Rondgang donr den Dam-doolhof. DE BAKKER VAN HOLSBERG s K- K bi UI S I s rt t ■Sa,d„ Sa-*-5 -.si s rf Wenken op technisch gebied. HOEVEEL 18 EEN MILLIARD? De weg tot wereldherstel. Q o PS «1 n-i v J3 E -e W S Z 9) M O n c -J c X 0 s 3 u Q i_ u *- 3 S ca a. •a rj - O z S -i o O 0) Al JO Ut Al B B zs a *-> I—I Sco S So CNJ 3^5 gS TL -5 1 a 5 -2 -! h s aSga as 5 -a <D CD CD O o js4 a o g bp cd a, g O,^ 0 t>3 rM CD rj S g fflp-1 g ^7 J3 rt 'rt '-' oj 'CS "4 0- co +-Ï a bo as fcy a (d td d aj M toS 5- -rtt3 a> i M 3 5*0 d J3 g a> h O tOH-g T4 T3 .2 jd 'E S d is <3 13 T5 -o b S ïs O ui SN d f •rS <D N CD S N 5 g-s Q Jd T3 bO ca >'B ci b 3 fe| o <13 - TS :a> 3 a> bo»® ho fl«d>üa o te -S .So t3 i> M S 5 N 2 *-l So a s g CD ri rÖ fl'Sg .w cd OOS'd liet gesohenjk itijiia. voliaaa.it (in onze oogen). Niet alleen dat het eene kleine huis-, tuin-, óf keukentalentje onthraih, maar het wordt een verdriet voor beide partijen: voor de ouders, die zoo graag hun zin wilden hebben, en voor het .kind dat het niet andera kan. Nu begrijp ik wel, dat er zich in de prao- tijk ook voor de ouders die zieh ernstig voornemen, niet te ruilen, nog duizend en één moeilijkheden zullen voordoen. Er zal steeds in meerdere of mindere mate het con flict zijn tussohen: is het kind werkelijk zóó en is het voor het kind een noodelooze kwel ling te trachten het te veranderen, óf gaat de eigenlijke aard van het kind schuil onder andere eigenschappen en moeten wij voor zijn eigen bestwil probeeren het te ontbol steren. Ik kan mij voorstellen, dat het soms zeer moeilijk zal zijn, dit uit te maken. De volgende maal verder hierover. P. W. J. S. ONZE OMROEP. HL Een zeer voornaam gedeelte van het Radio-programma bestaat uit muziek. Het zou niet moeilijk zijn, aan te geven, hoe de muziekuitzending technisch verzorgd moet zijn. Deze verzorging laat echter niets te wen- schen over en men kan zeggen dat het on volkomen uitzenden van muziekprogram ma's tot de zeldzaamheden behoort. Anders is het gesteld met de muziek, die men uit den luidspreker hoort De muziek- litteratuur is uitgebreid en rijk geschakeerd. We hehben immers de beschikking over koor werken, orkestwerken, orgelstukken, combi naties van deze, van het populaire tot het klassieke genre, met alle overgangen, die hiertusschen bestaan. Hèt is de groote moeilijkheid een geschikte keuze uit den overvloed te doen. Het grond beginsel der Protest. Christelijke omroep in acht genomen, kan men niet zonder meer alle muziek, die zich als zoodanig presen teert, uitzenden. Er zal een strenge selectie toegepast moeten worden, waarbij aan den anderen kant een groote souplesse aan den dag gelegd moet worden. Zal men het over de keuze van klassieke muziek, of van in deze lijn liggende moderne muziek, spoedig eens kunnen worden, daar deze meestal een uitgesproken karakter ver toont, die een beslissing gemakkelijk maakt, anders is het met het meer populaire genre gesteld. Hier toch zal men licht geneigd zijn, sommige muzikale prestaties zonder meer te accepteeren, terwijl deze b.v. deel uitmaken van een geheel, dat ons als Protestantsch- Christelijke omroep niet als geschikt voor komt. Anderzijds zal men muziek, die geen verdere pretentie heeft dan vlot en vroolijk te rijn, niet altijd kunnen veroordeelen. Een preciese grenslijn zal moeilijk te trekken zijn. De muzieklitteratuur bevat echter een groote hoeveelheid gemakkelijk aansprekende mu ziek, die door haar inhoud ver genoeg uit steekt boven het platte, om ze te gebruiken als aangename en nuttige tijdpasseering. Een groote vraag is, wanneer moet