DE ZEEUW Dg oeconomische toestand. tweede blad LOUISIANA Uit de Provincie Geestelijke Herbewapening FEUILLETON MIDDELBURG. GOES. ZUID-BEVELAND VAN WOENSDAG 4 JANUARI 1939, Nr 81. Volgens den voorzitter van de Kamer van Koophandel te Rc Herd am reden tot eenig optimisme. Aan de rede waarmede de voorzitter van de Kamer van Koophandel van Rot terdam, Mr K. P. v. d. Mandele, gister middag de eerste vergadering van die Kamer in dit jaar heeft geopend, is het volgende ontleend: Bij zijn beschouwing over den algemee- nen economisoben toestand wees Spr. op den oorlog in het Verre Oosten en den he- vigen burgeroorlog in Spanje, die diepo wonden toebrengen aan de welvaart dier landen, maar ook ernstige schade aan de wereld-economie. Daarnaast vestigde hij de aandacht op de spanningen op internationaal politiek terrein in Europa. Onmiddellijk gevaar is door Müncben voorkomen, maar men kan nog allerminst zeggen, dat de hemel helder is geworden. Ondanks alles is er reden tot eenig optimisme. De volken hebben dit jaar zoo zeer hun afschuw van den oorlog doen blijken, dat het op hun leiders diepen in druk moet hebben gemaakt. Voorloopig echter zullen de politieke elementen do economische samenleving nog blijven be- heerschen, zooals zij dit ook in het afge- loopen jaar hebben gedaan. Daarom is het zoo uiterst moeilijk eon juiste conjunctuur-diagnose over 1938 te maken, Belangrijke transacties in ertsen en metalen, in granen en oliezaden, in katoen, wol en leder, zij kwamen alleen tot stand met het oog op voorraad voorziening voor het „onverhoopte geval". Belangrijke charters werden in de scheepvaart afge sloten om dit alles te vervoeren. Werven hadden volgezette hellingen voor de marine; industrieën waren volgeboekt met orders voor de defensie- doeleinden. Men vraagt zich af hoe de volkswelvaart er uit gezien zou hebben, indien dit alles plotseling zou zijn weggenomen! Zou het beeld zich niet belangrijk ten "ongunste wijzigen en zou er nog sprake kunnen zijn van een conjunctuur, die men „tamelijk bevredigend" of zelfs „licht op gaand" zou kunnen noemen? Wil men zich hierover een oordeel vor men, dan is men wel verplicht het oog te richten naar de Vereenigde Staten, in de eerste plaats al, omdat voor conjunctuur omslag regelmatig naar den welvaarts barometer in dat land wordt gezien, maar óók, omdat, verhoudingsgewijs, daar mis schien minder dan elders de bewapening zóó sterk op den voorgrond heeft gestaan. Welnu, het beeld vertoont daar „eeni ge bevredigende elemen- t e n". Sedert het voorjaar van 1938 is de conjunctuur in de Yereemgde Staten ver-, beterd. Zij werd nog geremd door moei lijkheden met arbeiders, door het nog voortdurend hoewel zwakker wordend in grijpen van Washington in het zake^e- ven en door den internationalen politie- ken toestand. Maar tóch wordt de toekomst in Amerika met meer vertrouwen tege moet gezien en productie en consumptiecijfers maken in de laatste maanden een goed figuur. Natuurlijk moet men daarbij met den impuls, die van de orders voor bewapening en voorraadvorming moet zijn uitgegaan, rekening houden, maar deze alleen kan toch niet den om keer hebben teweeggebracht. Men is eer der geneigd het oog te richten naar de vrijere handelspolitiek van den voortref- felijiken minister Cordell Hull, die ook het Dritseh-Amerikaansche handelsverdrag tot stand wist te brengen. Of deze, laten wij zeggen lichte, verbe door FRANCES H. BURNETT. 17.) _0_ „Dat al die geschiedenissen meest in üagdad spelen, dat zou al een bezwaar voor me zijn, al waren er geen andere bezwaren," ging hij voort. „Spelen in vroeg Ferrol. „In Bagdad of nu ja, of in andere vreemde plaatsen daar ergens Ge be grijpt toch, ik zou van niet veel anders kunnen vertellen dan van Noord-Caro- 'ma; en niemand zou zoo'n boek koopen." „Maar waarom niet?" zei Ferrol. „M el;" zei hjj, iac}len(jj Ze zouden na tuurlijk weten dat het niet waar was. Ze zouden dadelijk zeggen: „Nu, daar is die oude gek van een Roger bezig geweest een hoop leugens te schrijven, waar geen woord waarheid in is. Er zijn geen ka- steelen in 't graafschap Hamilton, en zu ke menschen als hij beschrijft zijn er ook niet. 