EEN NIEUW VAOCINEWETJE.
Akkertje
1
en met zilveren randen.
Uit de Provincie
Tolheffing op de brug
over de Zandkreek.
""•i i DE ZEEUW van Woensdag 8 November 1939-Tweede Blad.
Na den Indirecten dwang, thans de individueele drang.
Het wetsontwerp met 62 tegen 18 st, aangenomen.
FEUILLETON
MIDDELBURG.
GOES.
ZUID-BEVELAND.
Koortsig
Neem
n
lllill
fll§
Ifltl
De Tweede Kamer heeft gisteren be
handeld het wetsontwerp inzake nieuwe
bepalingen betreffende de inenting tegen
pokken.
De zaak waarover het hier gaat ls wel
eenlgszins bekend.
Det z.g. indireote vaoolnatiepllcht (de
eisch, dat men een „pokkenbriefje" moet
overleggen om in de school te worden
toegelaten) is sinds 1928 opgeschort als
gevolg van het optreden van encephalitis
na inenting.
Die opschorting is eenige malen ver-
I lengd, laatstelijk voor den termijn 1 Jan.
1938 tot 1 Jan. 1040. Men stond dus we
derom voor de vraag: terugkeer tot de
Indirecte verplichting, verlenging van de
opschorting, of een nieuwe regeling?
Met de Staatscommissie van 1038 was
zoowel oud-minister Romme als minis
ter van den Tempel van meening, dat
wederinvoering van den (indirecten)
dwang met het oog op de gevreesde com
plicatie na inenting niet mogelijk is.
Evenmin achtten zij aanvaardbaar om
den bestaanden tydelyken toestand nog
langer te doen voortduren. Reeds is 1
millioen kinderen niet ingeënt. De immu
niteit van ons volk tegen de pokken is
dus sterk afgenomen, en kan in tijd van
oorlogsgevaar en oorlog zeer bedenkelijk
worden. Bovendien staat bij optreden
van pokken of alastrim te wachten, dat
met spoed en in massa tot inenting zal
worden overgegaan en dan op een leef
tijd, die blijkens de ervaring veel grooter
kans op encephalitis oplevert dan by
vaccinatie van kinderen beneden de 2
jaar.
Vandaar dat de Regeering, in overeen
stemming met de Staatscommissie, ge
komen is tot een wetttelijke regeling tot
bevordering van de inenting tegen pok
ken van kinderen beneden de 2 jaar. Niet
door dwang, doch door wettelijk gere-
gelden individueelen drang.
Ouders worden nu verplicht, vóór
het kind één jaar is, het bewijs van vac
cinatie over te leggen. Is het kind in zijn
eerste jaar niet gevaccineerd, dan moe
ten de ouders aan den burgemeester een
verklaring overleggen waarom de
inenting werd achterwege gelaten. Tenzij
het motief van medischen aard is en een
medicus bevestigt, dat met hem over de
(niet)-inenting overleg is gepleegd in
welk geval de oproeping achterwege kan
blijven roept de burgemeester dege
nen, die zulk een verklaring van niet-
inenting hebben ingediend, op, om voor
hem of een door hem aan te wijzen amb
tenaar en geneeskundige te v e r s c h ij-
n en ter bespreking van hun ver
klaring.
De ouders blijven dus vrij om hun
kind al of niet te doen inenten.
Alleen wordt er officieel drang op
hen uitgeoefend om wel tot inenting over
te gaan.
Algemeene instemming vond dit
ontwerp in de Kamer niet.
Mevr. Bakker North (V.D.) ver
klaarde er voor te zullen stemmen in de
hoop, dat spoedig kan worden overge
gaan tot verplichte inenting.
De heer K r ij g e r (C.H.) vond dezen
dwang toch nog te ver gaan. Zijn vrees
voor de ruïneuze gevolgen van encepha
litis, die soms optreedt na inenting, belet
hem vóór het ontwerp te stemmenhij is
van meening dat de Regeering zich heeft
te onthouden van dwang, zoolang het
gevaar voor encephalitis niet is wegge
nomen. Buitendien brengt het voorstel
zware kosten mee voor de gemeenschap
en het is niet juist dat de vrijheid van de
ouders onaangetast wordt gelaten.
