H. VAN MAZIJK „Rechts Houden". Niet kerkelijk Beginsel en praktijk één. H. van Hazijk „Met den POTENTAAT DER POTENTATEN tot bondgenoot, is de GOLIATH ook dezer eeuw verwinbaar." (Groen van Prinsterer.) H. VAN MAZIJK H. VAN MAZIJK Stemt No. 1 van lijst 2 H. VAN MAZIJK TROUW. Verkiezingstijd moet zijn: bezinningstijd. al. d. H. Uw ééne stembiljet kan beslissend zijn De Heer Van 't Hoff pareert een aanval een sterke Rechtsche le Kamer, het zit tende Kabinet een flimlke ruggesteun ge ven. D'an zullen onze voormannen ge makkelijker hun zeer moeilijke taak kun nen verrichten. Kiezers en kiezeressen van de Staten- Centrale Vlissingen, helpt niet mee aan de afbraak, door op een andere lijst te stemmen dan in 1937, imiaar wilt helpen bouwen en blijft trouw tot den avond van 19 April. Laten we niet breken, maar bouwen. Breken is gevaarlijk voor onze partij, voor ons Ministerie en voor ons geheele vollki; bouwen is noodzakelijk voor het heil van ons Vaderland. Daarom 'blijl- ve het parool tot 19 April: „Niet breken, maar bouwen" en we gaan D.V. naar de stembus met bet vaste voornemen, otnze stem) uit te brengen op nummer 1 van lijkt 2, den heer „Het Calvinisme kent de roest van het Conservatisme niet, maar poogt actief in te werken op elke keer, die in onze volkstoestanden komende is." (Dr Kuyper.) "We zouden deze verkeersmaatregel wel aan alle kiezers willen inprenten, en bun den raad geven: „houdt rechts" bij1 het uit brengen van, uw stem voor de verkie zing van leden voor de Provinciale Sta ten. Want „rechts beteekent veilig" en waaraan bestaat meer behoefte in onzen, op alle terreinen hoogst gevaarlijken tijd? De politieke tegenstellingen nemen steeds scherpere afmetingen aan, inter nationaal, en in ons eigen land. Helaas worden ook hier ontbindende elementen aangetroffen, die zich niet ontzien door onwaarachtige leuzen te speculeeren op de hartstochten van hen die de gevolgen van de economische crisis op het pijnlijkst voelen. Dr Colijlni heeft in een zijner redevoe ringen gewezen op het feit, dat er nu eenmaal altijd een categorie mlenschen werkloos blijven zal, ondanks allerlei te treffen maatregelen, en gebruikte daar voor het woord Residu, dat beteekent be zinksel of overschot. De N.S.B. heeft aan dit woord de hate lijke uitlegging gegeven, dat voor dr Go- lijn werkloozen een residu of bezinksel zijn, en zich niet ontzien om met dit woord te speculeeren, en de daden van de Regeering in een verkeerd daglicht te stellen, en daarmede het leed der werk loozen gebruikt om te trachten deze in hun beweging te krijgen. Dezen zijn 'door hen misbruikt om de verzending van een vaar onwaarach tigheid en misleiding druipend adres aan de gemeentebesturen mogelijk te malken; de nood der werkloozen is door hen be nut om dezen in dienst te stellen van hun verkieztagspractijk, 'die speculeert op hartstochten en daarom volks misleiding is. Wij zijn overtuigd dat onze Regeering al het mogelijke doet om het leed te ver zachten; dat hier door Rijk, Provincie en Gemeente al 'het mogelijke wordt gedaan om de werkloosheid te bestrijden, en dat de smadelijke toepassing van het woord „Residu" toekomt aain die groep, die welbewust het leed van anderen misbruikt tot eigen voordeel. „Residu", voor ons is het politiek ge zien, die groep welke wroet en werkt, om de vrijheden die ons Nederlandsche Volk in zoo bijteiondere mate bezit, (naar buiten- landsoh model te fatsoeneeren. Vrijheid om uitsluitend „ja" te zeggen, en verder den mond dicht te houden, op straffe van vrijheidsverlies, vrijheid voot d,e Kerk, zoolang deze er voor zorgt, om niet het volle Woord Gods te zeggen tot hen die de politieke macht 