DE ZEEUW
TWEEDE BLAD
Metïkrleening aan het
publiek.
Uit de Provincie.
N.S.B.-sche bedelarij.
Water deze week voorviel
Gemengd Nieuws
HET KIND VAN TREFUSA
Thans versterkt
door Codeine
ZUID-BEVELAND.
FEUILLETON
AKKER 'S v&istèükbe
Een oud middel,
in nieuive
VAN
ZATERDAG 5 NOV. 1938, Nr 31.
DOOR DEN MIDDENSTAND.
In de Economische Publicatie No. 5 van
de Ned. Middenstandsbank worden behan
deld de euvele gevolgen, welke credietver-
leening op te groote schaal door den mid
denstander aan den consument voor den
eerste kan hebben. Uit het in de publica
tie gegeven cijfermateriaal uit de praktijk
van 't middenstandszakenleven blijkt, dat
de financieele schade, welke de crediet-
verleenende middenstander uit hoofde van
te ver gaan in dit opzicht kan lijden, zeer
aanzienlijk kan zijn en soms zelfs het be
staan van de zaak in gevaar kan brengen.
De voorbeelden, waaruit o.a. blijkt dat
bijna de helft van de bruto-winst wordt
opgegeten door verliezen op debi/teuren,
zijn wel zeer sprekend!
Het geschrift wijst er terecht op, dat
er ook een „publieke" kant aan deze zaak
zit.
Het is inderdaad niet juist den midden
stander onnoodig lang te laten wachten
op datgene, wat hem uit hoofde van gele
verde goederen of gepresteerde diensten
toekomt, en hem zoodoende te misbruiken
als bankier, door a. h. w. geld van hem
te leenen zonder eenige rentevergoeding.
„Een gering percentage kwaadwillen
den uitgezonderd", zegt de publicatie,
„doet het publiek zulks uit onnadenkend
heid of onwetendheid" en zij pleit dan
voor samenwerking tussohen consumen
ten- of huisvrouwenvereenigingen, land-
bouw-organisaties e.d. eenerzijds en mid
denstandsorganisaties anderzijds, om tot,
een regeling van deze materie te geraken.
Het geschrift eindigt met een beroep op
de medewerking van het groote goedwil
lende deel van het publiek, welk beroep
wij gaarne ondersteunen.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
'kWou dat ik kon teekenen. D. w. z.
caricatuur-teekenen. Dan zou ik u dit
maal vergasten op een serie beel leuike
spotplaatjes. En eenige vroede vaderen
zouden daarbij een beurt krijgen.
Ik moet bet nu doen met alleen bij- en
onderschriften en aan uw eigen fantasie
de beeld-productie overlaten.
Het is gebleken, dat eenige raadsleden
een buitengewone bezorgdheid aan den
dag leggen voor de vreemdelingen, en
toeristen, die hier 'sZondagsi komen.
Als deze heeren een vermoeden hebben
dat er een bus met plezierreizigers op
komst is op Zondag, dan zouden ze (bij
wijze van spreken) de winkeliers, die
aan de werkdagen-verdiensten niet genoeg
hebben, gaan waarschuwen, om alvast de
winkeldeur open te zetten en ze aan te
moedigen wat souvenirs en briefkaarten
te fcoopen.
In April 1932 is de heer Jeronimus al
begonnen om de winkels op Zondag open
te krijgen. In den raad kreeg hij evenwel
maar 3 medestanders.
In Juni 1932 komt de zaak weer ter
sprake, naar aanleiding van een adres
van een winkelier. Deze winkelier, die
zeer zeker vol belangstelling iop' de stoep
voor zijn winkel naar den monumen
talen voorgevel van ons beroemd stad
huis zal hebben getuurd, om na afloop
der raadsvergadering zijn mentor met den
overwiuningspalm te begroeten, moet zich
wel hevig teleurgesteld gevoeld hebben.
