DE ZEEÜW
Wolken met zilveren renden.
TWEEDE BLAD
Stukken voor den Gemeenteraad
van Goes.
Een goed antwoord.
Uit de Provincie
FEUILLETON
MIDDELBURG.
Kerknieuws
motorenleer; Chr. Mazure, voor lijntee-
kenen en vakteekenen aan metaalbewer
kers; W. M. J. Tielemans, voor vak
theorie aan drukkers en F. A. Rosendaal
voor wiskunde.
De Gemeenteraad van Goes zal verga
deren op Woensdag a.s., des namiddags
twee uur.
Aan de orde komen:
Voorstel tot wijziging van het Ambte
narenreglement en de Arbeidsovereen
komstenverordening.
Reclame vergunningsrecht van P. J.
v. d. Dries. (B. en W. stellen voor afwij
zend te beschikken.)
Voorstel tot het aangaan eener over
eenkomst, verband houdende met den
voorgenomen bouw van een nieuw post
en telegraafkantoor.
Voorstel tot het opnieuw vaststellen
der gemeenschappelijke regeling inzake
concentratie van het bouw- en woning
toezicht in Zuid-Beveland.
Aanbieding der gemeente-begrooting
voor het dienstjaar 1940.
Voorstel tot het tijdelijk uit de huur
nemen van een der woningen op het Ra
velijn ten behoeve van de vestiging van
het distributiebureau.
Voorstel tot het in 1939 niet doen door
gaan van de Toondagen, voor zooveel
betreft de daaraan verbonden vermake
lijkheden.
Voorstel tot vaststelling der vergoe
ding aan de bijzondere lagere scholen, be
doeld in art. 101 der L. O.-wet 1920 over
het jaar 1937.
Wijziging begrootingen.
Benoeming van een hoofd der O. L.
school A.
De voordracht luidt: 1. H. J. Meme
link, onderwijzer te Zutphen; 2. J. van
Brummelen, hoofd O. L. school te Poort
vliet, en 3. D. Kosten, hoofd O. L. school
te Oosterland.
Geen Toondagen. Onder
de huidige omstandigheden dienen de
vermakelijkheden in den vorm van draai
molens, spellen, kramen enz., die gere
geld aan de Toondagen zijn verbonden,
naar de meening van B. en W. achterwe
ge te blijven. Zij geven den Raad in over
weging om te besluiten, dat, voorzooveel
de toelating van deze vermakelijkheden
betreft, de Toondagen dit jaar niet te
laten doorgaan.
Het spreekt vanzelf, dat de op die
dagen gehouden wordende veemarkten
op de gewone wijze voortgang kunnen
hebben.
Vergoeding art. 101 der
L. O. - wet 1920 over 193 7. Nu
de gemeenterekening over 1937 door Ged.
Staten is gesloten, moet het bedrag der
vergoeding worden vastgesteld, waarop
de besturen der bijzondere lagere scholen
over 1937 aanspraak hebben voor de in
standhouding dier scholen, alsmede voor
de vakonderwijzers. Grondslag voor de
berekening der exploitatiekosten vormt
het bedrag, hetwelk in genoemd jaar ten
behoeve van de openbare lagere scholen
in deze gemeente is uitgegeven. Deze be
dragen administratiekosten inbegre
pen voor de scholen voor gewoon la
ger onderwijs f 10,07 per leerling en voor
de school voor uitgebreid lager onder
wijs f 11,94 per leerling, zoodat de be
sturen per leerling hunner overeenkom
stige school recht hebben op een gelijk
bedrag.
Als maatstaf voor de toe te kennen
vergoeding voor het vakonderwijs geldt
het maximum aantal uren over het voor
afgaand kalender jaar aldus over '36
hetwelk aan de openbare scholen vak
onderwijs is gegeven. Dit aantal be
draagt aan de openbare school voor U.
L. O. in deze gemeente 1% uur, terwijl
het bedrag per wekelijksch lesuur op
f 94,05 is berekend. De besturen der bij
zondere scholen voor gewoon lager on
derwijs hebben over 1937 geen recht op
deze vergoeding langs den weg van art.
