Economische Zaken en Landbnuwcrisisfonds. met zilveren randen. Behandeling van de begrooting in de Tweede Kamer. DE ZEEUW van Woensdag 15 Nov. 1939 - Tweede Blad. FEUILLETON Uit de Provincie MIDDELBURG. GOES. Opschorting ontslag van dienstplichtigen. Gisteren maakte de Tweede Kamer een begin met de behandeling van de begrooting van Economische Zaken en het Landbouwcrisisfonds. De heer Van Gelderen (S.-D.) looft het doeltreffend optreden van de zen minister en zijn medewerkers. Ons land is in dezen tijd gelijk aan een belegerde veste. De oorlogvoerenden beslissen wat er nog in en uit kan. Te gen prijsopdrijving dient zooveel moge lijk gewaakt te worden om den noodlot- tigen toestand te voorkomen die in den vorigen oorlog is ontstaan. Stelselmatig en doortastend moet de minister daartegen optreden en groote middelen niet schuwen. De bouwmateria len stegen met 24 pet., het hout met 40 pet. Het verschil in kostprijs van een ar beiderswoning bedraagt nu reeds f 220, wat neerkomt op een huurverhooging van 23 cent enz. Spr. wees op de loonsverhooging, de toeslagen. Voor bezorgdheid is alle aanleiding, meer dan de minister doet b 1 ij k e n. De minister lette vooral op de eerste behoeften; de kolen behoefden niet duurder te worden. Kleeding en schoeisel kunnen voor prijsverhooging behoed worden, als de regeering zelf de aanmaak ter hand laat nemen, van eenvoudige schoenen en on- derkleeding, met welk fabrikaat de re geering prijstemperend kan werken. De heer Rost van Tonningen (N.S.B.) meent dat de heeren De Geer en Steenberghe de politiek van dr Colijn nog voortzetten. Spr. vraagt aanvoer van tarwevoorra- den uit Centraal Europa, invoering van oorlogsbrood, een teeltplan enz. Onze doorvoer wordt sterk belemmerd door de Engelsche maatregelen. Kan Rusland ons geen veevoeder leveren, zooals het aan Duitschland doet? De heer E b e 1 s (V.D.) spreekt zijn waardeering uit voor den minister en zijn medewerkers. De industrieele en de agrarische productie is den laatsten tijd aanmerkelijk versterkt. Stelselmatige uitbreiding van den cultuurgrond heeft onze agrarische voorraden hoog opge voerd. Nauwe samenwerking in het be drijfsleven is een gunstig element in den huidigen tijd. Onze tarwepositie is thans veel gun stiger dan in 1914, doch de moeilijkhe den bij den in- en uitvoer zijn thans grooter. Het verheugt spreker, dat de voor raden gelijkelijk over de verschillende bevolkingsgroepen worden verdeeldspr. hoopt, dat de regeering aan dit beginsel zal kunnen vasthouden. Spr. hoopt, dat van het opleggen van scheurplicht geen sprake zal zijn. Met dwang bij de bodemproductie ga men voorzichtig om. De Nederlandsche landbouw begrijpt zijn positie volkomen. Hij waarschuwt tegen overmatige koop prijzen van landerijen. Een wettelijke voorziening is zeer belangrijk; een gron dig onderzoek is hier zeer gewenscht. Tenslotte vraagt spr. een redelijke be looning van de landbouwende bevolking in het algemeen.Deze eisch leeft sterk bij de geheele plattelandsbevolking. Niet alleen een materieele factor, een factor van recht zit er ook in. Dit punt is daarom van zeer groote beteekenis. De heer Van der Sluis S.D.) be spreekt de voedselvoorziening. Op dit punt hebben wij geen aangename herin neringen aan den vorigen oorlog. Hoe staat het met onze binnenland- sche productie? In tijd van vrede is van vele producten in het weidebedrijf een groote overvloed. Enkele artikelen van het akkerbouwbedrijf zijn in overvloed aanwezig, doch van de meeste is een groot tekort. Het tuinbouwbedrijf heeft in tijd van vrede grooten overvloed. Zal dit alles zoo blijven als het oorlog is? Hij had gaarne gehoord, dat de voorra den grooter waren geweest dan in Augustus van het vorige jaar. Naar het Engelsch van EMMA JANE WORBOISE. 