W
DE ZEEUW
Levenswijding.
TWEEDE BLAD
De Eerste Kamer.
Uit de Provincie
Dalende werkloosheid.
EEN
van de coöp.
abriek zeven
gen.
Utte bakkers-
uishoudster,
jishoudster.
dienstbode
enstbode ge
de begrootingen van water
staat, verkeersfonds, staats
mijnen, zuiderzeefonds en
wieringermeer aangenomen
FEUILLETON
de percentages van begin
maart.
11
gelijk
j-sop
:uwe,
goed
5nde!
was-
zame
meer
grootvr. witte en
n roode aalbesstr.
Let plombe, pr. ge-
orteld. Komt zien.
ZN, Boom kw.,
omstandigheden
iënten, een prima
SSO, pracht klank,
et 5 jaar garantie,
en cond. A. S. J.
iOOP:
33, Bureau „De
rukke, gem. zaak.
met opgaaf van
godsd., ref., enz.
r. „Terneuzensche
zen.
agd:
j ambtenaar met
ter L, Boekhandel
Hansweert.
igd, wegens ziekte
■I, Noordweg 55a,
edig mogelijk, m
van 2 personen:
uishoudster.
veek. Brieven n&
eeuw" te Goes.
Singelstraat 29,
t tegen 1 Mei
dienstbode
it.
andig kunnende
ïeerengracht 114>
unnende werken
leiding 's avonds
d uur. Mevrouw
tie Kade 69, Mid-
VAN
VRIJDAG 24 MAART 1939, Nr 149.
Ook gisteren was de voorzitter, de heer
De Vos van S t e e n w ij k door
een lichte griep verhinderd.
Als voorzitter fungeerde nu J h r Mr
H. F. O. van S a s s e van Y s s e 11.
Voortgezet werd de behandeling van
de "Waterstaatsbegrooting.
Naar aanleiding van gemaakte opmer
kingen, verklaarde de Ministervan
Waterstaat, dat hij: niet voelt voor
opneming van vertegenwoordiging van in
dustrie en K. L. M. in de regeeringscom-
missie, welke het vraagstuk van de bin-
nenlandsche vliegtuigindustrie zal bestu-
deeren. Die studie kan het best gebeuren
door een interdepartementale commisie.
Het is volgens den minister niet zoo ge
makkelijk voor de binnenlandsohe indu
strie om binnen korten tijd ontwerpen
voor verkeersvliegtuigen te maken.
Bovendien zullen 'bij' licentiebouw aan
vankelijk vele onderdeelen uit het buiten
land moeten komen. Het combineeren van
licentiebouw van buitenlandsche typen en
van het maken van een eigen type achtte
Spr. bijna onmogelijk.
Wel zal er naar gestreefd worden de
productiviteit van den Nederlandschen
vliegtuigbouw geleidelijk te vergrooten.
Daarbij zal echter de licentiebouw als sti
mulans van de eigen industrie van wei
nig beteekenis moeten worden geacht en
den nadruk moeten worden gelegd op de
ontwikkeling van een type.
Verlaging van de lasten
op het wegverkeer zou Spr.
wenschelijk achten. Hierbij mag echter het
belang van evenwicht in de rijksfinanciën
niet uit het oog worden verloren.
De loonen in het mijnbedrijf zijn, vol
gens den minister, niet te laag, gezien de
daling in de kosten van levensonderhoud
sinds 1930. Waar sociale misstanden zijn
kan men er verzekerd van zijn, dat zij
bestreden zullen worden. Ten opzichte van
de loonen en pensioenen bestaat zulk een
misstand niet.
De aan de groote wegen liggende lan
derijen moeten een uitweg hebben, maar
liefst niet op die wegen. Waar nieuwe
snelverkeerswegen komen moeten de voet
gangers uit de buurt blijven. Voor voet
paden langs de wegen voelt spr. in het
algemeen weinig.
De begrootingen van het departement
van Waterstaat, van het V e r -
keersf ondsen van deiStaats-
m iji n e n in Limburg, werden
aangenomen met de aanteekening, dat de
N. S. B. wenschte geacht te worden te
hebben tegengestemd.
