Rondgang donr den Dam-doolhof.
DE BAKKER VAN HOLSBERG
s
K-
K
bi
UI
S I
s
rt t
■Sa,d„
Sa-*-5
-.si
s
rf
Wenken op technisch gebied.
HOEVEEL 18 EEN MILLIARD?
De weg tot wereldherstel.
Q
o
PS
«1
n-i
v J3
E -e
W S
Z
9)
M
O
n c
-J c
X 0
s
3 u
Q i_
u *-
3 S
ca a.
•a
rj -
O
z
S
-i
o
O
0)
Al
JO
Ut
Al
B
B
zs
a
*->
I—I
Sco S So
CNJ
3^5 gS
TL -5
1 a 5 -2 -!
h s
aSga
as 5
-a
<D CD
CD O
o js4 a
o g bp cd
a, g O,^ 0
t>3 rM
CD
rj S
g fflp-1 g
^7
J3 rt 'rt '-' oj
'CS
"4 0-
co +-Ï
a bo as fcy a
(d td d aj M
toS 5- -rtt3
a> i
M 3
5*0 d
J3 g a>
h O tOH-g
T4 T3 .2
jd 'E S d is
<3 13
T5 -o b
S ïs O
ui SN d f
•rS <D
N CD
S N
5 g-s
Q
Jd T3
bO
ca
>'B
ci
b
3
fe|
o
<13 -
TS
:a> 3 a>
bo»® ho
fl«d>üa
o te -S .So
t3 i>
M
S 5
N 2
*-l
So
a s g
CD ri rÖ
fl'Sg
.w cd
OOS'd
liet gesohenjk itijiia. voliaaa.it (in onze
oogen). Niet alleen dat het eene kleine huis-,
tuin-, óf keukentalentje onthraih, maar het
wordt een verdriet voor beide partijen: voor
de ouders, die zoo graag hun zin wilden
hebben, en voor het .kind dat het niet andera
kan.
Nu begrijp ik wel, dat er zich in de prao-
tijk ook voor de ouders die zieh ernstig
voornemen, niet te ruilen, nog duizend en
één moeilijkheden zullen voordoen. Er zal
steeds in meerdere of mindere mate het con
flict zijn tussohen: is het kind werkelijk zóó
en is het voor het kind een noodelooze kwel
ling te trachten het te veranderen, óf gaat de
eigenlijke aard van het kind schuil onder
andere eigenschappen en moeten wij voor
zijn eigen bestwil probeeren het te ontbol
steren. Ik kan mij voorstellen, dat het soms
zeer moeilijk zal zijn, dit uit te maken.
De volgende maal verder hierover.
P. W. J. S.
ONZE OMROEP.
HL
Een zeer voornaam gedeelte van het
Radio-programma bestaat uit muziek. Het
zou niet moeilijk zijn, aan te geven, hoe de
muziekuitzending technisch verzorgd moet
zijn. Deze verzorging laat echter niets te wen-
schen over en men kan zeggen dat het on
volkomen uitzenden van muziekprogram
ma's tot de zeldzaamheden behoort.
Anders is het gesteld met de muziek, die
men uit den luidspreker hoort De muziek-
litteratuur is uitgebreid en rijk geschakeerd.
We hehben immers de beschikking over koor
werken, orkestwerken, orgelstukken, combi
naties van deze, van het populaire tot het
klassieke genre, met alle overgangen, die
hiertusschen bestaan.
Hèt is de groote moeilijkheid een geschikte
keuze uit den overvloed te doen. Het grond
beginsel der Protest. Christelijke omroep
in acht genomen, kan men niet zonder meer
alle muziek, die zich als zoodanig presen
teert, uitzenden. Er zal een strenge selectie
toegepast moeten worden, waarbij aan den
anderen kant een groote souplesse aan den
dag gelegd moet worden.