Men make vrij baan voor de particu
lieren, die de vaccinatie beneden twee
jaar propageeren, maar meer niet.
Ds Zandt (Stk. Geref.) handhaaft
zijn bekende principieele bezwaren. Elf
jaar is er geen dwang geweest en spr. is
daar best tevreden mee, doch de vaccina
tie aanbidders hebben niet gerust voor-
Naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE
138.) __o_
Ik had aan Eleonore geschreven, dat
wij elkaar zouden ontmoeten in de St.
George-kerk, en op het bepaalde uur
vond ik haar daar. Wij namen plaats op
de galerij, van waar wij den ganschen
stoet konden overzien, zonder zeiven te
worden opgemerkt, of ten minste her
kend, onder de groote menigte der toe
schouwers. Lang behoefden wij niet te
wachten; de bruidegom kwam spoedig
met zijn vrienden en ik hoorde om mij
neen allerlei gissingen, wie onder al die
heeren toch wel „de gelukkige man"
was. Louis zag er tamelijk ongelukkig
uit, verlegen met zich zeiven, met ieder
een, en met alles om hem heen; daarbij
was zijn uiterlijk bespottelijk jeugdig,
om de verantwoordelijkheid van echtge
noot op zich te nemen. Zijn bruidsjonker
dien ik nooit te voren ontmoet had,
was veel levendiger en leek veel meer
een bruidegom dan hy. Een oogenblik la-
dat de rust verstoord is.
In de staatscommissie had een homoe-
opaath zitting moeten hebben (hoonge
lach). Nu is haar rapport eenzijdig ge
worden. Veel onnoodig werk wordt bur
gemeesters en secretarieën opgedrongen,
veel geld zal worden uitgegeven door ge
meenten, die toch al Rjjkssteun genieten.
Spr. zal tegenstemmen.
De heer Ruys de Eeeren-
b r o u c k (R.K.) meende dat de be
langen van de gemeenschap moeten gaan
vóór die van het individu. De ouders
houden hier het recht van beslissing,
doch een individueele drang wordt door
de overheid toegepast.
De katholieken kunnen daaraan hun
goedkeuring hechten als een alleszins
aannemelijke oplossing.
Mevr. de V r i e sB ruins
(S.D.) achtte de voorgestelde oplossing
zeer aanvaardbaar, want de toestand is
hoogst onbevredigend.
Spr. achtte het teleurstellend, dat
menschen als de heer Zandt hier altyd
met hun oude bezwaren komen aandra
gen; en onjuist dat deze over „vacci
natieaanbidders" sprak. Wat gewetens
bezwaren betreft, spr. heeft eens gele
zen, dat die byna even besmettelijk zijn
als pokken. Doch in elk geval wordt
in dit ontwerp met deze bezwaren reke
ning gehouden.
Dr V o s (Lib.) kende groote, over
wegende waarde aan vaccinatie toe,
doch had onvoorwaardelijk zijn goedkeu
ring gehecht aan de opschorting, toen
encephalitis optrad.
Maar vooral nu, in tijden van oorlog
en oorlogsgevaar, wordt de verhouding
heel anders.
Spr. noemde inenting beneden twee
jaar practisch zonder gevaar. Het risico
van kinderen boven 2 jaar komt spr.
voorshands nog te groot voor om dwang
of indirecten dwang, aan te bevelen. In-
tusschen, al is de voorgestelde regeling
weinig bevredigend, zij biedt een ver
betering. Al voegde spr. daaraan onmid
dellijk toe, groote practische bezwaren
te vreezen van den verschijningsplicht,
en het afgeven van verklaringen door
één deskundige.
