DE ZEEDW Wolken met zilveren randen. TWEEDE BLAD Het aftreden van Minister De Wilde. Rechtszaken Gemengd Nieuws Wat er deze week voorviel. FEUILLETON VAN ZATERDAG 3 JUNI 1939, Nr 206. Sinds het aftreden van den minister van Financiën, zegt „De Nederlander", heeft dat deel van het Nederlandsche volk, dat belang stelt in de politiek, den tijd gedood met het aan elkander opgeven van raad seltjes, aangezien nog steeds niet nauw keurig bek'end is wat de motieven zijn ge weest, die den heer De "Wilde tot heen gaan hebben bewogen.. Het is toch niet juist, dat deze situatie nu al weer eenigen tijd aanhoudt. Wij schreven dezer dagen al, dat in het klassieke land van het parlementaire stel sel, in Engeland, zooiets onbestaanbaar zou zijn. Daar zou, direct na het aftroden, de zaak in het Lagerhuis 'behandeld zijn. De leider van de oppositie zou het debat openen, de Regeering zou antwoorden. Thans echter schemert ook hier te lande licht. Er is een interpellatie aangevraagd. Door den heer Wijnkoop. Wij: hebben reeds vroeger gewezen op het door ons betreurde feit, dat óók over belangrijke kwesties het interpel- leeren der Regeering te vaak wordt over gelaten aan Kamerleden, die krachtens hun geheele instelling en hun positie in de Karner niet de eerst aangewezenen zijn voor zulk een initiatief. Nu weten wij' wel, dat formeel de Ka mer als zoodanig geacht wordt te inter pelleeren, nadat de initiatiefnemer de toestemming is verleend, maar in de prac- tijk drukt toch de initiatiefnemer zijn stempel op de interpellatie. En een stem pel, inhoudende sikkel en hamer, schijnt ons dan minder geslaagd. Het schijnt wel of vele onzer Kamer leden het aanvragen van een interpellatie als een onvriendelijke geste tegenover de Regeering zijn gaan beschouwen. Of zelfs als een uiting van wantrouwen. En men zou hier inderdaad toe komen als men als regel het interpelleeren overlaat aan de extremisten van links of rechts. Maar een gezonde opvatting van het parlementaire stelsel is dat niet. Het had, volgde men het Engelsche systeem, in de lijn gelegen, dat de leider' van de grootste oppositioneele partij, Tr Albarda, een interpellatie had aange vraagd. En waar wij hier bij lange niet zulk een uitgesproken regeeringspartij of -partijen hebben als in het Engelsche systeem, had den wij ons ook heel goed kunnen denken, dat de aanvrage door een der rechtscne leden zou zijn gedaan. Interpelleeren is nog altijd: opheldering vragen. Niet: bij voorbaat critiseeren Het is helaas anders geloopen. Het woord is aan den geachten afge vaardigde, den heer Wijnkoop. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Eenige weken geleden heeft de Mid- delburgsche Oourant een drietal artike len geschreven met het alles behalve welluidende opschrift: D'e Kerk en de Duiten. Deze artikelen kregen de beste plaats in gezegd blad en dienden dus in de eerste plaats en zeker gelezen te wor den. En dat zijn ze ook. Althans in Mid delburg. Het eerste artikel begon aldus: Er heerscht in Middelburg in breeden kring misnoegen, ontstemming, soms tot hef tige verontwaardiging stijgende.en de oorzaak van dit alles zijn de bij hon derden zich van geen kwaad bewuste Ned. Herv. medeburgers in de brieven- Naar het Engelsch van EMMA JANE WORBOISE 29) _0- Niettegenstaande ik alle pogingen aan wendde om rustig en bedaard te zijn, was ik dien ganschen dag gejaagd en ze nuwachtig. Toen ik met D'obbs door het dorp wandelde, zag zij- mij een paar ma len verwonderd aan, en" vroeg eindelijk op scherpen toon, of ik een slaapwandelaar ster was geworden? „Gij ziet er ten minste uit, alsof gij loopt te droomen, ot wel uw zinnen zijt kwijt geraakt, want zoo even hebt ge tegen den baikkersjongen aangeloopen en nu stapt ge weer midden door de modder heen." Na deze verma ningen trachtte ik beter op mijn voeten te letten en onbeschroomd om mij' heen te zien, doch ik was zeer verheugd, toen wij het huis bereikten, en ik -daardoor bevrijd werd van -de scherpe