Want voor de tweede maal moest de
Strijdbare held Jeronimus met heftige ho
rizontale hoofdbewegingen het tooneel
van den strijd verlaten, al maar roepend,
het is bij 4 gebleven.
In 1934 komt er eenige wijziging in
de strijdvoering voor deze idee. B. en
W. komen met een voorstel. De S.D.A.P.
is gezwaaid. Maar gezwaaid op voor
waarden. N.l. deze: dat er geen perso
neel op Zondag dienst mag doen. Met
het verbinden van deze voorwaarden in
deze verordening ging de raad! zijn be
voegdheid te buiten en ging de rechter
lijke macht zich met het geval bemoeien.
Tot in hoogste instantie uitgevochten,
wordt de verordening onverbindend ver
klaard.
November 1936 valt dan de eindbeslis
sing, Met 10 tegen 7 st. wordt de ver
ordening gewijzigd zonder voorwaarden.
De A. R. en C. H. laten geen onzeker
geluid hooien. Hiermee was de zaak
afgedaan.
Maar binnen 2 jaar, 16 Juni 1938, die
nen de heeren Portheine en Jeronimus
een voorstel in om de openstelling van
3 maanden in den zomer, te verlengen
tot 6 maanden. Want het aantal Zondags
toeristen naar onze stad neemt al maar
toe. Dat zei men in 1932, in 1934 en
in 1936 ook steeds. Maar in 1938 was
het eenvoudig enorm. Ge zoudt zoo on
geveer den indruk krijgen, dat er des
Zondags in onze stad geen doorkomen
meer aan was, vanwege de vreemdelin
gen, ziet u.
Dat is op zijn minst enorm overdreven.
Maar zelfs al was dit zoo, dan zou het
een mooier gebaar van ons gemeentebe
stuur zyn, dit tegen te gaan, dan dit
aan te moedigen. Gelukkig is er nog
een zeer groot deel in onze stad, dat de
knieën voor dezen verkeers-haal niet
buigt.
Maar daar niet verder van.
Betreedt met my de Midd'elburgsche
raadszaal op 2 November 1938. Dan
ziet ge de heer Jeronimus met een glim
lach in de buurt van de S. D. A. P.-
fractie en achter zich aansleepend een
fluweelen leibandje. Zes maanden, mijne
heeren, dat is toch niet te veel gevraagd?
En de Paaschzondag.
Maar dat is te veel gevergd. Zal die
machtige S. D. A. P. het hoofd leggen
in den schoot van de verschrompelde
V. B.? Dat nooit. En niet zonder grim
migheid staat daar de grootste fractie
in den raad op. Wat denkt gij wel, gij
heer Jeronimus? Zyt gij vergeten, dat
gjj ons stuk voor stuk slangenmenschen
noemde. Weg dien fluweelen leiband en
op de knieën. Zes maanden, zegt gjj.
Neen, wij zeggen vjjfl En haastig valt
de heer Jeronimus op de 'knieën en nog
onder den indruk van d'ie machtwoorden
stamelt hij met verticale hoofdbewegin
gen: het is goed, het is goed, ik neem
met vijf gaarne genoegen. Want vijf
is meer dan drie. En het is mij om de
winst te doen. Ik hoop later nog wel
eens terug te komen. Want ik werk voor
mijn vrienden, de winkeliers.
Maar dan is het hoog tijd voor hem
om te vertrekken.
De heer Paul voegt hem toe: Kom nou
niet meer 'terug. Wij vinden het zoo
voldoende. En wij doen het niet voor
de winkeliers, maar ten gerieve van de
vreemdelingen.
De geschiedenis van de winkelsluitings
wet 1930 wordt in onze stad met even
getallen geschreven: 1932, 1934, 1936
en 1938.
Wij zien 'thans uit naar 1940.
Alhoewel, daar ligt 1939 nog tussrihen.
Dat is waaT ook.
