DE ZEEDW
Wolken met zilveren randen.
TWEEDE BLAD
Het aftreden van Minister
De Wilde.
Rechtszaken
Gemengd Nieuws
Wat er deze week voorviel.
FEUILLETON
VAN
ZATERDAG 3 JUNI 1939, Nr 206.
Sinds het aftreden van den minister van
Financiën, zegt „De Nederlander", heeft
dat deel van het Nederlandsche volk, dat
belang stelt in de politiek, den tijd gedood
met het aan elkander opgeven van raad
seltjes, aangezien nog steeds niet nauw
keurig bek'end is wat de motieven zijn ge
weest, die den heer De "Wilde tot heen
gaan hebben bewogen..
Het is toch niet juist, dat deze situatie
nu al weer eenigen tijd aanhoudt.
Wij schreven dezer dagen al, dat in het
klassieke land van het parlementaire stel
sel, in Engeland, zooiets onbestaanbaar
zou zijn. Daar zou, direct na het aftroden,
de zaak in het Lagerhuis 'behandeld zijn.
De leider van de oppositie zou het debat
openen, de Regeering zou antwoorden.
Thans echter schemert ook hier te lande
licht.
Er is een interpellatie aangevraagd.
Door den heer Wijnkoop.
Wij: hebben reeds vroeger gewezen op
het door ons betreurde feit, dat óók
over belangrijke kwesties het interpel-
leeren der Regeering te vaak wordt over
gelaten aan Kamerleden, die krachtens
hun geheele instelling en hun positie in
de Karner niet de eerst aangewezenen zijn
voor zulk een initiatief.
Nu weten wij' wel, dat formeel de Ka
mer als zoodanig geacht wordt te inter
pelleeren, nadat de initiatiefnemer de
toestemming is verleend, maar in de prac-
tijk drukt toch de initiatiefnemer zijn
stempel op de interpellatie. En een stem
pel, inhoudende sikkel en hamer, schijnt
ons dan minder geslaagd.
Het schijnt wel of vele onzer Kamer
leden het aanvragen van een interpellatie
als een onvriendelijke geste tegenover de
Regeering zijn gaan beschouwen. Of zelfs
als een uiting van wantrouwen. En men
zou hier inderdaad toe komen als men als
regel het interpelleeren overlaat aan de
extremisten van links of rechts.
Maar een gezonde opvatting van het
parlementaire stelsel is dat niet.
Het had, volgde men het Engelsche
systeem, in de lijn gelegen, dat de leider'
van de grootste oppositioneele partij, Tr
Albarda, een interpellatie had aange
vraagd.
En waar wij hier bij lange niet zulk een
uitgesproken regeeringspartij of -partijen
hebben als in het Engelsche systeem, had
den wij ons ook heel goed kunnen denken,
dat de aanvrage door een der rechtscne
leden zou zijn gedaan.
Interpelleeren is nog altijd: opheldering
vragen. Niet: bij voorbaat critiseeren
Het is helaas anders geloopen.
Het woord is aan den geachten afge
vaardigde, den heer Wijnkoop.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Eenige weken geleden heeft de Mid-
delburgsche Oourant een drietal artike
len geschreven met het alles behalve
welluidende opschrift: D'e Kerk en de
Duiten. Deze artikelen kregen de beste
plaats in gezegd blad en dienden dus in
de eerste plaats en zeker gelezen te wor
den. En dat zijn ze ook. Althans in Mid
delburg.
Het eerste artikel begon aldus: Er
heerscht in Middelburg in breeden kring
misnoegen, ontstemming, soms tot hef
tige verontwaardiging stijgende.en
de oorzaak van dit alles zijn de bij hon
derden zich van geen kwaad bewuste
Ned. Herv. medeburgers in de brieven-
Naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE
29) _0-
Niettegenstaande ik alle pogingen aan
wendde om rustig en bedaard te zijn, was
ik dien ganschen dag gejaagd en ze
nuwachtig. Toen ik met D'obbs door het
dorp wandelde, zag zij- mij een paar ma
len verwonderd aan, en" vroeg eindelijk op
scherpen toon, of ik een slaapwandelaar
ster was geworden? „Gij ziet er ten
minste uit, alsof gij loopt te droomen,
ot wel uw zinnen zijt kwijt geraakt, want
zoo even hebt ge tegen den baikkersjongen
aangeloopen en nu stapt ge weer midden
door de modder heen." Na deze verma
ningen trachtte ik beter op mijn voeten te
letten en onbeschroomd om mij' heen te
zien, doch ik was zeer verheugd, toen wij
het huis bereikten, en ik -daardoor bevrijd
werd van -de scherpe blikken van juf
frouw Dobbs.
