DE ZEEUW
Dg oeconomische toestand.
tweede blad
LOUISIANA
Uit de Provincie
Geestelijke Herbewapening
FEUILLETON
MIDDELBURG.
GOES.
ZUID-BEVELAND
VAN
WOENSDAG 4 JANUARI 1939, Nr 81.
Volgens den voorzitter van de
Kamer van Koophandel te
Rc Herd am reden tot eenig
optimisme.
Aan de rede waarmede de voorzitter
van de Kamer van Koophandel van Rot
terdam, Mr K. P. v. d. Mandele, gister
middag de eerste vergadering van die
Kamer in dit jaar heeft geopend, is het
volgende ontleend:
Bij zijn beschouwing over den algemee-
nen economisoben toestand wees Spr. op
den oorlog in het Verre Oosten en den he-
vigen burgeroorlog in Spanje, die diepo
wonden toebrengen aan de welvaart dier
landen, maar ook ernstige schade aan de
wereld-economie.
Daarnaast vestigde hij de aandacht op
de spanningen op internationaal politiek
terrein in Europa. Onmiddellijk gevaar is
door Müncben voorkomen, maar men kan
nog allerminst zeggen, dat de hemel helder
is geworden.
Ondanks alles is er reden tot eenig
optimisme. De volken hebben dit jaar zoo
zeer hun afschuw van den oorlog doen
blijken, dat het op hun leiders diepen in
druk moet hebben gemaakt. Voorloopig
echter zullen de politieke elementen do
economische samenleving nog blijven be-
heerschen, zooals zij dit ook in het afge-
loopen jaar hebben gedaan.
Daarom is het zoo uiterst moeilijk eon
juiste conjunctuur-diagnose over 1938 te
maken, Belangrijke transacties in ertsen
en metalen, in granen en oliezaden, in
katoen, wol en leder, zij kwamen alleen tot
stand met het oog op voorraad voorziening
voor het „onverhoopte geval". Belangrijke
charters werden in de scheepvaart afge
sloten om dit alles te vervoeren. Werven
hadden volgezette hellingen voor de
marine; industrieën waren volgeboekt
met orders voor de defensie-
doeleinden. Men vraagt zich af
hoe de volkswelvaart er uit gezien zou
hebben, indien dit alles plotseling zou zijn
weggenomen!
Zou het beeld zich niet belangrijk ten
"ongunste wijzigen en zou er nog sprake
kunnen zijn van een conjunctuur, die men
„tamelijk bevredigend" of zelfs „licht op
gaand" zou kunnen noemen?
Wil men zich hierover een oordeel vor
men, dan is men wel verplicht het oog te
richten naar de Vereenigde Staten, in de
eerste plaats al, omdat voor conjunctuur
omslag regelmatig naar den welvaarts
barometer in dat land wordt gezien, maar
óók, omdat, verhoudingsgewijs, daar mis
schien minder dan elders de bewapening
zóó sterk op den voorgrond heeft gestaan.
Welnu, het beeld vertoont daar „eeni
ge bevredigende elemen-
t e n". Sedert het voorjaar van 1938 is de
conjunctuur in de Yereemgde Staten ver-,
beterd. Zij werd nog geremd door moei
lijkheden met arbeiders, door het nog
voortdurend hoewel zwakker wordend in
grijpen van Washington in het zake^e-
ven en door den internationalen politie-
ken toestand. Maar tóch wordt
de toekomst in Amerika
met meer vertrouwen tege
moet gezien en productie
en consumptiecijfers maken
in de laatste maanden een
goed figuur. Natuurlijk moet men
daarbij met den impuls, die van de orders
voor bewapening en voorraadvorming
moet zijn uitgegaan, rekening houden,
maar deze alleen kan toch niet den om
keer hebben teweeggebracht. Men is eer
der geneigd het oog te richten naar de
vrijere handelspolitiek van den voortref-
felijiken minister Cordell Hull, die ook het
Dritseh-Amerikaansche handelsverdrag
tot stand wist te brengen.
