-BANK
DE ZEEUW
E N
Minister Er H. Colijn bij
met zilveren randen.
bektndg Dorps-Cali
SPLUHTER"
itboomen
Vogels.
OUT
TWEEDE BLAD
i koop,
B. S. te Goes.
len
|g als nieuw
Ivoor fi875.~
oie Boerderij
18 goes,
n se,
Wat er deze week voorviel.
IIA", goes
Ichte lengte
or kerk- en
>ht.
loo y4
ore der Bank,
FEUILLETON
V
Werkloosheid-
bestrijdirig in nieuw
stadium.
ongesteldheid.
re-Schouwen,
J. L. VAN DER
fliddelburg, is voorne-
>AG 24 MEI 1939,
in het café van dhr
an de Kapellestraat A
publiek te verkoopen:
HUIS met zijpoort,
in moesland, aan den
'eerschen Weg, ge-
15 en 80, te Zandljk,
eere, groot 8 A. 10 c.A.
rrd voor 1,75 per week.
I ged, te aanv. 10
k na afloop daarvan,
meld huis, k contant,
B HUISRAAD,
rachel, Tafel, Stoelen,
ïlateursklok, Potten,
en Steenwerk, Veeren-
iw, Handgereedschap-
en, Roomton, Kuiken-
lerd Boogkabinet en
te zien is, den mor-
:oop.
huis 23 Mei van 10
24 uur en 24 Mei
ur.
de cursus 19391940
tl wordt verzocht deze
die voor mondelinge
het schoolgebouw te
;e gegevens zijn ver-
ig toegezonden.
ien zal plaats hebben
Ir C. A. DE LOOZE.
cabine f3800..
IOODIJK, GOES
■WEG 33, Tel. 497
lïtie: J. LAPORT
en 7 H.a. pacht-
Ilandbouwbemid-
rg, Telefoon 849.
MIDDELBURG.
kn, enz. opschilderen,
EN GLANSVERVEN
U zult 'langen tijd
ZWARTE LAK voor
aren steenhard. BE-
Im 1000 stalen, waar-
1 en goedkoop.
RS, GRONDPAPIER,
KWASTEN, PEN-
Heeck's DWEILEN
R- EN SPIEGELLAS
VAN
ZATERDAG 20 MEI 1939, Nr 195.
TE LEEUWARDEN EN TE UTRECHT.
Minister .Dr Colijn heeft op Hemel
vaartsdag zo-owel den Bondsdag van het
Ned. Jong. Verbond als die van den Bond
van J. V, op Geref. Grondslag bezocht.
's Morgens vroeg was Z. Ex. reeds in
Leeuwarden bij het N. J. V.
In zijtn hier gehouden toespraak wees
Dr Colijn er op, dat wij leven in een won
derlijken tijd, waarvan de morgen niet
weet wat de avond zal brengen. En dan
ligt er in het zien van elkanders aange
zicht iets verkwikkends. Vooral als dui
zenden jonge menschen bijeen zijn, die
allen staan op den vasten bodem van het
Woord Gods.
In het leven is zooveel verdeeldheid,
klaarblijkelijk ongeneeslijk. En tooh is er
veel verdeeld, dat niet zoo behoefde te
zijn. Dat men zioh tot een zoodanige le-
venshoogte mocht opwerken, dat er een
samenleving mag komen in 'breeder ver
hand. De nood dezer tijden roept daar
toe, de verdediging van de hoogste goe
deren van ons volk vraagt het van ons.
Wel klinkt deze omroep door ons land,
men knikt ook wel goedkeurend, maar
men vergeet te licht wat men hoorde.
We moeten dit vraagstuk echter bena
deren als weleer Gambetta, die sprak:
Pïaat er niet te veel over, maar denk er
altijd aan. Diat ia ook onze roeping als
'Christenen Waar wij allen Gods Woord als
richtsnoer erkennen moesten we deemoe
dig het hoofd buigen bij het zien van zoo
veel verdeeldheid onder de Christenen.
