IEL op Walcheren. KJES NEE S-BANK DE ZEEUW KLOOSTERBALSEM GESPRONGEN HANDEN >OR! ?MAN, elef. 111). TWEEDE BLAD ^sulfaten rerlaagd. Recht van Weerstand. De Tweede Kamer. LOUISIANA Wat er deze week voorviel. POEDER s zuiverend end. Hi EE 32 ct. p. ons :RK 24et.p.on» oor kerk- icht. itore der Ban''» FEUILLETON Uit de Statenzaal. AKKER'S [-artikelen iet bezit bent i. ANK verzoeken beleefd IG COURANTBOEKJES sn uren. VOORSCHOT- volgens overeenkomst 1 huize van den kassier, uari, van 1.30 tot 5 uur. Januari, van 9 tot 5 uur. tot 12 en 1 tot 4 uur; r, in 't Vergaderlokaal. Wijk B 28 December, it Wijk B 10 Januari, 12 en 1 tot 6 uur. i 12% tot 3V2 uur bij 2 tot 4 uur en 6 tot 9 van 2 tot 4 en 6 tot 9 uur. t 5 en 6% tot 8% uur, aagt l»w er uitsluitend 100 y4 VAN ZATERDAG 24 DEC. 1938, Nr 73. Onlangs hebben eenige R.-K. studenten gemeend, de Overheid het werk uit han den te moeten nemen, door gewelddadig op te treden tegen een tentoonstelling georganiseerd door den Nieuw-Malthusi- aanschen Bond. Dit onrechtmatig optreden werd door een deel van de R.-K. pers goedgepraat met een beroep op het ook door de Anti revolutionairen erkende recht van verzet tegen de Overheid. Een uitermate zwak argument. Alsof men hier voor de keus stond óf de Over heid te gehoorzamen óf een gebod Gods te overtreden. Het doet ons genoegen, schrijft nu „D e S t a n d a a r d", te kunnen wijzen op een beschouwing van Roomsch-Katholieke zijde, waarin een actie als die van deze studenten onomwonden wordt afgekeurd. Mr Dr C. Ch. A. van Haren schreef in „De Tijd":» „Ons verzet beperkt zich intusschen tot de wettelijke middelen. De demonstraties der studenten te Arnhem verwerpen wij, niet in de eerste plaats uit de opportuni- teitsoverweging, dat een wapen werd ge bruikt, dat zich wel eens, maar dan in veel sterker mate, tegen ons zou kunnen keeren, maar omdat verzet tegen het wet tig gezag alleen dén geoorloofd is, wan neer al die voorwaarden zijn vervuld, welke Beysens, Hoogveld, Sassen e.a. hebben geformuleerd voor,., het recht van revolutie. Men weet, hoeveel water er nog naar de zee moet stroomen, voor aleer aan die voorwaarden is voldaan; zooveel, dat de zee dreigt over te loopen." Van deze principiëele veroordeeling namen wij met instemming kennis. Zij wint nog aan beteekenis, omdat de schrijver, verderop in zijn artikel, zich evenzeer keert tegen geestelijken dwang. Hij doet dat in deze woorden: „Zoeken wij ons heil in het ernstig streven naar verwezenlijking van den ka tholiek staatkundigen staat, en houden wij ons daarbij voor oogen zonder iets van onze rechten prijs te geven dat van geen volk een levens- en wereldbeschou wing kan worden afgedwongen." Zulke woorden zijn van meer waarde in den strijd tegen het gebruik maken van geweld en van geestelijken dwang, dan een vergoelijking van onwettige acties. NOODWETJE INZAKE „WILDE" AUTOBUSDIENSTEN. Na wijziging met 64 tegen 5 stemmen aangenomen. In de Tweede Kamer kw'am gisteren aan de orde het wetsontwerp tot wijziging van de af'deelingien 6 en 10 der wet van 29 No vember 1935, tot - verlaging van de openbare uitgaven (de zgn. machtigings wet). De heer Van L i d t h de Jende is van oordeel, dat veranderingen in een noodwet tot 't allernoodzakelijkste moeten worden beperkt en dit is niet het geval. Spreker ontwikkelt verder bezwaren van juridischen aard. De heer T r u ij e n (R.K.) komt er tegen op, dat houders van wilde auto- busdiensten de voorgestelde wijziging als een persoonlijken wraalkmaatregel van minister Geseling beschouwen. Spreker ontkent ook, dat er een con troverse tusscben regeering en rechter lijke macht zou zijn. De heer Diepenhorst (A.'R.) vraagt of er inderdaad nood is. Er moet een regeling k'omen,, doch dit wetje over- door FRANCES H. BURNETT. 