De heer Terpstra (A. R.) toonde
zich erkentelijk dat de Regeering niet
tot dwang had willen overgaan, ofschoon
waarop wel van verschillende zijden was
aangedrongen. Spr. wees er op, dat en
cephalitis in den afgeloopen zomer nog
enkele malen is voorgekomen, bij kinde
ren boven twee jaar, waaruit evenwel
niet mag worden afgeleid, dat inenten
beneden twee jaar practisch zonder ge
vaar geacht kan worden. Dwang mag
ook nu niet toegepast worden, bij de uit
voering van de wet.
De burgemeester mag niet optreden
als propagandist vóór inenting in geval
van principieele bezwaren bij ouders. Ook
tegen den verschijningsplicht
van de ouders, en zeker, wanneer de va
der reeds een medische verklaring heeft
overgelegd, had spr. ernstige bezwaren.
Velen voelen zich niet vrij' tegenover den
burgemeester. En hoe zal het gaan, wan
neer de burgemeester zélf zijn kinderen
niet heeft laten inenten?
De heer Duymaer van Twist
(A. R.) had ook een homoeopatisch arts
in de Staatscommissie benoemd willen
zien. Nu is haar rapport eenzijdig. De
wetenschap kent ook homoeopatische be
strijding van het pokkengevaar. Zoolang
deze wetenschappelijke strijd niet beslist
is, had de minister geen partij mogen
kiezén.
Minister v. d. Tempel
dankte voor den ondervonden steun en
sloot zich aan bij de aan de Staatscom
missie gebrachte hulde.
Dit wetsontwerp brengt het minste
van hetgeen op het gebied der vaccinatie
noodzakelijk is. Men bedenke, dat de im
muniteitstoestand van ons volk ernstig
achteruit gegaan is. De overgroote meer
derheid der deskundigen achten inenting
beneden 2 jaar dringend noodig. Velen
ter kwam de bruidsstoet, Clementie
leunde op den arm van een geïmprovi-
seerden vader.
Ik weet mij niet meer te herinneren,
hoe zij precies gekleed was, ik geloof in
witte kant over een wit satijnen japon,
en natuurlijk de onvermijdelijke oranje
bloesem en de overige toepasselijke bloe
men, benevens den kanten bruidsuier,
die naar ik vernomen had van aanzien
lijke waarde was. Doch Clementie was
veel beter gekleed in haar gewonen veel-
kleurigen opschik, dan in haar sneeuw-
witten bruidstooi. Blijkbaar was wit
haar kleur niet, want zij scheen oud en
vervallen genoeg, om voor de moeder
des bruidegoms te worden aangezien.
Haar gelaat was nog onbeteekender dan
ooit, en zij had zoo iets vreeselijk bur
gerlijks, dat zij zelfs haar elegant toilet,
door de beste modiste, madame Elise,
vervaardigd, onbevallig maakte. Geen
wonder trouwens, Madame Elise had on
bepaalde volmacht gekregen, wat kost
baarheid en elegantie betrof, en had zich
gedrongen gevoeld hieraan te voldoen,
doch het was haar schuld niet, dat de
35-jarige bruid verscheen in een toilet
dat beter voor den leeftijd van 18 jaar
geschikt was. Buitendien had de naai
ster waarschynlyk nimmer den bruide-
zyn zorgelijk gestemd ten opzichte van
de immuniteit van het volk.
De minister erkende, dat dit wetsont
werp een compromis inhoudt. Nederland
is nu eenmaal erg individualistisch, zelfs
wanneer er gevaar dreigt voor de ge
meenschap. Zelfs al zou vaccinatie ge
vaarlijk zijn, is pokken dan niet veel er
ger, een ware pestilentie
Men moet de gevaren niet overdrijven
De vrijheid der ouders blijft nu onaan
getast, maar getracht zal wel worden
vaccinatie beneden 2 jaar tebevor-
deren. De ouders zullen beslissen met
volledige kennis van zaken, ook van het
gemeenschapsbelang.
De belangen van de homoeopathie zul
len in het oog worden gehouden bjj de
verdere samenstelling van de Staatscom
missie.
De tot dusver gevoerde particuliere
propaganda heeft een onbevredigend re
sultaat gehad.
