Rondgang door den Pam-doolhof HET VERMISTE PAKKET. co Z 5 5 0) 01 u UI z 1-3 TS to bo o o 0 g gg Is TO g 2 "a I® 3 a p Wenken op technisch gebied. Voor de jeugd. 4» D >n 2 m .t; 3 s c -J c 3 O ca a. k z o 2 -5 E e p 0 «-• r> i PS as a. o j o ai •~3 CD fcO J0 g> S--S O 2-S 5 w "2 b S10 °"s ^"-0 h «Soö-g-S^gffla®.® si!- *3 - H CD '-N RH p.X> 5 ®^2 0^2ïfi.2ao0§ 2 co M rrt m M m JT *"3^~ ©2°2 g a a B.S o»g.S°c ©-22.2 3.2 g-g-g g N® uooo®.S"3iS®(3^^®S§ a! N^3«'a?AiSKiei.^D,2&J2®n^ xs -a ■B5 w g m 2^ o cd co C C oi 0) >w§ 2 3 5 XI -a Ï-5 .5 o g em o to C CD 3 gr fciO Sh G r£ li u to to MW o o c rA 2 Skti X3 n 3 "3-3 '3 S XI 6 a) N T3 <D "a) bo O *0 Td S cd jr; cd -cj wlw" cd <d *0 *0,0 0 S"® S.S Sr2.fi d Cd TO g. J!J k»H Cö CD JA C cd CD »-* T* kU W f"J TO w CD lu r- S r-=1 *0 t_, O CD Tj ri - - a? a> a o a'a' bo <0 o 5 O r-l r»H 3 - 3 .SS^A C^rC'0'Ü'r/ TO O O W) bOr^ 0 <D 213 O rCjr* CD fi -3 g ■SJ o O 0 cd cd w TO W Tj rC 0 CD "i"*1 cd o G) bo 0 TO r±< CO O CD ,rH S cj >"prö f_ ID 5 g°;»4 fc P< CD T3 fi t> C Td «H O 0) S T3 O rCj O O CD fl r-=J CD <D 0 cd cd <D C CD -5 S !S c c _g® CD bc5 O P3 CD 0 T3 C S3 oT.^ SJ 0 2 cd rO Eh o E bo cd cd T5 fct 0 O CD C CD NÏ T3 ri4 Ci c- cD i TO rö 'H £_H be <d <D I H "a S? =3 CO L. "5 o 09 «f- *- O CD X S—I <D O •rH CO TO c Cd bo H bo Zt w C -O To tf :S7 S 2 3 H s a-c ®r hn -Q - -S TO rQ TO T3 ©5 "o TO g ■H» Z? T3 to r cd a Q, TO Cd «3 m ft co X O «j bJC 2u-g ë-s g-S-S .„a a -w j; cd axi ch i XWfex!i3 Six k, tu a a .2 cd fl) H C E TO 4 bo bo TO TO S®*1 fe S U ]0 73 X3 "^r tr "22 ^3 TO a s a !>-£ ^d.ü _fö Ti 2 a kW O TO fl g TO TO SOP rn CO bD X! TO cd ©fl "3 ™x a o a) u cd bo -*-> CO *2? TO S-H -SS ?^t! a a c rj a <D cd To .5 a? TP wil zijn, mevnen ze minachten daar baat te vinden. Daarbij komt nog, dat, dit blijkt ook uit den brief van vorige week in „De Zeeuw", de Nat ion aal-Socialisten een duidelijke de monstratie van w i 1 aan den dag leggen, waarvan groote suggestie uitgaat. De door snee jeugd doorziet niet het oppervlakkige hiervan en laat zich mede lij^nen door de vage religieuse fundeering. „Ten opzichte van het anti-semitisme onder de jeugd bent n beslist te pessimistisch geweest Tot 's avonds laat in stroomenden regen hebben duizenden jongelui van allerlei stand en richting voor de Joodsche vluchtelingen gecollecteerd." Vraag: „Voelt de jeugd het leidersprïn- cipe als min of meer religieus aan, zien ze dus in den leider niet alleen een verlos ser van materieele ellende, maar ook van geestelijke ellende, dus een soort van mes- sias?" Antwoord: „Ik geloof van niet. Ze zien in hem een aardsch regeeringspersoon, die in de plaats kan treden van de tegen woordige regeering. Voor mystieke ver eering als in Duitschland voor den Föhrer is de Hollandschc jeugd in doorsnee te nuchter. Ook werkt zelfs in buitenkerkelijken kring de Christelijke inslag van het Neder- landsche volk, die meer Calvinistisch dan Luthersch is, bewust of onbewust na Vraag: „Vele middenstanders en geze ten burgers neigen naar het Nationaal-So- cialisme uit angst voor het Communisme. Leeft deze vrees ook onder de jeugd, en worden ze daarom Nationaal-Socialist?" Antwoord: „Neen. Ik acht de invloed van het communisme op de jeugd in ver houding