Rondgang door den Dam-doolhof HET VERMISTE PAKKET. w, m m 'wk. wi. J w 10 s Wenken op technisch gebied. O fc en «n z O ff 3 D s - bc e -J e w a B U 4> w «0 3 O CQ CL u z o 5 -3 s -)■ 4> .fa Q t-l s s TJ c K r> UI U OD =3 CO 3 E 2 -C d> O ,r^T O O Q- co I o aJ tc O w O a bc-^j 5 "5 co -C co 3 a 3 a> TT o '3-5 - ■üsS CD - S'E T3 fco 2 53" 3 .3 a> S>^ g2 s2®t U ÖB to ff' g-s— a> 5i 2 3 B mg a 3 |j3 I* =EH S ff.9^ "3 a g 05 a 35 tQ ■S o bog -♦-» O O) O rt -Q T3 -rH CQ O 2 a - B'S- W .3 **■0 0 9 a aj s~i fflriC bfl ZZ -^ rt 50 3 o "2 D ri 'd fn 0^5 5 d"S o cd Sg öN cd cd -»-» to O 25 3 O a5 -Q Trp" Sflg-2 2? O H bo Ui d Ja o t* ZZ -r^ Q - .2 S -9 "3 a> ho a -f3 cd m ^3 a -rd w A J-i 5 ©w O PH rjj ri c4 3 a 3 fe 3 P<-£ .2 -— oj PL 3 '3 H p. WJJ <5 "o '3 2 P- 2 F °.s".-a :n3 O S^o bO 3 tn 2 .a li 3 T} P S .3 o<2 a a 3 2 3 -3 ->^ a« 2 s -a .9 WE a^ f-i Ti HÖ t>0 ZZ 2 H °si3a bO A LJJ 'U c, |2 bo© Ti to o po-S ^r *s bo fl cd Td a bfl O 2^ go© *rd N - h H u 0 r-O ©ÖfH©,_ "rïïg-së'ssë d o) l> t-^cd© cd ri p< drd hr Td -h 9> bi S S gp ^.5?^ 9» ft® Sï3®°a rQ «+H >-4 -4-> ■+-> r^3 ••-< a| 14 ®s a w a^ 111 ^3 3 3 '3 S 3 ^9 a a :r? cd NJ Ti •SB Ti s a "u o 2 ,t5 grd izj o o o ftN Td Td Q ^•3-^2 3 2 P Ö'ö.l Ti fl rö H 3 o "i-* H 3 S a o ~r£) ®-ö S)®-g g'3^ fi '3 60,3 3 - O ed ^i rS 0*43 T3 bC-2 cd bc cd >- Td ---i ro öp- S-g-Ö -- 0 fe-a fi ft 3 "£7 ~f 0 r-i CJ cd ,-< 3 P-I S .T! bOT? •3 •^-g s ■S-g^ 3.2^ Oh bC O ft O rO O T3 •v.^ O .2 Si cJ ^3 2 fe S3 a, t> "g T3 9 2^3-3 sfl S gi 2 9 fi «0)2'" OT Td CO CO Td =-■ l-S s 3-2 3 S) 3 S o a-g gw 82 gN ®J Tl fe ;f?2 5S-S'^ .f e!f*-ï! ï.tS'Src Tl _3 -*-> ro "32 rw?i KJ 3 -ft ffi jS g-ÖW "g T3 ft M i-n c 3 «tj ®22 ft «5. ■S.-«Sfe-g 5.2-Blci rt g-c~o0°;.„fls w P- Q, fe (•fl 03 B zeer gering. In de Ver. Staten, Engeland, Frankrijk en België, om de grootste centra van het geldkapitalisrne slechts te noemen, is het aantal van de Joodsche bankiers en de geldkwantiteit, waarover ze beschikken, een gering percentage van het geheele geld kapitalisrne. En in Nederland? In Nederland nemen de Joden in het bankwezen een bescheiden plaats in. In de directies van de Nederlandsche Bank, de Nederlandsche Handelmaatschappij, de In- cassobank, de Twentsche Bank, de Kas- vereeniging, de Friesche Bank en de Gel- dersche Credietvereeniging hebben in het geheel geen Joden zitting; in die van de Botterdamsche Bank bekleedt slechts één Jood een functie in de directie, in de Bank- Associatie dito. Wat de particuliere banken betreft zijn alleen Lissa en Kann (een klei ne zaak) Mendes, Gans Co. en Lapmann— Bosenthal Joodsch en er is één Jood in de directie van Pierson Co. Hoe zit het met de warenhuizen? Die zijn toch wel allemaal Joodsch? In de Ver. Sta ten zijn de groote warenhuizen in niet-Jood- sche handen, in Engeland insgelijks. In Frankrijk precies hetzelfde. Voor Neder land is de situatie bekend aan ieder. De Bijenkorf en Gerzon zijn min of meer Joodsch. Vroom en Dreesman, Albert Heijn, de Gruyter, Simon de Wit zijn alle niet- Joodsch. Inderdaad was in Duitschland hier de toestand anders. De warenhuizen Tietz en Wertheim waren Joodsch. En hoe staat nu echter het Nationaal-Socialisme dat