Of deze, laten wij zeggen lichte, verbe
door
FRANCES H. BURNETT.
17.) _0_
„Dat al die geschiedenissen meest in
üagdad spelen, dat zou al een bezwaar
voor me zijn, al waren er geen andere
bezwaren," ging hij voort.
„Spelen in vroeg Ferrol.
„In Bagdad of nu ja, of in andere
vreemde plaatsen daar ergens Ge be
grijpt toch, ik zou van niet veel anders
kunnen vertellen dan van Noord-Caro-
'ma; en niemand zou zoo'n boek koopen."
„Maar waarom niet?" zei Ferrol.
„M el;" zei hjj, iac}len(jj Ze zouden na
tuurlijk weten dat het niet waar was. Ze
zouden dadelijk zeggen: „Nu, daar is die
oude gek van een Roger bezig geweest
een hoop leugens te schrijven, waar geen
woord waarheid in is. Er zijn geen ka-
steelen in 't graafschap Hamilton, en
zu ke menschen als hij beschrijft zijn er
ook niet. 't Lijkt er niets naar! Ik denk
baast, dat dit de reden is waarom de ro
manschrijvers altijd over dingen schriji-
en, die in Bagdad gebeurd zijn. Iemand
an over Bagdad vertellen wat hij wil,
tering nu ook voor bet overige deel van de
wereld geldt is niet te zeggen. Allereerst
moet men bij de beoordeeling biervan uit
schakelen de landen, welke de eigen ge
sloten economie zóóver hebben doorge
voerd, dat men van conjunctuur-invloeden
biji hen nauwelijks meer spreken kan. An
dere weer zijn er, waar de wijzigingen in
de binnenlandsche politiek een juisten blik
op het zakenleven vertroebelen.
In de landen, die overblijven is het beeld
verschillend. T'óoh zijn er enkele, waarbij
misschien óf van geen verderen achter
uitgang óf van een kleine verbetering zou
kunnen worden gesproken. Ook met deze
matige resultaten van enkele mag men
reeds tevreden zijn, als men zich reken
schap geeft van alle hinderpalen, die voor
het hereiken ervan moeten worden over
wonnen: invoerrechten, protectie, contin-
genteering, retorsiemaatregelen of clea-
ringsystemen.
Dit tegenwoordig zoo kernachtig beti
telde arsenaal van handelspolitieke af
weermiddelen zal allereerst moeten wor
den leeggehaald, vóórdat gezond nieuw
economisch leven een begin kan maken.
Een beeld in cijfers van één en ander is
te vinden in het Bulletin Mensuel de Sta-
tistique van den Volkenbond, hetwelk een
overzicht biedt van den wereldhandel van
76 landen. Deze bedroeg, op basis van
1929 100, naar de goudwaarde gere
kend in de eerste 9 maanden van 1938
39.9 tegen 45.6 in het overeenkomstige
tijdvak van 1937. Intussohen was de uit
komst dit jaar gelukkig toch nog beter
dan in 1936 en 1935, toen de overeenkom
stige cijfers onderscheidenlijk waren 36.1
en 33.4. Hierbij is wel rekening gehouden
met 'Italië en Japan, doch niet met Spanje
Blijkens dezelfde publicatie nam in
Duitschland, met name in het voormalige
Oostenrijk, de werkloosheid nog verder
af. In de Vereenigde Staten was zij echter
aanmerkelijk hooger dan in 1937. In En
geland schommelde het werkloosheidscij
fer op een eenigszins grootere hoogte dan
verleden jaar, Voor België'geldt hetzelfde.
In Frankrijk werd de toestand van de ar
beidsmarkt weder ongunstiger. Ook in dit
opzicht was de situatie in 1938 over het
algemeen dus nog niet bevredigend.
De eenigszins weifelende
oonolusiën, die w ij voor de
wereldeconomie meenden
te moeten trekken, gaan
óók op voor Nederland. Ook
hier terughoudendheid met
het oog o p de politieke ge
varen, ook hier een kunst
matige beïnvloeding ten
goede door opdrachten van
Defensie; maar tóch, zou
men zeggen, zoo al niet
een kleine strooming ten
goede, dan toch in den laat-
sten tijd geen verdere ach
teruitgang en dat ondanks
alle beperkingen, die het
economisch leven zich heefi
moeten getroosten.
