i De officieele opening van het vernieuwde Gasthuis te Middelburg. Eerherstel voor de Bijz. School. na. Dagblad voor de Provincie Zeeland EERSTE BLAD. DONDERDAG 8 DEC. 1938 53e JAARGANG No. 59 langzaam en rende plotseling een paar en prop in armen en nden. Op- cht boven luw uitkij- m.-veldwach- shandischoen, jchtstraat 2; ïrnelisse, K. .ie met inh. laar ooiklep- >3a, St. Lau- v. d. Berge, (zwarte), C. eere; damelsu ordweg A 6, pen, W. de Kerkboekje, kinderporte- ester, Eigen- an Adamse, Bodbijl, Hui- eshandschoe- t Zand; pad- oud, 0. Buis, voorwerpen ten daarvan eau van Bo- 138. 15,5 M. 8.00 11.00 KRO, Ber.) 10.00 G-ram. 1.1.3Q 12.15 KR0- 2.00—2.55 piano en 4.45 Gram. jeugd. 5.30 (ca. 6.30 i. 7.00 Ber. 8.00 Ber. Orgel. 9.00 Len Dooper", n, piano en uitz. 10.30 11.00 Gram. Ë- M. AVRO- 10.00 Mor- r.pl.) 10.30 eporkest en (ca. 12.15 mentsorkest. 2.00 Gause- kan". 2.30 n voor de ekenhalfuur. ek-Kaleidoa- BO'-Aeolian- r. 7.00 Voot st en soliste. NP, Radio- rtgeb.-orkest 9.25 Radio- 11.00 Ber. cello. 11.40 ERICHT. ledenmorgen zwaar be- ig; lempera- ht: 7; neer- ïenavond tot ir: Voor het it zwaar be slag van be- jhtige Z. tot g 3 u. f08 ah o? Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij ,Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes Postrekening 44455 Telefoon 11 Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel J J. F A N O V, Lange Burg 40. Telefoon 28 Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal Weekabonnementen voor Middelburg Goes en Vlissingen f 0.20 Losse nummers 5 cent Advertentlën 30 cent per regel Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75 bij vooruitbetaling Advertentiën onder letter of motto 10 cent extra Bij contract belangrijke korting u.: 760. rs: Het December-nummer van het „Pae- dagogisch Tijdschrift" voor het Christelijk Onderwijs geeft breede aan halingen uit een artikel van Prof. Gun ning in 'tÖctO'berqiummer van „Volks ontwikkeling". Prof. Gunning neemt in den school strijd een eigen standpunt in. Voor hem is niet de vraag openbaar of bijzonder onderwijs, maar: „Voor mij is levenslang in al mijn functies da hoofdvraag geweest, of het onderwijs goed of slecht was, onverschillig welk etiquet het droeg. En dat is zij nog." De redactie van het Paed. Tijdschr. laat bedenkingen hiertegen achterwege, maar merkt alleen op, „dat haér ideaal een school, die voor alles Christ©- 1 ijk is en dan bovendien nog goed on derwijs geeft toch altijd verkieslijk blijft boven bet zijne". Enkele aanhalingen uit het artikel van Prof. Gunning willen wij ook hier laten volgen. Het bezwaar van sommige ijveraars voor de openbare school, dat de zorg voor die school vaak was en is toevertrouwd aan haar principiëele tegen standers, onderschrijft hij niet. „Natuurlijk, wanneer iemand mij met de stukken kan aantoonen, dat hier of daar maar dat zal dan wel in een of ander afgelegen plattelandsgemeente zijn geweest lokale machthebbers van „chri'Stelijtoen" huize hun macht (ge)mis- hruikt hebben om de openbare school af te breken, dan zal ik dit grif erkennen. Maar zelf heb ik er weinig van gemerkt, en ik b§n toch als districtsschoolopziener van verreweg de grootste gemeente van het land, welke betrekking my ook, voor de 'keuze van schoolhoofden, het gansche land heeft doen doortrekken, genoeg in de gelegenheid geweest, om daaromtrent ervaring op te doen. Integendeel, ik heb by overtuigd „recht- sc-he" wethouders en schoolopzieners steeds het eerlijke streven aangetroffen aan het openbaar onderwys zijn vollen eiseh te geven. Ja, het heeft my wel eens verwonderd, dat ik van die zyde nooit pogingen heb zien aanwenden om wraak te nemen over jarenlange achteruitzetting en onrecht. Ik gebruik met opzet deze krasse woor den, omdat ik om my jheen zie, dat het tegenwoordig geslacht zich absoluut ér niet meer van bewust is, hoeveel kwaad bloed indertijd is gezet door de manier, waarop de openbare school door de toen malige machthebbers, de „liberalen" en de „verlichte" moderne