9.) -o- „Zit niet op je bord te staren," fluis terde juffrouw Ferrol. „Leun achter over in je stoel, en gebruik je waaier alsof je er niets van gehoord hebt. Je moet^ nooit laten merken, dat je iets hoort van 't geen de menschen zeggen." „Ik zal wel genoodzaakt zijn haar nu en dan een kleinen wenk te geven," had ze te voren tot zichzelve gezegd. „Maar ik ben er zeker van, als ze eenmaal op de hoogte is, zal ze wel voor zichzelve kun nen zorgen." En 't had er veel van, alsof dit reeds aanstonds het geval was. Het meisje had lang en nauwkeurig haar eigen beeld be- schouvid, toen haar toilet voltooid was, en toen zij zich daarna van den spiegel afwendde, was er een zweem van fier heid te bespeuren in de wijze waarop ze naar hoofdje hield opgericht, terwijl een verhoogde blos haar wangen kleurde. isschien hetgeen zij in dat glas weerkaatst zag, haar een les geleerd. Maar zij zeide niets. Binnen weinige dagen was uua zelve verwonderd over de vorde ringen die zij gemaakt had. Welke goede verwachtingen ze ook omtrent de zaak schrijdt de grenzen eener technische wij ziging en den wettelijkeni stand van dit oogenblik. De Minister van Waterstaat, de heer Van Buuren, zegt dat niet toelaatbaar is, dat wilde toestanden lan ger bestaan dan noodig is. Het ia niet de bedoeling, 'een ruimere 'groep per stenen, betrokken bij het particulier ver voer, te raken, dan waarom het hier gaat. De heer Diepenhorst IA.R.) ver dedigt een, amendement, strekkende te voorkomen], dat naamlooze vennootschap pen zich aan de werking der wet zouden weten te onttrekken. De Minister is van oordeel, dat bij deze redactie vaagheden 'overblijven. De heer Van Braambeek '(S.D.) acht het wetsontwerp niet elegant, doch met het amendement is het ook onzeker of de directeur eener overtredende naamil. vennootschap wel kan worden aangepakt. Cm niet heelemaal niets te hebben, zal spreker's fractie niet tegen het amende ment stemmen. De Minister acht den weg van het regeeringsontwerp den veiligsten weg. De heer Diepenhorst verdedigt voorts een amendement om de werking der noodwet tot 16 Augustus 1939 te doen gelden en niet 'gedurende twee jaren, n.l. tot 1 Januari 1941, zooals de minister het voorstelt. De Minister aanvaardt dit onder voorbehoud van een nader voorstel tot verlenging. Het eerste amendement-Diepenhorst wordt aangenomen met 53 tegen 16 stemmen (tegen de N.S.B. en 12 R.K. Het tweede amendement wordt z.h.st. aangenomen. Het wetsontwerp wordt aangeno men met 64 tegen 5 stemmen (tegen de N.S.B. en de heer Kersten, Stik. Geref.). De voi 0 r z i 11 e r deelt mede, voorne mens te zijn, de Kamer op Dinsdag 7 Febr. weder bijeen te roepen, o.m. ter behandeling van de Indische begrooting. De vergadering wordt daarna gesloten. (Slot.) Bij de begrootingsdebatten is allereerst de samenstelling van het college van Ged. Staten ter sprake gebracht. Nieuw is dit onderwerp' allerminst. Vooral van vrijiz. en S. D. zijde wordt 't vrijwel elke vier jaar en ook wel eens tussohenbeide aan geroerd. Men weet, dat de meerderheid in de Staten, gevormd door de A. R., G. H. en R. K. fracties steeds op het standpunt heeft gestaan, dat Ged. Staten een rechtsoh college moesten vormen en dat alleen aan den Vrijheidsbond een ze tel moest worden toegekend. Dat liberale lid was vroeger de beer Van der Weijden, thans de beer Van Vloten. Waarom die minderheidszetel aan den Vrijheidsbond en b.v. niet aan de S. 