MIDDENSTANDSBELANGEN
Leestafel
Marktberichten
Het Vrouwenhoekje
Radioprogramma.
De strijd tussohen groot- en kleinbedrijf
in den detailhandel, - Een publicatie van
de Nederlandsohe Middenstandsbonden.
De zwerftochten van Kees.
PRINS BERNHARD TE
NOORD WIJK.
Eenigen tijd geleden zijn vanwege den
Raad voor het Grootwinkelbedrijf eenige
publicaties verschenen, waarin stelling
genomen werd tegen 'het pogen om te ko
men tot een wettelijke beperking van de
grootwinkelbedrijven.
De hoofdbesturen van de drie Midden
standsbonden hebben gemeend het ant
woord hierop niet schuldig te moeten blij
ven en zoo is dan de eerste van een reeks
publicaties verschenen, waarin de zaak
van een andere zijde wordt belicht.
Wij bedoelen de brochure: „Groot-
en kleinwinkelbedrijf in
den detailhandel" van Dr
E. J. T o b i.
Wij hébben op de bovengenoemde bro
chures de aandacht gevestigd en wij wil
len dat ook ten opzichte van deze pur
blicatie, die zeker waard is dat allen, die
zich voor het middenstandsleven interes-
seeren, daarvan kennis nemen.
Dr Tobi overziet allereerst den stand
van het vraagstuk en. van de
discussie.
Nadat de schrijver de voor- en nadeelen
van de grootonderneming in haar ver
schillende vormen (warenhuis, eenheids-
prijzenbedrijf, filiaal-onderneming en ver
bruikscoöperatie) heeft opgesomd, stelt hij
de vraag, waarom de strijd op het terrein
van den detailhandel zoo verbitterd is,
terwijl op het gébied van de industrie zoo
weinig wanklanken worden vernomen.
Het antwoord op deze vraag is, dat bij
de industrie een zekere werkverdee-
1 i n g heeft plaats gegrepen, zoodat de
functie van den industrieelen kleinonder-
nemer niet werd aangetast.
Gansch anders liggen de zaken op het
terrein van. den kleinhandel. Hier strij
den groot- en kleinbedrijf steeds feller om
het uitoefenen van dezelfde func
tie. Is er dus voor den klein-nijvere nog
ruim plaats op het industrieele terrein,
op het veld van den detail
handel wordt de kleinon-
dernemer meer en meer
door het grootbedrijf be
dreigd en gedeeltelijk weg
gedrongen.
Dit geheel andere karakter van de ver
houding tusschen groot- en kleinbedrijf
op het gébied der distributie verleent aan
den 'heerschenden strijld zijn scherpe
kanten en verklaart de toenemende ver
bittering in de rijen van de zelfstandige
middenstanders.
Gaarne erkennen ook de bestrijders van
het grootbedrijf de zegenrijke werking van
den ouderlingen wedijver. Ook volgens
hun inzicht dankt de maatschappij mede
hieraan de algemeene verhooging van het
welvaartspeil. Doch zij verwijten aan de
vrije concurrentie, dat zij heeft gevoerd
tot' de ongebondenheid, die een vernielen
de uitwerking heeft en weJ. naar twee zij
den. E enerzijds via de absolute vrijheid
van vestiging en anderzijds' via het be
nutten van elk concurrentiemiddel, ook
van die middelen, welke, zooal niet oneer
lijk, toch unfair kunnen worden genoemd.
In het eerste vraagstuk, dat van d e
absolute vrijheid van ves
tiging, heeft de Vestigingswet-klein
bedrijf ingrijpende wijziging gebracht. An
ders staat het met de ooncurrentie-mid-
delen. Op dit punt blijft de toestand nog
steeds onbevredigend. De hier nog steeds
heerschende, bandelooze vrijheid betee-
kent niet, dat de economisch 'beter werk
zame bedrijven succes boeken, doch wel
de minst kieskeurige. Ook voor den ver
bruiker wordt deze toestand nadeelig ge
acht. Hij toch verliest zijn oriëntatie op de
markt volkomen door prijsonderbieding en
verlakkende aanbiedingen en verkeerde,
vaak misleidende voorstelling van zaken.
