H. VAN MAZIJK
„Rechts Houden".
Niet kerkelijk
Beginsel en praktijk één.
H. van Hazijk
„Met den POTENTAAT DER POTENTATEN tot bondgenoot, is de GOLIATH ook dezer
eeuw verwinbaar." (Groen van Prinsterer.)
H. VAN MAZIJK
H. VAN MAZIJK
Stemt
No. 1 van lijst 2
H. VAN MAZIJK
TROUW.
Verkiezingstijd moet zijn: bezinningstijd.
al. d. H.
Uw ééne stembiljet kan
beslissend zijn
De Heer Van 't Hoff
pareert een aanval
een sterke Rechtsche le Kamer, het zit
tende Kabinet een flimlke ruggesteun ge
ven. D'an zullen onze voormannen ge
makkelijker hun zeer moeilijke taak kun
nen verrichten.
Kiezers en kiezeressen van de Staten-
Centrale Vlissingen, helpt niet mee aan
de afbraak, door op een andere lijst te
stemmen dan in 1937, imiaar wilt helpen
bouwen en blijft trouw tot den avond van
19 April. Laten we niet breken, maar
bouwen. Breken is gevaarlijk voor onze
partij, voor ons Ministerie en voor ons
geheele vollki; bouwen is noodzakelijk voor
het heil van ons Vaderland. Daarom 'blijl-
ve het parool tot 19 April: „Niet breken,
maar bouwen" en we gaan D.V. naar de
stembus met bet vaste voornemen, otnze
stem) uit te brengen op nummer 1 van
lijkt 2, den heer
„Het Calvinisme kent de roest van
het Conservatisme niet, maar poogt
actief in te werken op elke keer, die
in onze volkstoestanden komende is."
(Dr Kuyper.)
"We zouden deze verkeersmaatregel wel
aan alle kiezers willen inprenten, en bun
den raad geven: „houdt rechts" bij1 het
uit brengen van, uw stem voor de verkie
zing van leden voor de Provinciale Sta
ten.
Want „rechts beteekent veilig" en
waaraan bestaat meer behoefte in onzen,
op alle terreinen hoogst gevaarlijken tijd?
De politieke tegenstellingen nemen
steeds scherpere afmetingen aan, inter
nationaal, en in ons eigen land.
Helaas worden ook hier ontbindende
elementen aangetroffen, die zich niet
ontzien door onwaarachtige leuzen te
speculeeren op de hartstochten van hen
die de gevolgen van de economische crisis
op het pijnlijkst voelen.
Dr Colijlni heeft in een zijner redevoe
ringen gewezen op het feit, dat er nu
eenmaal altijd een categorie mlenschen
werkloos blijven zal, ondanks allerlei te
treffen maatregelen, en gebruikte daar
voor het woord Residu, dat beteekent be
zinksel of overschot.
De N.S.B. heeft aan dit woord de hate
lijke uitlegging gegeven, dat voor dr Go-
lijn werkloozen een residu of bezinksel
zijn, en zich niet ontzien om met dit
woord te speculeeren, en de daden van de
Regeering in een verkeerd daglicht te
stellen, en daarmede het leed der werk
loozen gebruikt om te trachten deze in
hun beweging te krijgen.
Dezen zijn 'door hen misbruikt om
de verzending van een vaar onwaarach
tigheid en misleiding druipend adres aan
de gemeentebesturen mogelijk te malken;
de nood der werkloozen is door hen be
nut om dezen in dienst te stellen van hun
verkieztagspractijk, 'die speculeert op
hartstochten en daarom volks
misleiding is.
Wij zijn overtuigd dat onze Regeering
al het mogelijke doet om het leed te ver
zachten; dat hier door Rijk, Provincie en
Gemeente al 'het mogelijke wordt gedaan
om de werkloosheid te bestrijden, en dat
de smadelijke toepassing van het woord
„Residu" toekomt aain die groep, die
welbewust het leed van anderen
misbruikt tot eigen voordeel.
„Residu", voor ons is het politiek ge
zien, die groep welke wroet en werkt, om
de vrijheden die ons Nederlandsche Volk
in zoo bijteiondere mate bezit, (naar buiten-
landsoh model te fatsoeneeren.
Vrijheid om uitsluitend „ja" te zeggen,
en verder den mond dicht te houden, op
straffe van vrijheidsverlies, vrijheid voot
d,e Kerk, zoolang deze er voor zorgt, om
niet het volle Woord Gods te zeggen tot
hen die de politieke macht 'hebben, vrij
heid voor de Kerk die ontrouw is aan
bare roeping, en concentratiekampen
voor ben die aan de Overheid Gods eisch
durven voorhouden.
