Een Wereldstad achter prikkeldraad. Minister Dr. H. Colijn. ■SS //fLcfJLQems en met zilveren randen. BACON Zal Sjanghai het lot van Tientsin moeten deelen? Uit de Provincie DE ZEEUW van Dinsdag 20 Juni 1939 - Tweede Blad Stof voor toekomstige conflicten In groote hoeveelheden aanwezig. feuilleton MIDDELBURG GOES. ZUID-BEVELAND. met GEBAKKEN De botsing tusschen Engeland en Japan in Tientsin beeft bet gebeele probleem der buitenlandscbe nederzettingen in dhina acuut doen worden. Algemeen vraagt men zicb ai, of en wanneer Sjang hai het lot van Tientsin zal gaan deelen. In Sjanghai leven de meeste vreemdelin gen de Internationale Nederzetting is een bolwerk van den Britschen invloed in China, ..ut. Sjanghai heeft geen vlag, maar het heeft een legende. Het heeft geen wapen, maar het heeft een roep. De legende is uit roem rijke en laaghartige daden samengesteld. Bekwaamheid en bruut geweld, prestatie en chantage schiepen deze burcht van den internationalen handel in Oost-Azië. Het tijdperk van het zakelijk succes met zijn gevolg van incidenten, re voluties, strafexpedities en oorlogen heeft het geheele aardoppervlak met nederzet tingen en havens bedekt, die als vreemde lichamen in levend vleesch indrongen. Maar op geen plaats heeft dit tijdperk zoozeer zijn stempel gedrukt als op Sjang hai. Stad zonder autoriteit. Tot de verschillende vormen van het zakelijk succes behooren ook zeer bepaal de vormen van levensgenot. Hoewel Sjanghai van oudsher door even zoo goede en slechte lieden bewoond wordt als iedere andere wereldstad, geldt het toch als een Sodom en Gomorra. Wan neer er sprake is van de amusementen van Sjanghai, denkt niemand ter wereld aan de balspelen der Japanners, aan de opvoeringen der blanke tooneelgezel- schappen en de dansavonden in de gar denclubs der Amerikanen maar wel aan de nachtclubs met hun taxigirls en me lancholieke Russinnen, aan de speelholen en aan de geheime verblijven, waar de opium geschoven wordt. Het behoort tot het karakter van deze stad, dat de in haar wonende soliede achtbaarheid, zonder welke zij onmogelijk 70 pet. van al het in China geïnvesteerde kapitaal tot zich had kunnen trekken, de buitenwereld minder bezig houdt dan haar nachtleven. De legende verwijlt slechts vluchtig bij den normalen levenswil van dit eigenaar dige gemeenewezen en schenkt des te meer aandacht aan zijn zwakheden en misdaden. Het donkere, wettelooze en verderfe lijke, aldus schijnt het, drukt het karak ter van Sjanghai beter uit dan de alle- daagsche en volstrekt respectabele, dik wijls zelfs grootsche gesohiedenis van zijn vermogens, ondernemingen en omzetten. Waarom? Wijl Sjanghai wel is waar wet ten, maar geen wet, wel is waar verorde ningen, maar geen orde heeft. Alle om zichtigheid, alle bestuurskunsten van den internationalen gemeenteraad vermogen niet een overheid te scheppen. Het stre ven naar wet en orde, dat hier evenzoo herscht als overal, waar menschen wo nen, stuit af op de onmogelijkheid, een echte autoriteit te laten gelden. Een ma ximum van economische belangen staat hier tegenover een minimum van staats macht. Het versplinterde bestuur. Het internationale Sjanghai is groot ge worden in een tijd, dat Engeland nog het „schoone roofdier" van het blanke ras was, dat verworven goed niet slechts wist te beschermen, maar ook bereid was dit voortdurend te vermeerderen. Al naar mate deze kracht afneemt, groeit de nei ging, de verantwoording van Sjanghai aan een internationaal lichaam over te laten, dat eens geschapen werd om Enge land zooveel mogelijk invloed en zoo wei nig mogelijk verplichtingen te geven. Op deze wijze is naast de betrekkelijk duide lijke structuur van de Fransche Neder zetting de dubbelzinnige en in haar vrij heid van handelen beperkte Internatio nale Nederzetting, het „Settlement" ont staan. D'e voorrechten, die de groote mogend heden zich in de vorige eeuw in China verschaften, waren gebaseerd op de vol strekt juiste veronderstelling, dat