DE ZEEUW
BRAND"wonden
KLÜOSTERBALSEM
TWEEDE BLAD
Demagogie en Sensatie.
HET KIND VAN TREFUSA
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON
AKKER'S
ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
VAN
ZATERDAG 26 NOV. 1938, Nr 49.
Op groote schaal werd een nummer
van „Volk en Vaderland" verspreid, waar
in het volgende staat te lezen:
„Toen Ds Niemöller in Duitsohland,
nadat hij' door den rechter was vrijge
sproken, door de politie in bewaring ge
steld werd, daverde het van kansel en
katheder, in kranten en tijdschriften, dat
het recht was geschonden.
Nu in Nederland precies hetzelfde ge
beurt, maar niet tegenover één man, van
wien agitatie werd verwacht, doch tegen
over honderden volksgenooten, wordt er
angstig en benepen gezwegen".
"Wat is er, vraagt „Patrimonium", in
Nederland gebeurd?
Wie worden er opgesloten in een con
centratiekamp, terwijl zij door de rech
terlijke macht zijn vrijgelaten?
Waar is er hier te lande een geval, dat
met het geval- Niemöller kan wor
den vergeleken?
Het is aan niemand bekend. Concen
tratiekampen kennen wij hier gelukkig
niet. Wie in Nederland door den rechter
wordt vrijgelaten, kan ongehinderd naar
huis gaan. Hij wordt niet door de geheime
politie van zijn vrijheid beroofd.
Maar waarop doelt dan „Volk en Va
derland" toch? Wel, op hetgeen de Mi
nister van Justitie deed ten aanzien van
de „wilde bussen". Wij achten 's Minis
ters optreden voor oritiek vatbaar, hoezeer
wij ook ordening van het vervoerwezen
noodzakelijk oordeelen. De „wilde" bus
sen hebben onze sympathie niet, Maar de
Minister had o.i„ in verband met de te
genstrijdige beslissingen van de Amster-
damsohe en Haagsche presidenten, nog
even moeten wachten op het arrest van
den Hoogen Raad, dat weldra tegemoet
is te zien. De Minister heeft evenwel zijn
ingrijpen verdedigd met argumenten,
waaraan niet alle beteekenis is te ontzeg
gen, ook al waren zij o.i. niet zeer sterk.
Dat een vreemde toestand was gescha
pen op den weg-Amsterdam-Den Haag,
moet erkend worden.
Maar is er „angstig en benepen gezwe
gen?"
Dat moet in Duitsohland geschieden.
D&ér mag niemand kikken over diep-in-
grijpende maatregelen van. de heeren
machthebbers. In Nederland mocht zelfs
een N. S. B.-er interpelleeren. Er is in de
Kamer van verschillende zijden
critiek geoefend. Terecht wordt hier ook
ernstig gewaakt tegen handelingen van
Ministers, die, soms als gevolg van een
wetsredactie, welke niet geheel de bedoe
ling uitdrukt, niet ten volle door den wets
tekst wordt gedekt.
En hoe gaat het daarentegen in een
naburig land? D'aar mag men hoege
naamd niets zeggen tegen welke han
deling ook van de machthebbers. Daar is
voorts de onafhankelijkheid van de rech
terlijke macht al meer in het gedrang ge
komen.
Wat een mentaliteit, wat een oneven
wichtigheid, om het tijdelijk stopzetten
van wilde busdiensen te vergelijken, ja
op één lijn te stellen met het Duitsche
optreden tegen Niemöller, die streed voor
de vrijheid van de Kerk!
Meer zullen we er maar niet van zeg
gen.
De N. S. B.-heeren zullen toch allengs
wel begrijpen, dat het Nederlandsche volk
niet onder den indruk komt van hnn de
magogie en sensatie-journalistiek".