tot die van het nationaal-socia- lisme, zeer gering. Het commuunisme is voor hen te ruw, te onbeschaafd en te ma terialistisch." Vraag: „Ja, maar er is toch ook een intellectueel communisme?" Antwoord: „U bedoelt het z.g. salon- communisme. Dat oefent slechts invloed on der enkelen, maar niet onder de massa". V raag: „Is uw ervaring op de clubs dat er onder de leden veel over deze dingen wordt gesproken, en hoe worden de bespre kingen bij U daarover gevoerd?" Antwoord. „Er bestaat veel belang stelling voor. De vraagstukken worden niet politiek, maar uitgaande van de levensbe schouwing bezien. In het algemeen door zien de jongelui dan wel dat, wat de Natio- naal-socialisten onder godsvertrouwen ver staan, dermate vervlakt godsbesef insluit, dat het met orthodox Christendom onver- eenigbaar is. Typisch is b v. ook de uitdruk king van den briefschrijver in ,.De Zeeuw": „Zij zullen zich scharen rond Hussert, en de Christelijke grondslagen van onze sa menleving zijn gewaarborgd. Zelfs al was Mussert de Apostel Paulos, dan zou het nog onchristelijk zijn om te zeggen: „Wij scha ren ons om Paulus en de Christelijke grond slagen onzer samenleving zijn gewa-rborgd. Typisch is trouwens dat in de redactie van „Volk en Vaderland" o.a. Mr van Lunteren zal, een uitgesproken Hegeliaan". V raag: „Acht u in het groote stadswerk voldoende tegenweer aanwezig, of was m'n pessimisme in dezen gerechtvaardigd?" Antwoord: „Het pessimisme was ge rechtvaardigd; de leden zijn als regel niel voldoende op de hoogte, de leiders wel. Daarnaast moet ik echter zeggen dat in de periodieken deze stof geregeld deskundig wordt behandeld, zoodat ze goede oriëntatie kunnen krijgen." Tot zoover de hoofdzaken van ons ge sprek. De volgende maal laat ik een jeugd leidster aan het woord, die vooral ook be- Het licht schijnt in de duisternis. De belangrijke vraag voor ons is, of wij, die ook beschenen zijn door het Licht der lichten, het hebben laten doorschijnen in onze harten; of de lichtglans van de ken nis der heerlijkheid in bet aangezicht van Jezus Christus onze ziel heeft bestraald en alle verblindheid doen wijken; of wij waar lijk kinderen des lichts zijn geworden en niet maar als loutere lampdragers den Christelijken weg gaan! ktmtl is onder do arbeidersbevolking van botterdam. Ik geef de meeningen steeds precies weer, zooals ze me werden verschaft, om tenslotte in eenige artikelen, zooals ik beloofde, mijn eigen idee hiertegenover duidelijk en punt voor punt uiteen te zetten. P. W. J. S. De luisteraar. In een Amerikaanseh boek; „Handbook of Droodcasting", waarin allerlei onder werpen op het gebied van den omroep be handeld worden, troffen wij een aardig 'hoofdstuk aan, waarin een nadere beschou wing over de luisteraars gege.en wordt. Nu er weer verschillende feestdagen voor de deur staan en de radio weer een voor naam gedeelte van deze feestdagen zal „vul len" (we denken hierbij aan de uitzendin gen bij de wisseling van het jaar en iele speciale Kerstuitzendingen, die over 't al gemeen door een ieder die er voor in de ge legenheid is, beluisterd wordenJ gaan wij u eens iets vertellen over „de luisteraar". Meestal belichten wü het radio-onder werp van de meer technische zijde en wij