„Rechts is veilig!" denk er aan, kiezer,
al zal „Volk in Nood" trachten om u
met uit verband gerukte citaten van Dt
Kuyper e.a. aan te toonen dat de Chris
telijke politieke partijlen het beginsel heb
ben verlaten.
Denk er om, het zijn niet de slechtste
vruchten, waaraan de wespen 'knagen,
zorgt er voor, dat de politieke wespen de
vruchten niet bederven die gegroeid zijn
op Nederlandschen bodem, en waarvoor
onze Vaderen gestreden en geleden heb
ben, en die, mede door den arbeid van
onze christenmannen, zijn ontwikkeld en
gegroeid.
Zorgt er voor, dat hun politieke angel
op 19 Apiril breekt op de éénheid van 'hen
die er voor waken dat onze godsdienstige,
staatkundige en maatschappelijke vrijhe
den onaangetast blijven.
„Et o u! d t Recht s", want „Rechts
is V e i 1 i g". Kiest daarom nr 1 van
de A.R. lijlst
„Ga daarom van ons uit, en wijke
van ons, alle man, wien het om eigen
eer of macht, om hooge post of gel
delijk voordeel te doen is. De hand
die grijpt naar persoonlijk voordeel,
kan de Banier van het Kruis niet om
klemmen." (Dr Kuyper.)
Dat moet ge u toch wel goed realisee-
renl Denk u eens in, dat de uitslag van
den stembusstrijd een bedroevend resul
taat bad door uw verzuim of uw onna
denkend stemmen.
Een paar gevallen, waarbij enkele
stemmen, of n stem of een gedeelte
van een stem of zelfs geen stem beslis
ten werden ons meegedeeld door 'tKuy-
perhuis te Den Haag.
lm 1897 behaalden Mr Heemskerk
(A.R.) en Geertsema (Vrijl Lib.) beide
1225 stemmen. De laatste werd, als oud
ste, gekozen verklaard.
In 't zelfde jaar kreeg Mr Heemskerk
in 'Sneek 2451 stemmen, één te weinig te
genover Mr van Gilse (Unie-Lib.), die
2452 stemmen kreeg.
In 't zelfde jaar wotm Mr Lucasse te
Middelburg met 3137 stemmen op Mr
Fokker (Unie-Lib.), 'die 3123 st. op zich
vereenigde.
In 1905 is onze afgevaardigde Duy-
maer van Twist met één stem meerder
heid gekozen.
Nu is het kiesstelsel sindsdien wel ver
anderd en worden de stemmen over 't ge
heele land (of over de geheele provincie)
partijsgewijls samengeteld; imaar theore
tisch kan de uitslag nog van één stem af
hangen natuurlijk. Bij de verkiezingen
van 1937 heeft zich zoo'iru geval niet voor
gedaan. Bijl verkiezingen voor Provin
ciale Staten en Gemeenteraden is de kans
grooter. Bij de gemeenteraadsverkiezingen
gebeurde het in Oegstgeest, dat de A.R.
bij eerste deeling 2 zetels kregen met een
overschot van 986/i3 en de G.H. 3 zetels
met een overschot van 989/i3. Een ver
schil van 8/is stem gaf den doorslag!
't Is te hopen, dat er straks geen voor
heelden gegeven kunnen worden uit de
provinciale verkiezingen! Eh zou dat toch
'kunnen als het dan eens
door U kwam?!
„Wie op de deugdelijkheid zijner
beginselen steunt, weet dat hij bij
eiken strijd wint".
(Groen van Prinsterer.)
In den laatsten tijd, nu er weer zekere
gebeurtenissen op komst zijn, wordt in
pers en redevoeringen nog al eens be
weerd, dat de A.R. partij zijn kiezers
behoort te halen uit de Gereformeerde
Kerken, terwijl de C.H.-richting recht
heeft op de rechtsche kiezers uit de Ned.
Herv. Kerk. Nu de verkiezingen voor de
Prov. Staten voor de deur staan, mogen
we er met nadruk op wijzen, dat de poli
tiek geen kerkelijke zaak is. Dé A.R.
partij laat zich niet begrenzen door de
muren der 'Geref. Kerken, maar zoekt
haar volgelingen en heeft ook haar aan
hangers huiten de kringen dier kerken.