zich op zoo ontzettende wijze tegen het Joden dom keert tegenover deze warenhuizen? Men heeft aan de Wertheim's en de Tietz' de warenhuizen ontnomen. Heeft men nu iets er voor in de plaats gesteld van de economie der economische adviseurs van het nationaal-socialisme, die zich zóó tegen dit soort van kapitalisme heetten te kanten? Geen sprake van! De warenhuizen zijn gebleven men heeft ze alleen maar aan de Joden ontnomen... Natuurlijk er zijn onder de Joden kapita listen. Maar: er zijn ook overal in de wereld en ook in ons land onder hen ontzaglijk v e el arme tobbers, die met moeite een klein bestaantje vinden en nooit vooruit komen. Conclusie: onder de Joden zijn kapitalis ten en enthousiaste aanhangers van het kapitalistische stelsel. Alleen: dezen zijn precies dezelfde kapitalisten als de andere, niet-joodsche, slechts geringer in macht en invloed. „Als men zoo", schrijft de katholieke Prof. Dr Veraart, „in alle richtingen is vastgeloo- pen, verzint men wat anders: de Joodsche kapitalisten zouden in handel en wandel anders zijn dan de niet-joodsche kapitalis ten. Hier komen wij op het gebied van de leuterpraat voorzoover het geen leugen of laster is". (Hoever de anti-joodsche laster kan gaan, kwam tot uiting in het Dreyfus- schandaal, St.). Prof. Bonger heeft in duidelijke statistie ken bewezen de geringe criminaliteit onder de Joden. Zij steken gunstig af bij de andere groepen der bevolking op haast alle gebied. En nu de andere zijde. Op 't gebied der Rechtswetenschap vervul len de Nederl. Joden een eervolle breede plaats in het eerste gelid: Jonas Daniël Meyer, Prof. T. M. C. Asser, Prof. Mr J. Oppenheim, Prof. E. M. Meyers. Allen edele persoonlijkheden van baanbrekende be- teekenis. Toen een der grootste wijsgeeren, die ooit geleefd heeft, de Nederlandsche Jood Spi noza, hoorde, dat zijn edele vriend Jan de Wit door 't Haagsch gepeupel was vermoord, riep hij uit: „ultimi barbarorum!" Wat zou hij wel van het barbarisme, dat wij beleven, gezegd hebben? Ik heb over schrijvers als Querido, Her man Heyermans en Carry van Bruggen nog niet gesproken, om over de musici maar te zwijgen. Mijn artikel zou te lang worden. Helpt dit alles nu om het gevoels anti semitisme te bestrijden? Iets misschien. Maar niet zóó heel veel. Waarom dit zoo is, hoop ik D.V. de vol gende maal te behandelen. P. W. J. S. Vliegende Vogels. II. Toen de K.L.M. in 1920 haar diensten be gon, was geen ander materiaal voorhanden dan militaire vliegtuigen. Zij opende haar eerste lijn Amsterdam—Londen v.v. met ge huurde Britsche oorlogsvliegtuigen, die ver bouwd waren voor het vervoer van passa giers, post en vracht. Deze vliegtuigen wa ren verre van economisch in het gebruik en de K.L.M. gaf tegelijkertijd aan de Neder landsche Vliegtuigenfabriek (Fokker) de opdracht tot 'het bouwen van een toestel voor commerciëele doeleinden. Dit eerste verkeersvliegtuig, de Fokker F 2, werd reeds in 1920 uitgebracht. Het had een gesloten kajuit en bood plaats aan vier pas sagiers. Vergeleken bij de gecharterde mili taire vliegtuigen beteekende het een enorme vooruitgang. In 1921 kwam de Fokker F 3, met plaats voor 8 passagiers. In 1934 en 