Thuis gekomen werd ik weder als ge
woonlijk geheel aan mij 'zelve overgelaten,
en de uren kropen langzaam voorbij, tot
dat ik gehaald werd om naar bed te gaan.
toen ik de trap opging, hoorde ik Dobbs
bussen gedeponeerde aanslagbiljetten in
de kerkelijke belasting.
Het is mij niet bekend uit welk motief
deze artikelenserie uit de redactioneele
vulpen der Middel'b. Crt. is gevloeid, (ik
vermoed, niet liefde tot de Ned. Herv.
Kerk is hier de aandrijvende kracht ge
weest, maar dit tusschen ha'ken) ik weet
wel, wat het gevolg er van is geweest,
Dit, In een nog veel breederen kring mis
noegen, in nog ergere mate ontstemming
en niet soms, maar heel dikwijls ook tot
nog heftiger verontwaardiging heeft deze
redactioneele ontboezeming aanleiding
gegeven.
Ik ga geen verweer schrijven, maar
moest ik het doen, dan 'onder het op
schrift: Uitgegleden. Ik zou daarmee een
balletje terugkaatsen van geruimen tijd
terug, toen de redacteur der Middelb.
Crt. mij „uitglijden" toedichtte.
Waarom ik dan in mijn wekelijkschen
brief dit onderwerp aanroer?
Om diverse redenen.
Het signaleeren van Middelburgsche
toestanden behoort zoo tot mijn gelief
koosde bezigheden in deze rubriek.
Dan, om de diversiteit der bezwaren
die vele van mijn al 'of niet 'hervormde
vrienden tegen deze artikelen hadden.
Wat heeft een politiek-vrijzinnig-
nieuwsblad met interne kerkelijke aange
legenheden te maken, zei de een;
wat is de reden, dat een blad, hetwelk
zich ten doel stelt de vermeerdering van
den invloed van 'het liberalisme, welk
liberalisme in haar beginselprogram zegt
mede te werken aan de handhaving van
den Christel ij ken grondslag
van de Nederlandsche samenleving, in
plaats van daadwerkelijk kerkwerk te
steunen, adviezen geeft, om kerklid af te
raken, zei de ander;
waarom kiest iemand, voor met bijbel
teksten doorspekte artikelen zoo'n deni-
greerend opschrift, de Kerk en de 'Dui
ten, zei de derde;
wat kan dg reden zijn, dat een orgaan,
dat zich kort geleden in gunstigen zin
heeft uitgelaten, over de moreele en gees
telijke herbewapening, zoo kort daarop,
de kerk bemoeilijkt in baar Evangèlisa-
tiewerk, vroeg de vierde;
waarom wordt hier misbruik maken
van de onkunde der mensc'hen verweten,
zonder eerst hoor en weder hoor toe
te passen, alvorens publiekelijk te be
schuldigen, vroeg nummer vijf.
Ik zou nog even door kunnen gaan.
Maar dit is reeds voldoende om van de
ontstemming en het misnoegen over deze
publicatie te doen blijken.
Nog een ander, die ik vroeg zijn be
zwaren tegen bedoelde artikelen te for
muleeren, gaf als bescheid: daar heb ik
heelemaal geen behoefte aan. Er zijn van
•die dingen die men niet doet. Waar
van men eenvoudigweg, zonder er over te
redeneeren, zegt: dat doet men niet. Wel
nu, daaronder valt ook het schrijven 'over
deze aangelegenheid.