'D. A. P., die in stemmental een belangrijk sterkere groep uitmaakt, is toegewezen, is ons niet be kend. De heer Staverman wilde 'het nu voort aan anders. Hij stelde voor, dat alle Sta tenleden, die opbouwend werk willen ver richten (blijkbaar wilde hij de sloopers, de N. S. B.'ers uitzonderen) straks vóór de Gedeputeerden-verkiezing 'bij elkaar zullen komen en dan de zes bekwaamsten zullen aanwijzen. Hij was zóó op de hoog te met de capaciteiten der heeren, dat hij die zes zóó wel kon aanwijzen. Natuurlijk waren dit niet anders dan academische, theoretische beschouwing m, want deze 42 leden zullen de zes Gede puteerden niet aanwijzen, maar de 42, die in bet a.s. voorjaar gekozen zullen wor den. En hoe dié daarover zullen denken, zal wel blijken. Van rechts heeft men dan ook heel wei nig op deze ontboezemingen gereageerd. Alleen de heer Van der Feltz gevoelde zich geroepen om de soc. democraten ie prikkelen, door ze ongeschikt tot regee- ren te verklaren, waarop de heer Onder- dijk, zooals te begrijpen was, niet zoo zachtjes heeft geantwoord. 'Ook meende de heer Staverman den ouderdom in bescherming te moeten ne men tegenover hen, die een verjonging in het college van Ged. Staten wel zeer gekoesterd had, toch was ze niet voorbe reid geweest op een zoo groote verande ring als in haar „protégée" had plaats gegrepen. Zij had er zich zeker van gevoeld, dat zij haar in 't verkrijgen van de noodige zelfbeheersching met haar raad en leiding zou moeten steunen, maar 't scheen wel alsof het meisje die zelfbeheersching op eens, zonder iemands hulp, geleerd had; ze was niet meer, zooals tot nog toe, steeds gereed geweest haar geneigdheid te uiten; ze deed niet langer allerlei onschuldige, kinderlijke vragen, en ze sprak nooit meer over haar familiebetrekkingen. Haar terughou dendheid wekte Olivia's verbazing op. „Je bent heel schrander," zeide ze op zekeren dag tot haar, nadat ze haar ge durende eenige minuten zwijgend had zitten aanikijken; en die woorden ont snapten Olivia ondanks haarzelve. „Je bent zelfs schranderder dan ik meende dat je waart, Louise." „Was dat héél schrander?" vroeg het meisje. „Ja, dat was bet," antwoordde Olivia, „maar niet zóó als je blijkt te wezen." Maar Louisiana glimlachte, noch bloosde, zooals Olivia verwacht had dat zij doen zou. Zij bleef zwijgend en blijk baar in gedachten verzonken zitten, ter wijl ze noch zelfvoldoening noch verle genheid toonde. Dien avond, toen de omnibussen aan kwamen, zaten zij te zamen in de voor- gewenscht achten. Bijzonder gelukkig was 'hij daarin niet. Hij maakte zoo ongeveer de uitzondering tot regel, alsof op hoogen leeftijd 's menschen productievermogen pas tot volle ontwikkeling komt. Het is dan wel heel verkeerd om iemand op 65- jarigen leeftijd te pensionneeren. Veel in druk maakte dit zonderling betoog van dezen medicus dan ook niet. De wensche- lijkheid, dat het Dag Bestuur onzer pro vincie eens eenige verjonging ondergaat, heeft hij allerminst weggeredeneerd. De heer Dekker (N. S. B.) had ditmaal weinig critiek. Zijn betoog was wel naa^ het bekende recept (alles wat niet deugt is de schuld van de