Reeds jaren lang telt de volksvertegen
woordiging onder hare leden trouwe
zonen der Ned. Herv. Kerk en ook nu
nog nemen vooraanstaande mannen uit
die kerk zitting in le of 2e Kamer. Man
nen als Briët, Duymaer van Twist, Wage-
naar, Roosjen, van Asch van Wijk e.a.,
allen leden der Ned. Herv. Kerk, zijn met
eere lid der A.R. partij en vertegenwoor
digen op waardige wijze die partij, op het
Binnenhof. En ook in de Staten van Zee
land zijn we nog niet vergeten namen als
Wisboom Verstegen, de Veer, Blum,
Merckens en nog meer anderen, die wel
niet als Hervormden, maar dan toch ter
wijl zij Hervormd waren, lid van de A.R.
partij' waren en 'zitting hadden in de
Provinciale Staten van Zeeland. En we
behoeven niet eens zo ver van huis te
gaan. Is niet de heer J. A. Dominicus, de
lijsttrekker voor Zuid-Beveland, ook lid
van de Ned. Herv. Kerk en is 'hij niet
een degelijk A.R. en een uitstekend lid
der Prov. Staten? Behoort ook de 'heer
Geuze, de lijstaanvoerder voor Noord-
Beveland <en Tholen niet tot dezelfde kerk
en is hij misschien niet goed' A.R.? En
wie verdenkt er den heer J. W. v. 't Hoff
van, dat hij niet met hart en ziel A.R. is,
terwijl hij toch ook 'lid is van 'die kerk?
Kiezers en kiezeressen, laat u niet op
een dwaalspoor hrengen! Hervormde A.R.
kiezers en kiezerestsen, zegt niet: „We
zijn lid van de Ned, Herv. Kerk en daar
om moeten we toch eigenlijk 'G.H. stem
men." De A.R. partij' heeft met da Geref.
Kerk, noch met de Ned. Herv. Kerk, noch
met eenige andere kerk als zoodanig iets
te maken. Laat de kerkmuren er buiten
en kiest 'die partij', die in tijden van ge
vaar en nood altijd getoond heeft, popu
lariteit te willen verliezen, als zij; 'het
Vaderland maar van dienst kon zijn. In
1903, in 1918, in 1923 en in 1933 heeft
de A.R. partij niet het minst zich op
geofferd, om ten koste van zetels en sym
pathie en populariteit zich te geven voor
Land en Volk. Daarom kiezers en kieze
ressen, neemt in gesloten gelederen plaats
achter de A.R.-vaan en kiest als één man
en als één vrouw op 19 April a.s. num
mer 1 van lijst 2
Zoo er iets sociaal is, dan is
het de Christelijke Religie".
(Dr Kuyper.)
Bij' de a.s. verkiezing voor leden van
de Provinciale Staten moeten de beginse
len op den voorgrond staan, terwijl daar
naast zeker de algemeene belangen niet
uit het oog moeten verloren worden.
Daarom is het noodig om mannen te
kiezen, die een open oog hebben voor de
vraagstukken van dezen tijd, en die
daarover met kennis van zaken spreken
en oordeeien kunnen.
Toch is het bepaald onjuist om te
meenen, dat het geen verschil maakt
door wie deze zaken behandeld worden,
en dat daarbij de verschillen op politiek
terrein, geen. rol spelen.
Het bekende spreekwoord „als twee
hetzelfde doen, behoeft het nog niet het
zelfde te zijn", is hier wel bijzonder van
toepassing.
Een 'voorbeeld kan dit verduidelijken.
De provincie verzorgt rechtstreeks, en in
saamwerking met anderen, belangen van
algemeenen aard, b.v. bootdiensten, elec-
triciteitsvoorziening e.a. Speciaal hij de
bootdiensten gelden beginselvragen als
het gaat om Zondagsdiensten. Hoewel
A.R. rekening houden met 'het algemeen
belang, èn daarom het pleit voeren voor
de meest mogelijke beperking van de boot-
diensten op den Zondag, blijkt, dat de
linksche groepen juist ijveren voor meer
dere verruiming op den Zondag, en daar
mede bewijzen dat ze geen rekening wen-
schen te houden met den eisch van Gods
wet.
De scheidslijn loopt 'hier dus niet over
het beginsel van Overheidsbemoeiing met
of onthouding van de publieke middelen
van het verkeer, doch over de nakoming
van Gods gebod.