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Nadat ik eenige weken geleden iets
opgemerkt had over de eerste algemeene
Zeeuwsche Reisgids, en in verband daar
mee over de dienstregeling der Neder
landsche Spoorwegen, speciaal voor ons
Zeeuwen, heb ik van, laat ik maar zeg
gen, bevoegde zijde, een goedkeurenden
door
S. K. HOCKING.
102) _o_
„Dat zal hij wel laten. Ik wil mij' niet
wreken. Daar heb ik genoeg van. Wraak
is een tweesnijdend zwaard, waaraan
men zichzelf bezeert. Neen, neen, ik
wensch geen wraak, maar mijn eigen
dom. Heide-Hoek behoort mij toe, en na
mij zul jij' het hebben."
„Het zal Peter Trefusa erg bard val
len er van te moeten scheiden, als, wat
u van hem zegt, waar is."
„Het zal hem den dood niet aandoen.
Daar is hij1 te taai voor. Maar het zal
toch een smartelijk oogenblik voor hem
zijn."
„Ik zou er wel eens bij willen wezen."
„Het zal beter zijn als je er niet bij
bent," antwoordde Abram glimlachend.
„Zijn zorgen komen niet één voor een,
ze komen in bataljons."
„Misschien zal het goed voor hem zijn,
Gods oordeel te voelen voor hij sterft,"
antwoordde Abram langzaam. „Maar
wie is daar."
Er werd geklopt en hij ging naar de
deur om open te doen.
glimlachenden blik mogen opvangen en
eenige dagen daarop van andere zijde een
afkeurende frons geïncasseerd.
D'at laatste is opzichzelf niets erg. Ik
kan dat best verdragen. Maar niet in den
zin van: alles wat de Nederlandsche
Spoorwegen doen is goed en welgedaan
en critiek daarop is al bij voorbaat uit
den booze.
Ik ben van meening, dat als wij bil
lijke wenschen hebben en critische opmer
kingen maken, Utrecht ons daar
dankbaar voor zal zijn en op den duur
ons in onze verlangens zooveel mogelijk
zal tegemoet komen.
Dat hoop ik tenminste.
Vandaar dat ik vrijmoedigheid heb, bet
volgende onder de aandacht te brengen
van de menschen, die naar ik hoop bij
machte zijn, hierin verbetering te bren
gen.
Onlangs werden we uitgenoodigd op
een conferentie die te Breda zou worden
gehouden, des namiddags om half twee.
Met z'n drieën zullen we er heen gaan.
Uit de spoorweggids zien wij dat een
trein uit Zeeland om 13.27 te Breda aan
komt. Dat is wel wat laat voor een bij
eenkomst in de binnenstad die 13.30 aan
vangt. Je wilt toch liefst eenige minu
ten van te voren aanwezig zijn en dan
zou het, gebruik makend van een taxi
er allicht 5 a 6 over zijn. Dat was dus
te laat. De trein daarvoor vertrekt echter
reeds te 9.29 uit Middelburg. Dat is toch
wel erg vroeg om daarmee half twee in
een vergaderzaal te Breda te komen.
Maar er zit niets anders op.
Wij voorzien ons van een retour He
klas en tellen ieder f4.40 neer. Daarvan
zullen we lang plezier beleven. We la-
ton ons in de kussens zakken van een
wagentje van om en de bij1 een halve
eeuw oud en beginnen de reis met de op
merking, dat de derde-klas reizigers op
de lijn Amsterdam—Eindhoven er beter
aan toe zijn dan wij1.
Wij zetten, of liever de trein zet zich
in beweging om na 4 minuten knarsend
en piepend stil te houden. Er ruiseht
iets langs onze eoupé, we ruiken sterke
geuren van visoh, garnalen, e.d. dieren
en voort gaat het al weer, 10 minuten
aan een stuk door.
Een wit bord met groote zwarte letters
vertelt ons, dat wij in het centrum van
Zeeland zijn aangekomen. Dat is trouwens
aan alles te zien. Waar vindt men zoo'n
ijzeren gevaarte over de rails gebouwd als
hier. Dat ding was oorzaak, dat korten
tijd geleden me juist een verbinding ont
snapte en me een uurtje langer verblijf
in Zeelands Gentrum bezorgde.