de Ghi- neesche regeering niet in staat zou zijn, het leven en het eigendom der vreemdelin gen te beschermen. Zoo werden bepaalde punten van China, zoo al niet afgestaan, dan toch afgezonderd en practisch aan de Chineesohe regeering onttrokken. Sjang hai was een dergelijk punt. Het door de buitenlandsche kooplieden op grond van verdragen met de plaatselijke Chineesohe autoriteiten overgenomen gebied zou oor spronkelijk vrij van Chineezen blijven. Maar gedurende den Taipingopstand (1853) vluchtten meer dan 20.000 Chinee zen in de bescherming der Nederzetting. Op het oogenblik bestaat de overgroots meerderheid van de inwoners in de Inter nationale en de Fransche Nederzetting uit Chineezen. Daardoor alleen is reeds het internationale karakter van Sjanghai sinds lang twijfelachtig geworden. Sinds het einde van den wereldoorlog, die de so lidariteit der blanken op een voor de Britsche wereldheerschappij' zoo noodlot tige wijze gebroken heeft, weten de Chi neezen zich steeds meer in het bestuur in te dringen, In 1926 kregen de Chinee zen drie en in 1930 nog eens twee zetels in den gemeenteraad. In hetzelfde jaar werden de gemengde rechtbanken door zuivere Chineesohe vervangen. Mogelijkheden tot een conflict. Reeds een vluchtige blik op de geschie denis van Sjanghai toont de uitgangspun ten der toekomstige conflicten duidelijk aan. Het gebied, of het nu door den Fran- schen consul-generaal of door den inter nationaal samengestelden gemeenteraad bestuurd wordt, staat nog steeds onder de souvereiniteit van de Chineesohe regee ring, daar het door haar nooit afgestaan, maar slechts ter beschikking gesteld is. Nu staan de Japenners echter op het punt, de opvolgers van de Chineesohe re geering te worden. Hebben zij niet in Nanking reeds een Japanschgezinde Chi neesohe „hervormingsregeering" geïnstal leerd? De Japanners hebben dus in Sjang hai een drievoudige positie. In de eerste plaats zijn zij naast de Engelschen en Amerikanen een belangrijk bestanddeel van de Nederzetting. In de tweede plaats beschouwen zij zich als de erfgenamen van de oude Chineesohe souvereiniteit en ten slotte zijn zij een mogendheid, die met China oorlog voert en groote deelen van de stad bezet houdt. Het bestuur van „Groot-Sjanghai" het niet tot de ne derzettingen behoorende deel van de stad i hebben zij reeds in December 1937 overgenomen, terwijl in de Internationale en de Fransche nederzetting nog verschil lende ficties van Chineesche souvereini teit voortbestaan. Hjlf ~ZjodUi>, oiWvvictdiae, jduMm nuuJlA~ H -$unlic^oh toï cU üJv ï-dtf de ~èf&. a£4~ij*L t Qeiruik SUNLIGHT ZEEP EIN NOOIT ZEEP VAIN ONBEKENDE HERKOMST Naar het Engelsch van EMMA JANE WORBOISE 42) __o_ „Zeer dikwijls, en toen ik een lange op geschoten jongen was, vergezelde Julia Gatherwood mij meermalen. Zij- was even zeer op bramen gesteld als ik, maar zij was angstig om haar mooie witte handen te bevlekken bij het plukken, en ik was verheugd, dat ik mijn groote handen om harentwil mocht gebruiken. O welke vroo- njbe uurtjes waren bet, die wij tezamen op deze rots hebben doorgebracht! Ik zou wel eens willen weten waar Julia zicb nu bevindt. Ik kan niet gelooven dat zij gestorven is." dacht zeker aan haar, toen gij zoo gestadig naar den horzon zaagt?" »Ja, ik dacht aan haar; ik heb reeds 6n ^n&0^en dag aan haar gedacht; want ieder plekje hier roept mij haar zou vendïg voor den geest. Het is vele jaren g eden, dat ik zoo onophoudelijk aan ar gedacht heb, zooals in deze laatste aagen. Haar beeld vervolgt mij letterlijk, ■u-et is zeer vreemd." D'e gevaarlijkste dezer ficties zijn de Chineesche rechtbanken. Zelfs wan neer een dergelijke rechtbank al eens een Chinees wegens een moordaanslag op i een Japanner ter dood veroordeelde, kon I de regeering van Tsjoenking zoo'n vonnis I steeds- vernietigen. Dat de Japanners in deze rechtspraak weinig vertrouwen heb ben, kan geen verwondering wekken. Ook zal men niet van ben verwachten, dat