D'e handelsbeweging is, zoowel naar het
gewicht als de waarde, weliswaar vermin
derd gedurende de eerste 11 maanden toch
is de invoer, vergeleken met het overeen
komstige tijdvak van 1937, in gewicht 3.3
pet, in waarde 8.8 pet. gedaald, terwijl bij
den uitvoer naar het gewicht een achter
uitgang van 9.4 pet., naar de waarde van
8.9 pet. moet worden vastgesteld. Maar op
grond van de cijfers over de laatste maan
den kan wellicht toch tot een lichte ver
betering worden geconcludeerd.
De cijfers over de werkloosheid, hoewel
op zichzelf nog zeer onbevredigend, zijn
eenigszins gunstiger geweest dan in 1937.
Tot en met September nam zij regelmatig
af. Eerst in October, dus ongewoon laat
in het jaar, is ditmaal weder eenige stij
ging ingetreden.
EERSTE KAMER.
Rijksbegroothingi en wildebussenwetje in
de afdeelingen.
De Eerste Kamer is bijeen geroepen
ter openbare ivergadering op Woensdag
11 Januari, des namiddags te half
twee. De voorzitter is voornemens voor
te stellen onmiddellijk daarna in de af-
deeling'en te doen onderzoeken o.a. ver
schillende hoofds tukken, van de rijksbe-
gdooting voor 1939 en ook de wetswijzi
ging betreffende de wilde autobusdiens
ten.
niemand kan hem toch tegenspreken."
„Ik herinner me eigenlijk niet veel ro
mans van die bijzondere soort," merkte
Ferrol aan, met eenigszins gedempte
stem. „Misschien dat mijn geheugen
„Herinnert ge u dat niet?" vroeg zijn
gastheer, zeer verbaasd. „Nu, let maar
eens op of het niet zoo is. Ik heb zelf
niet veel romans gelezen. Eigenlijk heb
ik er maar één
„0!" viel Ferrol hem in de rede „En
dat was een geschiedenis uit Bagdad?"
„Ja, en ik heb van andere hooren spre
ken, die ook daarover handelden. Harry
Claiborn, ziet ge, die heeft me ook van
een verteld."
Hij, keerde zich op zijn stoel om, om te
gen de negerin te spreken, die bij een
der kamerdeuren, welke in het voorpor
taal uitkwamen, verschenen was.
„We komen, Nancy," riep hij haar op
opgeruimden- toon toe. Toen, van zijln
stoel opstaande, zei hij: „Kom, dames
en heeren, laten we naar binnen gaan om
't avondeten te gebruiken."
Ferrol en Olivia stonden met eenige
aarzeling op.
„Ge zij:t heel vriendelijk," zeiden ze. ,,'t
Was onze bedoeling anders niet geweest
u last te veroorzaken."
„Last," antwoordde hij, als begreep hij
nauwelijks wat zijl bedoelden. „Ge noemt
dit toch geen last? Ge zijt zeker nooit
Om het Kampioenschap van Zeeland
Dammen. Groep A.
Stand na den 17en zet van Wit
12 3 4 5
47 48 49 50
Zwart speelde hier foutief 2430.
In de op Zaterdag j.l. gespeelden wed
strijd om 't Kampioenschap van Zeeland
tusschen dhrn I. Pasman te Kruinin-
gen met wit en P. Brasser te Lewedorp
met zwart, deed zich bij' den 17den zet
het volgende voor. Zwart aan zet speelde
hier foutief 2430, waardoor een ge
wone afruil plaats vond, beter was hier
geweest:
Wit Zwart
1 7 OA2Q
18. 33X24 19X30
19. 35X24 23—28
20. 32 X23 17 X49
dam met schijf winst al gaat de dam
bij den 21sten zet weer iverioren, toch
blijft er winst.