blikken van juf frouw Dobbs. Thuis gekomen werd ik weder als ge woonlijk geheel aan mij 'zelve overgelaten, en de uren kropen langzaam voorbij, tot dat ik gehaald werd om naar bed te gaan. toen ik de trap opging, hoorde ik Dobbs bussen gedeponeerde aanslagbiljetten in de kerkelijke belasting. Het is mij niet bekend uit welk motief deze artikelenserie uit de redactioneele vulpen der Middel'b. Crt. is gevloeid, (ik vermoed, niet liefde tot de Ned. Herv. Kerk is hier de aandrijvende kracht ge weest, maar dit tusschen ha'ken) ik weet wel, wat het gevolg er van is geweest, Dit, In een nog veel breederen kring mis noegen, in nog ergere mate ontstemming en niet soms, maar heel dikwijls ook tot nog heftiger verontwaardiging heeft deze redactioneele ontboezeming aanleiding gegeven. Ik ga geen verweer schrijven, maar moest ik het doen, dan 'onder het op schrift: Uitgegleden. Ik zou daarmee een balletje terugkaatsen van geruimen tijd terug, toen de redacteur der Middelb. Crt. mij „uitglijden" toedichtte. Waarom ik dan in mijn wekelijkschen brief dit onderwerp aanroer? Om diverse redenen. Het signaleeren van Middelburgsche toestanden behoort zoo tot mijn gelief koosde bezigheden in deze rubriek. Dan, om de diversiteit der bezwaren die vele van mijn al 'of niet 'hervormde vrienden tegen deze artikelen hadden. Wat heeft een politiek-vrijzinnig- nieuwsblad met interne kerkelijke aange legenheden te maken, zei de een; wat is de reden, dat een blad, hetwelk zich ten doel stelt de vermeerdering van den invloed van 'het liberalisme, welk liberalisme in haar beginselprogram zegt mede te werken aan de handhaving van den Christel ij ken grondslag van de Nederlandsche samenleving, in plaats van daadwerkelijk kerkwerk te steunen, adviezen geeft, om kerklid af te raken, zei de ander; waarom kiest iemand, voor met bijbel teksten doorspekte artikelen zoo'n deni- greerend opschrift, de Kerk en de 'Dui ten, zei de derde; wat kan dg reden zijn, dat een orgaan, dat zich kort geleden in gunstigen zin heeft uitgelaten, over de moreele en gees telijke herbewapening, zoo kort daarop, de kerk bemoeilijkt in baar Evangèlisa- tiewerk, vroeg de vierde; waarom wordt hier misbruik maken van de onkunde der mensc'hen verweten, zonder eerst hoor en weder hoor toe te passen, alvorens publiekelijk te be schuldigen, vroeg nummer vijf. Ik zou nog even door kunnen gaan. Maar dit is reeds voldoende om van de ontstemming en het misnoegen over deze publicatie te doen blijken. Nog een ander, die ik vroeg zijn be zwaren tegen bedoelde artikelen te for muleeren, gaf als bescheid: daar heb ik heelemaal geen behoefte aan. Er zijn van •die dingen die men niet doet. Waar van men eenvoudigweg, zonder er over te redeneeren, zegt: dat doet men niet. Wel nu, daaronder valt ook het schrijven 'over deze aangelegenheid. Met dit oordeel kan ik mij wel' ver eenigen. In onze bewogen dagen, diende er toch door de voormannen van een partij, die zegt, ik ben voor handhaving van de Christelijke -grondslagen der Nederland sche samenleving, op een andere wijze ■geschreven te worden, over de algemeene Christelijke kerk, zonder welke handha ving dier Christelijke 'grondslagen ten eenen male onmogelijk is. Niet: de Kerk en de Duiten, maar de Kerk en de taak en plicht der Chris tenen, diende onderwerp van bespreking en gedac'htenwisseling te zijn. Is men vóór 'handhaving Christelijke grondslagen der samenleving, dan is men ook vóór de Kerk. Deze geschiedenis is nuttig, om met Groen te spreken en „geeft treffend on derricht." Treffend' onderricht ook voor de belij denis die wij allen dezer dagen in ons stemhokje hebben af te leggen. We beantwoorden dan de vraag: wat dunkt u van de algemeene Christelijke kerk? En worden onze wegen dwars- door kruist door de liberale beginselen, on danks het 'beginselprogram der liberale Staatspartij. Als altijd, Je STENTOR. tot de andere -dienstboden zeggen, dat zij zeer stj.1 moest wezen, want miss Judith was vroegtijdig