Rondgang door den Pam-doolhof
HET VERMISTE PAKKET.
co
Z
5
5
0)
01
u
UI
z
1-3 TS
to bo o o
0
g
gg
Is
TO
g 2 "a
I® 3
a p
Wenken op technisch gebied.
Voor de jeugd.
4»
D >n
2
m .t;
3 s
c
-J c
3 O
ca a.
k z
o
2
-5
E
e
p
0
«-•
r>
i
PS
as
a.
o
j o ai
•~3 CD fcO
J0
g>
S--S
O
2-S
5
w "2 b
S10 °"s ^"-0 h
«Soö-g-S^gffla®.®
si!- *3
-
H CD '-N RH
p.X> 5 ®^2
0^2ïfi.2ao0§
2 co
M rrt m M m JT
*"3^~ ©2°2 g a a B.S o»g.S°c
©-22.2 3.2 g-g-g g N®
uooo®.S"3iS®(3^^®S§ a!
N^3«'a?AiSKiei.^D,2&J2®n^ xs -a
■B5 w
g
m 2^
o
cd co
C
C oi 0)
>w§
2 3 5
XI -a
Ï-5
.5 o
g em
o to
C
CD
3 gr
fciO Sh
G r£
li u
to to
MW
o
o c
rA
2
Skti
X3 n
3 "3-3
'3 S
XI 6 a)
N T3
<D "a)
bo
O
*0
Td
S
cd jr; cd -cj
wlw"
cd <d
*0 *0,0
0 S"® S.S Sr2.fi
d Cd TO g. J!J
k»H Cö CD
JA
C cd
CD
»-* T* kU W f"J TO
w
CD lu
r- S r-=1 *0
t_, O CD Tj ri
- - a? a>
a
o
a'a'
bo
<0 o
5
O
r-l r»H
3
- 3 .SS^A
C^rC'0'Ü'r/
TO O O W) bOr^ 0
<D 213
O
rCjr*
CD fi
-3 g
■SJ
o
O
0
cd
cd
w TO
W Tj rC
0
CD
"i"*1
cd
o
G) bo 0 TO r±< CO
O CD ,rH S
cj >"prö f_ ID 5
g°;»4 fc
P< CD T3 fi t> C
Td «H
O
0) S
T3 O
rCj
O
O
CD
fl
r-=J CD
<D
0
cd
cd <D
C
CD
-5 S
!S
c c
_g®
CD
bc5
O P3
CD
0 T3
C
S3
oT.^
SJ
0 2
cd rO
Eh o
E bo
cd cd
T5
fct
0
O
CD
C CD
NÏ
T3 ri4
Ci c-
cD i
TO
rö 'H
£_H
be <d
<D I H
"a S?
=3
CO
L.
"5
o
09
«f-
*-
O
CD
X
S—I
<D O
•rH CO
TO
c
Cd
bo H
bo
Zt w
C -O To
tf :S7
S 2 3 H s
a-c ®r hn
-Q
- -S
TO
rQ
TO T3
©5
"o
TO
g
■H» Z? T3
to r
cd a
Q, TO Cd
«3 m
ft
co X
O «j bJC
2u-g ë-s g-S-S .„a
a -w j; cd axi ch i
XWfex!i3 Six k,
tu a
a .2
cd
fl) H
C E TO
4 bo bo
TO TO
S®*1
fe S
U ]0 73 X3
"^r
tr
"22
^3 TO
a s
a
!>-£ ^d.ü
_fö
Ti 2 a
kW O TO
fl
g TO TO
SOP
rn CO bD
X! TO cd
©fl "3
™x a o a)
u cd bo
-*-> CO *2? TO S-H
-SS ?^t!
a a c
rj a <D cd To
.5 a? TP
wil zijn, mevnen ze minachten daar baat te
vinden.
Daarbij komt nog, dat, dit blijkt ook uit
den brief van vorige week in „De Zeeuw",
de Nat ion aal-Socialisten een duidelijke de
monstratie van w i 1 aan den dag leggen,
waarvan groote suggestie uitgaat. De door
snee jeugd doorziet niet het oppervlakkige
hiervan en laat zich mede lij^nen door de
vage religieuse fundeering. „Ten opzichte
van het anti-semitisme onder de jeugd bent
n beslist te pessimistisch geweest Tot
's avonds laat in stroomenden regen hebben
duizenden jongelui van allerlei stand en
richting voor de Joodsche vluchtelingen
gecollecteerd."