143.) oo Eindelijk ontdekte Mona, dat de lucht van Clapham bijzonder ongezond was en indien zij voortaan zoo dicht in de nabij heid van Londen moest blijven, zij onge twijfeld door slepende ziekten zou worden aangetast. Zij' dacht dat Cheltenham haar wel zou voldoen en besloot dit te beproeven. Het voldeed haar zoo goed, dat zij daar tot op dezen dag is gebleven, in een zeer prettig pension, waar vele weduwen en oude en jonge dames, die gaarne een vroolijk leventje leiden, wonen. James betoonde zich zeer vrijgevig je gens haar, wat geldelijke aangelegenhe den betrof, want zij' bezat zelve niets meerdoch zij overschreed geregeld haar jaarlijksch inkomen en schreef ons dan de meest jammerlijke brieven om een grootere toelage; „want", zeide zij, „zoo- Om loyale medewerking van den boer te verkrijgen is een behoorlijke beloo ning uit de prijzen van de landbouw producten noodig. In de afgeloopen ja ren is de belooning schraal geweest. De grondslag voor de prijsbepaling is on juist geïnterpreteerd: de arbeider kreeg niets of bijna niets. Voortaan zal ook de behoorlijke belooning onder de onmis bare productiekosten worden begrepen. De heer Bakker (C.H.) is van oor deel, dat de rede van den heer Rost van Tonningen in afbrekenden zin was bedoeld. Wat de voedselvoorziening betreft, thans is alles beter voorbereid en gere geld dan in 1914. Wij hebben van dien oorlog heel wat kunnen leeren. Uit toe zeggingen aan bedrijven is destijds de grootste ellende ontstaan. Natuurlijk is aanmoediging van het particuliere initiatief noodig, doch men hoede zich voor garanties. Een goede prijsregeling van de land bouwproducten bevordert de productie. Dwingende maatregelen en een vast teeltplan zijn nog niet noodig. Men volge niet de lijn van 1914'18. Deze leidt tot ongelimiteerde prijzen. Redelijke prijzen zijn noodig. Van de landerijen moet een beleg gingsobject gemaakt. Moet dit aparte probleem niet door de regeering onder oogen worden gezien. Spr. is het met den minister eens, dat een scheurpremie niet gewenscht is. Men heeft in 1914'18 van scheurplicht en scheurpremies de el lendige gevolgen ondervonden. Ook hier ware een radio-redevoering ter opvoe ding van de veehouders gewenscht. De heer Baas (A.R.) sluit zich aan bij de sprekers, die den minister sterkte hebben toegewenscht. De toekomst is wel zeer onzeker. Wij mogen ons niet al te zeer vastleggen aan bepaalde metho den en organisatievormen. Beweeglijk heid is voor den minister noodig. Spr. is van oordeel, dat de regeering inderdaad niet door den oorlog is ver rast. Men was goed voorbereid. De moei lijkheden zullen bij een langdurig con flict grooter worden. De gemaakte fou ten zullen ernstiger gevolgen hebben dan anders. Het verheugt spr. dat het ambtelijke apparaat niet overmatig zal worden uit gebreid. Wat de distributie en de prijsopdrij ving betreft, ieder zal de genomen maat regelen kunnen bewonderen, als men zich de eerste maanden van den oorlog van 1914 herinnert. De minister streve er naar, dat zijn maatregelen zooveel mogelijk op de eischen van het bedrijfsleven slaan. De minister neemt inzake de prijsre geling gelukkig geen doctrinair stand punt in, doch hij zij nog ruimer van op vatting. Het is niet redelijk, dat een groot deel van de lasten op de schouders van den kleinen middenstand wordt gelegd. Men benadere zooveel mogelijk de ver vangingswaarde. De heer VanKempen (Lib.) heeft waardeering voor den arbeid van den minister, doch er is toch reden tot twij fel en critiek. Radio-redevoeringen leiden tot groote verheldering betreffende het beleid. Ook de toezegging van de nota's waardeert spr. Spr. is van oordeel, dat er van speciale voorraadvorming voor het geval van oorlog, geen sprake was. Er ontbrak nogal het een en ander aan de organisa tie, in den aanvang. Het ambtelijke ap paraat miste de onontbeerlijke kennis en ervaring. Hij brengt hulde aan de zaken mannen. Naar spr.'s inlichtingen werkt het cri- sis-uitvoer-bureau