Rondgang door den Dam-doolhoi
HET VERMISTE PAKKET
I-
X
Ui
Ui
111
Wenken op technisch gebied.
mP
I
m In
W 18
pHf
■X",
mwF'wf\
wFm
Q
s
rn
in
E
ÜJ W
V
Z.
o
a
ttf
c
3
-a
S o
5
o
o
r
-C
Ui
E
E
G
O
L~
•4-J CD
a
O *H
O
O
S:®
CO -H
erf bOTS
T5
drq a
s
-je *d
2 a
co ra
G
o
a ®W u
d a o
o
G
QJ
hO ^5
O -♦-> ro
53
erf O
"■*W
.5? n a>
a
<D
a>
9 -3
O
a ,2 >-i
<X> ^3
O hO
ri.S
_i
w 0) Q
f> o
d M
2.S»
rt h'Ö
>1 -»-»
S
5m -a
rl
H U rl
CD a 5*4 a
O cd CD U
tn N O H
•r-1 <U S3 rö cd
gd
S*°^«
K S 'S x>
ai cd N
erf .^h cd
*-j 0 hov-j
G °H
aj .53 o
t3 *+-< G
5
a §5
g S~ g
d ®"3-d g
sa^i
tj1-1 -►*
-0 rl d
w ad 8 3
W cd -
I P.T3
gmo g ts
«'3
-V- *«-•
S Q CDH
♦-> Co <D
O f-t
hC55 öiJ
.-.
o
>h cdr
CJi
9 -S
>.S° a
ö5 a
■sr'-giS
§sls
a|2g
m
^.2 5
CD CQ "'~l
m
+j 2J
CD Co
W d -W
T3 o
'TO CD -*-»
a"3 a
•H 2
a 2
CD G
CD CD
CD
055 fn
ho nj
si
CO CD
G 53
X3
ft®
5<J cö
H h
P
CQ
S§Ö
S:
O
3 he
aS-s-i
I g
P
S o a -2
1- d10'
9
2-2 £-3
a 2
.S-ê^-S
9-3-g
Si o
55 «o/
a
CD d
d g
Ö.25
si'25»
.d f-
s2 5
5 .2
6 d cd ho w
55 ft d
d Ë'3
5r.2'd
®1-S
60$ g
S ts
•S 2
a? cd
he 5 ft "3
S^1 0
'ZZ? CD
a» r—-♦-»
CDCD
5 o M d W
6 >-d
CD
T3
g-2^
g1^ d
cod
Jd ft cd
a>
ft
r-« Q rt
9-Ö O
d cs
'P CD
d w bo
o
O °T)
d
ccJed
u.
•- ^"S
_d :d O
fcd
"S3 d tj
a 2 g
d
cd <D _r
bo
Tj
Wr
CD <C
•^2?
7s
55 cq
5*1 O
a0
55 CD
O
ft
jr o
h0»-5
54
é_i cö d £3
o o3 a
o a ft o
-ö g g54
beg-
CD M
fcSg
-P
2
■3 s
O
d
.d d
a a
o Bjd
54
2
g
.d
2H d
2 -S
d
y <D J
d cd
flflüg
2 -2
N Tj d
ad©
o Cd 54
-
N
rt, a
fl TJ-( O
O
54 b0 55
O
O
-»-> rri
m r-öH
I'tfS
cd
s-14
g
bfl "*-*
^'S9
-*-» cd
d erf
a 53 65
a
erf erf
rg.gï
W bo g
o a
-slw
as
CQ l>
■P
m 2 S3
■2-^
.2 d
g^J10
d 5
9 co i>
■S S
cd
a cd
mm
a
d 5 0
-» 55 d
3.3 8 s
is a 4 2
-9
g|^ E
'-J -f*
rft
•s
dd
■g
d"«
co d 5
■r-4 CD
-<-> _rj
.a gs
55
O co
S a
CO si
r-H ;5?