De aandacht wordt van rationeel koopen
afgeleid en overgebracht op gelegenheids
aanbiedingen van vaak minderwaardige
of overbodige artikelen.
Als ontoelaatbare concurrentie-metho-
den worden opgesomd tijdelijke aanbiedin
gen, z.g. lokartikelen, 'het wegzuigen van
consumenten uit de provincie, door speci
ale treinreizen en/of het aanbieden van
versnaperingen, gratis of tegen belache
lijk lage prijzen, cadeaustelsel en korting
wezen en het exploiteeren van lunchrooms
kapperswinkels, postkantoren, reisbureaux
e.d. in warenhuizen.
Met nadruk wordt er door de bestrijders
van het grootbedrijf op gewezen, dat zij
zich niet richten tegen de mededinging
als zoodanig, doch tegen de u i t w a s -
s e n in de concurrentiemiddelen.
Behalve deze uitwassen van de
onbeperkte concurrentie zeggen zij geen
economische motieven te zien
voor hun bestrijding van de grootonder
neming in de distributie. Zij wenschen
echter, dat het economische motief ge
subordineerd worde aan het sociale.
De sociale beteekenis van den zelfstan
digen middenstand vinden zij een dermate
groot goed, dat zij daarin een voldoenden
rechtsgrond vinden voor hun bestrijding
van het. grootbedrijf.
Op de daarna aan de orde gestelde
vraag, wat de bestrijders van het groot
winkelbedrijf nu eigenlijk willen, wordt
geantwoord, dat van officieele midden
standszijde aan den winkelstand nooit een
recht is toegekend te eischen, dat anderen
van de distributie zouden worden uitge
sloten. Ook het denkbeeld van speciale be
lastingen op het grootbedrijf wordt ver
worpen. Wat zij. dan wèl willen?
Sommigen willen slechts de groot-on
dernemingen ontdoen van de concurren-
tie-middelen, welke het' gevaar van ver
dringing van het kleinbedrijf vergrooten.
Anderen wenschen aanmerkelijk verder
te gaan: Zij. willen 'beperking van het aan
tal vestigingen alsook van het aantal te
voeren artikelen.
Zoo heeft Dr Muiswinkel in „A. R.
Staatkunde" een tijdelijke beperking voor
het oprichten van nieuwe filiaalwinkels
bepleit.
Het verst gaat 'het rapport, dat onlangs
door den Vrijzinnig D'emocratischen Bond
is uitgebracht en dat een beperking van
de verdere ontwikkeling van het groot
bedrijf naar Zwitsersch model aanbeveel*
en voorslaat: Eerst een volle
dige spertijd, en daarna
een vergunningsstelsel.
Na deze inleiding onderwerpt Dr T'obi
de memoranda van Prof. Verrijn Stuart
en Gerbrandy aan een critische analyse
Wij hopen daarop nog nader terug te
komen.
Prof. Dr J. H. Gunning Wzn.,
Straffen? Hoe wel? Hoe niet?
J. H. Kok N.V., Kampen.
Dit is een van de boekjes uit de serie
„Moeilijke kinderen. Practische boekjes
voor ouders en opvoeders". De prijs per
deeltje is 45 cent
Het behandelt een oud en toch altijd
weer nieuw onderwerp. De schrijver
spreekt de zware beschuldiging uit, dat
de overgroóte meerderheid der ouders
zich feitelijk aan de eigenlijke opvoe
ding hunner kinderen niet veel laten
gelegen liggen. Hij maakt de mooie op
merking, dat de echte paedagogische
straf den opvoeder veel meer pijn doet
dan den gestraften opvoedeling. Zoo be
vat het boekje veel meer pakkende en
leerzame opmerkingen, waarom het alles
zins aan te bevelen is voor ouders en
onderwijzers. Het ademt een Bijbelschen
geest.
