De geboorte-aangifte van bet Prinsesje. DE KABINETSCRISIS.
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Irene Emma Elisabeth.
De heeren Van Dijk en
Terpstra niet tot mede
werking bereid
De S.D.A.P. zou twee
zetels eischen.
Terzijdestelling van groote
problemen?
EERSTE BLAD,
Belangrijkste Nieuws.
N.V. FIN. MIJ. „ZEELANDIA" - GOES
Buitenland.
Het antwoord van Danzig
aan Polen.
Militaire situatie ingeval van
DINSDAG 8 AUG. 1939
53e JAARGANG - No. 262
Dit nummer bestaat uit 2 bladen,
Gr I gr* beschikbaar voor
E» 6x£ den aankoop van
een AUTOMOBIEL
Bereidheid tot onderhandelen.
Nog steeds Duitsche troepen
bewegingen op groote schaal
in Oostelijke richting.
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Qoes
Postrekening 44455 Telefoon 11
Jjkanteer Middelburg: Fa. Boekhandel
j, J, F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Abonnomeniaprfje f2.03 per kvarï&s}
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en Viissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
DirecteurHoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Advertentiën 30 cent per rege;
ingezonden mededeetingen 00 cent per rege'i
Kleine Adverrcntiën Dlnodflg* eu Vrijdag?
f 0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Gisteren heeft ten paleize Soestdijk de
geboorte-aangifte plaats gehad van het
Zaterdag geboren Prinsesje.
Tegen elf uur arriveerden daartoe Jhr
van Reenen, de burgemeester van Baarn,
Minister Dr H. Colijn en de vice-presi
dent van den Raad van State, Jhr Bee-
laerts van Blokland.
In de eetzaal van den Baarnschen vleu
gel van het paleis, de eigenlijke woning
van het Prinselijk Gezin, heeft de plech
tigheid der geboorte-aangifte plaats ge
had.
Toen de drie autoriteiten de zaal bin
nentraden, bevond zich daarin niemand.
Enkele oogenblikken slechts behoefden
zjj te wachten en daarna gingen de deu
ren open en trad Prins Bernhard binnen.
De begroeting, die volgde, was zeer har
telijk an de Prins onderhield zich «enigen
tijd met den burgemeester an met de
twee getuigen.
Tijdens dit korte onderhoud werd den
autoriteiten een kopje kandeel aangebo
den, zoodat ook dit oud-Hollandsch ge
bruik thans weer ten paleize in eere ge
houden werd. De kandeel werd geser
veerd in kleine porceleinen kopjes en
zoowel de Prins als de drie autoriteiten
gebruikten bij het drinken eenige wafel
tjes.
Inmiddels had Prins Bernhard zich
naar buiten begeven en daarna kwam het
groote oogenblik, waarop de Prins, zijn
jongste dochter naar binnen bracht. De
kleine Prinses lag in de armen van den
Prins op een rose kussen en zij had een
witte kanten jurk aan. Haar oogen wa
ren gesloten en zjj liet niet haar stem
hooren.
Burgemeester van Ree
nen vertelde later, dat de
kleine Prinses er zeer ge
zond uitziet, het is een
flink kind, het haar is iets
donkerder dan dat van
Prinses Beatrix.
Gedurende de plechtigheid van de of-
ficieele geboorte-aangifte was de kleine
Prinses niet meer aanwezig, want Prins
Bernhard had haar tevoren overgegeven
in de vertrouwde handen van de ver
pleegster.
Onmiddellijk keerde de Prins in de
eetzaal terug en verklaarde:
De namen van onze dochter zijn:
IRENE EMMA ELISABETH.
Zonder twijfel zal het voor burgemees
ter Van Reenen een onvergetelijk oogen
blik zijn geweest, toen hij, die zich het
dichtst bij de deur had opgesteld, deze
voor het eerst voor de Prinses kon ope
nen, waarbij hij zeide:
„Mag ik dezen keer de eer hebben de
deur voor haar open te houden?"
Men zal zich herinneren, dat bij de ge
boorte-aangifte van Prinses Beatrix deze
eer aan Dr Colijn te beurt viel.
Met nadruk verzocht Prins Bernhard
den burgemeester, nadat de namen van
de Prinses waren bekend gemaakt, aan
allen den juisten uitleg van deze namen
te geven en de beteekenis van den naam
Irene, vrede, een naam, die in verband
met de tijdsomstandigheden gekozen is,
duidelijk te maken.