Spr. weet, dat het N. J. V. niet kerkelijk
is, maar gevoed wordt uit de Ned. Herv.
Kerk. Spr. zelf is Gereformeerd en daar
om heeft hij er behoefte aan hier te spre
ken van den gemeensohappelijken strijd
dien men te strijden heeft. Ook weet hij,
dat deze woorden niet binnen deze tent
blijven en dat ze alom in den lande zullen
worden gehoord.
Na den Bondsdag een 'gezegenden dag
te hebben toegewenscht, voegde Z. Exc.
er aan toe, dat de Regeering met gr-oote
voldoening dergelijke bijeenkomsten ziet.
(Applaus.)
Te Utrecht wekte Dr Colijn in het
bijzonder op tot t r o u w aan het begin
sel.
Dat is noodig in verband met de ver
warring die er op elk gebied heerscht,
maar ook omdat er allerwege is- een drang
en een roep naar eenheid. Het valt niet
te ontkennen, dat de gemeenschappelijke
gevaren, waaraan de Christenheid bloot
staat, nopen tot eenheid en saamhoorig-
heid in doelstelling en streven, waar dat
mogelijk is. Verdeeldheid, die niet beslist
geboden is door bet 'beginsel, is een ge
vaar voor de Christenheid te noemen.
Het merkwaardige is evenwel, dat die
eenheid en dat gezamenlijk optreden te
gen de kwalen van dezen tijd alleen mo
gelijk is als men goed gefundeerd is op
het beginsel. Halven kunnen niet met el
kaar samenwerken. Dit is alleen mogelijk
tusschen mannen en tusschen jongeren,
die een wel gefundeerde overtuiging bezit
ten. Trouw aan het beginsel is noodig om
te komen tot een nauwere saamhoorig-
heid van hen, die in algemeenen zin de
zelfde doelstelling hebben. En de trouw
aan het beginsel wordt verkregen in den
weg van ijverig onderzoek en studie.
Maar er moet een ding bij komen en
dat is, dat we ook en vooral moeten leeren
onze knieën te buigen om den zegen af te
smeeken over het werk, dat in onze jon-
gelingsvereenigingen wordt verricht.
Alleen die eerst op de knieën heeft ge
legen, kan daarna staande blijven.
Bovenal gaat het om de verwerving van
het geloof, waarvan Da Gosta zong:
Naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE
21.) _o_
Slechts op één punt scheen ik uit te
munten! Toen ik dacht, dat alles geëin
digd was, gaf miss Judith mij een groote
gelinieerde lei, benevens een griffel en
zeide:
„Nu moet gij hierop schiijven, zoo goed
als 8ii kunt, een verhaal van onze reis
van gisteren en onze aankomst te Elm-
wood. Ik zal u geheel alleen laten, zoo
dat ge geen afleiding kunt hebben, en
na verloop van een uur zal ik terug
komen, om te zien wat gij gedaan hebt;
ik verwacht, dat de beide zijden der lei
zullen volgeschreven zijn."
Dit was juist iets naar mijn zin. Dik
wijls had ik brieven geschreven aan
denkbeeldige vrienden, en de meest on
waarschijnlijke gebeurtenissen daarbij
verhaald, zoodat het mij' nu niet de min
ste moeite zou kosten, om slechts mede
e deelen, wat ik gezien en ondervonden
had. Ik begon dan ook met zooveel ijver
e schrijven, dat spoedig mijn lei geheel
vol geschreven was. Ik zocht rondom mij
heen, en vond een wit porseleinen leitje,
hf-wF es beschreven. In een oogen-
öuk had ik mij dit toegeëigend, het schrift
Stort in mijn aad'ren die kracht van ge-
loeven,
die bergen ter neer stort en marmer ver
breekt.