Een paar opmerkingen meenen we te
moeten maken. Als de schrijver op pag.
17 zegt, dat wij van tevoren niets
weten van de uitwerking van de straf
op het kind, dan gaat hij te ver. Trou
wens hij rectificeert zichzelf op pag. 20
en nog meer op pag. 22. De schrijver
onderscheidt juridische en paedagogische
straf. Is voor een christen (kind), een
verbondskind, voor wiens zonden Chris
tus ten volle betaald heeft, een juridi
sche straf mogelijk? H.
J. H. Ruysch van Dhgteren, Waar
om oen slecht rapport? („Moeilijke
Kinderen". J. H. Kok N.V., Kampen).
Als ik een paar titels van hoofdstukjes
noem, wordt het duidelijk, dat de schrij
ver de zaak breed behandelt „Hoe is
het thuis?" „De fantasie als spelbreker".
„Op welken leeftijd kunnen ze leeren
rekenen?" „Drie onvoldoendes!" „Lui of
langzaam?" „De knappe achterblijver".
De schrijver is door zijn studie en prac-
tisch werk een zeer deskundig raadsman.
„Er zijn heel intelligente kinderen, die
juist voor deze drie vakken (n.l. rekenen,
lezen, taal) voortdurend onvoldoende
krijgen". „Schijnbaar is het kind ijverig
aan het werk en laat het zich door niets
afleiden of in de war brengen. En toch..."
Zulke opmerkingen prikkelen tot lezen
van dit boekje, dat eigenlijk maar gre
pen uit de rijke materie kan geven.
H.
R. Vedder, Waarom niet als an
dersdenkenden? „Moeilijke Kinde
ren". J. H. Kok N.V., Kampen).
De deskundige schrijver behandelt het
achterlijke, het schijn-achterlijke, het ner
veuze en het psychopatische kind. De
achterlijken worden ingedeeld in idio
ten, imbecillen en debielen. Het verschil
is, dat de verstandelijke ontwikkeling
achtereenvolgens niet hooger komt dan
die van kinderen op 3-, 7- en 11- 12-
jarigen leeftijd.
Het boekje geeft allerlei wenken voor
de ouders, aansluitend aan de praktijk
van den schrijver, die tal van voorbeelden
geeft. Het wijst de groote beteekenis aan
van een school voor B.L.O. De ouders
voelen er vaak niet veel voor. Ik zwijg
nu maar van den ouder (het zijn er niet
weinigen!), die nadat hem is meegedeeld,
dat zijn of haar kind achterlijk is, op
merkt: „Die jongen achterlijk? Hij is nog
pienterder dan ik". In zulke gevallen
is argumenteeren nutteloos, aangezien
(en nu wordt de schrijver sarcastisch)
de opmerking van dezen vader of moeder
inderdaad juist is."
M.l. kan de lezing van dit werkje veel
nut doen tot geruststelling, maar ook
tot waarschuwing van ouders ten opzichte
van hun kinderen. H.
„Daagiijks Leven", onder redactie
van Aug. Weiss. M. Stenvert
Zoon, Meppel.
Jongens serie, Rekenen I; Meesjes
serie, Rekenen I.
Dit is toegepaste theorie der „onderwijs
vernieuwing". Luister maar: „Het reke
nen in het dagelijksch leven i s niet zoo
moeilijk en... er wordt niet zoo veel in
het leven gerekend", „...alle ingewikkel-
Prins Bernhard heeft gis
termiddag een bezoek aan
Noordwijk gebracht. Na de
versieringen te hebben be
zichtigd, vervoegden de Prins
en zijn gezelschap zich ten
raadhuize, waar juist raads
vergadering werd gehouden.
De wethouders en de gemeen-
te-secretaris en enkele leden
van het bloemen-comité wer
den aan den Prins voorge
steld. Na de thee bij den
burgemeester te hebben ge
bruikt is de Prins omstreeks
half zes vertrokken.