Hierna volgde de eigenlijke geboorte
aangifte, waarbij burgemeester Van Ree
nen als ambtenaar van den burgerlijken
stand den Prins de gebruikelijke for-
meele vragen stelde.
Vervolgens ging hij over tot het voor
lezen van de acte van geboorte-aangifte.
De geboorte-acte, die wij hiernaast af
drukken, is geheel met de hand geschre
ven, omdat het gebruikelijke, gedrukte
formulier voor een dergelijke aangifte
met voldoende ruimte biedt en de acte
een slordig aanzien zou krijgen door de
noodzakelijke renvooien.
Na het voorlezen van de acte zijn bei
de exemplaren achtereenvolgens door
den Prins, door de beide getuigen, die
nun handteekeningen naast elkander
Plaatsten, en tenslotte door den burge
meester als ambtenaar van den burger
lijken stand, onderteekend. Hiermee was
derhalve de naamgeving van de jonge
Prinses officieel geconstateerd en gere
gistreerd.
Minister-president Colijn had reeds
°rt na binnenkomst de vulpenhouder
voor den dag gehaald, waarmede verle
den jaar door dezelfde personen de hand-
eekeningen waren geplaatst onder de
geboorte-acte van Prinses Beatrix. Mi
nister Colijn had dezen penhouder spe
ciaal bewaard en meegebracht voor deze
gelegenheid.
Prinses Beatrix komt binnen.
Een alleraardigst oogenblik was het
toen na afloop van de plechtigheid Prin
ses Beatrix de kamer kwam binnenstap
pen. De Prins had tevoren al medege
deeld, dat zyn oudste dochtertje de hee-
ren zou komen begroeten, Nu was zij
daar. Zonder schroom dribbelde zij naar
binnen, gaf alle heeren een handje en
praatte, zooals een kind van anderhalf
jaar dat doen kan. Het ambtscostuum
van den burgemeester met den wandel
degen en den zilveren keten trokken na
tuurlek haar aandacht. Alle heeren zei
den iets liefs tegen de kleine, zij stelden
het zeer op prijs, met eigen oogen te kun
nen waarnemen, hoe zeer zij gegroeid
was sedert z\j in Februari 1938 was bin
nengedragen, als dat nu met haar zusje
was gebeurd.
Het kleine meisje bleef een kwartier
tje in de kamer rondloopen, een leven
dige belangstelling aan den dag leggend
voor alles wat nieuw voor haar was.
Lief stapte zij van den een naar den
ander in het lichtblauwe jurkje, tot zij
ten slotte weer werd weggedragen om
naar haar speelvertrek gebracht te wor
den.
De Prins nam nu ook afscheid van de
drie heeren, waarna Jhr Dedel den bur
gemeester en de twee getuigen uitgelei
de deed.
Het trok de aandacht, dat Minister
Colijn bij zijn aankomst en vertrek een
zeer hartelijke ovatie van het wachtende
publiek in ontvangst had te nemen.
Naar uit Den Haag gemeld wordt,
schijnt het met de pogingen van Jhr de
Geer in tegenstelling met wat aan
vankelijk verwacht werd om een Ka
binet op breede basis te vormen, niet te
vlotten.
Naar van betrouwbare zijde wordt me
degedeeld, hebben de heeren Dr J. J. C.
van Dijk en Mr J. Terpstra het stand
punt ingenomen, dat zij niet zitting kun
nen nemen in het Kabinet, dat de heer
Jhr Mr D. J. de Geer zich voorgenomen
heeft te vormen.
Dit schijnt er op te wijzen, dat de anti
revolutionairen de oplossing van de ka
binetscrisis, welke Jhr de Geer, ondanks
zijn afkeuring van het Kamervotum van
27 Juli, meent te moeten nastreven, in
constitutioneel oordeelen en de meening
blijven toegedaan, dat op de partijen,
welke het vijfde kabinet-Colijn ten val
hebben gebracht, overeenkomstig de bij
ons geldende staatkundige regelen, de
plicht rust, de door hun initiatief en me
dewerking veroorzaakte kabinetscrisis op
te lossen. Met andere woorden: Er be
hoort h.i. te komen een kabinet van R.
K., S. D. en V. D., onder leiding van een
katholieken formateur.
