DE ZEEÜW Wolken met zilveren renden. TWEEDE BLAD Stukken voor den Gemeenteraad van Goes. Een goed antwoord. Uit de Provincie FEUILLETON MIDDELBURG. Kerknieuws motorenleer; Chr. Mazure, voor lijntee- kenen en vakteekenen aan metaalbewer kers; W. M. J. Tielemans, voor vak theorie aan drukkers en F. A. Rosendaal voor wiskunde. De Gemeenteraad van Goes zal verga deren op Woensdag a.s., des namiddags twee uur. Aan de orde komen: Voorstel tot wijziging van het Ambte narenreglement en de Arbeidsovereen komstenverordening. Reclame vergunningsrecht van P. J. v. d. Dries. (B. en W. stellen voor afwij zend te beschikken.) Voorstel tot het aangaan eener over eenkomst, verband houdende met den voorgenomen bouw van een nieuw post en telegraafkantoor. Voorstel tot het opnieuw vaststellen der gemeenschappelijke regeling inzake concentratie van het bouw- en woning toezicht in Zuid-Beveland. Aanbieding der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1940. Voorstel tot het tijdelijk uit de huur nemen van een der woningen op het Ra velijn ten behoeve van de vestiging van het distributiebureau. Voorstel tot het in 1939 niet doen door gaan van de Toondagen, voor zooveel betreft de daaraan verbonden vermake lijkheden. Voorstel tot vaststelling der vergoe ding aan de bijzondere lagere scholen, be doeld in art. 101 der L. O.-wet 1920 over het jaar 1937. Wijziging begrootingen. Benoeming van een hoofd der O. L. school A. De voordracht luidt: 1. H. J. Meme link, onderwijzer te Zutphen; 2. J. van Brummelen, hoofd O. L. school te Poort vliet, en 3. D. Kosten, hoofd O. L. school te Oosterland. Geen Toondagen. Onder de huidige omstandigheden dienen de vermakelijkheden in den vorm van draai molens, spellen, kramen enz., die gere geld aan de Toondagen zijn verbonden, naar de meening van B. en W. achterwe ge te blijven. Zij geven den Raad in over weging om te besluiten, dat, voorzooveel de toelating van deze vermakelijkheden betreft, de Toondagen dit jaar niet te laten doorgaan. Het spreekt vanzelf, dat de op die dagen gehouden wordende veemarkten op de gewone wijze voortgang kunnen hebben. Vergoeding art. 101 der L. O. - wet 1920 over 193 7. Nu de gemeenterekening over 1937 door Ged. Staten is gesloten, moet het bedrag der vergoeding worden vastgesteld, waarop de besturen der bijzondere lagere scholen over 1937 aanspraak hebben voor de in standhouding dier scholen, alsmede voor de vakonderwijzers. Grondslag voor de berekening der exploitatiekosten vormt het bedrag, hetwelk in genoemd jaar ten behoeve van de openbare lagere scholen in deze gemeente is uitgegeven. Deze be dragen administratiekosten inbegre pen voor de scholen voor gewoon la ger onderwijs f 10,07 per leerling en voor de school voor uitgebreid lager onder wijs f 11,94 per leerling, zoodat de be sturen per leerling hunner overeenkom stige school recht hebben op een gelijk bedrag. Als maatstaf voor de toe te kennen vergoeding voor het vakonderwijs geldt het maximum aantal uren over het voor afgaand kalender jaar aldus over '36 hetwelk aan de openbare scholen vak onderwijs is gegeven. Dit aantal be draagt aan de openbare school voor U. L. O. in deze gemeente 1% uur, terwijl het bedrag per wekelijksch lesuur op f 94,05 is berekend. De besturen der bij zondere scholen voor gewoon lager on derwijs hebben over 1937 geen recht op deze vergoeding langs den weg van art. 101, 9e lid, der voornoemde wet, omdat in het jaar 1937 aan geen der openbare scholen voor gewoon lager onderwijs vakonderwijs is gegeven. Distributiebureau. Bij besluit van den Raad d.d. 17 Maart 1921 werden aan het Rijk voor den tijd van 25 achtereenvolgende jaren, ingegaan op 1 November 1920 en dus eindigende 31 October 1945 verhuurd de drie wo ningen op het Ravelijn, plaatselijk ge merkt nos. 2a, 4 en 6. De woning, ge nummerd 2a, werd gedurende de laatste jaren door het Rijk