DE ZEEDW
I JBi
TWEEDE BLAD
De Ouitsche Egel.
HET KIND VAN TREFUSA
FEUILLETON
Uit de Provincie.
MIDDELBURG.
VLISSINGEN.
Om de visschershaven.
ZUID-BEVELAND.
HET NIEUWE MODEL VELDJAS
BIJ HET LEGER.
Wemeldingie. Vrijdag en Zaterdag werd
alhier door de bloemenvereen. „Floralia"
een. Chrysanithententoonstelling .georga
niseerd. Hoewel de tentoonstelling van
veel kleineren omvang was dan in an
dere jaren, waren er veel mooie inzen
dingen. Er was slechts zeer weinig pu
bliek.
WALCHEREN.
Westkapelle. Voor de met 1 December
a.s. alhier vaceerende betrekking van ge
meente-veldwachter hebben zich 27 solli
citanten aangemeld.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
VAN
DINSDAG 8 NOV. 1938, Nr 33.
Naar aanleiding van de rede van
Hitier, waarin hij het Duitsche Rijk met
een egel vergelijkt, schrijft de „N. R. Ct."
d.m.:
Wij allen kennen den egel als een der
merkwaardigste dieren. Het is een heest,
dat weinig in staat geweest is onze liefde
op te wekken. Wantrouwig als geen an
der, steekt het altijd zijn wapenrusting
uit, indien mensch of dier zijn paden
kruist. De egel duldt niets in zijn omge
ving, ziet overal gevaar, ook daar waar
hij met de beste bedoelingen wordt gena
derd. De egel is geen beest, dat zioh
vrienden weet te werven in de dieren
wereld; hij is daarvoor te agres
sief in dien zin, dat hij; te zeer bevreesd,
ook te snel klaar is met het dreigen met
zijn natuurlijke pantsering. Daarom is de
egel een onvriendelijke verschijning in de
dierenwereld, een beest, dat daar gedeel
telijk buiten staat. Maar al zijn achter
docht kan hem toch in bepaalde gevallen
niet baten. Geen stekels zijn bestand te
gen de slimheid van den vos, als slacht
offer waarvan de egel regelmatig valt.
De egel is een vreedzaam en nuttig
dier, al is het dan wat vreesachtig. Maar
de Duitsche egel heeft nog enkele spe
ciale eigenschappen. Dat is geen wonder,
want waarom zou een vergelijking met de
dierenwereld geheel zonder fouten op
gaan?
De Duitsche egel stelt niet slechts be
lang in wat op eigen grondgebied ge
beurt. Hij! kijkt ook naar buiten en hij
verlangt van hen, dat zijl lijdzaam zullen
doen, wat naar den wil des egels is. Hij
ziet de gevaren niet alleen in de andere
groote landen van Europa, maar daar
nevens ook bij tal van kleine buurlanden.
Deze buren zijn vredelievend, geen er
van denkt er aan om Duitschland aan
te vallen. Tegenover hen zijn de stekels
dus niet noodig, maar niettemin worden
zijl zoo nu en dan opgezet. Duitschland
verlangt van sommige zijner buurlanden,
dat ziji zullen medewerken in een Duitsch
economisch systeem. Soms harmonieeren
de belangen van de groote en de kleine,
soms ook is er geen harmonie aanwezig
en dan moet het belang van de groote
prevaleeren.
Duitschland wil met rust gelaten wor
den, aldus Hitier. Welnu, aan dezen
wensch wordt door de buren gaarne vol
daan. Niemand hunner zou Duitschland
de mogelijkheid om te werken willen ont
nemen, niemand betwist het Duitsche
volk zijn levensreoht.
Mlaar de Duitsche egel is wantrouwi
ger dan zijh voorbeeld in de dierenwe
reld. Hij zet zijn stekels niet alleen op,
indien er iets in zijn tuin tracht binnen
te dringen, maar tuurt tegenwoordig
reeds naar de voortuintjes en wil, dat
ook daar een Duitsche orde heerscht. Zij,
die zich daarin niet willen schikken
worden nu reeds van onwelwillendheid
verdacht.