Aan de orde kwamen vervolgens de be
grootingen van het Zuiderzee-
fonds en van het openbaar lichaam
De Wieringermeer voor 1939,
welke gezamenlijk werden behandeld.
De heer Heldring (Lib.) dringt aan
op meer overzichtelijke en commercieels
inrichting der begrootingen.
Dhr Van Voorst tot Voorst
(R. K.) is het met den minister eens, dat
gemengde bedrijven boven 20 ha wel ver
dedigbaar zijn in het algemeen. Doch in
Zeeland heeft men op de zware klei klei
ne bedrijven, waar loonploegers arbeiden.
In de Wieringermeer ware deze manier
van werken ook eens te overwegen.
De bedrijven moeten niet te groot zijn,
teneinde zooveel mogelijk boeren een be
staan te verschaffen.
De heer H i e m s tra (S. D.) merkt
op, dat het vaststaat, dat de Wieringer
meer verlies zal opleveren. Maar dit mag
geen argument zijn tégen verdere inpol
dering. Het gaat om de noodige levens-
ruimte. Er mag ook geen aanleiding zijn
voor te hooge pachten in de Wieringer-
meer. Men wil de bedrijven ook weer niet
40.) _0—
Dp den avond van denzelfden dag
zocht Fay haar vader weer op. Zijl ver
keerde in groote opgewondenheid. Baar
oogen schitterden, en in geestdrift riep ze:
„Papa, ik kreeg eensklaps een schitteren
den inval. Ik geloof, dat ik haar gevonden
heb. En ze is precies zooals ik haar
wenschte."
«Maar mijn. lieve kind, wat bedoel
ie?" vroeg hij verbaasd. „Vertel me dan
eens precies Wat die inval van je ge
weest is, opdat ik je kötn begrijpen."
„Wel, vader, het is juffrouw Allister
die ik bedoel, of wel Hanni, zooals zij
toestond haar te mogen noemen,"
was haar juichend antwoord. „Gelooft u
niet, dat zij prachtig geschikt voor u is?"
„Bedoel je misschien als gouvernante,
l'ay. "Wel mijn schat, wat een onzin. Juf
frouw Allister is een bemiddelde jonge
dame, te oordeelen naar baar kleeding
voorkomen, en we kunnen er niet aan
denken baar voor zooiets te vragen."
«Ze is rijk geweest, maar nu is zij heel
zoo klein, dat we straks weer opgescheept
zijn met menschen die steun behoeven.
De heer Van V e s s e m (N. S. B.)
wil niet tegen de kosten opzien. Het is de
eenige manier om levensruimte voor ons
volk te verkrijgen.
De minister van Waterstaat, de
heer Van Buuren, acht het econo
misch volkomen verantwoord, werken als
deze te doen uitvoeren op de gevolgde ma
nier, waardoor de werkloosheid wordt te
gengegaan.
Bij de uitgifte van kleine bedrijven in
de Wieringermeer zal spr. aan de ge
maakte opmerkingen de volle aandacht
wijden, want bedrijven zonder toekomst,
die op den steun uitloopen, zijn niet ge-
wenscht. Voorzichtigheid is echter gebo
den. Wat het uitgeven van bedrijfjes aan
de arbeiders der Wieringermeer betreft,
spr. zal zijn uiterste best doen die uitgif
te te doen slagen. Staatshulp is z.i. pas
in de laatste plaats te overwegen. Ook
de Regeering ziet in, dat bij' een natio
nale onderneming als het hier geldt, of
fers mogen worden gebracht. Anderzijds
moeten de kosten zoo nauwkeurig mo
gelijk worden getoetst.
De begrootingen voor het Z u i d e r -
zeefonds en de Wieringer
meer voor 1939 worden daarna
z.h.st. aangenomen.
De vergadering is tot nadere bijeen
roeping uiteengegaan.
NED. MIDDERNACHT ZENDING
VEREENIGING AFD. ZEELAND.
Alg. vergadering te Middelburg.
Gistermiddag hield de afd. Zeeland van
de Ned. Middernacht zending Vereeni-
ging in St. Joris te Middelburg haar
jaarvergadering.
