Rondgang door den Dam-doolhof
HET VERMISTE PAKKET.
w, m m 'wk. wi. J
w
10
s
Wenken op technisch gebied.
O
fc
en
«n
z
O
ff 3
D s
- bc
e
-J e
w
a
B U
4> w
«0
3 O
CQ CL
u z
o
5
-3
s -)■
4>
.fa
Q
t-l
s
s
TJ
c
K
r>
UI
U
OD =3
CO
3 E 2
-C d>
O
,r^T O O
Q- co
I o aJ
tc
O w
O a
bc-^j
5 "5
co -C
co 3
a
3
a>
TT
o
'3-5 -
■üsS
CD
- S'E
T3 fco
2 53"
3 .3 a>
S>^ g2
s2®t
U ÖB to
ff'
g-s—
a> 5i 2
3 B mg
a 3
|j3 I*
=EH S
ff.9^
"3 a g
05 a 35
tQ
■S o
bog
-♦-»
O O)
O rt
-Q
T3
-rH CQ
O
2 a
- B'S- W
.3
**■0 0
9 a
aj
s~i
fflriC
bfl ZZ
-^
rt 50 3
o
"2 D ri
'd fn 0^5
5
d"S
o cd
Sg
öN
cd
cd
-»-» to
O 25 3
O a5
-Q
Trp"
Sflg-2
2? O
H bo Ui d
Ja
o t*
ZZ -r^ Q
- .2 S
-9 "3
a> ho a -f3
cd m
^3
a
-rd
w A J-i
5 ©w
O
PH rjj
ri
c4 3
a
3 fe
3
P<-£
.2 -— oj
PL 3 '3 H
p.
WJJ <5
"o '3 2
P- 2 F
°.s".-a
:n3
O
S^o
bO
3 tn
2
.a
li
3 T}
P S .3
o<2 a
a 3
2 3 -3 ->^
a« 2 s -a
.9 WE
a^
f-i
Ti
HÖ
t>0 ZZ
2
H
°si3a
bO
A LJJ 'U c,
|2 bo©
Ti
to o
po-S
^r
*s
bo
fl
cd
Td
a
bfl
O
2^
go©
*rd
N
- h H u 0
r-O
©ÖfH©,_
"rïïg-së'ssë
d o) l> t-^cd©
cd ri p< drd
hr Td -h
9> bi S
S gp ^.5?^ 9»
ft® Sï3®°a
rQ «+H >-4 -4-> ■+-> r^3 ••-<
a|
14
®s
a
w
a^
111
^3
3
3
'3 S
3
^9
a a
:r? cd
NJ Ti
•SB
Ti
s a
"u o
2
,t5 grd
izj o
o o
ftN Td
Td
Q
^•3-^2 3 2
P
Ö'ö.l
Ti
fl rö
H
3 o
"i-*
H
3 S
a
o
~r£)
®-ö
S)®-g g'3^
fi '3 60,3 3
- O ed
^i
rS 0*43
T3
bC-2
cd bc
cd
>- Td
---i ro
öp-
S-g-Ö
-- 0 fe-a fi
ft 3 "£7
~f 0 r-i CJ
cd
,-< 3 P-I
S
.T!
bOT?
•3
•^-g s
■S-g^
3.2^
Oh
bC O
ft O
rO O T3
•v.^ O
.2 Si
cJ ^3
2
fe
S3
a, t> "g T3 9
2^3-3 sfl S gi
2 9 fi «0)2'"
OT Td CO CO Td
=-■ l-S s
3-2 3 S) 3
S o
a-g gw
82
gN ®J
Tl
fe
;f?2 5S-S'^
.f e!f*-ï!
ï.tS'Src
Tl
_3 -*->
ro "32
rw?i
KJ
3 -ft ffi jS g-ÖW
"g T3 ft
M
i-n c 3 «tj
®22 ft «5.
■S.-«Sfe-g
5.2-Blci rt
g-c~o0°;.„fls
w P- Q, fe
(•fl 03 B
zeer gering. In de Ver. Staten, Engeland,
Frankrijk en België, om de grootste centra
van het geldkapitalisrne slechts te noemen,
is het aantal van de Joodsche bankiers en
de geldkwantiteit, waarover ze beschikken,
een gering percentage van het geheele geld
kapitalisrne. En in Nederland?
