,
of (en) een paar stukken ander geschut,
dan worden deze allen ondergebracht in
één betonwerk (pantserwerk), bestaan
de uit verschillende compartimenten,
voor de verschillende wapenen.
Elk geval op zichzelf vraagt om op
lossing, en daarom zien we, dat de Ma
ginotlinie bestaat uit grootere en klei
nere betonwerken, welke zoo goed en
zoo kwaad als mogelijk zich in uiterlijk
aanpassen aan het omliggend terrein.
De Maginotlinie is het product van
ruim 10 jaar arbeid van de Fransche
Genie, en er wordt in de diepte (dus
naar achteren) nog steeds aan gewerkt.
Men zou kunnen zeggen, dat het een
wonder is van techniek, waarin alle mo
derne uitvindingen zijn samengevlochten
met de ervaring, opgedaan in den vori-
gen grooten oorlog. Uit militair oogpunt
beschouwd is het dan ook een waar
kunstgewrocht.
De Maginotlinie bestaat uit 2 mar
kant gescheiden deelen, het Zuidelijk
deel in de Vogezen, achter het Rijnfront,
strekt zich uit van Bazel tot het rivier
tje de Lauter, het tweede deel loopt van
de Lauter in Noordwestelijke richting
tot de Belgische grens en sluit daar aan
bij de verdedigingswerken langs de
Fransche Noordoostgrens, die echter
minder fameus zijn dan de Maginotlinie.
Achter de Maginotlinie steunt het
Fransche verdedigingsstelsel nog als
voorheen op de beide vesting-groepen
Epinal-Belfort en Toul-Verdun, welke
nog van vroeger dateeren, doch hoewel
niet modern ingericht in 1914-1918 vol
doende hun kracht bewezen hebben, en
in staat zullen zijn dit in de toekomst
weer te kunnen doen.
In elk geval bezitten de Franschen na
eventueele doorbraak van de Maginot
linie in deze vestinggroepen een uitmun
tende opnamestelling. In het volgende
artikel zullen we den Westwall bespre
ken.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN,
Amice,
Even een gedachte-sprongetje van 10
jaar. Want den zevenden van deze maand
is 'het 10 jaar geleden dat de vuurgod
hier zware offers eisehte, waarvan de
sporen nu, na 10 jaar, nog niet volledig
zijn uitgewischt.
Wat een Zaterdagmiddag is dat ge
weest.
Storm en regenweer. Zoo'n echte kwade
dag. De uithangborden rammelden en
klapperden in de gier'buien. Wie 's mid
dags tusschen 2 en 4 uur de Lange Delft
doorliep kon in den Franschen Bazar
nog terecht voor den inkoop van allerlei
snuisterijen, kon in het Grand Hotel
Verseput nog genieten van een interieur,
zooals dit in 1747 door den bekwamen
bouwheer Versluys werd tot stand ge
bracht en in binnen- en buitenland een
gunstige reputatie genoot, kon toen ook
nog een verversching genieten in de
te. Ze verlangde er onuitsprekelijk naar
om alleen te zijn. Het leek haar, alsof
desillusie en teleurstelling steeds haar
deel zouden zijn; en terwijl zij rondkeek
naar de luxueuse inrichting van de Ab
dij,zei ze bij zichzelf met jeugdige ver
ontwaardiging:
„Het is genoeg, om ons gehaat te ma
ken, en ik heb geen plan, om er aan mee
te doen. Als er geen geld is om ook iets
aan het dorp te doen, dan mogen we niet
zooveel voor ons zelf gebruiken. Ik zal
er met meneer Lucas over spreken. O,
ik had gehoopt, dat ik hier een beetje
geluk zou vinden."
Zij sloot zich in haar boudoir op, en
schreef een lengen brief aan haar moe
der, maar zij vertelde haar niet, in welk
een toestand zij het dorp gevonden had.
De eerstvolgende dagen waren ver
van aangenaam. Mevrouw Carmichael
had blijkbaar geen plan, om het roer uit
handen te geven. Vivian zelf had ner
gens een stem in. Moeder en dochter wa
ren geheel onverschillig tegenover haar.
Zij behandelden haar niet eens als een
logée, en toen zij zei, dat ze liever niet
mee kaartspeelde, vroegen ze nu eens
kapitein Hannard en dan weer een ande
ren jongen man uit de buurt. Ze speel
den steeds om een hoogen inzet.