men populaire muziek uitzenden en wanneer an dere. Hierbij dient men rekening te honden met de gemoedsgesteldheid, waarin de door snee luisteraar op bepaalde tijdstippen ver keert. Over 't algemeen is het noodig, dat er gedurende de eerste morgenuren licht ver teerbare muziek uitgezonden wordt Men heeft meestal rich gereed makende voor kan toor of werkplaats, geen tijd om rustig naar een radio-uitzending te luisteren. Toch is het een gewoonte geworden van velen, den dag te beginnen met het aanzetten van de radio. De muziek en het verder gegevene moet licht verteerbaar rijn, zooals het ont bijt ook niet al te zwaar mag liggen. Laat daarom gedurende dezen tijd de morgenwij ding, waarmee de N.C.R.V. veelal haar uit zending begint, ook kort zijn. De morgenuren kunnen gevuld zijn met pro gramma's geschikt voor de huisvrouw. De mu ziek die men hier ter afwisseling biedt, mag ook weer niet te zwaar zijn, daar de huis vrouw werkelijk meer te doen heeft, dan de radio te beluisteren. Het begin van het mid daguur kan het genre der muziek verande ren. Zij kan dan een iets ernstiger karakter aannemen. Het avondprogramma kan klassiek zijn, daar de luisteraar dan meestal minder afge leid van de radio kan genieten. Wij gaven hier in een zeer kort bestek, zeer algemeen te stellen regels. Dat voor sommige tijdsbestekken van deze regels af geweken moet worden, spreekt voor zichzelf. Een altijd weerkeerende zelfde vorm van een programma,' moet tenslotte den luisteraar vervelen. Daarom zal men ook bij de mu ziekprogramma's zooveel mogelijk contrasten leggen, zonder dat het programma er bizar van wordt. Afwisseling in ieder programma is een eisch van dezen tijd. Ook zal men het muzikale programma niet te lang ma ken, maar dit afwisselen met een korte voor dracht, scherts e.d. Belangrijk bij de muzikale programma's is het geven van recitals. Men moet er voor waken dat deze niet te lang zijn. Het is een bekend feit, dat b.v. pianomuziek den doorsnee luisteraar, niet langer kan boeien dan een kwartier. Eén enkele fameuze con certpianist weet de aandacht iets langer gaande te houden. De echte muziekliefhebber zal er gaarne wat voor over hebben, be paalde recitals te beluisteren en deze zal geen bezwaar hebben tegen het uitzenden in het latere avonduur van zulke specifieke programma's. Welk genre muziek gebracht wordt, het zal altijd uitstekend verzorgd moeten zijn. De beste koren en orkesten noemt men te genwoordig nog niet goed genoeg. Diaarom zal men goed doen, aan uitzendingen ver zorgd door koren e.d., die niet kunnen wed ijveren met de allergrootsten, en welke men toch meent te moeten uitzenden, om te laten (jitkomen, wat er in het volk leeft, speciale aandacht te wijden. Men kan hier zooveel bereiken met de programma keus en de vorm, waarin men een en ander brengt. Diaarhij dient men te bedenken, dat een pauze zeer belangrijk kan rijn als „vulling", daar de luisteraar gelegenheid moet hebben te verwerken, wat hij hoort. De volgende week zullen wij wat meer aandacht Lesteden aan de reportage en de programmagedeelten, die daarmee in ver band staan. Vragen: J. v. L. te B. Wij hopen binnenkort een artikel over 't door U gevraagde onderwerp te plaatsen. Zelf wikkelen der spoelen voor éénknops- afstemming moeten wij U ontraden, temeer, daar een stel goede spoelen niet meer zoo duur is, zoodat U er bijna geen financieel voordeel van hebt. L. K. te K. U kunt het beste als eindlamp de AL 4 gebruiken. De 1823 als plaatstroom- lamp is heel goed voor Uw doel te gebruiken. De gloeispanning der nieuwe E serie is 6.3 volt