1935 volgden de F 36 en F 22, respectieve lijk voor 32 en 22 passagiers. In hetzelfde jaar werden 14 tweemotorige Douglas DC 2- vliegtuigen aan de vloot toegevoegd. De eer ste Douglas DC 3, plaats biedend aan 21 passagiers en uitgerust met twee Wright Cyclone Motoren van 1100 PK, kwam in October 1936 in ons land. In het volgende jaar werden er nog 10 dezer vliegtuigen aan de vloot toegevoegd, terwijl nog 7 DC-3- toestellen nabesteld werden. De K.L.M. ging ging eveneens over tot aanschaffing van zes Lockheed Super-Electra vliegtuigen, waar van drie bestemd werden voor het West- Indische bedrijf. De voortdurende verbetering van het ma- teriëel, samengaand met een steeds inten siever gebruik van elk vliegtuig, hebben de K.L.M. bedrijfsresultaten doen verkrijgen, welke tot de beste ter wereld gerekend mo gen worden. Voortdurende vernieuwing van het mate- riëel hield de vloot op peil, de oude vlieg tuigen konden altijd voordeelig verkocht worden. De ontwikkeling van het luchtverkeer in Europa is hand in hand gegaan met den technischen vooruitgang in den bouw van vliegtuigen en motoren. Alle luchtvaart maatschappijen hielden zich oorspronkelijk enkel bezig met de exploitatie van een paar lijnen over betrekkelijk korte afstanden. De verbindingen Amsterdam- -Londen, Londen Parijs, Amstei damParijs, Amsterdam Hamburg bchooren tot de oudste luchtverbin- dingen in Europa. Met de verbeteringen in de techniek kwamen de langere lucht lijnen. De oorspronkelijk op zichzelf staan de luchtverbinding AmsterdamHamburg Kopenhagen Malrnö v.v. werd in 1936 door getrokken naar Stokholm en kreeg aanslui ting op de oorspronkelijk eveneens onaf hankelijke lijnen van en naar Londen en Parijs en de verbindingen LondenStock holm en Parijs--Stockholm, bekend als de Scandinavian Air Express, waren tot stand gekomen. Op dergelijke wijze ontstond de lijn LondenAmsterdamBerlijn. Bovenal gedurende de laatste jaren heeft de opvoe ring der snelheid binnen de grenzen der veiligheid en economie vorderingen ge maakt Hierdoor heeft men diensten kunnen instellen, die voor het publiek zóó gunstig liggen, dat de voordeelen van het lucht verkeer duidelijk in het oog springen. Men kan 's morgens het vliegtuig naar Londen, Parijs of Berlijn nemen en 's avonds weer thuis zijn. Ook LondenBerlijn v.v. is 's zo mers een dagreis, met ruim vier en half uur oponthoud tusschen aankomst en terug vlucht. Zelfs Malmö, Kopenhagen, Praag, Weenen en Boedapest kan men op één dag bezoeken en men heeft dan nog ruim tijd om in genoemde steden zijn zaken te be hartigen. De internationale samenwerking op lucht vaartgebied is zeer goed. De maatschappijen beijveren zich onderling hun diensten zoo veel mogelijk op elkander te doen aanslui ten, zoodat de passagier op één dag een afstand van duizenden kilometers kan vlie gen. De samenwerking welke noodig was voor het tot stand brengen van al deze lijnen en aansluitingen, vindt zijn oorsprong in het werk van de International Air Traf fic Association (I.A.T.A.), een organisatie van luchtvaartmaatschappijen, die in 1919 in Den Haag gesticht werd en daar nog steeds haar zetel heeft. Zes en twintig maat schappijen zijn er