Vivian zei geen woord meer over het
dorp. Zij begon er zelfs niet tegen me-
Confiserie Oosterhuis, kon vervolgens in
de Modezaak van Wiener nog te kust en
te keur en ook aan de overzijde der straat
in een winkelpand van dezelfde firma
zich voorzien van beddenzaken, kon in
de Zeeuwsche rijwielfabriek van Kaan
zich een kwantum dezer zeer bekende
fietsen verzekeren, was gedurende hier
boven genoemde namiddaguren nog in de
gelegenheid in een andere overbekende
Zeeuwsche zaak in ijzerwaren van de
firma de Jager zich van allerlei artikelen
te voorzien en kon Moeder de Vrouw nog
rustig winkelen bij1 Simon de Wit. Dat
kon allemaal nog, maar even na 4 uur
ging dit al bezwaarlijker, daar er brand
alarm was gemaakt in de Fransche Ba^
zar en tegen het middernachtelijk uur
waren al deze genoemde zaken in een
laaiende vuurhaard veranderd en werd
er al dien tijd een enorme, een hopeloos
lijkende strijd gevoerd tegen het vernie
lende element „vuur", welk element zoo'n
krachtigen bondgenoot vond in den
storm, die de vernielende vuurkrachten
maar bleef aanwakkeren.
Waar moest dat heen?
Al spoedig bleek dat de Middelburg-
sche brandweer hier voor een taak stond,
waartegen zij niet opgewassen was. De
hulp werd ingeroepen van Vlissingen,
van Koudekerke, van Goes, ja zelfs van
Bergen op Zoom en uiteindelijk van Rot
terdam.
Het is 10 jaar geleden, maar ik her
inner mij nog verschillende momenten
van dezen gedenkwaardigen Zaterdag
avond. Te ruim 5 uur stond ik in de
Lange Delft ter Ihoogte van de Segeer-
straat. Toen was het gebouw van de
Fransche Bazar één vuurzee.. Geweldige
vuurtongen spoten met kracht uit de
raamopeningen tot halverwege de straat.
Ook het Grand Hotel brandde toen al 'he
vig. Uit de 20 groote ramen uit de voor
gevel zocht de geweldige vuurzee een uit
weg. Even later vielen met doffe slagen
do groote voorgevelstukken, de beel
dengroepen, in de Lange Delft. En de
storm voerde een geweldige vonkenregen
over een groot deel van de stad heen en
bedreigde andere waardevolle panden,
zooals de Provinciale Bibliotheek, de Ab-
diji-gebouwen e.a.; door een moedige daad
van den heer Hoekstra bleef het gehouw
der Prov. Bibliotheek gespaard. Men ren
de van de plaats van den brand naar
buis om te zien of er soms ergens gevaar
dreigde en ging dan weer terug om de
vorderingen van de ramp gade te slaan.
Verder herinner ik mijl nog een mo
ment, omstreeks 11 uur op dien avond.
Wij: stonden op het verhoogde gedeelte
van de Markt. (Het knetteren en loeien
hield onverminderd aan. Het machtig lied
van vernieling werd door de onbedwing
bare machtige elementen voortgezongen
en wij' stonden verslagen, met diepe ont-
toevoeging
van
De dubbele samenstelling van
Abdijsiroop uit kruiden-extracten
en „codeïne" maakt haar werking
snel en veelzijdig. Die groote hoest-
stillende kracht van Abdijsiroop,
die U 's-nachts vrijwaart van dien
naren kriebelhoest, heeft haar te
recht den naam gegeven van
.,'s-Werelds béste Hoestsiroop".
Zij helpt U binnen den kortst mo-
gelüken tijd en op afdoende wijze
af van vastzittend slijm, prikkel-
hoest en benauwende hoestbuien.
Akker's Abdijsiroop zal U helpen
in den strijd tegen ontstoken slijm
vliezen en gevoelige luchtpijpen.
Eenige der
2D kruiden
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct., f 1.50, f 9 f a on ior>n ..Qrvr^pP{;)npr
neer Gill over, maar zij luisterde goed,
als de anderen het er over hadden.