DE NOORD-BEVELANDSCHE BRUG.
In „O penbare Werken" wordt
betoogd, dat de bouw van een Noord-Be-
velandsche brug gecombineerd met een
tol voor 25 jaar ten bedrage van het
veergeld WolphaartsdijkKortgene, in-
druischt tegen opzet en bedoeling der
„halve centen belasting" op benzine om
tot een vervroegden en versnelden brug
genbouw te kunnen geraken. Daar deze
extra benzinebelasting nu eenmaal be
staat, ware het beter en meer fair te
genover de autobezitters als Zeeland een
subsidie werd verleend uit bedoelde be
lasting voor het ontbrekende deel, ten
einde een nieuwe tolheffing te ont
gaan.
Vijf-en-twintigi jaar gemeente-secretaris.
Gistermiddag is in een speciale zitting
van den gemeenteraad van Graauw en
Langendam (Z.) de gemeente-secretaris,
de heer H. W. Dalmijn, gehuldigd met
diens 25-jarig ambtsjubileum.
BIJ poging tot geld$jnokkelen gearresteerd
Twee Joden werden gearresteerd, toen
zij: probeerden een bedrag van 40.000 M.
in papier, gemunt en ongemunt goud en
juweelen uit Duitschland te smokkelen
door het te verbergen in een comparti
ment van een trein, waarmede zij op
wég waren naar V1 i s s i n g e u.
Lichtboeien in de Oosterschelde weer
gelegd.
Gisteren zijn de lichtboeien in de Oos
terschelde, welke in verband met het ijs
weggenomen moesten worden, weer ge
legd, zoodat de schepen van den Prov.
Stoombootdienst nu weer normaal zullen
varen.
Lek in een gaspijp.
In de omgeving van Loskade, Stations
straat! en Goessche Korenmarkt, werd
gisteren een gaslucht waargenomen. Het
bleek, dat een lek was ontstaan, waar
door gas in het riool kwam en zich daar
door verspreidde. Direct is met herstel
een aanvang gemaakt.
Goed afpeloopen.
Gisterenmiddag had op het werk voor
den bouw van het nieuwe kantoor der
N.V. PZEM aan den Vlissingschen Singel
een ongeluk plaats, dat wonder boven
wonder goed is afgeloopen. De tweede
uitvoerder, de heer A. H., had het on
geluk, toen een plank van een bekisting
weggleed, van ongeveer drie en een hal
te voren in Noord-Carolina geweest, is
'twel?" vervolgde hij', op goedhartigen
toon. „We zijn hier altijd gewoon dat
onze gasten wat bij ons gebruiken; we
zouden ze zonder dat niet laten heen
gaan. Zoo zijn we hier niet. Gaat maar
mee naar binnen."
Hij: ging hun voor naar een lange, lage
kamer, half keuken, half eetkamer. Ze
was niet zoo leelijk als de ontvangkamer,
doordat ze geheel van versierselen ont
bloot was. De met hout beschoten wan
den waren bruin geschilderd, en de don
kere tinten daarop hadden blijkbaar hun
ontstaan te danken aan den rook van
menigen langen winter. De withouten ta
fel was met een helder, eigengesponnen
tafellaken bedekt, en van smakelijke, wel
toebereide spijzen voorzien.
„Als ge u met het maal van ons, bui-
tenmenschen, wilt tevredenstellen, zult ge
zien dat het nog zoo kwaad niet is," zei
de gastheer. „Nancy is nog al trotsch op
haar kunst om de dingen klaar te ma
ken."
Een grootere mate van vriendelijkheid
en gastvrijheid zou moeilijk, te vinden zijn
geweest, dacht Ferrol. De eenvoudige
hartelijkheid, waarmede zij1 aanstonds
door dien man ontvangen werden, als
waren ze hooggewaardeerde gasten, trof
hem in hoogste mate. Hij: keek-, over de
tafel heen naar Louisiana, om te zien of
De wereld van heden vertoont een
droeivig beeld. Ontreddering en ontwrich
ting op allerlei terrein van het leven.