Met dit oordeel kan ik mij wel' ver
eenigen.
In onze bewogen dagen, diende er toch
door de voormannen van een partij, die
zegt, ik ben voor handhaving van de
Christelijke -grondslagen der Nederland
sche samenleving, op een andere wijze
■geschreven te worden, over de algemeene
Christelijke kerk, zonder welke handha
ving dier Christelijke 'grondslagen ten
eenen male onmogelijk is.
Niet: de Kerk en de Duiten, maar de
Kerk en de taak en plicht der Chris
tenen, diende onderwerp van bespreking
en gedac'htenwisseling te zijn. Is men
vóór 'handhaving Christelijke grondslagen
der samenleving, dan is men ook vóór
de Kerk.
Deze geschiedenis is nuttig, om met
Groen te spreken en „geeft treffend on
derricht."
Treffend' onderricht ook voor de belij
denis die wij allen dezer dagen in ons
stemhokje hebben af te leggen.
We beantwoorden dan de vraag: wat
dunkt u van de algemeene Christelijke
kerk?
En worden onze wegen dwars- door
kruist door de liberale beginselen, on
danks het 'beginselprogram der liberale
Staatspartij.
Als altijd,
Je STENTOR.
tot de andere -dienstboden zeggen, dat zij
zeer stj.1 moest wezen, want miss Judith
was vroegtijdig naar bed gegaan, wegens
een hevige verkoudheid, en miss Mona
zou waarschijnlijk spoedig volgen, daar
zij den vorigen nacht door erge kiespijn
bijna niet bad kunnen slapen. Toen de
klok tien uren sloeg, stond ik zachtjes op
en trok eenige kleeren aan; vervolgens
ging ik op het groote portaal luisteren,
doch alles was volmaakt stil. Ik ging de
kamerdeur van Dobbs voorbij en hoorde
met vreugde haar gewoon nachtelijk
neusgeluid. De overige dienstboden, wist
ik, waren reeds om negen uur naar haar
kamers gegaan, en alles om mij heen was
doodstil, behalve het snurken van Dobbs.
Toen ik langs de trapleuning naar bene
den zag, bemerkte ik, dat de hanglamp in
de vestibule nog steeds brandde; dit was
een teeken, dat mr Perren nog beneden
was, want bet was zijn gewoonte om dat
licht uit te doen wanneer hij naar bed
ging. Tot zoo verre dus liep alles verwon
derlijk mede.
Ik verwonder mij-, nu ik mij alles we
der voor den geest roep dat ik niet
terugschrikte voor mijn eigen stoutmoe
digheid, want ik wist, dat ik verkeerd
handelde! Ik zag naar buiten en het
scheen mij toe, alsof de sterren met alles
bekend waren en mij doordringend aan
staarden met hun heldere, vaste blikken.
Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 2 Juni 1939.
Knevelarij.
I, W., 62 jaar, brievenbesteller te R e -
tranohement, was verdacht van kne
velarij, doordat hij op verschillende dagen
in de jaren 1031 tot en met '34 te of nabij
Retranchement als brievenbesteller van
het staatsbedrijf der P. T. T. in de uit
oefening van zijn bediening, als zoodanig
telkens eenige centen heeft ontvangen van
E. M. Tas, echtgenoote van J. Vermue, te
Retrachement en/of van een harer huis-
genooten, als verschuldigd aan voornoemd
Staatsbedrijf, voor postzegels, die be
stemd waren voor de te Goes gevestigde
Vereen. Gewestelijke Tarwe Organisatie
voor Zeeland, zulks terwijl hij', verdachte
wist, dat die postzegels, althans die cen
ten niet verschuldigd waren voor bedoel
de brieven, die als dienststukken zonder
postzegel konden worden verzonden.
Verdachte ontkende de feiten. Hij: zegt
zich nimmer aan 'de hem ten laste geleg
de feiten te hebben schuldig gemaakt.
De Officier van Justitie eischte wegens
knevelarij 14 dagen gevangenisstraf voor
waardelijk en een geldboete van f 25 of
10 dagen hechtenis.