Misschien wordt dat op sommige
plaatsen wel eens vergeten. Mogelijk ook
wordt te weinig gerealiseerd, dat een
egel, hoewel een vreedzaam dier, toch
een agressieven indruk maakt en in ieder
geval geen prettig gevoel geeft. Zelfs het
goedmoedigste wezen uit de dierenge-
m eenschap zal in des egels wantrouwen
een vrijwel onoverbrugbare kloof vinden
om met hem op voet van ware vriend-
schan te komen.
Wat deze wereld wil, is vriendschap
met Duitschland. Dat willen zelfs zij, die
poms tegen het Duitsche rijk spreken.
Want wat ben daartoe brengt, is een
angst, de vrees dat de vriendschappelijk
bedoelde kennismaking toch met een pijn-
b'ke nrik zal eindigen."
door
S. K. HOCKING.
3.)
„Het is een heele geschiedenis", en Da
vid deed twee of drie halen aan zijn si
gaar. „Een heele geschiedenis I Laat ik
eens zien, dat is nu zes maanden gele
den."
„Wat is zes maanden geleden?" vroeg
Abram ongerust.
„Dat alles aan het licht kwam. Het was
op den dag van zijn meerderjarig wor
den. Toen was er een mooi feest in bet
park. Noodt was zoo iets bier in de buurt
gezien. Een dag vrijaf en den heelen dag
vrij eten en drinken. Meer er dwaalde
een dood op dat feest rond, zooals men
wel eens zegt, hoewel ik moet erkennen
dat het een heel aardige man was en een
goede klant ook."
„Ik begrijp niet, waar u naar toe wilt",
zei Abram ongeduldig.
„Niet? Het is een zeer vreemde ge
schiedenis, maar heel natuurlijk als je al
de omstandigheden kent."
„Welke omstandigheden?"
„Toen de jonge Trefusa stierf, liet hij
zijn zoon na, onder de hoede van Fowey."
„Daar heb ik van gehoord."
Het 25-jarig bestaan van de Coöp.
ijsfabriek Walcheren.
Bestuur en leden van deze fabriek
hebben gisteren onder belangstelling van
vete zijden het zilveren jubileum hun
ner Coöperatie feestelijk gevierd,
Allereerst is een excursie rnet vele
der leden gemaakt naar de fabriek aan
de Loskade. Onder leiding van den voor
zitter van den Raad van Toezicht, den
heer G. Wolders en den machinist der
fabriek, den heer W. Geertse, is alles
met belangstelling in «ogenschouw ge
nomen.
Om half drie had in een der zalen van
hotel de Nieuwe Doelen een buitenge
wone aandeelhoudersvergadering plaats.
De voorzitter, de heer L. L e ij d e s -
dor ff, heette allen welkom. Spr. wees
er op, dat men met trots terug mag
zien op de 25 jaar van heit bestaan.
De fabriek heeft het goed gemaakt en
door eendrachtige en prettige samenwer
king, die er steeds onder de bestuursleden
heeft bestaan, heeft men het zoover ge
bracht, dat men tevreden mag zijn.
Spr. heette in het bijzonder welkom de
heeren Dekker en 'Maltha, oudJbestuuxs-
leden, die van boven den Moerdijk waren
gekomen en den beer Nooteboom, een
der mede-oprichters van buiten Walche
ren. "Spr. richtte zich speciaal tot den
machinist, den heer Geertse en bracht
hem dank voor zijn arbeid gedurende
meer dan 20 jaar aan de fabriek gegeven
onder aanbieding van een enveloppe met
een extra weekloon.
Ook de heer Joosse, die al jaren lang
het ijs rondbrengt tot groote voldoening
van bestuur en verbruikers ontving een
extraatje in enveloppe.
Hierna voerde de heer G. Wolders, als
voorzitter van de feestcommissie het
woord. Spr. herinnerde -er aan, dat des
tijds de Slagerspatroonsvereen. 'het ini
tiatief nam en een oommissie benoem
de, bestaande uit de heeren L, Leijdes-
dorff, A. Beugelirik en E. van Oss. Deze
commissie werd omgezet in een comité
van voorbereiding voor een op te rich
ten ijsfabriek. Daarbij traden nog "toe de
heeren Maltha, L. J. Mies, Fiegen en
Bofting. Bij de eerste pogingen, bleef
de toegezegde ij'safname beneden de ra
ming, De inschrijving op aandeelen was
onvoldoende. In het comité was er toch
een meerderheid van 43, die wilde
doorzetten. De voorzitter van het co
mité, de heer Dedjdesdorff, had intus-
schen connectie gezocht en gevonden met
de credietvereeniging, die bereid was een
maximum van f 12000 orediet te ver-
leenen tegen 7 pet.