predikanten, dik wijls aan de bevolking is opgedrongen en welk tergend misbruik vaak gemaakt is van het volgens Groen „ellendige" voorschrift der Grondwet, dat overal „voldoend" openbaar onderwijs moest worden gegeven. In het recente boekje van wijlen P. Oosfcerlee een gematigd en rechtvaardig oordeelend man, over tuigd volgeling van Van der Brugghen „Geschiedenis van het Christelijk onder wijs" kan men anders gemakkelijk ge noeg nalezen, aan welke tracasserieën schoolopzieners en andere autoriteiten zich jarenlang hebben schuldig gemaakt en welke door-en-door onwaardige mid1- delen, die in niets onderdeden voor die, welke in latere jaren overigens te recht aan vele overijverige en fana tieke ^voorstanders van het bijzonder on derwijs zijn en ook nu nog wel worden ten laste gelegd, maar die hierom zooveel te erger waren, omdat zij door over heidspersonen met apert mis bruik van hun ambtelijke po sitie en macht werden aange wend, in de vorige eeuw zijn toege past, om de christelijke school te chica- neeren, te denigreeren en te paralysee- ■ren, zoodat het soms eerlijken liberalen ta bar werd." Prof. Gunning constateert dan verder, dat wij nu in den toestand gekomen zijn, dat men erkennen moet, dat het bij zonder 'onderwijs, ook en niet in 't minst het confessioneele in het algemeen gesproken in niets onderdoet voor het openbare. En hij voegt er aan toe, dat er geen enkele reden is om te vree zen, dat het Nederlandsche volk cultu reel achteruit zal gaan, wanneer de bij zondere school het definitief van de open bare mocht winnen. „Op grond van zijn ervaring ontkent hij voorts, dat de bijzondere scholen broeinesten zouden zijn van onverdraag zaamheid, zooals nog altijd vele aanhan gers van ^de O. S. meenen. Nooit zegt hy, is mij gebleken, dat de leerlingen der confessioneele scholen stelselmatig worden opgeleid tot haat of althans tot verachting van andersdenkenden. „O o'k op historische gronden acht ik de stelling, d-at wij de openbare school noodig heb ben voor het behoud der ver draagzaamheid volkomen on houdbaar en ik geloof, dat haar pleitbezorgers in onze dagen verstandig zouden doen dit mo tief geheel los te laten". Wij hebben ook in verband met wat meermalen over dit onderwerp gesproken en geschreven wordt, deze uitspraak van Prof. Gunning gespatiëerd laten drukken. Aan den anderen kant merkt Prof. Gun ning op, dat hij in de openbare school nooit iets gemerkt heeft van sociaal-de mocratische politieke propaganda. Hij komt wat dit betreft echter met zichzelf in tegenspraak als hij later wijst op het eigenaardig begrip, dat sociaal democratische onderwijzers propageerden, als zij terwille van die neutraliteit wei gerden mee te werken aan het z.g. aan- kweeken van nationale gevoelens en van liefde voor het Huis van Oranje. Een optreden, dat niet anders kon worden opgevat dan als beslist anti nationale en speciaal antiorangistische propaganda. Immers, niet willen meedoen aan de voorbereiding van na tionale feesten en het instu deer en van nationale liederen, het zich onthouden van en zich a f z ij d i g houden b ij iedere volksuiting van aanhankelijk- heid aan en liefde voor Oran je, feiten, die sterk naar bui ten spraken, het KON door het Nederlandsche volk eenvoudig niet anders worden opgevat, dan als een positief anti-nati onaal bedrijf". (Spat. van ons, Red. Zeeuw). Het standpunt van Prof. Gunning dee- len wij niet. Maar wij zijn hem dankbaar voor zijn publiek eerherstel voor de bijzondere school. DE UIT SPANJE TERUGGEKEERDE VRIJWILLIGERS. Het Eerste Kamerlid Ridder van Rappard heeft den minister van aige- meene zaken, voorzitter van den raad van ministers, de volgende vragen ge steld 1. Is het bericht juist, voorkomende in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 6 December j.'l., ochtendblad, dat aan de uit Spanje terugkomende Nederlandsche vrij willigers, na hunne visitatie te Roosen daal, in de eerste klasse-restauratie al daar van regeeringswege een warme maaltijd is verstrekt, nadat zulks even eens was geschied te 'Cerhére, terwijl de regeering hun proviand tot Parijs had doen medegeven? 