naar bed gegaan, wegens een hevige verkoudheid, en miss Mona zou waarschijnlijk spoedig volgen, daar zij den vorigen nacht door erge kiespijn bijna niet bad kunnen slapen. Toen de klok tien uren sloeg, stond ik zachtjes op en trok eenige kleeren aan; vervolgens ging ik op het groote portaal luisteren, doch alles was volmaakt stil. Ik ging de kamerdeur van Dobbs voorbij en hoorde met vreugde haar gewoon nachtelijk neusgeluid. De overige dienstboden, wist ik, waren reeds om negen uur naar haar kamers gegaan, en alles om mij heen was doodstil, behalve het snurken van Dobbs. Toen ik langs de trapleuning naar bene den zag, bemerkte ik, dat de hanglamp in de vestibule nog steeds brandde; dit was een teeken, dat mr Perren nog beneden was, want bet was zijn gewoonte om dat licht uit te doen wanneer hij naar bed ging. Tot zoo verre dus liep alles verwon derlijk mede. Ik verwonder mij-, nu ik mij alles we der voor den geest roep dat ik niet terugschrikte voor mijn eigen stoutmoe digheid, want ik wist, dat ik verkeerd handelde! Ik zag naar buiten en het scheen mij toe, alsof de sterren met alles bekend waren en mij doordringend aan staarden met hun heldere, vaste blikken. Rechtbank te Middelburg. Zitting van 2 Juni 1939. Knevelarij. I, W., 62 jaar, brievenbesteller te R e - tranohement, was verdacht van kne velarij, doordat hij op verschillende dagen in de jaren 1031 tot en met '34 te of nabij Retranchement als brievenbesteller van het staatsbedrijf der P. T. T. in de uit oefening van zijn bediening, als zoodanig telkens eenige centen heeft ontvangen van E. M. Tas, echtgenoote van J. Vermue, te Retrachement en/of van een harer huis- genooten, als verschuldigd aan voornoemd Staatsbedrijf, voor postzegels, die be stemd waren voor de te Goes gevestigde Vereen. Gewestelijke Tarwe Organisatie voor Zeeland, zulks terwijl hij', verdachte wist, dat die postzegels, althans die cen ten niet verschuldigd waren voor bedoel de brieven, die als dienststukken zonder postzegel konden worden verzonden. Verdachte ontkende de feiten. Hij: zegt zich nimmer aan 'de hem ten laste geleg de feiten te hebben schuldig gemaakt. De Officier van Justitie eischte wegens knevelarij 14 dagen gevangenisstraf voor waardelijk en een geldboete van f 25 of 10 dagen hechtenis. Vorduistorlng door gomeente- cntvangeir. W. C. v. P., 51 jaar, gemeente-ontvan ger te Hoek, was verdacht van verduis tering, doordat hij op verschillende tijd stippen in het begin van het jaar 1939 te Hoek opzettelijk verschillende geldsbedra gen, in totaal f 1110,08, geheel of ten deele toebehoorende aan de werkliedenv'ereen. „Ons Belang" te Hoek, althans aan een ander dan verdachte, welke geldsbedragen hij verdachte uit hoofde van zijn persoon lijke dienstbetrekking van secretaris-pen ningmeester dier vereen, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend. Verdachte erkends de hem telaste ge legde feiten te hebben gepleegd. Hij be tuigde zijn 'spijt over 'het gebeurde, en zeide thans geschorst te zijn. De Officier van Justitie zegt dat de feiten wel vast staan, doch dat 't ten slotte gaat om .de strafmaat. Er is van ver dachte een gunstig reclasseeringsrapport, dat een voorwaardé'djke straf aanbeveelt. De 'Officier kan zich hiermede niet ver eenigen. Hij eisc'ht 2 maanden gevange nisstraf met aftrek voorarrest. De verdediger, Mr A. Vermaa's, ver zoekt den verdachte voorwaardelijk te veroordeelen. A. 'G. -de- P., 25 jaar, Chauffeur te Zaamslag, was in honger beroep geko men tegen een vonnis van den Kanton rechter te Terneuzen, waarbij bij wegens, als bestuurder van een motorrijtuig op den weg, niet behoorlijk uitwijken bij het rechts tegen komen van een voertuig, werd veroordeeld tot een -geldboete van f 10 of 3 d. 