gaven ook wel eens critiek op de iuen- schen, die den omroep verzorgen, al is die critiek altijd zeer bescheiden geweest, daar onze omroep, in vergelijking met andere omroepen, zeker niet op de laatste plaats komt. De luisteraar hebben wij nooit nader be licht. Daarom gaan wjj U een paar gewoon ten van de luisteraars vertellen. Gewoonten, die U allemaal kent, maar die U misschien nooit opmerkte. Een slechte gewoonte van veel luisteraars is dat zij voortdurend aan de afstemschaal „draaien". Bij het doordraaien van de schaal over bepaalde punten, kunnen wij dan even een spreker of muziek hooren. We vangen heel vaag eenige klanken op en voordat wij ons kunnen realiseeren, wat daar nu gebeurde, is er al weer een ander station aan de beurt, waarmee hetzelfde ge schiedt. Kwam er tenslotte na of 2 minuten nu maar een goed programma, maar 't is een hobby van versehilende menschen om maar „door te draaien". Zelf merken zij er weinig van, want zij kunnen dit spelletje uren volhouden. De huisgenooten, die ge dwongen worden telkens een „hap" mee te „slikken", vinden doorgaans deze liefheb berij niet erg prettig. Toch is deze „draaierij" heelemaal niet noodig. Neem een radioblad, waarin alle programma's vermeld staan en kies Uw programma uit en luister daar naar. U zult zien, U zult dan veel meer waardeering voor sommige programma's krijgen. Wilt U met alle geweld toch aan een knop draaien, neem dan een koffiemolen. Deze schrikt de huisgenooten niet op en met Uw „draaierij" streeft U dan nog een goed huishoudelijk doel na! De andere slechte gewoonte is juist tegen gesteld aan de eerste: de gewoonte van het altijd op dezelfde afstemming laten staan van het radiotoestel. Er zijn heel veel luis teraars die hun toestel afstemmen op een station, wat voor hen „favoriet" is en wat er nu ook gebeurt, door dik en dun luistert men naar dat station. Om verschillende re denen is deze gewoonte te veroordeelen. We worden „afgestompt" door een bepaalde omroep en uitzendingen, bepaalde andere stations eigen, mi^en wij. Er zijn veel huisvrouwen die eerst de ra dio aanzetten en daarna de stofzuiger. De mannen zetten bij voorke ir 's avonds, voor dat zij hun krantje gaan lezen de radio aan. Komen er gasten op bezoek of heeft men een gezellig huiselijk praatje dan moet bij voorkeur de radio hard bulderen. Soms kan een zacht licht muziekje op den achtergrond verschillende menschen prettig aandoen. Wees er echter voorzichtig mee. Hoe moeten wij nu luisteren? Deze vraag is niet zoo gemakkelijk te beantwoorden. BIJ DE KRIBBE VAN BETHLEHEM. Komt verwondert u hier, menschen, ziet hoe dat u God bemint; ziet vervuld der zielen wenschen, ziet dit nieuwgeboren Kind. Ziet die 't Woord is zonder spreken, ziet die Vorst is zonder pracht, ziet die 'tal is in gebreken, ziet die 't licht is in den nacht. Ziet, die 't goed is, dat zoo zoet is, wordt verstooten, wordt veracht. Ziet, hoe dat men met Hem handelt, hoe men Hem in doeken bindt, die met Zijne godheid wandelt op de vleugels van den wind. Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden, zonder teeken van verstand, die den hemel moet verblijden, die de kroon der wijsheit spant. Ziet, hoe teere is de Heere, die 'tal draagt in Zijne hand. O Heer Jesu, God en mensche, die aanvaard hebt dezen staat, geef mij, dat ik door U wensche, geef mij door Uw kindschheid raad. Sterk mij door Uw teere handen, Maak mij door Uw kleinheid groot; maak mij vrij door Uwe banden, maak mij iijk door Uwen nood, maak mij blijde door Uw lijden, maak mij levend door Uw dood. Zoek echter uw favoriet programma op in het radioblad. Zet er een streepje of andere aanduiding bij. En begint dit programma: zet U dan werkelijk tot luisteren. Ga er dan ook voor zitten en luister met volle aan dacht. U kunt op deze manier veel meoi van Uw radio genieten. In de Vereenigde Staten zijn er meer dan zes millioen boerderijen. Nu is het opmer kelijk dat daar de landbouwer een zeer ernstige radioluisteraar is. Wij bedoelen daar mee, dat hij maar niet luk raak draait, maar altijd behaalde programma's beluis terd. Weer- eu marktberichten zijn. voor hem van 't grootste belang en zij luisteren met bijzondere belangstelling naar verschil lende praatjes, die de landbouw betreffen. Tenslotte moeten wij U nog iets vertellen over de „opgesloten" luisteraar. Wij bedoe len hiermee de zieken en invaliden. Over 't algemeen zijn dit zeer moeilijke menschen die direct een strenge critiek hebben. Is de kwaliteit van de uitzending van dien aard, dat er iets aan ontbreekt, of is het ontvangtoestel niet heelemaal precies in orde, dan kan de uitwerking op de zieken funest zijn. Zij kunnen zich er zoo over opwinden, dat het zelfs nadeelig is voor hun ziekte. Het effect is echter tegenovergesteld als de ontvangst goed is. De radio is voor de zieken in de zieken huizen niet alleen een vervangmiddel voor het familieleven, wat zij moeten missen. Het kan ook zeer zeker als geneesmiddel wer ken. Verschillende ziekenhuisdireclies zien dan ook het voordeel in van een radio- onlvanginstallatie, welke dan zoo uitgevoerd wordt, dat iedere patiënt zijn gehoorappa raat naar believen kan regelen en aan- en uitschakelen. Verschillende ziekenhuizen in Amerika geven zelfs eigen programma's, die speciaal tot de patiënten gericht zijn. De radioluisteraar die goed luistert, kan zelf tenslotte meewerken om de uitzending beter te maken. Dit bereikt hij door een goede opbouwende kritiek over de program ma's te geven, die bij oppervlakkige be schouwing zeker niet gegeven kan worden. Vragen. L. K. te 'sH. U kunt gebruik maken van een verhuistransformator 110220 Volt, waarmee U net zoo goed de spanning van 110 Volt om kunt transformeeren in 220 Volt, als omgekeerd. A. M. te W. Van de door U genoemde merken raden wij U aan Uw keuze te ma ken uit de nummers 1 en 3. Wat Uw tweede vraag betreft, vraagt U eens het advies van den Technischen Dienst Holland van de N.V. Philips Radio te Kindhoven, als T J meent, dat Uw repara teur niet voldoende deskundig is. G. H. te A. Als titels van radiotijdschrif- ten kunnen wij U opgeven: „Radio Expres", Laan v. Meerdervoort 30, Den Haag. „Wireless World", Iliffe and Son, Lon don. Funk", Weidmannsche Buchhandlung, Berlin. Indien U ons meedeelt, wat U van het tijdschrift verwacht, zullen wij U wellicht nog meer kunnen adviseeren en bij Uw keuze behulpzaam zijn. H. de H. te A. Zeer gaarne zullen wij u het schema voor een stToombesparende