DE ZEEUW
[en Luchtvaartpionnier verjaart.
Wolken met zilveren randen.
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
van Goes.
Uit de Provincie
Stukken voor den Gemeenteraad
VAN
DONDERDAG 31 AUG. 1939. Nr 282.
DE HEER PLESMAN,
DIRECTEUR VAN DE K. L. M.
OP 7 SEPTEMBER 50 JAAR.
Tot de algemeen in Nederland beken
de figuren behoort zonder eenigen twij
fel de heer A. Plesman, die op 7 Septem
ber 1939 zijn 50sten verjaardag viert;
immers, ons land heeft het voor het
grootste deel aan zijn energie, voortva
rendheid en profetischen blik te danken,
dat het op dit oogenblik in de interna
tionale luchtvaart een zoo vooraanstaan
de plaats inneemt.
Naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE.
91.) _o~
„Het is een der moeilijkste vraagstuk
ken van onze eeuw. Zeker is het waar,
dat de kring van vrouwelijken arbeid zich
jaarlijks uitbreidt; maar ik bespeur nog
met, dat dit veel verbetering aanbrengt,
want voor ieder va.k van handwerk, of
kunst of wetenschap, behoort een bepaal
de opleiding, en een dame, die plotseling
van een zekere weelde tot armoede ver
valt, heeft al zeer weinig keus, wat te
doen".
Het rijtuig stond nu voor de deux, en ik
moest mevrouw Hamilton vaarwel zeg
gen; bij' het afscheid gaf zij mij een af
schrift van één harer meest geliefkoosde
verzen.
„Neem dit met u mee", zeide zij. „Ik
ken de woorden van buiten; zij deden mij
zooveel goed, toen ik droevig was, en mij
geneigd gevoelde met Jacob te zeggen: „Ai
deze dingen zijn tegen mij1". Ek weet niet
wie ze geschreven 'heeft, maar zij zijn mij
tot zegen geweest in mijn groote droef
heid en zorgen, en zij hebben mij onuit
sprekelijk vertroost. God zegene en be
Nlets deed voorzien, dat de jonge Ples
man ooit den militairen dienst zou ver
laten om zich aan de vliegerij te wijden.
Na de Cadettenschool te Alkmaar en de
Koninklijke Militaire Academie te Breda
te hebben doorloopen, scheen na zijn be
noeming tot 2e luitenant in 1911, een
militaire loopbaan voor hem te zijn weg
gelegd. De luchtvaart had in dien tijd
nog bitter weinig te beteekenen; zij
stond, om het zeer vrij uit te drukken,
nog in de kinderschoenen. Men hield
zich hier bezig met allerlei experimenten,
doch velen betwijfelden het, of de vlieg
machine ooit iets te beteekenen zou heb
ben in de praktijk. Begin 1911 werd de
heer Plesman bevorderd tot eerste lui
tenant. En toen kwam de wereldoorlog.
Van het rijwiel ln het vliegtuig.
De wereldoorlog en daarmede de
opkomst van de vliegmachine, al was het
dan, helaas, ook slechts om dood en ver
derf te zaaien. Meer en meer verbeterin
gen werden aangebracht aan de ondanks
alles toch nog vrij primitieve toestel
len. Snelheid en actieradius werden ver
groot, de stabiliteit en betrouwbaarheid
nam toe, de roemruchte daden der „as"
van de luchtvaart deden de ronde in de
pers. Elk land begreep, dat het nieuwe
wapen men dacht aan de vliegmachi
ne toen uitsluitend als wapen niet
verwaasloosd mocht worden en begon
zich met ernst toe te leggen op het vor
men van een luchtmacht. Ook Nederland
had het groote belang er van ingezien.
In den laten luitenant Plesman ontwaak
te een levendige belangstelling voor den
mechanischen vogel. Hij verliet het rij
wiel hij was ingedeeld bij' de wielrij
ders te Gouda voor de vliegmachine:
van October 1915 tot April 1916 deed
hij dienst als officier-waarnemer bfl de
Luchtvaart-afdeeling te Soesterberg.