De vijf van
STENTOR
DE NIEUWE VEERBOOT VOOR
ZEELAND.
Zooals wij reeds meldden, zullen
Ged. Staten binnenkort voorstellen, over
te gaan tot den bouw van de vierde mo
torveerboot. Het model hiervan is ont
worpen door de Kon. Maatschappij de
Schelde te Vlissingen.
De uitbreiding van de provinciale fer-
ryvloot is het gevolg van de uitbrei
ding van het auto-vervoer.
De nieuwe motorveerboot, die boven
dien het nijpende tekort aan reserve-ma
teriaal gaat opheffen, zal aanmerkelijk
grooter worden dan het tegenwoordige
vlaggeschip der provincie, de Prinses Ju
liana. Het schijnt ook in de bedoeling
te liggen, haar sneller te maken, opdat
zij eventueel tussohen Vlissingen en
Breskens een uur-dienst inplaats van een
vijfkwartierdienst zal kunnen onderhou-
Er wordt op allerlei manier gebedeld.
Men vraagt eenvoudig om een aalmoes;
men speelt er een gramofoonplaat bij.
Men vent met lucifers of veters. Men
werpt een kreupelrijm van een ziek huis
vader met veel kinderen in de bus, waar
op antwoord wordt gehaald.
Op de laatste methode, zegt de Rot
terdammer, beeft thans de N. S. B. zich
geworpen. Behoorlijk verpakt in een gele
envelop en keurig geadresseerd vindt ge
in uw bus een brochure „van den Lei
der" zelf, over de bronnen van het na-
tionaal-socialisme, vergezeld van een cir
culaire, waarin wordt meegedeeld, dat na
4 dagen over 'de kosten, zijnde slechts
10 ct., beschikt zal worden. Wanneer gij
tenminste de brochure wilt behouden,
want men is zoo bescheiden te veronder
stellen, dat er misschien wel deze of
gen© is, die zich niet aan deze bronnen
wil laven.
Echter, men denkt niet, dat de kans
hierop groot is; want men veronder
stelt dat gij wel nieuwsgierig zult ziju;
immers, zoo heet het: „U heeft niets uit
haar eigen pers en brochures gelezen."
Nu moot men dit laatste wel veronder
stellen, want anders zou de brochure
niet kunnen beginnen met de mededee-
ling: In December 1931 schreef ik het
program der beweging: „aan dit pro
gramma met toelichting is sindsdien nooit
iets gewijzigd."
De Leider schijnt kort van memorie
te zij'n, want wij herinneren ons zoo
iets van een brochure, die teruggenomen
en door een andere vervangen werd;
maar, men kan alles niet zoo precies
nemen. De waarheid is soms ook zoo
lastig en men verspreidt de brochure
slechts onder hen, die nog nooit iets
lazen van de N. S. B.
Nu, wat ons betreft, men kan de bro
chure gerust lezen. Een verstandig
mensch wordt er geen N. S. B.-er door.
Maar die geeft er ook geen dubbeltje
voor. Of hij de brochure vyil terug geven,
moet hjj zelf weten. Zelfs al heeft hij
een bordje hangen: Aan de deur wordt
niet gekocht; drukwerken worden niet
teruggegeven
Het is nog maar enkele weken geleden,
dat de regeering een belangrijke ver-
zwariig van den belastingdruk aan
moest kondigen. Nu in de Memorie van
Antwoord laat ze weten, wat ze zal
doen om op bepaalde punten den belas
tingdruk te verlichten. Zoo noemt
ze o.a.:
Afschaffing van den geslachtaccijns,
gepaard gaande met verbooging van om
zetbelasting van artikelen, waarop do ac
cijns drukt, van 4 op 6 pet, vrijstelling van
omzetbelasting van varkensvleesch, paar-
denvleesch e.d., afschaffing van den zout-
accijns, verlaging der omzetbelasting op
thee en benzine, herziening van den
grondslag dienstboden in de personeele
belasting in dien zin, dat één dienstbode
steeds vrij zal zijn en verlaging van de
tarieven, en ten slotte •verlaging van den
druk der personeele belasting op motor
rijtuigen.