'hebben, vrij heid voor de Kerk die ontrouw is aan bare roeping, en concentratiekampen voor ben die aan de Overheid Gods eisch durven voorhouden. „Rechts is veilig!" denk er aan, kiezer, al zal „Volk in Nood" trachten om u met uit verband gerukte citaten van Dt Kuyper e.a. aan te toonen dat de Chris telijke politieke partijlen het beginsel heb ben verlaten. Denk er om, het zijn niet de slechtste vruchten, waaraan de wespen 'knagen, zorgt er voor, dat de politieke wespen de vruchten niet bederven die gegroeid zijn op Nederlandschen bodem, en waarvoor onze Vaderen gestreden en geleden heb ben, en die, mede door den arbeid van onze christenmannen, zijn ontwikkeld en gegroeid. Zorgt er voor, dat hun politieke angel op 19 Apiril breekt op de éénheid van 'hen die er voor waken dat onze godsdienstige, staatkundige en maatschappelijke vrijhe den onaangetast blijven. „Et o u! d t Recht s", want „Rechts is V e i 1 i g". Kiest daarom nr 1 van de A.R. lijlst „Ga daarom van ons uit, en wijke van ons, alle man, wien het om eigen eer of macht, om hooge post of gel delijk voordeel te doen is. De hand die grijpt naar persoonlijk voordeel, kan de Banier van het Kruis niet om klemmen." (Dr Kuyper.) Dat moet ge u toch wel goed realisee- renl Denk u eens in, dat de uitslag van den stembusstrijd een bedroevend resul taat bad door uw verzuim of uw onna denkend stemmen. Een paar gevallen, waarbij enkele stemmen, of n stem of een gedeelte van een stem of zelfs geen stem beslis ten werden ons meegedeeld door 'tKuy- perhuis te Den Haag. lm 1897 behaalden Mr Heemskerk (A.R.) en Geertsema (Vrijl Lib.) beide 1225 stemmen. De laatste werd, als oud ste, gekozen verklaard. In 't zelfde jaar kreeg Mr Heemskerk in 'Sneek 2451 stemmen, één te weinig te genover Mr van Gilse (Unie-Lib.), die 2452 stemmen kreeg. In 't zelfde jaar wotm Mr Lucasse te Middelburg met 3137 stemmen op Mr Fokker (Unie-Lib.), 'die 3123 st. op zich vereenigde. In 1905 is onze afgevaardigde Duy- maer van Twist met één stem meerder heid gekozen. Nu is het kiesstelsel sindsdien wel ver anderd en worden de stemmen over 't ge heele land (of over de geheele provincie) partijsgewijls samengeteld; imaar theore tisch kan de uitslag nog van één stem af hangen natuurlijk. Bij de verkiezingen van 1937 heeft zich zoo'iru geval niet voor gedaan. Bijl verkiezingen voor Provin ciale Staten en Gemeenteraden is de kans grooter. Bij de gemeenteraadsverkiezingen gebeurde het in Oegstgeest, dat de A.R. bij eerste deeling 2 zetels kregen met een overschot van 986/i3 en de G.H. 3 zetels met een overschot van 989/i3. Een ver schil van 8/is stem gaf den doorslag! 't Is te hopen, dat er straks geen voor heelden gegeven kunnen worden uit de provinciale verkiezingen! Eh zou dat toch 'kunnen als het dan eens door U kwam?! „Wie op de deugdelijkheid zijner beginselen steunt, weet dat hij bij eiken strijd wint". (Groen van Prinsterer.) In den laatsten tijd, nu er weer zekere gebeurtenissen op komst zijn, wordt in pers en redevoeringen nog al eens be weerd, dat de A.R. partij zijn kiezers behoort te halen uit de Gereformeerde Kerken, terwijl de C.H.