te traag. Geeft de re geering geen garantie, dat in Nederland bestelde machines niet kunnen worden uitgevoerd, dan zal de order in het bui tenland worden geplaatst. Het is onjuist, een vertegenwoordiger van een vakcentrale op te nemen in de commissie van bijstand. De heer v. d. W e ij d e n (R.K.) hoopt als gij' leeft, Chrystie, beteekenen hon derd pond niets voor u, gij zijt toch zoo onmetelijk rijk." Met dankbaarheid kan ik zeggen dat honderd pond geen grooten invloed uitoe fenen op onze jaarlijksche vertering. Ik kan die som nu gemakkelijker uitgeven, dan ik in de Eldonstraat over één shil ling kon beschikken. Maar wij gevoelden beiden, dat het niet goed van ons zou zijn, om geldsommen te geven, die aan de speeltafel zouden worden verkwist; want mevrouw Dashwood had zich ge voegd bij een ij'del, wereldsch troepje da mes, die haar tijd hoofdzakelijk verdeel den tusschen wandelingen en eindelooze speelpartijen. Toen mijn tante zich te Cheltenham neerzette, nam mijn oom de betrekking van voorlezer der Heilige Schrift aan, of eigenlijk, werd hij onbezoldigd hulppre diker van onzen waardigen predikant. Zijn gezondheid was nu gansch hersteld, en hij' had, voor zijn hoogen leeftijd, ver wonderlijk spoedig zijn krachten her wonnen. „Gij begrijpt wel, mijn lieve, ik moet iets doen", zeide hij dikwijls tot mij. „Ge durende mijn gansche leven heb ik wei dat de minister weerstand zal kunnen bieden aan den aandrang om de landbou wende bevolking haar redelijke beloo ning te ontnemen. Gelukkig heeft de re geering geen gevolg gegeven aan den aandrang om de gronden braak te laten liggen en te importeeren. Thans verwijt men den minister voor onvoldoende voorraden te hebben gezorgd. Aan de overheid is het te danken, dat de Ne derlandsche bevolking den toestand rus tig onder de oogen kan zien. De boerenstand gevoelt er niets voor in de rubriek „ongelukken" geplaatst te worden. De landbouwende bevolking zij zich bewust van haar verantwoordelijk heid en stelle vertrouwen in den minis ter. De zorgen van boer en tuinder zjjn nog zeer hoog. Laten de voorlichters van de publieke opinie de boeren overtuigen van de noodzakelijkheid der genomen maatregelen. Scheuren is wenscheltjktspr. geeft den minister in overweging een hooge- ren prijs te bepalen voor de op gescheurd land geteelde producten. Een scheur premie geeft niet den waarborg, dat ook producten zullen worden geteeld. De heer Groen (R.K.) is verheugd, dat het standpunt ten aanzien van den landbouw niet ié gewijzigd. Zijn w|j er echter zeker van, dat na den oorlog een andere landbouwpolitiek zal worden ge voerd De land- en tuinbouw zullen altijd als een geheel moeten worden gezien. Daar mede is echter in het ontwerp-bedrijfs- regelingenwet geen rekening gehouden. Spr. dringt er bij den minister op aan, niet alleen in beginsel, doch ook prac- tisch zijn voornemens uit te voeren. De oorlogstoestanden mogen geen reden zijn tot langer uitstel. De heer H i 1 g e n g a (S. D.) heeft in het algemeen voor 's ministers land bouwbeleid en werkkracht waardeering, die nog is toegenomen nu de minister het standpunt van de redelijke belooning heeft ingenomen. De landarbeiders wor den niet vergeten, doch hun directe be langen worden toch niet zoo gediend als gewenscht ware. De landbouwers nemen wel gaarne een verhoogden prijssteun in ontvangst, doch laten waarschijnlijk loonsverhoo ging achterwege. De minister verbinde alsnog desbe treffende voorwaarden aan de prijsver hooging. Het loonvraagstuk wordt te veel overgelaten aan het vrije spel der maatschappelijke krachten. De heer B i e r e m a (Lib.) is verheugd over de toezegging, dat niet meer zal worden geregeld dan noodzakalijk is. Zelfvoorziening zal wel vanzelf ko men, zonder stimuleerende overheids maatregelen. Men forceere niet te veel in die richting, daar veel geïnvesteerde kapitalen later