Vorduistorlng door gomeente-
cntvangeir.
W. C. v. P., 51 jaar, gemeente-ontvan
ger te Hoek, was verdacht van verduis
tering, doordat hij op verschillende tijd
stippen in het begin van het jaar 1939 te
Hoek opzettelijk verschillende geldsbedra
gen, in totaal f 1110,08, geheel of ten deele
toebehoorende aan de werkliedenv'ereen.
„Ons Belang" te Hoek, althans aan een
ander dan verdachte, welke geldsbedragen
hij verdachte uit hoofde van zijn persoon
lijke dienstbetrekking van secretaris-pen
ningmeester dier vereen, onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Verdachte erkends de hem telaste ge
legde feiten te hebben gepleegd. Hij be
tuigde zijn 'spijt over 'het gebeurde, en
zeide thans geschorst te zijn.
De Officier van Justitie zegt dat de
feiten wel vast staan, doch dat 't ten slotte
gaat om .de strafmaat. Er is van ver
dachte een gunstig reclasseeringsrapport,
dat een voorwaardé'djke straf aanbeveelt.
De 'Officier kan zich hiermede niet ver
eenigen. Hij eisc'ht 2 maanden gevange
nisstraf met aftrek voorarrest.
De verdediger, Mr A. Vermaa's, ver
zoekt den verdachte voorwaardelijk te
veroordeelen.
A. 'G. -de- P., 25 jaar, Chauffeur te
Zaamslag, was in honger beroep geko
men tegen een vonnis van den Kanton
rechter te Terneuzen, waarbij bij wegens,
als bestuurder van een motorrijtuig op
den weg, niet behoorlijk uitwijken bij het
rechts tegen komen van een voertuig,
werd veroordeeld tot een -geldboete van
f 10 of 3 d. 'h. De Officier van Justitie
eischte bevestiging van het vonnis.
V. A. v. D., 37 jaar, veehouder te
Hulst -was in hoo-ger beroep gékomen te
gen een vonnis van -den Kantonrechter
te Terneuzen, waarbijl hij werdveroor
deeld tot een geldboete van f 2-5 of 10 d.
h. De Officier van Justitie eischte beves
tiging van bet vonnis.
Slecht beloond. De
eigen-aar van een motorschip, dat
Donderdag onder Alphen a. d. Rijn door
den Ouden Rijn voer, zag een goede daad
met een schadepost beloond.
In de nabijheid van de Alphensohe
brug was een 17-jarig meisje, door een
duizeling bevangen, in den Ouden Rijn
geraakt. De juist passeerende schipper,
die zag, dat 'het meisje in levensgevaar
verkeerde, bedacht zich -geen moment,
maar sprong onmiddellijk in zijn roei
boot, bet roer van het groote vaartuig
aan zijn 15-jarigen zoon overlatend.
Terwijl de schipper zich naar de dren
kelinge spoedde, trachtte zijn jeugdige
plaatsvervanger het schip in het rechte
spoor te houden, maar mede tengevolge
van 'den sterken stroom, slaagde hij daar
in niet, met het gevolg, dat het schip
Ik luisterde naar het geluid der golven en
het doffe, diepe geluid scheen mij mijn
wraakzucht en verraderlijke handelwijze
te verwijten. E'n indien tante Rachel eens
alles wist!
Doch ik greep nieuwen moed! ik zeide
tot mijzeive: Wees niet laf, Chrystie Tyn-
dale! gij zijt zoover gegaan, gij moet uw
plan nu uitvoeren. E'n het is hoog tijd,
dat er aan dezen stand van zaken een
eind komt; nu zult gij werkelijk iets heb
ben, daar gij mr Perren vergiffenis voor
moet vragen! Zeker zal er een vreeselijke
opschudding wezen; maar alles is beter,
dan dit afschuwelijk leven nog langer te
moeten lijden. Buitendien, zoo schrikke
lijk veel kwaad zal er ook niet gebeuren,
en hoe grappig zal het wezen om hem de
gang over te zien hollen naar zijn eigen
kamer.