Vraag: „Voelt de jeugd het leidersprïn-
cipe als min of meer religieus aan, zien
ze dus in den leider niet alleen een verlos
ser van materieele ellende, maar ook van
geestelijke ellende, dus een soort van mes-
sias?"
Antwoord: „Ik geloof van niet. Ze
zien in hem een aardsch regeeringspersoon,
die in de plaats kan treden van de tegen
woordige regeering. Voor mystieke ver
eering als in Duitschland voor den Föhrer
is de Hollandschc jeugd in doorsnee te
nuchter. Ook werkt zelfs in buitenkerkelijken
kring de Christelijke inslag van het Neder-
landsche volk, die meer Calvinistisch dan
Luthersch is, bewust of onbewust na
Vraag: „Vele middenstanders en geze
ten burgers neigen naar het Nationaal-So-
cialisme uit angst voor het Communisme.
Leeft deze vrees ook onder de jeugd, en
worden ze daarom Nationaal-Socialist?"
Antwoord: „Neen. Ik acht de invloed
van het communisme op de jeugd in ver
houding tot die van het nationaal-socia-
lisme, zeer gering. Het commuunisme is
voor hen te ruw, te onbeschaafd en te ma
terialistisch."
Vraag: „Ja, maar er is toch ook een
intellectueel communisme?"
Antwoord: „U bedoelt het z.g. salon-
communisme. Dat oefent slechts invloed on
der enkelen, maar niet onder de massa".
V raag: „Is uw ervaring op de clubs
dat er onder de leden veel over deze dingen
wordt gesproken, en hoe worden de bespre
kingen bij U daarover gevoerd?"
Antwoord. „Er bestaat veel belang
stelling voor. De vraagstukken worden niet
politiek, maar uitgaande van de levensbe
schouwing bezien. In het algemeen door
zien de jongelui dan wel dat, wat de Natio-
naal-socialisten onder godsvertrouwen ver
staan, dermate vervlakt godsbesef insluit,
dat het met orthodox Christendom onver-
eenigbaar is. Typisch is b v. ook de uitdruk
king van den briefschrijver in ,.De Zeeuw":
„Zij zullen zich scharen rond Hussert, en
de Christelijke grondslagen van onze sa
menleving zijn gewaarborgd. Zelfs al was
Mussert de Apostel Paulos, dan zou het nog
onchristelijk zijn om te zeggen: „Wij scha
ren ons om Paulus en de Christelijke grond
slagen onzer samenleving zijn gewa-rborgd.
Typisch is trouwens dat in de redactie van
„Volk en Vaderland" o.a. Mr van Lunteren
zal, een uitgesproken Hegeliaan".
V raag: „Acht u in het groote stadswerk
voldoende tegenweer aanwezig, of was m'n
pessimisme in dezen gerechtvaardigd?"
Antwoord: „Het pessimisme was ge
rechtvaardigd; de leden zijn als regel niel
voldoende op de hoogte, de leiders wel.
Daarnaast moet ik echter zeggen dat in de
periodieken deze stof geregeld deskundig
wordt behandeld, zoodat ze goede oriëntatie
kunnen krijgen."
Tot zoover de hoofdzaken van ons ge
sprek. De volgende maal laat ik een jeugd
leidster aan het woord, die vooral ook be-
Het licht schijnt in de duisternis.
De belangrijke vraag voor ons is, of wij,
die ook beschenen zijn door het Licht der
lichten, het hebben laten doorschijnen in
onze harten; of de lichtglans van de ken
nis der heerlijkheid in bet aangezicht van
Jezus Christus onze ziel heeft bestraald en
alle verblindheid doen wijken; of wij waar
lijk kinderen des lichts zijn geworden en
niet maar als loutere lampdragers den
Christelijken weg gaan!
ktmtl is onder do arbeidersbevolking van
botterdam.