't Lijkt er niets naar! Ik denk baast, dat dit de reden is waarom de ro manschrijvers altijd over dingen schriji- en, die in Bagdad gebeurd zijn. Iemand an over Bagdad vertellen wat hij wil, tering nu ook voor bet overige deel van de wereld geldt is niet te zeggen. Allereerst moet men bij de beoordeeling biervan uit schakelen de landen, welke de eigen ge sloten economie zóóver hebben doorge voerd, dat men van conjunctuur-invloeden biji hen nauwelijks meer spreken kan. An dere weer zijn er, waar de wijzigingen in de binnenlandsche politiek een juisten blik op het zakenleven vertroebelen. In de landen, die overblijven is het beeld verschillend. T'óoh zijn er enkele, waarbij misschien óf van geen verderen achter uitgang óf van een kleine verbetering zou kunnen worden gesproken. Ook met deze matige resultaten van enkele mag men reeds tevreden zijn, als men zich reken schap geeft van alle hinderpalen, die voor het hereiken ervan moeten worden over wonnen: invoerrechten, protectie, contin- genteering, retorsiemaatregelen of clea- ringsystemen. Dit tegenwoordig zoo kernachtig beti telde arsenaal van handelspolitieke af weermiddelen zal allereerst moeten wor den leeggehaald, vóórdat gezond nieuw economisch leven een begin kan maken. Een beeld in cijfers van één en ander is te vinden in het Bulletin Mensuel de Sta- tistique van den Volkenbond, hetwelk een overzicht biedt van den wereldhandel van 76 landen. Deze bedroeg, op basis van 1929 100, naar de goudwaarde gere kend in de eerste 9 maanden van 1938 39.9 tegen 45.6 in het overeenkomstige tijdvak van 1937. Intussohen was de uit komst dit jaar gelukkig toch nog beter dan in 1936 en 1935, toen de overeenkom stige cijfers onderscheidenlijk waren 36.1 en 33.4. Hierbij is wel rekening gehouden met 'Italië en Japan, doch niet met Spanje Blijkens dezelfde publicatie nam in Duitschland, met name in het voormalige Oostenrijk, de werkloosheid nog verder af. In de Vereenigde Staten was zij echter aanmerkelijk hooger dan in 1937. In En geland schommelde het werkloosheidscij fer op een eenigszins grootere hoogte dan verleden jaar, Voor België'geldt hetzelfde. In Frankrijk werd de toestand van de ar beidsmarkt weder ongunstiger. Ook in dit opzicht was de situatie in 1938 over het algemeen dus nog niet bevredigend. De eenigszins weifelende oonolusiën, die w ij voor de wereldeconomie meenden te moeten trekken, gaan óók op voor Nederland. Ook hier terughoudendheid met het oog o p de politieke ge varen, ook hier een kunst matige beïnvloeding ten goede door opdrachten van Defensie; maar tóch, zou men zeggen, zoo al niet een kleine strooming ten goede, dan toch in den laat- sten tijd geen verdere ach teruitgang en dat ondanks alle beperkingen, die het economisch leven zich heefi moeten getroosten. D'e handelsbeweging is, zoowel naar het gewicht als de waarde, weliswaar vermin derd gedurende de eerste 11 maanden toch is de invoer, vergeleken met het overeen komstige tijdvak van 1937, in gewicht 3.3 pet, in waarde 8.8 pet. gedaald, terwijl bij den uitvoer naar het gewicht een achter uitgang van 9.4 pet., naar de waarde van 8.9 pet. moet worden vastgesteld. Maar op grond van de cijfers over de laatste maan den kan wellicht toch tot een lichte ver betering worden geconcludeerd. De cijfers over de werkloosheid, hoewel op zichzelf nog zeer onbevredigend, zijn eenigszins gunstiger geweest dan in 1937. Tot en met September nam zij regelmatig af. Eerst in October, dus ongewoon