gebezigd als bureau voor den Inspecteur der Directe belas tingen, doch werd enkele dagen geleden ontruimd. Nu doet de omstandigheid zich voor, dat de gemeente behoefte heeft aan een lokaliteit ten behoeve van het distribu tiebureau en in verband met de ontrui ming van het perceel Ravelijn 2a, viel als vanzelf het oog op dat pand als zeer ge schikt voor de huisvesting van den nieu wen dienst. De Ontvanger der Registratie en Do meinen, die het beheer voert over boven gemelde panden, heeft bereids van den Directeur van zijn dienstvak te Middel burg, machtiging bekomen terzake van het pand Ravelin 2a ten behoeve der gemeente afstand van de huur te doen, zulks aanvankelijk voor den tijd van zes maanden, onder stilzwijgende verlenging telkens voor drie maanden met het recht van opzegging zoowel aan de zijde van het Rijk als de gemeente met inachtne ming van een termijn van drie maanden. Zooals bekend, is met de leiding van het distributiebureau belast de heer H. Koops, ontvanger dezer gemeente. Aan gezien het noodzakelijk is, dat genoemde heer steeds in staat is om de leiding van het distributiebureau volledig in handen te houden, is het de bedoeling, dat ook het ontvangerskantoor tijdelijk naar het perceel Ravelijn 2a wordt overgebracht. Bouw post- en telegraaf kantoor. In de vergadering van den Raad, d.d. 4 Aug. 1939, werd o.m. beslo ten om in de kosten van het verkrijgen van eigendommen ten behoeve van den bouw door het Rijk van een nieuw post en telegraafkantoor op den hoek van den Westwal en de Wijngaardstraat door de gemeente een bijdrage te doen betalen, zijnde het bedrag, waarmee de totale kosten het door het Rijk toegestane to taalbedrag zou overtreffen. Verwacht werd, dat deze gemeentelijke bijdrage zich zou bewegen om een som van f 2500. Nu alle onderhandelingen met de be trokken eigenaars tot een goed einde zijn gebracht kunnen B. en W. het volgende niededeelen Overeengekomen is, dat het rijk zal overgaan tot aankoop van de perceelen, kadastraal bekend sectie D nos. 2359 en 3415 en tevens aan den houder der op laatstgenoemd pand rustende hypotheek een uitkeering zal doen, alles te zamen tot een bedrag van f 14.000, zijnde het maximum waartoe het Rijk wenscht te gaan. Er blijft dan over het pand, plaatselijk gemerkt: Westwal 54, thans eigendom van den heer R. Wildeboer. Genoemde heer heeft zich bereid ver klaard om genoemd pand aan de ge meente af te staan, mits deze aan hem in vollen en vrijen eigendom overdraagt een woonhuis en erf, zooals er gebouwd zijn of worden aan de Zuidvlietstraat, tegenover of ten Westen van de R. K. begraafplaats en verder onder voorwaar de, dat voor rekening der gemeente zul len komen: a. de verhuiskosten van het gezin van de oude naar de nieuwe woning; b. het behoorlijk schoonmaken van laatstge noemde woningc. de jaarlijksche kosten van de grondbelasting, rioolbelasting, straatbelasting en personeele belasting, zoolang de heer Wildeboer en (of) zijn echtgenoote dit huis bewonen. Het is de bedoeling dat het door den heer Wildeboer af te stane huis gratis aan het Rijk zal worden overgedragen ter amoveering ten behoeve van den bouw van het nieuwe kantoor. B. en W. taxeeren de kosten van aan koop van een nieuwe woning voor den heer Wildeboer op plm. f 30D0de bij komende kosten achten B. en W. niet van zoodanigen aard, dat ze een bezwaar ge noemd kunnen worden. Alhoewel de totale kosten dus ruim f 500 hooger zullen zijn dan het bedrag waaraan de Raad zijn goedkeuring hech te, achten B. en W. het uit een stede bouwkundig oogpunt bezien hierdoor te verkrijgen voordeel toch wel van zoo VAN DONDERDAG 28 SEPT. 1939. Nr. 306. De heeren van het socialistisch vak verbond, het N. V. V., hebben, naar men weet, een adres aan de regeering gericht waarin zjj' allerlei wenschen hebben uit gesproken, die nu eens goed konden wor den vervuld. Ztf hebben van