101, 9e lid, der voornoemde wet, omdat
in het jaar 1937 aan geen der openbare
scholen voor gewoon lager onderwijs
vakonderwijs is gegeven.
Distributiebureau. Bij
besluit van den Raad d.d. 17 Maart 1921
werden aan het Rijk voor den tijd van 25
achtereenvolgende jaren, ingegaan op
1 November 1920 en dus eindigende
31 October 1945 verhuurd de drie wo
ningen op het Ravelijn, plaatselijk ge
merkt nos. 2a, 4 en 6. De woning, ge
nummerd 2a, werd gedurende de laatste
jaren door het Rijk gebezigd als bureau
voor den Inspecteur der Directe belas
tingen, doch werd enkele dagen geleden
ontruimd.
Nu doet de omstandigheid zich voor,
dat de gemeente behoefte heeft aan een
lokaliteit ten behoeve van het distribu
tiebureau en in verband met de ontrui
ming van het perceel Ravelijn 2a, viel als
vanzelf het oog op dat pand als zeer ge
schikt voor de huisvesting van den nieu
wen dienst.
De Ontvanger der Registratie en Do
meinen, die het beheer voert over boven
gemelde panden, heeft bereids van den
Directeur van zijn dienstvak te Middel
burg, machtiging bekomen terzake van
het pand Ravelin 2a ten behoeve der
gemeente afstand van de huur te doen,
zulks aanvankelijk voor den tijd van zes
maanden, onder stilzwijgende verlenging
telkens voor drie maanden met het recht
van opzegging zoowel aan de zijde van
het Rijk als de gemeente met inachtne
ming van een termijn van drie maanden.
Zooals bekend, is met de leiding van
het distributiebureau belast de heer H.
Koops, ontvanger dezer gemeente. Aan
gezien het noodzakelijk is, dat genoemde
heer steeds in staat is om de leiding van
het distributiebureau volledig in handen
te houden, is het de bedoeling, dat ook
het ontvangerskantoor tijdelijk naar het
perceel Ravelijn 2a wordt overgebracht.
Bouw post- en telegraaf
kantoor. In de vergadering van den
Raad, d.d. 4 Aug. 1939, werd o.m. beslo
ten om in de kosten van het verkrijgen
van eigendommen ten behoeve van den
bouw door het Rijk van een nieuw post
en telegraafkantoor op den hoek van den
Westwal en de Wijngaardstraat door de
gemeente een bijdrage te doen betalen,
zijnde het bedrag, waarmee de totale
kosten het door het Rijk toegestane to
taalbedrag zou overtreffen. Verwacht
werd, dat deze gemeentelijke bijdrage
zich zou bewegen om een som van f 2500.
Nu alle onderhandelingen met de be
trokken eigenaars tot een goed einde zijn
gebracht kunnen B. en W. het volgende
niededeelen
Overeengekomen is, dat het rijk zal
overgaan tot aankoop van de perceelen,
kadastraal bekend sectie D nos. 2359 en
3415 en tevens aan den houder der op
laatstgenoemd pand rustende hypotheek
een uitkeering zal doen, alles te zamen
tot een bedrag van f 14.000, zijnde het
maximum waartoe het Rijk wenscht te
gaan.
Er blijft dan over het pand, plaatselijk
gemerkt: Westwal 54, thans eigendom
van den heer R. Wildeboer.
Genoemde heer heeft zich bereid ver
klaard om genoemd pand aan de ge
meente af te staan, mits deze aan hem
in vollen en vrijen eigendom overdraagt
een woonhuis en erf, zooals er gebouwd
zijn of worden aan de Zuidvlietstraat,
tegenover of ten Westen van de R. K.
begraafplaats en verder onder voorwaar
de, dat voor rekening der gemeente zul
len komen:
a. de verhuiskosten van het gezin van
de oude naar de nieuwe woning; b. het
behoorlijk schoonmaken van laatstge
noemde woningc. de jaarlijksche kosten
van de grondbelasting, rioolbelasting,
straatbelasting en personeele belasting,
zoolang de heer Wildeboer en (of) zijn
echtgenoote dit huis bewonen.