Ik geef de meeningen steeds precies weer,
zooals ze me werden verschaft, om tenslotte
in eenige artikelen, zooals ik beloofde, mijn
eigen idee hiertegenover duidelijk en punt
voor punt uiteen te zetten.
P. W. J. S.
De luisteraar.
In een Amerikaanseh boek; „Handbook
of Droodcasting", waarin allerlei onder
werpen op het gebied van den omroep be
handeld worden, troffen wij een aardig
'hoofdstuk aan, waarin een nadere beschou
wing over de luisteraars gege.en wordt.
Nu er weer verschillende feestdagen voor
de deur staan en de radio weer een voor
naam gedeelte van deze feestdagen zal „vul
len" (we denken hierbij aan de uitzendin
gen bij de wisseling van het jaar en iele
speciale Kerstuitzendingen, die over 't al
gemeen door een ieder die er voor in de ge
legenheid is, beluisterd wordenJ gaan wij u
eens iets vertellen over „de luisteraar".
Meestal belichten wü het radio-onder
werp van de meer technische zijde en wij
gaven ook wel eens critiek op de iuen-
schen, die den omroep verzorgen, al is die
critiek altijd zeer bescheiden geweest, daar
onze omroep, in vergelijking met andere
omroepen, zeker niet op de laatste plaats
komt.
De luisteraar hebben wij nooit nader be
licht. Daarom gaan wjj U een paar gewoon
ten van de luisteraars vertellen.
Gewoonten, die U allemaal kent, maar
die U misschien nooit opmerkte.
Een slechte gewoonte van veel luisteraars
is dat zij voortdurend aan de afstemschaal
„draaien".
Bij het doordraaien van de schaal over
bepaalde punten, kunnen wij dan even een
spreker of muziek hooren.
We vangen heel vaag eenige klanken op
en voordat wij ons kunnen realiseeren, wat
daar nu gebeurde, is er al weer een ander
station aan de beurt, waarmee hetzelfde ge
schiedt. Kwam er tenslotte na of 2 minuten
nu maar een goed programma, maar 't is
een hobby van versehilende menschen om
maar „door te draaien". Zelf merken zij er
weinig van, want zij kunnen dit spelletje
uren volhouden. De huisgenooten, die ge
dwongen worden telkens een „hap" mee te
„slikken", vinden doorgaans deze liefheb
berij niet erg prettig.
Toch is deze „draaierij" heelemaal niet
noodig. Neem een radioblad, waarin alle
programma's vermeld staan en kies Uw
programma uit en luister daar naar. U zult
zien, U zult dan veel meer waardeering
voor sommige programma's krijgen. Wilt U
met alle geweld toch aan een knop draaien,
neem dan een koffiemolen. Deze schrikt de
huisgenooten niet op en met Uw „draaierij"
streeft U dan nog een goed huishoudelijk
doel na!
De andere slechte gewoonte is juist tegen
gesteld aan de eerste: de gewoonte van het
altijd op dezelfde afstemming laten staan
van het radiotoestel. Er zijn heel veel luis
teraars die hun toestel afstemmen op een
station, wat voor hen „favoriet" is en wat
er nu ook gebeurt, door dik en dun luistert
men naar dat station. Om verschillende re
denen is deze gewoonte te veroordeelen. We
worden „afgestompt" door een bepaalde
omroep en uitzendingen, bepaalde andere
stations eigen, mi^en wij.
Er zijn veel huisvrouwen die eerst de ra
dio aanzetten en daarna de stofzuiger. De
mannen zetten bij voorke ir 's avonds, voor
dat zij hun krantje gaan lezen de radio
aan.
Komen er gasten op bezoek of heeft men
een gezellig huiselijk praatje dan moet bij
voorkeur de radio hard bulderen.
Soms kan een zacht licht muziekje op
den achtergrond verschillende menschen
prettig aandoen. Wees er echter voorzichtig
mee.
Hoe moeten wij nu luisteren? Deze vraag
is niet zoo gemakkelijk te beantwoorden.
BIJ DE KRIBBE VAN BETHLEHEM.