Wegens ontstentenis van den voor
zitter, ds J. W. D'ippel, presideerde
ds D. J, V o s s e r s te Vlissingen, die de
aanwezigen, speciaal den spreker den
beer Mr P. B. Bouman te Rotterdam, en
de beeren Van Munster, Brusse en Van
Lint, afgevaardigden van het hoofdbe
stuur, verwelkomde.
Verder herdacht Spr. met dankbaar
heid den arbeid van het Bestuurslid den
heer J. J. de Keijzer, oud-burgemeester
van Grijpskerke, die om gezondheidsrede
nen moest bedanken.
D'e secretaris, ds G. B. B a v i n c k te
O.- en W.-Souburg, bracht vervolgens het
jaarverslag uit.
Spr. deelde mede, dat in 1933 het laat
ste jaarverslag der afd. Zeeland is uitge
bracht. Tot dat jaar was de Ned. Mid
dernacht Zending in Zeeland geen onbe
kende. Toen waren er in verschillende
plaatsen afdeelingen en correspondent
schappen. De beer Best te Middelburg
was de vaste werker voor de vereeniging.
Toen de beer Best kwam te overlijden
kwam er een inzinking. Het werk kwam
stil te liggen. Eb volgden vier jaren waar
in er weinig gebeurde.
Met groote dankbaarheid herdenkt Spr.
den arbeid van wijlen den heer Best.
'Het Hoofdbestuur heeft in 1936 ge
tracht de afd. nieuw leven in te blazen.
In Oct, 1936 werd te Middelburg de jaar
vergadering der vereeniging gehouden.
Het Bestuur der prov. afd. kwam weer
tot stand. Enkele afdeelingen werden op
gericht. Te Middelburg werd een consul
tatie-bureau geopend, waarvan de heer
Van Lint te Rotterdam tijdelijk de leiding
heeft. Bij' voogdijraad en politioneele en
stedelijke autoriteiten werd veel steun on
dervonden. Te Middelburg, Vlissingen en
Goes werden werkcomité's opgericht.
In dezen korten tijd is duidelijk geble
ken, dat het consultatiebureau in een be
hoefte voorziet. Verschillende ongehuw
de moeders werden geholpen. Zedelijke
misstanden werden aan de bevoegde auto
riteiten meegedeeld.
Thans is men bezig iemand in Zeeland
to zoeken, die zich aan dit werk kan
geven.
In verschillende plaatsen zijn het vorig
jaar samenkomsten belegd, waar bekend
heid werd gegeven aan bet werk der Ned.
Middernacht Zending.
Het aantal begunstigers is belangTijk
toegenomen, vooral op het platteland van
Walcheren. In andere plaatsen zal nog
hard gewerkt moeten worden. In Z.
Vlaanderen en Schouwen-Duiveland moe
ten weer afdeelingen worden opgericht.
Het strandleven, de Ned. Malthusiaan-
sche propaganda en verschillende zede
lijke misstanden in de steden vragen
onze aandacht.
Spr. zegt ten slotte hartelijk dank aan
het Hoofdbestuur voor den ondervonden
steun.
Nadat dit verslag was goedgekeurd
werd de huishoudelijke vergadering ge
sloten en kwamen een aantal genoodig-
den ter vergadering.
Om drie uur sprak de heer Mr P. B.
Bouman uit Rotterdam over:
„Het Neo Malthusianisme en
zijn bestrijding".
Eerst gaf Spr, eenig cijfermateriaal ten
bewijze van den ernst der dreigende ge
varen.
Tot 1879 was het geboortecijfer vrijwel
siationnair. Sindsdien is het voortdurend
gedaald (van ruim 36 tot 23 per 1000).
Het aantal kinderen per huwelijk ver
minderde van bij de 5 tot even over de 3.
Dat toch een bevolkingstoename te con-
stateeren viel, is een gevolg van het feit,
dat bet sterftecijfer nog sneller daalde
dan het geboortecijfer.
Wat het onafwijsbare gevolg is van de
daling der geboortecijfers, toonde Spr.
verder aan. Daarbij onderscheidde Spr.
drie leeftijdsgroepen: 015, 1560 en
daarboven. Gaat men de geboorten beper
ken, dan neemt de le groep in aantal af,
terwijl de laatste toeneemt, met dit ge
volg, dat door de onverbiddelijkheid van
den dood de sterfte in de 3e groep zal
toenemen en de jeugdklasse niet meer
toereikend is om de verliezen van de
daarop volgende klasse aan te vullen,
zoodat met innerlij- ke
noodwendigheid bet volk
verouderen zal en tot
uitsterven gedoemd zal
z ij n.