Overheidsbedrijven zijn aanvaardbaar
voor ons, omdat terecht geacht wordt dat
deze, wanneer zij van monopolistischen
aard zijn, beter door de Overheid als door
particulieren kunnen geëxploiteerd wor
den. En toc'h is er verschil van uitgangs
punt, b.v. tusischen ons en de sociaal
democraten.. De laatsten zien in het Over
heidsbedrijf een eerste aanloop naar de
socialisatie, die voor hen einddoel is, en
past in hun stelsel. Wij herinneren slechts
aan het bekende socialisatie-rapport, om
de juistheid aan te toonen. De doelstel
ling is dus Voor onis, dat de Overheid met
de exploitatie van bedrijven groote groe
pen van inwoners in de gelegenheid kan
stellen om gebruik te maken van zalken,
die door het particuliere bedrijf slechts
geleverd worden waar zij winsten afwer
pen; voor de sociaal-democraat zijn het
middelen om te geraken tot de gesociali
seerde samenleving.
't Zelfde geldt wanneer gesproken
wordt (over werkloosheidsvoorziening en
steunregeling. Is het niet pas geleden
door één der voormannen erkent, dat deze
zaken dienstig zijn voor de ontwikkeling
van het socialisme en heeft de leider der
N. S. B. hier in Zeeland niet getracht de
werkloozen te spannen voor den wagen
van deze beweging, door het bekende
adres aan de gemeenteraden te verzen
den? Dat hen intusschen zeer slecht be
komen is.
Uit deze voorbeelden blijkt, dat zelfs
de meest gewone maatregelen niet geno
men kunnen worden, zonder daarbij het
beginsel in het geding te brengen, en
allerlei gezwam tover zaken die in de
neutrale zone liggen, laten wij, die nuch
tere menschenj zijn, langs ons heengaan.
Wij 'hebben noodig mannen bij wie be
ginsel en practijk één zijn, en die daar
voor in het publieke leven durven ge
tuigen.
Deze mannen, treft gij kiezers, aan op
de A.R.-lijst. Helpt mede om deze een
plaats te beztorgen in ons provinciaal
bestuur. Kiest daarom Antirevolutionair,
'in den kieskring Vlissingen No. 1:
M. dl. H.
„De vraag is, niet naar hetgeen
morgen welligt de Heer zelf doen zal,
wèl naar hetgeen Hij, heden, aan hen
die Zijne dienstknechten wenschen te
zijn, voorschrijft. Daaronder behoort
ook dat we ons zeiven en anderen niet
ontmoedigen door somberheid van be
schouwing". (Groen van Prinsterer.)
In de zitting der Provinciale Staten van
Woensdag 21 Dec. 1938 sprak de heer
Van 't Hoff, volgens het verslag in „De
Zeeuw":
„Dat aan de verkiezing van Mr Adri-
aanse tot 'buitengewoon lid van Ged. Sta
ten door de A. R. fractie is meegewerkt,
ligt aan de houding van den heer Kodde
zelf. 'Deze spreekt alsof hij alleen de waar
heid in pacht heeft. Komt men óm samen
werking, dan is de deur dicht, omdat bij
hem andere mensehen niet deugen. Juist
door de houding, die hij aanneemt, stuurt
hij in een richting die hij zelf niet wil. De
A. R. fractie wil ook regeeren naar Gods
Woord, maar zij' rekent met de werkelijk
heid, met de variëteiten, onder ons volk.
Wij moeten elkanders overtuiging waar-
deeren, voor zoover die op eerlijkheid ge
grond is. De heer Kodde moet beginnen
de hand in eigen boezem te steken en een
andere houding gaan aannemen".
't Verslag vervolgt: „Spr. is het met
den heer Staverman eens, dat het er om
gaat de belangen der provincie te behar
tigen, maar het is niet waar, dat we poli
tiek gaan spelen als we die belangen gaan
toetsen aan Gods Woord. Dit is voor ons
de eenige norm". We zetten dit er volle
digheidshalve bij..
Wat de heer Van 't Hoff zei, was een
antwoord op 'het gesprokene door den heer
Kodde, wat „De Zeeuw" als volgt weer
gaf: „Terugkomende op de benoeming van
een buitengewoon lid van Ged. Staten,
meent spr., dat er een rechtsche protes-
tantsche groep is, die meewerkte om
iemand te kiezen, die niet uitgaat van de
beginselen van Gods Woord. Dat is in
strijd met de door die groep gevoerde pro
paganda".