Met deze gevoelens bezield, toog ik aan
het werk. Ik stak een licht aan en haalde
uit mijn doos al de materialen te voor
schijn om het spook in orde te brengen
namelijk den schedel, den phosphorus
-en een tafellaken, dat ik stilletjes uit de
linnenkast had weggenomen. Een voor
een droeg ik alles de zolderkamertjes
door, totdat ik op het portaaltje kwam,
en toen ik daar alles bijeen had, begon ik
mijn scheikunde in praktijk te brengen.
Ik schrikte bijna van de uitwerking;
vlammen glinsterden uit de ledige oog-
Wij bobben Gode zij dank het
Pinksterfeest onder vrij rustige omstan
digheden mogen vieren. Er viel zelfs een
glimp van ontspanning waar te nemen.
Verantwoordelijke staatslieden waagden
het weer enkele dagen met vacantie te
gaan, soms tamelijk ver van de officieele
centra.
Vóór Pinksteren kon hier te lande het
waarschuwingstelegram van Defensie nog
worden ingetrokken en deze week werd
zelfs gepubliceerd, dat de onder de wape
nen zijnde grens'trqepen voor zoover zij
daarvoor in aanmerking komen, om beur
ten. een maand verlof zullen mogen genie
ten.
In strijd met de nu en dan loopende ge
ruchten bleef ons een kabinetscrisis ge
spaard. Toch schijnen naar beweerd wordt
de financieels vraagstukken, die minister
De Wilde tot heengaan noopten, nog niet
opgelost te zijn, zoodat verrassingen hier
niet uitgesloten zijn.
Onze Minister-president, die momenteel
voor een bijzonder zware taak staat, was
deze week geroepen aan het graf van ge
neraal 'C. J. Snijders namens regeering
en volk hulde en dank uit te spreken voor
wat deze ontslapene in moeilijke jaren
voor ons land is geweest.
Aan den wilde-bussenstrijd is nu een
eind gekomen. De 'busondernemers hebben
het onderspit moeten delven, tot spijt van
de velen, die gebruik van deze goedkoope
verkeersmiddelen maakten en van de
chauffeurs, die nu het leger der werkloo-
zen, dat gelukkig belangrijk ging vermin
deren, weer vergrootten.
Tot blijdschap echter van de Spoorwe
gen, die van een lastige en schadelijke
concurrentie zijn bevrijd. De spoorweg
directie heeft echter onmiddellijk inge
zien, dat zij: nu van haar kant óók iets
moest doen. Zij voerde (waar reeds zoo
dikwijls om gevraagd is) nu vrij' plotseling
weekeind-retours in en stelde ook in uit
zicht, dat in de vacan'tiemaanden alle
retours een maand geldig zullen zijn, be
sluiten, waarvoor velen dankbaar zullen
zijn.
Het is met de Pinksterdagen geen prach
tig weer geweest, maar de zon scheen en
het heeft niet geregend. Zoo is ongeveer
ook de huidige Europeesche situatie.
Meende tot dusver de as Duitschland-
Italië te kunnen do-en wat zij: wilde, nu is
een nieuwe situatie ontstaan, eene, waar
in de andere mogendheden over een zoo
danig militair apparaat kunnen beschik-
met vollq kracht tegen -de remming van
de brug opbotste, waardoor de buiten
boordmotor vrijwel geheel werd vernield.
De jongen, die al het mogelijke deed om
een aanvaring te voorkomen en den mo
tor te beschermen, raakte bovendien met
de handen bekneld, waardoor hij zich
nog -danig bezeerde.
Ten slotte bleek de 'hulp van den
schipper niet eens noodig te zijn, want
nog vóór hij: de drenkelinge had kunnen
bereiken, was deze reeds door een buur
man van den heer H. op het droge ge
bracht.
De door zooveel pech achtervolgde
schipper, -die uit den Briel kwam, kon
echter niet op ei-gen kracht vender en
moest zich derhalve naar d« plaats van
bestemming laten sleepen. (N. R. Crt.)