Zal men het over de keuze van klassieke
muziek, of van in deze lijn liggende moderne
muziek, spoedig eens kunnen worden, daar
deze meestal een uitgesproken karakter ver
toont, die een beslissing gemakkelijk maakt,
anders is het met het meer populaire genre
gesteld. Hier toch zal men licht geneigd zijn,
sommige muzikale prestaties zonder meer te
accepteeren, terwijl deze b.v. deel uitmaken
van een geheel, dat ons als Protestantsch-
Christelijke omroep niet als geschikt voor
komt. Anderzijds zal men muziek, die geen
verdere pretentie heeft dan vlot en vroolijk
te rijn, niet altijd kunnen veroordeelen. Een
preciese grenslijn zal moeilijk te trekken zijn.
De muzieklitteratuur bevat echter een groote
hoeveelheid gemakkelijk aansprekende mu
ziek, die door haar inhoud ver genoeg uit
steekt boven het platte, om ze te gebruiken
als aangename en nuttige tijdpasseering.
Een groote vraag is, wanneer moet men
populaire muziek uitzenden en wanneer an
dere. Hierbij dient men rekening te honden
met de gemoedsgesteldheid, waarin de door
snee luisteraar op bepaalde tijdstippen ver
keert. Over 't algemeen is het noodig, dat er
gedurende de eerste morgenuren licht ver
teerbare muziek uitgezonden wordt Men
heeft meestal rich gereed makende voor kan
toor of werkplaats, geen tijd om rustig naar
een radio-uitzending te luisteren. Toch is
het een gewoonte geworden van velen, den
dag te beginnen met het aanzetten van de
radio. De muziek en het verder gegevene
moet licht verteerbaar rijn, zooals het ont
bijt ook niet al te zwaar mag liggen. Laat
daarom gedurende dezen tijd de morgenwij
ding, waarmee de N.C.R.V. veelal haar uit
zending begint, ook kort zijn.
De morgenuren kunnen gevuld zijn met pro
gramma's geschikt voor de huisvrouw. De mu
ziek die men hier ter afwisseling biedt, mag
ook weer niet te zwaar zijn, daar de huis
vrouw werkelijk meer te doen heeft, dan de
radio te beluisteren. Het begin van het mid
daguur kan het genre der muziek verande
ren. Zij kan dan een iets ernstiger karakter
aannemen.
Het avondprogramma kan klassiek zijn,
daar de luisteraar dan meestal minder afge
leid van de radio kan genieten.
Wij gaven hier in een zeer kort bestek,
zeer algemeen te stellen regels. Dat voor
sommige tijdsbestekken van deze regels af
geweken moet worden, spreekt voor zichzelf.
Een altijd weerkeerende zelfde vorm van een
programma,' moet tenslotte den luisteraar
vervelen. Daarom zal men ook bij de mu
ziekprogramma's zooveel mogelijk contrasten
leggen, zonder dat het programma er bizar
van wordt. Afwisseling in ieder programma
is een eisch van dezen tijd. Ook zal men
het muzikale programma niet te lang ma
ken, maar dit afwisselen met een korte voor
dracht, scherts e.d.
Belangrijk bij de muzikale programma's
is het geven van recitals. Men moet er voor
waken dat deze niet te lang zijn. Het is
een bekend feit, dat b.v. pianomuziek den
doorsnee luisteraar, niet langer kan boeien
dan een kwartier. Eén enkele fameuze con
certpianist weet de aandacht iets langer
gaande te houden. De echte muziekliefhebber
zal er gaarne wat voor over hebben, be
paalde recitals te beluisteren en deze zal
geen bezwaar hebben tegen het uitzenden in
het latere avonduur van zulke specifieke
programma's.
Welk genre muziek gebracht wordt, het
zal altijd uitstekend verzorgd moeten zijn.