We gaan weer verder. Zeven minu
ten later zijn we het appelen- en peren
centrum van Zeeland genaderd, waar we
een oogenblik uitzien, of er soms nog
iemand zal komen opdagen, die toevallig
ook dezelfde richting uit moet. Er komt
niemand, dus gaan we weer verder.
Langzaam klimmen we den kunstmati-
gen heuvel op die ons zooveel meter bo
ven A.P. over bet kanaal Hansweert-
Wemeldinge voert en glijden dan weer
langzaam naar beneden om als we weer
gelijkvloers staan met het Zeeuwsche pol
derland te Kruiningen te stoppen.
En zoo gaat het verder. Krabbendijke,
Rilland, Bergen op Zoom, Roosendaal,
waar we vlug uitstapten, want een andere
trein zal ons naar Breda brengen. We
zien er de stationsklokken eens op na en
constateeren dit traject van 68 K.M. in
81 minuten te hebben afgelegd.
De trein naar Breda staat eenige tien
tallen meters verder, al hevig onder
stoom. Nadat we daarin gezeten zijn,
raadplegen we onzen reisgids en komen
dan, tot de ontstellende ontdekking, dat
wij hier een pauze van 17 minuten zul
len hebben. Die pauze benutten we om
het station wat om te wandelen en nog
wat vloeistof te bunkeren in de perrons
restauratie. Maar dan is het ook tijd om
de plaatsen in te .nemen en gaan we zoo
waar de laatste 25 km in één ruk afleg
gen. Daar hebben we ook 17 minuten op
moeten wachten.
Nog binnen de twee uur zijn wij in Bre
da aangekomen.
Maar de afstand bedraagt ook 93 km.
Een gemiddelde van 47 km per uur is
toch mooi in onzen tijd, nu er geschreven
wordt over snelheden per spoor van 120
tot 150 km.
Laat ik eerst het verhaal uitvertellen.
De bewuste vergadering was tien voor
Buiten stond de kastelein en de koet
sier van Pendormic, Job, met een brief
in zijn hand. Het gelaat van den kaste
lein was allermerkwaardigst. Hij had
namelijk met Job gekibbeld over het be
zorgen van den brief.
„Ik zeg, dat er hier geen mr Foy is,"
zei David met nadruk.
Maar er moet er een zijn," zei Job even
beslist. „Mijnheer Trefusa heeft hem zelf
gisteravond gesproken. Hij is op Pen-
dormio geweest."
„Ik weet daar niets van," antwoordde
David, „maar er is niemand van dien
naam hier."
„Is er hier dan niemand?" vroeg Job
nog besluiteloos.
„Jawel, er is hier een mijnheer Smith
met zijn zoon. Maar die hebben hier
niets mee te maken."
„Die hebben er juist alles mee te ma
ken. Dat zijn juist de menschen, die ik
zoek."
„Hoe kan mr Smith nu mr Foy zijn",
snauwde David.
„Wel, heel goed. Dat Smith is maar
larie. Waar zijh je oogen, man! Hij1 houdt
je voor den mal. Abram Fowey logeert
hier, wat ik je zeg."
„Abram wie?" vroeg David met een
verwonderden blik.
,Wel Abram Fowey. Heb ik je dat dan
niet dadelijk gezegd?"
vier afgeloopen. Met de trein van 17.35
u. verlieten we Breda en kwamen om
19.21 weer behouden te Middelburg aan.
Voor een vergadering van ruim 2 uur
op 93 km afstand van onze woonplaats
waren we 10 uur op reis.
Nu kunnen sommige Middelburgers
wel beweren dat we op de Nederland
sche Spoorwegen niet mogen mopperen,
maar ik ben zoo vrij, dat wel te doen.
