DE ZEEUW TWEEDE BLAD Metïkrleening aan het publiek. Uit de Provincie. N.S.B.-sche bedelarij. Water deze week voorviel Gemengd Nieuws HET KIND VAN TREFUSA Thans versterkt door Codeine ZUID-BEVELAND. FEUILLETON AKKER 'S v&istèükbe Een oud middel, in nieuive VAN ZATERDAG 5 NOV. 1938, Nr 31. DOOR DEN MIDDENSTAND. In de Economische Publicatie No. 5 van de Ned. Middenstandsbank worden behan deld de euvele gevolgen, welke credietver- leening op te groote schaal door den mid denstander aan den consument voor den eerste kan hebben. Uit het in de publica tie gegeven cijfermateriaal uit de praktijk van 't middenstandszakenleven blijkt, dat de financieele schade, welke de crediet- verleenende middenstander uit hoofde van te ver gaan in dit opzicht kan lijden, zeer aanzienlijk kan zijn en soms zelfs het be staan van de zaak in gevaar kan brengen. De voorbeelden, waaruit o.a. blijkt dat bijna de helft van de bruto-winst wordt opgegeten door verliezen op debi/teuren, zijn wel zeer sprekend! Het geschrift wijst er terecht op, dat er ook een „publieke" kant aan deze zaak zit. Het is inderdaad niet juist den midden stander onnoodig lang te laten wachten op datgene, wat hem uit hoofde van gele verde goederen of gepresteerde diensten toekomt, en hem zoodoende te misbruiken als bankier, door a. h. w. geld van hem te leenen zonder eenige rentevergoeding. „Een gering percentage kwaadwillen den uitgezonderd", zegt de publicatie, „doet het publiek zulks uit onnadenkend heid of onwetendheid" en zij pleit dan voor samenwerking tussohen consumen ten- of huisvrouwenvereenigingen, land- bouw-organisaties e.d. eenerzijds en mid denstandsorganisaties anderzijds, om tot, een regeling van deze materie te geraken. Het geschrift eindigt met een beroep op de medewerking van het groote goedwil lende deel van het publiek, welk beroep wij gaarne ondersteunen. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, 'kWou dat ik kon teekenen. D. w. z. caricatuur-teekenen. Dan zou ik u dit maal vergasten op een serie beel leuike spotplaatjes. En eenige vroede vaderen zouden daarbij een beurt krijgen. Ik moet bet nu doen met alleen bij- en onderschriften en aan uw eigen fantasie de beeld-productie overlaten. Het is gebleken, dat eenige raadsleden een buitengewone bezorgdheid aan den dag leggen voor de vreemdelingen, en toeristen, die hier 'sZondagsi komen. Als deze heeren een vermoeden hebben dat er een bus met plezierreizigers op komst is op Zondag, dan zouden ze (bij wijze van spreken) de winkeliers, die aan de werkdagen-verdiensten niet genoeg hebben, gaan waarschuwen, om alvast de winkeldeur open te zetten en ze aan te moedigen wat souvenirs en briefkaarten te fcoopen. In April 1932 is de heer Jeronimus al begonnen om de winkels op Zondag open te krijgen. In den raad kreeg hij evenwel maar 3 medestanders. In Juni 1932 komt de zaak weer ter sprake, naar aanleiding van een adres van een winkelier. Deze winkelier, die zeer zeker vol belangstelling iop' de stoep voor zijn winkel naar den monumen talen voorgevel van ons beroemd stad huis zal hebben getuurd, om na afloop der raadsvergadering zijn mentor met den overwiuningspalm te begroeten, moet zich wel hevig teleurgesteld gevoeld hebben. Want voor de tweede maal moest de Strijdbare held Jeronimus met heftige ho rizontale hoofdbewegingen het tooneel van den strijd verlaten, al maar roepend, het is bij 4 gebleven. In 1934 komt er eenige wijziging in de strijdvoering voor deze idee. B. en W. komen met een voorstel. De S.D.A.P. is gezwaaid. Maar gezwaaid op voor waarden. N.l. deze: dat er geen perso neel op Zondag dienst mag doen. Met het verbinden van deze voorwaarden in deze verordening ging de raad! zijn be voegdheid te buiten en