Als we dit geloof hebben mogen verkrij
gen, als God ons dit geloof heeft willen
schenken in den weg van ootmoedig ge
bed, dan versagen we niet, dan laten we
ons door niets verootmoedigen en ver
schrikken. "Want we weten het dan, dat
de overwinning is aan Hem, Die de Ko
ning is van hemel en aarde.
Hierna ging Dr Colijn voor in dank
gebed.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Ons kiesrecht is gebaseerd op het z.g.
lijstenstelsel. "Wij stemmen op de lijst van
onze partij' en ontvangen daarbij keer op
keer het advies om tooh vooral op num
mer één te stemmen.
O'p de diverse aanbevelingen van bijna
alle partijen komt stereotiep de uitdruk
king voor: Stemt nummer 1 van lijst
Van deze adviezen wordt bij de gemeen
teraadsverkiezingen ten onzent meer en
meer afgeweken.
Zoo werden in 1931 bij1 de raadsverkie
zing op 52 van de 54 op het stembiljet
voorkomende candidaten stemmen uitge
bracht. Behalve de 9 lijstaanvoerders kre
gen 43 candidaten niet minder dan 873
voorkeurstemmen.
In 19Ö5 kregen van de 62 candidaten
er niet minder dan 61 stemmen. Slechts
één oandidaat kwam er zonder stemmen
af. Er waren toen 10 lijsten, waaronder
1 eenmanslijst. Boven de 10 lijstaanvoer
ders kregen dus 51 personen voorkeur
stemmen. Het aantal voorkeurstemmen
steeg toen tot 1273. Dat is meer dan twee
maal den kiesdeeler.
Bij nadere beschouwing blijkt er een
groot verschil te bestaan in het toeken
nen van voorkeurstemmen bij' de partijen
onderling. Zoo werden in 1935 op de lijst
der S. D. A. P. slechts 4 pet. voorkeur
stemmen uitgebracht, daarentegen op de
lijst van V. B. 30 pet. De overige lijsten
gaven de volgende cijfers: A. R. 16 pet.,
C. H. 18 pet., R. K. 15 pet. en V. D. 17 pet.
De politieke partijbesturen hebben het
uitbrengen van voorkeurstemmen tot dus
ver nog beschouwd ais een onschuldige
bezigheid van het kiezerscorps. Het
bracht als regel toch geen wijziging in de
volgorde der zeteltoekenning. Het is even
wel de vraag of bij een verdere toeneming
van dit verschijnsel de toewijzing van
zetels geen verrassingen zal 'brengen.
Want de toewijzing van zetels kan ook op
andere wijze plaats hebben, als de volg
orde der candidatenlijst aangeeft. Daar
voor is in alle gevallen nog niet noodig
dat de oandidaat met voorkeurstemmen
de volle kiesdeeler haalt, dit kan ook al
als men een stem boven de halve kiesdee
ler uitkomt.
Een en ander maakt duidelijk, dat de
geheele candidatenlijst met de grootste
zorg dient opgemaakt te worden. Men
spreekt wel eens van fcansbiedende plaat
sen, maar tenslotte heeft iedere candidaat
op het stembiljet een kansbiedende plaats.
Dit hangt tenslotte van het kiezerscorps
af. En het is daarom laakbaar dat dit
corps de samenstelling der candidaten-
lijsten overlaat aan een kleine kern van
politiek geschoolde personen in de diver
se partij-organisaties. Voot het samen
stellen van de candidatenlijsten dient een
veel grootere belangstelling aan den dag
te worden gelegd, dan tot dusver in den
regel geschiedt.
De roep om „frisch bloed" is dus bij
iedere candidaatstelling actueel.
Mits hierbij met groote omzichtigheid
te werk worde gegaan. En een zekere
continuiteit in de zetelbezetting ook uit
bestuursoogpunt niet gemist 'kan worden.