schakeling toezenden. Daar u schrijft dat u een fabriekstoestel hebt, zal dat misschien niet meevallen, daar u dan het inwendige iets zal moeten wijzigen. Schrijft u even of u dit aandurft, waarna wij u het schema zul len zenden. Gaarne hadden wij- ook opgave van het type eindlamp. Een staaf ijzer als aarde kunt u gebrui ken, mits u de aarddraad er aan vast sol deert. Een koperen buis is echter beter. De Philector is heel goed geschiikt om de storing op te heffen. U sluit deze aan vol gens voorschrift, waarna u uw toestel nor maal afstemt en dan m,et de Philector de storing bijregelt. U kunt het probeeren met een conden sator van ca 50 cm. in de antenne, bij de aansluiting van het toestel. Iedere radio- handel kan u zooiets leveren voor een paar dubbeltjes. door Grace Sinclair. 15.) Bruno werd daarna nog meer aangehaald en de twee meisjes werden nog grooter vriendinnen, dan zij al waren. Hoe moesten ze echter Gerard beloonen voor alles, wat hij voor hen allen gedaan had? Dat was de vraag, die dokter Morand de eerstvolgende dagen bezig hield. Hiji begreep niet, hoe het zijn oplettend heid oatgaan was, wat Beril direct opge merkt had, dat de spraak van den jongen aanduidde dat hij van goede familie moest zijn; daarenboven was zijn mooie houtsnij werk een groote verrassing, en zonder een kenner te zijin, zag dokter direct, dat bij talent had, zoo niet een genie was. „Wie heeft het je geleerd, Gerard?" vroeg hij. „Niemand, meneer," antwoordde Gerard. Hij was erg veranderd sedert dien avond. Hij- keek niet meer zoo verbitterd en som ber, zelfs zijn houding was veranderd. „Het was het eenige, waarin ik tot nu toe eenig belang stelde, behalve dn Mignonne", zei hij'. „Je hebt grooten aanleg voor dat werk", zei do dokter. „Het is jammer, dat je er niet al je tijd aan kunt geven. Waar doe je dat houtsnijwerk van de hand?" „Ik geef het aan meneer Bruyère", ant woordde Gerard. „Hij zegt, dat hij het nu en dan voor een kleinigheid kan verkoo- pen." „Een kleinigheid!" herhaalde dokter Mo rand, en hij lachte spottend, „en wie ont vangt die kleinigheid? Die houdt hij zeker zelf." ,Ja, Dokter; maar hij geeft Mignonne ook te eten." Dokter Morand haalde ongeduldig zijn schouders op. „Ik ben je heel veel verschuldigd, Ge rard", zei hij. „Ik kan het je nooit ten volle vergoeden, maar ik. zou graag doen, wat in mijn vermogen is. Het leven, dat je nu leidt, is niet voor je geschikt. Zou je het niet op willen geven en al je tijd besteden aan je houtsnijwerk?" Het gezicht van den jongen verhelderde voor een oogenblik, maar meteen zag hij weer even bleek. „Ik moet nog twee jaar blijven bij me neer Bruyère", zei hij toen. „Vijf jaar ge leden, toen ik nog maar elf was en Mig nonne en ik alleen overgebleven waren, heb ik mij voor zeven jaar bij hem verhuurd, li kon niets anders vinden en ik mocht Mignonne l>ij mij houden, en sedert heb ben we hier gewoond." llij keek bij deze woorden den zolder rond, die van boven tot beneden vol gepakt was met goederen van Bruyère, en waarvan alleen een klein hoekje bij bet raam vrij was. „Hij kon ons niet meer ruimte afstaan", zei bij. „Het was al mooi genoeg, dat hij ons allebei den kost wou geven want de eerste paar jaar zou hij weinig hulp aan mij hebben. 