Inbraken in de Pastorie
ën van Ankeveen. Voor de derde
maal is thans ingebroken in de pastorie
-der R.K. en 'der N-ed. Herv. Kerk te
An'keveen. Door het uitsnijden van een
ruit zijn de inbrekers op beide plaatsen
binnengekomen.
De buit viel echter niet mede. In de
pastorie van de Ned. Herv. Kerk wordt
slechts een gering bedrag aan geld ver
mist, terwijl in -de R.K. pastorie een oud
■horloge en sigaretten werden meegeno
men.
E' e r 1 ij: k e vinders r ij k be
loond. Dezer dagen kwamen op de
af deeling gevonden voorwerpen van het
'hoofdbureau van politie te Rotterdam
twee heel sober gekleede jongemannen
aangifte -doen, dat zij1 een portefeuille
hadden gevonden met 4700 -gulden. De
politie trof onmiddellijk maatregelen om
holten, en een flikkerend licht speelde om
het voorhoofd en de slapen heen; waarlijk
het zag er afschuwelijk uit, ofschoon ik
niet den ganschen indruk er van gevoel
de, daar ik wist, dat het alles mijn eigen
werk was
In de nis was een marmeren voetstuk
geplaatst, waarop een buste stond van de
een of andere vrouw. Deze klassieke dame
nam ik weg en zette den schedel in de
plaats, terwijl ik het tafellaken in artis
tieke plooien rondom het voetstuk liet af
hangen. Het geheel overtrof mijn stoutste
verwachtingen.
Nadat ik mij verzekerd had dat het
flauwe licht van een kaars het schijnsel
van den phosphorus niet zou verminde
ren, ging ik naar de boventrap terng en
begon de gebeurtenis af te wachten. Mijn
plan was om, nadat alles tot stilte zou
zijn teruggekeerd, want ik berekende,
dat mr Perren zich zeiven in zijn kamer
zou opsluiten en zeker niet zou durven te
voorschijn komen voor den volgenden
morgen stil de galerij door te
sluipen, mijn eigendom terug te nemen,
mevr. Venus of Flora, of wie zij ook we
zen mocht, in de nis te zetten en weder
naar mijn bed te gaan. En wanneer de
oude man dan den volgenden dag zijn er
barmelijk verhaal mededeelde, zou zeker
niemand hem gelooven, maar integendeel,
men zou hem uitlachen, omdat hij aan
ken, dat de as niet meer naar believen
grenzen kan wijzigen en staten overrom
pelen, zonder dat hieruit een wereldoorlog
zou kunnen voorkomen.
En dat kan, om te beginnen, al preven
tief werken.
Toch valt het Engeland nog niet mee,
om met Rusland tot een accoord te komen.
Schoorvoetend moet Chamberlain aan de
verlangens der Russen tegemoet komen.
Het Sovjet-standpunt ia deze week nog
weer in de volgende punten samengevat:
le. Het pact moet een zuiver de
fensief karakter dragen.
2e. Het pact moet zonder uitzondering
alle landen aan de Westgrens van de
Sovjet-Unie, dus ook de Oost-
zee-staten, garandeeren.
3e. Er moet een co ncieet accoord
tot stand komen over wederzijdechen
steun in geval van een eventueelen aanval.
Engeland en Frankrijk zijn blijkbaar
nog niet zóó ver, dat ze dit alles grif toe
geven. Het schijnt wel, dtw net noodige
vertrouwen tusschen dit drietal nog niet
aanwezig is. Men wantrouwt elkaar nog
maar al te zeer.
In Motolofs rede ligt bovendien een
sterke waarschuwing aan het adres van
Londen en Parijs, doordat gewezen wordt
op de goede betrekkingen met Italië en op
de mogelijkheid van gezonde economische
relaties met Duitschland. Dergelijke zin
spelingen schijnen vooral bedoeld te zijn
om Londen volkomen murw te maken.
Het is begrijpelijk, dat de Italiaansche
bladen de Dui'sche houden zich gere
serveerder leedvermaak aan den dag
leggen, nu het pact van West-Europa met
Sovjet-Rusland op moeilijkheden blijkt te
stuiten.