55
a
75
m V-»
Orf 5
(—1 O e+m P-i
U O s-
3 o
N 55 75 O
®"o
d
a
s3-§
S§1-
ft
75 Q
O
S 5
55
J
'w
jd a
tn a)
-d
55
w u-g
a a *N
p,
.op O g
a 75 75
0 g "3
O «H
J oO
o d
o a' .2
J3 mu
Sis
C5 r
erf
5=J
bo I
d
id
d «2
5i •*-» a
cp 52 e0
55
55
O
W JU 1
a
■ar
CQ
o'0
OH H jr
ri a 75 be
d erf d a
54 54 55 T4
3<£#-*
bON v
d .2 a, g d
:::7 •s 2
o -2
m m a
75
■g
a a g -
d o
te o d
N,3d
2 d
Crf 75 CD ho Jd
55 bo
d erf 75 d
,_5 CÖ s- O
W Crf 75 55 NJ
_3 -*-'
55
O
a 54
£_i
.a a
- •drz-S -f-H
03 a
a erf
5<
a
N
S-2§
5 a 54
JWxi *t *Jt*2ZU£jkindje, rfa( alio zaonsolnfu «w»rc»xi
en liefhebben.... hij was ook een Joden-
jongen
Mijn kleine iongen staat met de armen
op mijn knie geleund. En ik vertel.
De oude Hebreërs stijgen voor onze oogen
op in al hun glans en macht. Ze rijden op
hun kameelen in bonte kleeren, en met lan
ge baarden. Mozes en Jozef met zijn broe
ders, en Simson, en David en Saul. De mu
ren - van Jericho vallen voor 't geluid der
bazuinen.
„En wat toen?" zegt mijn kleine jongen,
een uitdrukking, die hij gebruikte toen hij
veel kleiner was, en die nu nog altijd terug
komt als hij door iets meegesleept wordt.
Wij hooren van de verwoesting van Jeru
zalem, en hoe de Joden hun kleine jongens
bij de hand namen en van de eene plaats
naar de andere zwierven, gehoond, veracht,
mishandeld. Hoe ze geen huis of akker
mochten bezitten, maar alleen handel drij
ven, en hoe de roovers hun al het geld af
namen, dat zij verdiend hadden.
Hbe ze toch aan hun God hieven gelooven
en hun oude gebruiken bewaarden onder
de vreemde menschen, die hen haatten en
vervolgden. De heele dag is aan de Joden
gewijd.
Wij kijken naar eenige oude boeken op
de plank, waar ik het allerliefst in lees, en
die geschreven zijn door een Jood met een
wonderlijken naam, dien een kleine jongen
heeelmaal niet kan onthouden. En we hoo
ren, dat de beroemdste man, die nu in De
nemarken leeft, een Jood is.
En als 't avond is en Moeder aan de
piano gaat zitten en het lied zingt, waar
Vader het meest van houdt, blijkt het, dat
de woorden van een Jood zijn, en dat een
andere Jood de melodie gecomponeerd
heeft.
Mijn kleine jongen is rood en gloeierig
als hij1 dien avond in slaap valt. Onrustig
woelt hij in zijn bedje en praat in zijn
slaap.
,;Hij' heeft wat koorts," zegt zijn moeder.
En ik buig me over hem heen en kus zijn
voorhoofd. En ik antwoord kalm:
„Dat is zoo vreemd niet. Vandaag heb ik
hem gevaccineerd tegen de ellendigste van
alle besmettelijke ziekten."
P. W. J. S.
Betere kortegolf-ontvangst.
Wij schreven eenige weken geleden over
kortegolfontvangst en kwamen daarbij tot
de conclusie, dat de korte golfontvangst zeer
sterk beivloed wordt door het optreden van
zonnevlekken.
J uist deze week is er een mededeeling
van het Kon. Metereologisoh Instituut in
De Bildt verschenen, waarin werd mede
gedeeld dat er een aantal zonnevlekken op
de zon aanwezig waren en dat deze één
dezer dagen zouden verdwijnen.
Aan de korte golfontvangst is dit dan ook
deze week zeer goed te merken geweest,
daar deze minder was dan enkele weken
geleden.