-richting recht heeft op de rechtsche kiezers uit de Ned. Herv. Kerk. Nu de verkiezingen voor de Prov. Staten voor de deur staan, mogen we er met nadruk op wijzen, dat de poli tiek geen kerkelijke zaak is. Dé A.R. partij laat zich niet begrenzen door de muren der 'Geref. Kerken, maar zoekt haar volgelingen en heeft ook haar aan hangers huiten de kringen dier kerken. Reeds jaren lang telt de volksvertegen woordiging onder hare leden trouwe zonen der Ned. Herv. Kerk en ook nu nog nemen vooraanstaande mannen uit die kerk zitting in le of 2e Kamer. Man nen als Briët, Duymaer van Twist, Wage- naar, Roosjen, van Asch van Wijk e.a., allen leden der Ned. Herv. Kerk, zijn met eere lid der A.R. partij en vertegenwoor digen op waardige wijze die partij, op het Binnenhof. En ook in de Staten van Zee land zijn we nog niet vergeten namen als Wisboom Verstegen, de Veer, Blum, Merckens en nog meer anderen, die wel niet als Hervormden, maar dan toch ter wijl zij Hervormd waren, lid van de A.R. partij' waren en 'zitting hadden in de Provinciale Staten van Zeeland. En we behoeven niet eens zo ver van huis te gaan. Is niet de heer J. A. Dominicus, de lijsttrekker voor Zuid-Beveland, ook lid van de Ned. Herv. Kerk en is 'hij niet een degelijk A.R. en een uitstekend lid der Prov. Staten? Behoort ook de 'heer Geuze, de lijstaanvoerder voor Noord- Beveland <en Tholen niet tot dezelfde kerk en is hij misschien niet goed' A.R.? En wie verdenkt er den heer J. W. v. 't Hoff van, dat hij niet met hart en ziel A.R. is, terwijl hij toch ook 'lid is van 'die kerk? Kiezers en kiezeressen, laat u niet op een dwaalspoor hrengen! Hervormde A.R. kiezers en kiezerestsen, zegt niet: „We zijn lid van de Ned, Herv. Kerk en daar om moeten we toch eigenlijk 'G.H. stem men." De A.R. partij' heeft met da Geref. Kerk, noch met de Ned. Herv. Kerk, noch met eenige andere kerk als zoodanig iets te maken. Laat de kerkmuren er buiten en kiest 'die partij', die in tijden van ge vaar en nood altijd getoond heeft, popu lariteit te willen verliezen, als zij; 'het Vaderland maar van dienst kon zijn. In 1903, in 1918, in 1923 en in 1933 heeft de A.R. partij niet het minst zich op geofferd, om ten koste van zetels en sym pathie en populariteit zich te geven voor Land en Volk. Daarom kiezers en kieze ressen, neemt in gesloten gelederen plaats achter de A.R.-vaan en kiest als één man en als één vrouw op 19 April a.s. num mer 1 van lijst 2 Zoo er iets sociaal is, dan is het de Christelijke Religie". (Dr Kuyper.) Bij' de a.s. verkiezing voor leden van de Provinciale Staten moeten de beginse len op den voorgrond staan, terwijl daar naast zeker de algemeene belangen niet uit het oog moeten verloren worden. Daarom is het noodig om mannen te kiezen, die een open oog hebben voor de vraagstukken van dezen tijd, en die daarover met kennis van zaken spreken en oordeeien kunnen. Toch is het bepaald onjuist om te meenen, dat het geen verschil maakt door wie deze zaken behandeld worden, en dat daarbij de verschillen op politiek terrein, geen. rol spelen. Het bekende spreekwoord „als twee hetzelfde doen, behoeft het nog niet het zelfde te zijn", is hier wel bijzonder van toepassing. Een 'voorbeeld kan dit verduidelijken. De provincie verzorgt rechtstreeks, en in saamwerking met anderen, belangen van algemeenen aard, b.v. bootdiensten, elec- triciteitsvoorziening e.a. Speciaal hij de bootdiensten gelden beginselvragen als het gaat om Zondagsdiensten. Hoewel A.R. rekening houden met 'het algemeen belang, èn daarom het pleit voeren voor de meest mogelijke beperking van de boot- diensten op den Zondag, blijkt, dat de linksche groepen juist ijveren voor meer dere verruiming op den Zondag, en daar mede bewijzen dat ze geen rekening wen- schen te houden met den eisch van Gods wet. De scheidslijn loopt 'hier dus niet over het beginsel van Overheidsbemoeiing met of onthouding van de publieke middelen van het verkeer, doch over de nakoming van Gods gebod. Overheidsbedrijven zijn aanvaardbaar voor ons, omdat terecht geacht wordt dat deze, wanneer zij van monopolistischen aard zijn, beter door de Overheid als door particulieren kunnen geëxploiteerd wor den. En toc'h is er verschil van