179. De bandieten kwamen recht op de
auto aangeloopen en een van hen stak drei
gend zijn hand op. Dit wasi Sir Ralph te veel
180. Plotseling bukte hij zich voorover en
gaf den bandiet-chauffeur een opstopper,
waardoor deze even zijn bewustzijn scheen
te verliezen, en slap aLs een doek voorover
op het stuurwiel tuimelde.
de vormen werden opzettelijk weggela
ten". „Herleiding van maten kèn in het
leven voorkomen. Doch ook weer veel
eenvoudiger dan we vaak opgeven." „Als
we het er over eens zijn, dat er veel te
veel van onze kinderen wordt geëischt
op U.L.O. en middelbare scholen..." De
schrijvers brengen dit, en méér, in toe
passing. M.i. op een gelukkige wijs. De
plaatjes zijn èchtl H.
„Tot hun verstand gekomen.
Christelijke psychologische paedago-
giek door Th. van Urk Sr., oud-paed.
Onderwijzer. J. H. Kok N.V. te
Kampen
Wat de practische kant van den in
houd van dit boek betreft, mag gezegd
worden, dat het zeer leerzaam is. Voor
al de laatste hoofdstukken zijn practisch.
Wat de theoretische beschouwing aan
gaat kon het helderder zijn. Trouwens
ziel, geest, verstand, weten, kennen
wat zijn het moeilijke onderwerpen!
'kWil op een paar dingen wijzen. Mij
is niet helder, wat bedoeld wordt met
„psyche van groei en ontwikkeling" (p.
8.) Is het juist om „komen tot het ver
stand" ook een religieuze beteekenis te
geven? De blz. 42 e.v. over geest, ver
stand, ziel brengen m.i. geen duidelijk
heid. Is het verschil tusschen „kennen"
en „weten" met het vb. van kind en klok
juist weer gegeven? M.i. niet (p. 15). De
mensch psychisch verwant aan boom
en blad?! (pag. 17.) De ziel is volgens
den schrijver „niet anders dan een zekere
uitstraling van den goddelijken Geest"
is dit voorzichtig en juist uitgedrukt? (In
verband hiermee waarschijnlijk staat op
pag. 114: „Zoo schiep God den mensch...
bezield met de zuivere rede, daarin aan
vankelijk één met Hem".) Mag men op
grond van wat op pag. 74 wordt gezegd,
de conclusie trekken, dat schrijver vóór
schoolvoeding is?
De stijl van den schrijver is wat breed
sprakig. Zijn hoofddeugd is, dat hij
tracht, dicht bij de Schrift te blijven.
Daardoor is hij principiëel over 't alge
meen een betrouwbare gids voor op
voeders. H.
MIDDELBURG. Bevallen: J. Meeuwse
geb. Jobse d.; J. F. Schot geb. Griep d;
S. Barentsen geb. Acda d.; W. Dingeman-
se geb. Poppe z.; N. Nederhand geb. Ger-
reman d.; A. M. E. van Riel geb. Nuxoll
z. en d.; S. Houmes geb. Louwerse d.
Overleden: P. Lievense 70 j., vrouw van
N. Minderhoud; P. Paulusse 67 j., we
duwe van W. J. Schutz; W. Baljeu 30 j.
jm.; P. H. Ockenmulder 77 j., ongeh.; A.
P. J. G. Arnoldus 73 j., man van M. J.
Warnau; N. Bosselaar 75 j., weduwe van
P. Pagter; L. A. van Woerkens 89 j.,
wedn. van J. M. A. van Miert.
Ondertrouwd: J. L. Joosse 27 j. jm. en
M. Vader 26 j. jd. (M. G.)
Van 2427 April.
VLISSINGEN. Ondertrouwd: L. K. van
der Linden 37 j. en J. Suijkerbuijk 25 j.
Getrouwd: A. H. L. Desitter 31 j. en
A. A. de Kanter 32 j.; A. Wagenaar 41 j.
en J. van de Ketterij' 40 jJ. S. Steen-
dam 25 j. en E. de Nooijer 24 j.