Dit is nog niet alles. Er zullen ook nog
maatregelen komen tot stimuleering van
het bedrijfsleven. Tot vreugde van den
middenstand zal worden voorgesteld:
geen personeele belasting meer te hef
fen van winkels, hotels, café's en restau
rants, van biljarten en pleziervaartuigen,
terwijl ook in overweging is, de personeele
belasting voor motorrijtuigen aanzienlijk
te verminderen of af te schaffen, met ge
lijktijdige invoering van een geringe ver
hooging van de andere belastingen, welke
op het motorrijtuigenverkeer drukken.
Daarnaast ligt bet in de bedoeling, den
gedistilleerd- en bieraccijns te verlagen.
Natuurlijk zal de volksvertegenwoordi
ging hierover nog haar oordeel moeten
vellen en zij zal wel nagaan of door de
maatregelen, aangekondigd in de miljoe
nennota en in bovenbedoelde Memorie d/j
groote massa der loontrokkenden niet al
te zeer in 't gedrang komt, waardoor tooh
de koopkracht zou kunnen worden ge
schaad.
Ook wij, Zeeuwen, werden deze week
verblijd met de aankondiging van eén
van provinciale staten aan de orde te
stellen, schijnt het in het voornemen
te liggen dit in het begin van het vol
gende jaar in een extra-zitting te doen.
De boot zal worden aanbesteed onder
Nederlandsche werven. (N. R. C.)
Kruiningen. Strooper betrapt.
Gisternacht om half vier heeft de jachtop
ziener Van Nieuwenhuijzen uit deze ge
meente onder Krabfoendijke een inwoner
dier gemeente, zekere B., betrapt, toen
bij met behulp van een lichtbak aan bet
stroopen was,
B. zette het op een loopen, maar kwam
te vallen, waarop de jachtopziener licht
bak, geweer en munitie in beslag kon
nemen, en proces-verbaal tegen B. kon
opmaken. (M. G.)
Diefstal te Breda. Uit de
woning van den Bredaschen wethouder,
mr E. van Mierlo is dezer dagen
wanneer is niet met zekerheid vastge
steld kunnen worden 1 een bedrag van
f 1400 aan contanten, bestaande uit
bankbiljetten van f 100, gouden tientjes
en halve guldens benevens een groot aan
tal sieraden, op geheimzinnige wijze ver
dwenen. De diefstal werd eerst Donder
dagavond ontdekt toen de echtgenoote
van den wethouder uit het kistje een col
lier wilde krijgen. Het bleek toen, dat
het in de kast staande juweelenkastje
ledig was. Voordien waren daarin een
gouden ring, een gouden brochespeld, een
gouden collier met juweelen, 2 gouden
armbanden, een gouden damesring met
brillanten, een gouden heerenhorloge met
ketting, twee brillanten overhemdknoop
jes en een paar gouden manchetknoopen.
Noch aan de buiten- noch aan de binnen
zijde der woning is eenig spoor van
braak gevonden.
i Het drama te Hoed ij: k. De
raadkamer van het Gerechtshof te Am-
door
S. K. HOCKING.
86.) _o^
„Maar van alle bewegingen geef ik er
toch de voorkeur aan op den rug van een
paard te zitten".
„Daar houd ik ook veel van", was het
antwoord. „Ik rijd veel".
Zoo praatten zij gezellig over allerlei
dingen, en toch over niets in het bijzonder
en de uren van de reis gingen voor Ned
als in een droom voorbij'. Hij had nog nooit
iemand ontmoet, die hem zoo bekoord had
Haar stem was als een zilveren klokje,
baar oogen waren als een spiegel.
