Akkertje MIDDENSTANDSBELANGEN Het Vrouwenhoekje Radioprogramma Wat gebeurt er aan de fronten Migraine Neem 'n Minister Steenberghe over middenstandsvraagstukken. Hij draagt den middenstand een warm hart toe. Middenstand en oorlogsmaatregelen. van het zooveelste bataljon. De comman dant van dat onderdeel is een kapitein, die bij de soldaten goedmoedig bekend is als: „de kapitein met het bokkie". Want er is een bok bij zijn compagnie als kind aan huis. Wanneer de troep uitrukt, in specteert ook Bokkie, of alles goed gaat. Dezer dagen, aldus de „T e 1 e g r,", bracht Prins Bernhard een bezoek aan het onderdeel met den bok, en Z. K. H. bezocht voornamelijk de keuken van de compagnie: de trots van den kapitein en van al zijn manschappen. Een wel aardig intermezzo was het, toen de menagemeeester den prins een gepolijste veldvlesch aanbood, voorzien van een inscriptie met den datum van het hooge bezoek. Z. K. H. betuigde hier voor zijn erkentelijkheid en toonde zich zeer verrast toen hem daarna nog twee veldmutsen in zakformaat werden aan geboden voor zijn beide dochtertjes, de prinsesjes Beatrix en Irene. „Ik zie wel, dat ze nog wat te groot zijn, maar 'daar groeien ze wel in", aldus sprak de prins, die wel tot driemaal toe bedankte voor deze leuke attentie, en door de wijze, waarop hij zulks deed, op nieuw vele soldatenharten won. (Van onzen militairen medewerker.) Wat gebeurt er aan de fronten? Nu het aan geen twijfel meer onder hevig is, dat de oorlog werkelijk in vol len ernst is uitgebroken, zonder langer te wachten op eenige tusschenkomst, wel ke vrede zou kunnen brengen, is hel wachten op „daden". Doch op welke? Zien geen van beide partijen kans om door de stelling 'des tegenstanders heen te breken? Daar is reden genoeg voor, vant het gaat er niet alleen om door de /telling (Maginotlinie of Westwall) heen te breken, doch daarna met een versch leger door de bres heen te stroomen en de achterwaartsche verbindingen van de tegenstanders aan te pakken en zoodoen de kans te krijgen niet alleen zijn stelling „op te rollen" naar ééne of naar beide zijden, doch daarbij1 tevens groote af- 'deelingen krijgsgevangenen te maken. Heeft de aanvaller na zijn groote krachts- verbruik bij de doorbraak zelf, dan nog genoeg reservekrachten over om deze doorstrooming voldoende te doen slagen en daarmede het succes zijner doorbraak ten volle uit te buiten, dan is de kans groot, dat 'hij het pleit heeft gewonnen en door den tegenstander geen kans te geven op adem te komen en zijne ver banden te herstellen en weer achter- vvaartsch een nieuwe geschikte stelling in te nemen, hem voor zich uit te jagen en geheel te ontbinden. We noemden hier dus de drie groote achteenvolgende han delingen van den aanvaller le. doorbraak; 2e. doorstrooming en verbreking der verbindingen 3e. achtervolging. Alle drie zijn ten volle een bespreking De vorige week hebben wij toegezegd terug te zullen komen op het antwoord van Minister Steenberghe naar aanlei ding van de in de Tweede Kamer ge maakte opmerkingen over midden standsaangelegenheden. Wij volgen hierbij de rede van den Mi nister in de „Handelingen". De heer Steenberghe begon, met te verzekeren dat hij den middenstand en speciaal den kleinen middenstand een even warm hart toedraagt als de afge vaardigden die daarover het woord voer den. Ik geloof, aldus Spr., dat ik dat ook