DE ZEEDW
met zilveren randen.
TWEEDE BLAD
Het Rijksinkoopbureau.
Uit de Provincie
Rechtszaken
Wat er deze week voorviel.
WALCHEREN.
VAN
ZATERDAG 24 JUNI 1939, Nr 224.
De belangen van den middenstand In
't gedrang? Minister ColIJn zegt
onderzoek toe.
In de Tweede Kamer kwam gisteren
aan de orde een begrootingswijziging
voor aankoop en inrichting van een ge
bouw ten behoeve van het rijksinkoop
bureau (f 11.600).
De heer S t u m p e 1 (R.K.) sprak er
zijn verwondering over uit, dat er gebrek
aan ruimte is ontstaan daar er is toege
zegd, dat naar inperking van het rijks
inkoopbureau zou worden gestreefd. Spr.
kan de methode van inkoopen allerminst
bewonderen, daar abnormale kortingen
worden bedongen. De belangen van den
middenstand komen daardoor in het ge
drang. Is de minister bereid te doen on
derzoeken, hoe de bezwaren tegen de
werkwijze van het bureau kunnen worden
ondervangen?
De heer T i 1 a n u s (C.H.) waarschuwt
tegen overschrijding van de ramingen bij
aankoop van het bedoelde pand.
De minister van Finan
ciën a.i., de heer C o 1 ij n, noodigt den
heer Stumpel uit eens met hem over dit
onderwerp te komen spreken. Op de op
merkingen betreffende de werkwijze van
het bureau kan spr. in het algemeen geen
antwoord geven. Spr. is volkomen bereid
eventueele klachten te onderzoeken en
over een reorganisatie met den midden
stand in overleg te treden. Het is echter
onjuist, dat de besparing niet opweegt
tegen de kosten van het bureau; de be
sparingen zijn acht a tienmaal zoo hoog
als de kosten. Eenig gevaar, dat het be
drag van f 11.500 te laag zal zijn voor de
bebouwing, is natuurlijk aanwezig, doch
spr. zal er naar streven binnen de ram
ming te blijven.
Het ontwerp is z.h.st. aangenomen.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Daar had ik de vorige week mijn pen
reeds ingedoopt om je een brief te pen
nen, toen een heele goede kennis van me,
in mijn onmiddellijke omgeving gezeten,
mij adviseerde het schrijven maar een
week uit te stellen. Zoo heet van de
naald, vlak na de gemeenteraadsverkie
zing, zou het weer een echte politieke
brief geworden zijn, en daar zijn toch ook
nog andere zaken in onze stad die de be
langstelling overwaard zijn, ging be
doelde adviseur verder. Ik was het daar
wel eenigszins mee eens, maar achteraf
heb ik toch spijt, mijn hart niet gelucht
te hebben.
Ik zou dat niet gedaan hebben over de
kiezers, die een A.-R. verwisselden voor
een S.G.P.er. Daar zijn er in mijn omge
ving die dat beslist een achteruitgang
vinden, maar ik zeg maar zoo, dat moet
je nog afwachten. Als je tenminste hun
pamflet mag gelooven!
Over de 1000 kiezers die niet gestemd
hebben, och wat moet je daar van zeg
gen. Daar zijn heel wat zieken en vertrok
kenen onder en nog wat gemoedsbezwaar
den, neen, daar had ik ook het zwijgen
wel toe gedaan.
Maar die 368, die een biljet in d'r han
den hebben gehad en dat biljet moedwil
lig verknoeiden, of uit slordigheid van on
waarde maakten, of, wat met het grootste
deel het geval was, blanco in de bus stop
ten, daar had ik een hartig woordje mee
willen spreken. Maar 't is boter aan de
galg gesmeerd, laat ik het niet doen. Ver
onderstel eens dat die allemaal A.R. had
den gestemd.
En nu ik deze week van zooveel plaat
sen las: A.R. één winst, nu is het me
toch gaan kriebelen. Want al waren wij
met A.R. één verlies, nu solidair met de
FEUILLET O N
Naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE.