Niet alleen de radio-ontvangst heeft hin
der van het voorkomen van deze vlekken,
maar ook de telegraafdienst kan er der
mate door gestoord worden, dat er bijzon
dere maatregelen moeten worden genomen.
Ook schepen o.p zee ondervinden last met
hun kompas in tijden zooals wij deze week
hadden.
Wij maken ons echter graag zooveel mo
gelijk onafhankelijk van het optreden van
verschillende verschijnselen, die de ont
vangst beïnvloeden. Daarom willen wij deze
week een behandeling geven van een goede
antenne, speciaal voor de ontvangst van
korte golven. Wij doen dit aan de hand van
gegevens, welke wij in het Amroh Journaal
vonden. Aan, de hand van deze gegevens
bouwden wij een dergelijke antenne en 't
resultaat was uitstekend.
Bij de ontvangst van de korte golven
wordt de ontvangst meestal gestoord door
een geruisch op den achtergrond. Het gaat
er nu om een zoo goed mogelijke verhou
ding te scheppen tusschen het gewenschte
signaal en de altijd aanwezige storingen.
In den mitvan#ror wordl dozo verhoutling
bepaald door de bereikbare versterking en
het ruischen van lampen en weerstanden.
Behalve het ruischen, dat in den ontvan
ger zelf gereproduceerd wordt, zijn er nog
tal van andere storingsoorzaken.
Storingen uit de omgeving, opgewekt door
alle mogelijke electrische apparaten, drin
gen den ontvanger binnen via de antenne
en veelal ook via de netaansluiting.
Om zooveel mogelijk profijt van de an
tenne te hebben en de signaal-storingsver-
houding werkelijk zoo gunstig mogelijk te
houden, is het zaak de antenne zoover mo
gelijk buiten het storingsgebied te brengen,
dus hoog. Maar daarmee is men nog niet
klaar, want om het beoogde effect te berei
ken dient men den invoerdraad de ge-
heele toevoerleiding van antenne naar ont
vanger die nu eenmaal wel het stoor-
gebied blijft doorkruisen, nog voor storings
invloeden ongevoelig te maken.
Kan, bij gewone omroepontvangst voor
dit doel nog wel eens worden volstaan met
afgeschermde antenne-kabel, bij korte golf
ontvangst is daar geen sprake van en moet
men omzien naar betere hulpmiddelen.
Ook de antenne zelf moet anders gebouwd
worden dan voor normale omroepdoelein-
den het geval is. Een draad-je, achteloos op
gehangen, voldoet daar al heel gauw; de
lengte van de draad doet er niet
erg veel toe, daar deze altijd klein zal zijn in
verhouding tot de ontvangen golflengten.
Bij korte golf-ontvangst is dat volkomen
anders: de draadlengte komt daar in de
zelfde orde van grootte als de golflengten
en daardoor kan het gebeuren, dat een
antenne van bepaalde lengte b.v. zeer goede
resultaten oplevert bij de ontvangst van de
25 M. golven, doch zeer slecht op de 19
Meter.
Hoe ,kan dat? Een draad van 10 M.
lengte b.v., geïsoleerd opgehangen, vormt
op zichzelf namelijk reeds een afgestemde
kring, w-aarvan het resonnantiepunt ligt bij
20 M. golflengte. Bevindt zich om den draad
heen een zenderveld ,van deze golflengte
dan geraakt de electriciteit in den draad in
een trillende beweging: door den draad
gaan stroomen loopen, die in het midden
het sterkst zijn, terwijl de electronen aan
de uiteinden bi/ iedere periode opgehoopt
worden, waardoor aan de uiteinden span
ningen ontstaan.
De beste manier om de trillingen uit zoo'n
antenne op het rooster van de eerste lamp
in den ontvanger te brengen bestaat hierin,
dat men in het midden van den draad eeni
ge koppelingen aanbrengt en deze op den
afgestemden roosterkring laat inducecren.
'Een op een dergelijke wijze ingerichte
antenne wordt di-pool of ook wel doublet
genoemd.