het Kabinet, dus óók van de ministers Albarda en v. d. Tem pel, een goed antwoord ontvangen, zoo merkt de N. Prov. Gron. Crt op. Dit antwoord vonden zij in de Troon rede en in de millioenennota. Wij z(jn, gezien den toestand onzer fi nanciën, en de eischen die aan ons volk worden gesteld door den oorlogstoestand geroepen om onze wenschen op zij te zet ten en onze begeerten in te toornen. Als minister Colijn dit had gezegd, zouden de heeren wel héél erg boos zijn geworden. Maar nu zeggen het de ministers Al barda en v. d. Tempel. Minister De Geer heeft in één opzicht reeds aanstonds iets op minister Colfln voor. Hij spreekt niet anders dan zijn voor ganger. Maar de socialisten, die toen laakten, m o e t e n nu haast wel prijzen. Ook de heeren van het roode vakver bond zullen zich moeten schikken. Zij' ontvingen een goed antwoord. Laten zij het ter harte nemen. EEN PACHTBUREAU VOOR ZEELAND Van den Minister van Economische Zaken ontvingen de Landbouworganisa ties bericht, dat het in het voornemen van Zijne Excellentie ligt te bevorderen, dat thans binnen zoo kort mogelijken tijd in Zeeland een pachtbureau wordt opge richt. Als voorzitter treedt op één van de 5 voorzitters der in de statuten genoemde advies-commissies, zulks bij toerbeurt. Verder kan het bestuur met 2/3 van het aantal bestuursleden besluiten tot benoeming van een secretaris. Voorzoover één of meerdere organisa ties in gebreke blijft met het uitoefe nen van de toegekende rechten, gaan deze rechten over op den Minister van Economische Zaken. De samenstelling zal nu zijn als volgt, indien alle organisaties van hun be voegdheid gebruik maken: Vier leden aan te wijzen door de or ganisaties t.w. de Z.L.M., de N.C.B., de C.B.T.B. en het Grondbezit. De advies-commissies zijn als volgt ge regeld. Schouwen Z.L.M.Voorzitter: C.B.T.B.: Pachter; Z.L.M. en Grondbezit: Verpachter. Noord-Beveland, Zuid-Beveland, Tholen en St. Philipsland: N. C. B.: Voorzitter: Z.L.M.Verpachter L.T.B.: Pachter;' C.B.T.B.: Pachter; Grondbezit: Verpachter. Walcheren C.B.T.B.: Voorzitter; Z. L.M.Pachter; Z.L.M. en Grondbezit: Verpachter. Oost Zeeuwsch-Vlaanderen Z.L.M.: Voorzitter: C.B.T.B.: Pachter; Z.L.M. en Grondbezit: Verpachter. West Zeeuwsch-Vlaanderen Z.L.M.: Voorzitter; C.B.T.B. Pachter; N.C.B. en Grondbezit: Verpachter. Naar het Engelsch van EMMA JANE WORBOISE HO) _o_ „Het zijn slechts vreugdetranen. Het is mij zoo goed, zoo vertroostend, dit al les te hooren. Miss Mowbray, hij deed alles zoo eenvoudig, stil en nederig, als- oi het een zaak was, die vanzelf sprak. ■Hij heeft waarlijk heldhaftig gehandeld zonder ooit te begrijpen, welk een hel dendaad hij verrichtte." „Ik ben zeker, dat hij nooit berouw heeft gehad over zijn besluit?" „Neen nooit! Ofschoon hij dikwijls ?,ver mijn lot. Het valt hem zoo moeilijk mij te zien werken voor geld. Han begint hij te twijfelen, en zegt hij: »tk vrees, mijn Chrystie, dat ik u on recht heb aangedaan. Ik was verplicht geweest, iets voor u terzijde te leggen." „Maar gij gelooft toch immers niet, hij u heeft benadeeld, nietwaar?" «Voor al de schatten der wereld zou niet wenschen, dat hij iets had terug gehouden om mijnentwil. Het is mijn grootste vreugde, dat de goede, oude haam van Perren onbevlekt is gebleven." „Doch is het waar, dat mr Perren vol- De vijf districts-voorzitters vormen samen met de 4 vertegenwoordigers van de organisaties het Prov. Pachtbureau. Het secretariaat zal, indien geen twee derde van het bureau anders besluit, waargenomen worden door het Ryks- landbouwconsulentschap. Te weinig belangstelling. De Ver. voor Luchtbescherming, die steeds doorwerkt om op allerlei wijze in breede kringen bekend te maken wat ge daan kan worden om eventueele lucht aanvallen in hun gevolgen te beperken, stuit herhaaldelijk op gebrek aan vol doende belangstelling. Dit bleek gisteravond weer op den