Bevallen: J. Meulmeester geb. de Nooijer
z.; J. van Marion geb. Sturm z.; M. Meer
man geb. Brinke d.; A. J. Kooper geb.
Risseeuw d.; G. G. G. van Leuven geb.
Beenhouwer z.; S. Onderdonck geb. Ha-
melijnck z.; F. Maan geb. Jobse z.
Overleden: M. Willeans, vrouw van P.
G. A. Bleijenberg 65 j.; A. Rijnders, wedn.
v. M. Ravia 74 j.; P. Struijlaart wed. v.
B. van Steene 64 j.; M. J Micbaëlsen wed.
van L. Vinke 85 j.; J. van Gelder, man
van A. P. Verhagen 74 j. (V. G.)
Van 12—25 April.
SOUBURG. Ondertrouwd: M B. Dom
misse 26 j. jm. en M. Kooger 24 j. jd.;
J. Klap 29 j. jm. en M. A. Houtman 21
j jd.; G. Krijger 23 j. jm. en M v. Keulen
21 j. jd.
Getrouwd: S. Davidse 24 j. jm. en M.
P. de Vos 26 j. jd.; A. Grashuis 56 j. jm.
en G. v. d. Klooster 51 j. jd.; J, v. d. Ber
ge 29 j. jm. en A. N. J. Roose 22 j. jd.;
L. Franchimont 28 j. jm. en A W. Wie-
lemaker 26 j. jd.
Bevallen; D. de Klerck geb. De Blaeij
z.; T. Seijnstra geb. De Munck z.; P. M. de
Visser geb. De Visser d.; J. Jongepier
geb. Cijvat z.; J. Roose geb. Wielema-
Ikör z.
Van 15—22 April.
AAGTEKERKE. Ondertrouwd: M.
Louw a 24 j. jm. en S. Melse 20 j. jd.;
P Louws 20 j. jm. en W. Melse 19 j. jd.
Bevallen: M. Sturm geb. Dekker z.
(M. G.)
ST. MAARTENSDIJK, 27 April Offi
cieele Marktcommissie Z.L.M.
Granen Schokker erwten 1316 per
100 kg. Andere granen geen aanvoer.
Aardappels: Witte Eigenheimers 1.75,
Zeeuwsche Bonten 2,752,80, id. Blau
wen 2,803, Poters 11,50 per 70 kg.
Uien geruimd.
Hooi 40 per 100 kg. ongeperst; stroo
89 per id. geperst.
Bij de eerste jonge worteltjes....
Eir zijn. van die traditioneele gebruiken
die hier en daar nog worden in stand ge
houden, nuaar die over bet algemeen
verdrongen zijn geworden door den
stroom van nieuwigheden.
Zoo is bet o.a. gegaan met de goede
oude gewoonte, die de buisvrouw in Mei
de combinatie deed kiezen van nieuwe
zouteviscb, jonge worteltjes en nieuwe
aardappelen. Diat was een goede keus;
iimtmers de pas gezouten viscb, daarbij: de
geurige jonge groente, de steeds zoo ge
waardeerde nieuwe aardappelen en ten
slotte de saus, die in dezen tijd van 't jaar
weer met ecbte grasboter kan worden
bereiddie alle afzonderlijk, maar
niet mifcuder in de hier genoemde samen
voeging, vormen een maaltijd, die in ge
schikte afwisseling is met onze anders
gebruikelijke „visobdagen".
De zouteviscb wordt reeds een dag van
te voren besteld en 's avonds of 's och
tends vroeg in ruim water gezet; een uur
vóór bet 'begin van den maaltijd zetten we
ze op met verscb kokend water zonder
zout en we laten ze op een zoo zacht mo
gelijk vuur meer „tegen bet kookpunt
aan" dan bepaald kokende gaar wor
den (ongeveer 1 uur). Halverwege keuren
we >de visoh op bet zoutgehalte, blij'kt ze
te zout, dan gieten we het water nog eens
af en vervangen het door nieuw kokend
water; zou daarentegen de viscb te flauw
blijken, dam voegen we er nog wat zout bij1.