Omdat de antenne vele meters boven het
toestel aangebracht moet worden, gaat dat
koppelen niet zoo eenvoudig als hierboven
werd voorgesteld, maar moet een z.g. voe-
dingslijn of „feeder" gebruikt worden om
de trillingen van het di-poolmidden naar
de koppelspoel te dirigeeren.
Deze voedingslijn kan men nu zoo con-
struecren dat hierdoor op zichzelf geen
ontvangst op kan treden; men ontvangt dan
zuiver en alleen met de di-pool, die boven
den stoornevel is opgehangen.
Over de installatie van deze antenne ho
pen wij u de volgende week eenige gegevens
te kunnen verschaffen.
Vragen.
R. M. te M. De namen en omroepletters
van de zendamateurs kunt u vinden in het
Radio Amateur Call Boek. De boekhandel
zal u dit wel kunnen leveren.
J. v. W. te S. De storing van Luxemburg
wordt veroorzaakt door Moskou daar één
der meerdere Russische zenders ook op de
golflengte van Luxemburg werkt. Vroeger
was de energie van dit station te gering om
het sterke Luxemburg te storen. Nu echter
ook de energie van Moskou is opgevoerd tot
100 K.W. ontstaat er een interferentie-toon.
Dat de omroepgidsen de programma's
van Luxemburg niet opnemen, vindt zijn
oorzaak in het feit dat dit station een vrij
buiter op radiogebied is en uitzendt op een
golflengte welke niet internationaal is toe
gewezen.
I*. J. F. to Y. De diser€»fi>on is een pro
duct van de Radio lJell. Wij zullen u het
adres nog nader opgeven, zoo ook de prijs.
't Schema voor stroomlooze uitgang wordt
n toegezonden.
DE K0UDE-P00L.
Tot dusverre meende men, dat het kleine
Siberische stadje Verkhoinsk aan de Yama
de laagste temperaturen ter wereld had.
Men heeft daar inderdaad tot 70 gr. onder
nul gemeten.
Nu verzekert de Russische professor
Obroctjev echter, dat hij na systematische
waarnemingen, gedurende twaalf jaar een
nog kouder stukje land dan Verkhoiansk
heeft ontdekt, nJ. Oimekou, eveneens in
Oost-Siberië.
Sedert 1933 is daar een metereologisch
waarnemingsstation gevestigd en men heeft
daar kunnen vaststellen, dat de tempera
tuur steeds ongeveer 4 tot 7 gr. C. beneden
die van Verkhoiansk ligt. Men heeft daar
een temperatuur van 78 gr. onder nul ge
meten.
Oimekou is dus blijkbaar de koudepool
van de aarde. Het gehucht en zijn omgeving
telt 1000 inwoners. De menschen, evenals
de rendieren, paarden en koeien op hun
boerderijen, zijn uitstekend tegen het kli
maat bestand.
(Uit „Natuur en Techniek".)
door Grace Sinclair.
10)
Vol angst keek ze de jongens aan.
„Waar was ze heengegaan?" vroeg Ge-
Tard.
„Ze was een boodschap voor mij: gaan
doen bij de kathedraal," zei Greta vol zelf
verwijt. „Ze had al drie keer terug kunnen
zijn. 0, waarom heb ik haar toch laten
gaan!"
Luider en dreigender klonk de alarmklok.
„We kunnen niet zonder haar gaan," zei
ze zachtjes. „Ik tenminste niet. Neem jij de
anderen maar mee, Ulric. Ik blijf hier op
haar wachten."
Maar noch Ulric, noch Gerard wilden
daar iets van hooren.
„U kan er haar toch geen goed mee
doen," zei Gerard. „Als haar iets is overko
men, is het toch al gebeurd. Daar zij niet
teruggekomen is, beduidt dat natuurlijk, dat
ze niet kon terugkomen; maar er is nog tijd
om de kinderen te redden."
Hij1 trok haar mee naar buiten en zei te
gen Irene, dat zij haar zusters hand ste
vig moest vasthouden. Hij nam daarna
Aimée in zijn armen, en Ulric gaf Peter
een hand.
Zoo haastten zij zich voort langs eenige
achterstraten en hadden weldra het huis
van. Baudiehon bereikt.