'h. De Officier van Justitie eischte bevestiging van het vonnis. V. A. v. D., 37 jaar, veehouder te Hulst -was in hoo-ger beroep gékomen te gen een vonnis van -den Kantonrechter te Terneuzen, waarbijl hij werdveroor deeld tot een geldboete van f 2-5 of 10 d. h. De Officier van Justitie eischte beves tiging van bet vonnis. Slecht beloond. De eigen-aar van een motorschip, dat Donderdag onder Alphen a. d. Rijn door den Ouden Rijn voer, zag een goede daad met een schadepost beloond. In de nabijheid van de Alphensohe brug was een 17-jarig meisje, door een duizeling bevangen, in den Ouden Rijn geraakt. De juist passeerende schipper, die zag, dat 'het meisje in levensgevaar verkeerde, bedacht zich -geen moment, maar sprong onmiddellijk in zijn roei boot, bet roer van het groote vaartuig aan zijn 15-jarigen zoon overlatend. Terwijl de schipper zich naar de dren kelinge spoedde, trachtte zijn jeugdige plaatsvervanger het schip in het rechte spoor te houden, maar mede tengevolge van 'den sterken stroom, slaagde hij daar in niet, met het gevolg, dat het schip Ik luisterde naar het geluid der golven en het doffe, diepe geluid scheen mij mijn wraakzucht en verraderlijke handelwijze te verwijten. E'n indien tante Rachel eens alles wist! Doch ik greep nieuwen moed! ik zeide tot mijzeive: Wees niet laf, Chrystie Tyn- dale! gij zijt zoover gegaan, gij moet uw plan nu uitvoeren. E'n het is hoog tijd, dat er aan dezen stand van zaken een eind komt; nu zult gij werkelijk iets heb ben, daar gij mr Perren vergiffenis voor moet vragen! Zeker zal er een vreeselijke opschudding wezen; maar alles is beter, dan dit afschuwelijk leven nog langer te moeten lijden. Buitendien, zoo schrikke lijk veel kwaad zal er ook niet gebeuren, en hoe grappig zal het wezen om hem de gang over te zien hollen naar zijn eigen kamer. Met deze gevoelens bezield, toog ik aan het werk. Ik stak een licht aan en haalde uit mijn doos al de materialen te voor schijn om het spook in orde te brengen namelijk den schedel, den phosphorus -en een tafellaken, dat ik stilletjes uit de linnenkast had weggenomen. Een voor een droeg ik alles de zolderkamertjes door, totdat ik op het portaaltje kwam, en toen ik daar alles bijeen had, begon ik mijn scheikunde in praktijk te brengen. Ik schrikte bijna van de uitwerking; vlammen glinsterden uit de ledige oog- Wij bobben Gode zij dank het Pinksterfeest onder vrij rustige omstan digheden mogen vieren. Er viel zelfs een glimp van ontspanning waar te nemen. Verantwoordelijke staatslieden waagden het weer enkele dagen met vacantie te gaan, soms tamelijk ver van de officieele centra. Vóór Pinksteren kon hier te lande het waarschuwingstelegram van Defensie nog worden ingetrokken en deze week werd zelfs gepubliceerd, dat de onder de wape nen zijnde grens'trqepen voor zoover zij daarvoor in aanmerking komen, om beur ten. een maand verlof zullen mogen genie ten. In strijd met de nu en dan loopende ge ruchten bleef ons een kabinetscrisis ge spaard. Toch schijnen naar beweerd wordt de financieels vraagstukken, die minister De Wilde tot heengaan noopten, nog niet opgelost te zijn, zoodat verrassingen hier niet uitgesloten zijn. Onze Minister-president, die momenteel voor een bijzonder zware taak staat, was deze week geroepen aan het graf van ge neraal 'C. J. Snijders namens regeering en volk hulde en dank uit te spreken voor wat deze ontslapene in moeilijke jaren voor ons land is geweest. Aan den wilde-bussenstrijd is nu een eind gekomen. De 'busondernemers hebben het onderspit moeten delven, tot spijt van de velen, die gebruik van deze goedkoope verkeersmiddelen maakten en van de chauffeurs, die nu het leger der werkloo- zen, dat gelukkig belangrijk ging vermin deren, weer vergrootten. Tot blijdschap echter van de Spoorwe gen, die van een lastige en schadelijke concurrentie zijn bevrijd. De spoorweg directie heeft echter onmiddellijk inge zien, dat zij: nu van haar kant óók iets moest doen. Zij voerde (waar reeds zoo dikwijls om gevraagd is) nu vrij' plotseling weekeind-retours in en stelde ook in uit zicht, dat in de vacan'tiemaanden alle retours een maand geldig zullen zijn, be sluiten, waarvoor velen dankbaar