Omstreeks dienselfden tijid als dus
de visch V, uur zachtjes beeft gekookt
zetten we onze worteltjes en onze nieuwe
aardappelen oiP', beide maar vooral de
worteltjes met weinig water, n.l. zóó,
dat na een half uuTtje koken bet water
is verdwenen: de gare worteltjes worden
dan in de pan even doorgeschud met een
flink klontje boter en wat fijngehakte pe
terselie, de aardappelen worden boven
bet vuur emkel droog geschud.
Als we den tijd, die voor 't gaar maken
van groente, aardappelen en viscb noo-
di'g is, gebruiken voor bet bakken vain de
peterselie en bet bereiden van de saus,
dan komt alles tegelijk warmi op tafel en
er is geen twijfel iaan, of het valt bij
iedereen in den smaak.
Als saus maken we klaar een peter
selie- of botersaus, waarvoor bier een
paar bijzonder smakelijke recepten vol
gen, die trouwens ook bij andere gekookte
viscb goed op hun plaats zullen zijn.
Botersaus (4 personen). Vï L. ko
kend water met 2 Maggi's Bouillonblok
jes, 40 'G. (4 afgestreken eetlepels) bloem,
80 'G. (4 afgestreken eetlepels) boter.
Los de Maggi's Bouillonblokjes in bet
kolkende water op.
Verwarm op een zacht vuur roerende
de bloem met de helft van de boter (2
afgestreken eetlepels dus), giet er onder
voortdurend roeren geleidelijk den bouil
lon bij en laat de saus even doorkoken, tot
ze imlooi glad en gebonden is. Neem de
pan van het vuur en roer er klontje
voor klontje de rest van de boter door:
de saus wordt op 'deze wijsze „roomig"
van uiterlijk en bijzonder geurig van
smaak, omdat de laatst toegevoegde boter
niets door bet koken beeft verloren.
Peterseliesaus (4 personen).
L. kokend water met 2 Maggi's Bouil
lonblokjes, 40 G. (4 afgestreken eetlepels)
bloem, 80 G. (4 afgestreken eetlepels) bo
ter, 1 volle eetlepel fijngehakte peterselie.
Los de Maggi's Bouillonblokjes op in
bet kokende water.
Verwarm op een zacht vuur, onder
voortdurend roeren, de bloem met de
helft der boter; giet daarbij steeds roe
rende geleidelijk den 'bouillon en laat
de saus even doorkoken, tot ze de ver-
eiscbte dikte beeft gekregen. Neem de
pan van bet vuur en roer er klontje
voor klontje de nog overgehouden bo
ter door, die imlet de peterselie is ver
mengd. Laat vooral de peterselie miet
meekoken: én de geur én de kleur zouden
daaronder te lijden hebben.
Het bekende: Help U zélve
Kan óók worden toegepast
Als U en dat is vóék noodig
Uwe wollen dekens wascht.
Het bekende koud Persilsop,
Dat zoo véle wond'ren doet,
Wascht ook Uwe wollen dekens
Vlug, voordeelig, helder, goed.
(Adv.) Clinge Doorenbos.
Uithoudingsvermogen van werkende
vrouwen.
Iedere vtouw, hetzij een huisvrouw, of
een vrouw, die een beroep uitoefent, dat
baar noodzaakt, 'binnenshuis te werken,
zal van tijd tot tijd bemerken, dat haar
uithoudingsvermogen haar in den steek
laat. Zij gevoelt zich geestelijk en licha
melijk minder dan anders in staat om
met opgewektheid haar taak te vervullen
en haar arbeidsprestaties zullen vermin
deren.
Hoe kan inien hieraan ontkomen en
weer op peil komen? Het is opvallend,
dat deze verschijnselen zich vooral in de
wintermaanden voordoen; dit vindt zijn
oorzaak in het feit, dat men 's winters
veel minder frissche lucht heeft dan
's zomers. Men vertoeft in vertrekken, die
kunstmatig verwarmd worden, heeft de
ramen nagenoeg den geheelen dag geslo
ten en krijlgt een tekort aan zuurstof,
waardoor imlen zich moe gaat voelen.