democratie) opgesteld, maar de heerlijkheden van het nationaal socialisme zijn ons dit keer niet uitge stald. Hij was, wat men noemt „mak". Misschien als gevolg van de toestanden onder nationaal-socialistisch regime in Duitschland, van de interne moeilijkheden in eigen beweging en van het ontbreken van een verslaggever van zijn blad. Alleen meende hij het lid van Ged. Sta ten, dat door den heer Van der Feltz was aangevallen vanwege zijn houding in de Zegam-kwestie, in bescherming te moe ten nemen, terwijl van N. S. B.-zijde juist over deze materie de meest krasse dingen zijn gezegd en geschreven. Men moet maar durven1 Ook schoot hij op de hem eigen manier uit, toen de heer Van der Feltz vroeg het verbod van het lidmaatschap der N. S. B. dat geldt voor provinciaal personeel, ook van toepassing te verklaren voor het per soneel der Zegam, een semi-Overheidsbe- drijf. Toen hoorden we zelfs ook een keer de stem van zijn adjudant Van Gorsel, die overigens de zwijgende rol vervulde, maar nu het woord „broodroof" de zaal inschreeuwde. Overigens viel het ons op, dat de Sta tenleden dit tweetal zoo goed als geheel negeerden, aan bun woorden weinig aan dacht schonken en geen behoefte hadden een door hen ingediende reolamemotie te ondersteunen. Een scherpe gedachtenwisseling ont stond nog tusschen de heeren Van 't Hoff en Kodde. Laatstgenoemde diende zich aan als de miskende en misdeelde min derheid, die zelfs nog geen buitengewoon lid van 'Gedep. Staten mocht zijn. Maar de heer Van 'tHoff liet het daarbij niet zitten en antwoordde den beer Kodde, dat dit zijn eigen schuld was. Zijn manier van optreden is oorzaak, dat samenwerking niet mogelijk is gebleken. Even scherp was het debat tusschen de heeren Hamelink en v. d. Wart over den secretaris van de schoonheidscommissie. Hebben we den heer Hamelink (die er overigens vrede mee genomen had, als heel deze kwestie niet in het afdeelings- verslag was opgenomen geweest) goed be- zijn pijnljjk, lastig en leelijk om te zien! Maar daaraan sukkelen is nu niet meer noo dig! Ge behoeft ze niet te krijgen en Ge kunt er dadelijk af zijn, mits Ge Uw handen met den verzachtenden Kloosterbalsem verzorgt. Kloosterbalsem is een bijzondere balsem die heerlijk verzacht en die Uw huid prachtig fclad en gaaf maakt, dank zij de aromatische en huidgenezende bestand- deelen die Uw huid als 't ware verjongen Kloosterbalsem dr ngt diep in de \- eef- sels en maakt deze weer gezond en soepel Akker's Kloosterbalsem bijt niet, zooals andere middelen en is ook niet te ver gelijken met geparfumeerde crèmes, die wel aangenaam ruiken, maar niet genezen. Onovertroffen als huidgenezend middel bb brandwonden, schaafwonden, schrale huid, open huid, kloven en wintervoeten. Per pot van 25 Gram f 0.621/a, pot van 60 Gram f 1.04 galerij1. Toen de oude, rammelende voer tuigen met het gewone geraas het grint pad opreden, boog Olivia zich voorover, om een beter gezicht te hebben op de passagiers. „Hij moet er ook bij' wezen," zei ze. Louisiana legde de band op haar arm. „Wie zit daar bij den koetsier?" vroeg ze, toen de tweede wagen voorbijreed. „Is dat niet. „Ja zeker, bij is bet!" riep juffrouw Ferrol. Zijl wilde opstaan, maar voelde zich tegengehouden door baar gezellin, die met kracht haar pols omiklemde. „.Wacht een oogenblik!" zei ze. „Laat me niet alleen! 