Vorige week Zaterdag drong in de voor
middaguren overal het gerucht binnen:
Wij hebben een nieuwen burgemeester I
Met ingang van 1 Juni a.s. Wie? En nie
mand, maar dan ook letterlijk niemand,
kon daarop zeggen: dat had ik wel ge
dacht. Dat was voor ons allen een 100 pet.
verrassing. En naarmate de dagen kwa
men en gingen zijn we allen vervuld ge-
uitgewist en het leitje vol gekrabbeld;
evenzoo nam ik een potlood en eenige vel
len papier weg, die op een klein tafeltje
bij het raam liggen. Doch het scheen wel,
alsof mijn schrijfvermogen al meer en
meer toenam, want toen miss Judith te
rugkwam, en zij was vrij wat langer weg
gebleven dan zij bedoeld had, was mijn
opstel nog niet geheel af, ofschoon ik
twee leien en een half dozijn velletjes
schrijfpapier geheel volgeschreven had.
j Miss Judith prees mijn opstel Zij zeide,
dat ik mij zeer goed had uitgedrukt en
dat er minder taalfouten in waren, dan
zij vermoed had, aangezien ik geen werk
woord van een zelfstandig naamwoord
wist te onderscheiden. Doch ik moest in
het vervolg beter acht geveD op mijn
spelling; van het begin af tot het einde
toe had ik geen enkele punt gezet.
Over het algemeen scheen miss Judith
nog al tevreden te zijn, want zij gaf mij
een goedkeurend tikje op de wang en
glimlachte zoo vriendelijk als zij vermocht,
terwijl zij zeide: „Ik zie, Chrystie, dat
gij goede vermogens hebt, maar tot nu toe
geheel verwaarloosd zijt. Gij' zijt deerlijk
onhandig, zelfs op die punten, waar ik
mocht vermoeden, dat gij toch wel iets
zoudt weten. Ofschoon, het is misschien
juist beter, dat het zoo is want ik ver
kies verre zelve u de eerste beginselen te
onderrichten, dan te moeten voortbouwen
op de grondslagen, die door anderen ge
legd zijn. Gij wilt toch zeker graag een
knap, bekwaam meisje worden, Chrystie?"
worden met een 100 pet. verwachting voor
onze nieuwe burgervader. Tooh typisch,
dat er aan deze benoeming voorafgaanden
tijd, zelfs niet het kleinste lekje is ge
weest. De druppeltjes die men vooraf had
meenen waar te nemen, kwamen niet door
lekgaatjes, maar. waren niet ander» dan
gecondenseerde fantasie daarop,
Ook van deze plaats: Van harte welkom,
burgervader!
Met de Midza-eombinatie is het even
mis.
Daar loop ik van de week door de stad
en zie ik bij een mij bevriend zakenman
een Midza-bord in de etalage. Stap er
binnen en zeg: waarde vriend, haal dat
bord daar uit de etalage en spijker het
aan je voorgevel. Bij tientallen is dat al
gebeurd. En waarom doe jij 't niet?
Toen kreeg ik het verhaal.
Dat mag niet.
Dat zit zoo. Op 1 Mei was de Midza-
beweging in den vroegen morgen in de
weer om bij' do leden de Midza-borden
aan te brengen. Toen er een 30 of 40 uit
hingen, ontdekte de politie, dat daarvoor
geen toestemming was gevraagd. 0, dan
maar even toestemming gevraagd aan het
college van B. en W. Dat college bestaat
tegenwoordig uit twee leden, waaronder
1 zakenman en 1 oud-zakenman. Maar
dit college zei: Stop daar mee. Dat mag
niet. Zoowel uit schoonheids- als uit ver-
keersoverweïingen onduldbaar.
Maar we laten het er niet bij.
"Wij gaan adresseeren aan den Raad.
Of dat helpen zal? vroeg ik,
Natuurlijk, zoo ging hiji voort, zal dat
helpen. De middenstand wil door eigen
kracht en op volle kracht vooruit. Daar
voor wordt geen overheidssteun gevraagd.