46) _0_
Dit verbod was mij hoogst onaange
naam, daar het boschje mijn meest ge
liefkoosd plekje was, waar ik steeds vrije
lijk al mijn luchtkasteelen kon bouwen, en
novellen en romans kon bedenken, die ik
in latere jaren hoopte te zullen schrijven,
of, liever nog, zelve te doorleren. Mijn
gelaat drukte zeker mijn teleurstelling
uit, want tante Judith zeide:
„Wij hebben altijd vrijen toegang gehad
tot het eikenbosch je, en ik zie niet in,
waarom nu aan het kind verboden moet
worden het te betreden. In vorige jaren
maakte het nooit eenig onderscheid, of
Cuppage bewoond werd of niet."
„Maar het kan toch niet goed wezen
voor Chrystie, om met een jongen om te
gaan", hernam Mona.
„Waarom niet, indien hij een goede
Jongen is, en zich fatsoenlijk gedraagt,
zooals van Julia's kleinzoon te verwach
ten is?" was het antwoord van Judith.
„O, heel bestl Alles wat ik zeg wordl
natuurlijk niet geteld", hernam Mona
zeer knorrig. „Maar wanneer Chrystabel
lomp, ongemanierd en brutaal wordt,
evenals een jongen, dan zult gij u mijn
gemeenten St. Laurens, Souburg en Vlis-
singen, dit was een solidariteit waar ik
niets van moet hebben.
Nu wij evenwel meegedeeld hebben in
een „streekverschijnsel" laat ik beschou
wingen hierover maar voor rekening der
redactie. Binnenkort verwacht ik wel een
balans voor de provincie Zeeland met be
schouwingen.
Van de politiek naar het onderwijs is
maar één schrede.
Ons jongste troetelkind, de Christelijke
school voor buitengewoon lager onderwijs
heeft dezer dagen weer onze hulp inge
roepen. Déze dappere vereeniging is be
gonnen in het geloof dat de Walchersche
christenen deze school zouden voorzien
van meubilair en leermiddelen. Met het
allernoodzakelijkste kon in December
1938 worden begonnen. Maar vooral de
leermiddelen vragen voortdurend nieuwe
uitgaven. In samenwerking met den Chr.
Vrouwenbond wil men thans, door het
houden van een bazar, het bestuur in
staat stellen dezen mooien maar zwaren
arbeid aan het zwakzinnige kind op de
meest doeltreffende wijze te verrichten.
De twee hoogste burgeressen van onze
stad, Mevr. Quarles van Uffordbaro
nesse Mulert tot de Leemcule en Mevr.
Van "Walré de BordesGrothe, vormen
het Eëre-comité. En talrijke dames en
heeren uit onze stad hebben steun en me
dewerking toegezegd.
Wat voor ons wil zeggen: allen de
schouders er onder.
Op voor de Ghr. B.L.O.-school.
Onze openbare leeszaal en bibliotheek
imlag -zich ook in een toenemende belang
stelling verheugen. Wekelijks komen een
40Q-tal bezoekers de lees- en studiezaal
in en geeft de bibliotheek een 1000-tal
boeken uit. In het verslag staat nauwkeu
rig aangegeven hoeveel romans en ook
het aantal studiewerken dat wordt uit
gegeven. Voor vele jongere en ook oudere
leerlingen biedt de gezellige studiezaal
met zijn vele naslagwerken en wetten
een uitstekende gelegenheid zijn kennis
op velerlei gebied te verrijken. Ook de
overdadig voorziene leestafels bieden
meer dan alleen wat verstrooiing, En het
personeel beijvert zich steeds ieder zoo
veel mogelijk naar eigen smaak van gees
telijk voedsel te voorzien.
Dezer dagen is wel aan het licht ge
komen dat wij: plaatselijk leven onder een
overdaad van verordeningen, die ons ge
meentelijk bestuur meer last dan rust be
zorgen. Het slepende geval „de Midza-
borden" heeft aan het lioht gebracht,
dat een en dezelfde zaak in niet minder
dan drie verordeningen wordt geregeld
en in alle drie verschillend. Als de oude
raad dit geval nog tot aller tevredenheid
in 't reine moet brengen, dan voorzie ik
nog eenige warme uurtjes om de hoef
ijzervormige raadstafel. Maar hij zal het
wel aan zijn opvolger overlaten. Ein die
zal verstandig doen een unificatie-ver
ordeningscommissie te benoemen, om
dergelijke toekomstige eventualiteiten te
voorhoimten.