Mogen we aan 't bovenstaande een
woordje toevoegen?
Bij de verkiezingen van 1937 heeft de
Staatk. Geref. partij een strooibiljet ver
spreid, waarin staat: en breng
daarom ook uw stem niet uit op Antire
volutionairen en Christelijk Historischen,
die 'beiden Rome in de kaart spelen".
In een ander biljet uit diezelfde dagen
„De verzaking van Gods Woord en Wet
is helaas bij Overheid en onderdaan schier
algemeen geworden". „Thans liggen die
beginselen door een steeds grooter deel
der natie verlaten en vertrapt. Zelfs door
hen, die weleer den mond vol hadden van
„de eeuwige beginselen van 'Gods Woord"
en het land door daverden met hun ge
roep: „Vóór of tégen Christus!" De A. R.
vooral hebben, in bondgenootschap met de
G. H., zich beijverd om de fundamenten
om te wroeten".
In nog een ander exemplaar: „Zoowel
Anti-Revolutionairen als Christ. Histori
schen hebben Gods Woord verlaten en
zoeken hun kracht in de menigte. Zij stel
len vleesch tot hun arm".
In zijn begrootingsrede (1937) zei Ds
Kersten: „De verheffing van den sterken
man bekoort meer' dan het pleit voor Gods
eer en de van Hem gegeven ordinantiën".
Zou de S. G. P. na kalme lezing van
deze citaten kunnen begrijpen, dat zij het
de A. R. wel eens erg moeilijk maakt, om
staande voor de keuze: S. G. P. of Libe
raal, hun stem te bepalen?
De bestrijding van de A. R. is uit dien
hoek niet minder fel en principieel, dan
uit de linksche.
De heer Van 't Hoff zei het goed: de
hand in eigen boezem!
Het meest voor degenen,
die niet bij een partij zijn
aangeslopen.
Dat zullen meest zijn 1 a u w e n.
Zij zien in deze dagen overal actie, ver-
kiezingsactie; in kranten, strooibiljetten,
vergaderingen, bezoeken etc.
D'at moet 'hen doen vragen: Doe ik goed,
mij van niets aan te trekken?
Heusc'h, gij lauwen, merkt ge niet, dat
er dingen gaande zijn, die de grondvesten
van onze samenleving raken? Onze samen
leving in kerk, maatschappij en staat?
Merkt ge niet, dat er machten opdringen,
die onze drievoudige vrijheid bedreigen?
Durft gij werkelijk U afmaken van de
vraag, of gij bij de stembus ook niet de
taak hebt om de bedreiging van die vrij
heid mee af te wenden?
Als ge een beetje warm wordt, wil dan
bedenken, waaraan ons volk die drievou-
voudige vrijheid dankt. Historieschrijvers
van verschillende richting zeggen het U:
aan het Calvinisme. De histo
rie bewijst het. Zie maar rond. In
welke landen is de vrijheid het ruimst
toegepast voor allerlei sohakeeringen on
der het volk? In Engeland, in Amerika en
in Nederland; dat is in die lan
den, waar het Calvinisme het meest door
drong.
■De historie is de leer
meesteres der volken!
Ge zijt gewaarschuwd!
Ginder alle zorgen en moeiten die wij
in onze dagen dragen moeten is er een
die wel heel moeilijk te dragen is, n.l. zoo
veel ontrouw te ondervinden van de men-
schen waar wij mee in aanraking komen.
Gtmoeten wij dat iini den kring van de
genen waar wij niet voortdurend mee om
gaan, och dan dragen wij dat. Maar als
het betreft hen waar we onze hoop o(p
bouwden, dan wordt er iets in ons leven
losgescheurd.
iooh is het niet zoo vreemd. Immers
hoe teekent ons de H. Schrift den Booze?
Steeds als Tegenstrever, Satan, Duivel, De
Vader der Leugen. Zoo is hiji en zoo wor
den zij die zijin instrumenten zijn. Is niet
de kern der zonde de moedwillige ver-
bondsbreuk, bet los van den band willen
zijin.
Zoo is dan1 ook de geheele historie vol
van de ellende, de droeve schaduw, die
wordt veroorzaakt dooT de booze daad.
Het bitterst leed is niet de pijn, de smart
als het gevolg der zonde, maar wel het
gevoel dat wij zelf en dat degenen met
wie wij' omgaan zelf innerlijk tegenstre-
vig en ontrouw zijn en dat, ondanks strijd
tegen dit inwonende Ikwaad, dit telkens
weer overheersdht.
