DE ZEEUW BRAND"wonden KLÜOSTERBALSEM TWEEDE BLAD Demagogie en Sensatie. HET KIND VAN TREFUSA Uit de Provincie Wat er deze week voorviel. Gemengd Nieuws. FEUILLETON AKKER'S ZEEUWSCH-VLAANDEREN. VAN ZATERDAG 26 NOV. 1938, Nr 49. Op groote schaal werd een nummer van „Volk en Vaderland" verspreid, waar in het volgende staat te lezen: „Toen Ds Niemöller in Duitsohland, nadat hij' door den rechter was vrijge sproken, door de politie in bewaring ge steld werd, daverde het van kansel en katheder, in kranten en tijdschriften, dat het recht was geschonden. Nu in Nederland precies hetzelfde ge beurt, maar niet tegenover één man, van wien agitatie werd verwacht, doch tegen over honderden volksgenooten, wordt er angstig en benepen gezwegen". "Wat is er, vraagt „Patrimonium", in Nederland gebeurd? Wie worden er opgesloten in een con centratiekamp, terwijl zij door de rech terlijke macht zijn vrijgelaten? Waar is er hier te lande een geval, dat met het geval- Niemöller kan wor den vergeleken? Het is aan niemand bekend. Concen tratiekampen kennen wij hier gelukkig niet. Wie in Nederland door den rechter wordt vrijgelaten, kan ongehinderd naar huis gaan. Hij wordt niet door de geheime politie van zijn vrijheid beroofd. Maar waarop doelt dan „Volk en Va derland" toch? Wel, op hetgeen de Mi nister van Justitie deed ten aanzien van de „wilde bussen". Wij achten 's Minis ters optreden voor oritiek vatbaar, hoezeer wij ook ordening van het vervoerwezen noodzakelijk oordeelen. De „wilde" bus sen hebben onze sympathie niet, Maar de Minister had o.i„ in verband met de te genstrijdige beslissingen van de Amster- damsohe en Haagsche presidenten, nog even moeten wachten op het arrest van den Hoogen Raad, dat weldra tegemoet is te zien. De Minister heeft evenwel zijn ingrijpen verdedigd met argumenten, waaraan niet alle beteekenis is te ontzeg gen, ook al waren zij o.i. niet zeer sterk. Dat een vreemde toestand was gescha pen op den weg-Amsterdam-Den Haag, moet erkend worden. Maar is er „angstig en benepen gezwe gen?" Dat moet in Duitsohland geschieden. D&ér mag niemand kikken over diep-in- grijpende maatregelen van. de heeren machthebbers. In Nederland mocht zelfs een N. S. B.-er interpelleeren. Er is in de Kamer van verschillende zijden critiek geoefend. Terecht wordt hier ook ernstig gewaakt tegen handelingen van Ministers, die, soms als gevolg van een wetsredactie, welke niet geheel de bedoe ling uitdrukt, niet ten volle door den wets tekst wordt gedekt. En hoe gaat het daarentegen in een naburig land? D'aar mag men hoege naamd niets zeggen tegen welke han deling ook van de machthebbers. Daar is voorts de onafhankelijkheid van de rech terlijke macht al meer in het gedrang ge komen. Wat een mentaliteit, wat een oneven wichtigheid, om het tijdelijk stopzetten van wilde busdiensen te vergelijken, ja op één lijn te stellen met het Duitsche optreden tegen Niemöller, die streed voor de vrijheid van de Kerk! Meer zullen we er maar niet van zeg gen. De N. S. B.-heeren zullen toch allengs wel begrijpen, dat het Nederlandsche volk niet onder den indruk komt van hnn de magogie en sensatie-journalistiek". MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Nadat ik eenige weken geleden iets opgemerkt had over de eerste algemeene Zeeuwsche Reisgids, en in verband daar mee over de dienstregeling der Neder landsche Spoorwegen, speciaal voor ons Zeeuwen, heb ik van, laat ik maar zeg gen, bevoegde zijde, een goedkeurenden door S. K. HOCKING. 