Ja, jaduizend millioen, oftewel 1.000.000.000. Maar hebben we er eenige voorstelling van, 'hoeveel dit wel is? Ziehier een poging, ontleend aan „The Atlantic Monthly", om eendgszins te doen gevoelen, hoe reusachtig een milliard is. Sedert het begin onzer jaartelling tot nu toe zijn er maar weinig meer dan een mil liard minuten verloopen. Indien iemand bij het begin onzer jaartelling dagelijks duizend gulden had weggeschonken en hij' en zijn nakomelingen waren daarmee tot nu toe doorgegaan, iederen dag opnieuw duizend gulden weg te geven, dan zon het totale bedrag, dat zij met elkaar hadden geschon ken, nog lang geen milliard gulden zijn. Verdere nakomelingen zouden nog 800 jaar door moeten gaan met dagelijks duizend gulden te schenken, om het bedrag van een milliard in totaal te halen. In 2736 zou ein delijk het doel bereikt zijn. Indien iemand een milliard guldens zou moeten tellen en hij er in slaagde, om hon derd gulden per minuut te tellen, dan zou i] ij by een. 8-urigen werkdag 57 jaar nooJig hebben voor deze taak. Een behoorlijk bosch bevat ongeveer 100 boomen per H.A. Om een milliard boomen te hebben, zou het bosch de geheele opper vlakte van Nederland, 'België en Zwitser land moeten bedekken. Als Harm dan zoo pochte op Tine, wan neer hij met Stevens praatte, zei deze: Je 'bent er inog niet, maan. Waar blijft nou Aldert Janse? Tja, waar bleef een Aldert? Al twee jaren waren ze getrouwd, maar er versoheen geen Aldert. Elr kwam wel een Aldert in de bakkerij, om in het vak opgeleid te worden. Harm kon hem, bij Job, best gebruiken. Maar dat was Aldert van zijn broer Klaas. Toen hij trouwde, had Harm hem als zijn opvolger uitgeschakeld. Miaar nu gingen Tine en hij" rich al verzoenen met de ge dachte, dat Aldert van Klaas toch de op volger wezen zou. Enfin, er bleef dan toch een Janse in de bakkerij van Holsberg. Dat was al wel honderd jaar zoo geweest en dat zou zoo blijven. Al kam het dan niet precies, zooals je wilt, je kunt het toch wel zóó voor elkaar maken, dat het nog in orde komt. Als het er op aankomt, kun je het noodlot nog wel om zeilen Dus: een Janse bleef er toch in de zaak. De jongen beloofde wat. Daar zat pit en merg in. Maar ja.heel diep bleef er toch een angel zitten. 'tWas toch mooier, als je een eigen jon gen Nu, het lot zorgde er prachtig voor. Je kon het eenvoudig niet beter ver langen. Toen Harm dien bewusten morgen in de bakkerij aan het werk ging hiji was dien nacht niet uit de kleeren geweest en wat nerveus, maar er moest toch brood zijn werd opeens de bakkerijdeur opengeworpen en klonk de luidruchtige stem van dokter Allersma, die van boven kwam: Proficiat, Janse, een flinke joingen, hoorl Neen maar, Hlarm wist niet, wat hij hoor de! tóch nog een jongen; een opvolger. Dank je wel, dokter! Alsof de dokter hem een zoon gegeven had! En geen 'gebreken, dokter? Neen, neentenminstemaar dat is niet van beteekenis. 'Mooi zoo. Naar Tine vToeg Harm niet. Je vrouw maakt het uitstekend, zei dokter Allersma wat scherp. O, ja, ja. Dank u. Ek ben wat in de war.Ik Al goed. Elr komt vandaag toch wel be hoorlijk brood? Komt iiru orde dokter. All right. Weg was dokter Allersma. Nou ja, 't was een klein leugentje, filo sofeerde hij. Geen gebreken? 