De eerste algemeene vergadering kon
weiden gehouden op 21 October 1913.
Op 6 November werden de statuten ver
leden bij notaris Hioolen. De eerste be
stuurders waren: L. Leijdesdorff, voor
zitter; J, Maltha, secretaris; L. J. Mes,
penningmeester; mr J. A, Fokker, Bot»
ting, F, A, Hilter, A, Beugelink en E,
van Oss, raad van toezicht
Op 6 Januari 1914 kon de aanbesteding
plaats hebben en werd de heer Wal
raven uitvoerder voot f 11480 bij een
raming van f 11.000.
Voor de machines was een offerte in
gekomen voor f 15126, maar er is lang
gewikt en gewogen, of men zuiggas of
electriciteit zou aanwenden voor aan
drijving. Men besloot tot het eerste, wat
zelfs de directeur van het electrisch be
drijf, do heer Streefkerk, adviseerde. In
Februari werd de bouw der fahriek be
gonnen. In Mei was de fabriek gereed
en werd het bedrijf begonnen. Er moes
ten aanvankelijk allerlei moeilijkheden en
stoornissen overwonnen worden.
De positie der Coöperatie was inder
daad uiterst moeilijk en de oorlogsjaren
deden het hunne daar nog bij. Men ging
over tot verhooging van den prijs per
staaf van 30 op 40 en daarna spoedig
op 50 cent, doch het bleef slecht gaan,
In 1919 werd verwacht, dat f 8000
winst kon worden gemaakt en de fabriek
in drie jaar eigendom zou kunnen zijn,
maar men vergat, dat gebouw en machi
nes nog op hun volte aarikoopwaarde
opde balans stonden en noodzakelijke
vernieuwingen noodig werden.
Toch traden er betere tijden in.
In 1920 ontstond een ernstig defect
aan de machines. De ijsvoorziening voor
de clientèle werd tijdelijk overgenomen
door de Vlissingsche Brouwerij „De Mei
boom", doch men zat voor hersteifeosten
van f3000 tot f4000 en daarbij' een be
rekening van kosten voor electrische aan
drijving tot eenzelfde bedrag. Men be
sloot te trachten iederen aandeelhouder
f10 op zijn aandeel te doen bijdragen,
temeer daar de Banfcassociatie niet be
reid was een nieuw crediet te verleenen
en meende eerder op aflossing te moeten
aandringen.
Maart 1921 nam de fabriek haar taak
weer op en nu gedreven door elec-
trische energie."
Toen in 1925 de Bankassociatie haar
crediet opzegde, was dit reed's terugge-
loopen van f 23000 tot f 12000. De Boe
renleenbank te Rittem verstrekte dit voor
De vliegtuigramp nabij het vliegveld van Jersey (Eng.) eischte veertien slacht
offers, De wrakstukken van het totaal uitgebrande toestel.
„Wel, en Fowey heeft toen zijn eigen
zoon als den erfgenaam van de Trefusa's
uitgegeven en E'dwards zoon als zijn eigen
gehouden."
Abram bleef ontsteld zwijgen.
„Het was ongetwijfeld een heel handige
zet", ging' D'avid voort. „En wanneer het
niet was uitgekomen, zou Fowey niet al
leen Heide-Hoek hebben terug gekregen,
maar ook P'endormio, en dat zou geen
slechte interest zijn".
„Je zei, dat het is uitgekomen?" vroeg
Abram zacht.
„Juist, dat is het, waar ik naar toe wil
de. Er is een zekere Mr Spear gekomen,
die Fowey in Australië had gekend, en die
den zet doorzien had".
Abram wierp zijn eindje sigaar in bet
vuur en klemde zijn tanden vast opeen.