„Jij blijft toch ook zeker hier," zei Greta
tegen Gerard, toen hij Aimée op den grond
zette.
Gerard schudde zijn hoofd.
„Neen," zei hij, „ik ga juffrouw Béril
zoeken."
„O, Gerard, Iaat me toch met je mee
gaan!" riep Greta nit. Ze zag echter meteen
de dwaasheid van haar woorden in, en
op hetzelfde oogenblik werd de zware deur
geopend, en trokken een paar sterke armen
haar naar binnen. De deur werd daarop
weer gesloten en gegrendeld.
De kinderen drongen zich angstig tegen
haar aan. Haar werk was hier en niet bui
ten. Gerard was reeds verdwenen.
De Hugenoten waren allen in of om Bau-
dichons buis vereenigd, en terwijl zij' de
kinderen troostte en trachtte af te leiden,
hoorde Greta, dat het heele Roomsch-Ka-
tholieke leger zich bij1 de Kathedraal ver
eenigd had en nu met kruisen en banieren
er op uittrok. De overheid volgde, steeds
protesteerend, maar zij was niet bij machte
het te beletten.
Drie andere troepen waren op weg uit
verschillende deelen der stad. Zij zouden
op de Molard bij elkaar komen en dan zou
de slachting een aanvang nemen. Zelfs de
vrouwen en kinderen zouden hun aandeel
hebben in. „het heilige werk".
„Minstens zevenhonderd kinderen van
twaalf tot vijftien jaar", zegt de R.-Katho
lieke geschiedschrijver uit dien tijd, „droe
gen kleine degens en hadden hun hoeden
en mutsen en zakken gevuld met steenen,
om de 'kettersche kinderen te dooden. De
vrouwen droegen steenen in haar schorten.
„Laten we ook meegaan," zeiden ze tot el
kander, „en zorgen, dat zij allen uitge
roeid worden."
En ergens, te midden van die woedende,
opgehitste menigte, bevond zich het kleine
Fransche meisje.
„En ik heb er haar op uit laten gaan,"
verweet Greta zich. „Ik heb haar den dood
tegemoet gestuurd, en nu zal zij' nooit we
ten, hoeveel ik van haar gehouden heb. 0,
Béril, was ik zelf maar gegaan!"
Zij dacht geen oogenblik aan haar eigen
gevaar. Zij waren voor het moment welis
waar veilig, maar Baurichons huis zou stel
lig het eerst aangevallen worden. Zou het
zoo'n vereenigden aanval kunnen weerstaan?
Zou het werkelijk blijken een toevluchtsoord
te zijn, of zouden zij: er den dood vinden?
Op een anderen tijd zou die vraag haar niet
weinig bezwaard hebben, maar nu verdreef
de angst voor Béril elke andere gedachte.
Later op den dag voegde ook hun vader
zich bij hen en zij stortte toen haar hart
bij hem uit.
„O vader, is er eenige hoop?" vroeg ze
snikkend. Zou het mogelijk kunnen zijn, dat
wij haar nog terug vinden?"
Dokter Morand bleef echter zwijgen. Hij
was geheel ontdaan. Hoe zou er nog hoop
kunnen zijn voor het teere, onbeschermde
kind, zoo alleen tusschen die woedende me
nigte?
De angstige blik in Greta's oogen deed
hem echter de woonden van verwijt, die hij
anders zeker zou uitgesproken hebben, voor
zich houden.
„Bij God zijn- alle dingen mogelijk", zei
hij eindelijk. „Ze is dikwijls met mij naar
de bijeenkomsten geweest. Misschien heeft
ze wel een paar van onze vrienden ontmoet
en is met hen meegegaan naar de een of
andere schuilplaats. De meesten zullen haar
wel kennen. Er zijn hier in huis ook heel
veel vluchtelingen. Weet je zeker, dat zij er
niet hij is?"
'Dat wist Greta echter heel zeker.
„Kunnen we haar niet gaan zoeken?"
vroeg zij.