Vervolgens werd hij weer een. jaar in
gedeeld bij de wielrijders, om tenslotte
te Soesterberg te worden opgeleid tot
officier-vlieger, van April 1917 tot No
vember 1918. In deze laatste maand be
haalde hij zijn brevet.
De Nederlandsche luchtvaart In
het beginstadium.
De „Elta" kwam, de Eerste Lucht
vaarttentoonstelling, Amsterdam; voor
zitter van het Dagelijksch Bestuur was:
hoede u, en geve u kracht en bijstand in
alles".
Mevrouw March bracht ons met Clara
naar het station, waar zij' ons in een der
spoorrijtuigen zagen plaats nemen. Kort
voordat wij vertrokken, zeide zij: „Bij de
bagage bevindt zich ook nog een mand,
Cbrystie, aan uw adres. Clara en ik dach
ten, dat gij dezen avond wel te vermoeid
zoudt wezen om de 'huishoudelijke bemoei
ingen dadelijk op u te nemen. Gij. zult
daarin een paar kippen vinden, om mede
te soupeeren, en enkele versohe eieren.
Londen is geen geschikte plaats om goede
eieren te bekomen, en deze zijn door onze
eigen kippen gelegd".
„Ik bad nauwelijks tijd om baar te be^
danken, toen de trein zdoh in beweging
zette, en spoedig lag Northborougb ver
achter ons. Toen ik dien avond de mand
opende, vond ik niet slechts een paar
heerlijk gebraden kuikens, volkomen ge
reed om op tafel te worden gebracht, maar
een gansche voorraad eieren, benevens
een ham, kaas, boter, ingelegde vrachten
en andere goede en nuttige zaken. Hoe
goed waren deze lieve vrienden voor onsl
E'n zulk een liefderijke beschikking van
God, Die ons zulke hartelijke, trouwe
vrienden schonk, om in onze behoeften te
voorzien, ten dage van ons ongeluk.
De regen viel in stroomen neer toen wij
Londen bereikten en Kings 'Cross leverde
een tooneed van veel verwarring op; mod
Zoowel op Maandag 4 als op Dinsdag
5 September, des avonds 7.30 uur verga
dert de Raad.
Voor Maandag staat o.a. op de agen
da:
Voorstel tot vaststelling van nieuwe
(gewijzigde) voorschriften voor de bebou
wing en bet gebruik der gronden, be
kend als het ravelijn „De Grenadier".
Voorstel tot overname van een stukje
grond aan de M. H. Trompstraat van dhr
J. F. O. Huese, groot 50 m2, voor den
prijs van f 0,25.
Voorstel tot wijziging der verordening
op den keuringsdienst van vee en vleesch
Voorstel tot 't stellen van voorschrif
ten met betrekking tot den bouw van
woningen aan de Zuidvlietstraat door
dhr J. Baijens.
Nader schrijven van Ged. Staten met
betrekking tot de goedkeuring der ge-
meentebegrooting voor 1939.
Voorstel tot vermindering der rente
eener met het Mijnwerkersfonds voor de
Steenkolenmijnen in Limburg aangegane
geldleening.
Rekening van het Burg. Armbestuur
over 1938.
Wijziging der gemeentebegrooting voor
het dienstjaar 1939.
Dinsdagavond komen aan de orde:
Beëediging der leden.
Benoeming wethouders.
Benoeming van leden in verschillende
commissies en besturen.
der, regen en natte, beslijkte voetgangers
was. bet eenige wat wij aanschouwden
door den grijzen nevel heen, toen wij naar
onze nieuwe woning reden. Het was een
verlichting, toen bet schokkende huur
koetsje eindelijk stilhield voor een onaan
zienlijk huisje in een der stillere en meer
afgelegen straten en wij' wisten, dat wij I
de plaats onzer bestemming bereikt had
den. Wij gevoelden ons beiden zeer ver
moeid en waren tamelijk neerslachtig ge
stemd.
HOOFDSTUK XXXIV.
„De (Heer voorzie t."