uitgangs punt, b.v. tusischen ons en de sociaal democraten.. De laatsten zien in het Over heidsbedrijf een eerste aanloop naar de socialisatie, die voor hen einddoel is, en past in hun stelsel. Wij herinneren slechts aan het bekende socialisatie-rapport, om de juistheid aan te toonen. De doelstel ling is dus Voor onis, dat de Overheid met de exploitatie van bedrijven groote groe pen van inwoners in de gelegenheid kan stellen om gebruik te maken van zalken, die door het particuliere bedrijf slechts geleverd worden waar zij winsten afwer pen; voor de sociaal-democraat zijn het middelen om te geraken tot de gesociali seerde samenleving. 't Zelfde geldt wanneer gesproken wordt (over werkloosheidsvoorziening en steunregeling. Is het niet pas geleden door één der voormannen erkent, dat deze zaken dienstig zijn voor de ontwikkeling van het socialisme en heeft de leider der N. S. B. hier in Zeeland niet getracht de werkloozen te spannen voor den wagen van deze beweging, door het bekende adres aan de gemeenteraden te verzen den? Dat hen intusschen zeer slecht be komen is. Uit deze voorbeelden blijkt, dat zelfs de meest gewone maatregelen niet geno men kunnen worden, zonder daarbij het beginsel in het geding te brengen, en allerlei gezwam tover zaken die in de neutrale zone liggen, laten wij, die nuch tere menschenj zijn, langs ons heengaan. Wij 'hebben noodig mannen bij wie be ginsel en practijk één zijn, en die daar voor in het publieke leven durven ge tuigen. Deze mannen, treft gij kiezers, aan op de A.R.-lijst. Helpt mede om deze een plaats te beztorgen in ons provinciaal bestuur. Kiest daarom Antirevolutionair, 'in den kieskring Vlissingen No. 1: M. dl. H. „De vraag is, niet naar hetgeen morgen welligt de Heer zelf doen zal, wèl naar hetgeen Hij, heden, aan hen die Zijne dienstknechten wenschen te zijn, voorschrijft. Daaronder behoort ook dat we ons zeiven en anderen niet ontmoedigen door somberheid van be schouwing". (Groen van Prinsterer.) In de zitting der Provinciale Staten van Woensdag 21 Dec. 1938 sprak de heer Van 't Hoff, volgens het verslag in „De Zeeuw": „Dat aan de verkiezing van Mr Adri- aanse tot 'buitengewoon lid van Ged. Sta ten door de A. R. fractie is meegewerkt, ligt aan de houding van den heer Kodde zelf. 'Deze spreekt alsof hij alleen de waar heid in pacht heeft. Komt men óm samen werking, dan is de deur dicht, omdat bij hem andere mensehen niet deugen. Juist door de houding, die hij aanneemt, stuurt hij in een richting die hij zelf niet wil. De A. R. fractie wil ook regeeren naar Gods Woord, maar zij' rekent met de werkelijk heid, met de variëteiten, onder ons volk. Wij moeten elkanders overtuiging waar- deeren, voor zoover die op eerlijkheid ge grond is. De heer Kodde moet beginnen de hand in eigen boezem te steken en een andere houding gaan aannemen". 't Verslag vervolgt: „Spr. is het met den heer Staverman eens, dat het er om gaat de belangen der provincie te behar tigen, maar het is niet waar, dat we poli tiek gaan spelen als we die belangen gaan toetsen aan Gods Woord. Dit is voor ons de eenige norm". We zetten dit er volle digheidshalve bij.. Wat de heer Van 't Hoff zei, was een antwoord op 'het gesprokene door den heer Kodde, wat „De Zeeuw" als volgt weer gaf: „Terugkomende op de benoeming van een buitengewoon lid van Ged. Staten, meent spr., dat er een rechtsche protes- tantsche groep is, die meewerkte om iemand te kiezen, die niet uitgaat van de beginselen van Gods Woord. Dat is in strijd met de door die groep gevoerde pro paganda". Mogen we aan 't bovenstaande een woordje toevoegen? Bij de verkiezingen van 1937 heeft de Staatk. Geref. partij een