his
DIEP ERNSTIGE REDE VAD CHAMBERLAIN.
won,
oon
De Nederlandsche onzijdigheid onbeperkt.
GELD
Dagblad voor de Provincie Zeeland
z.
THIEME
Nederland en de Internati
onale toestand.
EERSTE BLAD.
Belangrijkste Nieuws.
manier om
rorden van
nsecten.
en Aanbestedingen
VRIJDAG 25 AUG. 1939
53c JAARGANG - No. 277
Radio-redevoeringen van den Paus en Halifax.
Roosevelt richt zich tot den Koning van Italië,
Hitier en den Pooischen President.
Duitschland zegt: Danzig door Polen omsingeld.
Londen op het ergste voorbereid.
het russisch-duitsch verdrag.
voorbereiding van de
mobilisatie.
Doopplechtigheid Prinses Irene
wordt uitgezonden.
Zuster Boonstra terug naar
's-Gravenhage.
DEN HAAG. De Regeeringspersdienst deelt medeHier en
daar zijn in de buitenlandsche pers meeningsuitingen opgenomen
die twijfel zouden kunnen doen ontstaan ten aanzien van den
onwrikbaren wil van Nederland om in voorkomend geval 's lands
onzijdigheid met name ook in de lucht naar alle zijden te handhaven.
Voor zulk een twijfel bestaat niet de allergeringste grond.
Met alle te zijnen dienste staande middelen zal Nederland zijn
onzijdigheid in een gewapend conflict, mocht het uitbreken, ook
met name in de lucht, onbeperkt en tegenover een ieder handhaven.
beschikbaar voor
den aankoop van
een AUTOMOBIEL
N.lf. FIN. Mil. „ZEEIANDIA" - GOES
*068.
Jrstr., Goes.
368,
estr., Goes.
Goes.
pes.
I Goes,
ïoes.
Joes,
t, Goes.
Jestr., Goes,
es.
eenvoudiger
ddel om U te
iderlijke insec-
is
totaal binnen
liegen muggen
en. Waar met
wordt, is rust.
aangenaam en
et de Roode
ddelburg
het.
N Dood en
•s. 11,25 Gram. Ga.
g werd alhier door
van Acker te Uden-
:e Goes publiek ver-
iestaande uit woon-
i tuin alhier, groot
L.dr. Waterman Az.
Idaar groot 0.73.19
jau c.s. te Goes voor
groot 1.59.73 H.A.
alhier voor 4680,50
,r groot 0.81.00 H.A-
alhier voor 2694,71
Idaar groot 0.63.00
mor f 2104,73
groot 0.97.04 H.A-
camer aldaar voor
aldaar groot 0.83.76
érburg aldaar voor
uitweg aldaar groot
t Waterschap Waar-
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 11
jijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
j, J. F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Abonnementsprijs f2.60 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en Vlissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Advertentiën 30 cent per regei
Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags
f 0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder Ietter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Het stampvolle Lagerhuis juichte gis
teren Chamberlain luide toe, toen hij de
zittingszaal betrad.
Chamberlain stond om 14 u. 53 op.
De internationale toe
stand aldus de premier is
voortdurend slechter ge
worden, totdat wy heden
staan tegenover een o n -
middellyk dreigend oor
logsgevaar.
Chamberlain wees op de besprekingen
tusschen Polen en Danzig betreffende de
Poolsche douaneambtenaren. Dat was
geen kwestie van groot belang. Acu
tere moeilijkheden zyn in het verleden
geregeld in minder spannende omstan
digheden. In feite waren de besprekingen
de vorige week begonnen, doch terwijl
deze besprekingen aan den gang waren,
opende de Duitsche pers een felle cam
pagne tegen de Poolsche regeering, ver
klarende, dat Danzig onvoorwaardelijk
en onmiddellijk naar het rijk moest te-
rugkeeren. Men ging verder. Men ver
bond Danzig met de kwestie van den cor
ridor en sprak beweringen uit betreffen
de slechte behandeling van Duitschers
die in Polen wonen. Wij hebben geen
middelen, aldus de premier, om de juist
heid van die verhalen te controleeren.