Een paar dagen waren voldoende om
geheel op streek te zijn in onze nieuwe
woning. Wel beproefden wij ons zoo ge
makkelijk en behagelijk mogelijk in te
richten; doch gedurende de eerste dagen
gevoelden wij ons vreeselijk benauwd en
opgesloten in de beperkte ruimte. Na de
groote, luchtige kamers, waaraan wij
steeds gewend waren geweest, schenen
de kleine, bekrompen vertrekjes ons niet
veel grooter toe, dan onze vroegere pro
visiekamertjes. Onze gansche woning be
stond uit twee slaapkamertjes en een zit
kamer; de beide eerste waren zeer laag
van verdieping, en de muren waren met
donkerbruin papier beplakt; de vensters
zagen op een smal binnenplaatsje uit, dat
met den naam van „tuin" werd bestem
peld, omdat er een weinig verdord gras
groeide, benevens eenige halfdoode spar-
renboompjes en spichtige geraniums, in
verrotte houten bakken geplant, die zich
met moeite in het leven behielden. De
overige ruimte werd ingenomen door een
zoogenaamde grot, uit oesterschelpen ver
vaardigd, een ledig en half vermolmd ko
nijnenhok, een spookachtigen regenbak,
een vuilnismand, die altijd tot overloopen
toe gevuld was, en een kolossalen Cochin-
cbineescben baan, met zijn drie vuile, be-
modderde hoenders, die geregeld iederen
ochtend, om drie uren in den morgen
stond, onze rustige sluimering verstoor
den. Ik bad vroeger nooit geweten, welk
een onverdragelijk rumoer kan teweeg ge
bracht worden door een forscben baan
en drie kakelende kippen; en voor de
eerste maal begreep ik de betrekkelijke
waarde van hardhoorigheid, daar het
mijn oom gelukte met een watje in zijn
ooren weder in te slapen, nadat de uit
tartend© tonen begonnen te weerklinken.
Wat mij betrof, ik wensebte van ganscher
harte zitting te nemen in bet parlement,
ten einde een wet voor te dragen, die de
bewoners van straten en stegen verbood,
om hoenders te houden, tot ergernis en
last hunner naburen. Want, 'helaas 1 onze
haan bevond zich in de nabijheid van een
half dozijn zijner natuurgenooten, die
aan andere familiën toebehoorden, en
iederen ochtend gaven deze luidruchtige
gevaar loopt, noodigen wjj u nogmaals
uit bt) den Raad er op aan te dringen te
rug te komen op zijn besluit tot hand
having van de betrekking van concierge
van de openbare lagere school B.
Bovenbedoeld schrijven noopt B. en
W. deze aangelegenheid nog eens toe te
lichten.
zy willen geenszins ontkennen, dat de
gemiddelde kosten per leerling voor het
openbaar onderwas zullen dalen en dien
tengevolge de uitkeering aan de bijzon
dere scholen mede zullen worden ver
laagd, doch z\j mogen niet uit het oog
verliezen, dat de kosten van het schoon
houden van school B thans abnormaal
hoog zjjn geworden en onmogelijk op dat
peil kunnen blijven gehandhaafd. Hier
uit vloeit dus vanzelfsprekend voort, dat
ook de bijdrage aan de besturen der bij
zondere lagere scholen abnormaal hoog
is geworden. Indien men hiertegen zou
willen aanvoeren, dat de totale kosten
van het openbaar lager onderwijs in
deze gemeente allerminst hoog zijn te
noemen, dan zouden zij willen opmerken,
dat dit financieel voor de gemeente een
zeer gelukkige omstandigheid is maar dat
daaruit allerminst mag voortvloeien een
bepaald onderdeel duurder te doen zjjn
dan uit een oogpunt van goed financieel
beleid verdedigbaar is.
Zelfs bij aanneming van hun voorstel
blijven de kosten van schoonhouden der
openbare scholen nog boven die van de
Herv. school en zullen die van 't schoon
houden der Chr. lagere school vrijwel
benaderen.
Op grond van het bovenstaande mee-
nen B. en W. den Raad met klem, met
het oog op het gevaar, dat het subsidie
uit het werkloosheidssubsidiefonds loopt,
in overweging te moeten geven aan het
verzoek van Ged. Staten te voldoen.