cursusavond, die voor de timmerlieden werd gegeven. Deze cursus is bestemd voor arbeiders in het timmerbedrijf. Slechts enkelen waren opgekomen. Dhr A. J. W. Matthtjssen, onder-com mandant der Middelburgsche brandweer hield een populaire, belangwekkende in leiding over de uitwerking van brand bommen en de maatregelen, die by het bouwen van huizen of ook aan de be staande gebouwen kunnen worden toe gepast om de uitwerking van die bom men te beperken. Daarna gaf inleider een duideiyk beeld hoe een brandweerman een gebouw bekykt uit het oogpunt van brandveiligheid om dan te komen tot het blusschingswerk en de wenscheiykheid van het gereed hebben staan van blus- schingsmiddelen. Vrijdagavond heeft weer een cursus plaats. Moge er dan méér belangstelling zyn. AANLEG SCHUILLOOPGRAVEN. B. en W. deelen den Raad mede, dat, ingevolge het besluit van 5 Sept. tot het maken van schuilloopgraven, direct daar toe is overgegaan, zoodat reeds een aan tal loopgraven gereed is, terwyl met den verderen aanleg regelmatig wordt voort gegaan. Op 25 Sept. waren de volgende loop graven gereed: Klein-Vlaanderen bij het Noordpoortplein, Dam tegenover de Mol straat, Dwarskade bij Prinses Beatrix- brug, Loskade bij Kanaalbrug, Vlissing- schen Singel, Klein Vlaanderen bij Seis- plein, Londensche Kade bij Segeerstraat, Bierkade bij Bellinkbrug. In uitvoering zijn die op de Visch- markt, op de Haringplaats, op het Mo lenwater bij de Koepoortstraat en op het Molenwater bij de Koepoort. Er zullen er nog gemaakt worden in de Langedelft, terrein naast hotel Ver- seput; Molenstraat bij de Dampoort, de Groenmarkt, Balans, Langeviele-binnen- brug, tuin achter de Arbeidsbeurs en twee op de Markt. B. en W. adviseeren de voor de ge meente blijvende kosten over een tijdperk van 5 jaren te verdeelen. Benoeming en herbenoeming leeraren Avondschool voor Nijverheidsonderwijs B. en W. stellen voor te benoemen tot tijdelijk leeraar in het vakteekenen aan meubelmakers en timmerlieden aan de Avondschool voor N.ü. dhr J. Mallan te Vlissingen en bieden voor de benoeming van een tijdelijk leeraar in het handtee- kenen de volgende voordracht aan: J. G. van Moosel, Middelburg en J. van Loen- hout, Goes. Aangezien zich voor de vacature van leeraar in de natuurkunde geen sollici tanten hebben aangemeld, en de tijdelijke leeraar Meyers benoemd is tot leeraar aan de ambachtsschool te Winterswijk, kunnen B. en W. thans nog geen voor stel in deze doen. Om te voorzien in de vacature van lee raar in de vaktheorie en 't vakteekenen aan boekdrukkers stellen B. en W. voor dhr Chr. Mazure, thans leeraar aan de school, ook het onderwas in dat vak op te dragen. Verder stellen zij voor een vaste aan stelling te geven aan dhr C. B. Keiler, leeraar in het lijnteekenen en eventueel in het vakteekenen aan timmerlieden en H. J. Wesselink, leeraar in de wiskunde. Ten slotte om aan de leeraren, die reeds voor den cursus 19381939 waren aangesteld, thans een aanstelling te ge ven voor den cursus 1 Oct. 19391 Oct. 1940: W. J. Braam voor vakteekenen en strekt niets heeft overgehouden van zijn overige bezittingen, en is uw vermogen ook geheel verloren gegaan? Vergeef mij, ik wil niet onbescheiden zijn, maar ik stel zooveel belang in alles wat u be treft." „Het is volkomen waar, dat mijn oom geen inkomen meer bezit. Hij sprak er eerst van een betrekking te willen zoe ken, doch hij heeft dit denkbeeld geheel opgegeven. Hij kan geen werk meer ver richten; zijn geheugen faalt zoo dikwijls dat hij soms niet meer berekenen kan, hoeveel geld hij van een halve kroon moet teruggeven. En zijn gezondheid is zeeer zwak. De schok was te zwaar voor hem, vooral omdat deze zoo dadelijk volgde op de groote droefheid die hij had het verlies van een zuster, die 's buitenslands stierf." „Ja, dit weet ik miss Judith Per ren. De Stanley's kenden haar wel, ge loof ik." „O ja. Wij