Spr. behandelde vervolgens de leer van
Maltbus en van die der zich naar hem
noemde Neo Maltbusianen.
Malthus wierp zich op de bestudeering
van bet bevolkingsvraagstuk en legde de
resultaten daarvan neer in zijn geschrift:
„An essay on the principle of popula
tion".
Volgens hem waren preventieve mid
delen noodig, om over-bevolking te voor
komen. Deze waren: het coelibaat, het
late huwelijk en de onthouding in bet
huwelijk.
Van deze leer dient wel te worden on
derscheiden het Neo Malthusianisme.
Malthus zou zeker de principes en practij-
ken van den Neo Malthusiaanscben Bond
met verontwaardiging afwijzen.
Aan de N.M. beweging is verbonden
de 'naam van den leider Ch. Drysdale.
Zij dateert van 1877. Zij. wilde al spoedig
komjen tot geboorte-beperking door
'kunstmatige middelen. Maltbus propa
geerde de zedelijke zelfbeperking. De N.
M.B. gaf het wachtwoord: „Geboorte
regeling bij vrij geslachtsverkeer". Deze
Bond wil dus, dajt de menschen zich
sexueel kunnen uitleven, maar geboorte
moeten voorkomen.
Daarna kwam Spr. tot de crifiek op
Maltbus' leer. Zijn reeksen-theorie is
overdreven en iiru strijd aniet de feiten.
De Franschman Bastiat gewaagde van
de enorme mogelijkheden die in de pro
ductie gelegen zijtni, van de schatten die
in de aarde verscholen zijn en de on
metelijke terreinen die inog braak liggen.
Bovendien wilde Malt'hus wat hiji in
zijn tijd en voor zdj-n land noodig oor
deelde tot wegneming van maatschap
pelijke euvelen, als algemeen geldend
doorvoeren voor alle tijden, in alle lan
den, onder alle omstandigheden.
Toch is er bij hem nog wel wat te
waardeeren: het aankweeken van ver
antwoordelijkheidsbesef vóór het buwe-
lijlk. Hij wil slechts zedelijke middelen
aanwenden tot het tegengaan van over
bevolking.
In het Neo-Malthusianisme is echter
niets te waardeeren. Zelfs odet-Ghris-
telijke .economen] 'brandmerken het Jals
atheïstisch, materialistisch en onze
delijk.
Atheïstisch: het rekent niet met God
en spot met zijn Voorzienigheid.
Materialistisch: Het Ikomt met verhe
ven leuzen, doch is practisch louter en
alleen gericht op het verkrijgen van gun
stiger materieele levensvoorwaarden.
O n z e d e 1 ij1 kt het leidt tot degene
ratie, tot verzwakking en uitsterven van
een volk. Het werkt de prostitutie en de
echtscheidingen in de hand. Het ver
groot het gevaar voor abortus en speelt
de voorbehoedmiddelen in handen van
ongehuwden. Bovendien oefent het zoo
wel op ouders als op kinderen een fu-
nesten invloed. Het brengt egoïsme in de
gezinnen en miskent de hooge waarde
van de groote gezinnen.
Het Neo-Malbhusianisme is voor ons
dubbel verwerpelijk, als we het bezien
in het licht der H. Schrift. Spr. wijist op
Genesis 1 28 en Gen. 9 7.
Dit gebod om vruchtbaar te zijn en
zich te vermenigvuldigen mag echter
nooit los gemaakt worden van 's men
schen verantwoordelijkheid.
Als we if Cor. 7 raadplegen, dan vin
den we voor deze materie kostelijke wen
ken. Daar vinden we geen onderschat
ting, maar ook geen overschatting van
het sexueel verkeer. De onthouding in
het huwelijk kan geboden zijin. Nooit
mag 't sexueel verkeer worden verheven
tot een soort cultus, zooals de Neo-Mal-
thusianen doen.