Ik snap niet waarom de Zeeuwen
die VlissingenDen Bosch reizen bij
heel veel treinen 17 minuten in Roosen
daal moeten wachten. Indien dit 7 was,
zou de reis in ons geval 2 uur korter zijn
geweest.
Trouwens, ik begrijip van al die boe-
meltreinen op de Zeeuwsche lijtn niets.
Dat locale verkeer kan met motortrein
tjes worden opgehaald. Indien er eenige
reden MiddelburgBergen op Zoom wa
ren wij van de hatelijke boemeltreinen af.
Een volgende maal gaan we per auto,
hebben we afgesproken.
We huren een auto zonder chauffeur
en hopen den reistijd van 10 tot 6 uur te
rug te brengen (vergaderen inbegrepen).
Aanbiedingen daarvoor wacht ik vol
gende week in de advertentie-pagina in
dit blad. Ten overvloede deel ik mede,
een goed chauffeur te zijta. en al jaren in
't bezit van rijhewijs.
Vele groeten van
STENTOR.
verelschen onmiddellijk goede verzorging!
Vaak vormt zich een pijnlijke brandblaar.
Zorg er voor, dat deze niet stuk gaat. Bedek
de brandwond direct met een flinke laag
ABKBB'S Kloosterbalsem en.» wég is de pijn!
Akker's Kloosterbalsem vervangt tiJdeHJk
de vernielde huid, zuivert en geneest en li
door zijn weetael-herstellende werking een
ware balsem voor brandwonden en brand
blaren. ZU genezen dan zonder Utteekens.
Onovertroffen als huldgenezend middel bi]
schaafwonden, ontvellingen, open huid,
schrale huid, gesprongen handen, kloven,
winterhanden, wintervoeten, wlnterooren,
Per pot van 25 Gram t 62l|j, pot van 50 Gram f 1.04
Een aanrijding
Dbnderdag heeft te Leiden een aanrij
ding plaats gehad tusschen een auto,
waarvan de bestuurder, een inwoner uit
Moercapelle, geen voorrang gaf aan een
motorrijwiel, waarop twee studenten zich
naar de bibliotheek begaven. Het motor
rijwiel werd in de flank gegrepen en ver
nield, terwijl de beide berijders, de 22-ja
rige F. H., uit Leiden en de 25-jarige G.
F. D., uit Middelburg, op de straat
werden geslingerd. H. bekwam er zon
der letsel af, doch D., die op de duo
zat, bekwam een wond aan het hoofd en
vermoedelijk een hersenschudding. Hij is
naar het academisch ziekenhuis overge
bracht.
Terneuzen. Ruiten-ver nielejL
Door de politie wordt te dezer stede een
onderzoek ingesteld naar een persoon,
die de ruiten van enkele openbare ge
bouwen in deze gemeente vernield heeft.
Men bemerkte n.l., dat de groote glasra
men in de nieuwe wachtkamer voor den
Prov. bootdienst zoodanig met een
scherp voorwerp waren bewerkt, dat bij
een dezer ruiten het glas nagenoeg ge
heel in tweeën is. Ook de ruiten van het
„Is het mogelijk? Neen, dat kan niet
waar zijn. En toch heeft hij er wel iets
van, nu ik er over denk."
„Laat mij hem maar eens zien," zei
Job. „Als hij het niet is, krijgt hij den
brief ook niet. Maar als hij het is, dan
krijgt hij: hem ook."
„Waoht even, tot ik weer wat van den
schrik bekomen ben," zei David. „Ik ben
er heelemaal van overstuur. Laat mij er
even over nadenken."
„Daar hebben we nu geen tijid voor,"
drong Job aan. „Mijin meester wacht, en
hij: ig zoo ongeduldig als een wesp."
„Ik ben heelemaal in de war," zei Da
vid, zich op zijn teenen naar Abrams ka
mer begevend en daar zacht aanklop
pend.
Het volgend oogenblik verscheen
AhTams gezicht in de opening. David
staarde hem even aan en liet zich toen
plotseling tegen den muur vallen.