Komt verwondert u hier, menschen,
ziet hoe dat u God bemint;
ziet vervuld der zielen wenschen,
ziet dit nieuwgeboren Kind.
Ziet die 't Woord is zonder spreken,
ziet die Vorst is zonder pracht,
ziet die 'tal is in gebreken,
ziet die 't licht is in den nacht.
Ziet, die 't goed is, dat zoo zoet is,
wordt verstooten, wordt veracht.
Ziet, hoe dat men met Hem handelt,
hoe men Hem in doeken bindt,
die met Zijne godheid wandelt
op de vleugels van den wind.
Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden,
zonder teeken van verstand,
die den hemel moet verblijden,
die de kroon der wijsheit spant.
Ziet, hoe teere is de Heere,
die 'tal draagt in Zijne hand.
O Heer Jesu, God en mensche,
die aanvaard hebt dezen staat,
geef mij, dat ik door U wensche,
geef mij door Uw kindschheid raad.
Sterk mij door Uw teere handen,
Maak mij door Uw kleinheid groot;
maak mij vrij door Uwe banden,
maak mij iijk door Uwen nood,
maak mij blijde door Uw lijden,
maak mij levend door Uw dood.
Zoek echter uw favoriet programma op in
het radioblad. Zet er een streepje of andere
aanduiding bij. En begint dit programma:
zet U dan werkelijk tot luisteren. Ga er dan
ook voor zitten en luister met volle aan
dacht. U kunt op deze manier veel meoi
van Uw radio genieten.
In de Vereenigde Staten zijn er meer dan
zes millioen boerderijen. Nu is het opmer
kelijk dat daar de landbouwer een zeer
ernstige radioluisteraar is. Wij bedoelen
daar mee, dat hij maar niet luk raak draait,
maar altijd behaalde programma's beluis
terd. Weer- eu marktberichten zijn. voor
hem van 't grootste belang en zij luisteren
met bijzondere belangstelling naar verschil
lende praatjes, die de landbouw betreffen.
Tenslotte moeten wij U nog iets vertellen
over de „opgesloten" luisteraar. Wij bedoe
len hiermee de zieken en invaliden.
Over 't algemeen zijn dit zeer moeilijke
menschen die direct een strenge critiek
hebben.
Is de kwaliteit van de uitzending van
dien aard, dat er iets aan ontbreekt, of is
het ontvangtoestel niet heelemaal precies in
orde, dan kan de uitwerking op de zieken
funest zijn. Zij kunnen zich er zoo over
opwinden, dat het zelfs nadeelig is voor hun
ziekte. Het effect is echter tegenovergesteld
als de ontvangst goed is.
De radio is voor de zieken in de zieken
huizen niet alleen een vervangmiddel voor
het familieleven, wat zij moeten missen. Het
kan ook zeer zeker als geneesmiddel wer
ken. Verschillende ziekenhuisdireclies zien
dan ook het voordeel in van een radio-
onlvanginstallatie, welke dan zoo uitgevoerd
wordt, dat iedere patiënt zijn gehoorappa
raat naar believen kan regelen en aan- en
uitschakelen.
Verschillende ziekenhuizen in Amerika
geven zelfs eigen programma's, die speciaal
tot de patiënten gericht zijn.
De radioluisteraar die goed luistert, kan
zelf tenslotte meewerken om de uitzending
beter te maken. Dit bereikt hij door een
goede opbouwende kritiek over de program
ma's te geven, die bij oppervlakkige be
schouwing zeker niet gegeven kan worden.
Vragen.
L. K. te 'sH. U kunt gebruik maken van
een verhuistransformator 110220 Volt,
waarmee U net zoo goed de spanning van
110 Volt om kunt transformeeren in 220
Volt, als omgekeerd.
A. M. te W. Van de door U genoemde
merken raden wij U aan Uw keuze te ma
ken uit de nummers 1 en 3.
Wat Uw tweede vraag betreft, vraagt U
eens het advies van den Technischen Dienst
Holland van de N.V. Philips Radio te
Kindhoven, als T J meent, dat Uw repara
teur niet voldoende deskundig is.
G. H. te A. Als titels van radiotijdschrif-
ten kunnen wij U opgeven:
„Radio Expres", Laan v. Meerdervoort
30, Den Haag.