Renteverlaging geldlee
ning, B. en W. stellen voor te beslui
ten tot het aangaan van een overeen
komst met de Stichting „Algemeen Mijn
werkersfonds van de Steenkolenmijnen
in Limburg", gevestigd te Heerlen tot
wijziging van de bij raadsbesluit van 21
Sept. 1922 aangegane ovei^enkomst tot
het aangaan der geldleening, oorspron
kelijk groot f 235.150 in dier voege, dat
met ingang van 1 Januari 1940 de rente
voet der leening wordt terug gebracht
tot 3
Aan den besteller bij den post- en
telegraafdienst G. J. Schuerman te Ove-
zande is op zijn verzoek met. ingang van
1 September a.s. eervol ontslag ver
leend.
vogels een gemeenschappelijk concert; de
eene uitdagende toon werd door een nog
scherper gekraai beantwoord, totdat de
lucht weergalmde van hun schril geluid.
De straat was juist, zooals andere Lon-
densc'he straten zijn, niet bijzonder breed,
maar tamelijk lang; alle huizen waren
precies hetzelfde gebouwd, hoewel het
model juist niet zoo bijzonder fraai was,
dat men zich geen veranderingen had
mogen veroorloven; 1 de gevels hadden
alle dezelfde bruine kleur, de ramen en
huisdeuren waren zoo volkomen gelijk,
alsof zij door een machine waren ver
vaardigd; ieder huis had natuurlijk een
kleine open ruimte bij de stoep; en die
ontzettende eentonigheid werd slechts af
gebroken, doordat soms een enkel huis
opnieuw geschilderd werd, of nog vuiler
en onaanzienlijker was dan de overige.
Wij bewoonden No. 35, en slechts door
ons huisnummer goed te onthouden, kon
den wij' onze woning onderscheiden van
de andere huizen. Doch op zekeren avond
kort na onze aankomst in Eldonstraat,
toen wij in de schemering huiswaarts
keerden, waren wij beiden volkomen ver
legen, hoe No. 35 terug te vinden.
„Dit is 'het huis", zeide mijn oom, op
beslisten toon; „bel maar aan,
'Ghrystie".
(Wendt vervolgd.)
Sir Keville Henderson, de Brltsche ambassadeur te Berlijn, verlaat het Foreign
Office te Londen.
de heer Plesman. Toen, op 7 Oot. 1919,
de Elta was afgeloopen, bleef de band
tusschen den heer Plesman en de Lucht
vaart bestaan, daar n.l. inmiddels de
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
voor Nederland en Koloniën, de sedert
zoo populair geworden K, L. M., tot
stand was gekomen, waarvan de heer
Plesman directeur werd.
Het begin was zeer bescheiden. Bi) de
oprichting bestond het personeel uit niet
meer dan 12 man. Op 17 Mei 1920 begon
de K. L. M. met een anderendaagschen
dienst op Londen in samenwerking met
de Aircraft Transport Travel Ltd. (A.
T. T.) De dienst werd uitgevoerd door
Engelsche vliegtuigbestuurders met van
de A. T. T. gehuurde militaire vlieg
tuigen, die verbouwd waren voor pas
sagiersvervoer. Een enkele reis naar
Londen kostte toen f 150 (tegenwoordig
f 46!). Daarna werd de dienst geleidelijk
uitgebreid in samenwerking met andere
luchtvaartmaatschappijen.
Uit deze kleine kern ontwikkelde zich
geleidelijk de enorme onderneming, tot
welke de K. L. M. in den loop der jaren
is uitgegroeid; een welsprekend bewijs
van Nederlandschen dernemingsgeest,
met een welverdiende wereldreputatie.
De geheele inrichting, het personeel, het
aantal, de snelheid en vervoerscapaciteit
der vliegtuigen werd steeds opgevoerd
en up to date gehouden. En dat dit alles
met kracht en beleid werd doorgevoerd,
is zeker in de allereerste plaats te dan
ken aan de onvermoeide energie en den
vooruitzienden blik van den man, die
thans reeds twintig jaar aan het hoofd
staat: den heer Plesman.