Japan deed deze week weer van zich
hooren. Het blokkeert de Chineesche ha
vens. En er zijn niet voldoende Britsche
oorlogsbodems in het Verre Oosten om
zich daadwerkelijk tegen den Japanschen
maatregel te verzetten.
In werkelijkheid richt de Japansche ac
tiviteit zich tegen geheel Euro-pa, óók te
gen Duitschland en Italië. Daarom voelt
Japan er ook weinig voor om zich nog
nauwer aan -de as te verbinden. In breede
Duitsche kringen ziet men Japans politiek
in het Verre Oosten met even leede oogen
als dat in Engeland het geval is. Waar
schijnlijk heeft Duitschland op den duur
veel meer in 'China te verliezen dan
Engeland en Amerika.
Tokio volgt echter een geheel zelfstan
dige politiek en ziet in Rusland zijn erg-
sten vijand. Het voorziet zich zoolang
het goud heeft van oorlogsvo-orraden
uit.Amerika.
na te gaan, wie de portefeuille verloren
had. Eenigen tijd later werd de politie
opgebeld door een collega uit Woerden,
-die mededeéling deed dat een inwoner
uit Woerden een zékere L. 'bij zijn thuis
komst 'had ontdékt, dat hij zijn porte
feuille kwijt was met een bedrag van
4700 gulden. 'Hij was voor zaken naar
Rotterdam geweest en had bij een bank
instelling het eerder genoemde bedrag
geïnd. Vermoed wordt, dat de man de
portefeuille naast zijn zak beeft gesto
ken en deze zal toen tusschen de kleeren
zijn weggegleden.
L. is met een verheugd 'hart naar de
Maasstad gegaan om op het hoofdbureau
zijn verloren portefeuille weer in ont
vangst te nemen. De twee eerlijke vinders
kregen een rijke belooning.
WEGGELD IN NOORD-BRABANT.
Ged. Staten doen voorstel tot afschaffing.
Thans 'hebben Ged. Staten van Noord-
Brabant bet reeds eerder aangekondigde
voorstel tot afschaffing van bet weggeld
voor rijwielen ingediend. Blijkens dit
voorstel wilen zij. het benoodigde bedrag
.vinden d'oor de heffing van drie nieuwe
opcenten op- de hoofdsom der inkomsten-,
vermogens- en grondbelasting. Naar de
cijfers der begroeting voor 19-39 is daar
van een opbrengst te verwachten van
rond f 162.500. Daarnaast zouden Ged.
Staten de opbrengst, welke het weggeld
nog over 1940 zou opleveren (een derde
van de jaaropbrengst of plm. f 140.000),
voorloopig willen reserveeren voor den
wegendienst.
spoken geloofde. Vooral miss Judith zou
knorrig wezen, en hem ernstig vermanen
wegens zijn laffe kinderachtigheden, want
zij koesterde een bijzondere minachting
voor bijgeloovigen angst; en Mona zou
hem ook bespotten, want onder baar
zwakheden behoorde geenszins vrees
voor geestverschijningen. Maar Dobbs zou
zeker „de vreeselijke geschiedenis" hoo
ren, en zij zou verbleeken van angst en
nooit weder na zonsondergang een voet in
de galerij durven zetten; en zoodoende
kon ik mij op twee personen tegelijk wre
ken.
Ik behoefde niet lang te wachten; nau
welijks had ik mij op de boventrap neder
gezet en mijn kaars uitgeblazen, toen ik
de deur aan het einde der galerij hoorde
afsluiten; mr Perren naderde, ofschoon
niet zoo vlug en huppelend als anders, ter
wijl hij een zijner deuntjes zonder maat
of wijs neuriede. Een oogeublik hield hij
zich onderweg op, ik begreep, dat bij een
zijner geliefde kunststukken bleef bewon
deren. Al nader en nader kwamen zijn
voetstappen. Mijn hart klopte zoo luide,
dat ik bijna het geluid van zijn treden
niet hoorde! En o! hoe vreeselijk koud
was ik; mijn tanden klapperden; mijn
knieën beefden, alsof ik de koorts had.
(Wordt vervolgd.)