„Wireless World", Iliffe and Son, Lon
don.
Funk", Weidmannsche Buchhandlung,
Berlin.
Indien U ons meedeelt, wat U van het
tijdschrift verwacht, zullen wij U wellicht
nog meer kunnen adviseeren en bij Uw
keuze behulpzaam zijn.
H. de H. te A. Zeer gaarne zullen wij
u het schema voor een stToombesparende
schakeling toezenden. Daar u schrijft dat u
een fabriekstoestel hebt, zal dat misschien
niet meevallen, daar u dan het inwendige
iets zal moeten wijzigen. Schrijft u even of u
dit aandurft, waarna wij u het schema zul
len zenden. Gaarne hadden wij- ook opgave
van het type eindlamp.
Een staaf ijzer als aarde kunt u gebrui
ken, mits u de aarddraad er aan vast sol
deert. Een koperen buis is echter beter.
De Philector is heel goed geschiikt om de
storing op te heffen. U sluit deze aan vol
gens voorschrift, waarna u uw toestel nor
maal afstemt en dan m,et de Philector de
storing bijregelt.
U kunt het probeeren met een conden
sator van ca 50 cm. in de antenne, bij de
aansluiting van het toestel. Iedere radio-
handel kan u zooiets leveren voor een paar
dubbeltjes.
door Grace Sinclair.
15.)
Bruno werd daarna nog meer aangehaald
en de twee meisjes werden nog grooter
vriendinnen, dan zij al waren.
Hoe moesten ze echter Gerard beloonen
voor alles, wat hij voor hen allen gedaan
had? Dat was de vraag, die dokter Morand
de eerstvolgende dagen bezig hield.
Hiji begreep niet, hoe het zijn oplettend
heid oatgaan was, wat Beril direct opge
merkt had, dat de spraak van den jongen
aanduidde dat hij van goede familie moest
zijn; daarenboven was zijn mooie houtsnij
werk een groote verrassing, en zonder een
kenner te zijin, zag dokter direct, dat bij
talent had, zoo niet een genie was.
„Wie heeft het je geleerd, Gerard?"
vroeg hij.
„Niemand, meneer," antwoordde Gerard.
Hij was erg veranderd sedert dien avond.
Hij- keek niet meer zoo verbitterd en som
ber, zelfs zijn houding was veranderd. „Het
was het eenige, waarin ik tot nu toe eenig
belang stelde, behalve dn Mignonne", zei hij'.
„Je hebt grooten aanleg voor dat werk",
zei do dokter. „Het is jammer, dat je er
niet al je tijd aan kunt geven. Waar doe
je dat houtsnijwerk van de hand?"
„Ik geef het aan meneer Bruyère", ant
woordde Gerard. „Hij zegt, dat hij het nu
en dan voor een kleinigheid kan verkoo-
pen."
„Een kleinigheid!" herhaalde dokter Mo
rand, en hij lachte spottend, „en wie ont
vangt die kleinigheid? Die houdt hij zeker
zelf."
,Ja, Dokter; maar hij geeft Mignonne
ook te eten."
Dokter Morand haalde ongeduldig zijn
schouders op.
„Ik ben je heel veel verschuldigd, Ge
rard", zei hij. „Ik kan het je nooit ten volle
vergoeden, maar ik. zou graag doen, wat in
mijn vermogen is. Het leven, dat je nu
leidt, is niet voor je geschikt. Zou je het
niet op willen geven en al je tijd besteden
aan je houtsnijwerk?"
Het gezicht van den jongen verhelderde
voor een oogenblik, maar meteen zag hij
weer even bleek.
„Ik moet nog twee jaar blijven bij me
neer Bruyère", zei hij toen. „Vijf jaar ge
leden, toen ik nog maar elf was en Mig
nonne en ik alleen overgebleven waren, heb
ik mij voor zeven jaar bij hem verhuurd,
li kon niets anders vinden en ik mocht
Mignonne l>ij mij houden, en sedert heb
ben we hier gewoond." llij keek bij deze
woorden den zolder rond, die van boven tot
beneden vol gepakt was met goederen van
Bruyère, en waarvan alleen een klein
hoekje bij bet raam vrij was.