Het is de bedoeling dat het door den
heer Wildeboer af te stane huis gratis
aan het Rijk zal worden overgedragen
ter amoveering ten behoeve van den
bouw van het nieuwe kantoor.
B. en W. taxeeren de kosten van aan
koop van een nieuwe woning voor den
heer Wildeboer op plm. f 30D0de bij
komende kosten achten B. en W. niet van
zoodanigen aard, dat ze een bezwaar ge
noemd kunnen worden.
Alhoewel de totale kosten dus ruim
f 500 hooger zullen zijn dan het bedrag
waaraan de Raad zijn goedkeuring hech
te, achten B. en W. het uit een stede
bouwkundig oogpunt bezien hierdoor te
verkrijgen voordeel toch wel van zoo
VAN
DONDERDAG 28 SEPT. 1939. Nr. 306.
De heeren van het socialistisch vak
verbond, het N. V. V., hebben, naar men
weet, een adres aan de regeering gericht
waarin zjj' allerlei wenschen hebben uit
gesproken, die nu eens goed konden wor
den vervuld.
Ztf hebben van het Kabinet, dus óók
van de ministers Albarda en v. d. Tem
pel, een goed antwoord ontvangen, zoo
merkt de N. Prov. Gron. Crt op.
Dit antwoord vonden zij in de Troon
rede en in de millioenennota.
Wij z(jn, gezien den toestand onzer fi
nanciën, en de eischen die aan ons volk
worden gesteld door den oorlogstoestand
geroepen om onze wenschen op zij te zet
ten en onze begeerten in te toornen.
Als minister Colijn dit had gezegd,
zouden de heeren wel héél erg boos zijn
geworden.
Maar nu zeggen het de ministers Al
barda en v. d. Tempel.
Minister De Geer heeft in één opzicht
reeds aanstonds iets op minister Colfln
voor.
Hij spreekt niet anders dan zijn voor
ganger.
Maar de socialisten, die toen laakten,
m o e t e n nu haast wel prijzen.
Ook de heeren van het roode vakver
bond zullen zich moeten schikken. Zij'
ontvingen een goed antwoord. Laten zij
het ter harte nemen.
EEN PACHTBUREAU VOOR
ZEELAND
Van den Minister van Economische
Zaken ontvingen de Landbouworganisa
ties bericht, dat het in het voornemen
van Zijne Excellentie ligt te bevorderen,
dat thans binnen zoo kort mogelijken tijd
in Zeeland een pachtbureau wordt opge
richt.
Als voorzitter treedt op één van de 5
voorzitters der in de statuten genoemde
advies-commissies, zulks bij toerbeurt.
Verder kan het bestuur met 2/3 van
het aantal bestuursleden besluiten tot
benoeming van een secretaris.
Voorzoover één of meerdere organisa
ties in gebreke blijft met het uitoefe
nen van de toegekende rechten, gaan
deze rechten over op den Minister van
Economische Zaken.
De samenstelling zal nu zijn als volgt,
indien alle organisaties van hun be
voegdheid gebruik maken:
Vier leden aan te wijzen door de or
ganisaties t.w. de Z.L.M., de N.C.B., de
C.B.T.B. en het Grondbezit.
De advies-commissies zijn als volgt ge
regeld.
Schouwen
Z.L.M.Voorzitter:
C.B.T.B.: Pachter;
Z.L.M. en Grondbezit: Verpachter.
Noord-Beveland, Zuid-Beveland, Tholen
en St. Philipsland:
N. C. B.: Voorzitter:
Z.L.M.Verpachter
L.T.B.: Pachter;'
C.B.T.B.: Pachter;
Grondbezit: Verpachter.
Walcheren
C.B.T.B.: Voorzitter;
Z. L.M.Pachter;
Z.L.M. en Grondbezit: Verpachter.
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen
Z.L.M.: Voorzitter:
C.B.T.B.: Pachter;
Z.L.M. en Grondbezit: Verpachter.