Daar blijft dus nog werk aan den
Winkel.
Zeg amice, ook de rnlooie boot „Piet
Hfein" gezien? En de door ons allen ge
liefde bewoners van die boot? Nu, dan is
je week ook goed geweest en daarom hier
een „tot wederziens".
Als altijld, je
STENTOR.
IN VRIJHEID GESTELD.
Naar we vernemen heeft de Justitie te
Middelburg den hoofdonderwijzer v. H.
en den wethouder de K. uit Krabben-
d ij k e, na hun verhoor in vrijheid ge
steld. Zooals men weet werden beide ver
dacht van gepleegde fraude in de school
administratie van de Gereformeerde
school aldaar.
Verplaatst.
Met ingang van 1 Juli a.s. wordt de
rijksveldwachter brig, tit. rijkspolitie
hondengeleider A. Tavenier, te Nieuw-
dorp, verplaatst naar Soestdijk.
oordeel over jongens wel eens herinne
ren".
Ik dacht, dat haar oordeel over jongens
wel wat heel streng was, maar ik zeide
niets.
Een paar uren later ging ik volgens
mijn gewoonte tante Rachel bezoeken, en
deelde haar natuurlijk het belangrijke
nieuws omtrent Cuppage mede. Zij was
even verwonderd als haar neef en zijn
zusters, en de herinneringen uit het verle
den schenen ook bij haar op te komen,
terwijl zij zachtjes, als tot zich zelve, her
haalde: „Teruggekomenl op Cuppage te
ruggekomen! Het is zeer vreemd."
„Maar, lieve tante", zeide ik, „het is
toch niet zoo heel verwonderlijk, dat de
menschen eenmaal terugkomen, indien zij
niet gestorven zijn. Een plaats als Cup
page kan toch ook niet voor altijd verla
ten zijn."
„Voor altijd is een zeer lange tijd,
Chrystie; maar ik had niet verwacht ooit
een Catherwood in deze wereld terug te
zien. Doch ik moet u opmerken, mijn
lieve, dat gij: al zeer slecht Engelsch hebt
gesproken; gij weet welk 'n afkeer ik heb
van ingewikkelde phrasen."
„Ik zal voortaan mijn best doen, tante
Rachel, om beter te spreken, maar ik ge
loof, dat wij allen dezen avond onze zin
nen een weinig verloren hebben; nog
nooit heb ik tante Judith zoo verwonderd
gezien, en oom Mathhias, dat is niet te
beschrijven; en toch weet ik, dat hij meer
malen dacht, dat Julia wel spoedig zou
Oostkapel Ie. Door de politie alhier is
proces-verbaal opgemaakt tegen den land
bouwer G. de V. wegens het niet be
sproeien van aardappelen tegen den colo
radokever.
Een kleine advertentie in de rubriek
„Vraag en Aanbod" kost slechts 75 cent
bij vooruitbetaling.
Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 23 Juni 1939.
Meineed.
J. W, K., 28 jaar, landbouwer te Re-
nesse, was verdacht van meineed. Hij
heeft te Zierikzee op 5 April 1939, als
getuige gehoord voor het Kantongerecht
aldaar, in de strafzaak van het >0. M.
tegen J. C. de Bruyn, verdacht van over
treding der Jachtwet, mondeling per
soonlijk onder eede opzettelijk een valsche
verklaring afgelegd in een zaak betref
fende overtreding der jachtwet,
Verdachte was verschenen en werd
rechtskundig bijgestaan door (Mr F. W.
Adriaanse, advocaat te Middelburg.
De getuige Horst, jachtopziener te Re-
nesse, blijft bh zjjn proces-verbaal. Ter
gelegenheid van een uitvoering te Re-
nesse heeft verdachte aan getuige ge
vraagd: „weet je al wie die tweede is
geweest in dien nacht?" Get. antwoordde
bevestigend ofschoon hij het niet zeker
wist. Verdachte zeide daarop: „dat was
ik".