De beste koren en orkesten noemt men te
genwoordig nog niet goed genoeg. Diaarom
zal men goed doen, aan uitzendingen ver
zorgd door koren e.d., die niet kunnen wed
ijveren met de allergrootsten, en welke men
toch meent te moeten uitzenden, om te laten
(jitkomen, wat er in het volk leeft, speciale
aandacht te wijden. Men kan hier zooveel
bereiken met de programma keus en de
vorm, waarin men een en ander brengt.
Diaarhij dient men te bedenken, dat een
pauze zeer belangrijk kan rijn als „vulling",
daar de luisteraar gelegenheid moet hebben
te verwerken, wat hij hoort.
De volgende week zullen wij wat meer
aandacht Lesteden aan de reportage en de
programmagedeelten, die daarmee in ver
band staan.
Vragen:
J. v. L. te B. Wij hopen binnenkort een
artikel over 't door U gevraagde onderwerp
te plaatsen.
Zelf wikkelen der spoelen voor éénknops-
afstemming moeten wij U ontraden, temeer,
daar een stel goede spoelen niet meer zoo
duur is, zoodat U er bijna geen financieel
voordeel van hebt.
L. K. te K. U kunt het beste als eindlamp
de AL 4 gebruiken. De 1823 als plaatstroom-
lamp is heel goed voor Uw doel te gebruiken.
De gloeispanning der nieuwe E serie is 6.3
volt
Ja, jaduizend millioen, oftewel
1.000.000.000.
Maar hebben we er eenige voorstelling
van, 'hoeveel dit wel is? Ziehier een poging,
ontleend aan „The Atlantic Monthly", om
eendgszins te doen gevoelen, hoe reusachtig
een milliard is.
Sedert het begin onzer jaartelling tot nu
toe zijn er maar weinig meer dan een mil
liard minuten verloopen. Indien iemand bij
het begin onzer jaartelling dagelijks duizend
gulden had weggeschonken en hij' en zijn
nakomelingen waren daarmee tot nu toe
doorgegaan, iederen dag opnieuw duizend
gulden weg te geven, dan zon het totale
bedrag, dat zij met elkaar hadden geschon
ken, nog lang geen milliard gulden zijn.
Verdere nakomelingen zouden nog 800 jaar
door moeten gaan met dagelijks duizend
gulden te schenken, om het bedrag van een
milliard in totaal te halen. In 2736 zou ein
delijk het doel bereikt zijn.
Indien iemand een milliard guldens zou
moeten tellen en hij er in slaagde, om hon
derd gulden per minuut te tellen, dan zou
i] ij by een. 8-urigen werkdag 57 jaar nooJig
hebben voor deze taak.
Een behoorlijk bosch bevat ongeveer 100
boomen per H.A. Om een milliard boomen
te hebben, zou het bosch de geheele opper
vlakte van Nederland, 'België en Zwitser
land moeten bedekken.
Als Harm dan zoo pochte op Tine, wan
neer hij met Stevens praatte, zei deze:
Je 'bent er inog niet, maan. Waar blijft nou
Aldert Janse?
Tja, waar bleef een Aldert?
Al twee jaren waren ze getrouwd, maar
er versoheen geen Aldert.
Elr kwam wel een Aldert in de bakkerij,
om in het vak opgeleid te worden. Harm
kon hem, bij Job, best gebruiken. Maar dat
was Aldert van zijn broer Klaas.
Toen hij trouwde, had Harm hem als zijn
opvolger uitgeschakeld. Miaar nu gingen
Tine en hij" rich al verzoenen met de ge
dachte, dat Aldert van Klaas toch de op
volger wezen zou.
Enfin, er bleef dan toch een Janse in de
bakkerij van Holsberg.
Dat was al wel honderd jaar zoo geweest
en dat zou zoo blijven.
Al kam het dan niet precies, zooals je wilt,
je kunt het toch wel zóó voor elkaar maken,
dat het nog in orde komt. Als het er op
aankomt, kun je het noodlot nog wel om
zeilen
Dus: een Janse bleef er toch in de zaak.
De jongen beloofde wat. Daar zat pit en
merg in.