West Zeeuwsch-Vlaanderen
Z.L.M.: Voorzitter;
C.B.T.B. Pachter;
N.C.B. en Grondbezit: Verpachter.
Naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE
HO) _o_
„Het zijn slechts vreugdetranen. Het
is mij zoo goed, zoo vertroostend, dit al
les te hooren. Miss Mowbray, hij deed
alles zoo eenvoudig, stil en nederig, als-
oi het een zaak was, die vanzelf sprak.
■Hij heeft waarlijk heldhaftig gehandeld
zonder ooit te begrijpen, welk een hel
dendaad hij verrichtte."
„Ik ben zeker, dat hij nooit berouw
heeft gehad over zijn besluit?"
„Neen nooit! Ofschoon hij dikwijls
?,ver mijn lot. Het valt hem zoo
moeilijk mij te zien werken voor geld.
Han begint hij te twijfelen, en zegt hij:
»tk vrees, mijn Chrystie, dat ik u on
recht heb aangedaan. Ik was verplicht
geweest, iets voor u terzijde te leggen."
„Maar gij gelooft toch immers niet,
hij u heeft benadeeld, nietwaar?"
«Voor al de schatten der wereld zou
niet wenschen, dat hij iets had terug
gehouden om mijnentwil. Het is mijn
grootste vreugde, dat de goede, oude
haam van Perren onbevlekt is gebleven."
„Doch is het waar, dat mr Perren vol-
De vijf districts-voorzitters vormen
samen met de 4 vertegenwoordigers van
de organisaties het Prov. Pachtbureau.
Het secretariaat zal, indien geen twee
derde van het bureau anders besluit,
waargenomen worden door het Ryks-
landbouwconsulentschap.
Te weinig belangstelling.
De Ver. voor Luchtbescherming, die
steeds doorwerkt om op allerlei wijze in
breede kringen bekend te maken wat ge
daan kan worden om eventueele lucht
aanvallen in hun gevolgen te beperken,
stuit herhaaldelijk op gebrek aan vol
doende belangstelling.
Dit bleek gisteravond weer op den
cursusavond, die voor de timmerlieden
werd gegeven.
Deze cursus is bestemd voor arbeiders
in het timmerbedrijf. Slechts enkelen
waren opgekomen.
Dhr A. J. W. Matthtjssen, onder-com
mandant der Middelburgsche brandweer
hield een populaire, belangwekkende in
leiding over de uitwerking van brand
bommen en de maatregelen, die by het
bouwen van huizen of ook aan de be
staande gebouwen kunnen worden toe
gepast om de uitwerking van die bom
men te beperken. Daarna gaf inleider een
duideiyk beeld hoe een brandweerman
een gebouw bekykt uit het oogpunt van
brandveiligheid om dan te komen tot het
blusschingswerk en de wenscheiykheid
van het gereed hebben staan van blus-
schingsmiddelen.
Vrijdagavond heeft weer een cursus
plaats. Moge er dan méér belangstelling
zyn.
AANLEG SCHUILLOOPGRAVEN.
B. en W. deelen den Raad mede, dat,
ingevolge het besluit van 5 Sept. tot het
maken van schuilloopgraven, direct daar
toe is overgegaan, zoodat reeds een aan
tal loopgraven gereed is, terwyl met den
verderen aanleg regelmatig wordt voort
gegaan.
Op 25 Sept. waren de volgende loop
graven gereed: Klein-Vlaanderen bij het
Noordpoortplein, Dam tegenover de Mol
straat, Dwarskade bij Prinses Beatrix-
brug, Loskade bij Kanaalbrug, Vlissing-
schen Singel, Klein Vlaanderen bij Seis-
plein, Londensche Kade bij Segeerstraat,
Bierkade bij Bellinkbrug.
In uitvoering zijn die op de Visch-
markt, op de Haringplaats, op het Mo
lenwater bij de Koepoortstraat en op het
Molenwater bij de Koepoort.
Er zullen er nog gemaakt worden in
de Langedelft, terrein naast hotel Ver-
seput; Molenstraat bij de Dampoort, de
Groenmarkt, Balans, Langeviele-binnen-
brug, tuin achter de Arbeidsbeurs en
twee op de Markt.