Om den lezer een denkbeeld te geven
van de fenomenale ontwikkeling van de
K. L. M. onder leiding van den heer
Plesman, kunnen wij niet beter doen dan
hier de volgende cijfers te geven betref
fende de toeneming van het verkeer op
't binnenlandsche en Europeesche lucht
net der K. L. M.:
Gevlogen uren 1920606, 193825.375.
Aantal km 1920: 81.810,1938: 5.575.000.
Aant. passagiers 1920: 345, 1938:148187
Vracht en overbagage in 1920: 21.963,
1938: 2.191.644. Kg post in 1920 2962,
1938: 682.887.
De plaatsruimte laat niet toe, hier in
détails in te gaan op de gunstige resul
taten van de onvermoeide werkzaamheid
van den straks 50-jarigen directeur. Wij
stippen nog slechts terloops aan de uit
breiding van den luchtdienst op Indië,
gestegen van (in 1920)1198 gevlogen
uren, 197.570 km, 2 passagiers en 3345
kg post tot (in 1938)17.275 gevlogen
uren, 4.354.000 km, 5720 passagiers en
168.509 kg post!
Verzoek van dhr A. L. van Melle om
ontslag als ambtenaar van den burger
lijken stand.
Benoeming ambtenaar van den bur
gerlijken stand.
Bebouwing van het rave-
lijn„De Grenadie r". Tegen het
Raadsbesluit van 1 Maart 1939 met be
trekking tot den aard der bebouwing en
het gebruik van de gronden, bekend als
het ravelijn „De Grenadier", zijn door
belanghebbenden bezwaren ingebracht
bij Ged. Staten. Deze hebben in overwe
ging gegeven om te trachten alsnog te
dezer zake tot overeenstemming te ko
men.
Dit laatste is sedert dien gelukt en wel
in dien zin, dat thans een plan is opge
steld kunnen worden, krachtens hetwelk
het aantal woningen, dat op het ravelijn
„De Grenadier" gebouwd zal worden is
gebracht op 11 inplaats van 10.
Het laatste is mogelijk geworden door
voor het meest westelijk gelegen blok
woningen te ontwerpen, iets kleiner dan
die, welke aanvankelijk waren geprojec
teerd, waardoor het getal woningen, het
welk genoemd blok zal bevatten van 3
op 4 is gebracht.
Teneinde dit nieuwe plan te kunnen
vaststellen, is het noodzakelijk, dat de
procedure, bedoeld in de artt. 43 en 37
der Woningwet, opnieuw wordt gevolgd.
Derhalve moeten de ontwerp-voorschrif-
ten eerst gedurende 4 weken ter visie
worden gelegd, terwijl na de vaststelling
door den Raad het daarop betrekking
hebbende besluit gedurende 6 weken ter
inzage moet liggen alvorens het ter goed
keuring aan Ged. Staten zal kunnen wor
den gezonden.
Bebouwing aan de Zuid
vlietstraat. Bij B. en W. is inge
diend door dhr J. Baijens te Kapelle een
plan tot het bouwen van een blok van 5
en een blok van 4 woningen met pakhuis
en garage aan de Zuidvlietstraat.
B. en W. stellen de voorwaarden voor,
waaraan hier h.i. voldaan moet worden.
De concierge aan school
B. Ged. Staten schrijven aan B. en W.
het volgende:
De financieele toestand uwer gemeente
plaatst Uw bestuur voor den onafwijs-
baren plicht om alle uitgaven tot hun
kleinst mogelijke proporties terug te
brengen. In dit licht hezien is de houding
van den Raad om aan een school van 176
leerlingen een concierge op een jaarwed
de van f 900 te handhaven moeilijk te
verklaren. Dat door opheffing dier be
trekking het bijzonder onderwijs op zijn
uitgaven zal moeten bezuinigen is o.i.
geen voldoende argument voor 's Raads
houding.
Ten einde te voorkomen, dat de bijzon
dere steun voor 1939 voor uw gemeente
Ook in de Fransehe hoofdstad werden door de militaire overheid allerhande parti
culiere voertuigen gerequireerd in verband met de defensiemaatregelen.