Wij kunnen ons echter niet weerhouden
getroffen te worden door het feit, dat
zij' 'n sterke gelijkenis toonen met soort
gelijke beweringen, die verleden jaar uit
gesproken werden ten aanzien van de
in Tsjecho Slowakije wonende Sudeten-
Duitschers. (Toejuichtingen.)
De Poolsche leiders zijn, terwijl zij
standvastig bleven in hun vastbesloten
heid om weerstand te bieden aan een
aanval op hun onafhankelijkheid, niet
prococeerend geweest. Zij zijn altijd be
reid geweest en ik ben er zeker van, dat
zij ook thans bereid zijn om geschillen
met de Duitsche regeering te bespreken,
wanneer zij de zekerheid kunnen krijgen,
dat die besprekingen gevoerd zullen wor
den zonder bedreigingen met geweld en
met eenig vertrouwen, dat, wanneer een
overeenkomst bereikt zou worden, de be
palingen daarvan daarna zouden worden
geëerbiedigd naar de letter zoowel als
naar den geest.
Militaire voorbereidin
gen zijn getroffen in het
Duitsche rijk op zoodanige
schaal, dat dat land thans
in een toestand van vol
ledige gereedheid voor
den oorlog is. In het be
gin van deze week kregen
wij bericht, dat Duitsche
hoepen begonnen op te
rukken naar de Poolsche
grens. Het werd toen dui-
delijk, dat de crisis van
deeerste grootte naderde
en het Britsche gouverne
ment besloot dat de tijd
gekomen was, waarop zij
de goedkeuring moest vra-
genvan het Parlement
voor verder defensiemaat
regelen.
Chamberlain ging vervolgens over tot
bespreking van het Duitsch-Russische
Pact. Ik doe geen poging, zoo zeide hij,
om voor het Lagerhuis te verhelen, dat
oe desbetreffende aankon-
.'ging voor de regeering
ls gekomen als een ver
rassing een verrassing
'an zéér onaangenamen
aard.
De besprekingen tusschen de Britsche
ransche en Russische missies waren in
eite loopende en waren gevoerd op den
grondslag van onderling vertrouwen,
0en deze bom geworpen werd.
Thans is het op zijn minst hoogelijk
"ei'ontrustend te vernemen, dat deze be
sprekingen gevoerd werden op die basis
van vertrouwen en dat de Sovjets in het
üeheim bezig waren te onderhandelen
ov«r een pact met Duitschland.
heb niet het voornemen eenigerlei
definitief oordeel uit te spreken over dit
incident, zoo ging Chamberlain voort,
aangezien het voorbarig zou zijn voor
wij de gelegenheid zullen hebben gehad
om overleg te plegen met de Pransche
regeering ten aanzien van de beteekenis
en de consequenties der overeenkomst.
Chamberlain vroeg vervolgens zich af
wat de uitwerking er van kon zijn op
den toestand en op de Engelsch-Fran-
sche politiek. In Berlijn, zoo zeide hij, is
de aankondiging met uiterst cynisme
verwelkomd als een groote diplomatieke
overwinning, welke het gevaar van een
oorlog uit den weg ruimde, aangezien
wij en Frankrijk hoogstwaarschijnlijk
niet langer onze verplichtingen jegens
Polen gestand zouden doen.
Onze eerste daad was
echter een verklaring uit
te geven, dat onze ver
plichtingen aan Polen en
andere landen onaangetast
blijven staan.
Het communiqué, dat wij aan de pers
j hebben uitgegeven, na de kabinetszitting
sprak ook over zekere verdere maatre
gelen voor de defensie, welke wij' hadden
genomen.
Men moet in gedachten houden, dat
Duitschland een onmetelijk leger reeds
onder de wapenen heeft en dat militaire
voorbereidingen van allerlei aard in dat
land met grooten spoed zijn en worden
genomen op groote schaal. De maatre
gelen, die wij tot dusverre genomen heb
ben zijn van voorbehoedenden defensie
ven aard.
Niets wat wij gedaan hebben of ons
voorstellen te doen, bedreigt de gewet
tigde belangen van Duitschland. Het is
geen daad van bedreiging om voorberei
dingen te treffen, ten einde hulp te ver-
leenen aan vrienden, die zichzelf verde
digen tegen geweld. (Luide toejuichin
gen.)