laat in het jaar, is ditmaal weder eenige stij ging ingetreden. EERSTE KAMER. Rijksbegroothingi en wildebussenwetje in de afdeelingen. De Eerste Kamer is bijeen geroepen ter openbare ivergadering op Woensdag 11 Januari, des namiddags te half twee. De voorzitter is voornemens voor te stellen onmiddellijk daarna in de af- deeling'en te doen onderzoeken o.a. ver schillende hoofds tukken, van de rijksbe- gdooting voor 1939 en ook de wetswijzi ging betreffende de wilde autobusdiens ten. niemand kan hem toch tegenspreken." „Ik herinner me eigenlijk niet veel ro mans van die bijzondere soort," merkte Ferrol aan, met eenigszins gedempte stem. „Misschien dat mijn geheugen „Herinnert ge u dat niet?" vroeg zijn gastheer, zeer verbaasd. „Nu, let maar eens op of het niet zoo is. Ik heb zelf niet veel romans gelezen. Eigenlijk heb ik er maar één „0!" viel Ferrol hem in de rede „En dat was een geschiedenis uit Bagdad?" „Ja, en ik heb van andere hooren spre ken, die ook daarover handelden. Harry Claiborn, ziet ge, die heeft me ook van een verteld." Hij, keerde zich op zijn stoel om, om te gen de negerin te spreken, die bij een der kamerdeuren, welke in het voorpor taal uitkwamen, verschenen was. „We komen, Nancy," riep hij haar op opgeruimden- toon toe. Toen, van zijln stoel opstaande, zei hij: „Kom, dames en heeren, laten we naar binnen gaan om 't avondeten te gebruiken." Ferrol en Olivia stonden met eenige aarzeling op. „Ge zij:t heel vriendelijk," zeiden ze. ,,'t Was onze bedoeling anders niet geweest u last te veroorzaken." „Last," antwoordde hij, als begreep hij nauwelijks wat zijl bedoelden. „Ge noemt dit toch geen last? Ge zijt zeker nooit Om het Kampioenschap van Zeeland Dammen. Groep A. Stand na den 17en zet van Wit 12 3 4 5 47 48 49 50 Zwart speelde hier foutief 2430. In de op Zaterdag j.l. gespeelden wed strijd om 't Kampioenschap van Zeeland tusschen dhrn I. Pasman te Kruinin- gen met wit en P. Brasser te Lewedorp met zwart, deed zich bij' den 17den zet het volgende voor. Zwart aan zet speelde hier foutief 2430, waardoor een ge wone afruil plaats vond, beter was hier geweest: Wit Zwart 1 7 OA2Q 18. 33X24 19X30 19. 35X24 23—28 20. 32 X23 17 X49 dam met schijf winst al gaat de dam bij den 21sten zet weer iverioren, toch blijft er winst. DE NOORD-BEVELANDSCHE BRUG. In „O penbare Werken" wordt betoogd, dat de bouw van een Noord-Be- velandsche brug gecombineerd met een tol voor 25 jaar ten bedrage van het veergeld WolphaartsdijkKortgene, in- druischt tegen opzet en bedoeling der „halve centen belasting" op benzine om tot een vervroegden en versnelden brug genbouw te kunnen geraken. Daar deze extra benzinebelasting nu eenmaal be staat, ware het beter en meer fair te genover de autobezitters als Zeeland een subsidie werd verleend uit bedoelde be lasting voor het ontbrekende deel, ten einde een nieuwe tolheffing te ont gaan. Vijf-en-twintigi jaar gemeente-secretaris. Gistermiddag is in een speciale zitting van den gemeenteraad van Graauw en Langendam (Z.) de gemeente-secretaris, de heer H. W. Dalmijn, gehuldigd met diens 25-jarig ambtsjubileum. BIJ poging tot geld$jnokkelen gearresteerd Twee Joden werden gearresteerd, toen zij: probeerden een bedrag van 40.000 M. in papier, gemunt en ongemunt goud en juweelen uit Duitschland te smokkelen door het te verbergen in een comparti ment van een trein, waarmede zij op wég waren naar V1 i s s i n g e u. Lichtboeien in de Oosterschelde weer gelegd. Gisteren zijn de lichtboeien in de Oos terschelde, welke in verband met het ijs weggenomen moesten worden, weer ge legd, zoodat de schepen van den Prov. Stoombootdienst nu weer normaal zullen varen. Lek in een gaspijp. In de omgeving van Loskade, Stations straat! en Goessche Korenmarkt, werd gisteren een gaslucht waargenomen. Het bleek, dat een lek was