Maar ja.heel diep bleef er toch een
angel zitten.
'tWas toch mooier, als je een eigen jon
gen
Nu, het lot zorgde er prachtig voor.
Je kon het eenvoudig niet beter ver
langen.
Toen Harm dien bewusten morgen in de
bakkerij aan het werk ging hiji was dien
nacht niet uit de kleeren geweest en wat
nerveus, maar er moest toch brood zijn
werd opeens de bakkerijdeur opengeworpen
en klonk de luidruchtige stem van dokter
Allersma, die van boven kwam:
Proficiat, Janse, een flinke joingen,
hoorl
Neen maar, Hlarm wist niet, wat hij hoor
de! tóch nog een jongen; een opvolger.
Dank je wel, dokter!
Alsof de dokter hem een zoon gegeven
had!
En geen 'gebreken, dokter?
Neen, neentenminstemaar
dat is niet van beteekenis.
'Mooi zoo.
Naar Tine vToeg Harm niet.
Je vrouw maakt het uitstekend, zei
dokter Allersma wat scherp.
O, ja, ja. Dank u. Ek ben wat in de
war.Ik
Al goed. Elr komt vandaag toch wel be
hoorlijk brood?
Komt iiru orde dokter.
All right.
Weg was dokter Allersma.
Nou ja, 't was een klein leugentje, filo
sofeerde hij. Geen gebreken? 'Och ja, een iet
wat hooge rug. Een bochel is 't niet. Kan
de jongen wel 'bakker om worden. Toch jam
mer van den kerel. Ik Gum hem een recht
schapen zoom. Enfin, op het karakter komt
het aan. Janse zal wel een goede Holsber-
ger vaini hem maken.
Hanmij in zijn bakkerssohort, tippelde in-
tussóhen naar 'boven.
Een jongen, Harm.
Ja, Tine.
Meer zeiden ze niet. De menschen van
Holsbergen gebruikten niet veel woorden,
als regel.
De jongen in de wieg zette een vervaar
lijke keel op.
Elru toen smeerde Harm 'em.
D'at geluid had hij nog nooit gehoord.
Dien dag werd in den burgerlijken stand
van Holsberg ingeschreven: Aldert Janse,
zoon van Harm Janse en Tine varu Galen.
Noui is het in orde, zei Stevens.
En wat beiden noodt deden, deden ze nu:
ze gingen naar het café van Stroomami, d e
02
as
00
03
05
CU
03
00
üJ
V)
UJ
DE WEG DER GEHOORZAAMHEID*.
Velerlei wegen heb ik bewandeld,
Wegen van blijdschap en wegen van strijd,
Wegen van arbeid en Wegen van ruste,
Maar verreweg de moeilijkste weg
Was de weg der gehoorzaamheid.
Wegen van worsteling en wegen van vrede,
Wegen in licht en wegen in donker
Wegen gekozen en wegen gedwongen,
Wegen van kommer en wegen van weelde,
MJaar de beste weg en de mooiste weg,
Was de weg der gehoorzaamheid.
gelegenheid van Holsberg,, en namen er
eentje op. Haimu betaalde.
Maak er een flinken bakker van,
Janse, zei Strooman, die ook meedronk.
Er waren nog een paar gasten. En Harm
gaf een rondje. Alles in het nette.
Ze dronken niet meer dan twee borrels.
Alles met maat, zei Harm.
Eh dat vond Strooman ook.
Eh toen giing elk zijns weegs.
Het werk voor 'dien dag was afgeloopen.
Tenminste in de bakkerij. Maar in den win
kel had Harm de handen vol. Hiji moest
al maar gelukwensohen in ontvangst nemen.
De kroon op het werlk, Janse, zeide
een vrouw. Hioe maakt de moeder het?
Bestig, zei Harm.
En hoe voel je je nou, Janse? vroeg
een ander.
Tien jaar jonger, mensch.
Dacht ik wel. Maar je bent er nog niet.