ging de rechter lijke macht zich met het geval bemoeien. Tot in hoogste instantie uitgevochten, wordt de verordening onverbindend ver klaard. November 1936 valt dan de eindbeslis sing, Met 10 tegen 7 st. wordt de ver ordening gewijzigd zonder voorwaarden. De A. R. en C. H. laten geen onzeker geluid hooien. Hiermee was de zaak afgedaan. Maar binnen 2 jaar, 16 Juni 1938, die nen de heeren Portheine en Jeronimus een voorstel in om de openstelling van 3 maanden in den zomer, te verlengen tot 6 maanden. Want het aantal Zondags toeristen naar onze stad neemt al maar toe. Dat zei men in 1932, in 1934 en in 1936 ook steeds. Maar in 1938 was het eenvoudig enorm. Ge zoudt zoo on geveer den indruk krijgen, dat er des Zondags in onze stad geen doorkomen meer aan was, vanwege de vreemdelin gen, ziet u. Dat is op zijn minst enorm overdreven. Maar zelfs al was dit zoo, dan zou het een mooier gebaar van ons gemeentebe stuur zyn, dit tegen te gaan, dan dit aan te moedigen. Gelukkig is er nog een zeer groot deel in onze stad, dat de knieën voor dezen verkeers-haal niet buigt. Maar daar niet verder van. Betreedt met my de Midd'elburgsche raadszaal op 2 November 1938. Dan ziet ge de heer Jeronimus met een glim lach in de buurt van de S. D. A. P.- fractie en achter zich aansleepend een fluweelen leibandje. Zes maanden, mijne heeren, dat is toch niet te veel gevraagd? En de Paaschzondag. Maar dat is te veel gevergd. Zal die machtige S. D. A. P. het hoofd leggen in den schoot van de verschrompelde V. B.? Dat nooit. En niet zonder grim migheid staat daar de grootste fractie in den raad op. Wat denkt gij wel, gij heer Jeronimus? Zyt gij vergeten, dat gjj ons stuk voor stuk slangenmenschen noemde. Weg dien fluweelen leiband en op de knieën. Zes maanden, zegt gjj. Neen, wij zeggen vjjfl En haastig valt de heer Jeronimus op de 'knieën en nog onder den indruk van d'ie machtwoorden stamelt hij met verticale hoofdbewegin gen: het is goed, het is goed, ik neem met vijf gaarne genoegen. Want vijf is meer dan drie. En het is mij om de winst te doen. Ik hoop later nog wel eens terug te komen. Want ik werk voor mijn vrienden, de winkeliers. Maar dan is het hoog tijd voor hem om te vertrekken. De heer Paul voegt hem toe: Kom nou niet meer 'terug. Wij vinden het zoo voldoende. En wij doen het niet voor de winkeliers, maar ten gerieve van de vreemdelingen. De geschiedenis van de winkelsluitings wet 1930 wordt in onze stad met even getallen geschreven: 1932, 1934, 1936 en 1938. Wij zien 'thans uit naar 1940. Alhoewel, daar ligt 1939 nog tussrihen. Dat is waaT ook. De vijf van STENTOR DE NIEUWE VEERBOOT VOOR ZEELAND. Zooals wij reeds meldden, zullen Ged. Staten binnenkort voorstellen, over te gaan tot den bouw van de vierde mo torveerboot. Het model hiervan is ont worpen door de Kon. Maatschappij de Schelde te Vlissingen. De uitbreiding van de provinciale fer- ryvloot is het gevolg van de uitbrei ding van het auto-vervoer. De nieuwe motorveerboot, die boven dien het nijpende tekort aan reserve-ma teriaal gaat opheffen, zal aanmerkelijk grooter worden dan het tegenwoordige vlaggeschip der provincie, de Prinses Ju liana. Het schijnt ook in de bedoeling te liggen, haar sneller te maken, opdat zij eventueel tussohen Vlissingen en Breskens een uur-dienst inplaats van een vijfkwartierdienst zal kunnen onderhou- Er wordt op allerlei manier gebedeld. Men vraagt eenvoudig om een aalmoes; men speelt er een gramofoonplaat bij. Men vent met lucifers of veters. Men werpt een kreupelrijm van een ziek huis vader met veel kinderen in de bus, waar op antwoord wordt gehaald. Op de laatste methode, zegt de Rot terdammer, beeft thans de N. S. B. zich geworpen. Behoorlijk verpakt in een gele envelop