in de afgeloopen jaren getoond heb. Ik ge loof ook, dat in het afgeloopen jaar op het gebied van middenstandswetgeving en middenstandsmaatregelen meer ge beurd is dan in de 25 jaar daarvoor. Ook bij de oorlogsmaatregelen is goed aan den middenstand gedacht. Er is ge zorgd, dat lang te voren een systeem ge reed gemaakt is, waarbij de distributie zoo goed mogelijk plaats heeft met een zoo normaal mogelijke functionneering van de normale taak van den midden stand, de vrije concurrentie, het niet ge bonden zijn aan bepaalde leveranciers en afnemers en dergelijke. Er is op het gebied van den mid denstand ook nogal denigreerend ge sproken over de werking van het krediet aan den middenstand. Dit werd in één adem genoemd met de Maatschappij voor Industriefinanciering, waaraan één zinnetje werd gewijd, „dat dit ook niets was"Ik geef den geachten afgevaardig de (den heer Vos) toe, dat, wanneer men in zijn ideologie denkt en meent, dat de Maatschappij voor Industriefinanciering als Staatsinstelling alle kredieten van de normale banken moet overnemen, die heele Maatschappij voor Industriefinan ciering een „reuze sof" is. Maar wanneer men het ziet, zooals de Regeering het ziet, namelijk dat hier een lacune moest worden overbrugd en dan bevind ik mij in het goede gezel schap van verschillende deskundigen, die zeggen, dat die Maatschappij voor Indu striefinanciering niet alleen geen strop- penbank is geworden en gezond gewerkt heeft, maar dat zij voor verschillende bedrijven een belangrijke hulp is geweest dan is het niet redelijk te zeggenhet is bij de borgstellingsfondsen net als bij de Maatschappij voor Industriefinancie ring, zij neemt de zaakjes, waarvoor men bij de banken ook terecht kan. Er is toch geen middenstander laat ik de deskundigen hier tot getuigen roe pen, die, als hij bij een bank terecht kan, bij een Overheidsinstelling komt om kre diet, wat toch altijd veel meer formali teiten en moeilijkheden geeft. Dat die borgstellingsfondsen heusch niet slecht hebben gewerkt, blykt, wan neer men beziet, dat einde Juli zonder borgstelling zijn gesaneerd 791 bedrij ven, na saneering een borgstelling heb ben ontvangen 587 bedrijven en zonder saneering een borgstelling ontvingen 1868 bedrijven en dat f 599.188 nominaal beschikbaar is gesteld. Wanneer ik na ga, dat verder de afdeeling Bijzondere Credietverleening van het Departement van Financiën nog kredieten tot een to taal van f 4.345.883 heeft verleend, kan ik toch niet heel enthousiast zijn over uitlatingen als: dat dit niets is en niet anders is dan wat men bij de normale banken ook zou kunnen onderbrengen. Laat ik er direct aan toevoegen, dat men zich in het begin van den oorlog, ondanks alle moeilijkheden, die zich bij de afdeeling Middenstand juist in ver band met de distributie, de prysopdrij- vingswet en de Hamsterwet en derge- 1 lijke voordeden, onmiddellijk heeft over geschakeld en het risico-percentage heeft teruggebracht van 40 op 20 bij de borgstellingsfondsen, waardoor een bedrag beschikbaar werd gesteld, dat 5 maal zoo groot was als het anders zou zijn geweest, terwijl men voor de gemo- biliseerden den eisch, dat men drie jaar een zaak moet gedreven hebben, alvo rens in aanmerking te komen, heeft la ten vervallen. Ik ben er van overtuigd, dat meer ge daan kan worden, maar ik geloof, dat het toch niet juist is om te zeggen, dat er