In Nederland nemen de Joden in het
bankwezen een bescheiden plaats in. In de
directies van de Nederlandsche Bank, de
Nederlandsche Handelmaatschappij, de In-
cassobank, de Twentsche Bank, de Kas-
vereeniging, de Friesche Bank en de Gel-
dersche Credietvereeniging hebben in het
geheel geen Joden zitting; in die van de
Botterdamsche Bank bekleedt slechts één
Jood een functie in de directie, in de Bank-
Associatie dito. Wat de particuliere banken
betreft zijn alleen Lissa en Kann (een klei
ne zaak) Mendes, Gans Co. en Lapmann—
Bosenthal Joodsch en er is één Jood in de
directie van Pierson Co.
Hoe zit het met de warenhuizen? Die zijn
toch wel allemaal Joodsch? In de Ver. Sta
ten zijn de groote warenhuizen in niet-Jood-
sche handen, in Engeland insgelijks. In
Frankrijk precies hetzelfde. Voor Neder
land is de situatie bekend aan ieder. De
Bijenkorf en Gerzon zijn min of meer
Joodsch. Vroom en Dreesman, Albert Heijn,
de Gruyter, Simon de Wit zijn alle niet-
Joodsch.
Inderdaad was in Duitschland hier de
toestand anders. De warenhuizen Tietz en
Wertheim waren Joodsch. En hoe staat nu
echter het Nationaal-Socialisme dat zich
op zoo ontzettende wijze tegen het Joden
dom keert tegenover deze warenhuizen?
Men heeft aan de Wertheim's en de Tietz'
de warenhuizen ontnomen. Heeft men nu
iets er voor in de plaats gesteld van de
economie der economische adviseurs van
het nationaal-socialisme, die zich zóó tegen
dit soort van kapitalisme heetten te kanten?
Geen sprake van! De warenhuizen zijn
gebleven men heeft ze alleen maar aan
de Joden ontnomen...
Natuurlijk er zijn onder de Joden kapita
listen. Maar: er zijn ook overal in de wereld
en ook in ons land onder hen ontzaglijk
v e el arme tobbers, die met moeite een
klein bestaantje vinden en nooit vooruit
komen.
Conclusie: onder de Joden zijn kapitalis
ten en enthousiaste aanhangers van het
kapitalistische stelsel. Alleen: dezen zijn
precies dezelfde kapitalisten als de andere,
niet-joodsche, slechts geringer in macht en
invloed.
„Als men zoo", schrijft de katholieke Prof.
Dr Veraart, „in alle richtingen is vastgeloo-
pen, verzint men wat anders: de Joodsche
kapitalisten zouden in handel en wandel
anders zijn dan de niet-joodsche kapitalis
ten. Hier komen wij op het gebied van de
leuterpraat voorzoover het geen leugen
of laster is". (Hoever de anti-joodsche laster
kan gaan, kwam tot uiting in het Dreyfus-
schandaal, St.).
Prof. Bonger heeft in duidelijke statistie
ken bewezen de geringe criminaliteit
onder de Joden. Zij steken gunstig af
bij de andere groepen der bevolking op
haast alle gebied.
En nu de andere zijde.
Op 't gebied der Rechtswetenschap vervul
len de Nederl. Joden een eervolle breede
plaats in het eerste gelid: Jonas Daniël
Meyer, Prof. T. M. C. Asser, Prof. Mr J.
Oppenheim, Prof. E. M. Meyers. Allen edele
persoonlijkheden van baanbrekende be-
teekenis.
Toen een der grootste wijsgeeren, die ooit
geleefd heeft, de Nederlandsche Jood Spi
noza, hoorde, dat zijn edele vriend Jan de
Wit door 't Haagsch gepeupel was vermoord,
riep hij uit: „ultimi barbarorum!" Wat zou
hij wel van het barbarisme, dat wij beleven,
gezegd hebben?
Ik heb over schrijvers als Querido, Her
man Heyermans en Carry van Bruggen nog
niet gesproken, om over de musici maar te
zwijgen. Mijn artikel zou te lang worden.