Wie was zij? Die vraag kwam telkens
'n..k.em °P> maar zij gaf geen enkele aan
wijzing en bij kon er natuurlijk niet naar
vragen.
Hij was bij ieder station bang dat zij uit
zou stappen. De gedachte, baar nooit weer
terug te zien, werd zelfs pijnlijk. Hij wist,
dat het de grootste dwaasheid was, zich
deze zaak aan te trekken. Een ontmoeting
in een spoortrein!
Abram begon zich eindelijk te bewegen.
D'e landschappen, waar zij door reden,
werden hem meer en meer bekend. Zijn
oogen stonden hijzonder vroolijk, en wer
den nu en dan vochtig. Iedere nieuwe
streek deed nieuwe herineringen ontwa
ken en deed zijn hart sneller kloppen.
Eindelijk naderde de trein het station
Penzugla en Mona en haar moeder zoch
ten haar pakjes bij elkaar.
„Stapt u in Penzugla uit?" vroeg Ned.
„Ja, we zijn bijna thuis."
„Mag ik u de pakjes aangeven?"
De trein hield stil en een knecht in
livrei wachtte de dames op en nam de
pakjes in ontvangst.
Abram en Ned stapten na hen uit. Bui
ten het station stond een rijtuig te wach
ten, waarin Mona en haar mama weg
reden.
Ned bleef het staan nakijken en keer
de zich met een zucht naar zijn bagage.
Er waren verscheiden menschen uitge
stapt in Penzugla, maar niemand her
kende de vreemdelingen. Sommigen ke
ken hen onder het voorbijgaan nieuws
gierig aan.
Abram voelde een prop in zijn keel,
toen hij haastig om zich heen zag. Hij
herkende niemand. Hij herkende nauwe
lijks de plaats. Het was zooals hij ge
vreesd had: alles was veranderd.
„Wij zullen onze bagage hier achter
laten en naar St. Aubyn wandelen", zei
hij tot Ned. „Het is een mooie avond, en I
ik ben stijf geworden in den trein. Ik
heb behoefte mijn beenen eens te be
wegen."
„Ik zou ook graag wat loopen", ant
woordde Ned. „Maar we moeten hier eerst
voor onze bagage zorgen. We nemen on
zen intrek in het „Koningswapen", niet?
Heet het zoo niet?"
„Juist", antwoordde Abram.
Een paar minuten later had Ned alles
in orde en liepen zij beide in de schuine
stralen van de ondergaande zon naar St.-
Aubyn.
HOOFDSTUK VII.
Weer thuis.
„Ben je zeker, dat ze te Penzugla den
trein verlaten hebben?" vroeg Mrs Tre-
fusa.
„Ja mama, heel zeker", antwoordde
Mona.
„Ik wou dat ik ze nauwkeuriger had
gadegeslagen. Ik moet erkennen, dat ik
heel graag zou willen weten wie het
waren."
„Werkelijk?"
„Zeker. Je weet, dat je grootvader po
gingen doet om zijn echten kleinzoon te
vinden."
„Maar u denkt toch niet..."
„Ik weet het niet. Zij komen blijkbaar
uit verre streken. De jongste is een gentle
man. Hij' is knap, vind je niet?"
„Hij ziet er heel goed uit."
„De andere is nu zes maanden weg.
Het wordt hoog tijd, dat wij iets van dien
waren erfgenaam hooren. Wanneer jij
maar een jongen was geweest, Mona, of
als mijn lieve jongen niet verdronken
was, dan zouden al die moeite en zorgen
niet noodig zijn geweest."
„Maar recht is recht mama", antwoord
de Mona, „en de zoon van oom Edward
moet hebben wat hem toekomt."
„Het zou heel vreemd zijn als wij van
Plymouth met hem hadden gereisd zon
der het te weten."
„Ik geloof er niets van", antwoordde
Mona na een pauze. „Zij waren blijkbaar
vader en zoon."