Daarom moeten kamers en werkvertrek
ken regelmatig gelucht worden, al doet
men dit ieder uur maar vijf minuten.
Heeft men overdag geen gelegenheid
oimi wat frissche lucht te happen, dan kan
imlen dit 's avonds doen; de avondlucht
werkt buitengewoon kalmeerend op het
zenuwgestel. Veelal tracht men het gevoel
van moeheid te verdrijven door het drin
ken van (liefst) sterke koffie of thee, het
geen juist zeer verkeerd is. Het prikkelt
de zenuwen onnoodig en wekt schijnbaar
oip; evenjals andere genotmiddelen, die
lang niet altijd even onschuldig zijn.
Veel beter is om wat vruchten te eten,
'n appel of sinaasappel of een glas zui
ver vruchtensap te drinken,, waardoor
het bloed tevens gezuiverd wordt.
Van niet te onderschatten belang is een
goede nachtrust, want al denkt men ook,
dat men voldoende heeft aan zes of zeven
uren slaap en steeds laat naar bed gaat,
dan wreekt zich dit tekort op den duur.
Het is veel verstandiger zich eenige ge
noegens te ontzeggen, dan laat en over-
moe naar bed te gaan en 's avonds in' roo-
kerige vertrekken te vertoeven, waar ge
brek aan frissche lucht is.
Maandag 1 Mei 1939.
HILVERSUM I. 1875 en 415.5 M.
NCRV-Uitzending.
8,00 Schriftl. en medit. 8,15 Ber., gram.
9,309,45 Gelukw. 10,30 Morgend. 11,00
Chr. lectuur. 11,30 Gram. 12,00 Ber. 12,15
Gram. 12,30 Carillon-concert. 1,00 Het
NCRV-orkest. 2,00 Schvoluitz. 2,35 Ver
volg conc. 3,00 Huish. wenken. 3,50 Gram.
3,45 Bijbell. 4,45 Gram. 5,15 Voor de kin
deren. 6,15 Gram. 6,25 Ber., hierna tot
6,55 Vragenuurtje. 7,00 Ber. 7,15 Verv.
vragenuuitje. 7,45 Chr. Oranje-Vereen.
„Amsterdam-Oost", met orgel-begeleiding.
8,00 Ber. ANP., herb. SOS-Ber. 8,15 Kon.
Chr. Oratoriumvereeniging „Excelsior",
toespraken en declam. 9,30 Kon. Milit.
Kapel. 10,00 Ber. ANP., act. halfuur.
10,?0 Gram. 10,45 Gymnastiek. 11,00 Verv.
concert. 11,30 Gram. 10.45 Gymnastiek.
11.00 Verv. conc. 11.30 Gram. 11.50—
12.00 Schriftl.
HILVERSUM H. 301.5 M. Algem.
programma.
8,00 Gram., orgel. 8,15 Ber. 8,18 Gram.
9,00 Omroeporkest, soliste en kinderkoor
(opn.). 10,00 Morgenw, 10,15 Gram. 10,30
Voor de vrouw. 12,15 Ber. 12,30 AVRO-
Amusements-orkest. 1.15 Gram. 1,30
1 AVRO-Meisjeskoor met orgel. 2,00 AVRO-
Musette-orkest, en solist (opn.). 2,30 Om
roeporkest. 3,15 en 3.55 Piano. 4,30 Disco
causerie. 5,30 Stafmuziek van het 6e
R. I. en gram. 6,25 Ber. 6,45 De Twillight-
Serenaders. 7,30 Causerie „Juliana, Gra
vin van Stolberg". 8,00 Ber. ANP., meded.
8,20 Concertgeb.-orkest en solist. 9,25 Ra-
diotooneel. 10,15 Gram. 10,30 AVRO-
orkest en Miff Ferries's Jakdauz. 11,00
Ber. ANP., Gram. 11,4012,00 Orgel.