'Het houtsnijwerk was natuur lijk eenige vergoeding voor hem; en een paar keer, toen hij erg tevreden was over mijn werk, heeft hij mij iets extra's gegeven voor Mignonne; maar nu heb ik den heelen winter aan dit paneel gewerkt." Hij liet den dokter het paneel zien, en deze was toen eigenlijk al voorbereid op het antwoord, dat hij van Bruyère kreeg, toen hij hem was gaan vragen, of hij hem Gerard zou willen afstaan. Al zijn pogin gen waren te vergeefs, hoewel hij meer vergoeding aanbood, dan zijn betrekkelijk kleine inkomen en zijn groote gezin hem veroorloofden. De oude Bruyère wilde er niets van hooren, om den jongen te laten schieten, nu hij eindelijk begon, hem eenig voordeel aan te brengen. „Ik had zoo gehoopt, dat ik meneer Bruyère had kunnen bewegen, om je te laten gaan", zei de dokter tegen Gerard, maar het heeft niet mogen zijn. Misschien vindt de Heer het goed en noodig, dat je nog eenigen tijd bij hem blijft. Je bezit nu den Heiland en ook Zijn geschreven Woord; daar heb je zeker voldoende aan. Als ik je echter bij gelegenheid met iets kan helpen, kom dan naar mij toe. Intusschen laat ik je over aan de zorg van Hem, Die ten allen tijde kan en wil helpen, niet alleen jou, maar al de Zijnen." De dokter probeerde zichzelf ook moed in te spreken, nadat hij afscneid had ge nomen van Gerard, want het waren in Ge- nève zorgvolle tijden voor de Evangeli- schen. De priesters hadden hun nederlaag van Goeden Vrijdag noch vergeten, noch ver geven, en wachtten slechts op een nieuwe gelegenheid, om hun slag te slaan. De Hugenoten begonnen angst te krijgen voor de groote kerkelijke feesten, omdat de priesters bij die gelegenheden op het ge moed der Katholieken trachtten te werken en hen op te hitsen tot de verdelging der ketters, als een werk, dat Gode aangenaam was. Begin Mei was er weer een heel bijzon dere dag, bekend als het Feest van het Doodskleed. Dit kleed was volgens de pries ters hetzelfde linnen kleed, waarin het lichaam van den Heere Jezus voor Zijn be grafenis gewikkeld was geworden, en waarin de indruk van zijn gelaat nog te zien was. Op onverklaarbare wijze had dat kleed zijn weg naar Genève gevonden, en werd met veel luister en ceremonieën op den vierden Mei tentoongesteld. Dokter Morand zag zeer tegen dien dag op en helaas niet voor niets. Onder redactie van Jur. Schroder, Sta dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru briek betreffende te richten aan di* adres. Correspondentie. N.N. te I e r s e k e: Uw brief ontvangen. Zooals U biet handhaven wij uw anonimi teit. Andere vragen beantwoorden wij per brief. B. H. te Aagtekerke; Wij' verzochten de Administratie van ,JDe Zeeuw" U het boekje toe te zenden. Dit is dus geschiedt of staat te gebeuren. G. S. te B i e z e 1 i n g e: Uw boekje is he den verzonden. A. W. te 't Z.: Zooals u ziet is uw adres wijziging genoteerd. B. S. te G o e s: Danlk voor uw sympathiek schrijven. Een damliefhebber wordt het damspel nooit ontrouw B. v. 0. te K a 11 e n d ij k e; Oplossingen moeten per briefkaart (4 cent porto) of per \>riel (.5 cent porto) ingezonden worden. Drukwerk is niet toegestaan. Dat kost ons maar strafport. „N.N." te Sluis. Ik heb den door u be doelden heer