„Dat zou de zaak nog verdachter
maken. Je weet, dat hij bij dien Abram
Fowey is opgevoed in de meening, dat
hij diens zoon was."
„Maar gelooft u dan, dat Abram Fowey
naar Engeland zou komen, nadat hij van
zulk een sluw bedrog beschuldigd is?"
„Ik had daar niet aan gedacht", ant
woordde Mrs Trefusa na een pauze.
Intusschen wandelden Abram en Ned
langzaam langs den weg naar St. Aubyn.
Geen van beiden had lust om te spreken.
Abrams hart was te vol. Iedere boom en
bank en hut wekte in hem herinneringen
op, en voerde hem terug naar zijn lang
vervlogen jeugd.
De heuvels en velden waren niet veel
veranderd en beneden in het dal vloeide
eerste, zij het zeer kleine verlaging der
provinciale belastingen.
Wat de buitenlandsche gebeurtenissen
betreft, kunnen wij constateeren, dat bet
zoogenaamd Tsjecho Slowaaksch pro-
Heem zijn einde is genaderd.
Duitschland is bevredigd, Polen waar
schijnlijk ook, en tussohen Hongarije en
Tsjecho Slowakije is nu ook de grens vast
gesteld door de Italiaansche en Duitsche
arbiters.
Nu kunnen weer andere problemen aan
de orde komen.
We denken daarbij niet in de eerste
plaats aan Memel, waarvoor Duitschland
plotseling een heel bijzondere interesse
begint te vertonnen. In het Oosten zien we
vooral bet O'ekrainisobe vraagstuk, de
springplank van Duitschland naar Sovjet-
Rusland.
Daar, in het Oosten, ligt het groote doel
der Duitsche politiek.
Daarom is het de voortdurende inzet
der Duitsche politiek geweest Rusland van
het overige Europa los te maken en te
isoieeren.
Waar zal de Duitsche wals standhou
den? Zal, als het Oosten aan het natio-
naal-socialisme onderworpen is, het Wes
ten nog vrij zijn?
Vandaar, dat er in Engeland zijn het
is deze week in het Lagerhuis weer ge
bleken 1 die een veel krachtiger houding
tegenover Duitschland willen aannemen.
Et was wel een groote meerderheid vóór
in werking treding van het Britsch-Itali-
aansohe pact, maar de critiek op Cham
berlain en zijn politiek was toch scherp
en.raak! Niet en onreche werd den
premier verweten, dat hij meer concessies
gééft dan ontvéngt. De oude staatsman
blijkt niet opgewassen tegen de nationaal-
flocialistisohe en fascistische methodes.
Niemand gelooft in ernst, dat Musso
lini al heeft hij' het beloofd zijn
technische troepen en zijn luchtmacht uit
Spanje zal terugtrekken. Alleen Cham
berlain blijkbaar wel.
We zullen zien, hoe het Spaansch pro
bleem zich verder ontwikkelt. Te vreezen
is, dat Chamberlain te goed van vertrou
wen is.
sterdam heeft afwijzend beschikt op het
verzoek tot invrijheidstelling van den ar
beider B. uit Bergen, die er van verdacht
wordt, opzettelijk met een huurauto in
'het Noord-Hollandsch Kanaal te zijn ge
reden. Bij dit ongeluk zijn, zooals men
zich herinnert, de drie kinderen van
verdachte om het leven gekomen. De man
is eenigen tijd geleden door de justitie te
Alkmaar gearresteerd, omdat hij er van
wordt verdacht, dat hij op deze wijze een
einde wilde maken aan het leven van zijn
vrouw. De rechtbank te Alkmaar had
zijn opsluiting in het huis van bewaring
voor den tijd van dertig dagen bevolen
en hiervan was B., die volhoudt onschul
dig te zijn, in hooger beroep gegaan bij
bet Gerechtshof.
Het hof achtte geen termen aanwezig
om den verdachte in vrijheid te stellen.