„Hij is het toch!"
„Bent u mr Fowey?" vroeg Job zon
der verdere plichtplegingen.
„En wanneer ik dat eens was?" vroeg
Abram.
„Dan heb ik hier een brief voor u van
mr Trefusa. Maar ik zou niet weten, wie
u anders moest zijn."
„Geef den brief dan maar hier," zei
Abram haastig. Hij scheurde het couvert
los, las snel den inhoud en gaf den brief
De afgeloopen week stond wel in het
teeken van reizen en trekken. Dit geldt
wel allereerst van de Joden in Duitach-
land en Oostenrijk, Zij worden nog
steeds verschopt en verjaagd, gekweld en
getreiterd op alle mogelijke manieren,
zoodat velen hunner wanhopige pogingen
doen om de Nederlandsche, Belgische of
Fransche grens over te trekken. Hartbre
kende tooneelen spelen zich aan onze
grenzen af. Helaas blijkt het nog steeds
niet mogelijk te zijn verzoeken in
dien geest zijn reeds in grooten getale tot
de regeering gericht 1 om een belang
rijk getal vluchtelingen hier te ontvan
gen.
Wij denken verder aan de verschil
lende Staatshoofden en Ministers die een
reis ondernamen. Zoo kreeg ons land be
zoek van Koning Leopold van België. Op
hartelijke wijze is deze sympathieke
vorst die reeds zoo jong door 's levens
leed is getroffen, door de Vorstelijke fa
milie, de regeering en ons volk begroet.
Reeds is aangekondigd, dat onze Vorstin
volgend jaar een tegenbezoek zal bren
gen.
In storm en regen staken de Ein-
gelsohe Ministers Chamberlain en Ha
lifax het Kanaal over om de gast te zijn
van de Fransche regeering. Met ingeno
menheid nam Ghamberlain kennis van
de zoo mooi klinkende Duitsch-Fransche
vriendschappelijke verklaring, maar....
tegelijkertijd werden toch maar vast be
sprekingen gevoerd over de gezamenlijke
Engelsch-Fransche verdediging! In dit
teeken van quasi-liefdoenerij en wan-
trouwen-in-het-hart staat feitelijk heel
de wereldpolitiek.
Er is nog meer gereisd. De Koning
van Roemenië, die ai eenigen tijd op stap
is, bracht o.m. een bezoek aan Hitier.
D'e vrede tusschen Berlijn en Praag be-
teekent n.l. nog allerminst, dat alles nu
rustig is in dien hoek van Europa. Zeer
verre vandaar. We behoeven alleen maar
te noemen de kwestie van „de gemeen
schappelijke grens tusschen Polen en
Hongarije", waarmee bedoeld is de af
stand van Roethenië aan Hongarije.
Men kan deze afstand moeilijk moti-
veeren men den beroemden eisoh der zelf
bestemming, want nimmer hoorden we,
dat de bevolking van deze streek zoo
graag bij Hongarije wil komen.
Maar Polen wil het, omdat het Duitsoh
land heelemaal niet vertrouwt. Het ver
denkt Hitler van vèr-gaande plannen
juist in deze omgeving. Eb Duitsohland
belastingkantoor, ondergebracht in 't kan
tongerechtsgebouw, heeft men onderhan
den genomen; vier ruiten zijn daar door
diepe krassen beschadigd. Waarschijn
lijk heeft men in de avonduren of in den
naoht deze vernieling verricht.
Zuidzande. Brand. Gisteren is docr
tot nu toe onbekende oorzaak brand uit
gebroken in de landbouwschuur van A.
Kotvis-Herweijer te Zuidzande. Drie
paarden en een hoeveelheid ongedorscht
graan gingen verloren. Verzekering dekt
gedeeltelijk de schade.