Helpt dit alles nu om het gevoels anti
semitisme te bestrijden?
Iets misschien. Maar niet zóó heel veel.
Waarom dit zoo is, hoop ik D.V. de vol
gende maal te behandelen.
P. W. J. S.
Vliegende Vogels.
II.
Toen de K.L.M. in 1920 haar diensten be
gon, was geen ander materiaal voorhanden
dan militaire vliegtuigen. Zij opende haar
eerste lijn Amsterdam—Londen v.v. met ge
huurde Britsche oorlogsvliegtuigen, die ver
bouwd waren voor het vervoer van passa
giers, post en vracht. Deze vliegtuigen wa
ren verre van economisch in het gebruik
en de K.L.M. gaf tegelijkertijd aan de Neder
landsche Vliegtuigenfabriek (Fokker) de
opdracht tot 'het bouwen van een toestel
voor commerciëele doeleinden.
Dit eerste verkeersvliegtuig, de Fokker F 2,
werd reeds in 1920 uitgebracht. Het had een
gesloten kajuit en bood plaats aan vier pas
sagiers. Vergeleken bij de gecharterde mili
taire vliegtuigen beteekende het een enorme
vooruitgang. In 1921 kwam de Fokker F 3,
met plaats voor 8 passagiers. In 1934 en
1935 volgden de F 36 en F 22, respectieve
lijk voor 32 en 22 passagiers. In hetzelfde
jaar werden 14 tweemotorige Douglas DC 2-
vliegtuigen aan de vloot toegevoegd. De eer
ste Douglas DC 3, plaats biedend aan 21
passagiers en uitgerust met twee Wright
Cyclone Motoren van 1100 PK, kwam in
October 1936 in ons land. In het volgende
jaar werden er nog 10 dezer vliegtuigen
aan de vloot toegevoegd, terwijl nog 7 DC-3-
toestellen nabesteld werden. De K.L.M. ging
ging eveneens over tot aanschaffing van zes
Lockheed Super-Electra vliegtuigen, waar
van drie bestemd werden voor het West-
Indische bedrijf.
De voortdurende verbetering van het ma-
teriëel, samengaand met een steeds inten
siever gebruik van elk vliegtuig, hebben de
K.L.M. bedrijfsresultaten doen verkrijgen,
welke tot de beste ter wereld gerekend mo
gen worden.
Voortdurende vernieuwing van het mate-
riëel hield de vloot op peil, de oude vlieg
tuigen konden altijd voordeelig verkocht
worden.
De ontwikkeling van het luchtverkeer in
Europa is hand in hand gegaan met den
technischen vooruitgang in den bouw van
vliegtuigen en motoren. Alle luchtvaart
maatschappijen hielden zich oorspronkelijk
enkel bezig met de exploitatie van een paar
lijnen over betrekkelijk korte afstanden. De
verbindingen Amsterdam- -Londen, Londen
Parijs, Amstei damParijs, Amsterdam
Hamburg bchooren tot de oudste luchtverbin-
dingen in Europa. Met de verbeteringen
in de techniek kwamen de langere lucht
lijnen. De oorspronkelijk op zichzelf staan
de luchtverbinding AmsterdamHamburg
Kopenhagen Malrnö v.v. werd in 1936 door
getrokken naar Stokholm en kreeg aanslui
ting op de oorspronkelijk eveneens onaf
hankelijke lijnen van en naar Londen en
Parijs en de verbindingen LondenStock
holm en Parijs--Stockholm, bekend als de
Scandinavian Air Express, waren tot stand
gekomen. Op dergelijke wijze ontstond de
lijn LondenAmsterdamBerlijn. Bovenal
gedurende de laatste jaren heeft de opvoe
ring der snelheid binnen de grenzen der
veiligheid en economie vorderingen ge
maakt Hierdoor heeft men diensten kunnen
instellen, die voor het publiek zóó gunstig
liggen, dat de voordeelen van het lucht
verkeer duidelijk in het oog springen. Men
kan 's morgens het vliegtuig naar Londen,
Parijs of Berlijn nemen en 's avonds weer
thuis zijn. Ook LondenBerlijn v.v. is 's zo
mers een dagreis, met ruim vier en half
uur oponthoud tusschen aankomst en terug
vlucht. Zelfs Malmö, Kopenhagen, Praag,
Weenen en Boedapest kan men op één dag
bezoeken en men heeft dan nog ruim tijd
om in genoemde steden zijn zaken te be
hartigen.