B. en W. adviseeren de voor de ge
meente blijvende kosten over een tijdperk
van 5 jaren te verdeelen.
Benoeming en herbenoeming leeraren
Avondschool voor Nijverheidsonderwijs
B. en W. stellen voor te benoemen tot
tijdelijk leeraar in het vakteekenen aan
meubelmakers en timmerlieden aan de
Avondschool voor N.ü. dhr J. Mallan te
Vlissingen en bieden voor de benoeming
van een tijdelijk leeraar in het handtee-
kenen de volgende voordracht aan: J. G.
van Moosel, Middelburg en J. van Loen-
hout, Goes.
Aangezien zich voor de vacature van
leeraar in de natuurkunde geen sollici
tanten hebben aangemeld, en de tijdelijke
leeraar Meyers benoemd is tot leeraar
aan de ambachtsschool te Winterswijk,
kunnen B. en W. thans nog geen voor
stel in deze doen.
Om te voorzien in de vacature van lee
raar in de vaktheorie en 't vakteekenen
aan boekdrukkers stellen B. en W. voor
dhr Chr. Mazure, thans leeraar aan de
school, ook het onderwas in dat vak op
te dragen.
Verder stellen zij voor een vaste aan
stelling te geven aan dhr C. B. Keiler,
leeraar in het lijnteekenen en eventueel
in het vakteekenen aan timmerlieden en
H. J. Wesselink, leeraar in de wiskunde.
Ten slotte om aan de leeraren, die
reeds voor den cursus 19381939 waren
aangesteld, thans een aanstelling te ge
ven voor den cursus 1 Oct. 19391 Oct.
1940: W. J. Braam voor vakteekenen en
strekt niets heeft overgehouden van zijn
overige bezittingen, en is uw vermogen
ook geheel verloren gegaan? Vergeef
mij, ik wil niet onbescheiden zijn, maar
ik stel zooveel belang in alles wat u be
treft."
„Het is volkomen waar, dat mijn oom
geen inkomen meer bezit. Hij sprak er
eerst van een betrekking te willen zoe
ken, doch hij heeft dit denkbeeld geheel
opgegeven. Hij kan geen werk meer ver
richten; zijn geheugen faalt zoo dikwijls
dat hij soms niet meer berekenen kan,
hoeveel geld hij van een halve kroon
moet teruggeven. En zijn gezondheid is
zeeer zwak. De schok was te zwaar voor
hem, vooral omdat deze zoo dadelijk
volgde op de groote droefheid die hij
had het verlies van een zuster, die
's buitenslands stierf."
„Ja, dit weet ik miss Judith Per
ren. De Stanley's kenden haar wel, ge
loof ik."
„O ja. Wij verkeerden op vriendschap-
pelijken voet met de Stanley's; doch er
werden slechts zelden bezoeken gewis
seld tusschen Gretton en Elmwood, de
afstand was te ver. Maar ik heb u toch
nooit ontmoet bij mevrouw Stanley?"
„Neen, nooit. Toen ik de eerste maal
op Gretton logeerde, hadt gij juist Elm
wood verlaten om naar het vasteland te
gaan; en gij hadt de plaats voor altijd
vaarwel gezegd, toen ik de laatste maal
in Augustus daar vertoefde. Ik ben nau
welijks een maand geleden in de stad te
ruggekomen; want eerst bleef ik bijna
onbeleefd lang bij mijn vrienden in Gret
ton en toen ik eenmaal toch noord
waarts was gegaan, vertrok ik naar
Edinburgh, om eenigen tijd door te bren
gen bij mijn familiebetrekkingen van
moeders zijde, die mijn broer verlangde,
dat ik zou leeren kennen. Zoodoende ben
ik drie maanden van Kensington verwij
derd gebleven. Ik ben nu teruggekomen
om mij hier voor eenige maanden te nes
telen. En nu heb ik een verzoek aan u,
vreeselijk aanmatigend en veeleischend
misschien, maar ik hoop toch, dat je er
naar luisteren zult. Wilt ge eenigen tijd
bij mij komen logeeren?"