op dit terrein niets gebeurt. Wat het werktuigenkrediet betreft, dit heeft natuurlijk een tijd van voorbe reiding noodig gehad, maar ik geef u de verzekering, dat die zaak al draait. Er zijn al kredieten verleend en om de veer tien dagen wordt een bijeenkomst gehou den om nieuwe aanvragen te bezien. Het aantal aanvragen is zeer bevredigend. Door den heer Stumpel was gevraagd hoe het zit met het rapport over de ver houding tusschen het groot- en klein- winkelbedrijf. Ondanks alle drukte, aldus de minis ter, is het rapport ook doorgegaan en ik heb het eergisteren vastgesteld, zoo dat ik vertrouw, dat het binnen enkele dagen bij de adviescolleges zal komen. Voor het cadeaustelsel zie ik op het oogenblik by de mogelijkheden, die ik zelf verleden jaar heb aangegeven, geen enkele reden tot ingrijpen. Wat de verdere desiderata van den heer Vos betreft uitverkoopwet, be- drijfsregistratie, inning kleine vorderin gen; ik ben het geheele lijstje vergeten zeg ik ronduit en eerlijk: het zijn za ken, waaraan ik met ernst zal gaan den ken, wanneer ik meer tijd heb na de oor logsmoeilijkheden. Men moet zich wel in denken, dat deze dingen nu kunnen wachten. De verdere uitvoering van de Vesti gingswet zal doorgaan, omdat zij even goed van beteekenis blijft. Ik hoop er is ook in dat opzicht eenige stagnatie gekomen dat ik het wetsontwerp be treffende den markt- en straathandel binnenkort naar de adviescolleges zal kunnen sturen, maar zelfs bij een uitge breid apparaat moet men zich toch in stellen op datgene, wat het meest noodig is. Als men een maand geleden zou ge zegd hebben: de maatregel om de kleine vorderingen te kunnen innen is er, maar suiker, erwten, boonen en andere artike len zijn niet te krijgen, geloof ik, dat het nog wel wat erger zou zijn geweest." De hier gedane uitspraken en toezeg gingen zullen zeker niet alle midden standers bevredigen. Van groot belang is echter dat ge zegd kan worden: ook in het parlement, ook door de regeering, wordt aan de middenstandsbelangen aandacht ge- 1 schonken. 4< Was hier boven sprake van wat voor middenstanders gedaan wordt of zou moeten worden, wij willen eindigen met te wijzen op wat onze middenstanders zelf hebben te doen a.s. Maandag bij de verkiezing van leden van de Kamer van Koophandel te Middelburg. Wij wek ken onze lezers op zich te houden aan het advies van de gezamenlijke midden- standsvereenigingen en dus de candida- ten te nummeren als volgtW. v. d. Berg 2, H. B. A. van Hal 5, P. I. Hamming 6, J. de Kruyter 1, J, C. E. J. Peek 3, C. A. Stofkooper 4. waard, welke in volgende artikelen zul len plaats vinden. Zoekt een der beide partijen de beslis sing aan het gezamelijke front, 'dus tus schen Basel en Moezel, dan zal een Loven geschetste doorbraak het eenig mogelijk middel zijn. Doch dan moet deze partij beschikken over de noodige krachten om in elk der achtereenvolgende fases over winnaar te kunnen zijn. Voor deze door braak zal de aanvaller sterkere artillerie en een overmacht aan zware tanks moe ten bezitten, voor de doorstrooming en achtervolging zal hij snelle gemechani seerde troepen moeten hebben gereed staan, welke niet hebben deelgenomen aan de 'doorbraak en dus nog geheel versch en intact zijn. Wie der beide tegenstanders heeft zulk eene overmacht op den anderen? Geen van beide! Althans voorloopig niet. Is er kans, dat op den duur zulk