thans lid van. Op 17 Mei 1920 begon de K.L.M. met een anderdaagschen dienst op Londen in samen werking met de Aircraft Transport en Tra vel Ltd. Om 12 uur 45 kwam het eerste vliegtuig op Schiphol aan met twee jour nalisten aan boord, een zak ochtendbladen en een brief van den Lord Mayor aan den burgemeester van Amsterdam. De dienst werd uitgevoerd door Engelsche bestuur ders met gehuurde oorlogsvliegtuigen. Een enkele reis naar Londen kostte 150 gulden. Op 19 Juni vloog het eerste paartje op de huwelijksreis naar Engeland; de bruid kreeg bloemen uit naam der K.L.M. op 22 Augustus vloog een moeder met twee baby's naar Croydon! Intusschen was de dienst naar Londen een dagelijksche geworden en op 5 Juli had de havenmeester van Schiphol een be langrijk feit kunnen rapporteeren, n.L: „Te 4 uur n.m. vertrekt het toestel met de eerste officiëele Nederlandsche postzending naar Croydon". Van jaar tot jaar heeft het luchtnet der K.L.M. zich uitgebreid. Op 'toogenblik wor den er diensten met alle voornaamste hoofd steden van Europa onderhouden. Maar ook de binnenlandsche lijnen der K.L.M. zijn belangrijk. Over de Indiëlijn een volgende maal. door Grace Sinclair. 18) De indolente Bisschop de la Baume, die het liefst niets anders deed, dan allerlei genoegens najagen, had niet het minste verlangen getoond, om naar zijn moeilijken post in het woelige Genève terug te keeren. Zijn luxueus kasteel in Frankrijk was veel meer naar zijn smaak, maar de roepstem uit Freiburg en de aanhoudende verzoeken van de priesters uit zijn bisschoppelijk ge bied, kon hij niet langer onbeantwoord laten. Heel Genève liep uit om zijn intocht bij te wonen in de stad, die hij vijf jaar te voren in het holst van den nacht als een vluchteling verlaten had. Nu werd alles gedaan, om hem met alle mogelijke eer welkom te heeten. Kleine Mignonne klapte in haar handen van verrukking, toen de schitterende stoet in al zijn pracht en praal voorbij kwam. De gezichten der Hugenoten stonden ech- ier strak en ernstig. „Het is het begin van het eind", zei Aimé Levet zachtjes tegen zijn vrouw. Claudine's gezicht had echter niets van zijn blijmoedigheid verloren. „Misschien wel het eind van ons zelf, schat", zei ze eveneens zachtjes; „maar het begin van Gods bevrijding. Het is donker om ons heen, maar voor God bestaat er geen duisternis. De discipelen waren bevreesd, toen op den berg der verheerlijking de wolk hen omgaf, maar daarna hebben zij den Heer geloofd en geprezen; en nu, evenals vroe ger in de woestijn, stelt God zich nog tus schen Zijn volk en hunne vijanden." HOOFDSTUK IX. Verraden. „Wacht, er is nog één naam, dien wij er bij moeten zetten. Heb je Baudjchon er al op staan?" „Baudichon heeft de stad verlaten", zei een stem. „Hij is op weg naar Bern." „Dan moet hij teruggehaald worden. Je hebt dus Baudichon op de lijst staan en ook Chautemps en vriend Perrin, en Levet en die anderen, maar één hebben jullie ver geten: Jules Morand, de dokter." „Die is zelfs bij velen van de onzen zeer geliefd. Het zou daarenboven moeilijk zijn, hem in verband te brengen met den moord. Later zullen wij misschien wel termen kun nen vinden „Wees maar niet