102) _o_ „Dat zal hij wel laten. Ik wil mij' niet wreken. Daar heb ik genoeg van. Wraak is een tweesnijdend zwaard, waaraan men zichzelf bezeert. Neen, neen, ik wensch geen wraak, maar mijn eigen dom. Heide-Hoek behoort mij toe, en na mij zul jij' het hebben." „Het zal Peter Trefusa erg bard val len er van te moeten scheiden, als, wat u van hem zegt, waar is." „Het zal hem den dood niet aandoen. Daar is hij1 te taai voor. Maar het zal toch een smartelijk oogenblik voor hem zijn." „Ik zou er wel eens bij willen wezen." „Het zal beter zijn als je er niet bij bent," antwoordde Abram glimlachend. „Zijn zorgen komen niet één voor een, ze komen in bataljons." „Misschien zal het goed voor hem zijn, Gods oordeel te voelen voor hij sterft," antwoordde Abram langzaam. „Maar wie is daar." Er werd geklopt en hij ging naar de deur om open te doen. glimlachenden blik mogen opvangen en eenige dagen daarop van andere zijde een afkeurende frons geïncasseerd. D'at laatste is opzichzelf niets erg. Ik kan dat best verdragen. Maar niet in den zin van: alles wat de Nederlandsche Spoorwegen doen is goed en welgedaan en critiek daarop is al bij voorbaat uit den booze. Ik ben van meening, dat als wij bil lijke wenschen hebben en critische opmer kingen maken, Utrecht ons daar dankbaar voor zal zijn en op den duur ons in onze verlangens zooveel mogelijk zal tegemoet komen. Dat hoop ik tenminste. Vandaar dat ik vrijmoedigheid heb, bet volgende onder de aandacht te brengen van de menschen, die naar ik hoop bij machte zijn, hierin verbetering te bren gen. Onlangs werden we uitgenoodigd op een conferentie die te Breda zou worden gehouden, des namiddags om half twee. Met z'n drieën zullen we er heen gaan. Uit de spoorweggids zien wij dat een trein uit Zeeland om 13.27 te Breda aan komt. Dat is wel wat laat voor een bij eenkomst in de binnenstad die 13.30 aan vangt. Je wilt toch liefst eenige minu ten van te voren aanwezig zijn en dan zou het, gebruik makend van een taxi er allicht 5 a 6 over zijn. Dat was dus te laat. De trein daarvoor vertrekt echter reeds te 9.29 uit Middelburg. Dat is toch wel erg vroeg om daarmee half twee in een vergaderzaal te Breda te komen. Maar er zit niets anders op. Wij voorzien ons van een retour He klas en tellen ieder f4.40 neer. Daarvan zullen we lang plezier beleven. We la- ton ons in de kussens zakken van een wagentje van om en de bij1 een halve eeuw oud en beginnen de reis met de op merking, dat de derde-klas reizigers op de lijn Amsterdam—Eindhoven er beter aan toe zijn dan wij1. Wij zetten, of liever de trein zet zich in beweging om na 4 minuten knarsend en piepend stil te houden. Er ruiseht iets langs onze eoupé, we ruiken sterke geuren van visoh, garnalen, e.d. dieren en voort gaat het al weer, 10 minuten aan een stuk door. Een wit bord met groote zwarte letters vertelt ons, dat wij in het centrum van Zeeland zijn aangekomen. Dat is trouwens aan alles te zien. Waar vindt men zoo'n ijzeren gevaarte over de rails gebouwd als hier. Dat ding was oorzaak, dat korten tijd geleden me juist een verbinding ont snapte en me een uurtje langer verblijf in Zeelands Gentrum bezorgde. We gaan weer verder. Zeven minu ten later zijn we het appelen- en peren centrum van Zeeland genaderd, waar we een oogenblik uitzien, of er soms nog iemand zal komen opdagen, die toevallig ook dezelfde richting uit moet. Er komt niemand, dus gaan we weer verder. Langzaam klimmen we den kunstmati- gen heuvel op die ons zooveel meter bo ven A.P. over bet kanaal Hansweert- Wemeldinge voert en glijden dan weer langzaam naar beneden om als we weer gelijkvloers staan met het Zeeuwsche pol derland te Kruiningen te stoppen. En zoo gaat het verder. Krabbendijke, Rilland, Bergen op Zoom, Roosendaal, waar we vlug uitstapten, want een andere trein zal ons naar Breda brengen. We zien er de stationsklokken eens op na en constateeren dit traject van 68 K.M. in 81 minuten te hebben afgelegd. De trein naar Breda staat eenige tien tallen meters verder, al hevig onder