De internationale samenwerking op lucht
vaartgebied is zeer goed. De maatschappijen
beijveren zich onderling hun diensten zoo
veel mogelijk op elkander te doen aanslui
ten, zoodat de passagier op één dag een
afstand van duizenden kilometers kan vlie
gen. De samenwerking welke noodig was
voor het tot stand brengen van al deze
lijnen en aansluitingen, vindt zijn oorsprong
in het werk van de International Air Traf
fic Association (I.A.T.A.), een organisatie
van luchtvaartmaatschappijen, die in 1919
in Den Haag gesticht werd en daar nog
steeds haar zetel heeft. Zes en twintig maat
schappijen zijn er thans lid van.
Op 17 Mei 1920 begon de K.L.M. met een
anderdaagschen dienst op Londen in samen
werking met de Aircraft Transport en Tra
vel Ltd. Om 12 uur 45 kwam het eerste
vliegtuig op Schiphol aan met twee jour
nalisten aan boord, een zak ochtendbladen
en een brief van den Lord Mayor aan den
burgemeester van Amsterdam. De dienst
werd uitgevoerd door Engelsche bestuur
ders met gehuurde oorlogsvliegtuigen. Een
enkele reis naar Londen kostte 150 gulden.
Op 19 Juni vloog het eerste paartje op
de huwelijksreis naar Engeland; de bruid
kreeg bloemen uit naam der K.L.M. op 22
Augustus vloog een moeder met twee baby's
naar Croydon!
Intusschen was de dienst naar Londen
een dagelijksche geworden en op 5 Juli
had de havenmeester van Schiphol een be
langrijk feit kunnen rapporteeren, n.L: „Te
4 uur n.m. vertrekt het toestel met de eerste
officiëele Nederlandsche postzending naar
Croydon".
Van jaar tot jaar heeft het luchtnet der
K.L.M. zich uitgebreid. Op 'toogenblik wor
den er diensten met alle voornaamste hoofd
steden van Europa onderhouden.
Maar ook de binnenlandsche lijnen der
K.L.M. zijn belangrijk.
Over de Indiëlijn een volgende maal.
door Grace Sinclair.
18)
De indolente Bisschop de la Baume, die
het liefst niets anders deed, dan allerlei
genoegens najagen, had niet het minste
verlangen getoond, om naar zijn moeilijken
post in het woelige Genève terug te keeren.
Zijn luxueus kasteel in Frankrijk was veel
meer naar zijn smaak, maar de roepstem
uit Freiburg en de aanhoudende verzoeken
van de priesters uit zijn bisschoppelijk ge
bied, kon hij niet langer onbeantwoord
laten.
Heel Genève liep uit om zijn intocht bij
te wonen in de stad, die hij vijf jaar te
voren in het holst van den nacht als een
vluchteling verlaten had.
Nu werd alles gedaan, om hem met alle
mogelijke eer welkom te heeten.
Kleine Mignonne klapte in haar handen
van verrukking, toen de schitterende stoet
in al zijn pracht en praal voorbij kwam.
De gezichten der Hugenoten stonden ech-
ier strak en ernstig.
„Het is het begin van het eind", zei Aimé
Levet zachtjes tegen zijn vrouw.
Claudine's gezicht had echter niets van
zijn blijmoedigheid verloren.
„Misschien wel het eind van ons zelf,
schat", zei ze eveneens zachtjes; „maar het
begin van Gods bevrijding. Het is donker
om ons heen, maar voor God bestaat er geen
duisternis. De discipelen waren bevreesd,
toen op den berg der verheerlijking de wolk
hen omgaf, maar daarna hebben zij den Heer
geloofd en geprezen; en nu, evenals vroe
ger in de woestijn, stelt God zich nog tus
schen Zijn volk en hunne vijanden."
HOOFDSTUK IX.
Verraden.
„Wacht, er is nog één naam, dien wij er
bij moeten zetten. Heb je Baudjchon er al
op staan?"