Wanneer naburen, die in vrede en in
vriendschappelijke betrekkingen met el
kander wenschen te leven, bemerken, dat
één hunner een aggressieve daad van ge
weld overweegt jegens een hunner en
openlijk voorbereidingen treft voor een
actie, dan is het van derf kant der ande
ren geenszins een bedreiging, wanneer
zij hun voornemen te kennen geven hulp
te verleenen aan dengene, die het voor
werp van deze gedreiging vormt.
DE BOODSCHAP AAN HITLER.
Met het oog op de houding van Ber
lijn was de regeering er van overtuigd,
dat het op dit oogenblik haar plicht was
geen enkelen uitweg te laten voor mis
verstanden en opdat er geen twijfel zou
kunnen bestaan in den geest van de
Duitsche regeering, werd den Britschen
ambassadeur in Berlijn instructie gege
ven een onderhoud aan te vragen met
den Duitschen kanselier en hem een
boodschap van mij' te overhandigen uit
naam van de Britsche regeering.
Het doel van mijn mededeeling aan den
Duitschen kanselier was, opnieuw ons
standpunt uiteen te zetten en het vol
strekt zeker te maken, dat er geen mis
verstand bestond.
Ik maakte het derhalve
duidelijk, dat, wanneer 't
geval zich zou voordoen,
de Britsche regeering vast
besloten en bereid was om
zonder verwijl ieder te
harer beschikking staand
geweld te gebruiken. (Toe
juichingen.)
Ik stelde den Duitschen kanselier er
van in kennis, dat er naar onze opvat
ting niets was in de kwesfies, welke zich
voordoen tusschen Polen en Duitschland
wat niet zou kunnen en behooren te wor
den opgelost, zonder dat gebruik werd
gemaakt van geweld, wanneer slechts
een toestand van vertrouwen tot stand
gebracht zou worden.
Ik heb uitdrukking gegeven aan de
meening,, dat wanneer er een wapenstil
stand gesloten kon worden ten aanzien
van alle ophitsing, geschikte toestanden
De Regeeringspersdienst meldde gis
teravond
De ontwikkeling van den internatio
nalen toestand heeft de regeering tot het
inzicht gebracht, dat hoewel ons land
geenszins is blootgesteld aan eenige be
dreiging van welke zijde ook het niet
is uitgesloten, dat in de naaste toekomst
ter handhaving der neutraliteit tot mo
bilisatie der zee- en landmacht moet
worden overgegaan.
In verband hiermede heeft de regee
ring besloten tot eenige maatregelen
(zoogenaamde voor-mobilisatie), welke
de strekking hebben de legering en ver
pleging van hen, die eventueel bij mobi
lisatie zullen worden opgeroepen, voor
te bereiden.
De doopplechtigheid van Prinses Irene
op 14 Sept, a.s. in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam zal vla alle Nederlandsche
zenders en den Phohi worden uitgezon
den.
Zuster Boonstra heeft gisteren haar
werkzaamheden in het paleis Soestdijk
beëindigd; zij keert naar het Diacones-
senhuis te 's Gravenhage terug. Freule
Feith zal voortaan ook Prinses Irene
verzorgen.
zouden kunnen worden gevestigd voor
rechtstreeksche onderhandelingen tus
schen Duitschland en Polen.
Het antwoord van den kanselier be
helsde wat neerkomt op een nieuwe ver
klaring van de Duitsche stelling, volgens
welke Oost-Europa een sfeer vormt,
waarin Duitschland de vrije hand be
hoort te hebben en dat wanneer wij of
eenig ander land, dat minder recht
streeks belang daar heeft, mochten wil
len intervenieeren, de schuld voor een
daaropvolgend conflict bij ons zou liggen.
Deze stelling aldus Chamberlain
vormt een volkomen misvatting ten op
zichte van de Britsche positie.
Wij eischen geen speciale positie op in
O.-Europa, noch vragen wij, dat Duitsch
land een nationaal belang zal opofferen,
maar wij kunnen het er niet mee eens
zijn, dat nationale belangen alleen be
veiligd kunnen worden door het vergie
ten van bloed of het vernielen van ande
re staten.