stoom. Nadat we daarin gezeten zijn, raadplegen we onzen reisgids en komen dan, tot de ontstellende ontdekking, dat wij hier een pauze van 17 minuten zul len hebben. Die pauze benutten we om het station wat om te wandelen en nog wat vloeistof te bunkeren in de perrons restauratie. Maar dan is het ook tijd om de plaatsen in te .nemen en gaan we zoo waar de laatste 25 km in één ruk afleg gen. Daar hebben we ook 17 minuten op moeten wachten. Nog binnen de twee uur zijn wij in Bre da aangekomen. Maar de afstand bedraagt ook 93 km. Een gemiddelde van 47 km per uur is toch mooi in onzen tijd, nu er geschreven wordt over snelheden per spoor van 120 tot 150 km. Laat ik eerst het verhaal uitvertellen. De bewuste vergadering was tien voor Buiten stond de kastelein en de koet sier van Pendormic, Job, met een brief in zijn hand. Het gelaat van den kaste lein was allermerkwaardigst. Hij had namelijk met Job gekibbeld over het be zorgen van den brief. „Ik zeg, dat er hier geen mr Foy is," zei David met nadruk. Maar er moet er een zijn," zei Job even beslist. „Mijnheer Trefusa heeft hem zelf gisteravond gesproken. Hij is op Pen- dormio geweest." „Ik weet daar niets van," antwoordde David, „maar er is niemand van dien naam hier." „Is er hier dan niemand?" vroeg Job nog besluiteloos. „Jawel, er is hier een mijnheer Smith met zijn zoon. Maar die hebben hier niets mee te maken." „Die hebben er juist alles mee te ma ken. Dat zijn juist de menschen, die ik zoek." „Hoe kan mr Smith nu mr Foy zijn", snauwde David. „Wel, heel goed. Dat Smith is maar larie. Waar zijh je oogen, man! Hij1 houdt je voor den mal. Abram Fowey logeert hier, wat ik je zeg." „Abram wie?" vroeg David met een verwonderden blik. ,Wel Abram Fowey. Heb ik je dat dan niet dadelijk gezegd?" vier afgeloopen. Met de trein van 17.35 u. verlieten we Breda en kwamen om 19.21 weer behouden te Middelburg aan. Voor een vergadering van ruim 2 uur op 93 km afstand van onze woonplaats waren we 10 uur op reis. Nu kunnen sommige Middelburgers wel beweren dat we op de Nederland sche Spoorwegen niet mogen mopperen, maar ik ben zoo vrij, dat wel te doen. Ik snap niet waarom de Zeeuwen die VlissingenDen Bosch reizen bij heel veel treinen 17 minuten in Roosen daal moeten wachten. Indien dit 7 was, zou de reis in ons geval 2 uur korter zijn geweest. Trouwens, ik begrijip van al die boe- meltreinen op de Zeeuwsche lijtn niets. Dat locale verkeer kan met motortrein tjes worden opgehaald. Indien er eenige reden MiddelburgBergen op Zoom wa ren wij van de hatelijke boemeltreinen af. Een volgende maal gaan we per auto, hebben we afgesproken. We huren een auto zonder chauffeur en hopen den reistijd van 10 tot 6 uur te rug te brengen (vergaderen inbegrepen). Aanbiedingen daarvoor wacht ik vol gende week in de advertentie-pagina in dit blad. Ten overvloede deel ik mede, een goed chauffeur te zijta. en al jaren in 't bezit van rijhewijs. Vele groeten van STENTOR. verelschen onmiddellijk goede verzorging! Vaak vormt zich een pijnlijke brandblaar. Zorg er voor, dat deze niet stuk gaat. Bedek de brandwond direct met een flinke laag ABKBB'S Kloosterbalsem en.» wég is de pijn! Akker's Kloosterbalsem vervangt tiJdeHJk de vernielde huid, zuivert en geneest en li door zijn weetael-herstellende werking een ware balsem voor brandwonden en brand blaren. ZU genezen dan zonder Utteekens. Onovertroffen als huldgenezend middel bi] schaafwonden, ontvellingen, open huid, schrale huid, gesprongen handen, kloven, winterhanden, wintervoeten, wlnterooren, Per pot van 25 Gram t 62l|j, pot van 50 Gram f 1.04 Een aanrijding Dbnderdag heeft te Leiden een aanrij ding plaats gehad tusschen een auto, waarvan de bestuurder, een inwoner uit Moercapelle, geen voorrang gaf aan