zullen blijken verloren te zijn. De landbouw staat thans in het centrum van de belangstelling; dit is niet altijd zoo geweest. Wij hebben wijs gehandeld door dit productie-appa raat in stand te houden. De landbouw vraagt een eigen de partement; dit ware inderdaad een blijk van waardeering. Spr. vraagt hiervoor nogmaals de aandacht van de regeering. Het heeft spr. verheugd, dat geen scheurplicht zal bestaan. In den vorigen oorlog hebben wij de gevolgen daarvan gezien. Spr. dringt er op aan, de stik stofkunstmeststoffen tijdig ter beschik king te stellen. Bij de bepaling van de richtprijzen voor het volgend jaar houde de minis ter rekening met de wet van de vermin derende meer-opbrengsten. De prijzen zullen dan iets hooger, doch geen fancy- prijzen worden. Om 18.00 uur werd de vergadering verdaagd tot vanmiddag 1 uur. ZIEKENHUISPLANNEN OP SCHOUWEN-DUIVELAND. Bij het bestuur van het Ziekenhuis te Noordgouwe bestaan plannen om door uitbreiding en verbouw van zijn inrich ting te komen tot een modern en goed geoutilleerd ziekenhuis voor Schouwen- Duiveland. Tegelijk zijn er te Zierikzee plannen gerezen voor het tot stand bren- nig of niets voor God gedaan. Ik begin nu wel laat op den dag, maar toch hoop ik dat mijn werk en mijn liefde diensten, hoe onvolledig ook, zullen wor den aangenomen. Ik wensch zoozeer nog eenig goed te verrichten, voor ik huiswaarts ga en hier niet meer gezien word." Spoedig vond hij den werkkring dien hij zocht - juist die soort van arbeid dien hij verlangde. James en hij arbeid den meermalen samen, elkanders krach ten steunende. Het schijnt wellicht vreemd, maar juist die drukke bezig heid maakte hem opnieuw jong. Ten laatste heeft hij zijn bestemming gevon den, zoo zegt hij, en wij gelooven, dat hij ^gelijk heeft. Hij verheugt zich in „den dienst der armen", en zij die door hem gediend worden, verheugen zich in hem. Er zijn sommige plaatsen niet zoo heel ver van onze eigene rijke en uitge zochte nabuurschap gelegen waar hij altijd welkom is, waar mannen, vrouwen en kinderen dagelijks voor hem bidden, en God smeeken om zijn leven te sparen, en hem te sterken in den heiligen strijd dien hij ondernomen heeft. Want hij strijdt voortdurend tegen zonde en el- gen van een dergelijke inrichting. Het spreekt wel vanzelf, schrijft de Commis saris der Koningin aan de gemeentera den, dat bij de uitvoering van de beide plannen, er een te veel aan ziekenhuis ruimte zal ontstaan, waardoor beide in richtingen zouden worden benadeeld en op den duur het ziekenhuiswezen niet op het zoozeer gewenschte peil kan worden gehouden. Teneinde dit te voorkomen, is er een contactcommissie tusschen de beide or ganisaties tot stand gekomen. In over leg met deze commissie verzoekt de Com missaris een uitspraak van de raden om trent de voorkeur voor de plaats van vestiging van een aan de moderne eischen voldoend ziekenhuis hetzij te Noordgouwe, hetzij te Zierikzee. Met na druk wijst de Commissaris er op, dat hij niet meer vraagt dan een uitspraak t.a.v. voorkeur voor een van beide plaatsen. (Z. Nsb.) Een concours van Harmonie- en Fanfare-gezelschappen? Ter aanvulling van het bericht in het nr. van gisteren kunnen we nog het vol gende melden: De Mimuco, de Commis sie bestaande uit verschillende plaatse lijke vereenigingen, heeft in de eerste plaats tot doel de finaneieele positie van het Middelburgsch Muziekkorps te ver stevigen. Nu het bestuur dezer instelling attent werd gemaakt op het 125-jarig bestaan van het muziekkorps in 1940, heeft het reeds enkele maanden geleden plannen opgeworpen tot het doen plaats hebben van iets bijzonders op muzikaal gebied ter viering van genoemd jubi leum. Daarbij werd gedacht aan het hier doen plaats hebben van het jaarlijksche concours van den Zeeuwschen Bond van Harmonie- en Fanfare-gezelschappen op den Tweeden Pinksterdag. Reeds eenige malen is