De ramp is nog niet over ons gekomen
en nóg moeten wij hopen, dat reden en
verstand een weg mogen vinden om zich-
zelve weer te doen gelden.
Uiteraard keerden onze gedachten zich
naar de Dominions en ik stel hoogen
prijs op de uitspraken van de ministers
in andere deelen van het Britsche ge-
meenebest. (Toejuichingen.)
De aanwijzingen, die van tijd tot tijd
gegeven zijn en die in sommige gevallen
niet ouder zijn dan van gisteren, betref
fende hun sympathie met ons geduldig
streven in de zaak van den vrede en hun
houding in het ongelukkige geval, waar
in dat streven geen succes mocht blijken
te hebben, vormen voor ons een bron van
diepe aanmoediging.
Ik ben er zeker van, dat het Lagerhuis
de waardeering deelt, waarmede de re
geering kennis heeft genomen van den
oproep tot vrede, die gisteren is uitge
sproken door Koning Leopold van België
aan het einde van de Osloconferentie.
(Algemeene toejuichingen.)
Wij willen een internationale ordening
zien gevestigd op den grondslag van in
ternationale orde en vertrouwen en wij
kunnen een dergelijke ordening niet op
bouwen, tenzij in overeenstemming met
zekere beginselen, die van essentieel be
lang zijn voor de vestiging van vertrou
wen: het inachtnemen van internationale
eenmaal aanvaarde verplichtingen en het
afstand doen van geweld voor de rege
ling van geschillen.
Wij hebben ontzaglijke verantwoorde
lijkheden op ons genomen, omdat die be
ginselen in gevaar schenen te verkeeren.
Wanneer ondanks al onze pogingen om
een vreedzame oplossing te vinden en
God weet, dat ik mijn beste krachten
daaraan gegeven heb (luide toejui
chingen) wij ons gedwongen zien een
worsteling te aanvaarden, die noodzake
lijk gepaard moet gaan met leed en ellen
de voor de geheele menschheid, en waar
van niemand het einde kan voorspellen,
zullen wij niet strijden voor de politieke
toekomst van een veraf gelegen stad in
een vreemd land, maar voor het behoud
van die beginselen, waarover ik heb ge
sproken en welker vernietiging en ver
nieling met zich mede zou brengen uit
gaande boven iedere mogelijkheid van
vrede en veiligheid voor de volkeren der
aarde.
De vraag oorlog of vrede? ligt niet
bij ons aldus Chamberlain tenslotte
en ik vertrouw, dat degenen, bij wie de
verantwoordelijkheid ligt, zullen denken
aan de millioenen menschelijke wezens,
wier lot afhankelijk is van hun optreden.
Wat ons betreft, wij' hebben een eens
gezind land achter ons en op dit kritieke
tijdstip geloof ik, dat wij in dit Lager
huis den wil hebben om schouder aan
schouder te staan en dat wij dezen mid
dag de wereld zullen toonen, dat wij wil
len handelen zooals wij' denken, namelijk
als een eensgezinde natie.
Algemeene toejuichingen weerklonken
toen de eerste minister aan het einde van
zijn rede weer ging zitten. Het was toen
15.25 uur, Chamberlain had ongeveer een
half uur gesproken. Zijn stem had krach
tig geklonken. Tegen het einde nam zijn
stem in omvang toe en klonk vuriger
dan in redevoeringen van Chamberlain
gebruikelijk is.
DE OPPOSITIE AAN HET WOORD.
Na Chamberlain voerde Greenwood
het woord.
Wij zijn geen aanhangers van deze
regeering, aldus de arbeidersafgevaar
digde, maar laat niemand in het buiten
land denken, dat Labour gewillig zou
toestemmen in eenigerlei verdere daad
van agressie. Men moet de wereld laten
weten, dat de Britsche Labourpartij in
deze houding tegen de agressie onwrik
baar staat.
Ik leg hier den nadruk op, aldus
Greenwood omdat ik het ondubbelzinnig
duidelijk wil maken voor hen, die over
zee wonen, dat wanneer de tijd mocht ko
men, waarop deze politiek in praktijk
moet worden gebracht, de vijand geen
oneenig volk tegenover zich zal vinden.