Oorlogen en geruchten van oorlogen, ver
volging en benauwdheid. D'e toestand der
wereld is zorgwekkend. Tusscben al dit
rumoer, tusscben al die verwarring komt
een oproep tot 'bezinning, wordt een neg
gewezen om hier uit te komen. Mannen,
die door ontwikkeling en positie de oor
zaken van deze wereld-ontreddering be
ter doorzien, spreken.zich uit voor gees>-
telijke en moreele herbewapening en
trachten anderen te bezielen hieraan
mede te werken.
Er zijn menschen die meenen dat de
oplossing van de wereldcrisis alleen is
gelegen in ontwapening en het is een
feit, dat voor velen de ontwapeningsge
dachte een bijzondere bekooring heeft.
Verschillende staatslieden en andere per
sonen hebben daaraan hunne krachten
gewijd. LOch hoewel de ontwapening op
militair gebied geen enkel succes had,
schreed zij op geestelijk gebied voort, zon
der propaganda >en ongewild in ivele ge
vallen zonder dat men het bemerkt. De
geestelijke waarden van de wereldmarkt
werden hoe langer hoe meer gedepre-
cieerd.
Daar tegenover komt nu de oproep tot
geestelijke en moreele herbewapening. Zij
beoogt niet anders dan een terugkeer tot
de eenvoudige waarheden, die onze
ouders ons voorhielden.
Hare Majesteit de Koningin heeft liet
zoo treffend uitgedrukt
„Van ons wordt gevraagd een daad van
vertrouwen, van zelf opoffering, van zede
lijken moed en van geloof."
Het i-s niet voldoende dat wij de gees
telijke 'herbewapening onderschreven, we
moeten zelf, ieder persoonlijk meewer
ken om haar tot werkelijkheid te maken.
'tKomt er op aan of we bereid zijn een
daad te doen. 'Geestelijke herbewapening
begint bij onszelf. De grond van de we
reldonrust moet worden gezocht in de
wortelziekte: het materialisme, dat zich
zélf vertoont in hebzucht, vrees en zelf
zucht. Daaraan staan wij allen schuldig.
Om vermeerdering van vermogen om een
betere levenspositie te verkrijgen, worden
veelal alle middelen die o-n® niet in de
gevangenis brengen geoorloofd geacht,
zonder dat ze getoetst worden aan de wet
van Christus.
De mensoh m'oet tot zichzelf inkeeren,
zich bewust worden dat het ook zijn
schuld is dat de wereld zulk een droevig
beeld vertoont. Wij menschen zoeken te
veel onszelf en daarom zijn we niet be
reid God te dienen op de plaats en onder
de omstandigheden, waar Hij: ons heeft
geplaatst.
Jezus koos zelf het kruis in zijn alles
omvattende liefde voor de z'ondige wereld.
Ook wij moeten het levenskruis aan
vaarden dat tot nut op onze schouders
drukt, vrijwillig aanvaarden en het niet
trachten te ontloopen.
Geestelijke herbewapening is inkeering
tot zichzelf, bereid zijn om ons leven te
leven zooals Christus dat van ons vraagt.
Dan komen we in de eerste plaats tot
schuldbesef en schulderkenning. D'at valt
niet mee, want dat beteekent vernedering.
ven meter hoogte te vallen. Gelukkig
had de heer H. slechts lichte verwon
dingen bekomen.
Verplaatst met ingang van 14 Ja
nuari a.s. de Instrumentmakers bij den
Technischen dienst G. A. van Otterloo en
P. van Oosten van 's-Gravenhage (Cen
trale werkplaats) naar Goes.
Wemeldinge. Loop der bevolking over
de maand December 1938.