ontstaan, waar door gas in het riool kwam en zich daar door verspreidde. Direct is met herstel een aanvang gemaakt. Goed afpeloopen. Gisterenmiddag had op het werk voor den bouw van het nieuwe kantoor der N.V. PZEM aan den Vlissingschen Singel een ongeluk plaats, dat wonder boven wonder goed is afgeloopen. De tweede uitvoerder, de heer A. H., had het on geluk, toen een plank van een bekisting weggleed, van ongeveer drie en een hal te voren in Noord-Carolina geweest, is 'twel?" vervolgde hij', op goedhartigen toon. „We zijn hier altijd gewoon dat onze gasten wat bij ons gebruiken; we zouden ze zonder dat niet laten heen gaan. Zoo zijn we hier niet. Gaat maar mee naar binnen." Hij: ging hun voor naar een lange, lage kamer, half keuken, half eetkamer. Ze was niet zoo leelijk als de ontvangkamer, doordat ze geheel van versierselen ont bloot was. De met hout beschoten wan den waren bruin geschilderd, en de don kere tinten daarop hadden blijkbaar hun ontstaan te danken aan den rook van menigen langen winter. De withouten ta fel was met een helder, eigengesponnen tafellaken bedekt, en van smakelijke, wel toebereide spijzen voorzien. „Als ge u met het maal van ons, bui- tenmenschen, wilt tevredenstellen, zult ge zien dat het nog zoo kwaad niet is," zei de gastheer. „Nancy is nog al trotsch op haar kunst om de dingen klaar te ma ken." Een grootere mate van vriendelijkheid en gastvrijheid zou moeilijk, te vinden zijn geweest, dacht Ferrol. De eenvoudige hartelijkheid, waarmede zij1 aanstonds door dien man ontvangen werden, als waren ze hooggewaardeerde gasten, trof hem in hoogste mate. Hij: keek-, over de tafel heen naar Louisiana, om te zien of De wereld van heden vertoont een droeivig beeld. Ontreddering en ontwrich ting op allerlei terrein van het leven. Oorlogen en geruchten van oorlogen, ver volging en benauwdheid. D'e toestand der wereld is zorgwekkend. Tusscben al dit rumoer, tusscben al die verwarring komt een oproep tot 'bezinning, wordt een neg gewezen om hier uit te komen. Mannen, die door ontwikkeling en positie de oor zaken van deze wereld-ontreddering be ter doorzien, spreken.zich uit voor gees>- telijke en moreele herbewapening en trachten anderen te bezielen hieraan mede te werken. Er zijn menschen die meenen dat de oplossing van de wereldcrisis alleen is gelegen in ontwapening en het is een feit, dat voor velen de ontwapeningsge dachte een bijzondere bekooring heeft. Verschillende staatslieden en andere per sonen hebben daaraan hunne krachten gewijd. LOch hoewel de ontwapening op militair gebied geen enkel succes had, schreed zij op geestelijk gebied voort, zon der propaganda >en ongewild in ivele ge vallen zonder dat men het bemerkt. De geestelijke waarden van de wereldmarkt werden hoe langer hoe meer gedepre- cieerd. Daar tegenover komt nu de oproep tot geestelijke en moreele herbewapening. Zij beoogt niet anders dan een terugkeer tot de eenvoudige waarheden, die onze ouders ons voorhielden. Hare Majesteit de Koningin heeft liet zoo treffend uitgedrukt „Van ons wordt gevraagd een daad van vertrouwen, van zelf opoffering, van zede lijken moed en van geloof." Het i-s niet voldoende dat wij de gees telijke 'herbewapening onderschreven, we moeten zelf, ieder persoonlijk meewer ken om haar tot werkelijkheid te maken. 'tKomt er op aan of we bereid zijn een daad te doen. 