P. T. T.-jeugdboek ja.
Het Staatsbedrijf der P. T. T. tracht
zooveel mogelijk medewerking te verkrij
gen van de zijde van het publiek. Daar
voor is het noodig, dat het publiek zoo
ruim mogelijk wordt voorgelicht omtrent
P. T. T.-zaken, waarmede het te maken
heeft.
Het ligt geheel in de lijn, dat 't Staats
bedrijf reeds begint bij de jeugd, gedach
tig aan de leus: „Wie de jeugd heeft, heeft
de toekomst".
In verband daarmede is dezer dagen
een boekje verschenen, dat in kleurrijke
tafereelen, op voor de jeugd onderhouden
de wijze, weergeeft hoe het verband, dat
telkens- tusschen publiek en P. T. T. ont
staat, kan worden bevorderd, in beider
belang.
Zooals gezegd, is het beokje bestemd
voor de jeugd, van 1018 jaar ongeveer,
al zal ieder ouder, die het boekje onder
de oogen krijgt, het niet achteloos ter zijde
leggen.
Het boekje is, in samenwerking met
daarna over aan Ned.
David en Job wisselden Mikken van
verstandhouding, maar spraken geen
woord.
Ned las den brief langzamer dan zijh
vader had gedaan;, deed hem daarna
kalm in de enveloppe en gaf hem daarna
terug aan Abram.
„Wacht even, een paar minuten," zei
Abram, zich tot Job wendend, en sloot
■de deur kalmweg voor hun. neus dicht.
De brief was kort en zakelijk. Hij luid
de als volgt:
„De groeten van den heer Trefusa en
de heer Abram Fowey zal hem zeer ver
plichten, wanneer hij den jongen man,
■dien hiji zijn zoon noemt, onverwijld op
het kasteel brengt."
„Je zult hem natuurlijk bezoeken?" zei
Abram, zoodra de deur dicht was.
„Wel natuurlijk," was het lachende
antwoord. „Ik zie niet in, waarom u en
mijhheer Carve alle plezier alleen zoudt
hebben."
Abram ging zitten en schreef het vol
gende briefje:
„Mijn zoon zal u binnen een paar uur
bezoeken. Waarschijhlijk zal ik ui later
op den dag ook komen spreken.
Uw dw. dn.
Abram Fowey."
„Zoo kan het wel, dunkt me," zei hij,
schijnt (tenzij er andere, grootere voor-
deelen tegenover zouden staan) Roethe
nië te willen handhaven onder de heer
schappij van Praag, dat volkomen in de
invloedssfeer van het D'erde Rijk is ge
komen; zoodanig zelfs, dat het dezer da
gen toegestemd heeft in een Düitschen
corridor, dwars door Tsjecho-Slowakije
heen,
Bij dit alles is ook Roemenië in hooge
mate geïnteresseerd. Vandaar, dat zijn
koning wellicht eens met Hitier wilde
praten.
Ook ontving Hitier bezoek van den
Zuid-Afrikaanschen minister Pirow.
Hieraan zal de koloniale kwestie wel niet
vreemd zijn. Genoemde Minister, een
man van Duitsohe afkomst en met veel
Duitsche relaties, was naar Berlijn op
weg, om het koloniale probleem eens rus
tig te gaan gespreken. Hij zou, zoo luid
den de geruchten, met name een plan in
zijn zak hebben, oom Duitsohland een ko
loniaal rijk aan te bieden aan de West
kust van Afrika, waartoe Engeland,
Frankrijk, Portugal en België hun deel
zouden bijdragen.
Maar Duitsohland heeft zich met de
Jodenvervolging wel leelijik in de vingers
gesneden. Het zou nu wel eens zóó kun
nen uitloopen, dat, al brieschen de Nazi-
autoriteiten hierover nog zoo, een deel
der voormalige Duitsche koloniën in Af
rika wordt bestemd voorJoodsch
Tehuisl
Duitsohland heeft een groote psycho
logische fout begaan. Het stond tegen
over twee staatslieden: Chamberlain en
Daladier, die slechts op een welwillend
woord wachtten om het werk, dat zijl te
München begonnen waren, vruchten te
'doen dragen. In plaats van die toenade
ring kwam uit Berlijn een agitatie, welke
in baar felle verbitterdheid alle vorige
overtreft.