De dokter schudde zijn hoofd. Dat was
blijkbaar onmogelijk. Iedere man, die bij
Bauchidon in huis was, moest blijven, om
de vrouwen en kinderen te helpen verdedi
gen; maar het viel hem ook 'hard, dat hij
niets voor Béril kon doen.
Het wachten viel iedereen lang. Eindelijk
hoorden zij, dat een troep op weg naar de
Molard door de overheid was uiteen gejaagd
op de brug van de Rhone.
Daarop kwam er een 'bericht, dat de arme
vluchtelingen van ontzetting deed ineen
krimpen. Een tweede bende had veilig de
Molard bereikt en zich met het leger ver
eenigd, terwijl een derde, onder den dom
heer Veigy, op weg was naar het huis van
Baudiehon, om dat te omringen en in brand
te steken, opdat allen, die er waren, den
dood zouden vinden.
„Verbranden! Was het wonder, dat hun
het hart van schrik ineenkromp? De man
nen keken hun vrouwen en kinderen aan,
die hun dierbaarder waren dan hun leven,
en hun besluit was genomen. Zij zouden ze
tot den laatsten man toe verdedigen, als bet
noodig mocht blijken. Zij namen dus af
scheid en stelden zich huiten op, om daar
den vijand op te wachten.
DE WEGEN GODS.
Wegen Gods, hoe duister zijt gij!
Wij omwinden ons het hoofd
voor het hang gezicht der toekomst,
lichtloos en van vreugd beroofd;
maar wij blijven stil vertrouwen,
ook in nacht en donkerheid,
dat ons oog eens zal aanschouwen
't doel, waar Hij! ons henenleidt.
DE COSTA.
ONZE GEZONDHEID IN DEN WINTER.
Aan een artikel van arts G. Verhoog in
„De Dokter in Huis" is het volgende ont
leend
„Het warme klimaat is het oorspronke
lijke klimaat >van den mensch en pas later
zijn de menschen ook de koudere luchtstre
ken gaan bewonen. Hier moesten ze zich
aan vele dingen aanpassen.
Nemen we ons land tot voorbeeld. In den
zomer kan het hier warm zijin en kunnen
we op vrij natuurlijke wijze leven, d.w.z. we
laten de zon en de lucht 'op ons inwerken,
eten versche vruchten en sla enz. In den
winter echter zijn we niet zoo vrij in onze
bewegingen. Den eersten tijd putten we dan
nog uit den voorraad gezondheid, dien we
in den zomer hebben opgegaard, maar in
het voorjaar komen, soms al eerder, de ziek
ten.
Het is een feit, dat in de maanden Maart
en April de meeste zieke menschen zijn. Dit
is voor een groot deel te wijten aan het feit,
dat in den winter de gezondheid verwaar
loosd is.
Hoe moeten we nu in dezen tijd hande
len? Dit is zóó samen te vatten, dat we ook
in den winter zoo veel mogelijk de elemen
ten der natuur op ons moeten 'laten inwer
ken, maar.... we moeten rekening houden
met het koude weer. Het is niet zóó, dat we
in den winter, zooals sommigen beweren,
maar net zoo kunnen handelen als in den
zomer. Een enkele zal het 'kunnen verdra
gen, om ook in den winter eiken dag in
het water te duiken of een zonnebad te ne
men temidden van sneeuw en ijs, dit is lang
niet bij iedereen het geval en ook door har
ding niet altijd te verkrijgen.
Trouwens al is het te verkrijgen, dan ver-
eischt dit nog een stelselmatige training en
daar heeft niet iedereen de moeite voor
over. Harding 'kan wel een eind op weg hel
pen, maar we moeten bedenken, dat we voor
het winterklimaat oorspronkelijk niet ge
schapen zijn en dat we ons dus moeten
aanpassen.
Dit is al direct het geval met de Meeding.
Ik geloof niet, dat men hier, zooals in de
tropen, geheel buiten kleeding zou kunnen,
al hardde men zich nog zoo lang.
Het is hier meestal zoo, dat in den zomer
de heeren een teveel aan kleeding dragen
en in den winter de dames een te weinig.
Wat do laatsten betreft, heb ik vooral het
oog op kousen en onderkleeding.