„Wel, bij scheen te denken, dat bij1 er
ook wel wat van mocht hebben", vervolgde
David. „Hij was een beel handige kerel,
maar hiji bad buiten den waard gerekend.
Hij dacht, wanneer hij den jongen Trefu
sa vertelde, dat hij de zoon van Fowey
was en niet van Trefusa, dat hij dan wel
een paar honderd pond per jaar zou krijV
gen, om het zaakje stil te houden. Maar
jawel! De jonge Trefusa wierp al die plan
nen in duigen. Wanneer ik de zoon van
Trefusa niet ben, zei hij, dan wil ik bier
geen dag langer blijven. En hij1 beeft zijn
woord gehouden".
„Wat?"
„Het is de zuivere waarheid. Wanneer
mijn vader u bedrogen heeft, zei hij;, spijt
mij dat erg, maar ik kan er niet aan mee
werken. En den volgenden dag was hij.
verdwenen en van .dien tijd af hebben wij
nooit weer iets van" hem gehoord".
„Verdwenen? Bedoel je, dat hij Pendor-
mic verlaten heeft?"
„Juist, dat bedoelde ik. Laat eens zien,
het is nu April. Het was zoowat de eerste
week in October toen hij heenging. Dat is
dus om en bij een half jaar".
Maar Abram lette niet op den kastelein.
Zijn gedachten dwaalden terug in bet ver
leden en leefden opnieuw die lange bittere
worsteling door. Gelukkig kon Treloggas
zijn gezicht niet zien, want bet was gaan
schemeren en bet licht van den haard
was onzeker.
Eenige minuten heerschte er stilte.
Abram stak een nieuwe sigaar op en
reikte zijn koker aan David.
„Het is een beel interessante historie",
zei hij eindelijk, met moeite zijn stem be
dwingend. „En hoe beeft de oude Trefusa
dat opgenomen?"
„O, beel slecht 1 'beel slecht! Ze zeg
gen, dat bij er heelemaal van in de war is.
Ziet u, bij was veel van den jongen gaan
houden en hij haat de Fowey's en zoo zit
bij tusschen twee vuren. Ze zeggen, dat bij'
een zwaren strijd heeft doorgemaakt".
„En doet hij niets?"
„Gm zijn echten kleinzoon te vinden?
O ja. Maar ze zeggen, dat hij. Abram Fo
wey niet meer kan vinden. Die is verdwe-
6 pet. en in 1931 was deze leening geheel
afgelost.
In 1932 was de coöperatie schuldvrij.
Dit was mogelijk door het vasthouden
aan de ijsprijzen. Daarna daalde de prijs
echter tot 40 cent per staaf. Daarnaast
is, gedwongen door concurrentie, een re
ductie voor consumptieijs ingevoerd, die
geen invloed op de balans zal hebben,
zoolang het gaat om de overproductie.
Wat er gebeuren zal als de moderne
koeltechniek vrjjwe! volledig in het slfr-
gersbedryf zal zijn doorgedrongen, daar»
over mogen anderen schrijven bij een
volgend jubileum,
De heer Wolders richtte zich nu tot
den voorzitter. Er is er maar een, die
steeds op zjjn post bleef en dat is de
voorzitter. Hij heeft daardoor zijn doel
bereikt en spr. brengt hem daarvoor
namens aandeelhouders hartelijk dank.
Spr. biedt den heer Leydesdorff een bu
reau, een groot bloemstuk en een oor
konde aan.
De voorzitter gaf de verzekering, dat
hem deze geschenken verrassen. Hij heeft
niet meer dan zijn plicht gedaan. Voor
de blijken van waardeering is hij zeer
erkentelijk.
De heer A. Beugelink bood hierop na
mens de slagerspatroonsvereeniging den
voorz. gelukwenschen en een bloemenhul
de aan, waarvoor de heer Leijdesdorff
ook dank bracht.
De heer Dekker bracht dank voor de
uitnoodiging aanwezig te zijn en prees
in het bijzonder het werk van den heer
Geertse.
Na deze buitengewone vergadering
volgde een receptie.
Verschillende bloemstukken waren be
zorgd.
Van hen die op de receptie hun op
wachting kwamen maken, noemen wij
in de eerste plaats het volledig college
van B. en W.