0 ik wilde, dat ik 't niet gedaan had!" Juffrouw Ferrol keerde zich om en staarde baar met de grootste verbazing aan. Zij bad die woorden op haar oude, openhartige, kinderlijke manier uitge sproken, terwijl ze, met verbleekte wan gen en wijdgeopende oogen, juffrouw Fer rol in het gelaat zag. „Wat scheelt je?" zei deze, in de hoog ste mate verschrikt. „Bevalt het denk beeld je werkelijk niet? Als dat het geval is, behoeven wij 't niet te doen. 't Was maar onzin neem me niet kwalijk, dat ik niet begrepen heb, dat 't je onaange naam zou kunnen zijn.Misschien was 't, bij slot van rekening, geen bewijs van goeden smaak in me, dat ik Terwijl de Tweede Kamer het restant van den begrootingsarbeia afdeed in het vooruitzicht van een flinke Kerstvacantie, heeft de Eerste Kamer het veelbestreden wetsontwerp tot wijziging van de tarief- machtigingswet behandeld en met een kleine meerderheid (26—22) aangenomen, Hiermede is een voor onze tarlefspolitiek belangrijke beslissing genomen, waar door onze regeering in den economischen strijd sterker komt te staan. Van economische moeilijkheden gespro ken, daarvan weet men in Duitschland, al wil men het zooveel mogelijk ontken nen, mee te praten. Voor Ingewijden is het al lang geen geheim meer, dat het economisch leven in Hitler-land uitermate zwak is. Het militaire apparaat wordt al sterker gemaakt, maar zijn economische positie gaat voortdurend achteruit. Dat moet vastloopen voor een land, dat naar autarkie (zelfvoorziening) streeft. De Duitsche handelsbalans is in het afgeloopen jaar passief geworden: in de eerste elf maanden van 1937 gaf zij een uitvoeroverschot te zien van 422 millioen mark, in de overeenkomstige periode van 1938 een invoeroverschot van 205 mil lioen. Hier ligt wellicht de oorzaak van de reis van dr Schacht naar Londen. De Engelsche handel staat gereed om, met krachtigen steun van de Engolsehe schatkist, den handelsoorlog van Duitsch land op den Balkan, en ook elders, te beantwoorden. Duitschland is merkbaar ongerust over hot voornemen dit land uit den wereldhandel uit te schakelen en op zich zelf terug te werpen. De taktlek der Nazi's is n.l.: zooveel mogelijk naar het buitenland verkoopen, maar er zoo wei nig mogelijk koopen. Maar dit planne tje kan alleen lukken als er buiten de Duitsche grenzen alleen lamme goed zakken wonen. Men gaat nu tegen-maat regelen nemen. Daarbij komt nog de ontstemming over de schandelijke misdaden aan de Joden bedreven. Volkomen begrijpelijk zijn hier en daar stemmen opgegaan om Duitsch land te boycotten. Onder al deze invloeden is een toestand gegroeid, welke een handelsoorlog zeer nabij komt. En dit wordt in Duitschland sterk gevoeld. Vandaar de reis van dr Schacht naar Londen. Duitschland schijnt zelfs daarbij van de Joden een handelsobject te wil len maken. Aan critiek in Engeland en Amerika op Duitschland en het dictatoriale stel sel ontbreekt het den laatsten tijd niet, Zelfs aan Chamberlain is door leiders der oppositie-partijen openlijk toegevoegd, dat hij niet opgewassen is tegen de ma noeuvres van Hitler en Mussolini, een meening, die ook wel buiten Engeland wordt geuit en veel schijn van waarheid heeft. Chamberlains tegenstanders koos- to ren nog steeds de gedachte, dat als hij te Berchtesgaden, te Godesberg en te München maar met de vuist op tafel had geslagen, Hitier zou zijn gecapituleerd. Chamberlain zelf was van het tegendeel overtuigd. Hij voorzag een oorlog over Europa. Daarom wilde hij een nieuwen weg inslaan: overleg. Maar wat is daarvan tot nu toe terecht