„Hij kon ons niet meer ruimte afstaan",
zei bij. „Het was al mooi genoeg, dat hij
ons allebei den kost wou geven want de
eerste paar jaar zou hij weinig hulp aan
mij hebben. 'Het houtsnijwerk was natuur
lijk eenige vergoeding voor hem; en een
paar keer, toen hij erg tevreden was over
mijn werk, heeft hij mij iets extra's gegeven
voor Mignonne; maar nu heb ik den heelen
winter aan dit paneel gewerkt."
Hij liet den dokter het paneel zien, en
deze was toen eigenlijk al voorbereid op
het antwoord, dat hij van Bruyère kreeg,
toen hij hem was gaan vragen, of hij hem
Gerard zou willen afstaan. Al zijn pogin
gen waren te vergeefs, hoewel hij meer
vergoeding aanbood, dan zijn betrekkelijk
kleine inkomen en zijn groote gezin hem
veroorloofden. De oude Bruyère wilde er
niets van hooren, om den jongen te laten
schieten, nu hij eindelijk begon, hem eenig
voordeel aan te brengen.
„Ik had zoo gehoopt, dat ik meneer
Bruyère had kunnen bewegen, om je te
laten gaan", zei de dokter tegen Gerard,
maar het heeft niet mogen zijn. Misschien
vindt de Heer het goed en noodig, dat je
nog eenigen tijd bij hem blijft. Je bezit nu
den Heiland en ook Zijn geschreven Woord;
daar heb je zeker voldoende aan. Als ik je
echter bij gelegenheid met iets kan helpen,
kom dan naar mij toe. Intusschen laat ik
je over aan de zorg van Hem, Die ten allen
tijde kan en wil helpen, niet alleen jou,
maar al de Zijnen."
De dokter probeerde zichzelf ook moed
in te spreken, nadat hij afscneid had ge
nomen van Gerard, want het waren in Ge-
nève zorgvolle tijden voor de Evangeli-
schen.
De priesters hadden hun nederlaag van
Goeden Vrijdag noch vergeten, noch ver
geven, en wachtten slechts op een nieuwe
gelegenheid, om hun slag te slaan.
De Hugenoten begonnen angst te krijgen
voor de groote kerkelijke feesten, omdat de
priesters bij die gelegenheden op het ge
moed der Katholieken trachtten te werken
en hen op te hitsen tot de verdelging der
ketters, als een werk, dat Gode aangenaam
was.
Begin Mei was er weer een heel bijzon
dere dag, bekend als het Feest van het
Doodskleed. Dit kleed was volgens de pries
ters hetzelfde linnen kleed, waarin het
lichaam van den Heere Jezus voor Zijn be
grafenis gewikkeld was geworden, en
waarin de indruk van zijn gelaat nog te
zien was. Op onverklaarbare wijze had dat
kleed zijn weg naar Genève gevonden, en
werd met veel luister en ceremonieën op
den vierden Mei tentoongesteld.
Dokter Morand zag zeer tegen dien dag
op en helaas niet voor niets.
Onder redactie van Jur. Schroder, Sta
dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru
briek betreffende te richten aan di* adres.
Correspondentie.
N.N. te I e r s e k e: Uw brief ontvangen.
Zooals U biet handhaven wij uw anonimi
teit. Andere vragen beantwoorden wij per
brief.
B. H. te Aagtekerke; Wij' verzochten
de Administratie van ,JDe Zeeuw" U het
boekje toe te zenden. Dit is dus geschiedt
of staat te gebeuren.
G. S. te B i e z e 1 i n g e: Uw boekje is he
den verzonden.
A. W. te 't Z.: Zooals u ziet is uw adres
wijziging genoteerd.
B. S. te G o e s: Danlk voor uw sympathiek
schrijven. Een damliefhebber wordt het
damspel nooit ontrouw
B. v. 0. te K a 11 e n d ij k e; Oplossingen
moeten per briefkaart (4 cent porto) of per
\>riel (.5 cent porto) ingezonden worden.