daarover met het bestuur van den Bond onderhandeld, waarbij aanvankelijk medewerking werd noodig geacht van een der bij den Bond aangesloten Middelburgsche gezelschap pen. Later bleek het dat alle drie gezel schappen zulk een concours moesten aanvragen en tegenover den Bond de fi naneieele aansprakelijkheid moesten dragen. De eerste vereeniging, die medewer king toezegde was de Chr. Muziekver- een. „Oefening na den Arbeid", daarna volgde de muziekvereeniging „Crescen do" en thans heeft ook de arbeidersmu- ziekvereeniging „Excelcior" besloten mede te werken aan de aanvrage die nu op de a.s. vergadering van den Bond in behandeling zal komen gelijk met het voorstel van het bestuur van den Bond om Goes aan te wijzen. Dit laatste om dat geen aanvrage van een der aange sloten vereenigingen was binnengeko men. Dat het Middelburgsch muziekkorps niet bij den bond is aangesloten, spruit daaruit voort dat het reglement zulks verbiedt, omdat de muzikanten al is het laag bezoldigd zijn. Mocht het besluit uitvallen in het be lang van Middelburg, dan ligt het in de bedoeling dat de Mimuco met de drie aanvragende vereenigingen een en ander nader zal voorbereiden. In de vacature van oud-wethouder Van Melle is benoemd tot voorzitter van de commissie voor bijzondere nooden en van fonds B de heer A. Vermaire (wet houder). Deze is Maandagavond als zoodanig door den burgemeester geïnstalleerd, terwijl tevens op hartelijke wijze af scheid van den heer Van Melle is geno men. Gisteren vergaderde de Ring Goes van de Vereen, voor H. O. op Geref. Grondslag. De vergadering was, in aan merking nemende de bijzondere tijdsom standigheden, goed bezocht. De voorzitter deed enkele mededeelin- gen omtrent den stand van zaken. On danks alle inspanning gaf 1938 een niet onbelangrijk tekort. En de moeilijkheden zijn grooter geworden omdat niet alleen vele studenten gemobiliseerd zijn met als gevolg minder collegegelden, maar ook vele medearbeiders die daardoor niet in staat zijn hun werk te verrichten, terwijl er ook het gevaar is, dat als gevolg van een en ander de contributieopbrengst zal dalen. Trouwe arbeid is daarom noodig. lende; hij zegt, dat hij is uitgegaan op den kruistocht; en waarlijk mag hij een strijder van het Kruis worden genoemd. Moge het nog langen tijd duren, voordat de Meester ook tot hem zegt: „wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, ga in tot de vreugde uws Heeren!" Eenmaal 's jaars begeeft hij zich naar Cheltenham, behalve dat hij geregelde briefwisseling met zijn zuster onder houdt, en zooals ik weet, veel voor haar bidt. Ik geloof dat al deze gebeden en pogingen niet vruchteloos blijven. Ik vergat nog te zeggen, dat wij Ha- gar wederom bij ons hebben genomen, toen wij na den dood van den kolonel rijke lieden waren geworden. Natuurlijk eischen wij geen diensten meer van haar, zij heeft haar eigen kamer geheel voor haar gebruik ingericht. Doch zij brengt een groot gedeelte van haar tijd door met de kinderen, en haar invloed op hen is zoodanig, dat James en ik den Vader van alle barmhartigheden daar voor niet genoeg kunnen danken. Na het vertrek van Mona ging de tijd weder onopgemerkt voort, en geduren de meer dan een jaar gebeurde er niets belangrijks, behalve het wedervinden Stemmen in de Tweede Kamer voor ver vanging van ouderen door Jongeren. B|j het afdeelingsonderzoek van dit wetsontwerp in de Tweede Kamer ver klaarden enkele leden de opschorting van het ontslag van dienstplichtigen op principieele gronden verwerpeiyk te ach ten. De overige leden konden deze opvat ting niet deelen. Eöhter meenden sommigen, dat in plaats van een verlenging van den dienstplicht voor ouderen hun vervan ging door militair bruikbaarder jonge ren aan te bevelen ware. Thans zyn nog velen vry van militaire verplichtingen, die, indien goed geoefend, de ouderen zouden kunnen aflossen. Op den