en keurig geadresseerd vindt ge in uw bus een brochure „van den Lei der" zelf, over de bronnen van het na- tionaal-socialisme, vergezeld van een cir culaire, waarin wordt meegedeeld, dat na 4 dagen over 'de kosten, zijnde slechts 10 ct., beschikt zal worden. Wanneer gij tenminste de brochure wilt behouden, want men is zoo bescheiden te veronder stellen, dat er misschien wel deze of gen© is, die zich niet aan deze bronnen wil laven. Echter, men denkt niet, dat de kans hierop groot is; want men veronder stelt dat gij wel nieuwsgierig zult ziju; immers, zoo heet het: „U heeft niets uit haar eigen pers en brochures gelezen." Nu moot men dit laatste wel veronder stellen, want anders zou de brochure niet kunnen beginnen met de mededee- ling: In December 1931 schreef ik het program der beweging: „aan dit pro gramma met toelichting is sindsdien nooit iets gewijzigd." De Leider schijnt kort van memorie te zij'n, want wij herinneren ons zoo iets van een brochure, die teruggenomen en door een andere vervangen werd; maar, men kan alles niet zoo precies nemen. De waarheid is soms ook zoo lastig en men verspreidt de brochure slechts onder hen, die nog nooit iets lazen van de N. S. B. Nu, wat ons betreft, men kan de bro chure gerust lezen. Een verstandig mensch wordt er geen N. S. B.-er door. Maar die geeft er ook geen dubbeltje voor. Of hij de brochure vyil terug geven, moet hjj zelf weten. Zelfs al heeft hij een bordje hangen: Aan de deur wordt niet gekocht; drukwerken worden niet teruggegeven Het is nog maar enkele weken geleden, dat de regeering een belangrijke ver- zwariig van den belastingdruk aan moest kondigen. Nu in de Memorie van Antwoord laat ze weten, wat ze zal doen om op bepaalde punten den belas tingdruk te verlichten. Zoo noemt ze o.a.: Afschaffing van den geslachtaccijns, gepaard gaande met verbooging van om zetbelasting van artikelen, waarop do ac cijns drukt, van 4 op 6 pet, vrijstelling van omzetbelasting van varkensvleesch, paar- denvleesch e.d., afschaffing van den zout- accijns, verlaging der omzetbelasting op thee en benzine, herziening van den grondslag dienstboden in de personeele belasting in dien zin, dat één dienstbode steeds vrij zal zijn en verlaging van de tarieven, en ten slotte •verlaging van den druk der personeele belasting op motor rijtuigen. Dit is nog niet alles. Er zullen ook nog maatregelen komen tot stimuleering van het bedrijfsleven. Tot vreugde van den middenstand zal worden voorgesteld: geen personeele belasting meer te hef fen van winkels, hotels, café's en restau rants, van biljarten en pleziervaartuigen, terwijl ook in overweging is, de personeele belasting voor motorrijtuigen aanzienlijk te verminderen of af te schaffen, met ge lijktijdige invoering van een geringe ver hooging van de andere belastingen, welke op het motorrijtuigenverkeer drukken. Daarnaast ligt bet in de bedoeling, den gedistilleerd- en bieraccijns te verlagen. Natuurlijk zal de volksvertegenwoordi ging hierover nog haar oordeel moeten vellen en zij zal wel nagaan of door de maatregelen, aangekondigd in de miljoe nennota en in bovenbedoelde Memorie d/j groote massa der loontrokkenden niet al te zeer in 't gedrang komt, waardoor tooh de koopkracht zou kunnen worden ge schaad. Ook wij, Zeeuwen, werden deze week verblijd met de aankondiging van eén van provinciale staten aan de orde te stellen, schijnt het in het voornemen te liggen dit in het begin van het vol gende jaar in een extra-zitting te doen. De boot zal worden aanbesteed onder Nederlandsche werven. (N. R. C.) Kruiningen. Strooper betrapt. Gisternacht om half vier heeft de jachtop ziener Van Nieuwenhuijzen uit deze ge meente onder Krabfoendijke een inwoner dier gemeente, zekere