bang. Gruyère, de anti quaar, een vrome Katholiek, zal tegen hem getuigen. Zet zijn naam gerust maar op de lijst." Het was het eind van een stormachtigen dag, en een heel ernstige kardinaalsverga dering had plaats gehad in het paleis van den bisschop. De dingen gingen niet zoo vlot, als de priesterlijke partij wel gedacht had. Op den eersten Juli had de Bisschop zijn intocht in de stad gedaan, en nu op den derden Juli had het groote werk der wrake nog niet plaats gehad. Daarenboven had den hun plannen een onverwacliten tegen stand ondervonden. Dien morgen was met indrukwekkende praal en groot vertoon een prachtige pro cessie gehouden, om Gods bescherming in te roepen voor de Heilige Katholieke Kerk bij de aanvallen, die zij te verduren had; en daarna was de Raad opgeroepen, en tot de~e en ook tot het volk was door den Bis schop de vraag gericht, of zij hem erken den als hun Vorst en heer. „Neen", te zeggen was hetzelfde, als toe stemmen, dat zij rebellen waren. Als zij „ja" zeiden, dan deden zij meteen don goe den uitslag te niet van den strijd, die nu al zoo lang heerschte tusschen de beide partijen. Zij antwoordden, dat zij den Bisschop wel als hun Vorst wilden erkennen, als hij po sitief hun oude wetten en privileges in acht zou nemen. Nadat daarop de Bisschop een lange leer rede had gehouden „terwille van hun ziel", en naar zijn paleis was teruggekeerd, volg de het Syndicaat hem daarheen, en stond er op, om hem diverse oude perkamenten voor te leggen, waarin hun rechten en pri vileges vermeld stonden en de grenzen waar binnen zijn souvereiniteit beperkt was. Bisschop' de la Baume gaf hun geen ant woord. De delegatie vertrok en een Raad van priesters en van leiders der Katholie ken werd inderhaast opgeroepen. De Bis schop verlangde een lijst van al de ketters, en van allen, die beschuldigd konden wor den van deel te hebben gehad aan den moord van Wengli, den domheer. Die lijst werd dus opgemaakt. s Hier ondervonden zij echter tegenstand van den Raad der stad. De Raad ontzegde den Bisschop het recht, om arrestaties te doen, of een verhoor te leiden. Hoe moest die moeilijlkheid overwonnen worden? Den volgenden dag kwam er een vrien delijke uitnoodiging van den Bisschop voor verscheidene leiders der Evangelischen. Hij wenschte hen in zijn huis te ontvangen en met hen te raadplegen, opdat zij' samen tot een goede verstandhouding mochten ko men. Dokter Moiand 'kreeg ook een uitnoo diging. „0, vader, gaat u er naar toe?" vroeg Greta. De dokter keek haar glimlachend aan. „Ik geloof, dat jijt het wel graag zou wil len", zei hij, plagend. „Natuurlijk," zei Greta vol vuur. Zij sprong op, stat haar arm door den zijhen en liet haar krullend hoofdje tegen zijn schouder rusten. „Ik heb het gevoel, alsof alles in orde zal komen, nu de Bisschop terug is. Wij waren als schapen zonder herder, en zoo velen zijn er daardoor verdwaald. 0, vadertje, u weet niet, hoe het mij hindert, als ik u hoor be spotten en uitschelden voor een ketter, een Lutherschen hond. Ik kan u niet eens ver tellen, wat zij allemaal van u zeggen, en al uw rijkste patiënten loopen van u weg en gaan naar dokter Vorment. 