niet gekend. Als u mij gege vens verstrekt, wil ik gaarne aan uw ver zoek voldoen. Stuur dan, indien mogelijk, een probleem mede. F. de W. te Z o u t e 1 a n d e: U adres seerde; StadionWBG, zonder huisnummer. De brief kwam terecht. Een volgende keer echter kon dit wel eens niet het geval zijn. Noteer u mijn adres even? Ik ben nog niet zoo beroemd als Boerhaave. Aan dien ge leerde kon men brieven schrijven met het adres: Boerhaave, Europa, en dan werd dien brief toch besteld, zonder vertraging. Zoo ver ver verbeeld ik mij' niet het ooit te zullen brengen. H. M. S. te G o e s: Uu activiteit is nog niets verflauwd. Ik houd mij aanbevolen voor „Zeeuwsch" werk. Veel heb ik daarvan riiet in portefeuille. Over „De Damgids" leest u hieronder. Ik schrijf u binnenkort. A. W Kaat te K a p e 11 e: Uw partij te g enG. wil ik gaarne analyseeren en opne men. Duidelijke notatie is geweenscht. An ders komt er te veel zoeken bij. J. B. te Golijnsplaat: U hebt de oplossing dan toch gevonden. Dat stemt tot tevreden heid. De Damgids. Onder dezen titel verscheen een damcou- rant. De leiding is in beproefde handen, wat deskundigheid aangaat. De inhoud is le zenswaard. Of er behoefte aan is? Al vin den ook wij „Het Damspel", de uitgave van den Ned. Dambond, lang niet ideaal, toch gelooven wij, dat het beter is IN den Ned. Dambond te trachten verbeteringen aan te brengen. (Ook al geven wij toe dat dit heel moeilijk is.) Eenheid is voor waarde voor de ontwikkeling van het spel, dat ons allen zoo ter harte gaat. En moet men voor het behoud van die eenheid zelf offers brengen, dan is onze opinie, dat die blijmoedig gebracht moeten worden. Alleen als de uiterste grens bereikt is, dan komt eerst uittreding of terugtrekking in aanmer king. Wij voorspellen het nieuwe blad geen langen levensduur. Als het uitkomt ook dat is nog de vraag, want er is maar pas een proefnummer verschenen zal de stTijd om het bestaan niet meevallen. TOCH KERSTFEEST. 2.) (Slot.) Piet kreeg haast een kleur van plezier, want dit was het wat hij sinds gister aldoor gehoopt had. Hij wilde nu ook wel vragen hoe Jan ze vond, maar durfde dat toch niet goed, en, het hoefde ook niet, want Jan was hem al voor. „Waarom zingen jullie juist deze versjes, ik vind ze zoo vreemd, ik begrijp er niets van. Jij wel?" „Ja." „En je zusjes?" „Ook." „Dat kleintje ook?" „Nou, niet alles misschien, maar ze be grijpt ze toch wel." Jan had er ineens spijt van, dat hij naar Piet toe gegaan was. Hij vond het niet pret tig te hooren, dat dat kleine zusje van Piet meer wist dan hij, en juist aarzelde hij of hij maar gaan zou of niet toen Piet moed vatte, en, hij wachtte even met het schud den van de flesch, die hij juist in zijn handen had, vroeg of hij dan nooit van de Heere Jezus gehoord had. „Van de Heere Jezus? Die ook in dat versje voorkomt? Nee." Jan begreep wel, dat Piet hier niet be doelde het vloeken van de jongens op school. „Heb je dan wel eens van het Kerstfeest gehoord?" „Ja, natuurlijk wel." „En weet je dan niets van den Heere Jezus, hoe kan dat nou, dat is toch het Kerstfeest, dat staat toch in den bijbel?" „In den bijbel?" „Ja, daar leeren wij het ook allemaal uit

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 8