B., betrapt, toen bij met behulp van een lichtbak aan bet stroopen was, B. zette het op een loopen, maar kwam te vallen, waarop de jachtopziener licht bak, geweer en munitie in beslag kon nemen, en proces-verbaal tegen B. kon opmaken. (M. G.) Diefstal te Breda. Uit de woning van den Bredaschen wethouder, mr E. van Mierlo is dezer dagen wanneer is niet met zekerheid vastge steld kunnen worden 1 een bedrag van f 1400 aan contanten, bestaande uit bankbiljetten van f 100, gouden tientjes en halve guldens benevens een groot aan tal sieraden, op geheimzinnige wijze ver dwenen. De diefstal werd eerst Donder dagavond ontdekt toen de echtgenoote van den wethouder uit het kistje een col lier wilde krijgen. Het bleek toen, dat het in de kast staande juweelenkastje ledig was. Voordien waren daarin een gouden ring, een gouden brochespeld, een gouden collier met juweelen, 2 gouden armbanden, een gouden damesring met brillanten, een gouden heerenhorloge met ketting, twee brillanten overhemdknoop jes en een paar gouden manchetknoopen. Noch aan de buiten- noch aan de binnen zijde der woning is eenig spoor van braak gevonden. i Het drama te Hoed ij: k. De raadkamer van het Gerechtshof te Am- door S. K. HOCKING. 86.) _o^ „Maar van alle bewegingen geef ik er toch de voorkeur aan op den rug van een paard te zitten". „Daar houd ik ook veel van", was het antwoord. „Ik rijd veel". Zoo praatten zij gezellig over allerlei dingen, en toch over niets in het bijzonder en de uren van de reis gingen voor Ned als in een droom voorbij'. Hij had nog nooit iemand ontmoet, die hem zoo bekoord had Haar stem was als een zilveren klokje, baar oogen waren als een spiegel. Wie was zij? Die vraag kwam telkens 'n..k.em °P> maar zij gaf geen enkele aan wijzing en bij kon er natuurlijk niet naar vragen. Hij was bij ieder station bang dat zij uit zou stappen. De gedachte, baar nooit weer terug te zien, werd zelfs pijnlijk. Hij wist, dat het de grootste dwaasheid was, zich deze zaak aan te trekken. Een ontmoeting in een spoortrein! Abram begon zich eindelijk te bewegen. D'e landschappen, waar zij door reden, werden hem meer en meer bekend. Zijn oogen stonden hijzonder vroolijk, en wer den nu en dan vochtig. Iedere nieuwe streek deed nieuwe herineringen ontwa ken en deed zijn hart sneller kloppen. Eindelijk naderde de trein het station Penzugla en Mona en haar moeder zoch ten haar pakjes bij elkaar. „Stapt u in Penzugla uit?" vroeg Ned. „Ja, we zijn bijna thuis." „Mag ik u de pakjes aangeven?" De trein hield stil en een knecht in livrei wachtte de dames op en nam de pakjes in ontvangst. Abram en Ned stapten na hen uit. Bui ten het station stond een rijtuig te wach ten, waarin Mona en haar mama weg reden. Ned bleef het staan nakijken en keer de zich met een zucht naar zijn bagage. Er waren verscheiden menschen uitge stapt in Penzugla, maar niemand her kende de vreemdelingen. Sommigen ke ken hen onder het voorbijgaan nieuws gierig aan. Abram voelde een prop in zijn keel, toen hij haastig om zich heen zag. Hij herkende niemand. Hij herkende nauwe lijks de plaats. Het was zooals hij ge vreesd had: alles was veranderd. „Wij zullen onze bagage hier achter laten en naar St. Aubyn wandelen", zei hij tot Ned. „Het is een mooie avond, en I ik ben stijf geworden in den trein. Ik heb behoefte mijn beenen eens te be wegen." „Ik zou ook graag wat loopen", ant woordde Ned. „Maar we moeten hier eerst voor onze bagage zorgen. We nemen on zen intrek in het „Koningswapen", niet? Heet het zoo niet?" „Juist", antwoordde Abram. Een paar minuten later had Ned alles in orde en liepen zij beide in de schuine stralen van de ondergaande zon naar St.