Geen wonder, dat de weerslag daarte
gen zeer ver gaat, vooral in Amerika. E'r
gaan daar zelfs stemmen op, volgens wel
ke de Vereenigde Staten ook «naar eens
de taal der dictatoren moeten gaan spre
ken. Daar behoort allereerst toe een op
voering der bewapeningen tot zulk een
hoogte, dat elke combinatie der totali
taire staten daarvoor ontzag zou moeten
hebben.
De verhoudingen zijh er de laatste we
ken niet beter op geworden. Zelfs som
mige gezanten worden van hun post ont
boden, om aan hum regeeringen „verslag
te komen uitbrengen".
Ook de perscampagnes zijh verbitterd.
De waarde van plechtige vriendschaps-
verklaringen kan in een kort tijdsbestek
danig verminderen!
het hoofdbestuur der P. T. T., ontworpen
en bewerkt door Piet Zwart, architect te
Wassenaar.
De druk werd verzorgd door de Neder
landsche Rotogravure Maatschappij te
Leiden.
Wanhopige moeders en ver
laten kinderen aan de grens.
In Zuid-Limburg werden verscheidene co-
mité's opgericht, die zich willen belasten
met de zorg over de vele kinderen en
vrouwen, die door de bosschean dolen
langs de Limburgsche grens.
Er zijn burgemeesters, die de autori
teiten in Den Haag weten te bewegen,
een tijdelijke verblijfsvergunning te ver
schaffen. Het betreft dan kinderen en
vrouwen, die in de grensbosschen wor
den aangetroffen en door de doorgestana
ellende uitgeput zijn en soms zwaar ziek.
Vooral de burgemeester van Vaals spaart
moeite nog tijd om 'de opgejaagde stum
pers te helpen.
Een dier vluchtelingen hebben we ge
sproken, aldus het Volksblad. Uitgeput
werd zij' in den striemenden regen aan
getroffen met haar zoontje, een jongetje
van omstreeks vier jaar. Van Weenen
was zij naar het Westen getogen, tot
dat zij doodelij'k vermoeid en wanhopig
de grens bereikte, waar men haar een
halt toeriep. Daar stortte de vrouw ech
ter met haar kind neer.
Van Vaals togen wij verder langs da
oostgrens. Daar in de bosschen van Her-
zogenrath tot voorbij Vaals, her- en der-
het briefje aan Ned gevende.
„Ja, het is kort en bondig," zei de jon
ge man glimlachend.
„Er wachten hem nog verrassingen,"
zei Abram terwijl hij het adres schreef.
„Het is misschien wel goed, dat hijl van
den eersten schrik bekomt, voordat de
tweede begint."
In de gang vond hijl Job en den waard
im druk gesprek. Zij schenen wat ont
steld toen Abrami eensklaps op hen af
kwam, want zij hadden zich verdiept in
moreele bespiegelingen over Ahram's ge
drag, die juist niet zeer vleiend voor de
zen waren.
„Als ik toch bedenk, dat hijl het is en
dat ik hem niet herkend heb!" zei David
op een toon, die bijna verwijtend klonk.
„Het verwondert me, dat hij hier zijin
gezicht durft te vertoonen," antwoordde
Job.
„Misschien is het zijn geweten," zei
David. „Het geweten van de menschen
maakt soms, dat ze erg domme dingen
doen."
„Ik denk, dat hijl wel wist, hoe de za
ken hier stonden," zei Job nadenkend.
„Misschien denkt hij er nog wat van te
halen," opperde David. „Het geweten
van een menscb wordt altijid wakker als
er geld te verdienen valt."
„Bij mij tenminste wel," zei Job
lachend. (Wordt vervolgd.)