'Och ja, een iet wat hooge rug. Een bochel is 't niet. Kan de jongen wel 'bakker om worden. Toch jam mer van den kerel. Ik Gum hem een recht schapen zoom. Enfin, op het karakter komt het aan. Janse zal wel een goede Holsber- ger vaini hem maken. Hanmij in zijn bakkerssohort, tippelde in- tussóhen naar 'boven. Een jongen, Harm. Ja, Tine. Meer zeiden ze niet. De menschen van Holsbergen gebruikten niet veel woorden, als regel. De jongen in de wieg zette een vervaar lijke keel op. Elru toen smeerde Harm 'em. D'at geluid had hij nog nooit gehoord. Dien dag werd in den burgerlijken stand van Holsberg ingeschreven: Aldert Janse, zoon van Harm Janse en Tine varu Galen. Noui is het in orde, zei Stevens. En wat beiden noodt deden, deden ze nu: ze gingen naar het café van Stroomami, d e 02 as 00 03 05 CU 03 00 üJ V) UJ DE WEG DER GEHOORZAAMHEID*. Velerlei wegen heb ik bewandeld, Wegen van blijdschap en wegen van strijd, Wegen van arbeid en Wegen van ruste, Maar verreweg de moeilijkste weg Was de weg der gehoorzaamheid. Wegen van worsteling en wegen van vrede, Wegen in licht en wegen in donker Wegen gekozen en wegen gedwongen, Wegen van kommer en wegen van weelde, MJaar de beste weg en de mooiste weg, Was de weg der gehoorzaamheid. gelegenheid van Holsberg,, en namen er eentje op. Haimu betaalde. Maak er een flinken bakker van, Janse, zei Strooman, die ook meedronk. Er waren nog een paar gasten. En Harm gaf een rondje. Alles in het nette. Ze dronken niet meer dan twee borrels. Alles met maat, zei Harm. Eh dat vond Strooman ook. Eh toen giing elk zijns weegs. Het werk voor 'dien dag was afgeloopen. Tenminste in de bakkerij. Maar in den win kel had Harm de handen vol. Hiji moest al maar gelukwensohen in ontvangst nemen. De kroon op het werlk, Janse, zeide een vrouw. Hioe maakt de moeder het? Bestig, zei Harm. En hoe voel je je nou, Janse? vroeg een ander. Tien jaar jonger, mensch. Dacht ik wel. Maar je bent er nog niet. Miet die gastjes 'heb je wat te stellen, wat ik je sunioes. Nou, nou, zoo'n vaart zal het niet loepen, dacht Harm optimistisch. 'Zoo tussohen de bedrijven door liep Harm maar boven en boog rich trotsch over de wieg. Maar had niks geen aardigheid in den jongen. Komt nog wel, troostte de baker. Dan moet-ie eerst een jaartje oud zijtn. Een jaar! Lieve help, wat een tijd, dacht Harm. De jongen in de wieg had niets geen res pect voor zajn vader. Hij huilde uren achter elkaar. Hij: komt er in oani, zuchtte Tine. Geikheid, lachte 'de baker. Laat maar huilen. Krijgt-ie stevige longen van. Een flinke kerel, moeder. Een jongen van negen pond. 'Geen kleinigheid. Het gebrek verzweeg de baker voorloopig. Hij: heeft een bochel; fluisterde zij- Kee in, toen rij! met de dienstbode alleen was. Wat salie me inou?" 'Maar de baker overdreef. 'tWas niet een bochel. Alleen een vergroeiing van de rug, zei dokter Allersma, toen Tine en Harm het tenslotte aan 'de weet kwamen. Haiiml was er slechts matig mee ingeno men. Maar ja, je kunt er niets aan veran deren. Je kunt voorkomen, dat de vergroeiing erger wordt, had de dokter gezegd. Moet je doen, Janse, als de jongen wat grooter is. Heilgymnastiek. Komt tegenwoordig in de mode. Lijkt me niet slecht. Nou, dat kwam data wel in orde. Iemand mlet een hooge rug en niet eens erg kon wel een goede bakker zijfn. Zulke gebreklkigen zijn meestal stie kemerds, wist Job met levenswijsheid aan Kee te verhalen. Maar Kee vond, dat de baas dat er dan Wel uit zou krijlgen. Wat Job betwijfelde. De vrouw zou dat zeker niet kunnen. Time herstelde heel vlot. Veertien dagen later stond ze weer achter de toonbank. 