strooibiljet ver spreid, waarin staat: en breng daarom ook uw stem niet uit op Antire volutionairen en Christelijk Historischen, die 'beiden Rome in de kaart spelen". In een ander biljet uit diezelfde dagen „De verzaking van Gods Woord en Wet is helaas bij Overheid en onderdaan schier algemeen geworden". „Thans liggen die beginselen door een steeds grooter deel der natie verlaten en vertrapt. Zelfs door hen, die weleer den mond vol hadden van „de eeuwige beginselen van 'Gods Woord" en het land door daverden met hun ge roep: „Vóór of tégen Christus!" De A. R. vooral hebben, in bondgenootschap met de G. H., zich beijverd om de fundamenten om te wroeten". In nog een ander exemplaar: „Zoowel Anti-Revolutionairen als Christ. Histori schen hebben Gods Woord verlaten en zoeken hun kracht in de menigte. Zij stel len vleesch tot hun arm". In zijn begrootingsrede (1937) zei Ds Kersten: „De verheffing van den sterken man bekoort meer' dan het pleit voor Gods eer en de van Hem gegeven ordinantiën". Zou de S. G. P. na kalme lezing van deze citaten kunnen begrijpen, dat zij het de A. R. wel eens erg moeilijk maakt, om staande voor de keuze: S. G. P. of Libe raal, hun stem te bepalen? De bestrijding van de A. R. is uit dien hoek niet minder fel en principieel, dan uit de linksche. De heer Van 't Hoff zei het goed: de hand in eigen boezem! Het meest voor degenen, die niet bij een partij zijn aangeslopen. Dat zullen meest zijn 1 a u w e n. Zij zien in deze dagen overal actie, ver- kiezingsactie; in kranten, strooibiljetten, vergaderingen, bezoeken etc. D'at moet 'hen doen vragen: Doe ik goed, mij van niets aan te trekken? Heusc'h, gij lauwen, merkt ge niet, dat er dingen gaande zijn, die de grondvesten van onze samenleving raken? Onze samen leving in kerk, maatschappij en staat? Merkt ge niet, dat er machten opdringen, die onze drievoudige vrijheid bedreigen? Durft gij werkelijk U afmaken van de vraag, of gij bij de stembus ook niet de taak hebt om de bedreiging van die vrij heid mee af te wenden? Als ge een beetje warm wordt, wil dan bedenken, waaraan ons volk die drievou- voudige vrijheid dankt. Historieschrijvers van verschillende richting zeggen het U: aan het Calvinisme. De histo rie bewijst het. Zie maar rond. In welke landen is de vrijheid het ruimst toegepast voor allerlei sohakeeringen on der het volk? In Engeland, in Amerika en in Nederland; dat is in die lan den, waar het Calvinisme het meest door drong. ■De historie is de leer meesteres der volken! Ge zijt gewaarschuwd! Ginder alle zorgen en moeiten die wij in onze dagen dragen moeten is er een die wel heel moeilijk te dragen is, n.l. zoo veel ontrouw te ondervinden van de men- schen waar wij mee in aanraking komen. Gtmoeten wij dat iini den kring van de genen waar wij niet voortdurend mee om gaan, och dan dragen wij dat. Maar als het betreft hen waar we onze hoop o(p bouwden, dan wordt er iets in ons leven losgescheurd. iooh is het niet zoo vreemd. Immers hoe teekent ons de H. Schrift den Booze? Steeds als Tegenstrever, Satan, Duivel, De Vader der Leugen. Zoo is hiji en zoo wor den zij die zijin instrumenten zijn. Is niet de kern der zonde de moedwillige ver- bondsbreuk, bet los van den band willen zijin. Zoo is dan1 ook de geheele historie vol van de ellende, de droeve schaduw, die wordt veroorzaakt dooT de booze daad. Het bitterst leed is niet de pijn, de smart als het gevolg der zonde, maar wel het gevoel dat wij zelf en dat degenen met wie wij' omgaan zelf innerlijk tegenstre- vig en ontrouw zijn en dat, ondanks strijd tegen dit inwonende Ikwaad, dit telkens weer overheersdht. Gelukkig is er tweeërlei rem tegen dit kwaad. De eene