„Ik zou het zeker dolgraag doen
het zou iets verrukkelijks wezen; maar
ik kan mijn oom niet verlaten. Ik zou te
ongerust zijn, indien ik hem ook slechts
één nacht alleen liet."
„Maar waarom zou mr Perren u niet
vergezellen?"
„Mijn goede oom is niet meer geschikt
voor gezelschap. Vreemden maken hem
altijd zenuwachtig, hij is niet meer, wat
hij placht te zyn. Maar indien gij zoo
vriendelijk zijt om my bij u te willen
ontvangen, dan zou ik wel een enkelen
dag bij u kunnen doorbrengen."
„Dan zal ik my met één dag tevreden
stellen. Wanneer wilt gy by my komen?
Schikt het je, als wij den volgenden
Dinsdag bepalen? Ik ben deze gansche
week geen dag vrij; Maandag is het al
tijd vreeselijk druk, maar het zal mij
een feest wezen, u aanstaanden Dins
dag te ontvangen. Kom dan zoo vroeg
mogelijk."
HOOFDSTUK XL.
Mijn vriendin en ik.
Het was Dinsdagochtend en ik ver
scheen in onze zitkamer, geheel gekleed
voor mijn bezoek. Voor den tijd van het
jaar was het een prachtige dag; ik had
mijn schets beëindigd, die miss Mowbray
zoozeer bewonderde; myn oom gevoelde
zich veel beter en genoot van den heer
lijken zonneschijn, en ik zelf was ook
vroolijk en opgewekt. Voor eenigen tijd
althans was nu de wolf van de deur ver
jaagd; mijn beurs was goed voorzien orn
de eerste weken met gerustheid af te
wachten en „iedere dag heeft genoeg
aan zijn eigen kwaad!"
„Mijn lief kind, hoe opgeruimd zijt gij
deze ochtend", zeide myn oom, terwyl
hij zijn boek neerlegde en de glazen van
zijn bril afwreef, ten einde mij beter te
kunnen zien. „Ik ben zoo bly, dat gij een
ganschen dag uitgaat".
„Dit is geen compliment voor my, oom,
ik begin waarlyk te vreezen, dat gy' myn
gezelschap niet op prys stelt".
„Myn ChrystieMaar gy wilt my maar
overwegend belang, dat dit verschil niet
mag leiden tot mislukking der met zoo
veel moeite verkregen oplossing.
Wyziging Ambtenaren
reglement etc. B. en W. bieden
aan eenige concept-besluiten tot wyzi
ging van het ambtenarenreglement en de
Arbeidsovereenkomstenverordening.
De voorgestelde wyzigingen zyn in
hoofdzaak een uitvloeisel van brieven
van den Minister van Binnenlandsche
Zaken of van namens den Minister aan
B. en W. overgebrachte wenschen.
Blykbaar is het de bedoeling van Zyne
Excellentie om zooveel mogeiyk eenheid
te verkrijgen in de bepalingen, regelende
de rechten en verplichtingen van alle
ambtenaren, onverschillig of zy in dienst
zyn van het Ryk of van andere openbare
lichamen. Op zichzelf kan hiertegen geen
bezwaar bestaan, integendeel verdient
dit streven toejuiching. De vraag is ech
ter by B. en W. gerezen of het niet prac-
tischer zou zyn om de Ambtenarenwet te
wyzigen in dien zin, dat de vaststelling
der bedoelde bepalingen wordt opgedra
gen aan de Kroon in stede van nog
eenige schyn van zelfstandigheid der la
gere organen te bewaren door den om-
slachtigen en langen weg te volgen van
vaststelling van regelen door elk dier
organen afzonderiyk.
GENERALE SYNODE DER
GEREF. KERKEN.
Zitting van gisteren.
De Buchman-beweglno.
In de Woensdag aangevangen zestien
de zitting deelde de 'praeses mede, dat in
de commissie overeenstemming verkregen
werd met de Indische afgevaardigden in
zake de conclusies over de Buchmanbe-
weging.