'Geestelijke herbewapening begint bij onszelf. De grond van de we reldonrust moet worden gezocht in de wortelziekte: het materialisme, dat zich zélf vertoont in hebzucht, vrees en zelf zucht. Daaraan staan wij allen schuldig. Om vermeerdering van vermogen om een betere levenspositie te verkrijgen, worden veelal alle middelen die o-n® niet in de gevangenis brengen geoorloofd geacht, zonder dat ze getoetst worden aan de wet van Christus. De mensoh m'oet tot zichzelf inkeeren, zich bewust worden dat het ook zijn schuld is dat de wereld zulk een droevig beeld vertoont. Wij menschen zoeken te veel onszelf en daarom zijn we niet be reid God te dienen op de plaats en onder de omstandigheden, waar Hij: ons heeft geplaatst. Jezus koos zelf het kruis in zijn alles omvattende liefde voor de z'ondige wereld. Ook wij moeten het levenskruis aan vaarden dat tot nut op onze schouders drukt, vrijwillig aanvaarden en het niet trachten te ontloopen. Geestelijke herbewapening is inkeering tot zichzelf, bereid zijn om ons leven te leven zooals Christus dat van ons vraagt. Dan komen we in de eerste plaats tot schuldbesef en schulderkenning. D'at valt niet mee, want dat beteekent vernedering. ven meter hoogte te vallen. Gelukkig had de heer H. slechts lichte verwon dingen bekomen. Verplaatst met ingang van 14 Ja nuari a.s. de Instrumentmakers bij den Technischen dienst G. A. van Otterloo en P. van Oosten van 's-Gravenhage (Cen trale werkplaats) naar Goes. Wemeldinge. Loop der bevolking over de maand December 1938. Ingekomen: Martina van der Cingel, van Goes, Patijnweg no. 6, naar Oranje boomstraat B 93; Florimond Dierickx en gezin, van Tilburg, Oisterwijkstraat 25, naar Nieuwendijk C 84; Willem Schout, van Vlissingen, Zwanenburgscheweg 5a, naar Dorpsstraat B 187; Maria C. We- melsfelder, van Goes, Opril Groote Markt 4, naar Bonzijweg C 22c; Hendrik van Essen, van Vledder, Nijensliekerveld 145, naar Bierweg A 91; Geertje N. Leendertse, zij1 niet denzelfden aangenamen indruk ontving als hij. Maar de spijs die op haar bord lag, bleef bijna onaangeroerd. Er was een zondêrlinge uitdrukking op haar gelaat; ze was doodelijk bleek en hield haar oogen bijna aanhoudend neergesla gen. Naar hun gastheer keek ze in 't ge heel niet; integendeel, het trof Ferrol, dat ze met de grootste moeite ver meed hem aan te zien. Haar bleekheid maakte hem angstig. „Ge zijt niet wel," zei hij tot haar. „Ge ziet er uit afsof ge in 't geheel niet wel zijt." Hun gastheer schrikte en wendde zich maar haar toe. „Ja, dat doet ge ookl" riep hij uit, en zijn stem trilde. „Ja! Dat doet ge. Ge hebt niet de minste' kleur meer. Wat wat scheelt er aan, Lou Ik wilde u haast Louisianny noemen, en ze is hier niet, Louisianny is hier niet." Hij eindigde met een zenuwachtigen lach. „Ik hen gewoon altijd verbazend be zorgd voor haar te zijn," zei hij. „Ik heb er elf verloren, en zij' is al' wat ik nog over heb, en ik ben altijd met mijn ge dachten bij: haar. Ik wou dat ze hier was. Ge moet niet ziek worden, juf frouw." Het meisje stond haastig op. „Ik ben niet ziek, werkelijk niet," zei Denk dan echter aan Jezus, die zich tot het diepste vernederd heeft. Wanneer wij Jezus willen volgen moe ten wij; ook. bereid zijn in het dal der vernedering af te dalen. De slagboomen, die ons scheiden van God, staan niet aan Gods kant, maar aan onzen kant. Dat het met den naas ten en ons niet in orde is, komt omdat het tusscben God en ons ook niet goed staat. Met het Licht van Gods woord moeten wij afdalen in de diepste en meest ver borgen plaatsen van ons hart, om onze zonden te ontdekken en hetgeen ons ge scheiden houdt van God en de menschen naar de oppervlakte te brengen. Dan komen we tot 'schuldbesef en volgt daar uit schulderkenning. Dan ervaren wij Gods reddende hand. Wij- moeten onze zonden belijden voor God en niet alleen tegenover Hem, maar ook tegenover den naaste, dengene, tegen wien we liefdeloos waren, dien we bena deeld hadden, tegen wien we iets hadden. We moeten beginnen met onze eigen fou ten te bekennen. D'e verhouding tot God en den naaste moet in orde komen. Dit is de eerste stap tot geestelijke herbewape ning. Hoe zullen we betere verhoudingen tusschen de volken onderling verwachten, als we zelf met onzen naaste in gespan nen verhouding