Bij art. 5 lichtte de heer Terpstra
(A.R.) een amendement toe, om het
eerste lid van art. 5 den tweeden volzin
aldus te lezen:
Deze oproeping blijft achterwege, in
dien de in de verklaring vermelde re
den geheel of gedeeltelijk van genees
kundigen aard is en bovendien over de
vraag van de inenting overleg met een
geneeskundige heeft plaats gehad, ten
bewijze waarvan een schriftelijke ver
klaring van den geneeskundige moet
worden overgelegd.
De Minister zette uiteen, dat hij
het amendement niet kan overnemen.
Men moet het stelsel van individueelen
drang in ons land een goede kans ge
ven, om aan erger, aan dwang, te ont
komen.
Het amendement werd verworpen
met 39 tegen 41 stemmen. Vóór A.R.,
C.H., St. Ger. Chr. Dem. en tien Ka
tholieken.
Het ontwerp werd daarna aange
nomen met 62 tegen 18 stemmen.
ONTSLAG BURGEMEESTER.
Bij K. B. is aan A. C. van Waes op
zijn verzoek met ingang van 1 Januari
1940 eervol ontslag verleend als burge
meester der gemeente Zuiddorpe.
Onthulling gedenkramen en in gebruik
neming orgel bij het Leger des Heils.
In het korpsgebouw van het Leger des
Heils aan de Hoogstraat alhier, had gis
terenavond een bijzondere samenkomst
plaats voor de onthulling van de drie
gedenkramen en het in gebruik nemen
van het orgel, zijnde een geschenk van
de burgerij bij het 50-jarig bestaan van
het korps.
De leider der samenkomst majoor J.
Malcorps richtte zich tot de aanwezigen
met woorden van welkom en dit in het
bijzonder tot den burgemeester en tot de
leden van het jubileum-comité. Spr.
bracht grooten dank voor aller betoonde
sympathie. Het intensieve werken van
het jubileum-comité is op hoogen prijs
gesteld als een blijk van belangstelling
met den arbeid van het Leger te Middel
burg. Het doel is altijd geweest het zede
lijk en stoffelijk welzijn der menschen
te bevorderen. Het Leger is dankbaar dit
werk te hebben mogen verrichten in
naam van onzen Meester.
Mr P. Dieleman hield daarna een
bijbellezing over Ps. 148.
Vervolgens wees spr. er op, dat hem in
het Leger des Heils vooral steeds geeft
aangetrokken, dat het rekening houdt
men den enkeling en voorkomt dat men
opgaat in de massa.
Men heeft de Heilsoldaten wel genoemd
de Halleluja-christenen, zij zijn echter de
Christenen van „de daad". Het werk van
het Leger beperkt er zich niet toe armen
te helpen, want ook achter zijden gor
dijnen wordt vaak veel geleden en ge
worsteld en ook daar heeft men steun
vaak hard noodig.
De zangbrigade zong vervolgens, bege
leid op het nieuwe orgel, „Jeruzalem".
Het was de burgemeester, mr dr J.
van Walré de Bordes, die het woord
verkreeg voor de onthulling van de drie
ramen. Spr. zeide, dat het hem een bij
zonder aangename taak was om namens
gom gezien.
Clementie geleek bijna 40, toen zij
naast den knaap stond, dien zij weldra,
liefde, gehoorzaaheid en eerbied zou be
loven.
Het was een melancholiek gezicht; en
zoo dacht iedereen er over, want wij
hoorden de meest ondubbelzinnige aan
merkingen der lieden, die als onbeken
den den stoet gadesloegen.
„Een man mag niet met zijn groot
moeder huwen", zeide een vrouw op
veelbeteekenenden toon, toen zij de bruid
zag. „Die heeft ook zijn eigen verkocht!"
merkte een vinnige straatjongen aan.
„Wat zal zij jaloersch wezen!" luidde
de opmerking van een kindermeid; „wat
zal zij hem onder de plak houden't is
schande om met zulk een jongen te
trouwen; hij behoorde op school te zijn
en zijn lessen te leeren!"