Alleen, leg ons alsjeblieft geen belemme
ringen in den weg. En wat in 12 andere
steden wèl mag, laat ons dat ook toe. Het
is toch heusch maar een bescheiden
bordje.
Ik moest hem gelijk geven.
Ek vind het bord heusch niet leelijker
dan vele andere uithangborden.
Maar ja, over scboonheidsoverwegingen
is 'haast geen discussie mogelijk.
Laat ik daarom ook maar eindigen.
Als steeds,
je STENTOR.
Rijksdienst ingesteld.
Orgaoisatiebssluit treedt in working.
De Staatscourant van gisteravond! be
vat een beschikking van den minister van
Sociale Zaken, waarin bepaald wordt, dat
een aantal artikelen van bet organisatie-
besluit werkloosheidsbestrijding 1939 op
19 Mei 1939 en de overige artikelen op
1 Juni a.s. in werking treden.
Bedoeld organisatïebeeluit omschrijft
taak en werkwijze, alsmede de samenstel
ling van een „rijksdienst tot bestrijding
der werkloosheid". Door de inwerkingtre
ding van een aantal artikelen van dit be
sluit op 10 Mei is dus thans ook die rijks
dienst in het leven geroepen. Tevens zijn
door de ministerieele beschikking de be
palingen omtrent de samenstelling van het
bestuur van den dienst van kracht ge
worden.
De rijksdienst zal tot taak hebben het
bevorderen der werkloosheidsbestrijding
voorzoover deze plaats vindt door middel
van de uitvoering van werken.
Deze taak kan op tweeërlei wijze wor
den vervuld. In de eerste plaats door de
behandeling van alle zaken, welke betrek
king hebben op het verleenen van finan-
cieelen steun door het rijk ten behoeve
van werken, welke door derden worden
uitgevoerd. De tweede wijze, waarop de
dienst zijn taak zal vervullen, is het ge
heel of gedeeltelijk voor rekening van het
rijk uitvoeren of doen uitvoeren van wer
ken. Binnen dit kader zal de dienst voorts
alle werkzaamheden verrichten waarmee
hij door den minister van Sociale Zaken
wordt belast in het belang van de bestrij
ding der werkloosheid.
De leiding van den dienst is opgedragen
„O ja, heel graag", antwoordde ik dade
lijk. Mijn klein dwaas hartje was vol eer
zuchtige plannen en zelfvertrouwen te
vens; want ik twijfelde er volstrekt niet
aan, of alle mogelijke bekwaamheden zou
den van lieverlede mijn deel worden.
„Welnu", vervolgde miss Judith, „dan
moet gij u door geen moeilijkheden laten
afschrikken, en vooral strikt gehoorzaam
zijn. Wanneer ik u eenig bevel geef,
Chrystie, dan verlang ik dadelijk en vol
komen gehoorzaamd te worden."
„Moet ik iemand anders dan ook nog
gehoorzamen?"
„Natuurlijk mijn broeder en mijn zus
ter, zij hebben daar het recht op; en in
zekeren zin D'obbs evenzeer, want zij is
een oude, vertrouwde dienstbode en wij
achten haar zeer hoog."
Ik had bijna geantwoord, dat juffrouw
Dbbbs nooit aanspraak op mijn gehoor
zaamheid zou hebben, wat ook de gevol
gen mochten wezen; doch ik veranderde
van gedachten en begreep, dat het wij
zer zoude zijn om te wachten met zulke
gevoelens te uiten, tot gelegener tijd. Daar
om antwoordde ik slechts: „Ik zal mijn
best doen om alles te volbrengen wat u
mij zegt, of miss Mona; maar ik denk
niet, dat ik zal kunnen doen wat mr Per-
ren mij1 beveelt."
„En waarom niet?"
„Omdat ik niet van hem houd; en bui
tendien, hij is zoo heel dwaas."
„Miss Judith fronste haar voorhoofd.