- Aubyn. HOOFDSTUK VII. Weer thuis. „Ben je zeker, dat ze te Penzugla den trein verlaten hebben?" vroeg Mrs Tre- fusa. „Ja mama, heel zeker", antwoordde Mona. „Ik wou dat ik ze nauwkeuriger had gadegeslagen. Ik moet erkennen, dat ik heel graag zou willen weten wie het waren." „Werkelijk?" „Zeker. Je weet, dat je grootvader po gingen doet om zijn echten kleinzoon te vinden." „Maar u denkt toch niet..." „Ik weet het niet. Zij komen blijkbaar uit verre streken. De jongste is een gentle man. Hij' is knap, vind je niet?" „Hij ziet er heel goed uit." „De andere is nu zes maanden weg. Het wordt hoog tijd, dat wij iets van dien waren erfgenaam hooren. Wanneer jij maar een jongen was geweest, Mona, of als mijn lieve jongen niet verdronken was, dan zouden al die moeite en zorgen niet noodig zijn geweest." „Maar recht is recht mama", antwoord de Mona, „en de zoon van oom Edward moet hebben wat hem toekomt." „Het zou heel vreemd zijn als wij van Plymouth met hem hadden gereisd zon der het te weten." „Ik geloof er niets van", antwoordde Mona na een pauze. „Zij waren blijkbaar vader en zoon." „Dat zou de zaak nog verdachter maken. Je weet, dat hij bij dien Abram Fowey is opgevoed in de meening, dat hij diens zoon was." „Maar gelooft u dan, dat Abram Fowey naar Engeland zou komen, nadat hij van zulk een sluw bedrog beschuldigd is?" „Ik had daar niet aan gedacht", ant woordde Mrs Trefusa na een pauze. Intusschen wandelden Abram en Ned langzaam langs den weg naar St. Aubyn. Geen van beiden had lust om te spreken. Abrams hart was te vol. Iedere boom en bank en hut wekte in hem herinneringen op, en voerde hem terug naar zijn lang vervlogen jeugd. De heuvels en velden waren niet veel veranderd en beneden in het dal vloeide eerste, zij het zeer kleine verlaging der provinciale belastingen. Wat de buitenlandsche gebeurtenissen betreft, kunnen wij constateeren, dat bet zoogenaamd Tsjecho Slowaaksch pro- Heem zijn einde is genaderd. Duitschland is bevredigd, Polen waar schijnlijk ook, en tussohen Hongarije en Tsjecho Slowakije is nu ook de grens vast gesteld door de Italiaansche en Duitsche arbiters. Nu kunnen weer andere problemen aan de orde komen. We denken daarbij niet in de eerste plaats aan Memel, waarvoor Duitschland plotseling een heel bijzondere interesse begint te vertonnen. In het Oosten zien we vooral bet O'ekrainisobe vraagstuk, de springplank van Duitschland naar Sovjet- Rusland. Daar, in het Oosten, ligt het groote doel der Duitsche politiek. Daarom is het de voortdurende inzet der Duitsche politiek geweest Rusland van het overige Europa los te maken en te isoieeren. Waar zal de Duitsche wals standhou den? Zal, als het Oosten aan het natio- naal-socialisme onderworpen is, het Wes ten nog vrij zijn? Vandaar, dat er in Engeland zijn het is deze week in het Lagerhuis weer ge bleken 1 die een veel krachtiger houding tegenover Duitschland willen aannemen. Et was wel een groote meerderheid vóór in werking treding van het Britsch-Itali- aansohe pact, maar de critiek op Cham berlain en zijn politiek was toch scherp en.raak! Niet en onreche werd den premier verweten, dat hij meer concessies gééft dan ontvéngt. De oude staatsman blijkt niet opgewassen tegen de nationaal- flocialistisohe en fascistische methodes. Niemand gelooft in ernst, dat Musso lini al heeft hij' het beloofd zijn technische troepen en zijn luchtmacht uit Spanje zal terugtrekken. Alleen Cham berlain blijkbaar wel. We zullen zien, hoe het Spaansch pro bleem zich verder ontwikkelt. Te vreezen is, dat Chamberlain te goed van vertrou wen is. sterdam heeft afwijzend beschikt op het verzoek tot invrijheidstelling van den ar beider B. uit Bergen, die er van verdacht wordt, opzettelijk met een huurauto in 'het Noord-Hollandsch Kanaal te zijn ge reden. Bij dit