Onder redactie van Jur. Schroder, Sta
dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru
briek betreffende te richten aan dit adres.
De partij tegen den heer J. J. de Jong
onderbraken wij om de urgente stand van
den heer Sinke te kunnen plaatsen. Wij
vervolgen thans deze analyse, vanuit on
derstaand diagram:
Stand na den 31en zet van Zwart:
J. J. de Jong (zwart)
1 2 3 4 5
Jur. Schroder (wit)
Stand zwart: 10 schijven op: 2, 3, 4, 6,
9, 15, 16, 21, 22 en 26.
Stand Wit: 10 schijven op: 25, 31, 35, 36,
37, 40, 42, 45, 46 en 48.
32. 4034
33. 3429
34. 4540
35. 40—34
36. 34—30
37. 4238
28
6—11
8—13
13—19
9'14
Op 30—24, 19X30, 35 X24 zou zwart 4—9
laten volgen met domineerende stelling.
37. 3—9
38. 38—33 9—13
39. 30—24
Nu is het tijd om op ruit 24 te gaan.
39. 19X30
40. 35X24 1419
gedwongen.
41.48-43
2420 geeft geen voordeel. De tekstzet geeft
wit altijd nog een kans om schijf 48 in de
richting van ruit 25 te dirigeeren. Een af
wachtende zet dus.
41. 19X30
42. 25X34 11—17
Wacht ook af. Wat meer aanvalsdurf zou
hier geen kwaad kunnen. B.v. een dergelijke
variant trachten er in te vlechten: 1319,
(belet 43—38), 34—30, 15—20, 30—25, 19—
23, 29X27, 21X41^ 36X47, 26X37 25X14.
43. 29—24 4—10
Wit moet nog steeds om de dreiging den
ken, dam laten halen (i.e. 1520) en afvan
gen (1319). Schijf 43 kan dus nog niet op.
44. 34—30 10—14
45. 30—25 13—18
46. 43—38 14—19
Wit laat rustig dezen afruil toe. Het gaat
om de tempi en wit heeft nu al bekeken dat
zijn schijf 46 op het allerlaatste oogenblik de
winnende tempo mogelijik maakt.
47. 24X13 18X9
Stand na 47 van zwart:
1 2 3 4 5
16
26
36
46
Ws. 9
'd"
w%.
vm. wfc
15
25
s
<5 1
5
47
48 49
50
Zwart 7 schijven op: 9, 15, 16, 17, 21, 22
en 26.
Wit 7 schijven op: 25, 31, 33, 36„ 37, 38
en 46.
48. 38—32 9—13
49. 33—29 13—19
50. 29—24
2923 zou zwart nog een kans geven:
19X28, 32X23, 21—27, 23—18, 22X13,
31X11, 16X7 en winnen kan wit niet meer.
50. 19X30
51. 25X34 15—20
52. 34—29
Beter als 3430. Dan toch zou kunnen:
22—28, 32 X 23, 17—22 en nü kan 23—19
met. Bij de tekstzet kan die wèl. Dat is het
verschil.
52. 22—28
53. 32X23 17—22
54. 23—19 20—25
55. 29—24 22—28
56. 19'14 28—33
28—32 baat niet: 37 X28, 26 X37, 36—31,
37 X26; 14—10, 26—31; 10—5, 25—30 (ver
plicht, want op 3137 zou 2822 volgen
met de dreiging 2420) 24X35, 3137; 46
—41, 37X46; 28—23, 46X19; 5X46 wint.
57. 14—10 33—39
Op 3338 zou 105 volgen en dan kan
38—43 niet door 37—32, 26X28; 5X49, 21
27„ 49 X 21, 16 X 27; 46—41, 27—32; 41—37,
32X41, 36X47! uit!!
58. 10—5
Dreigt met 2420!
58. 25—30
59. 24X35
39—44
Op 3943 zou volgen 3732 (Zie annata-
tie bij 57en zet). Toch geeft 2127 een iets
langeren levensduur, n.l. 2127; 31X22, 39
44; 523, 4449 (verplicht, op 44—50