Gelukkig is er tweeërlei rem tegen dit
kwaad. De eene die nog in ons werkt als
de heugenis van een verloren geluk. Die
onis doet haken naar herstel. Die de te
genstelling in ons wakker roept. Maar
ook een andere die ons doet aangrijpen de
ypnade in Christus. Wat wij zelf niet be
zitten, niet kunnen, ontvangen wij in
Heirn, vermogen wij door Zijin Geest. De
eerste rem verbetert ons niet, miaakt ons
integendeel nog ongelukkiger voor ons
eigen besef. De laatste maakt ons geluk
kig, ook daim wanneer telkens weer uit
komst en verwachting met elkaar strijden.
Maar niet alleen gelukkig, ook gehoor
zaam. Immers indien Gods geest ons her
schept tot Zijin kinderen dan willen wij
ook als kinderen leven.
Dan ook leven als kinderen. Niet enkel
voud kind, maar meervoud k i n d o -
ren. Dat legt meteen de hoeksteen voor
ons handelen in gemeenschap met ande
ren. De verhouding is inniger, de ver
plichting grooter.
Zie hier dus de tegenstelling.
Wie niet anders kent dan de heugenis
aan het verloren geluk, de onbevredigen
de wetenschap dat ons iets ontbreekt,
waarop we aangelegd zijn, kan oolk nim
mer zich in dat .gezinsverband inleven.
Maar daarentegen wie zich Gods aan
genomen kind weet, diens innige ziele-
wensch is het ook met, anderen Hem te
dienen. Ook dan wanneer telkens hij' hem
zelf en bij anderen strijd geconstateerd
moet worden. Ook dan wanneer we moe
ten getuigen geen enkelen dag getrouw te
zijin in alles.
'Ook is er nog een andere facet aan dat
juweel. Het is niet zoo dat er verschillen
de levenskringen bestaan, waarin die ge-
meensohapsgedachte min of meer wer-
kelijlkwordt en er geen verband tusschen
die kringen ouderling bestaat. Neen,'inte
gendeel, de scheippingsgedachte Gods, die
door herschepping weer vernieuwd
wordt, is de eenige grond en fundament
voor een algemeenen wereldvrede.
Alleen maar, reeds in het enge gezins
verband is de harmonie reeds verstoord,
dus hoe zal het dan zijn met die levens
kringen welke we nauwelijks kennen.
En toch geldt ook daar dezelfde god
delijke regel. Geldt ook dan als alles daar
mede schijnt te strijden, 't Is een onver
antwoordelijke en onverbiddelijke wet.
Ze is ook maatstaf bijl elke gemeen
schapshouding. Ze bindt ons persoonlijk
in onze gezinnen in de Kerk maar ook
in de Maatschappij'.
'Ook in verkiezingsdagen. Ja, juist dan
moet ons dat vooral helder voor den geest
staan. Als gij alleen staat in het stem
hokje met het stembiljet voor U, is ook
die handeling onderdeel van de godde
lijke roeping.
Het gebeurt zoo vaak in ons leven dat
we de samenhangende lijin niet zien. Ern
stig biddend overleg moet ons dan den
weg wijzen in 'Gods1 openbaring. Zoo ook
lijkt het soms zoo vreemd dat we juist
dat puntje voor dien naam moeten
rood maken. Misschien was er wel op de
andere lijsten een naam die ons veel meer
aantrekt. En toch, roeping is 't, gemeen
schapshandeling.
Eerst achteraf blijkt ons soms waarom
het juist zoo moet. Zoo wordt ons de
stemplicht die de wet ons oplegt ook de
volbrenging van een plicht in gehoor
zaamheid aan Gods bevel. Niet wij al
leen maken het uit, neen de g e m e e n -
s o h a p, onze organisatie bepaalt en
daar zijin we een deel van.
Daarom trouw, al waren ze ook alle
maal ontrouw. D'at is de grondtoon van
ons handelen op 19 April.
V.H.
„En zoo moge ook voor ons en
onze Besturen, in onze Kiesvereenigin-
gen, in onze Stembusactie, hetgeen
ons te doen staat, eer werktuigelijk
dan geestelijk wezen, toch blijft ook
daarbij het hart van heilige geestdrift
trillen, zoo wat ons drijft wezenlijk de
liefde voor den Christus zijn mag; en
alleen wie daardoor zich voelt aange
dreven, Is ook bij de stembusactie
machtig." (Dr Kuyper.)