krachtsverschil ontstaat? Neen, als er tenminste geen nieuwe bondgenooten bij komen. We houden dan ook een door- braakspo ing, v an welke zijde ook, voor niet waarschijnlijk. Wanneer niet beide oorlogvoerende 'artijen, bij herhaling de stellige belofte had'den gedaan, in geen geval de neutra liteit der drie begrenzende staten (Zwit serland, België en Nederland) te schen den, dan zouden we zeker verwacht hebben, dat een omtrekking der Noordelijke flank van een der partijen door België en Ne derland heen den oorlog zou trachten te beslissen. Thans echter komt deze be schouwing niet verder in aanmerking. Er is ree'ds gesproken over een om trekking door de geallieerden door den Balkan heen, mogelijk geworden door het Turksche pact, dat een doortocht door de Dardanellen naar de Zwarte Zee toe laat. Ook dit plan zou een groote overmacht der geallieerden vereischen, wil het niet gedoemd zijn met absolute zekerheid te mislukken. Zulk een expéditie heeft ten eerste het groote nadeel van den langen verbin dingsweg over zee en ten tweede heeft Duitsdhland als dan het enorme voor deel van „opereeron op de binnenlijnen". Het schiet als een spin in zijn net met overmacht uit naar die zijde waar oogen- blikkelijk het meeste gevaar dreigt. Wat kan men dan verwachten? We zien geen andere mogelijkheid dan dat, terwijl de fronten elkaar in evenwicnt houden, beide oorlogvoerende partijen trachten, door den economisohen oorlog ter zee elkaar op de knieën te krijgen, terwijl de beide luchtmachten onderwijl hunne taken voortzetten. T e n z ij een der beide partijen zijn toevlucht zou nemen tot nieuwe strijd wijzen met nieuwe, thans nog niet be staande strijdmiddelen'. Hierbij denken we allereerst aan het kortelings versche nen boek van den Duitschen Overste Spannenkrebs over het gebruik van tanks in den aanvalsoorlog. Waar Overste S' een erkende autoriteit is op 'dit gebied en Ihij aantoont, dat bij massagebruik van zware tanks, 'hierin een middel kan gevon den worden om zelfs stellingen als de Ma ginotlinie te doorbreken, bestaat de moge lijkheid, dat deze methode althans gepro beerd wordt. We zullen het resultaat moeten afwachten zonder te voren een oordeel er over te kunnen uitspreken, want praktijk in deze bestaat er nog niet. Een bericht, dat Duitschland thans op groote schaal bezig is zware tanks te maken, wijst wel in deze richting; hel bezat tot heden slechts vele lichte, snelle tanks doch Spannenkrebs verlangt vooral zware, Terwijl we dus in afwach ting zijn van daden van groot formaat houden beide partijen zich bezig met ver kenning om zooveel mogelijk gegevens te verzamelen betreffende den tegen stander. Beiden nemen den tegenstander voort durend waar met scherpe kijkers vanaf hooge opstellingspunten. Zij maken daar voor gebruik van hooge heuveltoppen, kerktorens, kabelballons (welke, als ge vaar dreigt, vlug neergehaald worden), enz. Deze „uitkijkposten" zijn telefonisch verbonden met den „commandopost", waarbij zij behooren, en melden alle be langrijke handelingen, welke zij bij den vijand waarnamen. Een meer modern middel om bij den vijand in den pot te kijken, zijn „verkenningsvliegtuig-afdee- lingen". Deze vliegtuigen zijn behalve door het gewone personeel ook nog bemand dooi officieren, die een speciale opleiding heb ben gehad in het waarnemen en verken nen vanuit de lucht. Zij geven den piloot aan welken weg hij moet nemen, en be schikken over speciale fototoestellen vooi het maken van „overboord-opnamen". Deze opnamen worden gemaakt van alle daarvoor in aanmerking komende voor werpen, dus bunkers, pantserwerken, ka zematten, mitrailleur- en geschutopsteh lingen, conmmandoposten, telefooncentra les, hindernissen (tegen tanks of tegen infanterie) loopgraven, enz.