„Baudichon heeft de stad verlaten", zei
een stem. „Hij is op weg naar Bern."
„Dan moet hij teruggehaald worden. Je
hebt dus Baudichon op de lijst staan en
ook Chautemps en vriend Perrin, en Levet
en die anderen, maar één hebben jullie ver
geten: Jules Morand, de dokter."
„Die is zelfs bij velen van de onzen zeer
geliefd. Het zou daarenboven moeilijk zijn,
hem in verband te brengen met den moord.
Later zullen wij misschien wel termen kun
nen vinden
„Wees maar niet bang. Gruyère, de anti
quaar, een vrome Katholiek, zal tegen hem
getuigen. Zet zijn naam gerust maar op de
lijst."
Het was het eind van een stormachtigen
dag, en een heel ernstige kardinaalsverga
dering had plaats gehad in het paleis van
den bisschop.
De dingen gingen niet zoo vlot, als de
priesterlijke partij wel gedacht had.
Op den eersten Juli had de Bisschop zijn
intocht in de stad gedaan, en nu op den
derden Juli had het groote werk der wrake
nog niet plaats gehad. Daarenboven had
den hun plannen een onverwacliten tegen
stand ondervonden.
Dien morgen was met indrukwekkende
praal en groot vertoon een prachtige pro
cessie gehouden, om Gods bescherming in
te roepen voor de Heilige Katholieke Kerk
bij de aanvallen, die zij te verduren had;
en daarna was de Raad opgeroepen, en tot
de~e en ook tot het volk was door den Bis
schop de vraag gericht, of zij hem erken
den als hun Vorst en heer.
„Neen", te zeggen was hetzelfde, als toe
stemmen, dat zij rebellen waren. Als zij
„ja" zeiden, dan deden zij meteen don goe
den uitslag te niet van den strijd, die nu
al zoo lang heerschte tusschen de beide
partijen.
Zij antwoordden, dat zij den Bisschop wel
als hun Vorst wilden erkennen, als hij po
sitief hun oude wetten en privileges in acht
zou nemen.
Nadat daarop de Bisschop een lange leer
rede had gehouden „terwille van hun ziel",
en naar zijn paleis was teruggekeerd, volg
de het Syndicaat hem daarheen, en stond
er op, om hem diverse oude perkamenten
voor te leggen, waarin hun rechten en pri
vileges vermeld stonden en de grenzen
waar binnen zijn souvereiniteit beperkt was.
Bisschop' de la Baume gaf hun geen ant
woord. De delegatie vertrok en een Raad
van priesters en van leiders der Katholie
ken werd inderhaast opgeroepen. De Bis
schop verlangde een lijst van al de ketters,
en van allen, die beschuldigd konden wor
den van deel te hebben gehad aan den
moord van Wengli, den domheer.
Die lijst werd dus opgemaakt. s
Hier ondervonden zij echter tegenstand
van den Raad der stad. De Raad ontzegde
den Bisschop het recht, om arrestaties te
doen, of een verhoor te leiden. Hoe moest
die moeilijlkheid overwonnen worden?
Den volgenden dag kwam er een vrien
delijke uitnoodiging van den Bisschop voor
verscheidene leiders der Evangelischen.
Hij wenschte hen in zijn huis te ontvangen
en met hen te raadplegen, opdat zij' samen
tot een goede verstandhouding mochten ko
men.
Dokter Moiand 'kreeg ook een uitnoo
diging.
„0, vader, gaat u er naar toe?" vroeg
Greta.
De dokter keek haar glimlachend aan.
„Ik geloof, dat jijt het wel graag zou wil
len", zei hij, plagend.
„Natuurlijk," zei Greta vol vuur. Zij
sprong op, stat haar arm door den zijhen
en liet haar krullend hoofdje tegen zijn
schouder rusten.
„Ik heb het gevoel, alsof alles in orde zal
komen, nu de Bisschop terug is. Wij waren
als schapen zonder herder, en zoo velen zijn
er daardoor verdwaald. 0, vadertje, u weet
niet, hoe het mij hindert, als ik u hoor be
spotten en uitschelden voor een ketter, een
Lutherschen hond. Ik kan u niet eens ver
tellen, wat zij allemaal van u zeggen, en
al uw rijkste patiënten loopen van u weg
en gaan naar dokter Vorment. 0, het maakt
me woedend."