Bijl de 'bespreking van de bestrijding
vain het Neo-Malthusianisme merkt, Spr.
op, dat er ï.Hn, die deze besnijding vol
maakt nutteloos oordeelen. Zij zien het
N.M. als een sympthoom van dezen tijd,
als een voorzorgsmaatregel.
Anderen willen een bestrijding door
belastingregeling (zwaar voor kleine,
licht voor groote gezinnen), door het
zoogenaamde familieloon, door reductie
op schoolgeld, door verbod en strafbaar
stelling van het openlijk tentoonstellen
of het openlijk en ongevraagd aanbieden
van voorbehoedmiddelen.
Al deze maatregelen hebben onze in
stemming. Ook is de Overheid in deze
dingen diligent.
Maar het is niet genoeg. We moeten
niet alles van de Overheid verwachten.
De volksovertuiging moet omgezet. En
het vreeselijke is dat het Neo-Malthusia
nisme reeds zoo ver is ingevreten.
Dienstboden willen geen betrekking in
een groot gezin. Woningen voor groote
gezinnen worden er veel te weinig ge
bouwd.
Het volk moet in de kunstmatige ge
boortebeperking een zedelijk en maat
schappelijk kwaad gaain zien.
Daarom is voorlichting noodig op al
lerlei wijize door woord, geschrift en ra
dio. (Spr. maakt met waardeering mel
ding van wat hier van R.K. zijde wordt
gedaan). Vooral de Dienst des Woords
en de Ned. Middermac|ht Zendinigsver-
i eeniging zijin hier van groote waarde.
Op deze rede volgde eenige bespreking.
De avondsamenkomst in de Bogardzaal
werd geopend door Ds G. B. Bavinck
van Souburg, die er de aandacht op ves
tigde, dat de bezinning op het zedelijk-
lieidsvraagstuk even brandend is als voor
50 jaar. Er wordt onbeschaamd propa-
'ganda gemaakt voor de zonde door de
bioscoon de danswoede en 'het strand-
le en. Te Middernachtzen ding verricht
vaderlandslievend werk door waarschu
wend en helpend op te treden.
De secretaris der vereeniging, de heer
J. 'N. van Munster sprak over: „In
tijden van zedelijk gevaar". Spr. hoopte,
dat deze kleine vergadering zal helpen
het werk in Zeeland te steunen.
arm", legde Fay opgewonden uit. „Sedert
zij hier gekomen is heeft ze reeds naar
een dergelijke betrekking uitgezien en ze
is erg bedroefd, dat zij nog steeds niets
gevonden beeft. O papa, mag ik 'haar
vragen? We houden zooveel van elkaar,
en ik zou me niet meer eenzaam en be
droefd gevoelen als u eens van buis bent,
of u opsluit in uw studeerkamer om uw
preeken klaar te maken."
„Maar, Fay, ik geloof niet dat we juf
frouw Allister mogen vragen dat ze zich
zou begraven in een klein, onaanzienlijk
plaatsje als Silverton. Je weet, dat ik je
gouvernante niet veel kam, 'betalen".
„Ik geloof, dat zij niet veel geld
wenscht papa, als ze maar een prettig
tehuis heeft," gaf het kind met overtui
ging terug. „En ze is zoo lief, zoo goed
en zoo knap."
De dag was buitengewoon heet ge
weest en de jonge predikant en zijn
dochtertje zaten in den tuin, toen dit ge
sprek plaats vond. Opeens zagen ze Han
ni uit het huis komen om een afgezon
derd en beschut plekje te zoeken, waar
ze kon lezen of peinzen in 'haar een
zaamheid.
„Daar is ze, papa", riep Fay opgewon
den. „Mag ik haar vragen? Ze ziet zoo
bedroefd, en ik geloof zeker, dat ze van
daag nog geen nieuws heeft ontvangen.
Toe maar papa, praat maar eens met
haar".
Half tegen zijn zin voldeed dominee
Mervyn aan het herhaalde verzoek en
liep op Hanna toe, die in een lustelooze
houding zat, haar hoofd gebogen over
een boek, maar blijkbaar waren haar
gedachten ver weg. Toen ze haar ver
raste oogen bij' baar nadering ophief,
zag hij, dat ze gevuld waren met tranen
en hij wenschte van harte, dat hij haar
in haar afzondering niet had gestoord.