Deze afzijdigheid der anti-revolutio
nairen kan beteekenen, dat nu ook mi-
f O****",
~7€Cf>/3€
i WS-pfy,otSew
.&**>- aëSpv *4
-Jr. x^/x-^-tA^x
|jÉ
G& f rCJt mijII- -I
t
De tekst der geboorte-aangifte van H. K. H. Prinses Irene, Einma, Elisabeth. Deze
geboorte-aangifte is onderteekend door Z. K. M. Prins Bernhard, dr H. Colijn,
jhr mr F. Beelaerts van Blokland en jhr mr G. G. J. van Reenen.
nieter Van Lidth de Jeude, met wien de
formateur gisteravond opnieuw geduren
de een uur overleg heeft gepleegd, niet
bereid zal zijn tot toetreding. Immers
de liberalen hebben zich, gelijk reeds
gemeld werd, op het standpunt gesteld,
dat aan dit kabinet steun zouden moe
ten verleenen alle partijen, welke tegen
de motie-Deckers hebben gestemd.
Uiteraard zullen de inhoud van het
program en de personen der andere aan
gezochte ministers uiteindelijk den door
slag moeten geven.
Bij deze moeilijkheden en onzekerhe
den komt nog, dat Ir A 1 b a r d a gister
middag by zijn bespreking met den for
mateur den eisch zou hebben gesteld, dat
twee sociaal-democraten in het nieuwe
kabinet zouden moeten worden opgeno
men en dat anders DrJ. vandeTem-
p e 1 niet bereid zou zijn, de portefeuille
van Sociale Zaken te aanvaarden.
In „Het Volk" wordt opgemerkt, dat
de S. D. A. P. alléén dan haar medewer
king aan een Kabinet kan verleenen, als
zij door aantal en politiek gezag van
hair mannen in het ministerie voldoen
de invloed kunnen uitoefenen op het be
stuursbeleid.
Het „A1 g. H d b 1 d" meent te weten,
dat als de heer Van Lidth de Jeude in
derdaad mocht weigeren, er een goede
kans zou zijn, dat de formateur zal over
gaan tot de vorming van een vier-par-
tijen-kabinet, van C. H., R. K., V. D. en
S. D.
Toch acht dit blad de mogelijkheid
niet uitgesloten, dat Jhr de Geer, als het
dan op het opstellen van een program
aankomt, met zijn toekomstige ambtge-
nooten niet tot overeenstemming zou
kunnen geraken en de opdracht zou moe
ten terug geven. Vooralsnog acht men
echter deze mogelijkheid niet groot.
De vele besprekingen, die Jhr de Geer
gevoerd heeft, zooals met den luitenant
kolonel van den Generalen Staf A. Q. H.
Dijxhoorn en met den V. D. fractie
leider M r A. M. J o e k e s, wijzen er op,
aldus het „V a d e r 1 a n d", dat hij nog
steeds bezig is te peilen, welke meenin
gen er in verschillende kringen bestaan.
Voorts schijnt Jhr de Geer zich in ver
binding gesteld te hebben met M r O u d,
inzake de portefeuille van Financiën, en
de indruk in parlementaire kringen was
gewettigd, dat Mr Oud hier niet geheel
afwijzend tegenover stond.
Men nam thans in breeden kring ook
als vaststaand aan, dat M r P a t ij n niet
bereid zou zijn om in een ministerie, als
door Jhr de Geer zou worden samenge
steld, zitting te nemen, zoodat, mocht
deze formatie doorgaan, men zoowel aan
het Ministerie van Defensie, als van Bui-
tenlandsche Zaken nieuwe bewindslieden
zou krijgen.
Gisteravond van ongeveer half negen
tot half tien heeft de kabinetsformateur
Jhr Mr de Geer een bespreking gehad
met den Minister van Waterstaat, Jhr Ir
O. C. A. van Lidth de Jeude, ten huize
van laatstgenoemde.
Naar het „Vaderland" uit parle
mentaire kringen verneemt, krijgt men
het vermoeden, dat Jhr de Geer streeft
naar de terzijdestelling van de groote
problemen. Wat de rijksdefensie betreft,
zou de kabinetsformateur de defensie
van het moederland op de eerste plaats
willen zetten.