„Dwaas kind," zei de dotter lachend.
„Wat doet het er toe wat de menschen zeg
gen."
„Het zou me niet kunnen schelen, als ik
u niet zoo liefhad," fluisterde Greta, „maar
de Bisschop laat nu zien, wat hij van zulke
praatjes denkt. Hij doet u de eer aan, u
uit te noodigen. Hij vraagt u bij zich aan
huis. U zal er toch wel heengaan, niet waar,
vader?"
„Als ik het doe," zei dokter Morand, moet
je er toch niets van verwachten, kindje. Ik
weet, in Wien ik geloofd heb, en noch pries
ter, noch bisschop kan ongedaan maken,
wat God zelf voor mij gedaan heeft. Mijn
ziel is nu in Zijn bewaring. Ik heb geen
menschel ijken middelaar noodig. Ik ben ver
zekerd, dat Hij machtig is mijn pand bij
Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag."
Greta was wel tot zwijgen gebracht, maar
niet overtuigd en fluisterde bij zichzelf; „Ik
zal zeven lange kaarsen beloven aan den
Heiligen Servaas, als de Bisschop vader
terugbrengt tot de Heilige Kerk."
Zingend liep zij naar de keuken en be
gon taartjes te bakken en lachte alleen
maar, toen de jongens gauw ieder een ko
kend heet taartje wegpakten, en ging voort,
met mooie verhalen te vertellen aan Irene
en Aimé, die ver buiten het bereik van de
verzoeking boven op een laag kastje zaten.
Zij gevoelde zich gelukkiger,- dan zij in
maanden geweest was. Alles zou- in orde ko
men, daar was ze zeker van. Zij keek wel
een beetje knorrig, toen de oude Martha
Gerard Gramont in de keuken liet met een
brief van Claudine Levet voor haar vader.
Niet, dat ze Gerard niet mocht lijden, die
behalve zijn houtsnijwerk nog druk stu
deerde en een goede hulp was voor Aimée
Levet; maar ze had een hekel aan alles,
dat haar herinnerde aan haar vaders con
necties met de Evanselischen.
WELKE TEMPERATUUR?
Op de juiste wijze stoken in den winter is
niet gemakkelijk. Het is in de vertrekken
vaak te koud of te warm.
Nu is dat een betrekkelijk begrip, dat „te
koud" of „te warm".
Een vertrek waarin men zich beweegt (b.v.
een werkplaats) moet een andere tempera^
tuur hebben dan een kamer, waarin men zit
of een waarin men slaapt. Een volwassene
heeft minder warmte noodig dan een kind,
een gezonde minder dan een zieke.
Voor een woonkamer is een temperatuur
van 64 gr. F. voldoende; een slaapkamer
voor gezonde volwassenen hoeft niet war
mer te zijn dan ongeveer 54 gr. F.
De temperatuur in werkplaatsen moet ge
regeld worden in overeenstemming met den
aard van het werk. Voor zwaren lichame-
lijken arbeid kan de temperatuur lager zijn
dan voor lichte bezigheden.
Voor ziekenkamers is een temperatuur van
66 gr.68 gr. F. voldoende.
Onder redactie van Jur. Schroder, Sta
dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru
briek betreffende te richten aan di' adres.
Oplossing Probleem No. 3.
Auteur: I. A. Schmidt, Kharkoff, Rusland.
(De Damgids.)
Stand: Zwart 6 schijven op: 5, 15, 20, 24,
35 en 43.
Wit: dam op 37 en 4 schijven op 23, 32,
34 en 44.
Oplossing:
Wit. Zwart.
1. 34—29 24X33
2. 32—28 33X22
3. 23—18 22X13
4. 37—48 43—49 A
5. 48—25 49X40
6. 25X45 en wint
A.
420—25 a
5. 48X2 510 verplicht.
6. 27 en wint.
a.
4. 35—40
5. 48X45 en wint.
Een bijzonder fraai vraagstuk. Iets aparts.