zij zich bij de stichting van anti-Japansche partijen, geheime bonden en dergelijke or ganisaties in de bescherming van de door hen mede bestuurde Nederzetting neerleggen. Amerikaansche marinesoldaten, Schot- sche en Engelsche infanteristen patrouil leeren onophoudelijk door de stad. En desondanks is deze weerloos, want -die troepen staan het stadsbestuur al even min direct ter 'beschikking als de op de Hoeangp'oe liggende oorlogsschepen. Het ingrijpen van deze strijdkrachten kan slechts in Washington of Londen bevolen worden. Een ingewikkelde politieke ma chinerie moet in het Witte Huis of in Whitehall in beweging gezet worden voor en aleer het „Fourth Marine", het „East'e Surrey" of de „Seaforth Highlanders" op den Bund en Garden Bridge het vuur kunnen openen. De stadsregeering heeft slechts haar klein© troep vrijwilligers hij de hand, waarvan 'de militaire beteeke- nis natuurlijk klein is. Gunstiger liggen de dingen in de Fran sche Nederzetting, waar de consul-gene raal, die hier onbeperkt meester is, op ieder gewenscht oogenblik zijn T'ongki- neesche schutters, 'de afdeelingen ge vechtswagens en het regiment koloniale infanterie in actie kan laten treden. (Slot volgt.) (Auteursrecht V. P. B.) In verband met de viering van zijn 70sten verjaardag geven wij' hier nog en kele kiekjes van den jubileerenden staats man. „Zij is nu een heel oude dame, niet waar, oom?" „Wel, ik geloof vast, dat gij' haar oud zou-dt noemen, Chrystie. Mij dunkt, zij kan niet zoo heel veel aanspraak meer maken op jeugd, zij is niet jeugdiger ten minste dan ik ben want wij zijn in het zelfde jaar geboren. Zij' moet ongeveer 60 jaar oud wezen, - ja meer dan dat. Ik kan mij Julia niet voorstellen, op zestig jarigen leeftijd. D'e laatste maal, toen ik haar zag, was zij een jonge vrouw van vijlfentwintig jaren." „Was zij: getrouwd?" „Ja, ziji was toen mevrouw Trafford, en in de volle glorie van 'haar 'huwelijk. Spoe dig vertrok zij' naar Londen, en het vol gende jaar vernam ik, dat haar een zoon was geboren. Toen werd het regiment, waartoe kapitein Trafford behoorde, naar Indië gezonden, en zij kwam niet op Gup page terug, voordat ziji aan 'boord van het schip ging. Ik heb 'haar het laatst gezien, toen zij als een gelukkige bruid, met haar vroolijken jongen echtgenoot, haars va ders huis verliet I Zij' was niet lang geluk kig: kapitein Trafford had geen goede be ginselen, en ook geen goed hart. Ik vrees, dat hij: de arme Julia zeer ongelukkig ge maakt heeft." „De zoon van mevrouw Trafford moet nu zeker reeds volwassen zijn?" vroeg ik nieuwsgierig; want die schaduwachtige Minister Dr H. Colijn in ambtsgewaad. familie Catherwood boezemde mij bijzon der veel belangstelling in; ik vond hun ge schiedenis zoo romanesk. „Volwassen? ja, dat is hij zeker, hij' kan niet veel jonger dan veertig jaar oud zijn. Het is nu zeven of acht en dertig jaar geleden, sinds de eerste tijding van hem op Elm wood kwam. Lieve tijd, welk een gevoel moet dat wezen een zoon te hebben die bij' de veertig is!" Mr Perren scheen zich geheel in dien toestand te willen in denken; wellicht bedacht hij, dat indien hij met Julia getrouwd was in zijn jeugd, hij nu ook een zoon van middelbaren leef tijd zou hebben. Gedurende den ganschen terugweg sprak Mr Perren over Julia en haar broe ders. „Ik heb u reeds1 medegedeeld", zeide hij, „dat haar broeders jonger waren dan zij, want zij' waren de kinderen van de tweede mevrouw Catherwood. Edmund was van dezelfde jaren als Mona, hij' verliet ons als twintigjarig jongmensch. Zijn laatste woorden tot mij waren: „ik kom nooit meer op Guppage terug; indien ge dus wilt weten waar ik gebleven ben, Mat, dan moet ge mij maar komen opzoeken, waar dat ook wezen moge". Hij1 vertrok toen naar Zuid-Amerika, en zooals ik ge hoord heb, beeft hiji daar groote schatten verzameld. Na eenige jaren afwezig te zijn geweest, kwam hij terug en trouwde Kapitein Colijn, als adjudant van Generaal van Heutz. Mr