gekomen? Is de koers van Hitler en Mus solini gematigd? De houding van eerstgenoemde tegen over Engeland en van den Duce tegen over Frankrijk beloven weinig goeds. Wat hebben beiden na München gedaan: de onrust bevorderd of Europa tot vrede gebracht? In deze gespannen verhouding gaat Chamberlain in Januari met Mussolini praten. De bekende Goering schijnt er ook bij' te wilen zijn. Nog een andere gebeurtenis trekt de aandacht: de reis van den Italiaanschen minister van buitenlandsehe zaken graaf Ciano naar Boedapest. Italië heeft nog steeds geweldige belangen in Centraal- Europa Italië moet Hongarije behouden. Is dat nog mogelijk'? Hongarije wordt heen en weer getrokken tusschen Duitschland, Italië en Polen. Het zou zich liefst bij geen van hen afzonderlijk aansluiten. Onder zulke precaire omstandigheden en verhoudingen (afgezien nog van het Oekrainsche probleem, dat ook voor den vrede van zooveel beteekenis is) vieren we straks Kerstfeest. Moge de Vrede-Koning den vrede ge bieden, ook in de fel bewogen volkeren wereld. grepen, dan was het zijn te waardeeren bedoeling te voorkomen, dat een secreta ris of lid van een officieele commissie van de wetenschap of de autoriteit, die hij deswege heeft, geen gebruik mag maken om zich privé te bevoordeelen boven an deren. Zóó algemeen gesteld, kan en moet men deze opvatting deelen. Uit de debatten kregen we niet de be wijzen, dat bedoelde secretaris zich hier aan bad schuldig gemaakt, maar trokken wij voor ons wel de conclusie, dat de Prov. schoonheidscommissie zich nu niet be paald duidelijk bad uitgelaten en voorzich tig had gedragen. De aanmaning tot Aixel om zich te wenden tot een „Zeeuwsch bureau" (zon der nadere aanduiding) was niet bepaald gelukkig. Dit kan aanleiding geven tot misverstand. Waarom ook van een Zeeuwsch bureau gesproken? Waar om dit provincialisme? Wat de begrooting zelf betreft in een zakelijk en gemoedelijk speechje door den heer Stieger verdedigd, zakelijkei' dan van sommige Statenleden valt te molden, dat Ged. Staten er naar streven le komen tot verlaging van het aantal opcenten op de inkomsten- en vermogensbelasting met vijf. Verder zal er wel niet gegaan kunnen worden. Ze beginnen dan nu mot twee. Hoewel er wat nagepraat is over de so ciale welvaartspolitiek, over het liever ver- hoogen van bepaalde subsidies inplaats van deze kleine belastingverlaging toe te passen, ging deze laatste er toch met alg. stemmen door. Na vele jaren hebben we dus nu de eerste, kleine verlaging onzer provinciale belastingen gekregen. De heer Van 't Hoff, die een zeer oriën- teerende rede 'hield, boekte het succes, dat zijn motie om te komen tot aanmerkelijke verlaging van de stroomprijzen voor licht en kracht door Ged. Staten werd overge nomen en naar de P. Z. E. M. zal worden Maar zij kon haar zin niet voleindigen. Even snel als de uitdrukking van Loui siana's gelaat daareven veranderd was, veranderde die ook nu weer. Met een zonderling glimlachje rees ze overeind, terwijl ze met kalmen, vasten blik juf frouw Ferrol in 't verwonderde gelaat keek. „Uw broeder heeft u gezien en komt naar ons toe", zei ze. „Ik zal u met hem alleen laten. Aan 't souper zien we el kaar terug." En met een lichte buiging ging ze heen, zoo kalm en bedaard, dat haar bescherm ster haar in de grootste verbazing nastaar de, en slechts ternauwernood haar zelf beheersching voldoende kon herwinnen, om haar broeder behoorlijk te begroeten, toen