Maar Fay greep ongeduldig zijn hand en
eindelijk zei hij, beleefd buigend: „Ik
kom met een ietwat eigenaardige bood
schap juffrouw Allister en ik hoop, dat
u mijn aanmatiging zult willen excusee-
ren. Maar dit kleine ding is verantwoor
delijk voor de dwaasheid ervan".
„Het is heelemaal niet dwaas, papa",
riep Fay verwijtend. Toen zich werpend
in Hanni's armen, smeekte ze met vra
gende oogen: „We gaan morgen naar huis
en ik wil u niet graag verlaten. Wilt
u met ons mee gaan en mij alles leeren
wat u weet, zoodat wij elkaar steeds kun
nen liefhebben en troosten?"
IHanni keek verwonerd op en dominee
Mervyn kon een glimlach niet onderdruk
ken, toen hij lachend opmerkte: „Een zeer
practisch voorstel, Fay. Geen wonder, dat
juffrouw Allister vreemd kijkt". Toen
voegde hij er ernstig aan toe, terwijl een
donkere schaduw over zijn gelaat gleed:
„Mijn kleine meid heeft iemand noodig
om haar te leeren en lief te hebben, nu
haar lieve moeder gestorven is, en nu
meende ze, dat u misschien die taak op
u wilde nemen. Ik zou het niet hebben
gewaagd hierover te spreken, maar zij
verzekerde mij, dat u een soortgelijke
betrekking zocht en tot dusver niet bij
zonder gelukkig was geweest."
Hanna's wangen begonnen te gloeien
en haar gelaat klaarde op, terwijl ze be
deesd stamelde: „Meent u het werkelijk?
Ik heb geen getuigschriften en niemand
wil mij zonder deze in dienst nemen."
„Ik geloof dat we het in dit geval wel
zonder getuigschriften kunnen stellen",
was het vriendelijk antwoord. „Maar ik
moet u waarschuwen, dat het baantje
niet veel aantrekkelijks biedt. Ons huis
staat in een kalen hoek van Cornwall en
mijn zuster, die straks komt om de huis
houding waar te nemen, heeft erg be
krompen denkbeelden en zal waarschijn
lijk de komst van een gouvernante voor
Fay niet heel vriendelijk opnemen. Maar
ik kan het kind niet naar school zenden,
nu wij met ons beiden zijn overgebleven
en zij zal toch een jongere en meer op
gewekte metgezellin noodig hebben. Ten
slotte vrees ik, dat ik u geen loon even
redig aan uw diensten zal kunnen aan
bieden."
„Papa, zeg niets meer", riep Fay ang-
De directeur van den Rijiksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling deelt mede, dat blijkens door
het Centraal Bureau voor de Statistiek
verstrekte voorloopige gegevens in de
week 6 t./m. 11 Maart bij gesubsidieerde
vereenigingen met werkloozenkas waren
aangesloten 577.538 personen (waaronder
75.702 landarbeiders).
Van de 501.836 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was het werkloosheidsper
centage 22.8 (in de vorige verslagweek
20 t./m. 25 Februari 1939, was dit percen
tage 24.6),
Van de 577.538 verzekerden, met inbe
grip van de landarbeiders, was het werk-
loosheidspersentage 21.9 (vorige verslag
week 23.8).
In de overeenkomstige verslagweek van
Maart was het werkloosheidspercentage
voor alle verzekerden in de laatste jaren
als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de
percentages, indien de landarbeiders bui
ten beschouwing worden gelaten):
1932 26.5 (215.9)
1933 30.3 (30.7)
1934 25.4 (27.0)
1935 30.6 (33.0
1936 32.0 (34.1)
1937 29.6 (30.6)
1938 25.8 (27.1)
1939 21.9 (22.8)
Men zou tot 1931 terug moeten gaan om
in dezen tijd van 'het jaar een lager werk
loosheidspercentage aan te treffen dan het
thans bereikte.
Op 11 Maart 1939 waren bij de organen
der openbare arbeidsbemiddeling inge
schreven 378.407 werkzoekenden, waarvan
er 360.731 werkloos waren (n.l. 346.462
mannen en 14.269 vrouwen).