Op zekeren middag begon meneer Gill
er echter zelf over, maar niet tegen
haar. Hij vertelde, dat er gebrek aan
water begon te komen in het dorp.
Er zal binnenkort iets aan gedaan
moeten worden", zei hij. „Er zijn nu al
twee putten opgedroogd dit jaar, en de
expert, dien we er bij gehaald hebben,
zegt, dat er geen water meer te krijgen
is. We komen er misschien dezen zomer
nog wel doorheen, want we hebben al
wat regen; maar het volgende jaar
„O, dan leven we misschien geen van
allen meer", zei Hattie onverschillig;
„we behoeven er ons dus voorloopig nog
niet druk over te maken".
Hij zweeg er verder over.
Vivian zei niets, hoewel mevrouw
Carmichael haastig haar kant uitkeek
en den jongen rentmeester een wenk gaf.
Vivian begon eiken dag lange wande
lingen te maken, maar zij ontweek het
dorp. Haar aangeboren levendigheid en
haar goed humeur kwamen weer boven,
en het gezelschap van twee ruige Schot-
sche windhonden bracht er veel toe bij,
om haar van die tochten te doen genie
ten.
Op zekeren middag was zij wat verder
I gegaan dan gewoonlijk en bevond zich
1 op een woest stuk heuvelachtige heide.
Twee feiten trokken vooral deze week
de aandacht: de inval der Sovjet-Russi
sche troepen in Finland en de aankondi
ging van den verscherpten handelsoor
log met ingang van Maandag a.s.
Bij de laatste is ook Nederland ten
nauwste betrokken. De Briteche order in
Council is een weerwraak tegen de mag
netische of electrische mijnen, welke
Duitschland op de belangrijke Engelsche
scheepvaartroutes, vooral naar het
schijnt bij en in de mondingen van de
groote 'Engelsche rivieren heeft gelegd en
welke zoowel de neutrale als de Britsohe
koopvaardijvloot reeds groote schade heb
ben toegebracht en erger nog, een ver
lies van een groot aantal volkomen on
schuldige levens hebben veroorzaakt. Ook
het Nederlandsche stoomschip Spaarn-
dam werd het slachtoffer. Als represaille
poogt nu Engeland den geheelen Duit-
schen uitvoer af te snoeren, maar vooral
het Duitschland onmogelijk te maken,
zich de zoo bitter noodige deviezen te
verschaffen.
Van Duitsche zijde is met groote ver
ontwaardiging van de Britsche plannen
kennis genomen: wat de Engelsöhen gaan
doen, zal inderdaad een harde slag voor
het Derde Rijk zijn. Er wordt reeds van
een onbeperkten duikbootoorlog gespro
ken, met een nog uitgebreider activiteit
bij het leggen van de zoo gevaarlijke,
moorddadige mijnen.
Dte oorlog ter zee wordt dus Al vreese-
lijker. Van de vrije zee blijft bitter wei
nig over en de neutralen worden steeds
meer tusschen de grootmachten gekraakt.
Engeland is zoo genadig om te ver
klaren, dat het nauwkeurig kennis heeft
genomen van de protesten der neutralen
en met de belangen van dezen zooveel
mogelijk rekening zal houden. Zooveel
mogelijk!
En Duitschla.nd is zoo vriendelijk op
te merken, dat de neutralen op een twee
sprong staan: of zijl handhaven werkelijk
hun neutraliteit of zij maken zich een
werktuig van de Engelsche politiek.
Intusschen zal het varen steeds lasti
ger en gevaarlijker worden. Maar zegt
onze regeering en zeggen onze reederijen
tóch blijven varen. De vraag rijst echter
of de neutralen niet meer kracht zullen
moeten zoeken in samenwerking. Zou b.v.
de EtagelsChe opvatting volgens welke
zelfs geen neutrale convooien zullen wor
den toegestaan, stand houden wanneer er
sprake kon zijn van gemengde neutrale
convooien waaraan ook de groote, mach
tige neutralen zouden deel hebben?
Het kleine Finland is nu door den
Russischen beer besprongen. Men kon het
zien aankomen.