De getuige de Bruyne, arbeiders te Re-
nesse (destijds verdachte), verklaarde
thans de verdachte Kooman den bewus-
ten avond niet te hebben gesproken. De
president verwijst dezen getuige onmiddel
lijk naar zijn plaats.
De volgende getuige Koopman te Re-
nesse, die destijds op de uitvoering bij
het gesprek is geweest, ontkent thans iets
van het besprokene te weten. Ook deze
getuige wordt naar zijn plaats verwezen.
Vervolgens wordt de majoor der Rijks-
veldwacht de Jonge, te Haamstede, ge
hoord, die bij zijn verklaringen blijft in
het proces-verbaal afgelegd.
Na deze verklarin"- worden beide ge
tuigen opnieuw géhoord, doch blijven vol
houden te ontkennen een gesprek met
van der H. te hebben gehad.
De getuige de Bruyne wordt, nadat de
Rechtbank in raadkamer is geweest, nog
maals gevraagd of hij' bij' zijn verklarin
gen blijft. Hij antwoordt daarop bevesti
gend.
De 'President dicteert thanis een verkla
ring die door den get. de B. zal worden
geteekend. Nadat een en ander is ge-
gieschied, komt get. de B. op zijn ver
klaring terugi en erkent den bewusten
avond met dien verdachte K. te hebben
gestroopt en te hebben geiichtbakt.
Verdachte ondervraagd, ontkent in het
jachtveld te zijn geweest en houdt vol
destijds voor den Kantonrechter de waar
heid te hebben gezegd.
De get. Verton, wederom gehoord, geeft
thans toe dat wat hij aan den majoor der
Rijksveldwacht heeft verklaard, waar is.
De Officier van Justitie aan het woord
komende, is van oordeel dat de meineed
vast staat. In jachtzaken wordt, aldus
de 'Officier, ontzettend gelogen.
De 'Officier eischt 6 maanden gevange
nisstraf.
De verdediger van verdachte verzoekt
de Rechtbank zich ernstig te bezinnen.
Veroordeeling zal alleen kunnen volgen
als 100 pet. zeker is, dat vast staat dat
de meineed is gepleegd.
Vaischheid in geschrifte.
T. C. 'C., 26 jaar, schildersknecht te
Hoedekens'kerke, was verdacht van
vaischheid in geschrifte, doordat hij: tus-
scben 1 April 1937 en 1 April 1939 een
nationaliteitsbewijs voor een tweewielig
motorrijwiel beeft verval'scht, door bet
jaartal van afgifte van dat bewijs
valschelijk en in strijd met de waar-
terugkeeren."
„Heeft bij' dat waarlijk gedacht? Maar
bij beeft zich dit zoo dikwijls- voorgespie
geld, sedert zij vertrokken is; ten minste
sinds kapitein Trafford in Indië gestor
ven is, en wij allen verwachtten dat zij' te
huis zoude komen, toen zij- als weduwe
achterbleef; maar Julia beeft gedurende
haar gansche leven nooit gedaan, wat
men veronderstelde dat zij doen zou. Ik
heb nooit iemand ontmoet, die zoovele
personen teleurgesteld heeft, als zij deedl
Zij was zelfzuchtig; ja! en ongevoelig te
vens, dat is de waarheid, Chrystie. Ik ge
loof niet, dat zij ooit iemand opzettelijk
leed beeft gedaan; ik geloof, dat zij' nooit
met voorbedachtzaamheid te werk ging
om iemand ongelukkig te maken, en toch
beeft zij veel kwaad gedaan - zij heeft
sommige menschen diep rampzalig ge
maakt!"
Tante Rachel sprak, zooals ik haar nog
nooit gehoord had; daar was zelfs eenige
bitterheid in haar toon, en bepaald een
opgewondenheid, die geheel vreemd was
aan haar gewone kalme bezadigdheid.
Haar bleeke wangen waren zelfs met een
lichten blos overdekt; ongetwijfeld had zij
eens groot belang gesteld in de familie
van Cuppage en hoofdzakelijk in Julia.