- enz. In zulke verkenningsvliegtuigen be vindt zich in den bodem een filmtoestel, dat het terrein, waarboven gevlogen wordt, verfilmd. Is het toestel op zijn landingsterrein teruggekeerd, dan wor den de opnamen uitgewerkt door de „foto grafische afdeeling". Door samenvoeging wordt aldus één kaart gemaakt; en van elk der afzonder lijk gefotografeerde bunkers, enz., wordt een vergroote opname gemaakt, terwijl op de algemeene kaart een cijfertje aan geeft, waar zich deze bunker enz. bevindt. Deze verkenningsvliegtuigen moeten hun vluchten voor het fotografeeren doen op heldere dagen en daarbij laag vliegen (niet hooger dan 500 M.). Dit is natuur lijk een zeer gevaarlijk werk met het oog op de vele luchtdoel-mitrailleurs in de stelling. Elk verkenningsvliegtuig wordt dan ook begeleid door een „bescher- mingsvliegtuig-afdeeling", welke is sa mengesteld uit 6 twee-persoons gevechts vliegtuigen, die eiken weerstand op den grond zoowel als vijandelijke jachtvlieg tuigen onmiddellijk aanvallen en bestrij- den. De vele luchtgevechten, welke de laat ste tijden voorkomen in de oorlogsberich- ten, zijn zonder uitzondering het gevolg van zulke verkenningsvluchten, die de beide partijen moeten ondernemen. Voorts leest men telkens van kleine verkenningsgevechten. Deze hebben meestal slechts één doel, n.l. het mede terugbrengen van enkele gevangenen. Deze gevangenen worden goed en vrien delijk behandeld en op onmerkbare wijze uitgehoord. Laten zij te weinig los, dan past men duizenderlei trucs toe om ze aan het praten te krijgen, b.v. men sluit ze op met een andere gevangene, die in waarheid rechercheur van politie is, doch in vijandelijk uniform, en de vij andelijke taal goed machtig is. Zoo komt men aan de waardevolle be richten, waaruit men kan afleiden hoe het aan 's vijands zijde gesteld is met den geest, met voeding, hoeveelheid munitie en van alle verdere factoren, welke groo- ten invloed hebben op de strijdvaardig heid. Deze verkenningsgevechten kunnen wor den uitgevoerd door kleine afdeelingen (b.v. een compagnie), die verrassend uit vallen, doch zij kunnen ook op grootere schaal worden gedaan, een of meer batal jons, en als dan meestal met steun van de artillerie. In dit laatste geval wordt de aange wezen infanterie „gereed gesteld" dicht achter de voorste eigen frontlijn, haar wordt, nauwkeurig begrênsd een vak aan gegeven binnen welks grenzen de aanval moet plaats vinden. De artillerie legt vuren op de flanken en voor het front ter bescherming tegen vijandelijk ingrijpen. Op het juiste oogen blik breekt deze aanval los en begint de artillerie te vuren. Is het doel bereikt, dan wordt zulks door lichtpistool seinen achterwaarts gemeld en wordt zoo spoe dig mogelijk op de eigen frontlijn terug getrokken. Deze infanterie moet nauw keurig binnen haar aangegeven vak blij ven, aangezien ze anders in het eigen artillerievuur zou terecht komen. Onder nemingen als deze kunnen slechts plaats hebben als de voorste troepen der