2. Zoo ja, welke redenen' brachten de regeering daartoe? 3. Was de regeering bij; bedoelde maal tijden officieel vertegenwoordigd? ..vvwiji..«IU IIUI' 1111 I' Nu hij gedeelten ook het voorste deel van het geheel vernieuwde gasthuis aan het Noordplein te Middelburg in gebruik is genomen, heeft hedenmiddag de offi cieele opening in tegenwoordigheid van vele autoriteiten en genoodigden plaats gehad, die daarvoor eerst bijeen kwamen in de vergaderzaal der Prov. Staten aan de Groenmarkt. In deze bijleenkomst is 'het eerst het woord gevoerd door den voorzitter van het bestuur der Godshuizen den heer W. Berdenis van Berlekom. Spr. heette allen welkom en zeeT in het bijzonder den Gommissaris der Ko ningin, jhr mr Quarles van Ufford „in eigen woning". Spr. voegde daaraan toe, dat mevrouw Quarles van Ufford en mevrouw Fern- hout bij" herhaling blijken van belangstel ling hebben gegeven, blijken, welke door het bestuur op den allerhoogsten prijs worden gesteld. Zeer verheugend noemde spr. de te genwoordigheid van Ged. Staten met den griffier en burgemeester en wethouders met den secretaris en de vroedschap van Middelburg. Spr. acht het niet gewaagd te onder- stellen, dat het College van B. en W. en de Raad met voldoening een horizon zien, welke hoewel nog eenigszins in ne velen gehuld, het aspect van betere fi- i'nancieele resultaten schijnt te bieden. Spr. heet dan welkom de leden der interdepartementale ziekenhuiscommis sie, die met hun voorzitter mr dr K. J. Frederiks aan het hoofd aanwezig was, en met wie men drie jaar zakelijk en wel willend heeft samengewerkt. In direct verband met hun werk lag de steun, der heeren dr ir A. H. W. Hacke en ir J. P. Willeumier, van het Werkfonds, alsmede van J. Bakker, van Financiën. Spr. brengt ook deze heeren hartelijk dank voor hun komst. Dit doet hij ook den president der rechtbank, den garnizoens commandant, de oud-voorzitters, Her man Snijders en mr G. J. Sprenger, de doktoren D. Schoute en J. J. Wap. Spr. vertrouwt, dat niemand hem ge brek aan piëteit zal verwijten, indien hij' de belangrijke geschiedenis van het oude Huis, nu onder sloopershanden gevallen, stilzwijgend voorbij' gaat. Spr. wijst de aanwezigen op het voortreffelijk gedocu menteerde werk van dr Schoute „De le vensloop van een ziekenhuis" in 1916 verschenen. Spr. heeft het Gasthuis leeren kennen als een instelling, voortreffelijk geleid en door de bevolking in hooge mate gewaar deerd. De eenige vlek, die er op kleefde, was er een van financieelen aard, een vlek, die bestuur en overheid met groots zorg vervulde. De steeds voortschrijden de evolutie der wetenschap stelde nieuwe en hooge eischen en zelfs bij bescheiden toepassing daarvan bleek het niet mo gelijk de kosten hiervan uit de opbrengst te dekken. Gevolg: stijgende tekorten. Waar dat ten slotte heen moest voeren, was een probleem, dat het bestuur niet meer los liet en spr. kan zich hegrij'pen, dat dit vraagstuk ook de gemeente met zorg vervulde en dat van alle kanten op herziening der exploitatie werd aange drongen. Niet alleen 'de eischen der me dische exploitatie gaven moeilijkheden, doch ook het gebouw zelf, dat niet meer modern was, vroeg jaarlijks belangrijke bedragen aan onderhoud en verbetering. De talrijke bezuinigingsmaatregelen gaven geen effect van doorslaande betee- kenis. Een der eerste experts op dit ge bied, de heer H. A. F. Königs, admini strateur der Haagsche Ziekenhuizen, stelde een nauwkeurig onderzoek in en kon geen „lek" vinden. Hiji zeide, dat het bestuur een uiterst zuinig beheer voerde. Men was tot de overtuiging gekomen, dat elk ziekenhuis met tekorten moest rekenen, toen in 1934''35 berichten doordrongen eener interdepartementale commissie onder leiding van den secre taris-generaal van B'innenlandsche zak ken, mr dr K. J. Frederiks, welke voortreffelijke resultaten had bereikt met de