Hü zou hierbij dus handelen in tegen
stelling met zijn voorganger, Dr Colijn,
die doordrongen was van de nooden der
Indische defensie en de maritieme ver
dediging van de overzeesche gewesten op
de eerste plaats stelde. Het vermoeden
ligt voor de hand, dat Jhr de Geer tot
deze verandering is gekomen onder den
druk van sociaal-democraten en vrijzin
nig democraten, wier medewerking hij
nog steeds zoekt. Dat Jhr de Geer er
reeds mee rekent minister Van Dijk te
laten vallen blijkt duidelijk uit het con
tact, dat hij heeft gehad met twee land
macht-officieren, aan wie hij, naar aan
genomen mag worden, de portefeuille
van defensie heeft aangeboden. Of onder
deze omstandigheden minister Weiter,
die, zooals bekend, de verantwoordelijk
heid voor de Indische defensie draagt en
in het vorig kabinet de minister was die
in den ministerraad een sterke uitbrei
ding van de Indische maritieme defensie
bepleitte, bereid zou zijn deze zware ver
antwoordelijkheid weer te aanvaarden,
wordt zeer twijfelachtig geheeten. Ook
van Ir van Lidth de Jeude mag worden
betwijfeld of hij onder die situatie, wat
de defensie betreft, in een kabinet-De
Geer zitting zou willen nemen.
Men krijgt uit dezen loop van zaken
wel den indruk, dat socialisten en vrij
zinnig democraten een sterken invloed
op den formateur oefenen, zoo sterk zelfs
dat deze van de medewerking van eeni
ge aangezochte vak-ministers eventueel
zou afzien.
Binnenland,
De geboorte-aangifte van Prinses Irene.
Moeilijkheden bij de Kabinetsformatie.
Een windhoos boven Nieuw-Woerdinge.
Buitenland.
Het antwoord van Danzig aan Polen.
Nog steeds Duitsche troepenconcentraties.
Aardverschuiving in Italië.
op gemakkelijke betalingsvoor
waarden. Vraagt inlichtingen.
Beestenmarkt 8, Telefoon 249.
Stationsweg 33, Telefoon 497 (na S uur).
Naar de persdienst van den senaat
meedeelt, heeft de Danzigsche regeering
den diplomatieken vertegenwoordiger
der republiek Polen de antwoordnota be
treffende de werkzaamheid der Poolsche
douane-inspecteurs overhandigd.
Havas meldt uit Warschau, dat vol
gens een bericht uit Poolsche bron te
Danzig in de nota van den senaat, die
gisteren overhandigd is, gezegd zou zijn,
dat de senaat noch de douane-directie,
instructies hebben gegeven, die ten doel
zouden hebben gehad, den Poolschen be
ambten de uitoefening van hun functie
onmogelijk te maken.
De Senaat protesteert tegen de bedrei
ging met niet nader genoemde maatre
gelen door Polen.
De nota besluit met uiting te geven aan
de bereidheid over de aangelegenheden te
beraadslagen.
Dit laatste wordt in politieke kringen
van veel beteekenis geacht, omdat daar
mee het stadium van regelmatige diplo
matieke onderhandeling zou zijn bereikt.
Naar „H a v a s" verneemt, kon men
Maandag te Berlijn, o.a. den kant uit van
Potsdam, getuige zijn van de requisitie
door de militaire autoriteiten van talrij
ke particuliere vracht- en personen
auto's.
In tal van gevallen wer
den de chauffeurs tege
lijk met hun wagens gere-
q u i r e e r d.
Reizigers, die gisteren in Londen aan
gekomen zijn, hebben meegedeeld, dat
Duitsche troepenbewegingen op groote
schaal nog steeds in oostelijke richting
plaats hebben. De Orient-express, zoo
zeiden zij, had Zondag een vertraging
van vier uur in Oostenrijk.
Vier Duitsche troepentreinen kregen
voorrang op den weg van Linz naar Wee-
nen en op een zijspoor bij Linz zag men
nog een trein vol soldaten staan wach
ten.
Uit Kattowitz wordt omtrent de con
centratie van Duitsche troepen aan de
grens van Opper-Silezië vernomen, dat
Vrijdag 1.1., in de omgeving van Zabrze
automobieltransporten zijn gearriveerd,
bevattende detachementen van het ze
vende legercorps.
De troepen namen bezit van de open
bare gebouwen en de scholen.
DE GROOTE LIJN VAN DE
BESPREKING DER DESKUNDIGEN
TE MOSKOU.
Naar aanleiding van de a.s. militaire
besprekingen te Moskou spreekt de cor
respondent van de „D a i 1 y T e 1 e g r."
in die stad over de ontwikkeling van een
eventueelen oorlog tegen de spil, een on
derwerp, dat de militaire deskundigen
uiteraard onder oogen moeten zien. Vol
gens hem moet Stalin nu weten, dat de
beslissende strijd te land en ter zee in het
Westen uitgevochten zou moeten worden.
Het Kremlin, zoo zegt hij verder, is
ongetwijfeld op de hoogte van de formi
dabele capaciteit van de democratieën om