Miet die gastjes 'heb je wat te stellen, wat ik
je sunioes.
Nou, nou, zoo'n vaart zal het niet
loepen, dacht Harm optimistisch.
'Zoo tussohen de bedrijven door liep Harm
maar boven en boog rich trotsch over de
wieg. Maar had niks geen aardigheid in
den jongen.
Komt nog wel, troostte de baker. Dan
moet-ie eerst een jaartje oud zijtn.
Een jaar! Lieve help, wat een tijd, dacht
Harm.
De jongen in de wieg had niets geen res
pect voor zajn vader. Hij huilde uren achter
elkaar.
Hij: komt er in oani, zuchtte Tine.
Geikheid, lachte 'de baker. Laat maar
huilen. Krijgt-ie stevige longen van. Een
flinke kerel, moeder. Een jongen van negen
pond. 'Geen kleinigheid.
Het gebrek verzweeg de baker voorloopig.
Hij: heeft een bochel; fluisterde zij- Kee
in, toen rij! met de dienstbode alleen was.
Wat salie me inou?"
'Maar de baker overdreef. 'tWas niet een
bochel. Alleen een vergroeiing van de rug,
zei dokter Allersma, toen Tine en Harm het
tenslotte aan 'de weet kwamen.
Haiiml was er slechts matig mee ingeno
men. Maar ja, je kunt er niets aan veran
deren.
Je kunt voorkomen, dat de vergroeiing
erger wordt, had de dokter gezegd. Moet je
doen, Janse, als de jongen wat grooter is.
Heilgymnastiek. Komt tegenwoordig in de
mode. Lijkt me niet slecht.
Nou, dat kwam data wel in orde. Iemand
mlet een hooge rug en niet eens erg
kon wel een goede bakker zijfn.
Zulke gebreklkigen zijn meestal stie
kemerds, wist Job met levenswijsheid aan
Kee te verhalen.
Maar Kee vond, dat de baas dat er dan
Wel uit zou krijlgen. Wat Job betwijfelde. De
vrouw zou dat zeker niet kunnen.
Time herstelde heel vlot. Veertien dagen
later stond ze weer achter de toonbank.
't Is een merakel, zeiden de vrouwelijke
klanten. Mensch, pas toch op!
Miaar Tine lachte: 'twas alles in orde,
hoor.
Alleen: een hummeltje mensch, maar ber
gen werk. Enfin: Kee kon nogal wat werk
verzetten.
Etn als 't tm'.oet, krijg je hulp, zei Harm.
Want 'de winkel mag er niet onder lijden.
Dat kwam dus wel voor elkaar.
Eh vrouw 'Stevens had acht kinderen
groot gebracht. Die gaf alle mogelijke raad.
aan de onervaren Tine. Nou, wat wilde je
tnog meer?
Het scheppen van een nieuwe levensorde
is slechts mogelijk als eerst de mensch zelf
veranderd wordt, 't Dogma van de Marxis
ten en van allen, die naturalistisch in
gesteld zijn luidt: de mensch is goed, wat
hem belet zich ten goede te ontwikkelen
komt niet uit hemzelf, maar uit de omstan
digheden, speciaal uit de economische ver
houdingen 'voort.
Dit is de eerste fout.
Maar de tweede fout is nog geraffineer
der en daarom gevaarlijker.
Velen erkennen, dat de mensCh zelf ver
anderen moet, maar zij hebben geen ander
■geneesmiddel dan dat aan de zieke cultuulr
zelf ontleend is. De methode doet denken
aan het willen uitbannen van Beëlzebul door
Beëlzebub
Wij zien in de handelingen van den Vol
kenbond een frappant staaltje van deze
funeste dwaasheid. 'De bond maakte rich
na den wereldoorlog op, om een nieuwe we
reld van orde en vrede te scheppen. Hij ge
bruikte voor zijn doel echter middelen, ont
leend aan de gesteldheid, die den oorlog
veroorzaakt had, namelijk wantrouwen en
afgunst. 'Gevolg is 'dat de wereldtoestand ge
durig dreigender wordt. D'e spanning van
angst en haat is erger dan zij" ooit vóór de
,,'vredesaotie" van den Volkenbond was.