een motorrijwiel, waarop twee studenten zich naar de bibliotheek begaven. Het motor rijwiel werd in de flank gegrepen en ver nield, terwijl de beide berijders, de 22-ja rige F. H., uit Leiden en de 25-jarige G. F. D., uit Middelburg, op de straat werden geslingerd. H. bekwam er zon der letsel af, doch D., die op de duo zat, bekwam een wond aan het hoofd en vermoedelijk een hersenschudding. Hij is naar het academisch ziekenhuis overge bracht. Terneuzen. Ruiten-ver nielejL Door de politie wordt te dezer stede een onderzoek ingesteld naar een persoon, die de ruiten van enkele openbare ge bouwen in deze gemeente vernield heeft. Men bemerkte n.l., dat de groote glasra men in de nieuwe wachtkamer voor den Prov. bootdienst zoodanig met een scherp voorwerp waren bewerkt, dat bij een dezer ruiten het glas nagenoeg ge heel in tweeën is. Ook de ruiten van het „Is het mogelijk? Neen, dat kan niet waar zijn. En toch heeft hij er wel iets van, nu ik er over denk." „Laat mij hem maar eens zien," zei Job. „Als hij het niet is, krijgt hij den brief ook niet. Maar als hij het is, dan krijgt hij: hem ook." „Waoht even, tot ik weer wat van den schrik bekomen ben," zei David. „Ik ben er heelemaal van overstuur. Laat mij er even over nadenken." „Daar hebben we nu geen tijid voor," drong Job aan. „Mijin meester wacht, en hij: ig zoo ongeduldig als een wesp." „Ik ben heelemaal in de war," zei Da vid, zich op zijn teenen naar Abrams ka mer begevend en daar zacht aanklop pend. Het volgend oogenblik verscheen AhTams gezicht in de opening. David staarde hem even aan en liet zich toen plotseling tegen den muur vallen. „Hij is het toch!" „Bent u mr Fowey?" vroeg Job zon der verdere plichtplegingen. „En wanneer ik dat eens was?" vroeg Abram. „Dan heb ik hier een brief voor u van mr Trefusa. Maar ik zou niet weten, wie u anders moest zijn." „Geef den brief dan maar hier," zei Abram haastig. Hij scheurde het couvert los, las snel den inhoud en gaf den brief De afgeloopen week stond wel in het teeken van reizen en trekken. Dit geldt wel allereerst van de Joden in Duitach- land en Oostenrijk, Zij worden nog steeds verschopt en verjaagd, gekweld en getreiterd op alle mogelijke manieren, zoodat velen hunner wanhopige pogingen doen om de Nederlandsche, Belgische of Fransche grens over te trekken. Hartbre kende tooneelen spelen zich aan onze grenzen af. Helaas blijkt het nog steeds niet mogelijk te zijn verzoeken in dien geest zijn reeds in grooten getale tot de regeering gericht 1 om een belang rijk getal vluchtelingen hier te ontvan gen. Wij denken verder aan de verschil lende Staatshoofden en Ministers die een reis ondernamen. Zoo kreeg ons land be zoek van Koning Leopold van België. Op hartelijke wijze is deze sympathieke vorst die reeds zoo jong door 's levens leed is getroffen, door de Vorstelijke fa milie, de regeering en ons volk begroet. Reeds is aangekondigd, dat onze Vorstin volgend jaar een tegenbezoek zal bren gen. In storm en regen staken de Ein- gelsohe Ministers Chamberlain en Ha lifax het Kanaal over om de gast te zijn van de Fransche regeering. Met ingeno menheid nam Ghamberlain kennis van de zoo mooi klinkende Duitsch-Fransche vriendschappelijke verklaring, maar.... tegelijkertijd werden toch maar vast be sprekingen gevoerd over de gezamenlijke Engelsch-Fransche verdediging! In dit teeken van quasi-liefdoenerij en wan- trouwen-in-het-hart staat feitelijk heel de wereldpolitiek. Er is nog meer gereisd. De Koning van Roemenië, die ai eenigen tijd op stap is, bracht o.m. een bezoek aan Hitier. D'e vrede tusschen Berlijn en Praag be- teekent n.l. nog allerminst, dat alles nu rustig is in dien hoek van Europa. Zeer verre vandaar. We behoeven alleen maar te noemen de kwestie van „de gemeen