beide partijen „aanraking" met elkaar hébben of althans niet meer dan 1 IV2 K.M. van elkaar af zijn. Wat we thans lezen of door de radio vernemen, betreft steeds zulk soort ver kenningsgevechten en zulke luchtverken- ningen. ST. NICOLAAS-LEKKERNIJEN. Nog ongeveer tien dagen en oud en jong vieren weer het St. Nicolaasfeest, al zullen vele van onze gemobiliseerden niet in de gelegenheid zijn dit aardige feest in den kring van het eigen gezin mee te maken. Wij meenen goed te doen weer enkele recepten te geven, van de meest bekende St. Nicolaas-lekkernijen, omdat wellicht verschillende huismoeders een of meer dezer snoeperijen zelf willen klaar maken. Banketletters. Benoodigd: 1 ons bloem, 1 ons boter, l/s id.l. water, 1 ons amandelen, 10' stuks bittere amandelen, 1 ons gestampte suiker, water, 1 ei. Bereiding: het deeg wordt bereid als bladerdeeg: twee derde gedeelte van de bloem wordt in een kom gezeefd, hierin wordt de 'helft van de boter met een mes tot kleine stukjes gesneden en met een weinig water tot een bal gevormd. Deze bal wordt op de deegplank met de deeg- rol, die beide met bloem bestrooid zijn, uitgerold; zoodra het deeg uitgerold is, worden er kleine stukjes bo-ter op gelegd; de lap deeg in drieën gevouwen en weer uitgerold, zoolang tot de boter en de bloem, die gebruikt wordt om plank en deeg te bestuiven, gebruikt zijn. Vervol gens moet het deeg uur rusten en wordt het uitgerold om verwerkt te wor den. De amandelen worden eenige keeren gemalen, zoodat ze zoo fijn mogelijk zijn; 'dan worden ze met de suiker vermengd en. met zooveel ei met water geklopt, dat er rolletjes van gemaakt kunnen worden. Het deeg wordt nu uitgerold tot een lange reep van een rijksdaalder dikte, die gelijk gesneden wordt op 10 om. breedte. Op deze reep worden in het midden de rolletjes amandelpers geleg'd, dan wordt de reep dicht gevouwen en het deeg met water op elkaar geplakt. Nu kan de let ter, die gewenscht wordt, van de rol ge vormd worden, de deeguiteinden worden met water dichtgeplakt. Ook van de let ters, die gelascht moeten worden, bijvoor beeld A en H worden de losse stukjes met water geplakt. De letter wordt met geklopt eigeel en water van boven be streken en op een met bloem bestrooid 'bakblik in een 'heete oven met onder- warmte gebakken. Pepernoten. Benoodigd: 4 eier dooiers', 2 ons suiker, 2 ons bloem, een paar lepels stroop, een lepel boter, zout, peper, noot, kaneel. Bereiding: De eierdooiers kloppen met de suiker; daar bijvoegen de bloem, de stroop, de boter, het zout, de peper, noot en kaneel. Hiervan balletjes maken en ze in een vrij heete oven bruin bakken. Speculaas. Benoodigd: 1/t pond bloem. 1 K ons boter, V» pond suiker, 2 theelepels speculaaskruiden, 1 theelepel dubbeikoolzure soda, 1 ei, 1 ons gehakte amandelen. Bereiding: de bloem wordt in een kom gezeefd, alle andere bestanddeelen er aan toegevoegd en flink dooreengemengd. Het deeg wordt op een beboterd bakblik ge lijkmatig uitgestreken, in een warme oven gebakken en daarna in stukken gesneden. Kaneelwafels. Benooöigd: 1 p. bloem, 1 ons suiker, 1 ons boter, 2 eieren, V 2 ons gemalen kaneel, 1 theelepel dub beikoolzure soda. Bereiding: de bloem wordt in een kom gezeefd, dan worden alle verdere ingre diënten er bij gevoegd en tot een stevig deeg gekneed. Van dit deeg worden bal letjes gemaakt, die in een wafelijzertje gaar en