In betrekking tot Yerseke vrerd be
sloten:
De Synode besluite aan de kerk van
Yerseke te beriöhten, dat zij boewei zij
het juist acht dat in de Buchmanbewe-
ging zooals die openbaar wordt in typee-
ronde geschriften en prac tijken een ge
vaar te zien is voor de Kerk en het
Schriftuurlijk geestelijk leven en het niet
te ontkennen is dat sommige oogen voor
deze gevaren niet geopend zyn, geen nood
zaak ziet aan het verzoek van de Kerk
van Yerseke te voldoen, daar deze zaak
niet zulk een urgentie en belang heeft,
dat thans een uitspraak van de Generale
Synoide als door de kerk van Yerseko
over deze beweging geëischt wordt, noo-
dig geacht wordt.
Daarna werd vastgesteld een Verkla
ring aan de Geref. Kerken in verband
met Wat vorige week werd besproken
naar aanleiding van de voorstellen die
handelden over de zittingen in comité-
generaal.
Daarin wordt met dankbaarheid en vol
doening geconstateerd, dat er in de ker
ken een hartelijk medeleven met den ar
beid der Synoide wordt gevonden.
Dat de kerken gaarne van alle beraad
slagingen en besluiten volledig op de
'hoogte zouden willen zijn, laat zich ver
staan. Maar wanneer aangedrongen
wordt op meerdere openbaarheid der zit
tingen, volledige toezending aan de ker
ken van alle rapporten over zaken, „die
de kerken in 't gemeen aangaan", agenda,
verslagen en verklaringen Van al hetgeen
ook in besloten zittingen, is behandelld,
dan moet de Synode zich tegen het in
willigen van zulke wenschen ten sterkste
verzetten. De Synode vergadert slechts
dan in besloten zitting als dit met het
oog op het welzijn der kerken vol
strekt noodzakelijk wordt geacht.
Wat de raplporten betreft, wordt door
de Synode voor elk geval afzonderlijk be
paald of deze aan of op H'e eerstvolgende
synode ingediend, dan wel tevoren, aan
de kerken toegezonden moeten worden.
Aan de synode zelve moet onvermin
derd het recht gelaten worden daarover
te beslissen.
De zaak Goossen®.
De voorzitter verwelkomde hierna twee
goeroes indjils op Oost-Soemba, die ver
zocht hadden door de Synode te mogen
worden gehoord en Dta B. Alkema, die als
tolk fungeeren zal.
Dit geschiedde in comité.
plagen, door te beweren, dat gij niet be
grijpt, Wel, gij zijt immers de zonne
schijn van mijn leven, gij verhoogt mijn
vreugde, en verzacht al mijn beproevin
gen; doch ik behoef dit niet alles op te
sommen. Waarlijk, ik stel uw gezel
schap op hoogen prijs; maar mijn blijd
schap bestaat hierin, dat gij weer eenig
genoegen zult smaken. En het doet mij
goed u nog eens netjes en bevallig ge
kleed te zien. Een dwaze inval, niet
waar? Misschien heel kinderachtig,
maar u in die japon te zien, geeft mij
heldere gedachten. Een nederige omge
ving en een zorgvol leven hebben uw
schoonheid nog niet bedorven, miss
Tyndale!"
„Ik hoop dit waarlijk ook niet, in ge
val ik eenige schoonheid te verliezen
hebmaar gij zult een gevaarlijke vleier,
mr Perren, en ik zou haast zoo ydel als
een pauw worden, indien ik niet wist,
dat de liefde gewoonlyk een weinig par
tijdig in haar oordeel is; en dat ik u
dus bekoorlyk toeschyn, heb ik waar
schijnlijk te danken aan uw groote ge
negenheid voor mij. Maar zult gij u
waarlijk niet al te eenzaam gevoelen?"
„Neen, myn lieve, ik zal niet eenzaam
wezen! Wanneer ik droefgeestig word,
zal ik verzoeken, dat onze groote huis
kat, die zich nu op de stoep in de zon
koestert, by my gebracht wordt.
(Wordt vervolgd.)