zullen zijn. Het is met de Pinksterdagen geen prach tig weer geweest, maar de zon scheen en het heeft niet geregend. Zoo is ongeveer ook de huidige Europeesche situatie. Meende tot dusver de as Duitschland- Italië te kunnen do-en wat zij: wilde, nu is een nieuwe situatie ontstaan, eene, waar in de andere mogendheden over een zoo danig militair apparaat kunnen beschik- met vollq kracht tegen -de remming van de brug opbotste, waardoor de buiten boordmotor vrijwel geheel werd vernield. De jongen, die al het mogelijke deed om een aanvaring te voorkomen en den mo tor te beschermen, raakte bovendien met de handen bekneld, waardoor hij zich nog -danig bezeerde. Ten slotte bleek de 'hulp van den schipper niet eens noodig te zijn, want nog vóór hij: de drenkelinge had kunnen bereiken, was deze reeds door een buur man van den heer H. op het droge ge bracht. De door zooveel pech achtervolgde schipper, -die uit den Briel kwam, kon echter niet op ei-gen kracht vender en moest zich derhalve naar d« plaats van bestemming laten sleepen. (N. R. Crt.) Inbraken in de Pastorie ën van Ankeveen. Voor de derde maal is thans ingebroken in de pastorie -der R.K. en 'der N-ed. Herv. Kerk te An'keveen. Door het uitsnijden van een ruit zijn de inbrekers op beide plaatsen binnengekomen. De buit viel echter niet mede. In de pastorie van de Ned. Herv. Kerk wordt slechts een gering bedrag aan geld ver mist, terwijl in -de R.K. pastorie een oud ■horloge en sigaretten werden meegeno men. E' e r 1 ij: k e vinders r ij k be loond. Dezer dagen kwamen op de af deeling gevonden voorwerpen van het 'hoofdbureau van politie te Rotterdam twee heel sober gekleede jongemannen aangifte -doen, dat zij1 een portefeuille hadden gevonden met 4700 -gulden. De politie trof onmiddellijk maatregelen om holten, en een flikkerend licht speelde om het voorhoofd en de slapen heen; waarlijk het zag er afschuwelijk uit, ofschoon ik niet den ganschen indruk er van gevoel de, daar ik wist, dat het alles mijn eigen werk was In de nis was een marmeren voetstuk geplaatst, waarop een buste stond van de een of andere vrouw. Deze klassieke dame nam ik weg en zette den schedel in de plaats, terwijl ik het tafellaken in artis tieke plooien rondom het voetstuk liet af hangen. Het geheel overtrof mijn stoutste verwachtingen. Nadat ik mij verzekerd had dat het flauwe licht van een kaars het schijnsel van den phosphorus niet zou verminde ren, ging ik naar de boventrap terng en begon de gebeurtenis af te wachten. Mijn plan was om, nadat alles tot stilte zou zijn teruggekeerd, want ik berekende, dat mr Perren zich zeiven in zijn kamer zou opsluiten en zeker niet zou durven te voorschijn komen voor den volgenden morgen stil de galerij door te sluipen, mijn eigendom terug te nemen, mevr. Venus of Flora, of wie zij ook we zen mocht, in de nis te zetten en weder naar mijn bed te gaan. En wanneer de oude man dan den volgenden dag zijn er barmelijk verhaal mededeelde, zou zeker niemand hem gelooven, maar integendeel, men zou hem uitlachen, omdat hij aan ken, dat de as niet meer naar believen grenzen kan wijzigen en staten overrom pelen, zonder dat hieruit een wereldoorlog zou kunnen voorkomen. En dat kan, om te beginnen, al preven tief werken. Toch valt het Engeland nog niet mee, om met Rusland tot een accoord te komen. Schoorvoetend moet Chamberlain aan de verlangens der Russen tegemoet komen. Het Sovjet-standpunt ia deze week nog weer in de volgende punten samengevat: le. Het pact moet een zuiver de fensief karakter dragen. 2e. Het pact moet zonder uitzondering alle landen aan de Westgrens van de Sovjet-Unie, dus ook de Oost- zee-staten, garandeeren. 