H. F. Wolfson. t Op 67-jarigen leeftijd is te Almelo over leden mr H. F. Wolfson, in leven offi cier van justitie bij de arrondissements rechtbank aldaar. Mr Wolfson, die op 22 Januari 1907 ambtenaar van het O.M. bij de kantongerechten in bet arrondis sement Rotterdam was geworden en op 28 October substituut-officier van justitie te Heerenveen, kwam ingaande 31 Dec. 1914 als zoodanig naar de rechtbank te Middelburg. Hiji bleef hier werk zaam tot 9 April 1920, toen hij als sub stituut-officier naar Amsterdam vertrok. Ingaande 22 Juni 1927 kwam mr Wolf son als officier naar Almelo, waar hij dus gedurende bijna 12 jaar 'dit ambt heeft vervuld. Van de hand van den heer Adr. Kou semaker, musicus alhier, is een composi tie verschenen voor harmonie-orkest, ge- heeten „Suite-Pastorale". Dit werk is door den componist opgedragen aan de Harmonie „Hosanna" alhier, ter gelegen SM Zr j heid van het binnenkort te vieren 50-ja- rig bestaan dezer vereeniging. Het ligt in de bedoeling, dat de eerste uitvoering dezer compositie gegeven zal worden op het jubileumconcert van „Ho sanna". Qudelande. Aan het concours uitge schreven door den bond van Zuid-Beve- landsche handboogschutters werd deelge nomen door 62 schutters van 16 sociëtei ten. Het kampioenschap op de klep met pist- ffeLa/l iotim/' ufvïst/e Het echtpaar Colijn op de wandeling. met een rijke erfgename, die bijzonder leelijk en veel ouder dan 'hijzelf was. Zij was het eenige kind van een zeer vermo gend koopman uit de City, die in olie en talk handelde. Zij heeft een dochter ge kregen, ik veronderstel even leelijk als zij zelve en die is nu waarschijnlijk de erf gename van Cuppage. Het is zeer vreemd dat wij nooit iets van Edmund noch van zijn familie meer hooren. De oude Thex- ton en zijn vrouw zeggen altijd, dat zij niets van hem weten; maar Texton moet zijn orders, zoowel als zijn toelage toch van iemand ontvangen en wie anders zou dit kunnen zijn dan Edmund?" „Wat jammer, dat Mr Catherwood zijn oudsten zoon geen vergiffenis heeft willen schenken!" „Ja, te meer omdat Horace werkelijk nooit een slecht karakter heeft geliad, maar de schijn was zoozeer tegen hem, Hij' was altijd openhartig en ging recht door zee, behalve helaas, in die zaak van zijn geheim huwelijk. Toen hij nog zeer jong was, ging 'hij buitenlands en vertoef de toen langen tij'd aan een zeker Duitsch hof, dat niet al te goed bekend was. Zijn vader verwachtte hem thuis, toen plotse ling zijn huwelijk hekend werd. De oude Mr Catherwood heeft nooit eenige rechi- streeksc'he feiten medegedeeld, maar ge durende den eersten tijd was hij woedend en naderhand vreeselijk somber en ter OP HET BLIKJE VELERLEI KNAX-RECEPTEN verkrijgbaar in blikjes van 5 en 10 stuks U.K.27-021 neergedrukt; wat hij: zich in een gesprek met mij liet ontvallen, kort voordal hij Cuppage verliet, bracht mij op liet denk beeld, dat de arme Horace zich ook nog op andere wijze verkeerd had gedragen, behalve door dat ongepaste huwelijk. Zijn vader was onverzoenlijk, en ik vrees, dat hij tot zijn dood toe zoo gebleven is. Hij zeide steeds, dat Edmund zijn erfgenaam zou zijn. Julia had haar eigen vermogen wat zeer aanzienlijk was toen zij met kapitein Trafford huwde. Hoe vreemd is toch dikwijls de loop der gebeurtenissen, Judith en ik plachten zoo vertrouwelijk met deze jonge lieden van Cuppage om te gaan; en nu weten wij zelfs niet eens of zij leven, dan wel of zij gestorven zijn! Ofschoon, ik hen overtuigd, dat Julia nog leeft ik weet niet hoe of waarom, maar ik ben zeker, dat zij' niet dood is. Ja, wat meer is maar dit moet gij niet aan uw tantes oververtellen, Chrystie, dit blijft geheel tusschen ons ik geloof zelfs, dat zij in Engeland terug is gekomen; ik ge^ voel dat zij mij' nabij is. Misschien woont zij' wel in Londen, in het huis van Ed mund; ik zou haar zeer gaarne weder zien, en ik wenschte wel dat gij haar zag, Chrystie". ("Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 5