„Stil, Ghrystabel! Alleen een klein dwaas
Een meevaller bracht deze week de op
brengst van de rijksmiddelen. April 1939
kwam met niet minder dan 6,3 miljoen
boven April 1938 te staan, terwijl nu in
de eerste vier maanden van 1939 1,3 mil
joen meer dan In dezelfde maanden van
1938 werd ontvangen.
Nu, meevallers kan de schatkist wel ge
bruiken, waar defensie zooveel vraagt.
Men denke alleen maar behalve aan de
reeds eerder gemaakte plannen i aan de
uitgaven voor de grens- en kustwacht,
die reeds zoovele weken gemobiliseerd is
en aan de voorgenomen uitbreiding van
den diensttijd, waarover reeds de Tweedo
Kamer het voorloopig verslag uitbracht.
We leven nog steeds in een tijd waarin
de atmosfeer zwaar geladen is. Het is
beangstigend om te zien en te lezen, hoe
men feitelijk allerwegen rekent met een
of ander conflict.
Wel was Mussolini vorige week in zijn
rede tegenover Frankrijk opmerkelijk
voorzichtig. Maar het Fransch-Italiaan-
sche vraagstuk is er altijd nog.
Daar is verder de verhouding tusschen
Duitschland en Polen, die wel bijzonder
gespannen is. Vermoedelijk schuilt hier
voorloopig het grootste gevaar. Beide ne
men alle mogelijke militaire maatregelen
en er behoeft maar een kleinigheid te ge
beuren of bet conflict is er. hier
Inderdaad, Mussolini had volkomen ge
lijk. „Er zijn knoopen in de Europeesche
politiek". En deze knoopen moeten, vol
gens hem, ontward worden, onmiddellijk
en voor goed".
Het is o zoo gemakkelijk voor Mus
solini om Engeland en Frankrijk te ver
wijten, dat ze het zwaard willen trekken.
Maar zoo vragen wij1 wie heeft met
de wapenen of met bedreiging van wa
pengeweld Abessynië, Oostenrijk, Tsjecho-
Slowakije, Albanië veroverd? Niet Enge
land en Frankrijk. Zij hebben zelfs geen
gewapend verweer geboden en aan de po
litiek van de dictatoren toen geen halt
toegeroepen.
Zij willen het nu wèl doen. Maar dit
kan hun toch moeilijk als een verwijt
voor de voeten worden geworpen. Eer
der, dat ze het niet wat vroeger deden.
Engeland en Frankrijk zijn nu voort
durend aan het onderhandelen met Rus
land. Er zijn weer eenige antwoorden ge
wisseld. Volkomen eens is men het nog
blijkbaar niet. Het ziet er echter wel naar
uit, dat Engeland aan het Russische ver
langen van „gelijk over en weer" zal moe
ten toegeven.
De door Engeland voorgestelde methode
van oplossing van do Palestijnsche kwes
tie heeft deze week veel stof opgejaagd.
Noch Arabieren, noch Joden gaan er meo
accoord.
In de eerstkomende vijf jaren mogen
er nog 75.000 Joden binnen komen. Dan
bestaat zoowat een derde deel der bevol
king uit Joden, maar dan moet het uit
zijn met de immigratie. Een periode van
10 jaren heeft de Britscho regcoring zich
gesteld om van Palestina een onafhanke-
lijken staat te maken, waarin Joden en
Arabieren tezamen regeeren, zóó dat de
levensbelangen van beide gemeenschap
pen worden gewaarborgd. Natuurlijk zal
die onafhankelijke staat met verdragen
aan het Britsche Rijk gebonden blijven,
zoodat dit er economisch en strategisch,
het volle profijt van zal blijven trekken.
Zooals gezegd, zijn Arabieren en Joden
beide ontevreden.
Van Arabischeri kant vindt men 75.000
nieuwe Joodsche immigranten te veel en
acht men een periode van tien jaar voor
den opbouw van den nieuwen staat veel te
lang.