0, het maakt me woedend." „Dwaas kind," zei de dotter lachend. „Wat doet het er toe wat de menschen zeg gen." „Het zou me niet kunnen schelen, als ik u niet zoo liefhad," fluisterde Greta, „maar de Bisschop laat nu zien, wat hij van zulke praatjes denkt. Hij doet u de eer aan, u uit te noodigen. Hij vraagt u bij zich aan huis. U zal er toch wel heengaan, niet waar, vader?" „Als ik het doe," zei dokter Morand, moet je er toch niets van verwachten, kindje. Ik weet, in Wien ik geloofd heb, en noch pries ter, noch bisschop kan ongedaan maken, wat God zelf voor mij gedaan heeft. Mijn ziel is nu in Zijn bewaring. Ik heb geen menschel ijken middelaar noodig. Ik ben ver zekerd, dat Hij machtig is mijn pand bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag." Greta was wel tot zwijgen gebracht, maar niet overtuigd en fluisterde bij zichzelf; „Ik zal zeven lange kaarsen beloven aan den Heiligen Servaas, als de Bisschop vader terugbrengt tot de Heilige Kerk." Zingend liep zij naar de keuken en be gon taartjes te bakken en lachte alleen maar, toen de jongens gauw ieder een ko kend heet taartje wegpakten, en ging voort, met mooie verhalen te vertellen aan Irene en Aimé, die ver buiten het bereik van de verzoeking boven op een laag kastje zaten. Zij gevoelde zich gelukkiger,- dan zij in maanden geweest was. Alles zou- in orde ko men, daar was ze zeker van. Zij keek wel een beetje knorrig, toen de oude Martha Gerard Gramont in de keuken liet met een brief van Claudine Levet voor haar vader. Niet, dat ze Gerard niet mocht lijden, die behalve zijn houtsnijwerk nog druk stu deerde en een goede hulp was voor Aimée Levet; maar ze had een hekel aan alles, dat haar herinnerde aan haar vaders con necties met de Evanselischen. WELKE TEMPERATUUR? Op de juiste wijze stoken in den winter is niet gemakkelijk. Het is in de vertrekken vaak te koud of te warm. Nu is dat een betrekkelijk begrip, dat „te koud" of „te warm". Een vertrek waarin men zich beweegt (b.v. een werkplaats) moet een andere tempera^ tuur hebben dan een kamer, waarin men zit of een waarin men slaapt. Een volwassene heeft minder warmte noodig dan een kind, een gezonde minder dan een zieke. Voor een woonkamer is een temperatuur van 64 gr. F. voldoende; een slaapkamer voor gezonde volwassenen hoeft niet war mer te zijn dan ongeveer 54 gr. F. De temperatuur in werkplaatsen moet ge regeld worden in overeenstemming met den aard van het werk. Voor zwaren lichame- lijken arbeid kan de temperatuur lager zijn dan voor lichte bezigheden. Voor ziekenkamers is een temperatuur van 66 gr.68 gr. F. voldoende. Onder redactie van Jur. Schroder, Sta dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru briek betreffende te richten aan di' adres. Oplossing Probleem No. 3. Auteur: I. A. Schmidt, Kharkoff, Rusland. (De Damgids.) Stand: Zwart 6 schijven op: 5, 15, 20, 24, 35 en 43. Wit: dam op 37 en 4 schijven op 23, 32, 34 en 44. Oplossing: Wit. Zwart. 1. 34—29 24X33 2. 32—28 33X22 3. 23—18 22X13 4. 37—48 43—49 A 5. 48—25 49X40 6. 25X45 en wint A. 420—25 a 5. 48X2 510 verplicht. 6. 27 en wint. a. 4. 35—40 5. 