Ingekomen: Martina van der Cingel,
van Goes, Patijnweg no. 6, naar Oranje
boomstraat B 93; Florimond Dierickx en
gezin, van Tilburg, Oisterwijkstraat 25,
naar Nieuwendijk C 84; Willem Schout,
van Vlissingen, Zwanenburgscheweg 5a,
naar Dorpsstraat B 187; Maria C. We-
melsfelder, van Goes, Opril Groote Markt
4, naar Bonzijweg C 22c; Hendrik van
Essen, van Vledder, Nijensliekerveld 145,
naar Bierweg A 91; Geertje N. Leendertse,
zij1 niet denzelfden aangenamen indruk
ontving als hij. Maar de spijs die op haar
bord lag, bleef bijna onaangeroerd. Er
was een zondêrlinge uitdrukking op haar
gelaat; ze was doodelijk bleek en hield
haar oogen bijna aanhoudend neergesla
gen. Naar hun gastheer keek ze in 't ge
heel niet; integendeel, het trof Ferrol,
dat ze met de grootste moeite ver
meed hem aan te zien. Haar bleekheid
maakte hem angstig.
„Ge zijt niet wel," zei hij tot haar. „Ge
ziet er uit afsof ge in 't geheel niet wel
zijt."
Hun gastheer schrikte en wendde
zich maar haar toe.
„Ja, dat doet ge ookl" riep hij uit, en
zijn stem trilde. „Ja! Dat doet ge. Ge
hebt niet de minste' kleur meer. Wat
wat scheelt er aan, Lou Ik wilde u
haast Louisianny noemen, en ze is
hier niet, Louisianny is hier niet."
Hij eindigde met een zenuwachtigen
lach.
„Ik hen gewoon altijd verbazend be
zorgd voor haar te zijn," zei hij. „Ik heb
er elf verloren, en zij' is al' wat ik nog
over heb, en ik ben altijd met mijn ge
dachten bij: haar. Ik wou dat ze hier
was. Ge moet niet ziek worden, juf
frouw."
Het meisje stond haastig op.
„Ik ben niet ziek, werkelijk niet," zei
Denk dan echter aan Jezus, die zich tot
het diepste vernederd heeft.
Wanneer wij Jezus willen volgen moe
ten wij; ook. bereid zijn in het dal der
vernedering af te dalen.
De slagboomen, die ons scheiden van
God, staan niet aan Gods kant, maar
aan onzen kant. Dat het met den naas
ten en ons niet in orde is, komt omdat
het tusscben God en ons ook niet goed
staat.
Met het Licht van Gods woord moeten
wij afdalen in de diepste en meest ver
borgen plaatsen van ons hart, om onze
zonden te ontdekken en hetgeen ons ge
scheiden houdt van God en de menschen
naar de oppervlakte te brengen. Dan
komen we tot 'schuldbesef en volgt daar
uit schulderkenning. Dan ervaren wij
Gods reddende hand.
Wij- moeten onze zonden belijden voor
God en niet alleen tegenover Hem, maar
ook tegenover den naaste, dengene, tegen
wien we liefdeloos waren, dien we bena
deeld hadden, tegen wien we iets hadden.
We moeten beginnen met onze eigen fou
ten te bekennen. D'e verhouding tot God
en den naaste moet in orde komen. Dit is
de eerste stap tot geestelijke herbewape
ning. Hoe zullen we betere verhoudingen
tusschen de volken onderling verwachten,
als we zelf met onzen naaste in gespan
nen verhouding leven.
Misschien zegt ge: „Maar als mijn broe
der of mijn naaste iets tegen mij heeft,
behoef ik het toch niet in orde te gaan
maken?" Lees 'dan eens Mattheus 5 23
en 24. Of wij nu onrecht gedaan of on
recht geleden hebben, als Christen zijn we
verplicht het initiatief te nemen tot het
bijleggen van een conflict.
Er zijn menschen, die zeggen dat ze wel
kunnen vergeven, maar niet vergeten. In
dien God dat óók eens deed ten opzichte
van mijn zonden? Wanneer God onze
zonden vergeeft, dan wischt Hij ze uit
het boek van Zijn gedachtenis. Menschen
zijn zoo licht geneigd om later, als het
eens van pas komt, de geheele geschiede
nis, ook iets dat vergeven is, weer op te
halen.