Het verzet der Joden is nog veel krach
tiger, een verzet dat zich reeds uitte in
stakingen en ongeregeldheden. "Wat blijft
er nu over van de belofte, dat Palestina
het Joodsche Tehuis zal worden? Maar
Engeland heeft de gunst der Arabische
wereld meer noodig dan die der Joden.
Het denkt natuurlijk aan geheel zijn Mid-
dellandscbo Zee-politiek.
aan een directie van drie personen, in
overleg met en onder toezicht van een
r egeeringscom missaris.
Naar we vernemen, is de benoeming
van deze vier personen thans op zeer kor
ten termijn te verwachten.
De groept artikelen, welke op 1 Jumi
a.s. in werking treedt, regelt o.m. de
werkzaamheid van een commissie van ad
vies. De regeerinigsoomimissaris, die voor
zitter met raadgevende stem zal zijn van
de vergaderingen der -directie, is tevens
voorzatter van een commissie van advies.
In deze commissie viami advies hebben,
behalve ambtshalve de regeeringsooan!-
missaris en de directeuren, zitting ten
hoogste twee vertegenwoordigers van de
ministers van Algemeene Zaken, Binnen-
landsche Zaken, Economische Zaken, Fi
nanciën en Waterstaat en bovendien ten
hoogste twee vertegenwoordigers van de
Vereeniging van Nederlamdsche gemeen
ten.
Deze commissie van advies moet wor
den gehoord alvorens de directie of de
minister van Sociale Zaken een beslissing
neemt ten aanzien van werken, waarbij
de ie verleenen firianoieele steun meer be
draagt daim f 250.000 of waarbijl kosten,
die niet voor subsidie in aanmerking ko
men, voor rekening van een gemeente
zullen zijn.
Door den raad van ministers wordt een
Werkplan vastgesteld, diat voor -den aan
vang vani elk dienstjaar door de directie
ontworpen wordt. Dit werkplan moet een
uiteenzetting behelzen omtrent de groe
pen van werken, welke in het komende
dienstjaar ten uitvoer gelegd zullen wor
den en van -de daaraan verhonden kosten.
Land- en arbeidersloonen.
Aan de werkgevers in het landbouwbe
drijf in Oost Zeeuwsoh-Vlaanderen, die
dit jaar nog niet tot overeenstemming
konden komen met de landarbeidersbon-
den inzake loonen en arbeidsvoorwaarden
hunner arbeiders, heeft de minister van
oeoomomische zaken verplichte arbitrage
opgelegd. Tot arbiter is benoemd prof. dr
G. Mmderhoud te Wageningen.
meisje, zooals gij zijt, durft zoo te spreken
over iemand, die zooveel ouder is. Kleine
meisjes mogen geen opinies hebben, dat
weet gij zeer goed. Gij' moet begrijpen,
dat gij uw gedachten over personen of za
ken niet moogt zeggen, wanneer men u
die niet vraagt. En gii moogt niet anders
denken dan volgens mijn inzichten. Als
ik u iets zeg, dan is mijn opinie juist.
„Hebt gij altoos gelijk, miss Judith!
Mantie sprak dikwijls geheel verkeerd."
„Ik heb gelijk in alles, wat u persoon
lijk betreft en gijl moogt mij niet vergelij
ken met -een dienstbode, 'die volkomen on
geschikt was om eenige zorg voor u' te
dragen. Ik heb mdj voorgenomen een ge
heel plan voor u te schrijven, waarbijl alle
physische en moreele bijzonderheden in
acht hoop te nemen."
Dienzelfden avond werd „het plan" in
orde gebracht, netjes uitgeschreven, in
een lijstje gezet, en opgehangen in het
kleine kamertje, dat voortaan mijn
schoolkamer zou wezen. HIet was een
echte studeerkamer, vol met boekenkas
ten, planken, lessenaars en landkaarten;
een overvloed vanr boeken, platen, geïllu
streerde teksten en motto's, in een woord,
men vond er alles, wat voor miss Judith's
systeem benoodigd was.