Onderhandelingen mislukt (een glim
lach ten afscheid), grensincidenten naar
de gebruikelijke methode in scène gezet,
een heftige perscampagne op commando
ontketend, terugtrekken van de trespon
van de grens geëischt zender dat zelf
ook te willen doen, het niot-aanvalspact
zonder in achtneming van den daarvoor
gestelden termijn opgezegd, de diploma
tieke betrekkingen verbroken, het sloot
alles in elkaar. Daarop moest noodwen
dig de militaire daad volgen om af te
persen wat langs vredelievenden weg niet
kon verkregen worden.
Rusland kan dit doen zoo lang 't overi
ge Europa in 'n verschrikkelijken oorlog
gewikkeld is, welke het in de onmoge
lijkheid stelt zijn ware belangen te ver
dedigen. Zoolang Europa zich zelf ver
teert, zal het bolschewistische Rusland
steeds dieper in ons werelddeel door
dringen.
Het arme Finland schijnt zich kranig
te verdedigen. Maar het is een klein land,
dat op weinig militairen steun kan reke-
ken. Uit vliegtuigen zijn reeds bommen
omlaag geworpen en kustplaatsen zijn ge-
gebombardeerd door oorlogsschepen. Dat
gebeurt dan alles onder voorwendsel, dat
vier miljoen vredelievende Finnen 180
miljoen Russen hebben bedreigd!
Overal is ontstemming over deze schan
delijke machtsdaad waar te nemen: In
Amerika. In Scandinavië. In Engeland.
In Italië. Zelfs sympathiseert men in
breede Duitsche kringen met de dappere
Finnen en ziet men met leede oogen de
uitbreiding van de Russische macht in
de Oostzee. In Duitsche militaire kringen
fronst men de wenkbrouwen; in herin
nering aan de tijden, dat Duitschers en
Finnen samen tegen de Russen vochten.
In maritieme kringen is men om redenen
van strategischen aard bezorgd.
Maar de nationaal-socialisten hebben
zich in den nood verkocht aan de Bolsje
wisten. Zij moeten nu zwijgen en den
Bolsjewiek, die zich voor zijn hulp in het
Poolsche geval duur heeft laten betalen,
zijn gang laten gaan.
Met een intens gevoel van afschuw,
walging en verontwaardiging moet het
worden aangezien, dat het machtige Rus
land zich op dezen kleinen buurstaat
werpt.
Het recht struikelt in onzen tijd wel
op vele straten.
steltenis de verterende vuurkracht gade
te slaan. Toen sloeg de voorgevel van
Raan's rijwielfabriek in de Lange Delft.
Een moment hielden we allen den adem
in en daarop was het zuchten van een
groote tmassa hoorbaar. Even later werd
er weer gemompeld. Toen kropen de
vlammen tegen 'de voorgevels, langs de
ramen en deuren, over de daken van de
huizen aan de overzijde der straat en
begonnen daar het verwoestend werk.
Dien avond is er gebeden om het be
houd van de stad.
Eindelijk werd 'het vuur bedwongen.
Toen de Zondagmorgen aanlichtte, was
er een chaos ivan smeulend hout en
muurbrokken over, van wat een dag te
voren nog acht trotsehe zakenpanden wa
ren in het hart der stad.
Na een nacht van angst en spanning,
van bedreiging en vernieuwde hoop beier
den de kerkklokken. De scharen 'kerk
gangers waren niet groot. Maar die in de
bedehuizen samengekomen waren wisten
zich een in dank aan God die stormen
en vuur bedwingt.
De materieels schade was groot. Ge
lukkig waren er geen slachtoffers te be
treuren.
Telegrafische betuigingen van deelne
ming kwamen in, o.a. van H. M. de Ko
ningin en van EL M. de Koningin-Moe
der.
Na den brand is er over de brandweer
gesproken. Ook in den Raad. D'e Raads
vergadering van 23 December 1929 was
bijna geheel aan den brand gewijd. Alge
meen was men van gevoelen, dat er aan
de Brandweer wel een en anjjpr man
keerde. De heer Mr baron van der Feltz
stelde voorop geen zachte heelmeester te
willen zijn en begane fouten scherp te
willen belichten. Over de Brandweer zei-
De lucht was den heelen middag al be
wolkt geweest, maar het begon nu op
eens te hagelen en te regenen, en zij
keel: tevergeefs rond naar een schuil
plaats. Een stem achter haar deed haar
opschrikken, en toen zij omkeek, zag zij
een lange, magere gedaante in een re
genjas.