Drukwerk is niet toegestaan. Dat kost ons
maar strafport.
„N.N." te Sluis. Ik heb den door u be
doelden heer niet gekend. Als u mij gege
vens verstrekt, wil ik gaarne aan uw ver
zoek voldoen. Stuur dan, indien mogelijk,
een probleem mede.
F. de W. te Z o u t e 1 a n d e: U adres
seerde; StadionWBG, zonder huisnummer.
De brief kwam terecht. Een volgende keer
echter kon dit wel eens niet het geval zijn.
Noteer u mijn adres even? Ik ben nog niet
zoo beroemd als Boerhaave. Aan dien ge
leerde kon men brieven schrijven met het
adres: Boerhaave, Europa, en dan werd
dien brief toch besteld, zonder vertraging.
Zoo ver ver verbeeld ik mij' niet het ooit
te zullen brengen.
H. M. S. te G o e s: Uu activiteit is nog
niets verflauwd. Ik houd mij aanbevolen
voor „Zeeuwsch" werk. Veel heb ik daarvan
riiet in portefeuille. Over „De Damgids"
leest u hieronder. Ik schrijf u binnenkort.
A. W Kaat te K a p e 11 e: Uw partij te
g enG. wil ik gaarne analyseeren en opne
men. Duidelijke notatie is geweenscht. An
ders komt er te veel zoeken bij.
J. B. te Golijnsplaat: U hebt de oplossing
dan toch gevonden. Dat stemt tot tevreden
heid.
De Damgids.
Onder dezen titel verscheen een damcou-
rant. De leiding is in beproefde handen, wat
deskundigheid aangaat. De inhoud is le
zenswaard. Of er behoefte aan is? Al vin
den ook wij „Het Damspel", de uitgave
van den Ned. Dambond, lang niet ideaal,
toch gelooven wij, dat het beter is IN den
Ned. Dambond te trachten verbeteringen
aan te brengen. (Ook al geven wij toe dat
dit heel moeilijk is.) Eenheid is voor
waarde voor de ontwikkeling van het spel,
dat ons allen zoo ter harte gaat. En moet
men voor het behoud van die eenheid zelf
offers brengen, dan is onze opinie, dat die
blijmoedig gebracht moeten worden. Alleen
als de uiterste grens bereikt is, dan komt
eerst uittreding of terugtrekking in aanmer
king. Wij voorspellen het nieuwe blad geen
langen levensduur. Als het uitkomt ook
dat is nog de vraag, want er is maar pas
een proefnummer verschenen zal de
stTijd om het bestaan niet meevallen.
TOCH KERSTFEEST.
2.) (Slot.)
Piet kreeg haast een kleur van plezier,
want dit was het wat hij sinds gister aldoor
gehoopt had. Hij wilde nu ook wel vragen
hoe Jan ze vond, maar durfde dat
toch niet goed, en, het hoefde ook niet, want
Jan was hem al voor.
„Waarom zingen jullie juist deze versjes,
ik vind ze zoo vreemd, ik begrijp er niets
van. Jij wel?"
„Ja."
„En je zusjes?"
„Ook."
„Dat kleintje ook?"
„Nou, niet alles misschien, maar ze be
grijpt ze toch wel."
Jan had er ineens spijt van, dat hij naar
Piet toe gegaan was. Hij vond het niet pret
tig te hooren, dat dat kleine zusje van Piet
meer wist dan hij, en juist aarzelde hij of
hij maar gaan zou of niet toen Piet moed
vatte, en, hij wachtte even met het schud
den van de flesch, die hij juist in zijn
handen had, vroeg of hij dan nooit van de
Heere Jezus gehoord had.
„Van de Heere Jezus? Die ook in dat
versje voorkomt? Nee."
Jan begreep wel, dat Piet hier niet be
doelde het vloeken van de jongens op
school.
„Heb je dan wel eens van het Kerstfeest
gehoord?"
„Ja, natuurlijk wel."
„En weet je dan niets van den Heere
Jezus, hoe kan dat nou, dat is toch het
Kerstfeest, dat staat toch in den bijbel?"
„In den bijbel?"
„Ja, daar leeren wij het ook allemaal uit