leven. Misschien zegt ge: „Maar als mijn broe der of mijn naaste iets tegen mij heeft, behoef ik het toch niet in orde te gaan maken?" Lees 'dan eens Mattheus 5 23 en 24. Of wij nu onrecht gedaan of on recht geleden hebben, als Christen zijn we verplicht het initiatief te nemen tot het bijleggen van een conflict. Er zijn menschen, die zeggen dat ze wel kunnen vergeven, maar niet vergeten. In dien God dat óók eens deed ten opzichte van mijn zonden? Wanneer God onze zonden vergeeft, dan wischt Hij ze uit het boek van Zijn gedachtenis. Menschen zijn zoo licht geneigd om later, als het eens van pas komt, de geheele geschiede nis, ook iets dat vergeven is, weer op te halen. Dat komt omdat de wrok en haat niet volkomen zijn weggedaan. Het moet niet blijven sluimeren op den bodem van ons hart. Haal het naar boven, naar de op pervlakte en roei het uit. Ook ten opzichte van het in orde 'bren gen van de verhoudingen met onzen naas^ te moet de vraag, die Sheldon alle men schen voor oogen wilde stellen, n.l.„Wat zou Jezus doen?" op den voorgrond tre den. Dan komen wij' tot een daad die kan meewerken dat vertrouwen, eerlijkheid en liefde richtsnoer worde tusschen personen en volken. Aan deze geestelijke herbewapening heeft de wereld behoefte. Alleen door ons leven te geven aan Christus, Hem aan het roer van ons levensscheepje toe te la ten, Hem te laten heerschen op alle ter rein van het leven, kunnen we deze daad doen, kunnen we waarlijk geestelijk en moreel herbewapenen. Lezer, zijt ge daartoe ook bereid. Het is de eenige kans, die de wereld nog heeft om uit dit moesas te geraken (Ingez.) van 's-Gravenhage, Laan van N.O.I. 287, naar Landzicht A 12; Johanna Tannetje de Moor, van Zierikzee, Verrenieuwstraat B 106, naar Julianastraat C 21; Corne- lis de Zeeuw, van Middelburg, a/b naar Zuidelijken Achterweg A 52b; Jan Krom- been, van Kloetinge, Schoolstraat A 151, naar Noordelijken Achterweg A 118. Vertrokken: Adriana C. Leendertse, van Julianastraat C ld, naar Blaricum, Heideweg no. 10; Dina Westveer, van Wilhelminastraat B 138, naar Kapelle, Marktplein D 101; Willemina Jobse, van Postbrug C 48, naar Yerseke, Damsche- straat 68; Johanna de Rijke, van Weste lijken Kanaaldijk C 17, naar Bergen op Zoom, Moerstraatschebaan 503; Pieter- nella M. Jobse, van Postbrug C 48, naar Kapelle, Postweg B 58; Jacob Manden maker, van Oranjeboomstraat B 88, naar Sneek, Balthuastreehje 1; Janna de Wit, van a/b, naar Amsterdam, Joh. Verhulst- straat 166; Willem Heuseveldt, van Dorps straat B 187, naar Wissenkerke, Oost- voornstraat A 21; Marinus de Jonge, van ze. „Het onweer ik heb wat hoofdpijn. Ik zal een oogenblik in 't portaal gaan. 't Weer begint al op te klaren. De fris- sche lucht zal me goed doen." De oude man stond ook op, op eenigs zins gejaagde manier. „Als Louisianny hier was", stamelde hij1, „zou ziji u iets kunnen geven om u te helpen. Wat kamfer-spiritus of zoo iets laat ik het even voor u halen". „Neen neen", zei het meisje. „Neen, dank u". En ze snelde naar de deur en was in het volgende oogenblik verdwenen. De heer Rogers ging met een zucht weer zitten. „Ik wou dat ze me maar wat voor haar liet halen", zei hij op peinzenden toon. „Ik weet wel hoe het is met die jonge schep seltjes zooals zij. Ze zijn zoo teer", ging hij, met een gelaat vol onrust voort. ,.Ze zijn zoo teer. Ze moesten eigenlijk altijd 'haar moeders bijt zich hebben. Ik weet hoe het is met Louisianny". Een wolk van gedruktheid scheen op hem te zijn neergedaald. Hij wreef zich telkens en telkens weer met de hand over zijn grijze kin, terwijl zijn oogen op de open deur gevestigd bleven. 'tWas blijk baar dat hij' voortdurend met zijn gedach ten daarbuiten was, bij bet meisje dat hem aan Louisianny deed denken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1939 | | pagina 5