Ik vergat nog te zeggen, dat Madame
ook tegenwoordig was, zij was afschuwe
lijk, met haar nieuwmodischen hoed en
persische shawl; en, zooals iedereen,
hoewel ten onrechte beweerde, met een
pruik! Het haar van die ongelukkige
oude vrouw wilde maar niet grijs wor
den; en de tegenstelling tusschen haar
donkere krullen en gerimpeld geel ge
laat was zoowel verschrikkelijk als on-
het Jubileum-comité thans aan te bieden
het geschenk in natura, waarvoor spr.
op de bijeenkomst op 6 Juli in de Con
cert- en Gehoorzaal het geld kon over
handigen bij de herdenking van het 50-
jarig bestaan van het Middelburgsche
korps.
Spr. doelde op de drie gekleurde ramen
en het orgel, waarnaar verlangd werd
en die voor het bijeengebrachte bedrag
konden worden aangeschaft. Dit als dank
voor het vele werk, dat het korps te Mid
delburg verricht. Het slaagt er bijna
steeds in van a-sociale personen weder
bruikbare menschen te maken. Niet al
leen in de laagste, maar ook in alle hoo-
gere klassen der maatschappij heeft men
zulke moeilijke gevallen. Ja feitelijk is
ieder een moeilijk geval. En die moeten
allen worden opgelost. Er is niemand
uitgesloten van de kans terug te keeren
naar God. Het is soms heel moeilijk, maar
het kan.
Op verzoek van den burgemeester wer
den nu de gordijnen voor de drie ramen
weggetrokken en werden deze van buiten
af met schijnwerpers belicht,
De burgemeester droeg de ramen aan
het Korps over, wetende, dat dit zich zal
houden aan de woorden op het middel
ste raam: „Christus voor de wereld, de
wereld voor Christus".
Nadat gezongen was „Lof zij den Heer,
den Almachtigen Koning der eere", was
het woord aan den bevelvoerend officier,
kapitein E. Beverwijk, die zeide, dat de
burgemeester nog ergens anders heen
moest, anders had spr. hem gaarne dank
gebracht voor alles wat hij als hoofd der
gemeente en als eere-voorzitter van het
Jubileumcomité voor het Leger deed en
doet. Tot den voorzitter, Mr P. Dieleman,
de penningmeesteres, mevrouw Boasson—
Sanders en de secretaresse, Mr Anna
Bolle en de verdere leden van het comité
bracht spr. ook dank voor wat zij voor
het jubileum deden. Spr. zeide, dat 6 Juli
1939, den dag van de herdenking, een
buitengewone belangrijke dag voor het
korps is geweest. En nu heeft men de
onthulling van de ramen en het gebrui
ken van het nieuwe orgel. Dit alles is
zeker een groot bewijs van waardeering
voor den arbeid, die uit dit alles spreekt.
Spr. wil terug denken aan de pioniers.
Het is niet zonder strijd of tegenstand,
dat deze hier hebben gearbeid. De eerste
heilsoldate, die op 13 Juli in dezelfde
zaal begon te prediken, niettegenstaande
zij de Nederlandsche taal niet machtig
was en haar gezondheid slecht, werd met
slijk gegooid.
Majoor J. Malcorps heeft het slotwoord
gesproken naar aanleiding van de woor
den uit Ps. 32: „Mijn oog zal op u zijn".
Met een slotzang en dankzegging door
mevrouw BeverwijkPaul werd het
samenzijn besloten.
De ramen, waarvan wij op 28 October
reeds een beschrijving gaven, maken een
zeer mooien indruk en geven aan de zaal
een stemming in overeenstemming met
doel en arbeid van het Leger des Heils.
Op de Nationale Tentoonstelling van
konijnen en cavia's, welke op 4 en 5
November te Gorsel werd gehouden, be
haalde de heer A. A. Clement alhier een
tweeden prijs G met zijn wit Weener
voedster, jong.
Geen kippen- en konijnententoonstelling
te Middelburg.