Verder de directeuren van gemeente
werken en van gemeentebedrijven, ver
tegenwoordigers van de Hanze, van Han
delsbelangen en van de afdeeling Middel
burg van den Nederl. Bankötbakkersbond
en andere belangsteltenden.
Des avonds vereanigden het bestuur,
de raad van toezicht en vele aandeel
houders zich in Grand Hotel aan een
gameenschappelijken maaltijd.
Tijdens de behandeling d'er gemeente-
begroo'ting is gezegd, dat tot den bouw
van een nieuwe vischmijn nog niet was
overgegaan, omdat B. en W. de moge
lijkheid van een demping der Visschers
haven aan den Nieuwendijk onder het
oog hadden gezien.
De gedachte van demping, zoo meldt
het D. van Z., is opgekomen, omdat de
kademuren van de Schippershaven in zeer
slechten toestand zijn, en om vernieu
wing roepen.
Die vernieuwing zal sommen gelds ver
slinden en men weet dat Vlissingen nu
juist niet royaal bij kas zit. De vraag, of
dit geld zoo" maar besteed mag worden,
klemt te meer, omdat het visschers.be-
drijf geen grooten omvang heeft en nu
juist geen floreerend bedrijf is. In het
geheel zijn er nog 19 visschers-
vaartuigen te Vlissingen, waar
een veertig h vijftig gezinnen
b ij betrokken z ij n.
Demping van de haven brengt evenwel
met zich mee, dat die visschers naar
elders zouden moeten vertrekken, om
dat een andere geschikte ligplaats voor
de schepen niet aan te wijzen is. Daar
Vlissingen reeds eeuwen een visschers-
bedrijf heeft gehad, wordt het door B. en
W. uit oogpunt van de traditie wel jam
mer gevonden als het zoover komen
moest.
Er is dus nog een weifelen bij B. en
W. welken kant men uit zal gaan.
lerseke. D'e firma J. S., die aan den
Harden Hoek aan het pannen afsteken is
in een loods en daartoe het electrisch
licht benut, bemerkte des avonds dat de
geheele loods, banken en pannen onder
stroom stond. Als men een oestertje van
de pannen wilde afsteken kreeg men ge
voelige schokken. Men heeft de leiding
nen uit de plaats waar hij woonde. Maar
niemand weet er iets zekers van te zeggen.
Abram had zichzelf nu weer hersteld
en terwijl David sprak, had hij zijn plan
de campagne opgemaakt.
Het verhaal van den kastelein had alles
veranderd. Het was weer het onverwachte
dat geschiedde en hij moest nu zonder uit
stel handelen.
Hij stond op.
„Wanneer mijn zoon thuis komt, moet u
hem zeggen, dat hij' niet op mij behoeft te
wachten", zei hij.
„Heel goed, mijnheer".
„Ik zal niet lang uitblijven, of ik zou
langer moeten worden opgehouden dan ik
dacht".
„Ja wel, mijnheer. U bent dus hier niet
heelemaal een vreemdeling?"
„Neen, niet heelemaal. Een paar jaar
geleden ben ik hier verscheiden malen ge
weest".
„U kent dus den weg?"
„O ja, heel goed".
„Wat ik u nog zeggen wilde", vervolgde
David Treloggas, toen Abram opstond, als
u een boerderijtje noodig hebt, dan zou u
een kunnen informeeren naar Penmewan.
Dat komt vrij, zeggen ze"..
„Wat?" vroeg Abram, zich snel tot
hem wendend.
„Kent u de boerderij1 misschien?"
„Ik geloof het wel. Woonde er niet een
zekere T'releven op?"
„Juist, juist! Zoo beet hij. Met Trele-
Die met omgeslagen revers en shirt
voldoet niet.
Naar wij vernemen, is het zeer onwaar
schijnlijk, dat de bij bet leger in be
proeving zijnde veldjas met revers, waar
onder een shirt met das moet worden
gedragen, zal worden ingevoerd. Uit de
rapporten der troepen-commandanten ter
zake is gebleken, dat een groot bezwaar
«an deze tenue is, dat shirt en das spoe
dig ontoonbaar worden, In dat geval
krijgt deze uniform een dergelijk onoog
lijk aanzien, dat het beter lijkt haar niet
in te voeren.