Na Greenwood sprak Sinclair. Hij zei
de o.m.nu de regeering haar koers
heeft vastgesteld, zou iedere aanwijzing
voor een aarzeling of oneenigheid een
aanmoediging vormen voor de vijanden
van den vrede in Duitschland.
De bekende pacifist Lansbury drong
aan op gevolg geven aan de oproepen van
Smuts en Koning Leopold en op het ne
men van concrete stappen coor het tot
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Binnenland.
Vóór-mobilisatie in ons land.
Verklaring van de regeering over de
handhaving onzer onzijdigheid.
Buitenland.
De gespannen toestand. Redevoeringen
van Chamberlain, de Paus en Halifax.
Roosevelt wendt zich tot den Koning van
Italië, Hitier en den president van
Polen.
Uittocht van vreemdelingen uit verschil
lende landen.
Hitier confereert met zijn ministers.
De toestand in en om Danzig.
op gemakkelijke betalingsvoor
waarden. Vraagt inlichtingen.
Beestenmarkt 8, Telefoon 249.
Stationsweg 33, Telefoon 497 (na 5 uur).
stand komen van een conferentie van de
betrokken mannen.
Maxton zeide, dat de onafhankelijke
arbeiderspartij allen steun zou verleenen
voor een groote nieuwe wereldcampagne
voor de wereldbeschaving, maar dat
Chamberlain voor het voeren van oorlog
van deze partij geen steun kreeg.
Eden zeide, dat de verklaring van
Chamberlain uitdrukking had ciegeven
aan de gevoelens van 't Engelsche volk.
Hij is van meening, dat de Duitsche re
geering een hoogst ernstige misrekening
heeft gemaakt door een pact met Rus
land te onderteekenen. Engeland is niet
teruggekomen op zijn belofte aan Polen.
Wedgwood drong er op aan het Kabi
net te versterken door opneming van die
genen, wier reputatie in Europa in vele
opzichten grooter is dan die van de re
geering, zooals zij thans is samengesteld.
Ook de liberaal Mander drong aan op
versterking van het Kabinet.
Het ontwerp op de defensievolmachten
is in eerste lezing door het Lagerhuis
behandeld, dat terstond overging tot be
handeling in tweede lezing.
In tweede lezing werd het wetsont
werp met handopsteken aangenomen.
Het Lagerhuis heeft het
volmachtenontwerp in der
de lezing aangenomen en
doorgezonden naar het
Hoogerhuis.
Ook het Hoogerhuis
heeft het volmachtenont
werp in derde lezing aan
genomen zonder hoofdei ij-
ke stemming.
Het ontwerp is door den
Koning goedgekeurd.
Chamberlan heeft een motie ingediend
om het Lagerhuis Donderdag a.s. op
nieuw bijeen te doen komen. Hij zeide:
ik hoop, dat de leden zich gereed zul
len houden, opdat op korten termijn,
geen naar ik verwacht uiterst waar
schijnlijk is, het Lagerhuis verzocht kan
worden bijeen te komen vóór den in de
motie genoemden datum.
REDE VAN DEN PAUS.
Gisteravond te tien minuten voor half
acht Nederlandsche zomertijd heeft de
Paus een toespraak tot de geheele wereld
gehouden, waarin hij aanspoorde den
vrede te bewaren.
Op het oogenblik, waarop, niettegen
staande de herhaalde aansporingen, de
vrees voor een internationaal conflict
steeds nijpender wordt, op het oogenblik,
waarop de spanning der geesten steeds
meer wijst op een terugkeer van het ver
schrikkelijke onweer van een oorlog,
richt de Paus zich opnieuw met een nieu
wen, vaderlijken en krachtigen oproep
tot de staatshoofden en volken, opdat de
staatshoofden zoeken naar een oplos
sing van de huidige moeilijkheden met
vreedzame middelen en opdat de volken
streven naar het aanmoedigen van deze
vredespogingen.
Dat de mensehen en de mogendheden
zich afkeeren van het niet begrijpen en
dat zij opnieuw gaan onderhandelen met
goeden wil en met eerbiediging van het
wederzijdsche recht en zij zullen bemer
ken, dat vreedzame onderhandelingen
nooit een hinderpaal zijn voor een eervol