Het plan werd mij voorgelezen en na
der uitgelegd; en ik luisterde met ware
afschuw, totdat ik eindelijk het gevoel
kreeg, alsof ik, aan handen en voeten ge
bonden, in Egyptische slavernij werd
weggevoerd. Ik moest geregeld om! zes
DE VERGOEDING VOOR VOEDING
VAN INGEKWARTIERDEM.
De minister van defensie heeft het be
drag van zestig cent, genoemd in de pun
ten 2, 3 en 5 van artikel 8 van het In-
kwartieringsbesluit 1892 voor het tijdvak
1 Juni 1939 tot en met 31 Mei 1940 ver
hoogd tot tachtig cent.
D'e beteekenis hiervan is dat de schade
loosstelling voor hen die op grond van de
Inkwartieringswet voeding verstrekken
aan militairen beneden den rang van ad
judant-onderofficier, hiervoor te begin
nen met 1 Juni het tot 80 cent verhoogde
bedrag zullen ontvangen, benevens uiter
aard het bedrag waarop uit anderen
hoofde (voor huisvesting bijv.) aanspraak
wordt gemaakt. Deze laatste bedragen
zijn niet veranderd.
DE RAMP OP TIMOR.
Honderden dooden.
De igouivereneur van de Groote Oost
heeft, naar Aneta meldt, aam de regeering
gerapporteerd, dat, volgens mededeelin-
gen van den resident vian Timor en Oln-
derhoorigtheden, de watersnood zeer
groote schade beeft aangericht in de on
derafdeling Beloe, waar honderden per
somen verdronken zijh en veel vee is ver
loren gerankt. De voedselvoorraden zajjn
bijha geheel verloron geraakt en de te
velde staande voedselgewassen zijn ver
nield. De bevolking van de vlakke streken
heeft drie dagen lang in de hoornen door
gebracht.
Per gouvernementsstoomer zijn 300 pii-
kols mais naar deze streken gezonden,
terwijl grootere hoeveelheden zuilen vol
gen.
Thans is het water overal gezakt; de
verbindingen zijn nog steeds verbroken en
tot nog toe niet hersteld.
Uit de jongste berichten uit het binnen
land van Timor is gebleken, dat de toe
stond erger is, dan mien zich 'had voor
gesteld. Groote oppervlakten aan voe
dingsgewassen zijn vernield. De totale
schade wordt geraamd op oirca twee mil-
lioen gulden.
uur 's ochtends opstaan, gedurende het
gansohe jaar; vervolgens een koud bad
nemen, om half zeven geheel gekleed zijn,
wandelen tot kwart over zeven, onder toe
zicht van een deer dienstboden, en dan op
de piano studeeren tot half negen. Dan
volgde het ontbijt en de ochtendgods
dienstoefening. Van half tien tot half een,
zonder ophouden leeren; dan weder een
wandeling van een half uurtje, of wel
spelen in den tuin; van één uur tot half
twee toilet maken voor het diner. Dan
kwam het middagmaal, en de lessen wer
den hervat tot vier uur. Vervolgens moest
ik gedurende één uur leeren naaien, van
vijf tot zes uur wederom wandelen en de
thee gebruiken; dan werd een uur gewijid
aan tapisserie- of eenig ander fijn werk,
en dan had ik een geheel vrijl uur tot mijn
eigen beschikking. 'Oiml acht uur moest ik
naar bed en bet licht zou precies om
half negen1 worden weggenomen. De ver
schillende lessen, die mijn uren zouden
innemen, waren alle speciaal aangewe
zen, en de lijst er van was ontzettend.
Voornamelijk was er gerekend op een ge-
regelden cursus van godsdienstig onder
wijs, en twee maal per week zou ik naar
Northfoorough gaan om 'gymnastiek te
leeren. Deze laatste bepaling wekten
mijn nieuwsgierigheid in hooge mate.
(Wordt vervolgd.)