De meeste kans op invoering heeft de
veldjas, ongeveer ingericht als de tegen
woordige, doch voorzien van een lagen,
iets opstaanden omlrggonden kraag en
opgenaaide zakken.. Dat de kraag nog
niet geheel heeft voldaan, moet meer
aan het kleermakerswerk, dan aan het
model van den kraag zelf worden toege
schreven. In beproeving waren namelijk
vermaakte tegenwoordige veldjassen.
Inplaats van daarop een geheel nieu
wen kraag te zetten, nauwkeurig in over
eenstemming met het in te voeren model,
was de oude kraag, eenigszins in dien
geest veranderd, wat tot gevolg had, dat
deze vermaakte kraag nog warmer om
den hals zat dan de vroegere.
Wordt de veldjas met lagen, iets op
staanden omliggend®! kraag ingevoerd,
hetgeen waarschijnlijk is, dan komen da
ingenaaide biezen van verschillende kleur
als onderscheidingstekken voor de wa
pens en dienstvakken te vervallen. Niet
slechts maakt het de jas goedkooper,
wanneer geen biezen behoeven te wor
den ingenaaid en dus met één model kan
worden volstaan, maar bovendien is ge
bleken, dat de bies als onderscheid'inigs-
teeken te weinig in het oog springt. Het
ligt in de bedoeling de bies dioor een
patje op de kraagpunt in de kleur van
het betreffende wapen of dienstvak te
vervangen. Op dit patje wordt dan het
distinctief aangebracht.
uit moeten schakelen, voor men naar
huis ging en de hulp van de PZEM
inroepen. Gelukkig deden zich geen
persoonlijke ongelukken voor.
Ondanks de 6 weken stilstand is de
export van Zeeuwsche mosselen seizoen
(1938 bijna zoo groot als verleden jaar.
Een en ander is een gevolg van de bui
tengewoon beste qualiteit die de Zeeuw
sche mossel dit jaar heeft.
Zaamslag. In de Zaterdagavond ge
houden vergadering van de vereeniging
tot bevordering van Geref. lager school
onderwijs werd in de vac. wijlen .H. Bak
ker, wiens arbeid door den voorz. dank
baar werd herdacht, tot bestuurslid ge
kozen dhr G. de Leeuw.
Zaterdagmorgen is een ongeveer 2-
jarig kind van den werkman J. B. in een
teil met kokend sop gevallen, waarbiji het
ernstige brandwonden opliep. Genees
kundige hulp was spoedig aanwezig.
D.D.D. li een heldere vloei-
I stof, die diep ln de poriën
doordringt en de riekte-
kiemen doodt Flacon*
75 ct., f 1.50 en f. 2.50.
geneesmiddel tegen
huidaandoeningen
ven loopt het naar het einde, de arme ke
rel. Zijn vrouw is een half jaar geleden
gestorven, en hij is dat nooit te boven ge
komen".
„Ze hadden een dochter, geloof ik, Is
die getrouwd?"
„Kitty? O, die heeft niet willen trou
wen. Ze is trouw gebleven aan Abram Fo
wey. Het is wel vreemd, want er waren
genoeg goede partijen voot 'haar. Maar zij
woont nog thuis en het is nog een mooie
vrouw".
Abram zuchtte diep en zweeg. Hij' werd
door duizenden zoete herinneringen over
meesterd.
David sloeg hem nieuwsgierig gade,
maar toen Abram bemerkte, dat de kaste
lein hem zoo oplettend aanzag, ging b5j
snel het vertrek uit. In de gang bleef hij
even besluiteloos staan. Toen trok hij zijn
overjas aan, zette zijn hoed op en ging
naar huiten.
„Ik kan die zaak evengoed nu als later
onder de oogen zien", mompelde hij in
zidhzelf, en sloeg met haastige passen den
weg naar Pendormic in.
Hij kende den weg volkomen, en hoewel
het geheel donker was geworden, vermin
derde hij geen oogenblik zijn pas.
„Ik zou het bijna met gesloten oogen
kunnen loopen", zei hij' in zichzelf. „De
plaatsen veranderen niet, de menschen
veranderen".
(Wordt vervolgd.)