bruin gebakken worden, het ijzer woddt telkens met gesmolten boter inge smeerd. Wasschen van fluweelen kleiedingstukken. Fluweelen kleedingstukken kunnen best thuis gewasschen worden. Klop de japon of rok eerst goed uit, zoodat het stof er uit is en maak dan een warm vet zeepsop gereed. Dompel het kleedingstuk hierin en haal het er verscheidene malen door. Borstel de vuil ste plekken met een borsteltje, spreid hiervoor de stof even over een plank. In geen geval mag fluweel geboend, gewre ven of gewrongen worden. Sla het klee dingstuk nog eens door een tweede zeep sop en spoel het verscheidene malen in lauw water na. Hang 'het daarna op in de buitenlucht, uit de zon of op den zol- dor en laat het drogen. Als het bijna droog is, afnemen en, uitstrijken. D'oe dit niet op een strijkplank, maar vraag een of twee huisgenoote 1 het kleeding stuk horizontaal vast te houden. Strijk nu met een matig warm ijzer aan den verkeerden kant van de stof. „Waterproof." 2 ons aluin en 2 ons loodacetaat ieder afzonderlijk oplossen in lVs 1. warm wa ter. De oplossingen bij elkaar gieten en het mengsel plm. 12 uur laten staan. De heldere vloeistof zéér voorzichtig afgie ten, ervoor zorgende, dat geen bezinksel meegaat, daar dit vlekken geeft en er 5 1. koud water bijvoegen. De gewas schen en gedroogde kleedingstukken op nieuw nat maken in lauw water en ze niet langer dan 24 uur in het water- dichtsel laten staan, ze af en toe om- keerend. De kleedingstukken ophangen zonder uitwringen, ze volkomen laten 'drogen en tenslotte oppersen. Maandag 27 Nov. 1939. HILVERSUM I. 1875 en 414.4 M. NCRV-Uitz. 8.00 Ber. ANP. 8.05 Schriftlezing, Me ditatie. 8.20 Gram. 9.309.45 Gelukw. 10.30 Morgendienst. 11.00 Chr. lectuur. 11.30 Gram. 12.00—12.15 Ber. 12.30 Quintolia en gram. Om 12.45 Ber. ANP. 2.00 Voor de scholen. 2.352.55 Gram. 3.00 Causerie „Wat de pot schaft". 3.30 Gram. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gram. 5.15 Kinderuur. 6.15 Gram. 6.30 Vragenuur. 7.007.15 Ber. 7.45 Gram. 7.55 Toe spraak „Het groote voorrecht van een Chr. Omroep, vooral nu". 8.00 Ber. ANP, herh. SOS-Berichten. 8.15 Orgelconcert. 9.00 Lezing „Jezus en Augustus als Heiland der Wereld". 9.30 Utrechtsch Stedelyk Orkest, Chr. Oratoriumvereen. Hilversum en solisten (opn.). 10.15 Ber. gelconcert. 9.00 ANP., actueel halfuur. 10.45 Gram. Ca. 11.50—12.00 Schrift lezing. HILVERSUM II. 301.5 M. Algem. Progr., verz. door de AVRO. 8.00 Ber. ANP., Gram. 9.00 Verkorte opera „La belle Hélène" (opn.). 10.00 Morgenw. 10.15 Gewijde muziek (gram.) 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Ensemble Secco. 11.00 Causerie „Wie en wat is Mrs Roosevelt?" 11.10 Ensemble Secco. 12.00 AVRO-Aeolianorkest. 12.45 Ber, ANP., Gram. 1.00 Sylvestre-Trio. 1.45 Gram. 2.15 Omroeporkest en soliste 3.00 3.20 Declamatie. 3.554.10 Gram. 4.30 Disco-causerie. 5.30 AVRO-Dansorkest en soliste. 6.00 Orgelspel. 6.15 AVRO- Amusementsorkest en solist. 7.00 Piano voordracht. 7.35 Causerie over Einstein. 8.00 Ber. ANP., mededeelingen. 8.15 Concertgebouw-orkest. 9.15 Gram. 9.30 Gezelle-herdenking en gram. 10.00 Or gelspel. 10.15 De Twilight Serenaders. 11.00 Ber. ANP. Hierna tot 12.00 Orkest. Stand van hedenmorgen 10 uur: Stand van gistermiddag 3 u.: 762. Licht op voor fietsers; Zondag 4 u. 27 min. Maandag 4 u 26 min.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 6