verkeerden op vriendschap- pelijken voet met de Stanley's; doch er werden slechts zelden bezoeken gewis seld tusschen Gretton en Elmwood, de afstand was te ver. Maar ik heb u toch nooit ontmoet bij mevrouw Stanley?" „Neen, nooit. Toen ik de eerste maal op Gretton logeerde, hadt gij juist Elm wood verlaten om naar het vasteland te gaan; en gij hadt de plaats voor altijd vaarwel gezegd, toen ik de laatste maal in Augustus daar vertoefde. Ik ben nau welijks een maand geleden in de stad te ruggekomen; want eerst bleef ik bijna onbeleefd lang bij mijn vrienden in Gret ton en toen ik eenmaal toch noord waarts was gegaan, vertrok ik naar Edinburgh, om eenigen tijd door te bren gen bij mijn familiebetrekkingen van moeders zijde, die mijn broer verlangde, dat ik zou leeren kennen. Zoodoende ben ik drie maanden van Kensington verwij derd gebleven. Ik ben nu teruggekomen om mij hier voor eenige maanden te nes telen. En nu heb ik een verzoek aan u, vreeselijk aanmatigend en veeleischend misschien, maar ik hoop toch, dat je er naar luisteren zult. Wilt ge eenigen tijd bij mij komen logeeren?" „Ik zou het zeker dolgraag doen het zou iets verrukkelijks wezen; maar ik kan mijn oom niet verlaten. Ik zou te ongerust zijn, indien ik hem ook slechts één nacht alleen liet." „Maar waarom zou mr Perren u niet vergezellen?" „Mijn goede oom is niet meer geschikt voor gezelschap. Vreemden maken hem altijd zenuwachtig, hij is niet meer, wat hij placht te zyn. Maar indien gij zoo vriendelijk zijt om my bij u te willen ontvangen, dan zou ik wel een enkelen dag bij u kunnen doorbrengen." „Dan zal ik my met één dag tevreden stellen. Wanneer wilt gy by my komen? Schikt het je, als wij den volgenden Dinsdag bepalen? Ik ben deze gansche week geen dag vrij; Maandag is het al tijd vreeselijk druk, maar het zal mij een feest wezen, u aanstaanden Dins dag te ontvangen. Kom dan zoo vroeg mogelijk." HOOFDSTUK XL. Mijn vriendin en ik. Het was Dinsdagochtend en ik ver scheen in onze zitkamer, geheel gekleed voor mijn bezoek. Voor den tijd van het jaar was het een prachtige dag; ik had mijn schets beëindigd, die miss Mowbray zoozeer bewonderde; myn oom gevoelde zich veel beter en genoot van den heer lijken zonneschijn, en ik zelf was ook vroolijk en opgewekt. Voor eenigen tijd althans was nu de wolf van de deur ver jaagd; mijn beurs was goed voorzien orn de eerste weken met gerustheid af te wachten en „iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad!" „Mijn lief kind, hoe opgeruimd zijt gij deze ochtend", zeide myn oom, terwyl hij zijn boek neerlegde en de glazen van zijn bril afwreef, ten einde mij beter te kunnen zien. „Ik ben zoo bly, dat gij een ganschen dag uitgaat". „Dit is geen compliment voor my, oom, ik begin waarlyk te vreezen, dat gy' myn gezelschap niet op prys stelt". „Myn ChrystieMaar gy wilt my maar overwegend belang, dat dit verschil niet mag leiden tot mislukking der met zoo veel moeite verkregen oplossing. Wyziging Ambtenaren reglement etc. B. en W. bieden aan eenige concept-besluiten tot wyzi ging van het ambtenarenreglement en de Arbeidsovereenkomstenverordening. De voorgestelde wyzigingen zyn in hoofdzaak een uitvloeisel van brieven van den Minister van Binnenlandsche Zaken of van namens den Minister aan B. en W. overgebrachte wenschen. Blykbaar is het de bedoeling van Zyne Excellentie om zooveel mogeiyk eenheid te verkrijgen in de bepalingen, regelende de rechten en verplichtingen van alle ambtenaren, onverschillig of zy in dienst zyn van het Ryk of van andere openbare lichamen. Op zichzelf kan hiertegen geen bezwaar bestaan, integendeel verdient dit streven toejuiching. De vraag is ech ter by B. en W. gerezen of het niet prac- tischer zou zyn om de Ambtenarenwet te wyzigen in dien zin, dat de vaststelling der bedoelde bepalingen wordt opgedra gen aan de Kroon in stede van nog eenige