48X45 en wint. Een bijzonder fraai vraagstuk. Iets aparts. De eerste uitvallers zijn er dan ook. Nog 2 vraagstukken en de serie is vol. Het heden geplaatste zal probeeren de gelederen nog meer te dunnen. Of het lukken zal? Mijn Zeeuwsche vrienden zijn voor geen klein geruchtje vervaard. Dat hebben ze bewe zen. Met belangstelling zie ik de oplossingen tegemoet. Probleem No. 4 (Eindspel) naar J. B. M. J. Eekhoud, Rotterdam. 1-2 3 4 5 16 26 36 46 15 25 35 15 47 48 49 50 Zwart 4 schijven op: 7, 15, 17 en 20. Wit dam op 41. Wit speelt en maakt remise. Alle varianten inzenden a.u.b. Goede oplossingen van Probleem No. 3 ontving ik van: Goes: J. v. d. Kreeke, B. Schreuder, A. Corstanje, J. Nieuwdorp, J. Knuist, H. M. Slabbekoorn; Kloetinge: Jan Sinke; Middelburg: J. van Wijck; Kruinin- gen: M. J. Ie Clercq; Kamperland: J. Ne- lisse; Sluis: „N.N."; Nieuwdorp: A. W. Beu- kema; Zoutelande: F. de Wolf; Bergen op Zoom: W. Diemer en Jan Kaat; Kapelle: A. W. Kaat; Biezelinge: C. Sulsters; Oost burg: D. de Hullu; Vlissingen: J. de la C.; en Ierseke: N.N. Correspondentie. B. v. O. te Kattendijke: Uw oplossing faalt. Zie de heden gepubliceerde. Volhou den. A. M. te Oostkapelle: Antwoord U per brief. N. N. te Sluis; Heb met heer M. contact gezocht. Kom er nader op terug. M. F. de J. te Kloetinge: Uw partij met D. is thans door mij van annotaties voor zien en komt in een der eerstvolgende ru brieken. Wat in het vat is blijkt dus niet verzuurd te zijn. H. M. S. te Goes: Een dezer dagen kom ik in Goes en hoop U dan te treffen. A. W. K. te Kapelle: Waar is het mij gezonden probleem van F. Donoël geplaatst en wanneer? Dank voor uw zendingen. Zal er gebruik van maken. P. te Ierseke: Brief waarin antwoord is thans weg. G. J. T. te Goes: Hartelijk dank voor uw zending. Zal er met spoed gebruik van maken. „Het damspel in zijn aantrekkelijksten vorm." In December 1938 verscheen een damwerk onder bovengenoemden titel. Het is opge dragen aan de Nederlandsche Jeugd en samengesteld door P. D. de Graaf, Hoofd redacteur van „Het Damspel". Het wacht dus al eenigen tijd op een recensie. Waarom ik dezen keer zoo traag ben? Omdat het heel moeilijk is dit boek te recenseeren. Op het eerste gezicht heeft dit boek alles mee; keurig verzorgd, smaakvol uitgegeven, veel diagrammen (267), 124 bladzijden tellend, een niet te hooge prijs, ae namen van bijna alle sterren van het dam- firmament fonkeren uit het werk U tegen, het is opgedragen aan de Neder landsche „spes patriae", samengesteld door den Hoofdredacteur van „Het Damspel". Wat zou er tegen zulk een boek in te bren gen zijn? Eli toch... bij nadere bestudeering verbleekt de glans en openbaren zich zwarte plekken. Ik besloot toen het boek goed door te nemen en eerst daarna een bezonken oor deel te schrijven. Nu ben ik zoo ver. En? De goede eigenschappen zijn gebleven. Ze zijn inderdaad vele. Maar ook mijn bezwa ren hebben zich vermenigvuldigd. Hier vol gen ze: I. Allereerst is de samensteller niet in zijn opzet geslaagd. Het boek is opgedragen aan de Nederlandsche Jeugd en in liet pros pectus heet het: „...propaganda maken voor ons spel, door de jeugd op aantrekkelijke wijze ons spel te leeren..." Aan dat doel

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 8