Ik weet niet recht hoe, maar zeker was
het, dat die bewoners van Cuppage ons
allen voor een paar dagen in een koorts
achtige stemming brachten, want wij de
den bijna niets anders dan allerlei dingen
aangaande hen, die mogelijk en waar-
Onder een, zooals te verwachten was,
buitengewoon groote belangstelling heeft
dr H. Colijn Donderdag j.l. zijn zeventig
sten verjaardag mogen vieren. Die belang
stelling kwam niet alleen uit Anti-Revolu
tionairen kring, maar ook velen daar
buiten hebben hun dankbaarheid ge
toond, dat onze minister-president op
den leeftijd der sterken, door God geze
gend wordt met een lichamelijke en gees
telijke werkkracht, die nog ongebroken
mag worden genoemd, waardoor hij zich
nog aan 's lands belangen geven kan.
Waar de geruchten nog steeds blijven
loepen, dat een kabinetscrisis niet uit
gesloten moet worden geacht, mag worden
gehoopt, dat het onzen bekwamen en al
lerwegen het vertrouwen genietenden
premier gelukken moge dat gevaar te be
zweren en tevens, als dit noodig is, orde
op de financieele zaken te stellen. We
booren de laatste weken, vooral in R.K.
pers, weer geluiden, die we uit finan
cieel opzicht niet aarzelen hoogst beden
kelijk te noemen.
Tegen sommiger verwachting in, was er
in de Tweede Kamer een groote meerder
heid voor het wetsontwerp tot invoering
van den kinderbijslag. Dat dit wetje er
ongewijzigd doorging, was wel een succes
voor Minister Romme.
Terwijl we dit schrijven is het Minis
ter Goseling, die de vuurproef moet door
staan. Dé Kamer behandelt n.l. het rap
port der commissie-Schouten over de
kwestie-Oss, welke conclusies naar het
zich laat aanzien, wel een meerderheid
in ons Lagerhuis zullen vinden. Het is
nu de vraag of dit zal beteekenen 't heen
gaan van dezen Minister, die in deze
kwestie wel een beleid heeft gevoerd,
waartegen ernstige bedenking moet wor
den ingebracht en dat ook door gemis
aan tact wordt gekenmerkt.
De Gemeenteraadsverkiezingen in de
groote steden waren voor de A.R. partij
belangrijk gunstiger dan die in de voor
naamste plaatsen op Walcheren. In de
belangrijkste steden is het zelfs gelukt
een zetel te winnen. Dat de S.D'.A.P. over
't algemeen eenige achteruitgang had te
boeken valt tevens te constateeren, zij
het natuurlijk niet in die mate als te Am
sterdam, waar enkele leidinggevende fi
guren uit deze partij zich aan hoogst
laakbare handelingen hebben schuldig
gemaakt.
Dat dit kwaad ook in anderen kring
voorkomt, is echter deze week weer te
Krabbendijke gebleken.
Wat de buitenlandsche gebeurtenissen
betreft, trekt vooral de gang van zaken in
het verre Oosten onze aandacht.
Japan is begonnen met zijn blokkade
van de Engelsche en Fransche concessies
te Tientsin en zet die door. Daarmee zijn
de verhoudingen aanmerkelijk verscherpt.
We kunnen waarnemen, dat de Britsch-
Japanscbe incidenten steeds veelvuldiger
en ernstiger worden. We Leboeven slechts
te vermelden: de internationale concessie
op Amoy, de aanhouding van 't Engelsche
passagierschip „Ranpura"; de arrestatie
van den Britschen militairen attaché
Spear en van luitenant Cooper, en nu
weer de blokkade van Tientsin,
Daarbij komt nog het Japanscbe .-.ulti
matum" aan de buitenlandsche mogend
heden, welke oorlogsschepen in Swatau
hebben liggen, om haar bodems met den
uiter,-ten spoed terug te trekken aan
welk „verzoek" echter niet voldaan zal
■worden.
Waar zal dit alles heen voeren?