schyn van zelfstandigheid der la gere organen te bewaren door den om- slachtigen en langen weg te volgen van vaststelling van regelen door elk dier organen afzonderiyk. GENERALE SYNODE DER GEREF. KERKEN. Zitting van gisteren. De Buchman-beweglno. In de Woensdag aangevangen zestien de zitting deelde de 'praeses mede, dat in de commissie overeenstemming verkregen werd met de Indische afgevaardigden in zake de conclusies over de Buchmanbe- weging. In betrekking tot Yerseke vrerd be sloten: De Synode besluite aan de kerk van Yerseke te beriöhten, dat zij boewei zij het juist acht dat in de Buchmanbewe- ging zooals die openbaar wordt in typee- ronde geschriften en prac tijken een ge vaar te zien is voor de Kerk en het Schriftuurlijk geestelijk leven en het niet te ontkennen is dat sommige oogen voor deze gevaren niet geopend zyn, geen nood zaak ziet aan het verzoek van de Kerk van Yerseke te voldoen, daar deze zaak niet zulk een urgentie en belang heeft, dat thans een uitspraak van de Generale Synoide als door de kerk van Yerseko over deze beweging geëischt wordt, noo- dig geacht wordt. Daarna werd vastgesteld een Verkla ring aan de Geref. Kerken in verband met Wat vorige week werd besproken naar aanleiding van de voorstellen die handelden over de zittingen in comité- generaal. Daarin wordt met dankbaarheid en vol doening geconstateerd, dat er in de ker ken een hartelijk medeleven met den ar beid der Synoide wordt gevonden. Dat de kerken gaarne van alle beraad slagingen en besluiten volledig op de 'hoogte zouden willen zijn, laat zich ver staan. Maar wanneer aangedrongen wordt op meerdere openbaarheid der zit tingen, volledige toezending aan de ker ken van alle rapporten over zaken, „die de kerken in 't gemeen aangaan", agenda, verslagen en verklaringen Van al hetgeen ook in besloten zittingen, is behandelld, dan moet de Synode zich tegen het in willigen van zulke wenschen ten sterkste verzetten. De Synode vergadert slechts dan in besloten zitting als dit met het oog op het welzijn der kerken vol strekt noodzakelijk wordt geacht. Wat de raplporten betreft, wordt door de Synode voor elk geval afzonderlijk be paald of deze aan of op H'e eerstvolgende synode ingediend, dan wel tevoren, aan de kerken toegezonden moeten worden. Aan de synode zelve moet onvermin derd het recht gelaten worden daarover te beslissen. De zaak Goossen®. De voorzitter verwelkomde hierna twee goeroes indjils op Oost-Soemba, die ver zocht hadden door de Synode te mogen worden gehoord en Dta B. Alkema, die als tolk fungeeren zal. Dit geschiedde in comité. plagen, door te beweren, dat gij niet be grijpt, Wel, gij zijt immers de zonne schijn van mijn leven, gij verhoogt mijn vreugde, en verzacht al mijn beproevin gen; doch ik behoef dit niet alles op te sommen. Waarlijk, ik stel uw gezel schap op hoogen prijs; maar mijn blijd schap bestaat hierin, dat gij weer eenig genoegen zult smaken. En het doet mij goed u nog eens netjes en bevallig ge kleed te zien. Een dwaze inval, niet waar? Misschien heel kinderachtig, maar u in die japon te zien, geeft mij heldere gedachten. Een nederige omge ving en een zorgvol leven hebben uw schoonheid nog niet bedorven, miss Tyndale!" „Ik hoop dit waarlijk ook niet, in ge val ik eenige schoonheid te verliezen hebmaar gij zult een gevaarlijke vleier, mr Perren, en ik zou haast zoo ydel als een pauw worden, indien ik niet wist, dat de liefde gewoonlyk een weinig par tijdig in haar oordeel is; en dat ik u dus bekoorlyk toeschyn, heb ik waar schijnlijk te danken aan uw groote ge negenheid voor mij. Maar zult gij u waarlijk niet al te eenzaam gevoelen?" „Neen, myn lieve, ik zal niet eenzaam wezen! Wanneer ik droefgeestig word, zal ik verzoeken, dat onze groote huis kat, die zich nu op de stoep in de zon koestert, by my gebracht wordt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 5