deze haar naderde. Zij had zich in haar heele leven nog nooit zóó van haar stuk gebracht gevoeld als nu. Toen zij dien avond naar haar kamer gegaan was, hoorde ze haar broeder op de deur kloppen. Nadat ze die geopend en hem binnen gelaten had, liet hij zich in een stoel neervallen, en keek haar met een zonder linge verbaasde uitdrukking aan. „Olivia" zei hij onmiddellijk, „wat een vreemd meisje is dat!" Olivia zat tegenover hem, en keek hem met een kalmen glimlach aan. „Juffrouw Rogers bedoelt ge natuur lijk?" zei ze. „Natuurlijk", herhaalde hij. En toen, na gezonden. Als gevolg van de discussies over P Z. E. M. en Zegam valt ook te boeken de toe zegging van Ged. Staten, dat zij de direc ties van deze beide semi-Overheidsbedrij- ven eens bij elkaar zullen brengen, ten einde te komen tot een zekere co-ordina- tie, wat nog wel iets anders is dan com binatie. Het is inderdaad wel gewenscht, dat deze beide bedrijven elkaar niet op een minder faire manier beconcurreeren. Ten slotte nog iets over de Zondags kwestie, bet veelbesproken onderwerp in de Prov. Staten. De heer Kodde bracht ze weer ter sprake en natuurlijk in verband met de bootdiensten. Heel duidelijk was bij echter niet. Hij vond het verkeerd om alles te vervoeren, wat zich op Zondag aanmeldde maar verklaarde ook niet alles te willen stopzetten op den Zondag. Wat hij dan wél precies wilde, heeft hij ook nu weer niet gezegd; daarmede het bewijs le verende, dat men deze moeilijke kwestie niet maar een-twee-drie kan oplossen en zeker niet door wat te klagen en te jam meren over het feit, dat er zooveel voor ontspanning op Zondag gereisd wordt. Evenzoo maakten de R. K. heeren Vie- nings en Stieger zich te gemakkelijk hier van af, door te verklaren, dat op Zondag geoorloofde, matige ontspanning is toe gestaan, mits de dag door den morgen dienst is gewijd. De heer Stieger merkte hierbij op, dat de Roomsch-Katholieken met die ontspanning misschien wel eens te ver zijn gegaan. Wij mogen dit overzicht wel besluiten met dit citaat uit de „Maasbode" van 21 dezer: „Wanneer Protestanten en Katholieken, allen tesamen, er in slagen om den dag des Heeren aan God terug te schenken, dan zal daardoor zeker in eeuwig en ook in tijdelijk 'opzicht, een rijke zegen over land en volk worden afgeroepen". een stilte van twee of drie seconden, vervolgde hij, op denzelfden toon van zooeven: „Wat een verrukkelijk, geheim zinnig wezentje!" Oliva begon te lachen. „Geheimzinnig!" herhaalde Olivia. „Ik weet er geen ander woord voorl Zij is zoo mooi, ze ziet er zoo jong uit, en ze zegt zoo weinig." En toen voegde hij er, met werkelijk enthousiasme, bij: 'tls bepaald een nieuw type!" „Waarom lach je?" vroeg hij. „Omdat ik er zoo zeker van was, dat je dat zeggen zoudt", antwoordde ze. „Ik wachtte er op." „Maar 'tis waar", hernam hij, met warmte. „Ik heb nog nooit iets derge lijks gezien. Als ze me met haar groote, zachte oogen aankijkt, zou ik me een oogenblik kunnen voorstellen, dat ze in een klooster was grootgebracht, of ergens anders, ver van de wereld, maar als ze spreekt en zich beweegt, is 't alsof ze geheel iemand anders is. Ik zou haar graag wat meer hooren praten, maar ze zegt zoo weinig. Ik wed, dat ze je niet veel van haar familie verteld heeft.- Haar terughoudendheid is zoo iets vreemds in een meisje. Hoe oud ze zijn?" „Negentien, geloof ik." „Dat dacht ik wel." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5