ongeluk zijn, zooals men zich herinnert, de drie kinderen van verdachte om het leven gekomen. De man is eenigen tijd geleden door de justitie te Alkmaar gearresteerd, omdat hij er van wordt verdacht, dat hij op deze wijze een einde wilde maken aan het leven van zijn vrouw. De rechtbank te Alkmaar had zijn opsluiting in het huis van bewaring voor den tijd van dertig dagen bevolen en hiervan was B., die volhoudt onschul dig te zijn, in hooger beroep gegaan bij bet Gerechtshof. Het hof achtte geen termen aanwezig om den verdachte in vrijheid te stellen. Roo'kverbod in Haagsche warenhuizen. De Haagsche gemeen teraad heeft geruimen tijd geleden reeds een wijziging van de Haagsche politie verordening goedgekeurd, waarbij een rookverbod voor de Haagsche warenhui zen werd ingevoerd. Deze wijziging was ■reeds door Ged. Staten van Zuid-Holland goedgekeurd, maar bet verbod was nog steeds niet afgekondigd. De groote brand te Marseille in het warenhuis heeft de aandacht gevestigd op het nog steeds niet uitgevaardigde roókverbod. Het ligt iu het voornemen, het rookverbod vóór de St. Nicolaas- dru'kte begint, af te kondigen. Jongen door auto aange reden. Toen Donderdagmiddag het 7- jarig zoontje van den heer G. II. te Zweeloo, uit de school naar huis fiet ste, passeerde hem een truck met aan hangwagen. Toen de truck den jongen reeds voorbij was, is deze op onver klaarbare wijze in aanraking gekomen met den .aanhangwagen. De jongen werd met zijn fiets op straat geworpen en bleef zwaar gewond liggen. Het ventje is naar het ziekenhuis te 'Groningen vervoerd en daar overleden. de rivier nog juist zoo, als toen hij een jongen was, nu veertig jaar geleden, en in de verte op de helling van een groenen heuvel lag Pendormic Hall bijna ver borgen tusschen de boomen. Abram zuchtte telkens diep, wanneer er een stroom van herinneringen over hem heen kwam. Het was zoo vreemd weer in dezelfde omgeving terug te zijn, die hij zooveel jaren in zijn herinnering had lief gehad. Het was hem soms of hij droomde, en of hij zoo weer in Austra lië zou ontwaken. Plotseling bij een bocht van den weg hield hij stil, en liet een zucht van ver lichting hooren. „Ze zijn er nog", mompelde hij. „Wat, wie zijn er nog?"vroeg Ned. „De sparreboomen, mijn jongen de sparreboomen. Ik was bang, dat iemand ze zou hebben omgekapt. Zie je dat buis daar?" „Ja „Dat is Heide-Hoek", zei Abram en veegde snel met zijn hand langs zijn oogen. „Ik was daar geboren", voegde hij er na een korte pauze aan toe. „En daar stierven vader en moeder." „Een lief plekje", zei Ned peinzend. „Het verbaast mij niet, dat u er met ver driet vandaan bent gegaan." ("Wordt vervolgd.) den. Het rijdek zal ook ©economischer worden ingericht dan dat van de Prin ses Juliana. Het rijdek zal in vier banen worden verdeeld, en d'e in- en ontsche ping van auto's zal gescheiden zijn van die der passagiers, tengevolge waarvan een aanzienlijke tijdsbesparing zal ont staan. De kosten van de nieuwe boot worden geraamd op f 1.325.000. Daar bet niet meer mogelijk is het voorstel tot den bouw in de najaarszitting De alljmoplossende werking der oude kruiden en hoestbedwlngende „codeïne",maken tezamen AKKBR's Abdijsiroop tot ,,'s-Werelds béste Hoestsiroop". De beproefdeAbdijsi- roop zal ook Uw borstbenauwdheden kunnen verlichten, ook voor U de vastzittende en prikkelende slijm ■losmaken, Uw afmattende hoest buien, evengoed als 't kriebelhoestje ln den nacht stoppen. Volg de raad: „Neem bij Jt minste kuchje AKKER's Abdijsiroop die U snel zal helpen. Eenige der 20 genees/er. kruiden tegen hoest, griep,bronchitis. asthma Flacon 90 ct*, f 1.50, f 2.40, f 4.20. Alom verkrijgbaar samenstelling

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5