3e. Er moet een co ncieet accoord tot stand komen over wederzijdechen steun in geval van een eventueelen aanval. Engeland en Frankrijk zijn blijkbaar nog niet zóó ver, dat ze dit alles grif toe geven. Het schijnt wel, dtw net noodige vertrouwen tusschen dit drietal nog niet aanwezig is. Men wantrouwt elkaar nog maar al te zeer. In Motolofs rede ligt bovendien een sterke waarschuwing aan het adres van Londen en Parijs, doordat gewezen wordt op de goede betrekkingen met Italië en op de mogelijkheid van gezonde economische relaties met Duitschland. Dergelijke zin spelingen schijnen vooral bedoeld te zijn om Londen volkomen murw te maken. Het is begrijpelijk, dat de Italiaansche bladen de Dui'sche houden zich gere serveerder leedvermaak aan den dag leggen, nu het pact van West-Europa met Sovjet-Rusland op moeilijkheden blijkt te stuiten. Japan deed deze week weer van zich hooren. Het blokkeert de Chineesche ha vens. En er zijn niet voldoende Britsche oorlogsbodems in het Verre Oosten om zich daadwerkelijk tegen den Japanschen maatregel te verzetten. In werkelijkheid richt de Japansche ac tiviteit zich tegen geheel Euro-pa, óók te gen Duitschland en Italië. Daarom voelt Japan er ook weinig voor om zich nog nauwer aan -de as te verbinden. In breede Duitsche kringen ziet men Japans politiek in het Verre Oosten met even leede oogen als dat in Engeland het geval is. Waar schijnlijk heeft Duitschland op den duur veel meer in 'China te verliezen dan Engeland en Amerika. Tokio volgt echter een geheel zelfstan dige politiek en ziet in Rusland zijn erg- sten vijand. Het voorziet zich zoolang het goud heeft van oorlogsvo-orraden uit.Amerika. na te gaan, wie de portefeuille verloren had. Eenigen tijd later werd de politie opgebeld door een collega uit Woerden, -die mededeéling deed dat een inwoner uit Woerden een zékere L. 'bij zijn thuis komst 'had ontdékt, dat hij zijn porte feuille kwijt was met een bedrag van 4700 gulden. 'Hij was voor zaken naar Rotterdam geweest en had bij een bank instelling het eerder genoemde bedrag geïnd. Vermoed wordt, dat de man de portefeuille naast zijn zak beeft gesto ken en deze zal toen tusschen de kleeren zijn weggegleden. L. is met een verheugd 'hart naar de Maasstad gegaan om op het hoofdbureau zijn verloren portefeuille weer in ont vangst te nemen. De twee eerlijke vinders kregen een rijke belooning. WEGGELD IN NOORD-BRABANT. Ged. Staten doen voorstel tot afschaffing. Thans 'hebben Ged. Staten van Noord- Brabant bet reeds eerder aangekondigde voorstel tot afschaffing van bet weggeld voor rijwielen ingediend. Blijkens dit voorstel wilen zij. het benoodigde bedrag .vinden d'oor de heffing van drie nieuwe opcenten op- de hoofdsom der inkomsten-, vermogens- en grondbelasting. Naar de cijfers der begroeting voor 19-39 is daar van een opbrengst te verwachten van rond f 162.500. Daarnaast zouden Ged. Staten de opbrengst, welke het weggeld nog over 1940 zou opleveren (een derde van de jaaropbrengst of plm. f 140.000), voorloopig willen reserveeren voor den wegendienst. spoken geloofde. Vooral miss Judith zou knorrig wezen, en hem ernstig vermanen wegens zijn laffe kinderachtigheden, want zij koesterde een bijzondere minachting voor bijgeloovigen angst; en Mona zou hem ook bespotten, want onder baar zwakheden behoorde geenszins vrees voor geestverschijningen. Maar Dobbs zou zeker „de vreeselijke geschiedenis" hoo ren, en zij zou verbleeken van angst en nooit weder na zonsondergang een voet in de galerij durven zetten; en zoodoende kon ik mij op twee personen tegelijk wre ken. Ik behoefde niet lang te wachten; nau welijks had ik mij op de boventrap neder gezet en mijn kaars uitgeblazen, toen ik de deur aan het einde der galerij hoorde afsluiten; mr Perren naderde, ofschoon niet zoo vlug en huppelend als anders, ter wijl hij een zijner deuntjes zonder maat of wijs neuriede. Een oogeublik hield hij zich onderweg op, ik begreep, dat bij een zijner geliefde kunststukken bleef bewon deren. Al nader en nader kwamen zijn voetstappen. Mijn hart klopte zoo luide, dat ik bijna het geluid van zijn treden niet hoorde! En o! hoe vreeselijk koud was ik; mijn tanden klapperden; mijn knieën beefden, alsof ik de koorts had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 5