Dat komt omdat de wrok en haat niet
volkomen zijn weggedaan. Het moet niet
blijven sluimeren op den bodem van ons
hart. Haal het naar boven, naar de op
pervlakte en roei het uit.
Ook ten opzichte van het in orde 'bren
gen van de verhoudingen met onzen naas^
te moet de vraag, die Sheldon alle men
schen voor oogen wilde stellen, n.l.„Wat
zou Jezus doen?" op den voorgrond tre
den.
Dan komen wij' tot een daad die kan
meewerken dat vertrouwen, eerlijkheid en
liefde richtsnoer worde tusschen personen
en volken.
Aan deze geestelijke herbewapening
heeft de wereld behoefte. Alleen door ons
leven te geven aan Christus, Hem aan
het roer van ons levensscheepje toe te la
ten, Hem te laten heerschen op alle ter
rein van het leven, kunnen we deze daad
doen, kunnen we waarlijk geestelijk en
moreel herbewapenen.
Lezer, zijt ge daartoe ook bereid. Het is
de eenige kans, die de wereld nog heeft
om uit dit moesas te geraken (Ingez.)
van 's-Gravenhage, Laan van N.O.I. 287,
naar Landzicht A 12; Johanna Tannetje
de Moor, van Zierikzee, Verrenieuwstraat
B 106, naar Julianastraat C 21; Corne-
lis de Zeeuw, van Middelburg, a/b naar
Zuidelijken Achterweg A 52b; Jan Krom-
been, van Kloetinge, Schoolstraat A 151,
naar Noordelijken Achterweg A 118.
Vertrokken: Adriana C. Leendertse,
van Julianastraat C ld, naar Blaricum,
Heideweg no. 10; Dina Westveer, van
Wilhelminastraat B 138, naar Kapelle,
Marktplein D 101; Willemina Jobse, van
Postbrug C 48, naar Yerseke, Damsche-
straat 68; Johanna de Rijke, van Weste
lijken Kanaaldijk C 17, naar Bergen op
Zoom, Moerstraatschebaan 503; Pieter-
nella M. Jobse, van Postbrug C 48, naar
Kapelle, Postweg B 58; Jacob Manden
maker, van Oranjeboomstraat B 88, naar
Sneek, Balthuastreehje 1; Janna de Wit,
van a/b, naar Amsterdam, Joh. Verhulst-
straat 166; Willem Heuseveldt, van Dorps
straat B 187, naar Wissenkerke, Oost-
voornstraat A 21; Marinus de Jonge, van
ze. „Het onweer ik heb wat hoofdpijn.
Ik zal een oogenblik in 't portaal gaan.
't Weer begint al op te klaren. De fris-
sche lucht zal me goed doen."
De oude man stond ook op, op eenigs
zins gejaagde manier.
„Als Louisianny hier was", stamelde
hij1, „zou ziji u iets kunnen geven om u te
helpen. Wat kamfer-spiritus of zoo iets
laat ik het even voor u halen".
„Neen neen", zei het meisje. „Neen,
dank u".
En ze snelde naar de deur en was in
het volgende oogenblik verdwenen.
De heer Rogers ging met een zucht weer
zitten.
„Ik wou dat ze me maar wat voor haar
liet halen", zei hij op peinzenden toon. „Ik
weet wel hoe het is met die jonge schep
seltjes zooals zij. Ze zijn zoo teer", ging
hij, met een gelaat vol onrust voort.
,.Ze zijn zoo teer. Ze moesten eigenlijk
altijd 'haar moeders bijt zich hebben. Ik
weet hoe het is met Louisianny".
Een wolk van gedruktheid scheen op
hem te zijn neergedaald. Hij wreef zich
telkens en telkens weer met de hand over
zijn grijze kin, terwijl zijn oogen op de
open deur gevestigd bleven. 'tWas blijk
baar dat hij' voortdurend met zijn gedach
ten daarbuiten was, bij bet meisje dat
hem aan Louisianny deed denken.
(Wordt vervolgd.)