't Is een merakel, zeiden de vrouwelijke klanten. Mensch, pas toch op! Miaar Tine lachte: 'twas alles in orde, hoor. Alleen: een hummeltje mensch, maar ber gen werk. Enfin: Kee kon nogal wat werk verzetten. Etn als 't tm'.oet, krijg je hulp, zei Harm. Want 'de winkel mag er niet onder lijden. Dat kwam dus wel voor elkaar. Eh vrouw 'Stevens had acht kinderen groot gebracht. Die gaf alle mogelijke raad. aan de onervaren Tine. Nou, wat wilde je tnog meer? Het scheppen van een nieuwe levensorde is slechts mogelijk als eerst de mensch zelf veranderd wordt, 't Dogma van de Marxis ten en van allen, die naturalistisch in gesteld zijn luidt: de mensch is goed, wat hem belet zich ten goede te ontwikkelen komt niet uit hemzelf, maar uit de omstan digheden, speciaal uit de economische ver houdingen 'voort. Dit is de eerste fout. Maar de tweede fout is nog geraffineer der en daarom gevaarlijker. Velen erkennen, dat de mensCh zelf ver anderen moet, maar zij hebben geen ander ■geneesmiddel dan dat aan de zieke cultuulr zelf ontleend is. De methode doet denken aan het willen uitbannen van Beëlzebul door Beëlzebub Wij zien in de handelingen van den Vol kenbond een frappant staaltje van deze funeste dwaasheid. 'De bond maakte rich na den wereldoorlog op, om een nieuwe we reld van orde en vrede te scheppen. Hij ge bruikte voor zijn doel echter middelen, ont leend aan de gesteldheid, die den oorlog veroorzaakt had, namelijk wantrouwen en afgunst. 'Gevolg is 'dat de wereldtoestand ge durig dreigender wordt. D'e spanning van angst en haat is erger dan zij" ooit vóór de ,,'vredesaotie" van den Volkenbond was. Er is slechts één weg tot wereldherstel. De mensch moet veranderd, maar dan grondig, geestelijk, wat de Bijbel noemt be keering tot God. Heel de prineipieele 'houding van dien mensch moet anders. 'Hij moet inzien, dat God het absolute Wezen is, dus de absolute gehoorzaamheid eischt. 'Geen 'ding is goed tenzij, het is naar Zijn wil, tot Zijn eer. Alleen dan kan de miensch .goed zijn, als hij in 'Christus gerechtvaardigd en door den Geest Gods gereinigd is. Dan beantwoordt de instelling van het leven aan de waarheid dat God G o d is. D'e arbeid geschiedt in hioogste instantie niet omdat wij ons brood willen verdienen of een cultuur willen scheppen, maar opidat God zegt: het moet, het magl De Bijbel geeft duidelijk de beginselen en richtlijnen voor heel het leven. Niemand die de wet, waar de liefde tot 'God als primaire eisch gesteld en de liefde tot den naaste in verband met die absolute liefde geboden wordt, onder zoekt, behoeft in het duister te tasten. In de gebodien 'Gods is het leven; de ge tuigenissen Gods zijn oorzaak van welvaart en 'VTOolijkheid. (Ps. 119 111.) (Uit Br B. Wieüenga: „Het wezen van het Christendom".) Onder redactie van Jur. Schroder, Sta dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru briek betreffende te richten aan dit adres. Uit eigen kring. In ons blad van j.l. Zlaterdag behan delden wiji een stand, ontleend aan de ru briek J. A. v. Dixhooorn. Of wijl er een voor gevoel van gehad hebben, dat onze ana lyse niet geheel juist was, door achter onze ontleding te schrijven: „Zoo is het heel goed mogelijk dat wij in onze analyse uit glijden. Het dambord is en blijft glad", we ten we niét, miaar toen het geschrevene in drukvorm verscheen en op het dambord nog eens werd nagegaan om e.v. drukfouten te ikiunnen corrigeeren in een volgende rubriek, keken wijl onze oogen uit. Wij' gaven aan, dat in plaats van. 3329 ook nog speelbaar was 4237 en dachten dan, dat het spel zou verloopen: 21—27, 32X21, 23X41, 46X37, 16X27. Diat is juist, maar nu lieten we ver volgen met 37—32 en zwart antwoorden met 6lil. Diat laatste nu' is niet correct, immers op ia! heel simpele wijize verdedigt zwart zijn schijfwinst en consolideert hij de annexa tie volkomlen door NIET 611 maar 19— 23, 2328 te spelen. Ik 'ben op zoek