De M.T.V. zal dit jaar haar jaarlijksche
tentoonstelling van pluimvee en konijnen
niet te Middelburg organiseeren. Ten
eerste is de stadhuishal voor andere doel
einden in gebruik genomen en moet de
vereeniging trachten ergens anders onder
dak te vinden. Maar ook verschillende
moeilijkheden, die rijzen door de huidige
omstandigheden, deden besluiten geen
tentoonstelling te houden. De leden zul
len nu hun dieren naar de nationale ten
toonstelling te Utrecht kunnen zenden.
Ernstig arbeidsongeval.
Gistermiddag had een ernstig ongeval
plaats in de timmerfabriek van de firma
Dekker. De arbeider Schmidt kwam,
doordat een stuk hout terug schoot, met
zijn hand in de fraisbank terecht, met
het noodlottig gevolg, dat hij' van zijn
linkerhand vier vingers moest missen.
S. is naar het ziekenhuis overgebracht.
Een jubileum.
Mej. J. M. Scheffer zal op 26 Nov. a.s.
25 jaar als „Moeder" van het Tehuis
voor Ouden van Dagen werkzaam zijn.
natuurlijk. Toen ik Eleonore op haar op
merkzaam maakte, zeide zij: „O, welk
een vreeselijke oude dame! gij zegt dat
zij vroeger een schoonheid was? Welk
een boosaardige uitdrukking op haar
gelaat! Mij dunkt Catherine de Medicis
moet een dergelijk uiterlijk hebben ge
had, maar fraaiere trekken."
Zoo was Louis nu getrouwd en ik had
zijn huwelijk bijgewoond, zonder een en
kele gewaarwording van smart, behalve
om zijnentwil. Ik zou mij verheugd heb
ben, indien hij een goed huwelijk had
gesloten, zonder daarbij geleid te zijn
door onwaardige drijfveeren.
Eleonore vergezelde mij naar huis, en
daar het begon te regenen en haar broe
der toch afwezig was, zoo bleef zij dien
(nacht bij mij logeeren. Den volgenden
morgen spreidden wij al de Indische
schatten in de zitkamer uit, 'en Eleonore
koos het geborduurde neteldoek en de
shawl, die haar het best bevielen, toen
plotseling „mevrouw Trafford" werd
aangekondigd! Natuurlijk dacht ik mijn
aanstaande schoonmoeder te zien, of
schoon ik mij zeer verwonderde, dat zij
het waagde met zulk een ongunstig weer
uit te gaan, want bijna ieder half uur
vielen de hevigste regenbuien.
Men stelle zich echter myn verbazing,
HET WETSONTWERP DOOR DE
EERSTE KAMER AANGENOMEN.
In de Eerste Kamer kwam gister aan
de orde het wetsontwerp betreffende het
toestaan van tolheffing op een brug over
de Zandkreek.
Naar aanleiding van in de afdeelingen
gemaakte opmerkingen, verklaart mi
nister Albarda, dat hij in het
algemeen ook geen bewonderaar is van
tolheffing. Hier kan echter zónder die
tol de brug niet tot stand worden ge
bracht, terwijl de streek erdoor uit haar
isolement wordt verlost. De streek heeft
liever een brug met tol dan géén brug.
Deze maakt geen deel uit van het rijks-
wegenplan. Het Ryk kan dus dezen brug-
bouw niet voor zijli rekening nemen. Ook
het geven van een hoogere bedrage uit
het Verkeersfonds kan niet in aanmer
king komen. Spr. begrijpt niet, waarom
sommige leden hier een leening uit het
Werkfonds afkeuren.
De heer Van V e s s e m (N. S. B.)
zegt, dat Zeeland door zjjn afzondering
aanspraak heeft op de bijzondere mede
werking van het Ryk. Het spreekt dat de
streek liever een brug met tol heeft dan
het veer. Maar is het argument van den
minister, dat de brug niet voorkomt in
het Rykswegenplan, niet wat. formalis
tisch? Elders is toch wèl een ander
standpunt ingenomen. De Regeering
houde voortaan rekening met het isole
ment van Zeeland, dat zooveel graan,
suikerbieten enz. oplevert.
De Minister merkt op, dat de tol
heffing geen ouderwetsche figuur is. Bo
vendien is de tol aan een termijn gebon
den, wat met het veer niét het geval is.