De Middernachtzending wil over heel
het land werken, dus ook op de dorpen.
Was or vroeger verdorven wetgeving, nu
is er verdorven smaak. Door het optreden
der vereeniging in het verleden werd de
publieke opinie omgezet en kwam de wet
tot beteugeling der zedeloosheid tot stand.
Van de gruwelen, die plaats vinden en
verdedigd worden, noemde spr, eerst de
naaktcultuur of naaktlooperij, die zijn
klauw uitstrekt naar de jeugd onder 't
voorwendsel de gezondheid te verbete
ren en de zedelijkheid te bevorderen! Dat
is een gevaar voor onze samenleving.
Ook bet strandleven brengt veel onge
rechtigheid. D'e zonnebaden bevorderen
gewoonlijk den verkoop van preventieve
middelen. De Middernacbtzending is niet
tegen sport, maar waalkt er voor, dat de
jeugd baar gezondheid en eerbaarheid
niet te grabbel gooit.
Met het oog op de vuilschrijverij moe
ten de ouders de teugels kort houden en
waarschuwend optreden.
Het huwelijk wordt op het tooneel en
in de literatuur bespot, zoodat de regee
ring in de troonrede plannen aankondig
de ter beveiliging van bet huwelijk.
Het Nieuw Malthusianisme met schijn
baar moreele argumenten aanbevolen, be
reikt precies het tegenovergestelde van
wat het belooft en 'bevordert sterk de
ontucht.
De 'Middernachtzending wil tegen de
ontucht waarschuwen, door er allerwege
tegen te getuigen en wil de hand tot red
ding uitsteken door middel van consnl-
tatiebureaux, zooals te Middelburg in de
Bogardzaal, waar ongehuwde moeders
en ontwrichte gezinnen raad en hulp
ontvangen.
MIDDELBURG.
De Stationsbrug.
Nadat gistermiddag het draaiend deel
van de Stationsbrug op zijn plaats was
gebracht, zijn de sleepbooten naar Vlis
singen teruggekeerd om bet vaste deel,
dat des morgens reeds op twee zolder
schuiten was neergelegd, naar Middel
burg over te brengen. Hier is dit zware
stuk in de takels van een der bolkken
gehangen en onder groote belangstelling
van oud en jong voorzichtig op de plaats
gebracht, waar dit deel nu wel weer
tientallen jaren zal rusten.
Dit deel was nu ook van den wal af
goed in oogensc'houw te nemien. Wij
konden vaststellen, dat de trottoirs een
groote verbetering hebben ondergaan. Er
zijin nu geen reten meer, waarin dasnes-
stig. „U maakt, dat ze aanstonds niet
mee wil. Laat mij haar eenige mooie
dingen vertellen, die u vergeten hebt."
„Ja, vertel maar eens", zei Hanni glim
lachend en keek vol liefde in het be
wogen gezichtje.
„Nu dan, Silverton is bet liefste
plaatsje, dat u zich kunt voorstellen en
de pastorie is heerlijk gezellig en be-
hagelijk en staat in den mooisten tuin,
dien u ooit gezien hebt. En al is tante
Marie soms wat slecht gehumeurd, ik
verzeker u, papa is het nooit en ik zal
mijn uiterste best doen bij mijn lessen en
u nooit het minste verdriet aandoen. O,
ik zal altijd, heel, heel veel van u hou
den. En al hebt u niet veel geld, dat
hindert in Silverton niet veel, omdat daar
toch heel weinig winkels zijn om het
uit te geven".
„Nu hebt u de keerzijde van de me
daille", lachte dominee Mervyn fijntjes.
„Misschien wilt u er eens over denken
en mij later uw beslissing laten weten."
Maar zonder een oogenblik te aarzelen
hief Hanni haar hoofd op terwijl her
nieuwde hoop in haar oogen lichtte en
ze antwoordde innerlijk ontroerd: „Ik zal
heel gaarne met u naar Silverton gaan.
Ik geloof, dat God u vanavond tot mij
gezonden heeft, om mij voor wanhoop
te bewaren."
(Wordt vervolgd.)