Het is wel zeker en dat weet Japan
ook wel dat de militairo en maritieme
strijdkrachten, welke de Westersohe we
reld in het Verre Dosten onderhoudt, ab
soluut onvoldoende zijn om met de ge
ringste kans op succes een gewapend con
flict te wagen. Bovendien kan Engeland
zijn vloot niet uit de Europeesche wate
ren halen, zoolang in ons werelddeel zelf
de spanningen zoo ernstig zijn. Et is tot
dusverre geen enkele aanwijzing, dat de
Vereenigde Staten binnen afzienbaren tijd
bereid zullen zijn hun geweldige oorlogs
vloot tegen Japan te keeren.
'Wat dan? Zal men tot economische
maatregelen overgaan?
Hoe het ook zij, orkond moet worden,
dat Japans positie, ook al kan het China
niet onder de knie 'krijgen en al wordt
het door dezen oorlog financieel uitgeput,
in het verre 'Oosten steeds sterker wordt.
Nu staat Japan nog tegenover Enge
land en de Vereenigde Staten, twee mach
tigen in de wereldpolitiek. Straks plaatst
het zich wellicht tegenover zwakkeren.
Zullen dezen dan op de grooten kunnen
rekenen?
Wie durft daar staat op maken? Het
Oostersche probleem stelt ook Nederland
als koloniale mogendheid voor een ern
stige situatie.
De ontwikkeling der gebeurtenissen in
het Verre Oosten komt juist op dit mo
ment Berlijn en Rome niet ongelegen.
De Duitscho pers spot inet het machte-
loozo Engeland, dat de middelen niet
bezit om bet imperialistische levensruim,
hetwelk het in den loop der eeuwen ver
overd heeft, zelfs tegen betrekkelijk lichte
aanvallen van buiten te verdedigen.
Ze lacht verder Engeland uit, dat het
nog steeds geen verdrag met Rusland kon
sluiten. „Er zijn nog verschillende andere
punten," zei Chamberlain. Welke?
De Duitsche pers noemt, met zichtbaar
leedvermaak, één 'kwestie, Stalin eischt
onverbiddelijlk en onvoorwaardelijk, dat
Engeland Sovjet-Rusland voor eiken oor
log tegen Japan zal waarborgen; dat En
geland derhalve mede ten oorlog zal trek
ken, als in bet Verre Oosten Japan Rus
land of Rusland Japan aanvalt.
De 'Engelsche diplomatie staat wel voor
groote moeilijkbeden van delicaten aard.
beid met rooden inkt te veranderen
van 1931 in 1'934, zulks met het
oogmerk om dat bewijs als echt en
onvervalsc'ht te gebruiken of door an
deren te doen gebruiken, terwijl uit dat
gebruik eenig nadeel kon ontstaan; en
vervolgens dat vervalschte bewijs hij den
verkoop van zijn motorrijwiel als „echt"
af te geven aan zekere P. A. Philipse te
's-Gravenpolder.
De Officier van Justitie eischte 1 mnd.
gevangenisstraf en toewijzing van de ci
viele vordering ten bedrage van f 50 aan
P. A. Philipse.
J. V., 59 jaar, huisvrouw M. F. te
Zonnemaire, was in hooger ber'oep ge
komen tegen een vonnis van den Kanton
rechter te Zierikzee, waarbij zij wegens,
zonder de vereischte vergunning, sterken
drank in het klein verkoopen, werd ver
oordeeld tot een geldboete van f 150 of
1 maand hechtenis.
De Officier van Justitie eischte thans,
bevestiging van het vonnis waarvan hoo
ger beroep.
De verdediger van verdachte Mr 'C. J.
B. du Groo', bepleitte ontslag van rechts
vervolging.
A. N. B., 56 jaar, koopman te Vlis-
singen, was in hooger beroep gekomien
schijnlijk waren, bespreken. Ik was nog
niet in bet eikenboschje teruggekeerd, en
zag ook niets meer van Louis Trafford, tot
Zaterdagmiddag toe, toen ik plotseling,
terwijl ik rustig in het prieel zat, en met
mijn lessen bezig was, een zacht gefluit
hoorde, en opziende zag ik mijn jeugdigen
held met zijn harmonica, onder een van
onze appelboomen staan.