Roo'kverbod in Haagsche
warenhuizen. De Haagsche gemeen
teraad heeft geruimen tijd geleden reeds
een wijziging van de Haagsche politie
verordening goedgekeurd, waarbij een
rookverbod voor de Haagsche warenhui
zen werd ingevoerd. Deze wijziging was
■reeds door Ged. Staten van Zuid-Holland
goedgekeurd, maar bet verbod was nog
steeds niet afgekondigd.
De groote brand te Marseille in het
warenhuis heeft de aandacht gevestigd
op het nog steeds niet uitgevaardigde
roókverbod. Het ligt iu het voornemen,
het rookverbod vóór de St. Nicolaas-
dru'kte begint, af te kondigen.
Jongen door auto aange
reden. Toen Donderdagmiddag het 7-
jarig zoontje van den heer G. II. te
Zweeloo, uit de school naar huis fiet
ste, passeerde hem een truck met aan
hangwagen. Toen de truck den jongen
reeds voorbij was, is deze op onver
klaarbare wijze in aanraking gekomen
met den .aanhangwagen. De jongen werd
met zijn fiets op straat geworpen en
bleef zwaar gewond liggen.
Het ventje is naar het ziekenhuis te
'Groningen vervoerd en daar overleden.
de rivier nog juist zoo, als toen hij een
jongen was, nu veertig jaar geleden, en
in de verte op de helling van een groenen
heuvel lag Pendormic Hall bijna ver
borgen tusschen de boomen.
Abram zuchtte telkens diep, wanneer
er een stroom van herinneringen over
hem heen kwam. Het was zoo vreemd
weer in dezelfde omgeving terug te zijn,
die hij zooveel jaren in zijn herinnering
had lief gehad. Het was hem soms of
hij droomde, en of hij zoo weer in Austra
lië zou ontwaken.
Plotseling bij een bocht van den weg
hield hij stil, en liet een zucht van ver
lichting hooren.
„Ze zijn er nog", mompelde hij.
„Wat, wie zijn er nog?"vroeg Ned.
„De sparreboomen, mijn jongen de
sparreboomen. Ik was bang, dat iemand
ze zou hebben omgekapt. Zie je dat buis
daar?"
„Ja
„Dat is Heide-Hoek", zei Abram en
veegde snel met zijn hand langs zijn
oogen. „Ik was daar geboren", voegde hij
er na een korte pauze aan toe. „En daar
stierven vader en moeder."
„Een lief plekje", zei Ned peinzend.
„Het verbaast mij niet, dat u er met ver
driet vandaan bent gegaan."
("Wordt vervolgd.)
den. Het rijdek zal ook ©economischer
worden ingericht dan dat van de Prin
ses Juliana. Het rijdek zal in vier banen
worden verdeeld, en d'e in- en ontsche
ping van auto's zal gescheiden zijn van
die der passagiers, tengevolge waarvan
een aanzienlijke tijdsbesparing zal ont
staan. De kosten van de nieuwe boot
worden geraamd op f 1.325.000.
Daar bet niet meer mogelijk is het
voorstel tot den bouw in de najaarszitting
De alljmoplossende werking der
oude kruiden en hoestbedwlngende
„codeïne",maken tezamen AKKBR's
Abdijsiroop tot ,,'s-Werelds béste
Hoestsiroop". De beproefdeAbdijsi-
roop zal ook Uw borstbenauwdheden
kunnen verlichten, ook voor U de
vastzittende en prikkelende slijm
■losmaken, Uw afmattende hoest
buien, evengoed als 't kriebelhoestje
ln den nacht stoppen. Volg de raad:
„Neem bij Jt minste kuchje AKKER's
Abdijsiroop die U snel zal helpen.
Eenige
der 20
genees/er.
kruiden
tegen hoest, griep,bronchitis. asthma
Flacon 90 ct*, f 1.50, f 2.40, f 4.20. Alom verkrijgbaar
samenstelling