die nog in ons werkt als de heugenis van een verloren geluk. Die onis doet haken naar herstel. Die de te genstelling in ons wakker roept. Maar ook een andere die ons doet aangrijpen de ypnade in Christus. Wat wij zelf niet be zitten, niet kunnen, ontvangen wij in Heirn, vermogen wij door Zijin Geest. De eerste rem verbetert ons niet, miaakt ons integendeel nog ongelukkiger voor ons eigen besef. De laatste maakt ons geluk kig, ook daim wanneer telkens weer uit komst en verwachting met elkaar strijden. Maar niet alleen gelukkig, ook gehoor zaam. Immers indien Gods geest ons her schept tot Zijin kinderen dan willen wij ook als kinderen leven. Dan ook leven als kinderen. Niet enkel voud kind, maar meervoud k i n d o - ren. Dat legt meteen de hoeksteen voor ons handelen in gemeenschap met ande ren. De verhouding is inniger, de ver plichting grooter. Zie hier dus de tegenstelling. Wie niet anders kent dan de heugenis aan het verloren geluk, de onbevredigen de wetenschap dat ons iets ontbreekt, waarop we aangelegd zijn, kan oolk nim mer zich in dat .gezinsverband inleven. Maar daarentegen wie zich Gods aan genomen kind weet, diens innige ziele- wensch is het ook met, anderen Hem te dienen. Ook dan wanneer telkens hij' hem zelf en bij anderen strijd geconstateerd moet worden. Ook dan wanneer we moe ten getuigen geen enkelen dag getrouw te zijin in alles. 'Ook is er nog een andere facet aan dat juweel. Het is niet zoo dat er verschillen de levenskringen bestaan, waarin die ge- meensohapsgedachte min of meer wer- kelijlkwordt en er geen verband tusschen die kringen ouderling bestaat. Neen,'inte gendeel, de scheippingsgedachte Gods, die door herschepping weer vernieuwd wordt, is de eenige grond en fundament voor een algemeenen wereldvrede. Alleen maar, reeds in het enge gezins verband is de harmonie reeds verstoord, dus hoe zal het dan zijn met die levens kringen welke we nauwelijks kennen. En toch geldt ook daar dezelfde god delijke regel. Geldt ook dan als alles daar mede schijnt te strijden, 't Is een onver antwoordelijke en onverbiddelijke wet. Ze is ook maatstaf bijl elke gemeen schapshouding. Ze bindt ons persoonlijk in onze gezinnen in de Kerk maar ook in de Maatschappij'. 'Ook in verkiezingsdagen. Ja, juist dan moet ons dat vooral helder voor den geest staan. Als gij alleen staat in het stem hokje met het stembiljet voor U, is ook die handeling onderdeel van de godde lijke roeping. Het gebeurt zoo vaak in ons leven dat we de samenhangende lijin niet zien. Ern stig biddend overleg moet ons dan den weg wijzen in 'Gods1 openbaring. Zoo ook lijkt het soms zoo vreemd dat we juist dat puntje voor dien naam moeten rood maken. Misschien was er wel op de andere lijsten een naam die ons veel meer aantrekt. En toch, roeping is 't, gemeen schapshandeling. Eerst achteraf blijkt ons soms waarom het juist zoo moet. Zoo wordt ons de stemplicht die de wet ons oplegt ook de volbrenging van een plicht in gehoor zaamheid aan Gods bevel. Niet wij al leen maken het uit, neen de g e m e e n - s o h a p, onze organisatie bepaalt en daar zijin we een deel van. Daarom trouw, al waren ze ook alle maal ontrouw. D'at is de grondtoon van ons handelen op 19 April. V.H. „En zoo moge ook voor ons en onze Besturen, in onze Kiesvereenigin- gen, in onze Stembusactie, hetgeen ons te doen staat, eer werktuigelijk dan geestelijk wezen, toch blijft ook daarbij het hart van heilige geestdrift trillen, zoo wat ons drijft wezenlijk de liefde voor den Christus zijn mag; en alleen wie daardoor zich voelt aange dreven, Is ook bij de stembusactie machtig." (Dr Kuyper.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 6