De eerste uitvallers zijn er dan ook. Nog
2 vraagstukken en de serie is vol. Het heden
geplaatste zal probeeren de gelederen nog
meer te dunnen. Of het lukken zal? Mijn
Zeeuwsche vrienden zijn voor geen klein
geruchtje vervaard. Dat hebben ze bewe
zen. Met belangstelling zie ik de oplossingen
tegemoet.
Probleem No. 4 (Eindspel)
naar J. B. M. J. Eekhoud, Rotterdam.
1-2 3 4 5
16
26
36
46
15
25
35
15
47
48
49
50
Zwart 4 schijven op: 7, 15, 17 en 20.
Wit dam op 41.
Wit speelt en maakt remise.
Alle varianten inzenden a.u.b.
Goede oplossingen van Probleem No. 3
ontving ik van: Goes: J. v. d. Kreeke, B.
Schreuder, A. Corstanje, J. Nieuwdorp, J.
Knuist, H. M. Slabbekoorn; Kloetinge: Jan
Sinke; Middelburg: J. van Wijck; Kruinin-
gen: M. J. Ie Clercq; Kamperland: J. Ne-
lisse; Sluis: „N.N."; Nieuwdorp: A. W. Beu-
kema; Zoutelande: F. de Wolf; Bergen op
Zoom: W. Diemer en Jan Kaat; Kapelle:
A. W. Kaat; Biezelinge: C. Sulsters; Oost
burg: D. de Hullu; Vlissingen: J. de la C.;
en Ierseke: N.N.
Correspondentie.
B. v. O. te Kattendijke: Uw oplossing
faalt. Zie de heden gepubliceerde. Volhou
den.
A. M. te Oostkapelle: Antwoord U per
brief.
N. N. te Sluis; Heb met heer M. contact
gezocht. Kom er nader op terug.
M. F. de J. te Kloetinge: Uw partij met
D. is thans door mij van annotaties voor
zien en komt in een der eerstvolgende ru
brieken. Wat in het vat is blijkt dus niet
verzuurd te zijn.
H. M. S. te Goes: Een dezer dagen kom ik
in Goes en hoop U dan te treffen.
A. W. K. te Kapelle: Waar is het mij
gezonden probleem van F. Donoël geplaatst
en wanneer?
Dank voor uw zendingen. Zal er gebruik
van maken.
P. te Ierseke: Brief waarin antwoord is
thans weg.
G. J. T. te Goes: Hartelijk dank voor uw
zending. Zal er met spoed gebruik van
maken.
„Het damspel in zijn aantrekkelijksten
vorm."
In December 1938 verscheen een damwerk
onder bovengenoemden titel. Het is opge
dragen aan de Nederlandsche Jeugd en
samengesteld door P. D. de Graaf, Hoofd
redacteur van „Het Damspel". Het wacht
dus al eenigen tijd op een recensie. Waarom
ik dezen keer zoo traag ben? Omdat het
heel moeilijk is dit boek te recenseeren. Op
het eerste gezicht heeft dit boek alles mee;
keurig verzorgd, smaakvol uitgegeven, veel
diagrammen (267), 124 bladzijden tellend,
een niet te hooge prijs, ae namen
van bijna alle sterren van het dam-
firmament fonkeren uit het werk U
tegen, het is opgedragen aan de Neder
landsche „spes patriae", samengesteld door
den Hoofdredacteur van „Het Damspel".
Wat zou er tegen zulk een boek in te bren
gen zijn? Eli toch... bij nadere bestudeering
verbleekt de glans en openbaren zich zwarte
plekken. Ik besloot toen het boek goed door
te nemen en eerst daarna een bezonken oor
deel te schrijven. Nu ben ik zoo ver. En?
De goede eigenschappen zijn gebleven. Ze
zijn inderdaad vele. Maar ook mijn bezwa
ren hebben zich vermenigvuldigd. Hier vol
gen ze:
I. Allereerst is de samensteller niet in
zijn opzet geslaagd. Het boek is opgedragen
aan de Nederlandsche Jeugd en in liet pros
pectus heet het: „...propaganda maken voor
ons spel, door de jeugd op aantrekkelijke
wijze ons spel te leeren..." Aan dat doel