vermindering van kosten van gestich ten voor zenuw- en zielsziekten en die zich nu ook met noodlijdende overheids- en semi-overheidsziekenhuizen zou bezig houden. Spoedig bleek dit gerucht waar heid te zijn en als eerste op de lange lijst der patiënten had de commissie 't Gast huis te Middelburg geplaatst. Spr. mag niet zeggen, dat hij met onverholen vreugd daarvan tennis nam. Welk standpunt zou deze commissie innemen ten opzichte van het Walchersche Zie- kenhuisvraagstuk in het algemeen? Mid delburg en Vlissingen op korten afstand van elkaar gelegen, samen met een be- hevolking van 40.000 zielen, beschikkend over drie Ziekenhuizen met 320 bedden. Hieromheen gegroepeerd een platte landsbevolking met 28.000 zielen. Tal rijke gissingen en veronderstellingen waren mogelijk. Het waren de Inspecteur der Volksge zondheid, dr J. G. Bantjes en de heer J. T. Verbaas, Inspecteur der generale the saurie van financiën, economisch specia list der commissie, die in het najaar 1935 naar Middelburg kwamen en zich met het eerste onderzoek belastten: zijl werden daarin bijgestaan door den heer J. van Tuinen, hoofdcommies en chef der le afd. van de Prov. Griffie. Spr. herinnert zich hoe deze heeren met den secretaris penningmeester, mr A. J. van der Weel rekeningen en personeelstaten bestudeer den en pogingen deden om hier en daar mogelijkheid van bezuiniging te ontdek ken. Zij konden niets vinden en toen kwam de heer Verbaas tot de uitspraak: „Er is maar één oplossing, afbreken en.... opnieuw bouwen". Niemand der be stuursleden kon in de mogelijkheid daar van gelooven, maar het was ernst en kort daarop kreeg men bezoek van den Coto missaris der Koningin, bij wien zich hadden aangesloten mr dr Frederiks, de hoofdinspecteur der Volksgezondheid, dr R. N. M. Eijkel; Dr Bantjes, mr Hardens en de heer Verbaas. Spr. zal dien dag niet licht vergeten. De heeren doorkruis ten het gebouw. Treffend was de veront waardiging van den Commissaris der Koningin, toen hiji op de zolders de slaapgelegenheden der leerlingen-zusters zag: vier bedden onder het schuine dak met onvoldoende en primitieve waschge- legenheid. Eh toen de hoofdinspecteur op de slaapkamers boven het oude kantoor kwam, zeide hij: „laten wiji hier vlug weg gaan, want deze spelonken moet ik ambtshalve onbewoonbaar verklaren". De heer Frederiks zeide, dat dit zieken huis in zijh toenmaligen vorm niet meer te handhaven was en spr. voelde zich wit worden. Beteekende dit: het opheffen van het aloude vermaarde gasthuis van Middelburg; het Gasthuis, dat het cen trum voor "Walcheren was? De Gommissaris der Koningin drong op nadere precisie aan en het verlossen de woord van mr Frederiks luidde: „Dacht u, dat ik als oud-Middelburger het Gasthuis aan zijn lot wil overlaten? Geen sprake van!" 'Op 3 December werd vergaderd on der praesidium van den Commissaris en deze deelde mede, dat men zou komen tot een diep ingrijpende reorganisatie van den dienst, en een nieuw en kleiner ziekenhuis, en dat hij zich persoonlijk tot het werkfonds zou wenden om de uit voerbaarheid der plannen toe te lichten en steun van het fonds te bepleiten. Dit was voor het bestuur een groote opluchting en tevens het einde van het eerste bedrijf. Het crediet werd door het werkfonds verleend en reeds in de vergadering van Febr. 1936 werd tot benoeming van een architect overgegaan: Het architectenbu reau van Posthumus Meij'es en van der Linden te Amsterdam verkreeg opdracht tot het ontwerpen der noodige plannen. Nadat de plannen door de betrokken instanties waren goedgekeurd, kon in September de aanbesteding worden ge houden en werd de uitvoering opgedra gen aan den heer H. J. de Baan te 's Gra- verhage. Spr. geeft eenige sprekende data uit het bouwjournaal: Dit nummer bestaat uit 2 bladen. D.D.D. zuivert de poriën* doet de Jeuk bedaren, ver- frischt en sterkt de huid- weefsels. Flacons 73 at, I 1.S0 en t 2.50. G E N E E S M I D H U I D fl F) N D 26 October 1936: sloopen achtergevel begint; 24 Nov.: grondwerk fundeeringen begint; October 1987, d.i. een jaar later: het eerste gedeelte in gebruik; 2 Nov. 1937 begint de sloop van het voorge- 'deelte: de sprekende voorgevel, welke met het beeld onzer stad zoo nauw was verbonden. En in 1938 drie data: 7 Febr. gedenksteen geplaatst door Hanna Er nestine Brongers; 15 Mei; de vlag op de kap; eind October: het geheel wordt in gebruik genomen. Er was tegenslag bij de fundeering, te genslag ten gevolge van de weersomstan digheden, monetaire tegenslag ten ge volge der devaluatie. Vreugd en verras sing wanneer wederom een nieuw stuk werd afgeleverd, verrassing over het licht, de ruimte en de zon, die overal doordrong en het gebouw, dat vroeger een en al somberheid was, nu in een lich- en luchtpaleis had herschapen. ■Spr. wijst dan op de moeilijkheden bij ziekenhuisbouw en zeker als bet een be drijf betreft, dat vol op gang wordt ge houden. De schoonste voldoening voor directrice, geneesheer-directeur en de doktoren ligt wel in het feit, dat de be zetting gedurende het grootste gedeelte der verbouwing boven normaal is ge bleven, sterker, dat klachten het bestuur niet hebben bereikt. Spr. wijist dan speciaal op de groote moeilijkheden, die dit voor de directrice, mevr. Terwal, mede bracht. Nooit heeft Spr. een klacht van haar gehoord, nooit een verduisterd gelaat gezien, slechts een groote heerlijke opluchting toen het lijden, voorbij was en zij haar nieuwe kamer kon betrekken. Namens het bestuur brengt spr. baar warme hulde voor haar toewijding en voor de wijize waarop zij deze toewijding op het geheele zuster- corps en dienstpersoneel kon overplan ten. Een ding staat vast, de tekorten zullen verminderen; trouwens de dalende rich ting is reeds ingetreden. De totale uitga ven daalden van 1934 tot 1937 van ruim f 185.000 tot f 162.000, de post salarissen van ruim f49.000 tot f40.600. Doch alvorens een eenigszins betrouw baar overzicht te hebben, zullen de bezui nigingen der reorganisatie meer blijvend moeten zijn ingevoerd; moet bet bouw werk definitief ook in details gereed zijn, zoodat alle rekeningen kunnen worden afgesloten. Maar indien men erin mag slagen de voortreffelijke medische staf imiet den geneesheer-directeur te behou den, bijgestaan door een model verpleeg- stersoorps .onder leiding der directrice, dan zal het gasthuis zijn 'goeden naam blijlven handhaven, zal de bezetting wij zen op „full house" en zal dit alles in de financieele resultaten tot uiting komen. Spr. brengt nu achtereenvogens tal van heeren dank. Ook den aannemer, hoofd opzichter, technische en financieele ad viseurs, arbeiders en den architect, en Ir van der Linden. De vraag rijst of het bouwwerk den architect voldoening zal geven? Het is een vraag, die hij voor zichzelf zal moe ten beantwoorden. „The Man on the street", de gemiddelde bezoeker zal het huis prijzen: veel licht en lucht, breede gangen en praktische indeeling. Dan zal hij er op laten volgen: wat zijn sommige afdeelingen klein, wat is de lijn sober en ongelijkmatig! Hij zal zich niet be wust zijn, dat hij met deze laatste op merking den architect grooten lof toe zwaait, want het was diens taak om klein, d.w.z. gecomprimeerd te bouwen, om de ongelijkmatige lijnen der fundee ring te volgen. Zijn taak was scherp om schreven, ook de bouwsom was gelimi teerd en de controle streng. Onder deze omstandigheden heeft de architect het beste gegeven, dat gegeven kon worden. Spr. wees er nog op, dat het eenigs zins vreemd moet klinken, een gebouw te openen, dat reeds een maand in ge bruik is. Maar eerst thans is alles behoor lijk gestoffeerd en ingericht. Thans is het huis in een staat, waarin het bestuur het met voldoening kan toonen. Het bestuur der Godshuizen heeft spr. opgedragen den voorzitter der interdepar tementale commissie uit te noodigen deze symbolische opening te verrichten. Met instemming van den Commissaris der Koningin voldoet spr. thans aan deze op-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 1