En het initiatief voor dezen bouw is uit
gegaan van het provinciale bestuur van
Zeeland op voorwaarde van tolheffing en
gedeeltelijke tegemoetkoming door het
ryk.
Inderdaad laten de veerdiensten in
Zeeland veel te wenschen over, doch de
dienst Vlissingen-Breskens
wordt verbeterd, en voor den dienst
Anna Jacoba-Zijpe zullen groo-
tere veerponten worden gebruikt. De ver
gelijking met de bruggen over Maas,
Waal en Lek gaat niet opdie zijn opge
nomen in het rykswegenplan.
Het weetsontwerp is daana z. h. st
aangenomen.
Zondagmiddag waren eenige kinde
ren op een zolder aan het spelen. Eén
hunner, een zoontje van den heer K. M.
uit de Voorstad, kwam hierbij' naar be
neden te vallen. Ernstig aan het hoofd
gewond werd het jongetje opgenomen.
Dr Looijen achtte onmiddellijke over
brenging naar het ziekenhuis noodzake
lijk. De toestand is nog steeds niet zon
der zorg.
Kloetinge. Loop der bevolking over
de maand October 1939.
Ingekomen: A. J. van der Poel en ge
zin, aannemer, uit Hontenisse, Buijs Bal
lotstraat B 147. G. W. Robaard, hypo
theekbewaarder uit Goes, Kloetingsche-
weg B 136. Aa. S. C. Stuart, dame-huis
houdster, uit Haarlem, Kloetingscheweg
B 136. Ga. M. Meulblok, echtg. van Chr.
Dagevos, uit 's-H. Arendskerke, School
straat A 201a. Wa. Mallekoote, zonder
beroep uit Kapelle, Lewestraat A 220. G.
Deijkers, en gezin, kantoorbediende uit
Terneuzen, B. Ballotstraat B 129. C. Ver-
schuure, kantoorbediende, uit 's-Heer
Arendskerke, 's-Gravenp. weg C 19a. M.
de Bie, echtg. van C. Verschuure, uit Al-
blasserdam, idem. A. Dijkema en gezin,
Rijnschipper uitGoes, Heernissew. B 37.
Vertrokken: P. P. Sonke en gezin, zonder
beroep, naar Kruiningen, A 35. W. C. v.
Liere, zonder beroep, naar Amsterdam,
van Baerlestraat 146. Ma. Milhous, wed.
van M. Eversen, zonder beroep, n, Soest,
Dorresteinweg 33. J. B. Hulstaert, zonder
beroep, naar Goes, Blaubeenstraat 10. A.
Paardekooper, zonder beroep, naar Scho-
re, A 84/85. L. de Keijzer, dienstbode, n.
mijn schrik voor, toen Madame de ka
mer binnentrad. Ik was overtuigd, dat
zij louter kwam om ons te plagen en te
ergeren, hoewel ik nu gelukkig boven
haar plagerijen verheven was.
„Matthias Perren, ik kom eens zien
hoe het u gaat", zeide Madame, met
haar onaangename, harde stem.
„Het gaat mij zeer goed, mevrouw
Trafford, ik dank u", antwoordde mijn
oom, terwijl hij het afgeleefde, vermoei
de gelaat zijner vroegere geliefde met
ernst gadesloeg.
Ik begreep dat hij nadacht, hoe geluk
kig wij beiden waren, nu wij van de Cup
page Traffords voor altijd bevrijd waren.
„Zeer verheugd dit te hooren, Mat-
tias", hernam Julia. O, welk een Julia!
Toen zich tot mij wendende zeide zij:
„Wel Chrystie, lievertje, hoe gaat het
u toch? Ik hoor, dat gij een betrekking
van gouvernante of kamenier of iets
dergelijks hebt gezocht."
„Men heeft u verkeerd ingelicht. Ik
ben in geen van die betrekkingen werk
zaam geweest, maar ik heb er zeer ern
stig over nagedacht om een winkel in
porcelein en aardewerk te beginnen."
(Wordt vervolgd.)