duur zouden dan de oudere lichtingen spoedi ger naar huis gezonden kunnen worden, hetgeen tevens een besparing op de uit gaven voor kostwinnersvergoeding ten gevolge zou hebben. Eenige andere leden waren van oor deel, dat 't verleenen van verlof op rui mer schaal te verkiezen ware boven een aflossingsmethode. Z|j vestigden er de aandacht op, dat jonge miliciens vaak in moeilijker maatschappelijke omstandig heden verkeeren dan oudere. Deze opmerkingen gaven weer ande ren leden aanleiding er op te wijzen, dat het wetsontwerp niet rechtstreeks be trekking heeft op de gemobiliseerden en de mogelijkheid tot vervanging van oudere dienstplichtigen door jongere volkomen onaangetast laat. Het ontwerp bepaalt alleen, dat de minderen, die in 1939 40 jaar, en de onderofficieren en officieren, die in dit jaar 45 jaar oud worden, niet definitief van hun dienst plicht ontslagen worden, gelijk anders het geval geweest ware. Van deze perso nen is althans voor zoover de min deren betreft echter niemand op dit oogenblik in feite onder de wapenen. Daarna werden de verschillende cor respondentschappen behandeld. In meer dere plaatsen is vermeerderde activiteit. Het mogelijke zal worden gedaan om het aantal leden en contribuanten op te voe ren. Ook aan de busjes-actie verschil lende bushoofden waren aanwezig werd aandacht geschonken. De heer Adr. Kousemaker, orga nist der Groote Kerk en musicus alhier, verzoekt ons te berichten, dat hij aan de oprichting eener nieuwe neutrale zangvereeniging geenerlei deel heeft, en voorts dat niet hij, doch de heer Jan P. Kousemaker als directeur van genoem de vereeniging optreedt. Bloedtransfusiedienst. Teneinde den bloedtransfusiedienst in den kring Goes en omgeving zoo goed mogelijk te doen slagen en het aantal donors (bloedgevers) zoo groot mogelijk te doen zjjn, had de werfcommissie tegen gisteravond ten Stadhuize vertegen woordigers van een groot aantal ver eenigingen (sport-, middenstands-, so ciale-, vrouwen- en andere organisaties) bijeengeroepen. De voorzitter der werf commissie, de burgemeester, heeft in deze vergadering nog eens duidelijk uit eengezet, hoe noodzakelijk de bloed transfusiedienst is en hoe deze is geor ganiseerd. Het is noodig, dat velen zich als donor opgeven. Zij, die hun bloed beschikbaar stellen om anderen te helpen, worden vooraf grondig' onderzocht. In een voor komend geval wordt slechts een geringe hoeveelheid bloed afgenomen, waarvan men niet den minsten hinder ondervindt. Reeds velen hebben zich aangemeld, doch hun aantal is nog niet groot ge noeg. Staande de vergadering gaven zich nog enkele als donor op. Onder de leden der diverse organisaties zullen nog cir culaires voor dit doel worden verspreid. Ook gelden voor dezen dienst zijn zeer welkom. Hiervoor is het adres Mr Fran sen van de Putte. van „onnoozelen Johnny", door mijn oom. Wij zonden hem naar buiten op het land, waar hij veel sterker is geworden en zich bijzonder gelukkig gevoelt. Even zoo de verplaatsing der Hamiltons uit Northborough naar Londen, daar James een uitstekend goede betrekking voor mr Hamilton had gevonden; zoodat mevr. Hamilton en ik elkander nu zeer dik wijls ontmoeten, en spreken over de tij den, toen wij voor de eerste maal zoch ten naar zilveren randen aan onze wol ken. Ik ontmoette Louis op zekeren dag; zijn uiterlijk toonde een ongelukkigen, deerniswaardigen man aan, wien de ver veling op het gelaat lag. Clementine's fortuin was volstrekt niet zoo groot ge weest als men vermoed had; ofschoon zij toch 30.000 van haar vader geërfd had. Niemand scheen te weten waar dit alles gebleven was, want er was niet veel meer over dan een matig inkomen te weinig voor menschen, die ge wend waren op weelderigen voet te le ven en zich niets te ontzeggen. Het was „versmolten", zoo zuchtte en klaagde Madame. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 5