„Wat een ruw weer, vindt u niet? Is
u verdwaald?"
„Neen, ik keek rond naar een schuil
plaats", zei Vivian.
„Wilt u misschien met mij meegaan?
Mijn zuster en ik wonen op een boerderij
hier dichtbij. Het is niet meer dan tien
minuten loopen."
Vivian nam met blijdschap zijn voor
stel aan en zij volgden haastig een wa
genspoor en daarop een smalle laan.
„Wat is het hier mooi", zei Vivian en
de lucht is zoo frisch en opwekkend."
„Ja, de lucht is hier heel opwekkend,
maar je kunt geen enkel plekje vinden,
om te schuilen, als het begint te rege
nen. Hier zijn we er; mijn zuster zal be
nieuwd zijn, wie ik meebreng."
Zij stonden nu voor een boerderij met
rondom schuren, die met riet gedekt wa
ren. Aan eene zijde stond een lange rij
bijenkorven, die een prachtige bescher
ming vormden voor den wind, als die
van den kant van de heide kwam.
„Is dit uw boerderij vroeg Vivian.
de hijl het volgende
„De opzet deugt niet, de organisatie
hapert. We staan bij onze brandweer voot
een historisch overblijfsel, dat culmineert
in het diner. Dat is geen bijzaak. De
grondfout der organisatie zit in dat
Brandweerdiner, waardoor de zaak te
aristocratisch wordt. Men wordt geen
brandmeester als men niet geschikt is
voor het diner; of men ook goede eigen
schappen heeft voor de Brandweer, daar
wordt minder op geletHet bestuur
der Brandweer moet weg. Het deugt
niet."
Een jaar later, op 17 December 1930,
kreeg de reorganisatie van de Brandweer
baar beslag. Een Brandweer, die zoowel
wat betreft organisatie als materiaal er
mag zijn. Na die organisatie heeft nog
geen enkele brand eenige schijn van kans
gekregen. Nauw is er ergens een brandje
verschenen of het is ook ras weer ver
dwenen, daar de Brandweer na eenige
minuten gereed staat eenige duizenden
liters water per minuut in het vuur te
werpen. Het schijnt zelfs al voorgekomen
dat de Brandweer er al was voor de
brand was uitgebroken.
Wiji staan nu 10 jaar achter dezen
brand. Met wat tot beden is herbouwd
heeft men nog niet terug kunnen geven
wat op 7 December 1929 verloren ging.
Met belangstelling zien we het pand van
Albert Hein verrijzen op de plaats waar
de rijwielfabriek van de firma Kaan
stond. Boven de bouwschutting zien we
de ijzeren balken en het werken aan de
eerste verdieping.
Wanneer zal de straatwand aan die
zijde geheel gesloten zijn en de herinne
ring aan 7 Deo. 1929 daardoor ver
flauwd?
Groetend, STENTOR
Hij lachte.
„Ik had bijna willen zeggen, ik wou,
dat het zoo was, maar ik ben bang, dat
ik geen goede boer zou zijn. Neen, mijn
zuster en ik hebben er vier kamers ge
huurd, en ik kan u zeggen, dat een ko
ning ons onze rust benijden zou!"
Hij nam haar mee door een ouderwet-
sche portiek, en een dame met grijs haar
en rose wangen kwam hem in de smalle
gang tegemoet.
„Dit is mijn zuster, mevrouw Austen."
Vivian stak haar hand uit.
„En ik hen mevrouw Carmichael", zei
ze; maar mag ik wel zoo nat naar bin
nen gaan?"
Mevrouw Austen trok haar mee naar
een gezellige zitkamer met een flink
houtvuur. Vivian keek vol waardeering
rond. Aan de muur hingen eenige goede
rond. Aan den muur hingen eenige
goede schilderijen en mooie etsen. Verder
de ramen hingen roode gordijnen; er
stond een roode rustbank en ook de
stoelen waren met rood overtrokken. Op
de breede vensterbank stond een wijde
vaas met gele narcissen.
Mevrouw Austen had haar naaimand
bij den haard staan. Een opengevouwen
krant en een tijdschrift lagen naast haar
op de tafel.
(Wordt vervolgd.)