„Waar zijt gij al dien tijd geweest, miss
Tyndale?" vroeg hiji op eenmaal. „lede
ren dag ben ik naar het boschje gegaan,
maar gij waart nergens te zien; en ik ver
langde zoo zeer u te vragen, of gij bij: ons
wilt komen, om kennis met mama te ma
ken. Ik heb haar alles verteld aangaande
mijn Titania, en zij wenscht zeer u te zien
kom, wilt gij' nu meegaan?"
„Neen, dank u" antwoordde ik ernstig,
ofschoon ik inwendig kookte van woede,
dat hij: mij' zjjn Titania durfde noemen.
„H moet mijn lessen nog leeren."
„Gaat gij naar school?"
„Ja."
„Vindt gij dat pleizierig?"
„Ja."
„Zijn uwe lessen lang en moeilijk, miss
Tyndale? Laat mij' eens even zien."
Eh met een vluggen sprong was de
stoutmoedige knaap naast mij in het
priëel gekomen, terwijl hij mijn school
boeken kalmpjes doorbladerde. Ik tracht
te mij verontwaardigd te toonen, doch ge
voelde slechts verlegenheid. Daar zat hij
tegenover mij, volkomen kalm en gemak
kelijk, babbelende, alsof hij mij zijn gan-
tegen een vonnis van den Kantonrechter
te 'Middelburg, waarbij hij" wegens, het
als bestuurder van een rijwiel daarmede
rijden over een weg, terwijl hij' verkeert
onder zoodanigen invloed van het gebruik
van alcoholhoudende drank, dat hij niet
in staat moet worden geacht dat rijwiel
naar beh'ooren te besturen, en als be
stuurder van een rijwiel niet rechts 'hou
den, werd veroordeeld tot een geldboete
van f 10 of 5 d. h.
De Officier van Justitie eischte thans
bevestiging van het vonnis met uitzon
dering van de straf en veroordeeling tot
een geldboete van f 25 te vervangen door
15 dagen hechtenis.
W. J., 61 jaar, schipper van een mo
torschip te 'Breskens, was in hooger be
roep gekomen tegen een vonnis van den
Kantonrechter te 'Oostburg, waarbij' 'hij
wegens overtreding van de wet op de
evenredige vrachtverdeeling, werd veroor
deeld tot een geldboete van f40 of 20
dagen hechtenis.
De 'Officier van Justitie eischte thans
niet ontvankelijkverklaring van het inge
steld hooger beroep.
De verdediger van verdachte, Mr Groe-
newege, te Oostburg, verzoekt de Recht
bank verdachte vrij te spreken.
sche leven reeds gekend had.
„Kom, ga nu mee om mama te zien",
zeide hij ten laatste, terwijl hij mijn Fran
sche dictionnaire dichtsloeg. „Zij' is de
beste moeder op de geheele wereld, gij
zult zeker dol veel van haar houden, en
ik weet, dat zij u ook lief zal vinden, gij
zijt juist voor haar geschikt. Kom, ga nu
toch mee, het is zoo grenzenloos verve
lend op dat Cuppage.
„D'ank u zeer, maar ik ben overtuigd,
dat mijn oom en tantes het niet zouden
goedkeuren. Ik breng nergens een bezoek
dan met bun voorkennis, en dan nog
slechts bij mijn schoolkennissen."
„Waar bevindt zich die dierbare oude
heer, en die eerbiedwaardige dames, uwe
tantes? Breng mij bij hen, en ik zal hun
zelf wel mijn verzoek voordragen."
Ik stond onbeweeglijk, verschrikt over
het zelfvertrouwen van dezen jongen. Wat
zouden de dames wel zeggen? En tante
zou zeker al den blaam op mij werpen.
Maar ik kon bet toch niet helpen. On-
dertusschen, kon ik, in weerwil van mijn
ergernis, niet nalaten de fiere handel
wijze en de geestige wijze van spreken
van Louis Trafford te b' wonderen.
Het volgende oogenblik was hij den
boomgaard uit, en den moestuin doorge
gaan. Blijkbaar was bet zijn bedoeling om
door te dringen tot in het huisgezin der
Perrens. Ik volgde hem langzaam, daar
ik besloten bad hem zijn debuut zonder
mijn hulp te laten volbrengen.
(Wordt vervolgd.)