Er is slechts één weg tot wereldherstel.
De mensch moet veranderd, maar dan
grondig, geestelijk, wat de Bijbel noemt be
keering tot God.
Heel de prineipieele 'houding van dien
mensch moet anders. 'Hij moet inzien, dat
God het absolute Wezen is, dus de absolute
gehoorzaamheid eischt. 'Geen 'ding is goed
tenzij, het is naar Zijn wil, tot Zijn eer.
Alleen dan kan de miensch .goed zijn, als
hij in 'Christus gerechtvaardigd en door den
Geest Gods gereinigd is.
Dan beantwoordt de instelling van het
leven aan de waarheid dat God G o d is.
D'e arbeid geschiedt in hioogste instantie
niet omdat wij ons brood willen verdienen
of een cultuur willen scheppen, maar opidat
God zegt: het moet, het magl De Bijbel geeft
duidelijk de beginselen en richtlijnen voor
heel het leven. Niemand die de wet, waar
de liefde tot 'God als primaire eisch gesteld
en de liefde tot den naaste in verband met
die absolute liefde geboden wordt, onder
zoekt, behoeft in het duister te tasten.
In de gebodien 'Gods is het leven; de ge
tuigenissen Gods zijn oorzaak van welvaart
en 'VTOolijkheid. (Ps. 119 111.)
(Uit Br B. Wieüenga: „Het
wezen van het Christendom".)
Onder redactie van Jur. Schroder, Sta
dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru
briek betreffende te richten aan dit adres.
Uit eigen kring.
In ons blad van j.l. Zlaterdag behan
delden wiji een stand, ontleend aan de ru
briek J. A. v. Dixhooorn. Of wijl er een voor
gevoel van gehad hebben, dat onze ana
lyse niet geheel juist was, door achter onze
ontleding te schrijven: „Zoo is het heel
goed mogelijk dat wij in onze analyse uit
glijden. Het dambord is en blijft glad", we
ten we niét, miaar toen het geschrevene in
drukvorm verscheen en op het dambord nog
eens werd nagegaan om e.v. drukfouten te
ikiunnen corrigeeren in een volgende rubriek,
keken wijl onze oogen uit. Wij' gaven aan,
dat in plaats van. 3329 ook nog speelbaar
was 4237 en dachten dan, dat het spel zou
verloopen: 21—27, 32X21, 23X41, 46X37,
16X27. Diat is juist, maar nu lieten we ver
volgen met 37—32 en zwart antwoorden met
6lil. Diat laatste nu' is niet correct, immers
op ia! heel simpele wijize verdedigt zwart zijn
schijfwinst en consolideert hij de annexa
tie volkomlen door NIET 611 maar 19—
23, 2328 te spelen. Ik 'ben op zoek gegaan
of er inog andere spelgangen mogelijk wa
ren, miaar al komt men al snuffelend en
analyseerend speelbare varianten tegen, de
LICHT EN WARMTE.
Beschouwt de zon.... Zij brengt twee
dingen aan: het Licht en de Warmte. Er
is geen koning machtig genoeg om 'haar
stralen te breken; zij komien in een Techte
lijn tot ons. Maar de warmte verspreidt zich
in 'het rond en deelt zich in alle richtingen
mede. Zoo moet het geloof even als het licht,
steeds recht en onbuigzaam zijn; maar de
liefde moet zich even als de warmte, naar
alle kanten verspreiden en zich naar de
behoeften onzer broeders schikken.