schappelijke grens tusschen Polen en Hongarije", waarmee bedoeld is de af stand van Roethenië aan Hongarije. Men kan deze afstand moeilijk moti- veeren men den beroemden eisoh der zelf bestemming, want nimmer hoorden we, dat de bevolking van deze streek zoo graag bij Hongarije wil komen. Maar Polen wil het, omdat het Duitsoh land heelemaal niet vertrouwt. Het ver denkt Hitler van vèr-gaande plannen juist in deze omgeving. Eb Duitsohland belastingkantoor, ondergebracht in 't kan tongerechtsgebouw, heeft men onderhan den genomen; vier ruiten zijn daar door diepe krassen beschadigd. Waarschijn lijk heeft men in de avonduren of in den naoht deze vernieling verricht. Zuidzande. Brand. Gisteren is docr tot nu toe onbekende oorzaak brand uit gebroken in de landbouwschuur van A. Kotvis-Herweijer te Zuidzande. Drie paarden en een hoeveelheid ongedorscht graan gingen verloren. Verzekering dekt gedeeltelijk de schade. P. T. T.-jeugdboek ja. Het Staatsbedrijf der P. T. T. tracht zooveel mogelijk medewerking te verkrij gen van de zijde van het publiek. Daar voor is het noodig, dat het publiek zoo ruim mogelijk wordt voorgelicht omtrent P. T. T.-zaken, waarmede het te maken heeft. Het ligt geheel in de lijn, dat 't Staats bedrijf reeds begint bij de jeugd, gedach tig aan de leus: „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst". In verband daarmede is dezer dagen een boekje verschenen, dat in kleurrijke tafereelen, op voor de jeugd onderhouden de wijze, weergeeft hoe het verband, dat telkens- tusschen publiek en P. T. T. ont staat, kan worden bevorderd, in beider belang. Zooals gezegd, is het beokje bestemd voor de jeugd, van 1018 jaar ongeveer, al zal ieder ouder, die het boekje onder de oogen krijgt, het niet achteloos ter zijde leggen. Het boekje is, in samenwerking met daarna over aan Ned. David en Job wisselden Mikken van verstandhouding, maar spraken geen woord. Ned las den brief langzamer dan zijh vader had gedaan;, deed hem daarna kalm in de enveloppe en gaf hem daarna terug aan Abram. „Wacht even, een paar minuten," zei Abram, zich tot Job wendend, en sloot ■de deur kalmweg voor hun. neus dicht. De brief was kort en zakelijk. Hij luid de als volgt: „De groeten van den heer Trefusa en de heer Abram Fowey zal hem zeer ver plichten, wanneer hij den jongen man, ■dien hiji zijn zoon noemt, onverwijld op het kasteel brengt." „Je zult hem natuurlijk bezoeken?" zei Abram, zoodra de deur dicht was. „Wel natuurlijk," was het lachende antwoord. „Ik zie niet in, waarom u en mijhheer Carve alle plezier alleen zoudt hebben." Abram ging zitten en schreef het vol gende briefje: „Mijn zoon zal u binnen een paar uur bezoeken. Waarschijhlijk zal ik ui later op den dag ook komen spreken. Uw dw. dn. Abram Fowey." „Zoo kan het wel, dunkt me," zei hij, schijnt (tenzij er andere, grootere voor- deelen tegenover zouden staan) Roethe nië te willen handhaven onder de heer schappij van Praag, dat volkomen in de invloedssfeer van het D'erde Rijk is ge komen; zoodanig zelfs, dat het dezer da gen toegestemd heeft in een Düitschen corridor, dwars door Tsjecho-Slowakije heen, Bij dit alles is ook Roemenië in hooge mate geïnteresseerd. Vandaar, dat zijn koning wellicht eens met Hitier wilde praten. Ook ontving Hitier bezoek van den Zuid-Afrikaanschen minister Pirow. Hieraan zal de koloniale kwestie wel niet vreemd zijn. Genoemde Minister, een man van Duitsohe afkomst en met veel Duitsche relaties, was naar Berlijn op weg, om het koloniale probleem eens rus tig te gaan gespreken. Hij zou, zoo luid den de geruchten, met name een plan in zijn zak hebben, oom Duitsohland een ko loniaal rijk aan te bieden aan de West kust van Afrika, waartoe Engeland, Frankrijk, Portugal en België hun deel zouden