gegaan of er inog andere spelgangen mogelijk wa ren, miaar al komt men al snuffelend en analyseerend speelbare varianten tegen, de LICHT EN WARMTE. Beschouwt de zon.... Zij brengt twee dingen aan: het Licht en de Warmte. Er is geen koning machtig genoeg om 'haar stralen te breken; zij komien in een Techte lijn tot ons. Maar de warmte verspreidt zich in 'het rond en deelt zich in alle richtingen mede. Zoo moet het geloof even als het licht, steeds recht en onbuigzaam zijn; maar de liefde moet zich even als de warmte, naar alle kanten verspreiden en zich naar de behoeften onzer broeders schikken. Luther. conclusie van vriend van Dixhoor®, dat de e e n i g speelbare zet in den onderhavigen stand 33'29, 40X 29 was, tasten ze niet aan. Eere wien eere toekomt! (Tusschen haakjes; grappig is het, dat niet een der speurders uit Goes e.o. tot op het oogen- blik dat wijl deze rubriek persklaar maken, de damblindheid heeft geconstateerd.) Onze problemen. Ons bereikte het verzoek om ter bespa ring van porto de oplossingen van eenige problemen 'gezamenlijk te mogen inzenden. Erg enthousiast ben ik daar niet voor. Maar waar de tijden spaarzaamheid gebie den, en elk dubbeltje heel vaak omgekeerd moet worden alvorens uit te geven, meen ik, terwïlle van de miet aardsche goederen minder bedeelden, een proefneming te moe ten doen. Ik hoop nu maar, dat alle trouwe oplossers ter wille van 'hun arme dam- vrienden deze proef zullen doen slagen, en niet vergeten zullen in te zenden. Van de problemen 2 (reeds geplaatst), 3, 4, en 5 kan men dus de oplossingen aan het einde van de serie, in één brief in zenden! In deze rubriek vindt ui nr 3. Bewaart u de oplossing dus goed? Van inir 2 kunnen nu alsnog oplossingen gevonden worden en t.z.t. eveneens ingestuurd; de oplossing is toch nog niet gepubliceerd. Stond laten we nog even volgen, terwille van hen die alsnog mede willen doen. Nr 2: Auteur 0'. G. v. d. Veen, Amsterdam. Zwart 10 schijven op 5, 9, 14, 17, 20, 23, 27, 30, 35 en 36. Wit 10 schijven op 25, 33, 34, 38, 39, 41, 43, 44, 45„ en 49. Wit speelt en Wint. 1001 Miniaturen. Eenige weken geleden gaven wij' een re censie van het iniooie werk van den genialen problemist Gortmans: 1001 Miniaturen en publiceerden daaruit een drietal aardige vraagstukken. De oplossingen rijn. wij u nog schuldig. Deze volgen duis hier: Nr 91: W. B. Momsmla: Zwart '13,, 29, 30, 34, en 40. Wit 23, 43, 45, 48 en 49. Oplossing: 23—19, 43—39, 45X25. Nr 298: Anteur A. A. Polman: Zwart 1, 10, 17, 22, 23, 24 en 40. Wit: 6, 11, 16, 32, 36 en 49. Oplossing: 117, 4944, 61, 49X21, A; 1X31, 21—26, 31—48, 17—21, 16X27, 26 —17, 27—21, 36—31, 48X26. A: 49 X27, 11X4; 17-h21 B; 36—31, 16X 18, 4X36. B: 22128, (27—19, 4X27, 16X27), 4X31, 28—33, 16—11, 17X6, 31—27, 33—39, 27 —49. Nr 795: Auteur: Dr M. J. BelSnfante: Zwart 8, 14, 17, 19, 20, 28, en 34. Wit 26, 30, 35, 36, 39, 42 en 49. Oplossing: 39—33, 28X39, 26—21, 17X 26, 36—31, 49—43X34,, 35X2. Een 'goede raad: Zet bovenstaande vraag stukjes eens (reep NOG eens) op en speel de afwikkeling na (resp. WEDDER, na). Hesultaat: Als u dezen raad opvolgt zal dit uw spelpeil ten goede komen. Het leert u sneller inzicht in slagzetten. Onze Problemen. Met Nr 3 introduceer ik bij- de lezers van „De Zeeuw" een voor hen onbekenden pro blemist, m.1. B. Koort, Amsterdam. Deze heer is echter, hoewel eerst kort aan het camponeeren, reeds tot een groote hoogte geklommen. Hetgeen hij u dan ook biedt, aal u overtuigen van rijm kunnen. Hier is de eersteling voor „De Zeeuw".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 8