Luther.
conclusie van vriend van Dixhoor®, dat de
e e n i g speelbare zet in den onderhavigen
stand 33'29, 40X 29 was, tasten ze niet
aan. Eere wien eere toekomt! (Tusschen
haakjes; grappig is het, dat niet een der
speurders uit Goes e.o. tot op het oogen-
blik dat wijl deze rubriek persklaar maken,
de damblindheid heeft geconstateerd.)
Onze problemen.
Ons bereikte het verzoek om ter bespa
ring van porto de oplossingen van eenige
problemen 'gezamenlijk te mogen inzenden.
Erg enthousiast ben ik daar niet voor.
Maar waar de tijden spaarzaamheid gebie
den, en elk dubbeltje heel vaak omgekeerd
moet worden alvorens uit te geven, meen
ik, terwïlle van de miet aardsche goederen
minder bedeelden, een proefneming te moe
ten doen. Ik hoop nu maar, dat alle trouwe
oplossers ter wille van 'hun arme dam-
vrienden deze proef zullen doen slagen, en
niet vergeten zullen in te zenden.
Van de problemen 2 (reeds geplaatst), 3,
4, en 5 kan men dus de oplossingen aan het
einde van de serie, in één brief in
zenden!
In deze rubriek vindt ui nr 3. Bewaart u
de oplossing dus goed? Van inir 2 kunnen
nu alsnog oplossingen gevonden worden en
t.z.t. eveneens ingestuurd; de oplossing is
toch nog niet gepubliceerd. Stond laten we
nog even volgen, terwille van hen die alsnog
mede willen doen.
Nr 2: Auteur 0'. G. v. d. Veen, Amsterdam.
Zwart 10 schijven op 5, 9, 14, 17, 20, 23,
27, 30, 35 en 36.
Wit 10 schijven op 25, 33, 34, 38, 39, 41,
43, 44, 45„ en 49.
Wit speelt en Wint.
1001 Miniaturen.
Eenige weken geleden gaven wij' een re
censie van het iniooie werk van den genialen
problemist Gortmans: 1001 Miniaturen en
publiceerden daaruit een drietal aardige
vraagstukken. De oplossingen rijn. wij u nog
schuldig. Deze volgen duis hier:
Nr 91: W. B. Momsmla: Zwart '13,, 29, 30,
34, en 40.
Wit 23, 43, 45, 48 en 49.
Oplossing: 23—19, 43—39, 45X25.
Nr 298: Anteur A. A. Polman: Zwart 1,
10, 17, 22, 23, 24 en 40.
Wit: 6, 11, 16, 32, 36 en 49.
Oplossing: 117, 4944, 61, 49X21, A;
1X31, 21—26, 31—48, 17—21, 16X27, 26
—17, 27—21, 36—31, 48X26.
A: 49 X27, 11X4; 17-h21 B; 36—31, 16X
18, 4X36.
B: 22128, (27—19, 4X27, 16X27), 4X31,
28—33, 16—11, 17X6, 31—27, 33—39, 27
—49.
Nr 795: Auteur: Dr M. J. BelSnfante:
Zwart 8, 14, 17, 19, 20, 28, en 34.
Wit 26, 30, 35, 36, 39, 42 en 49.
Oplossing: 39—33, 28X39, 26—21, 17X
26, 36—31, 49—43X34,, 35X2.
Een 'goede raad: Zet bovenstaande vraag
stukjes eens (reep NOG eens) op en speel
de afwikkeling na (resp. WEDDER, na).
Hesultaat: Als u dezen raad opvolgt zal
dit uw spelpeil ten goede komen. Het leert
u sneller inzicht in slagzetten.
Onze Problemen.
Met Nr 3 introduceer ik bij- de lezers van
„De Zeeuw" een voor hen onbekenden pro
blemist, m.1. B. Koort, Amsterdam. Deze
heer is echter, hoewel eerst kort aan het
camponeeren, reeds tot een groote hoogte
geklommen. Hetgeen hij u dan ook biedt, aal
u overtuigen van rijm kunnen. Hier is de
eersteling voor „De Zeeuw".