bijdragen. Maar Duitsohland heeft zich met de Jodenvervolging wel leelijik in de vingers gesneden. Het zou nu wel eens zóó kun nen uitloopen, dat, al brieschen de Nazi- autoriteiten hierover nog zoo, een deel der voormalige Duitsche koloniën in Af rika wordt bestemd voorJoodsch Tehuisl Duitsohland heeft een groote psycho logische fout begaan. Het stond tegen over twee staatslieden: Chamberlain en Daladier, die slechts op een welwillend woord wachtten om het werk, dat zijl te München begonnen waren, vruchten te 'doen dragen. In plaats van die toenade ring kwam uit Berlijn een agitatie, welke in baar felle verbitterdheid alle vorige overtreft. Geen wonder, dat de weerslag daarte gen zeer ver gaat, vooral in Amerika. E'r gaan daar zelfs stemmen op, volgens wel ke de Vereenigde Staten ook «naar eens de taal der dictatoren moeten gaan spre ken. Daar behoort allereerst toe een op voering der bewapeningen tot zulk een hoogte, dat elke combinatie der totali taire staten daarvoor ontzag zou moeten hebben. De verhoudingen zijh er de laatste we ken niet beter op geworden. Zelfs som mige gezanten worden van hun post ont boden, om aan hum regeeringen „verslag te komen uitbrengen". Ook de perscampagnes zijh verbitterd. De waarde van plechtige vriendschaps- verklaringen kan in een kort tijdsbestek danig verminderen! het hoofdbestuur der P. T. T., ontworpen en bewerkt door Piet Zwart, architect te Wassenaar. De druk werd verzorgd door de Neder landsche Rotogravure Maatschappij te Leiden. Wanhopige moeders en ver laten kinderen aan de grens. In Zuid-Limburg werden verscheidene co- mité's opgericht, die zich willen belasten met de zorg over de vele kinderen en vrouwen, die door de bosschean dolen langs de Limburgsche grens. Er zijn burgemeesters, die de autori teiten in Den Haag weten te bewegen, een tijdelijke verblijfsvergunning te ver schaffen. Het betreft dan kinderen en vrouwen, die in de grensbosschen wor den aangetroffen en door de doorgestana ellende uitgeput zijn en soms zwaar ziek. Vooral de burgemeester van Vaals spaart moeite nog tijd om 'de opgejaagde stum pers te helpen. Een dier vluchtelingen hebben we ge sproken, aldus het Volksblad. Uitgeput werd zij' in den striemenden regen aan getroffen met haar zoontje, een jongetje van omstreeks vier jaar. Van Weenen was zij naar het Westen getogen, tot dat zij doodelij'k vermoeid en wanhopig de grens bereikte, waar men haar een halt toeriep. Daar stortte de vrouw ech ter met haar kind neer. Van Vaals togen wij verder langs da oostgrens. Daar in de bosschen van Her- zogenrath tot voorbij Vaals, her- en der- het briefje aan Ned gevende. „Ja, het is kort en bondig," zei de jon ge man glimlachend. „Er wachten hem nog verrassingen," zei Abram terwijl hij het adres schreef. „Het is misschien wel goed, dat hijl van den eersten schrik bekomt, voordat de tweede begint." In de gang vond hijl Job en den waard im druk gesprek. Zij schenen wat ont steld toen Abrami eensklaps op hen af kwam, want zij hadden zich verdiept in moreele bespiegelingen over Ahram's ge drag, die juist niet zeer vleiend voor de zen waren. „Als ik toch bedenk, dat hijl het is en dat ik hem niet herkend heb!" zei David op een toon, die bijna verwijtend klonk. „Het verwondert me, dat hij hier zijin gezicht durft te vertoonen," antwoordde Job. „Misschien is het zijn geweten," zei David. „Het geweten van de menschen maakt soms, dat ze erg domme dingen doen." „Ik denk, dat hijl wel wist, hoe de za ken hier stonden," zei Job nadenkend. „Misschien denkt hij er nog wat van te halen," opperde David. „Het geweten van een menscb wordt altijid wakker als er geld te verdienen valt." „Bij mij tenminste wel," zei Job lachend. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5